KYNOLOGISCH REGLEMENT
KYNOLOGISCH REGLEMENT
1 december 2020
Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland
Inhoud
Statuten 3
van de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” 16 september 2016
Huishoudelijk Reglement 18
van de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” 1 december 2020
Algemene voorwaarden van levering 38
van de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” 1 december 2020
Kynologisch Reglement 42
1 december 2020
Procesreglement Tuchtrecht 161
7 september 2020
Lijst met maximum straffen 188
30 november 2019
Reglement van orde 192
voor de Algemene Vergadering 1 januari 2019
Register 196
Statuten
van de Vereniging
“Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland”
Naam en zetel, historie en duur. Begripsomschrijvingen
Artikel 1
1. De vereniging draagt de naam: Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
Zij is gevestigd te Amsterdam.
2. De vereniging - hierna in de statuten aan te duiden als: de Raad van Beheer - is ontstaan op één januari negentienhonderd twee en voor onbepaalde tijd opgericht.
3. Tenzij het tegendeel uitdrukkelijk blijkt of kennelijk anders is bedoeld, wordt in de statuten verstaan onder:
a. Vereniging: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, werkzaam op kynologisch gebied in de zin van artikel 3, lid 1;
b. Algemene Vergadering: het orgaan waarbinnen de leden de bevoegdheden uitoefenen die hen bij of krachtens de wet en de statuten zijn toegekend, alsook de bijeenkomsten van dit orgaan;
c. Bestuur: het bestuur van de Raad van Beheer;
d. Aangesloten Verenigingen: de leden van de Raad van Beheer;
e. Kynologie: alle handelingen en activiteiten die betrekking hebben op de relaties tussen honden en mensen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2;
f. Tuchtcollege: het met de kynologische tuchtrechtspraak belaste college;
g. Geschillencommissie: het met het afgeven van bindende adviezen ingeval van geschillen tussen de Raad van Beheer en natuurlijke- dan wel rechtspersonen belaste commissie.
Doel, middelen en reikwijdte
Artikel 2
1. De Raad van Beheer heeft ten doel:
a. de bevordering van de kynologie in Nederland, het stellen van regels met betrekking tot alle vormen van hondensport in Nederland, zomede het bestrijden van alle handelingen die de belangen of het aanzien van de Nederlandse Kynologie kunnen schaden, ongeacht of deze handelingen in of buiten Nederland worden gepleegd;
b. het voeren van een stamboekhouding voor rashonden;
c. de bevordering van de gezondheid en het welzijn van honden en hondenpopulaties;
d. uitvoering van de wettelijke regels en de daarop gebaseerde uitvoeringsvoorschriften op het gebied van de gezondheid en het welzijn van honden;
e. zorg te dragen voor een optimale maatschappelijke inbedding van de Kynologie binnen de Nederlandse samenleving;
f. het (doen) bijhouden van registraties die betrekking hebben op de in dit artikel genoemde activiteiten, alsmede in voorkomende gevallen de verstrekking van gegevens uit die registraties aan derden-belanghebbenden.
2. De Raad van Beheer streeft zijn statutaire doel na door regels te stellen, waarmee de hondensport in Nederland wordt gereglementeerd, door recht te (doen) spreken en met alle andere wettige middelen, die daaraan kunnen bijdragen of daartoe bevorderlijk kunnen zijn met inbegrip van het deelnemen in of op een andere wijze een belang te nemen bij rechtspersonen, vennootschappen en organisaties.
3. Ieder die in Nederland deelneemt aan enige door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerde tak van hondensport, aanvaardt daardoor de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking te zijnen opzichte van alle voorschriften, reglementen en besluiten van de Raad van Beheer op het gebied van de Kynologie in het algemeen en de betrokken tak van hondensport in het bijzonder.
4. De Raad van Beheer beoogt niet het maken van winst.
Lidmaatschap
Artikel 3
1. Slechts verenigingen op kynologisch gebied kunnen als lid van de Raad van Beheer worden toegelaten. Een vereniging die in geografisch en/of functioneel opzicht een voldoende breed terrein van de Kynologie bestrijkt, kan als vereniging op kynologisch gebied worden aangemerkt.
Verenigingen zonder volledige rechtsbevoegdheid kunnen geen lid zijn.
2. Het Bestuur kan nadere regels opstellen met betrekking tot de toelating tot, de handhaving van en de beëindiging van het lidmaatschap. Deze nadere regels worden vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement.
3. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot toelating of niet-toelating tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer.
Het Bestuur kan voorwaarden verbinden aan de toelating tot het lidmaatschap en/of een vereniging voor een door hem te bepalen termijn toelaten tot het lidmaatschap.
4. Ingeval een vereniging door het bestuur niet toegelaten wordt tot het lidmaatschap, staat tegen dit besluit - in afwijking van hetgeen bepaald is in artikel 33 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek - beroep open bij de Geschillencommissie.
Verplichtingen van de leden
Artikel 4
1. Iedere Aangesloten Vereniging is verplicht tot naleving van de statuten, reglementen en wettig genomen besluiten van de Raad van Beheer.
2. Iedere Aangesloten Vereniging aanvaardt de rechtsmacht van de Geschillencommissie voor de Kynologie en het Tuchtcollege voor de Kynologie zoals weergegeven in deze statuten en in de desbetreffende bepalingen in of bij Huishoudelijk Reglement.
3. Het bestuur kan, mits met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen, besluiten:
a. de behartiging van de belangen van één of meer rassen aan een aangesloten rasvereniging te ontnemen;
b. wijziging aan te brengen in het gebied waarbinnen een Aangesloten Regionale Vereniging de belangen van de hondensport behartigt.
4. De Raad van Beheer kan, doch slechts op grond van een daartoe strekkend besluit van zijn bestuur dat is genomen met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen, aan één of meer, dan wel aan alle Aangesloten Verenigingen de verplichting opleggen haar statuten zodanig te wijzigen, dat:
a. de leden van de Aangesloten Vereniging jegens die vereniging tot hetzelfde zullen zijn gehouden als waartoe de Aangesloten Vereniging jegens de Raad van Beheer is gehouden op grond van de statuten en reglementen van de Raad van Beheer en de door de organen van de Raad van Beheer wettig genomen besluiten; en/of
b. bij die gewijzigde statuten aan de betrokken vereniging de bevoegdheid wordt toegekend tot het opleggen van de verplichtingen van de leden jegens de Raad van Beheer, waarbij al hetgeen waartoe de Aangesloten Vereniging jegens de Raad van Beheer is gehouden uit hoofde van het bepaalde in de statuten en reglementen van de Raad van Beheer, ook geldt als verplichtingen die de leden van de Aangesloten Vereniging rechtstreeks jegens de Raad van Beheer hebben, alles krachtens één of meer daartoe strekkende overeenkomsten in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
5. Verdere verbintenissen kunnen aan het lidmaatschap worden verbonden krachtens één of meer daartoe strekkende bepalingen in het Huishoudelijk Reglement of enig ander reglement van de Raad van Beheer.
Toetredingsovereenkomst
Artikel 5
De toelating tot het lidmaatschap geschiedt niet dan nadat de betrokken vereniging een toetredingsovereenkomst met de Raad van Beheer is aangegaan, die namens de betrokken vereniging en de Raad van Beheer is ondertekend.
Contributie
Artikel 6
Onverminderd het bepaalde in de volgende zin, zijn de Aangesloten Vereniging een jaarlijkse contributie verschuldigd aan de Raad van Beheer. De te Amsterdam gevestigde vereniging: Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia en de te Amersfoort gevestigde vereniging: Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging zijn geen contributie verschuldigd. Al hetgeen overigens met de jaarlijkse contributie verband houdt, wordt door het Bestuur vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement.
Beëindiging van het lidmaatschap
Artikel 7
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. indien de Aangesloten Vereniging ophoudt te bestaan, waaronder begrepen fusie;
b. door opzegging door de Aangesloten Vereniging;
c. door opzegging door de Raad van Beheer in de gevallen die in lid 2 van dit artikel
zijn aangegeven;
d. door ontzetting (royement).
2. Opzegging van het lidmaatschap van de Raad van Beheer kan in één of meer van de volgende gevallen geschieden:
a. wanneer de betrokken Aangesloten Vereniging, zulks ter uitsluitende beoordeling van het Bestuur, niet langer of op onvoldoende wijze werkzaam is op kynologisch gebied en/of heeft opgehouden te voldoen aan de voorwaarden zoals deze bij de toetreding zijn gesteld;
b. wanneer redelijkerwijs van de Raad van Beheer niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
c. wegens het niet betalen van de verschuldigde contributie of een gedeelte daarvan;
d. bij omzetting van de Aangesloten Vereniging in een andere rechtsvorm;
e. bij ontbinding van de Aangesloten Vereniging;
f. wanneer de Aangesloten Vereniging de bepalingen van het Huishoudelijk Reglement of van door of vanwege de Raad van Beheer vastgestelde andere reglementen niet naleeft;
g. wanneer het Tuchtcollege aan een lid van een Aangesloten Vereniging de straf van diskwalificatie van zijn persoon heeft opgelegd en dat lid gedurende de duur van zijn diskwalificatie tot bestuurder van de Aangesloten Vereniging wordt benoemd en deze benoeming aanvaardt, dan wel indien zodanige straf wordt opgelegd aan een bestuurder van een Aangesloten Vereniging: indien hij niet op de eerstvolgende daarna gehouden Algemene Vergadering van de Aangesloten Vereniging aftreedt als bestuurder of niet van deze functie wordt ontheven;
h. wanneer het Bestuur van de Raad van Beheer van oordeel is dat door het voortduren van het lidmaatschap van de Aangesloten Vereniging algemene of bijzondere kynologische belangen ernstig worden geschaad.
3. Ontzetting uit het lidmaatschap kan geschieden, indien de betrokken Aangesloten Vereniging:
a. handelt in strijd met de statuten, één of meer reglementen of één of meer wettig genomen besluiten van (een orgaan van) de Raad van Beheer;
x. xx Xxxx van Xxxxxx op onredelijke wijze benadeelt, hetgeen onder meer het geval is bij wangedrag jegens de Raad van Beheer, jegens één of meer Aangesloten Verenigingen, dan wel jegens één of meer derden, alsmede wanneer de betrokken Aangesloten Vereniging is veroordeeld door het Tuchtcollege.
4. In afwijking van het bepaalde in artikel 35 lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek staat tegen een besluit van het Bestuur tot beëindiging van het lidmaatschap als bedoeld in de leden 2 en 3 voor betrokkene gedurende een maand na ontvangst van het betreffende besluit beroep open bij de Geschillencommissie.
5. Iedere Aangesloten Vereniging, alsook zijn rechtverkrijgende(n) onder algemene titel, blijft na het einde van zijn lidmaatschap gebonden aan de in de statuten en reglementen opgenomen bepalingen omtrent de rechtspleging inzake overtredingen, tijdens zijn lidmaatschap begaan. Voorts blijft iedere Aangesloten Vereniging, alsook zijn rechtverkrijgende(n), na het einde van het lidmaatschap gebonden aan de in de
statuten en reglementen van de Raad van Beheer opgenomen bepalingen inzake de beslechting van geschillen, ontstaan als gevolg van overeenkomsten, beslissingen of gedragingen die voor het eindigen van het lidmaatschap waren aangegaan respectievelijk werden genomen respectievelijk plaatsvonden.
Algemene bepalingen inzake het bestuur en de bestuurders
Artikel 8.
1. Slechts natuurlijke personen kunnen bestuurder zijn.
2. Personen die krachtens arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 610 van Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek werkzaam zijn bij de Raad van Beheer en/of een dochtermaatschappij, kunnen geen bestuurder zijn.
3. De bestuurder die is benoemd ter voorziening in een tussentijdse vacature, heeft zitting voor de tijd die zijn voorganger nog te vervullen had.
4. Iedere bestuurder treedt af per het tijdstip van sluiting van de jaarlijkse Algemene Vergadering die wordt gehouden in het vierde jaar na het jaar waarin hij is benoemd.
Einde bestuurslidmaatschap
Artikel 9
1. Onverminderd het elders in de statuten bepaalde, houdt een bestuurder op bestuurder te zijn:
a. indien en zodra hij, om welke andere reden ook dan testamentair bewind, het vrije beheer verliest over zijn vermogen of een deel daarvan;
b. door aan hem gegeven ontslag;
c. door aanvaarding van een dienstbetrekking in de zin van artikel 610 van Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bij de Raad van Beheer en/of een dochtermaatschappij;
d. door overlijden;
e. door tussentijds aftreden op eigen verzoek.
2. Iedere bestuurder kan na zijn aftreden worden herbenoemd, tenzij hij is afgetreden doordat één van de in lid 1 van dit artikel vermelde gronden toepassing heeft gevonden.
Onverenigbare bestuursfuncties
Artikel 10
1. Het Bestuur kan met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen besluiten aan één of meer, dan wel aan alle bestuurders, de verplichting op te leggen tot het neerleggen van één of meer, dan wel alle bestuursfuncties in één of meer Aangesloten Verenigingen. Een besluit als bedoeld in de vorige zin kan uitsluitend worden genomen op de grond, dat het (blijven) bekleden van die functie(s) het functioneren van de betrokkene als bestuurder van de Raad van Beheer te zeer belemmert.
Indien door het Bestuur een besluit is genomen als bedoeld in de vorige zin, mag de betrokkene de desbetreffende bestuursfunctie(s) nog blijven bekleden tot uiterlijk zes maanden na de datum waarop het besluit werd genomen; heeft hij de betrokken
bestuursfunctie(s) niet na het verstrijken van meerbedoelde zes maanden neergelegd, dan treedt hij af als lid van het Bestuur, zonder dat daartoe enig ander besluit of enige rechtshandeling is vereist.
2. Geen van de bestuurders mag een bestuursfunctie in een Aangesloten Vereniging aanvaarden. Een bestuurder kan tot bestuurder van een Aangesloten Vereniging worden herbenoemd, tenzij toepassing van het eerste lid van dit artikel heeft plaatsgevonden.
Onverenigbare andere functies
Artikel 11
Bij besluit, genomen met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen, kan het bestuur aan één of meer, dan wel alle bestuurders de verplichting opleggen nog andere functies, dan die in artikel 10 zijn bedoeld, neer te leggen binnen een in dat besluit aangegeven termijn. Een besluit als bedoeld in de vorige zin kan uitsluitend worden genomen op de grond, dat het (blijven) bekleden van die functie(s) het functioneren van de betrokkene als bestuurder van de Raad van Beheer te zeer belemmert.
Samenstelling van het bestuur; benoeming, schorsing en ontslag van bestuurders
Artikel 12
1. Het bestuur van de Raad van Beheer bestaat uit tenminste zeven en maximaal negen bestuurders.
2. De bestuurders worden benoemd door de Algemene Vergadering . Besluiten van de Algemene Vergadering tot benoeming van bestuurders worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
3. De bestuurders kunnen slechts zijn personen die relevante kennis en ervaring bezitten op één of meer van de volgende terreinen:
a. de Kynologie in brede zin, of bijzondere kennis en ervaring op één of meer deelterreinen daarvan;
b. de diergeneeskunde, in het bijzonder op voor de Kynologie relevante gebieden;
c. op bestuurlijk terrein in brede zin, gepaard gaande met bijzondere kennis en ervaring terzake van het management binnen not-for-profit-organisaties;
d. op juridisch en/of fiscaal terrein en/of op het terrein van de accountancy.
4. Indien één of meer vacatures binnen het bestuur dienen te worden vervuld door de benoeming van één of meer personen, is het bestuur bevoegd tot het opmaken van één of meer niet-bindende voordrachten. Eenzelfde bevoegdheid komt toe aan vijf Aangesloten Verenigingen. Iedere voordracht wordt gevoegd bij de brieven die bestemd zijn voor de oproeping tot de Algemene Vergadering , waarin in de desbetreffende vacature(s) kan worden voorzien. Elke voordracht bevat ten minste de naam, de voorna(a)m(en), het beroep, de woonplaats en het adres, alsmede de geboortedatum van de kandidaat, alsmede gegevens waaruit zijn geschiktheid voor de bestuursfunctie blijkt. Elke voordracht dient te zijn opgemaakt binnen twee maanden nadat de vacature waarvoor de betrokken voordracht dient, is ontstaan en elke voordracht dient binnen zes weken voor de datum van oproeping tot de Algemene Vergadering waarin het voorstel tot vervulling van de betrokken
vacature(s) aan de orde wordt gesteld, in het bezit te zijn van het bestuur, vergezeld van een door de betrokken kandidaat ondertekende verklaring waarin hij zijn kandidaatstelling voor het lidmaatschap van het Bestuur aanvaardt.
5. Ingeval van tussentijds aftreden van een bestuurslid zal in de eerstkomende Algemene Vergadering in de vacature dienen te worden voorzien.
6. Uiterlijk drie maanden voor de reguliere Algemene Vergadering waarin een of meerdere bestuursleden periodiek zullen aftreden, deelt het Bestuur aan de Aangesloten Verenigingen mee:
a. welke vacatures zijn casu quo zullen ontstaan als gevolg van het periodiek dan wel tussentijds aftreden van bestuursleden;
b. welke van de periodiek aftredende bestuursleden te kennen heeft gegeven niet voor herbenoeming in aanmerking te willen komen;
c. welke bestuursleden door het Bestuur voor herkiezing kandidaat worden gesteld;
d. over welke specifieke relevante kennis en ervaring, als bedoeld in artikel 12 lid 3 van de statuten, de te benoemen bestuursleden dienen te beschikken.
7. Tot uiterlijk acht weken voor de in het vorige lid bedoelde reguliere Algemene vergadering kunnen door ten minste vijf Aangesloten Verenigingen gezamenlijk één of meer kandidaatstellingen bij het Bestuur worden ingediend. Daarbij moet een volledig ingevuld kandidaatstellingsformulier volgens een door het Bestuur vastgesteld model worden overgelegd.
8. Kandidaatstellingen die niet voldoen aan het vorige lid blijven buiten verdere behandeling.
9. Het Bestuur doet van de toepassing van het vorige lid onder opgave van redenen schriftelijk mededeling aan de Aangesloten Verenigingen die de kandidaat hebben gesteld.
10. Het Bestuur plaatst in alfabetische volgorde op de kandidatenlijst:
a. de aftredende bestuursleden die door het Bestuur herkiesbaar zijn gesteld;
b. de kandidaten van de Aangesloten Verenigingen.
11. Uiterlijk vier weken voor de reguliere Algemene Vergadering als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel zendt het Bestuur de kandidatenlijst aan iedere Aangesloten Vereniging.
12. Elke stemgerechtigde vertegenwoordiger van een Aangesloten Vereniging ontvangt bij binnenkomst bij de reguliere Algemene Vergadering waarin verkiezing van de bestuursleden plaats zal vinden een gewaarmerkt stembiljet voor de verkiezing van de bestuursleden die door de Aangesloten Verenigingen kandidaat zijn gesteld dan wel door het bestuur voor herverkiezing zijn voorgedragen.
13. Een stemgerechtigde vertegenwoordiger van een Aangesloten Vereniging neemt aan de verkiezing deel door op het stembiljet de namen van maximaal zoveel kandidaten aan te kruisen als er vacatures voor bestuursleden vrijelijk te vervullen zijn. Stembiljetten die niet zijn gewaarmerkt of waarop de namen van meer kandidaten zijn aangekruist dan er vacatures te vervullen zijn, of waarop handtekeningen of opmerkingen voorkomen, zijn ongeldig.
14. De uitslag van de verkiezing wordt vastgesteld door een stemcommissie van drie personen, daartoe door de Algemene Vergadering aangewezen.
15. Gekozen zijn de kandidaten, die de meeste stemmen op zich verenigd hebben,
tot een zodanig aantal als er vrijelijk - dus zonder bindende voordracht - vacatures te vervullen zijn, mits op elk van hen meer dan de helft van het aantal geldige stemmen is uitgebracht. Indien voor een of meer vacatures geen van de kandidaten de volstrekte meerderheid van stemmen op zich heeft verenigd, vindt per vacature een herstemming plaats tussen de twee nog niet gekozen kandidaten op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht.
16. Van de vaststelling van de uitslag wordt terstond een proces-verbaal opgemaakt, dat door de drie leden van de stemcommissie wordt ondertekend.
17. Het Bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een vice-voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. De secretaris of de penningmeester kan tevens vice- voorzitter zijn; de overige bestuursfuncties kunnen niet worden gecombineerd.
18. De Algemene Vergadering is bevoegd bestuurders te schorsen. De Algemene Vergadering kan een besluit tot schorsing slechts nemen met ten minste zestig procent (60%) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin meer dan de helft van de Aangesloten Verenigingen is vertegenwoordigd.
19. Ook het Bestuur is bevoegd om een bestuurder te schorsen. Het Bestuur kan een besluit tot schorsing slechts nemen ingeval gerede vrees bestaat, dat de Raad van Beheer ernstige schade zal worden berokkend, indien het betrokken bestuurslid niet met onmiddellijke ingang in zijn functie wordt geschorst. Het Bestuur kan een besluit tot schorsing slechts nemen indien alle aanwezige stemgerechtigde bestuursleden voor dat besluit stemmen, in een vergadering waarin minimaal twee/derde van de bestuurders aanwezig zijn. Het bestuurslid waarover het voorstel tot schorsing aan het Bestuur wordt voorgelegd is niet gerechtigd om over dat voorstel te stemmen. Indien het Bestuur besluit om een mede-bestuurslid te schorsen dient tevens een datum te worden bepaald waarop een buitengewone Algemene Vergadering plaats zal vinden die zich over de schorsing en het ontslag van het betrokken bestuurslid zal uitspreken.
Onverminderd het bepaalde in artikel 21 zal deze buitengewone Algemene Vergadering plaatsvinden niet eerder dan vijf weken en niet later dan negen weken nadat het Bestuur het schorsingsbesluit heeft genomen.
20. De Algemene Vergadering is bevoegd bestuurders te ontslaan.
De Algemene Vergadering kan een besluit tot ontslag slechts nemen met ten minste zestig procent (60%) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin meer dan de helft van de Aangesloten Verenigingen is vertegenwoordigd.
Taken en bevoegdheden van het bestuur
Artikel 13
1. Behoudens beperkingen ingevolge deze statuten, is het Bestuur belast met het besturen van de Raad van Beheer.
Het besturen omvat met name ook:
a. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten omtrent het deelnemen in of op andere wijze een belang nemen bij rechtspersonen, vennootschappen en organisaties door de Raad van Beheer, het benoemen van bestuurders in een zodanige rechtspersoon, vennootschap of organisatie en het uitoefenen van alle (overige) rechten die de Raad van Beheer daarin kan uitoefenen;
b. al hetgeen in deze statuten niet uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de Raad van Beheer is opgedragen.
2. Het Bestuur kan, onder zijn verantwoordelijkheid, een door hem te bepalen deel van zijn taken opdragen aan anderen. Het Bestuur kan daaraan voorwaarden verbinden en bepaalt, of - en, zo ja, in hoeverre - die ander de hem opgedragen taken op zijn beurt mag opdragen aan anderen en, zo ja, aan wie.
Het Bestuur kan elke door hem verleende opdracht als in de vorige zin bedoeld, te allen tijde geheel of gedeeltelijk intrekken.
Vertegenwoordiging
Artikel 14
1. De Raad van Beheer wordt vertegenwoordigd door het Bestuur.
De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter van het Bestuur, handelend tezamen met hetzij de secretaris van het Bestuur, hetzij de penningmeester van het Bestuur.
2. Het Bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer van zijn leden en/of aan één of meer derden, om de Raad van Beheer binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
3. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Raad van Beheer zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Het bureau en de directie
Artikel 15
De Raad van Beheer of, zo het Bestuur daartoe besluit, een dochtermaatschappij houdt ten dienste van de Kynologie een bureau in stand. Het bureau heeft een directie, bestaande uit één of meer directeuren, die wordt aangesteld en kan worden geschorst en ontslagen door het Bestuur.
Boekjaar, jaarstukken en jaarverslag
Artikel 16
1. Het boekjaar van de Raad van Beheer is het kalenderjaar.
2. De penningmeester van het Bestuur sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken van de Raad van Xxxxxx af en maakt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar.
De penningmeester zendt deze stukken uiterlijk direct na afloop van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders.
3. De in lid 2 van dit artikel bedoelde stukken worden met toelichting door het Bestuur binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
4. Alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten wordt
overgegaan, zullen deze stukken worden onderzocht door een door het Bestuur aan te wijzen registeraccountant of organisatie waarin registeraccountants samenwerken.
Deze accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het Bestuur en legt daaromtrent een verklaring af.
5. De secretaris van het Bestuur maakt binnen vier maanden na afloop van elk boekjaar een schriftelijk jaarverslag over het betrokken boekjaar op.
Op de vaststelling van het jaarverslag vinden het bepaalde in de slotzin van lid 2 van dit artikel en het bepaalde in lid 3 van dit artikel overeenkomstige toepassing.
6. Het Bestuur brengt op de jaarlijkse Algemene Vergadering als bedoeld in artikel 20, lid 1 sub a met betrekking tot het laatst verstreken boekjaar zijn verslag uit over de gang van zaken in de Raad van Beheer en over het gevoerde beleid en legt een balans en een staat van baten en lasten over dat verenigingsjaar met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering over.
Na verloop van zes maanden na het laatst verstreken boekjaar kan - tenzij de Algemene Vergadering deze termijn verlengt - iedere Aangesloten Vereniging van de Raad van Beheer van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij de in dit lid bedoelde verplichtingen nakomen.
Begroting
Artikel 17
1. Uiterlijk drie maanden voor de aanvang van elk boekjaar stelt het Bestuur een ontwerp-begroting op van de baten en lasten voor het komende boekjaar.
2. De ontwerp-begroting bevat een specificatie van de algemene exploitatiekosten en van de aan de overige werkzaamheden verbonden kosten. Bij elk van deze kosten wordt aangegeven op welke wijze(n) in de dekking ervan is voorzien. Inkomsten worden naar herkomst gespecificeerd. De ontwerp-begroting wordt voorgelegd aan de hieronder te noemen financiële commissie, die het Bestuur daarover adviseert. Daarna wordt de ontwerp-begroting vastgesteld door het Bestuur.
3. De vastgestelde begroting wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering , die niet later wordt gehouden dan veertien dagen voor de aanvang van het boekjaar waarop de begroting betrekking heeft.
4. De Algemene Vergadering kan goedkeuring aan de begroting onthouden bij besluit met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin meer dan de helft van de Aangesloten Verenigingen is vertegenwoordigd.
5. Ingeval de Algemene Vergadering goedkeuring aan de begroting heeft onthouden, als bedoeld in het vorige lid, blijft het Bestuur bevoegd tot het doen van uitgaven mits deze de begrotingsposten van de door voor het voorafgaande jaar door de Algemene Vergadering goedgekeurde begroting niet overstijgen.
Financiële commissie
Artikel 18
1. De Algemene Vergadering benoemt een financiële commissie van ten minste drie personen. Tegelijkertijd worden zo mogelijk ten minste twee plaatsvervangende leden van de commissie benoemd, die de leden bij ontstentenis vervangen. De
leden en de plaatsvervangende leden mogen geen deel van het Bestuur uitmaken. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd.
2. Het Bestuur legt ontwerp-beleidsbeslissingen met vergaande financiële consequenties, waartoe in elk geval worden gerekend de ontwerp-begroting alsmede het ondernemingsplan vooraf voor aan de financiële commissie, die daarover het Bestuur adviseert.
3. De financiële commissie ontvangt een afschrift van de (tussentijdse) controlerapporten van de accountant, onderzoekt het beredeneerd jaarverslag, de balans en de staat van baten en lasten en brengt aan de Algemene Vergadering schriftelijk verslag van haar bevindingen uit.
4. Het Bestuur stelt de financiële commissie in staat, haar onderzoek tijdig voor de jaarlijkse Algemene Vergadering te verrichten en is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar benodigde inlichtingen te verschaffen.
5. Een lid van de financiële commissie kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen. De Algemene Vergadering voorziet terstond in de vacature.
De Algemene Vergadering en de wijze van bijeenroeping
Artikel 19
1. Iedere Aangesloten Vereniging die niet is geschorst, heeft het recht zich in de Algemene Vergadering te doen vertegenwoordigen door een daartoe door haar bestuur aangewezen stemgerechtigde vertegenwoordiger, die bestuurder van de betrokken Aangesloten Vereniging dient te zijn.
2. De termijn van oproeping voor een reguliere Algemene Vergadering bedraagt ten minste vier weken, waarbij de dag van oproeping en de dag waarop de vergadering wordt gehouden niet worden meegerekend. De Algemene Termijnwet is te dezen niet van toepassing.
3. De bijeenroeping van elke Algemene Vergadering geschiedt door middel van oproepingsbrieven, die worden verzonden aan de adressen van de Aangesloten Verenigingen, zoals zij deze aan de Raad van Beheer hebben opgegeven. De oproepingsbrieven worden zowel ter attentie van de stemgerechtigde vertegenwoordiger als ter attentie van de secretaris van de betrokken Aangesloten Vereniging verzonden. De oproepingsbrieven vermelden de datum en de plaats van de vergadering en het aanvangstijdstip. De in de vergadering te behandelen onderwerpen worden vermeld in de oproepingsbrieven of door middel van een afzonderlijke brief ter kennis van de Aangesloten Verenigingen gebracht binnen de voor de oproeping gestelde termijn.
Reguliere Algemene Vergaderingen
Artikel 20
Reguliere Algemene Vergaderingen zijn:
a. de in de maand juni te houden Algemene Vergadering ter goedkeuring van de jaarstukken en het jaarverslag;
b. de uiterlijk twee weken voor aanvang van het boekjaar te houden Algemene Vergadering waarin de begroting ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Buitengewone Algemene Vergaderingen
Artikel 21
1. Buitengewone Algemene Vergaderingen worden gehouden, indien dit wenselijk wordt beoordeeld door het Bestuur of zijn voorzitter. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel, wordt iedere buitengewone Algemene Vergadering in opdracht van de voorzitter van het Bestuur gehouden.
2. Bovendien zal een buitengewone Algemene Vergadering worden gehouden binnen vier weken nadat de Raad van Beheer een daartoe strekkend schriftelijk verzoek heeft ontvangen van de zijde van ten minste negen procent (9%) van de Aangesloten Verenigingen, gelijkelijk verdeeld over ten minste drie rasgroepen en/of rayons. De rasgroepen en rayons worden nader gereglementeerd in het Huishoudelijk Reglement.
Indien de buitengewone Algemene Vergadering niet binnen vier weken na het verzoek wordt gehouden, zijn de verzoekers - met inachtneming van de wet, de statuten en het Huishoudelijk Reglement - zelf bevoegd de vergadering bijeen te roepen en de plaats te bepalen waar deze vergadering zal worden gehouden; het bureau verleent hen daarbij alle redelijkerwijs noodzakelijke medewerking. Op een bijeenroeping als in de vorige zin bedoeld, is het bepaalde in lid 3 van dit artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
3. Iedere buitengewone Algemene Vergadering wordt bijeengeroepen op een termijn van ten minste vier weken, waarbij de dag van oproeping en de dag waarop de vergadering wordt gehouden niet worden meegerekend. De Algemene Termijnwet is ten dezen niet van toepassing. Tenzij het bepaalde in lid 2 van dit artikel toepassing vindt, komt Aangesloten Verenigingen niet het recht toe om andere onderwerpen dan waarvoor deze vergadering wordt belegd te doen plaatsen op de agenda van de buitengewone Algemene Vergadering . Evenmin komt aan stemgerechtigde vertegenwoordigers van Aangesloten Verenigingen in een buitengewone Algemene Vergadering het recht toe voorstellen in te dienen omtrent niet-geagendeerde onderwerpen.
Xxxxxxxxx en besluitvorming
Artikel 22
1. Elke Aangesloten Vereniging heeft recht op het uitbrengen van één stem.
2. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt; zij tellen echter wel mee ter bepaling van een quorum.
3. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid en/of een ander quorum voorschrijven, besluit de Algemene Vergadering met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4. Indien een in de statuten voorgeschreven quorum niet wordt bereikt, kan omtrent het betrokken onderwerp - tenzij de statuten, het Huishoudelijk Reglement of een ander reglement dat uitsluiten - wettig worden besloten in een volgende Algemene Vergadering, ongeacht het aantal Aangesloten Verenigingen dat dan vertegenwoordigd is, mits het betrokken onderwerp op de agenda van die volgende vergadering is herhaald en het besluit wordt genomen met de statutair vereiste meerderheid van stemmen.
5. Een Aangesloten Vereniging kan zich in de Algemene Vergadering niet door een andere Aangesloten Vereniging doen vertegenwoordigen.
6. Het stemrecht over besluiten waarbij de Raad van Beheer aan bepaalde Aangesloten Verenigingen - anders dan in haar specifieke hoedanigheid van Aangesloten Vereniging rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt, komt aan die Aangesloten Vereniging niet toe.
Geschillen en tuchtrechtspraak
Artikel 23
1. Er is een Geschillencommissie voor de Kynologie, dat beslist op het beroep, hetwelk ingesteld wordt door natuurlijke- of rechtspersonen, die door een besluit van een orgaan van de Raad van Beheer rechtstreeks in hun belang worden getroffen. De beroeps- en bezwaarschriftenprocedure, alsook de taak, samenstelling en werkwijze van de Geschillencommissie wordt bij Huishoudelijk Reglement nader geregeld.
2. Er is een Tuchtcollege voor de Kynologie, dat met uitsluiting van ieder ander, bevoegd is tot rechtspleging in alle gevallen, waarin de in het Huishoudelijk Reglement opgenomen verbodsbepalingen worden overtreden, dan wel enige statutaire of reglementaire bepaling niet wordt nageleefd door een ieder die direct of indirect aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer is onderworpen op grond van het bepaalde in deze statuten of de algemene voorwaarden van levering, zoals deze bij de griffie van de rechtbank te Amsterdam zijn gedeponeerd. De taak, samenstelling en werkwijze van het Tuchtcollege wordt bij Huishoudelijk Reglement nader geregeld.
Huishoudelijk Reglement en overige reglementen
Artikel 24
1. Er is een Huishoudelijk Reglement, waarin de uitwerking geschiedt van de onderwerpen waarvan de statuten een nadere uitwerking voorschrijven dan wel een dergelijke uitwerking gewenst wordt geacht. Het Huishoudelijk Reglement kan bestaan uit een verzameling afzonderlijke reglementen.
2. Voor besluiten van het Bestuur tot opname, wijziging of intrekking van bepalingen van het Huishoudelijk Reglement is de voorafgaande goedkeuring van de Algemene Vergadering vereist.
3. Het Huishoudelijk Reglement en de overige reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet en/of de statuten.
4. In zeer bijzondere gevallen kan door het Bestuur, doch slechts bij een met redenen omkleed besluit, worden afgeweken van het Huishoudelijk Reglement en/of van andere reglementen, doch slechts indien daardoor de belangen van de betrokkene(n) en/of die van de Kynologie worden gediend en in geen enkel opzicht aan deze belangen en die van derden schade wordt toegebracht.
Commissies
Artikel 25
1. Het Bestuur kan commissies instellen die tot taak hebben:
a. het Bestuur te adviseren over één of meer door hem te bepalen onderdelen van
zijn taak; en/of
b. het Bestuur bij te staan in de uitvoering van zijn werkzaamheden, zulks door middel van delegatie door het Bestuur.
2. Bij de instelling van een tijdelijke commissie wordt aangegeven, voor welke - vaste - periode deze commissie wordt ingesteld. Deze periode kan maximaal twee jaren bedragen. Deze periode kan, doch slechts met algemene stemmen, worden verlengd door het Bestuur.
3. Het Bestuur bepaalt de samenstelling, taken en werkwijze van de betrokken commissie.
4. Iedere commissie rapporteert ten minste éénmaal per jaar aan het Bestuur.
Statutenwijziging
Artikel 26 Statuten
1. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel, is - doch slechts op voorstel van het bestuur - de Algemene Vergadering , in een vergadering waarin meer dan de helft van de leden vertegenwoordigd is, bevoegd te besluiten tot statutenwijziging, tot omzetting, tot fusie of tot ontbinding van de Raad van Beheer. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel, kan het besluit tot het doen van een voorstel aan de Algemene Vergadering als bedoeld in de vorige zin, door het bestuur slechts worden genomen indien ten minste twee/derden van de bestuurders in de betrokken bestuursvergadering aanwezig zijn en met ten minste tien/twaalfde van de uitgebrachte stemmen. Het houden van een tweede bestuursvergadering is, wanneer in de eerst gehouden vergadering het quorum niet werd bereikt, mogelijk.
2. Het bepaalde in dit artikel en het bepaalde in artikel 27, lid 6 is van statutenwijziging uitgesloten.
Ontbinding en vereffening
Artikel 27
1. De Raad van Xxxxxx blijft na zijn ontbinding voortbestaan voor zover dat voor de vereffening van zijn vermogen noodzakelijk is.
2. In stukken en aankondigingen die uitgaan van de Raad van Beheer na zijn ontbinding - als zodanig hierna in dit artikel ook aan te duiden als: de ontbonden vereniging - moet aan zijn naam worden toegevoegd: in liquidatie.
3. Tenzij het Bestuur anders besluit of de wet anders bepaalt, treden daartoe door het Bestuur aangewezen personen als vereffenaars op van het vermogen van de ontbonden vereniging.
4. De vereffenaars doen aan ieder handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken waarin de Raad van Beheer moet zijn ingeschreven de met de ontbinding en de vereffening verband houdende wettelijk vereiste opgaven.
5. Indien de taken en werkzaamheden van de ontbonden vereniging door een andere rechtspersoon worden overgenomen, wordt hetgeen van het vermogen van de ontbonden vereniging resteert na voldoening van al haar schulden, overgedragen aan die andere rechtspersoon.
6. Indien de taken en werkzaamheden van de ontbonden vereniging niet of nauwelijks - zulks ter uitsluitende beoordeling van de vereffenaars - door een andere
rechtspersoon worden of kunnen worden voortgezet, wordt hetgeen van het vermogen van de ontbonden vereniging resteert na voldoening van al haar schulden, overgedragen aan Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia voor de ene helft en aan Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging voor de andere helft.
7. Wanneer de taken en werkzaamheden van de ontbonden vereniging niet of nauwelijks door een andere rechtspersoon worden of kunnen voortgezet en op grond van het voorgaande lid hetgeen van het vermogen van de ontbonden vereniging resteert na voldoening van al haar schulden, zal worden overgedragen aan Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia voor de ene helft en aan Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging voor de andere helft, kan dit in verband met de erkenning van de vereniging als algemeen nut beogende instelling alleen geschieden wanneer deze beide organisaties ook zijn aangemerkt als fiscaal erkende algemeen nut beogende instellingen met gelijksoortige doelstellingen. Indien de Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging niet zijn aangemerkt als fiscaal erkende algemeen nut beogende instellingen en/of geen gelijksoortige doelstellingen hebben, wordt hetgeen van het vermogen van de ontbonden vereniging resteert na voldoening van al haar schulden, uitgekeerd aan een andere fiscaal erkende algemeen nut beogende instelling met een gelijksoortige doelstelling of aan een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een gelijksoortige doelstelling heeft.
8. Na voltooiing van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende tien jaren berusten bij degene die daartoe schriftelijk door de vereffenaars is aangewezen.
Overgangsbepalingen
Artikel 28
De in artikel 12 van deze statuten opgenomen kwaliteitseisen gelden niet voor die bestuursleden die bij de vorige statutenwijziging de dato dertig december negentien honderd negen en negentig bestuurslid waren of per één januari twee duizend zouden toetreden tot het Bestuur.
Inwerkingtreding nieuwe statuten en evaluatie
Artikel 29
1. Deze statuten treden onmiddellijk in werking.
2. Deze statuten en de wijze van functioneren van de Raad van Beheer onder deze statuten zullen binnen vijf jaar na heden worden geëvalueerd.
Ingangsdatum: 16 september 2016
Huishoudelijk Reglement van de Vereniging
“Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland”
Algemene bepalingen
Artikel 1
1. De Raad van Beheer is het leidend lichaam in de Nederlandse kynologie en als zodanig, membre fédéré van de Fédération Cynologique Internationale.
2. Het is slechts toegestaan namens de Nederlandse kynologie op te treden, dan wel de naam c.q. het beeldmerk van de Raad van Beheer te gebruiken, indien daartoe door de Raad van Beheer een schriftelijke machtiging is verstrekt.
3. Onder de Raad van Beheer wordt in het vorige lid van dit artikel mede verstaan een door de Raad ingestelde commissie alsmede een dochtermaatschappij van de Raad van Beheer.
4. Indien de Raad van Beheer een belangenovereenkomst heeft gesloten met een lichaam dat in een ander land een met die van de Raad van Beheer vergelijkbare positie op kynologisch gebied inneemt en niet bij de Fédération Cynologique Internationale is aangesloten, dan wordt dat lichaam voor de toepassing van dit reglement gelijk gesteld met bij de Fédération Cynologique Internationale aangesloten lichamen.
5. De in het vorige lid bedoelde gelijkstelling beperkt zich tot de onderwerpen die in de belangenovereenkomst worden geregeld.
Begripsbepalingen
Artikel 2
1. In dit reglement wordt verstaan onder:
a. Bestuur: tenzij anders vermeld, het Bestuur van de Raad van Beheer;
b. Bijzondere Verenigingen:
- de Koninklijke Nederlandse Kennelclub “Cynophilia”;
- de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging;
- de Vereniging van Keurmeesters op Kynologisch Gebied in Nederland;
- de Vereniging “Kunogonda”;
- de Nederlandse Bond van Gebruikshondensportverenigingen;
- de Nederlandse Vereniging voor Instructeurs in Hondenopvoeding en -opleiding;
- de Nederlandse Reddingshonden Bond;
- de Vereniging Ringmedewerkers Nederland;
- het Kynologen Verbond Nederland;
c. Eigenaar: ieder die in de Nederlandse stamboekhouding of, indien de hond nog niet in de Nederlandse stamboekhouding is opgenomen, in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding als Eigenaar geregistreerd staat. De Eigenaar is de enige die met betrekking tot de betreffende hond rechten kan ontlenen aan dit reglement;
d. Xxxxxx: degene die Eigenaar is van de moederhond ten tijde van de worp;
e. Identificatie: de wijze van Identificatie zoals vastgesteld door de Raad van Beheer;
f. Keurmeester: ieder die op een Expositie een oordeel over het uiterlijk van (een deel van) de te keuren honden moet uitspreken alsmede ieder die op een wedstrijd, examen, gedragstest of praktijkproef een oordeel over de prestaties van (een deel van) de honden moet uitspreken, tenzij in de betreffende reglementen anders is bepaald;
g. Mede-eigenaar: ieder die in de Nederlandse stamboekhouding of, indien de hond nog niet in de Nederlandse stamboekhouding is opgenomen, in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding als Mede-eigenaar geregistreerd staat. De Mede-eigenaar kan met betrekking tot de betreffende hond geen rechten als Eigenaar ontlenen aan dit reglement.
h. Nederlandse stamboekhouding: de door de Raad van Beheer gevoerde stamboekhouding;
i. N.H.S.B.: het Nederlandse hondenstamboek;
j. Official: ieder die bij een Expositie, wedstrijd, examen, gedragstest of praktijkproef als bedoeld in reglementen die door de Raad van Beheer zijn vastgesteld, met een gereglementeerde taak is belast, met uitzondering van de Keurmeester;
k. Ras: ieder door de F.C.I. of voor Nederland door de Raad van Beheer erkend hondenras;
l. Rasgroepen: de in artikel 9 van dit reglement bedoelde organen;
m. Rasvereniging: een kynologische vereniging die zich de behartiging van de belangen van een of meer hondenrassen ten doel stelt;
n. Rayons: de in artikel 9 van dit reglement bedoelde organen;
o. het Recht van Advies: het recht van de Rasgroepen, Rayons en Bijzondere Verenigingen om het Bestuur te adviseren over voorstellen;
p. het Recht van Amendement: het recht van de Aangesloten Verenigingen om wijzigingen in ontwerp-besluiten voor te stellen.
q. het Recht van Initiatief: het recht van de Aangesloten Verenigingen om voorstellen aan de Algemene Vergadering te doen;
r. Regionale Vereniging: een kynologische vereniging die zich de behartiging van de belangen van de hondensport binnen een bepaald gebied ten doel stelt;
s. Standaard: de door het bevoegde lichaam vastgestelde omschrijving van de kenmerken van een Ras;
t. Tarievenbesluit: een besluit van het bestuur van de Raad van Beheer dat is opgenomen in de begroting, waarbij de tarieven worden vastgesteld voor de door of vanwege de Raad van Beheer te verrichten handelingen en te verlenen diensten.
u. Variëteit: iedere in de Standaard voor een Ras erkende, naar kleur, vacht, grootte of oordracht verschillende vorm van het desbetreffende Ras;
v. Variëteitsgroep: iedere groep van één of meer tot een Ras behorende Variëteiten, waarvoor door de F.C.I. één Certificat d’Aptitude au Championat International de Beauté (C.A.C.I.B.) beschikbaar is gesteld;
w. Verenigingsfokreglement (VFR): aantoonbaar schriftelijk stuk waarin regels worden gesteld ter bevordering van het fokken van gezonde honden in een omgeving waarin honden volgens de algemeen binnen de Raad van Beheer geldende normen gehouden en opgevoed moeten worden. Deze regels mogen niet in strijd zijn met de
'international breedingrules' van de F.C.I. en de nationale wet- en regelgeving, en dienen openbaar gemaakt te worden
2. De in de Statuten opgenomen definities zijn eveneens van toepassing op dit reglement.
Middelen
Artikel 3
De Raad van Beheer streeft zijn statutaire doel na door het uitvoeren of doen uitvoeren van de volgende werkzaamheden:
a. het onderhouden van externe contacten, waaronder begrepen het uitdragen van standpunten jegens derden, over alle vraagstukken die de belangen van de kynologie direct of indirect raken;
b. het op nationaal en internationaal niveau organiseren van hondententoonstellingen, andere soorten Exposities, wedstrijden, examens, proeven en gedragstesten, het toekennen van kampioenschappen en titels, zomede het stellen van voorwaarden aan en het verlenen van vergunningen voor het houden van zodanige evenementen en het stellen van regels daarvoor;
c. het erkennen van Nederlandse hondenrassen en het stellen van algemene en bijzondere voorschriften dienaangaande;
d. het benoemen van Keurmeesters en het verlenen van de bevoegdheid aan Keurmeesters om keuringen te verrichten;
e. het entameren en ondersteunen van onderzoek naar erfelijk bepaalde afwijkingen bij honden, het opstellen van programma’s ter bestrijding van zodanige afwijkingen;
f. het bevorderen van de Fokkerij van gezonde hondenpopulaties;
g. het (doen) verzamelen, rubriceren, registreren en ter beschikking stellen aan de Aangesloten Verenigingen van gegevens in enig verband met het vorenstaande alsook aan derden, mits deze verstrekking voortvloeit uit de doelstelling van de Raad van Beheer;
h. het in Nederland tot uitvoering brengen van de door de F.C.I. gestelde en te stellen regels;
i. het verzorgen van opleidingen;
j. het registreren van kennelnamen;
k. het verlenen van diensten op kynologisch gebied aan de Aangesloten Verenigingen en aan derden;
l. het bevorderen van de onderlinge samenwerking van de Aangesloten Verenigingen;
m. het deelnemen in of op andere wijze(n) een belang nemen bij rechtspersonen, vennootschappen en organisaties;
n. het rechtspreken:
- in alle gevallen waarin gehandeld is in strijd met de Statuten, reglementen, rechtsgeldig genomen besluiten en algemene voorwaarden van de Raad van Beheer, alsmede indien het aanzien of de belangen van de kynologie schade zijn toegebracht;
- in geval van geschillen tussen de Raad van Beheer en natuurlijke personen dan wel Aangesloten Verenigingen bij de Raad van Beheer, dan wel verenigingen die het lidmaatschap hebben aangevraagd, dan wel tijdig in beroep komen tegen het
besluit tot beëindiging daarvan;
o. het in stand houden of doen houden van een bureau;
p. het beheren en beleggen van het vermogen van de Raad van Beheer;
q. met alle andere wettige middelen die daaraan kunnen bijdragen of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Delegatie
Artikel 4
Het Bestuur kan één of meer werkzaamheden doen uitvoeren door één of meer door hem ingestelde commissies alsmede door andere rechtspersonen, mits zodanige rechtspersonen dochtermaatschappij van de Raad van Beheer zijn in de zin van artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De Raad van Beheer kan deelnemen in of op andere wijze(n) een belang nemen bij zodanige rechtspersonen en/of daarover het bestuur voeren.
Aanvraag van het lidmaatschap
Artikel 5
1. Een verzoek om als lid te worden toegelaten en aldus de status van “Aangesloten Vereniging” te verwerven wordt door de kynologische vereniging bij het Bestuur ingediend onder overlegging van:
a. een door voorzitter en secretaris gewaarmerkt exemplaar van de notulen van de vergadering, waarin besloten werd het lidmaatschap van de Raad van Beheer aan te vragen;
b. de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging in tweevoud;
c. het ontwerp voor de wijziging van statuten en huishoudelijk reglement, waartoe eventueel in verband met het verzoek om aansluiting werd besloten, eveneens in tweevoud;
d. een opgave van de samenstelling van het bestuur;
e. het aantal stemgerechtigde leden;
f. een door het bestuur ondertekende toetredingsovereenkomst als bedoeld in artikel 5 van de statuten.
2. Het Bestuur kan richtlijnen geven, waaraan de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van een vereniging moeten voldoen om als Aangesloten Vereniging te kunnen worden toegelaten.
Beoordeling van de aanvraag van het lidmaatschap
Artikel 6
1. Het lidmaatschap zal worden toegekend, indien:
a. de statuten van de kynologische vereniging voldoen aan hetgeen wordt vereist in de Statuten en dit reglement van de Raad van Beheer;
b. voldaan is aan artikel 5 van dit reglement;
c. het een Regionale Vereniging betreft, de vereniging ten tijde van het verzoek om lid te worden ten minste vijftig stemgerechtigde leden telt, alsmede een door de Raad van Beheer dan wel de F.C.I. gereglementeerde tak van hondensport bedrijft;
d. het een Rasvereniging betreft, is het minimum aantal stemgerechtigde leden waaruit de vereniging ten tijde van het verzoek om lid te worden dient te bestaan gesteld op 10% van het aantal ingeschreven honden per jaar, met een minimum van 50 stemgerechtigde leden. Ter bepaling van het minimum aantal stemgerechtigde leden wordt gerekend met het gemiddeld aantal ingeschreven honden van het desbetreffende Ras - en ingeval van een Rasvereniging die de belangen van meerdere rassen behartigt van de gezamenlijke inschrijvingen van de betreffende rassen - in de Nederlandse hondenstamboekhouding gerekend over de drie jaren voorafgaand aan het verzoek om lid te worden.
e. het een Rasvereniging betreft, in de laatste drie jaren ten minste dertig honden van het desbetreffende Ras of ingeval van een Rasvereniging die de belangen van meerdere rassen behartigt van de gezamenlijke inschrijvingen van de betreffende rassen in de Nederlandse hondenstamboekhouding zijn ingeschreven;
f. het een Regionale Vereniging betreft, in het betreffende werkgebied niet reeds een Regionale Vereniging aangesloten is die in hetzelfde gebied of een deel daarvan werkzaam is;
g. het een Rasvereniging betreft, de algemene ledenvergadering van de vereniging een Verenigingsfokreglement heeft vastgesteld;
h. het Bestuur de toekenning van het lidmaatschap niet in strijd acht met algemene of bijzondere kynologische belangen.
2. Verenigingen die aangesloten zijn bij de Raad van Beheer dienen gedurende hun lidmaatschap te blijven voldoen aan de toetredingsvoorwaarden. Wanneer een Aangesloten Vereniging niet meer aan deze voorwaarden voldoet, zal het Bestuur besluiten tot opzegging van het lidmaatschap conform artikel 7 Statuten. Dit besluit zal worden genomen nadat aan de betrokken vereniging een door het bestuur te bepalen redelijke termijn, met een maximum van 1 jaar, is aangezegd om alsnog aan de gestelde voorwaarden te voldoen, alles onverminderd het bepaalde in de artikelen 18, 19 en 20 van dit Huishoudelijk Reglement.
Reikwijdte taakveld Aangesloten Vereniging
Artikel 7
1. Het Bestuur kan de behartiging van de belangen van een of meer Rassen aan een Rasvereniging ontnemen, indien dat in het belang van een doelmatige organisatie van de kynologie aantoonbaar nodig is.
2. Het Bestuur kan wijziging brengen in het gebied waarbinnen een Regionale Vereniging de belangen van de hondensport behartigt, indien dat in het belang van een doelmatige organisatie van de kynologie aantoonbaar nodig is.
3. Een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel wordt niet genomen dan nadat de betrokken vereniging schriftelijk van het voornemen daartoe in kennis is gesteld en in de gelegenheid is gesteld, schriftelijk of desgewenst mondeling haar opvatting over dat voornemen ter kennis van het Bestuur te brengen.
4. Indien toepassing is gegeven aan het eerste of het tweede lid, is de betrokken vereniging verplicht haar statuten binnen een door het Bestuur te stellen termijn aan het besluit van de Raad van Beheer aan te passen.
5. Tegen een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel staat voor de
betrokken vereniging beroep open bij de Geschillencommissie.
Horen van belanghebbenden
Artikel 8
1. Alvorens een verzoek om toekenning van het lidmaatschap in te willigen, stelt het Bestuur belanghebbende Aangesloten Verenigingen in de gelegenheid daartegen bezwaren in te dienen.
2. Aan de belanghebbenden kan, op hun verzoek, de in artikel 5 en 6 van dit reglement genoemde stukken worden opgestuurd door de Raad van Beheer. De ledenlijst van de aanvragende vereniging wordt in verband met de Wet bescherming Persoonsgegevens niet meegestuurd.
3. De betreffende belanghebbende dient met het dossier vertrouwelijke om te gaan in die zin dat de belanghebbende vereniging het dossier alleen voor het in dit artikel bedoelde doel en voor eigen gebruik mag gebruiken. Het is derhalve niet toegestaan het dossier aan derden ter beschikking te stellen, dan wel openbaar te maken of anderszins te publiceren.
4. Vervolgens stelt het Bestuur verzoeker in de gelegenheid om op eventuele bezwaren te reageren.
5. Besluiten tot niet toelating als lid worden schriftelijk met opgave van redenen aan de betrokkenen meegedeeld.
Overleg tussen de Aangesloten Verenigingen onderling
Artikel 9
1. Er zijn ten behoeve van het van het overleg tussen de Aangesloten Rasverenigingen tien Rasgroepen ingesteld, te weten:
a. Herdershonden en Veedrijvers (FCI Rasgroep 1)
b. Molossers, Pinschers en Schnauzers, Sennenhonden (FCI Rasgroep 2)
c. Terriers (FCI rasgroep 3)
d. Dashonden (FCI Rasgroep 4)
e. Spitsen en Oertypen (FCI Rasgroep 5)
f. Lopende Honden en Zweethonden (FCI Rasgroep 6)
g. Voorstaande Honden (FCI Rasgroep 7)
h. Spaniels, Retrievers en Waterhonden (FCI Rasgroep 8)
i. Gezelschapshonden (FCI Rasgroep 9)
j. Windhonden (FCI Rasgroep 10)
Xxxxxx aangesloten Rasvereniging wijst vóór 15 juni van ieder jaar voor het overleg binnen de Rasgroep waartoe zij behoort, twee vertegenwoordigers aan, waarvan er één stemrecht heeft, en doet daarvan schriftelijk mededeling aan de Raad van Beheer en aan de secretaris van de Rasgroep. Een Rasvereniging wier taak zich over meer dan één Rasgroep uitstrekt, kan aan het overleg in alle rasgroepen waarbinnen de vereniging taken heeft, deelnemen en heeft in deze rasgroepen ook stemrecht. Daarnaast deelt de rasvereniging dit, indien van toepassing, schriftelijk mee aan de Raad van Beheer en aan de secretaris van de rasgroep.
2. Er zijn ten behoeve van het overleg tussen de aangesloten Regionale Verenigingen vier Rayons ingesteld, te weten:
a. Noord, omvattende de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel;
b. Midden, omvattende de provincies Gelderland, Utrecht en Flevoland;
x. Xxxx, omvattende de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland;
d. Zuid, omvattende de provincies Noord-Brabant en Limburg.
Iedere Aangesloten Regionale Vereniging wijst vóór 15 juni van ieder jaar voor het overleg binnen het Rayon waartoe zij behoort, twee vertegenwoordigers aan, waarvan er één stemrecht heeft, en doet daarvan schriftelijk mededeling aan de Raad van Beheer en aan de secretaris van het Rayon. De statutaire vestigingsplaats is bepalend voor het Rayon waartoe een Regionale Vereniging behoort.
3. In de Rasgroepen en Rayons wordt overleg gepleegd over zaken die voor alle of een deel van de Aangesloten Verenigingen van gemeenschappelijk belang zijn. Rasgroepen kunnen te allen tijde met elkaar overleg plegen over zaken van gemeenschappelijk belang. Hetzelfde geldt voor de Rayons. De Rasgroepen en Rayons hebben het Recht van Advies, bedoeld in artikel 13 lid 3. In de Rasgroepen en Rayons worden besluiten genomen bij gewone meerderheid van stemmen. De Rasgroepen en Rayons wijzen uit hun midden vóór 1 juli van ieder jaar een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan en doen van deze aanwijzing schriftelijk mededeling aan de Raad van Beheer. De voorzitter, secretaris en penningmeester zijn gezamenlijk belast met de voorbereiding van het overleg en met de uitvoering van de genomen besluiten. De kosten van het overleg in de Rasgroepen en Rayons komen voor rekening van de Raad van Beheer, die deze kosten in de begroting opneemt. Bijzondere Aangesloten Verenigingen kunnen te allen tijde met elkaar overleg plegen.
4. De Raad van Beheer verstrekt jaarlijks, vóór 1 augustus, een overzicht van de contactgegevens van de Rayons en Rasgroepen aan het secretariaat van de Rayons en Rasgroepen, tenzij de Raad van Beheer de gegevens niet tijdig heeft ontvangen. In dat geval wordt verstrekking van de contactgegevens uitgesteld tot het moment dat alle gegevens compleet zijn.
Wanneer een bestuurslid van een Rayon of een Rasgroep bezwaar maakt tegen verstrekking van zijn gegevens aan de overige Rasgroepen en Rayons, dient hij dat vóór 1 juli kenbaar te maken, tegelijk met de in lid 3 genoemde schriftelijke mededeling. In dat geval worden zijn gegevens niet doorgegeven.
Verplichtingen van de Aangesloten Verenigingen
Artikel 10
Ieder Aangesloten Vereniging is verplicht:
1. tot het verschaffen van alle inlichtingen, die door het Bestuur worden verlangd;
2. aan de leden van het Bestuur, op vertoon van hun legitimatiekaart die hen door de Raad van Beheer wordt verstrekt, vrije toegang te geven tot alle terreinen en zalen waar Tentoonstellingen, Kampioenschapsclubmatches, Clubmatches, wedstrijden, praktijkproeven, gedragstesten dan wel overige evenementen worden gehouden, waarbij aan de leden van het Bestuur alle gevraagde inlichtingen dienen te worden verstrekt en aan hen het recht toekomt tot het instellen van een onderzoek ter plaatse, wanneer zij vermoeden dat in strijd met de Statuten en/of reglementen van de Raad van Beheer is of wordt gehandeld. Oud-leden van de Raad van Beheer, die
tot 1 januari 2000 ten minste drie jaren zitting hebben gehad, hebben op vertoon van een aan hen door het Bestuur te verstrekken legitimatiekaart vrije toegang tot alle hiervoor genoemde evenementen. Voor bestuursleden van de Raad van Beheer die na 1 januari 2000 zitting hebben in het Bestuur is deze regeling van overeenkomstige toepassing.
3. haar Statuten Huishoudelijk(e) Reglement(en) en Verenigingsfokreglement(en), evenals wijzigingen of aanvullingen daarvan/daarop, te onderwerpen aan de voorafgaande goedkeuring van het Bestuur alvorens deze in werking kunnen treden, welke verplichting in haar Statuten, Huishoudelijk(e) Reglement(en) en Verenigingsfokreglement(en) dient te zijn verwoord;
4. eventuele andere reglementen dan huishoudelijke dienen na vaststelling, wijziging of aanvulling ter kennisneming te worden toegezonden aan het Bestuur;
5. haar Statuten te wijzigen op de door het Bestuur aangegeven wijze;
6. gebruik te maken van de door de Raad van Beheer geboden faciliteiten, voor zover dit gebruik verplicht is gesteld voor alle Aangesloten Verenigingen en voor zover de betrokken faciliteit voor de betrokken vereniging is bedoeld;
7. voor door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerde evenementen, die van de Aangesloten Vereniging uitgaan, de algemene voorwaarden te hanteren die door de Raad van Beheer zijn vastgesteld;
8. zich te onthouden van deelname aan enigerlei kynologische activiteit die niet uitgaat van de Raad van Beheer en/of van een Aangesloten Vereniging;
9. aan het Bestuur jaarlijks, voor één maart, het aantal stemgerechtigde leden van de betrokken vereniging per één januari van het jaar van inzending;
10. aan de Raad van Beheer jaarlijks, voor één april de aan de hand van de in het vorige lid bedoelde ledenaantal vastgestelde contributie te voldoen;
11. aan het Bestuur jaarlijks, voor vijftien mei, een lijst toe te zenden waaruit de meest recente bestuurssamenstelling van de betrokken vereniging blijkt;
12. indien hij een verenigingsblad, mededelingenblad of een ander, al dan niet periodiek verschijnend orgaan uitgeeft, daarvan telkenmale één exemplaar toe te zenden aan de Raad van Beheer.
Goedkeuring statuten en overige reglementen
Artikel 11
1. De in artikel 10, lid 3 bedoelde Statuten en reglementen dienen door de Aangesloten Vereniging bij aangetekend schrijven aan het Bestuur te worden toegezonden. Behoeven de Statuten of reglementen goedkeuring van het Bestuur, dan geldt deze als te zijn verleend, indien het Bestuur geen besluit heeft genomen binnen zes weken na de datum van verzending. De Aangesloten Vereniging mag ervan uit gaan dat geen tijdig besluit genomen is, indien binnen acht weken na de datum van verzending geen schriftelijke reactie van het Bestuur is ontvangen.
2. Het Bestuur kan evenwel besluiten de in de vorige zin bedoelde beslissingstermijn van zes weken eenmaal - met ten hoogste zes weken - te verlengen; een zodanig besluit wordt binnen twee weken nadat het is genomen, schriftelijk aan de betrokken vereniging medegedeeld.
Toetredingsovereenkomst
Artikel 12
1. In de toetredingsovereenkomst dienen de in de Statuten en in dit reglement opgenomen verplichtingen van de Aangesloten Verenigingen woordelijk te zijn opgenomen en door de betrokken vereniging zonder enig voorbehoud te worden aanvaard. Voorts dient de betrokken vereniging in de toetredingsovereenkomst te verklaren, dat zij, zo nodig na statutenwijziging, op de door het Bestuur aangegeven wijze haar leden zal binden aan de Statuten en reglementen van de Raad van Beheer.
2. Iedere Aangesloten Vereniging dient bij de eerstkomende wijziging van haar Statuten, doch in ieder geval voor één januari tweeduizend en een zodanige bepalingen in haar Statuten op te (doen) nemen als noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan het bepaalde in het vorige lid van dit artikel.
3. De toetredingsovereenkomsten worden ingericht op basis van een daartoe strekkend model, dat wordt vastgesteld en kan worden gewijzigd door het Bestuur.
Rechten van de Aangesloten Verenigingen
Artikel 13
1. Iedere Aangesloten Vereniging oefent, alleen of tezamen met andere Aangesloten Verenigingen, haar Recht van Initiatief uit door het voorleggen van voorstellen aan de Algemene Vergadering . Deze voorstellen dienen uiterlijk 13 weken voorafgaand aan de Algemene Vergadering bij het Bestuur te worden ingediend dan wel conform artikel 29 lid 4 van dit Huishoudelijk Reglement te zijn geagendeerd voor de eerstvolgende Algemene Vergadering.
2. Het Bestuur plaatst alle voorstellen als bedoeld in het eerste lid, vergezeld van een preadvies, en zijn eigen voorstellen op de agenda voor de eerstvolgende Algemene Vergadering, en zendt deze agenda tenminste 10 weken voorafgaand aan de Algemene Vergadering aan de Aangesloten Verenigingen en aan de Rasgroepen en Rayons toe.
3. De Rasgroepen, de Rayons en de Bijzondere Verenigingen hebben ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde initiatiefvoorstellen Recht van Advies. Zij brengen hun adviezen uiterlijk 4 weken voorafgaand aan de Algemene Vergadering aan het Bestuur uit en kunnen deze adviezen tevens toezenden aan de overige Rasgroepen, de Rayons en/of aan één of meer Aangesloten Verenigingen.
4. Uiterlijk 2 weken voor de Algemene Vergadering zendt het Bestuur alle ontvangen adviezen en zijn eindadviezen aan de Aangesloten Verenigingen en aan de Rasgroepen en Rayons toe.
5. Iedere Aangesloten Vereniging kan haar Recht van Amendement uitoefenen door het indienen van voorstellen tot wijziging van de in het vierde lid bedoelde ontwerp- besluiten. Het recht kan slechts tezamen met ten minste negen andere Aangesloten Verenigingen worden uitgeoefend. De amendementen worden ingediend bij het Bestuur.
6. De Algemene Vergadering bepaalt zijn standpunt omtrent ieder van de in het vierde lid bedoelde ontwerp-besluiten bij gewone meerderheid van stemmen, tenzij de Statuten of dit reglement een andere meerderheid voorschrijven.
Artikel 14
1. De Algemene Vergadering zal, al dan niet op advies van het Bestuur, voorstellen van de agenda afvoeren, indien over deze voorstellen niet de Algemene Vergadering , doch het Bestuur bevoegd is te beslissen.
2. De Algemene Vergadering kan, op voorstel van het Bestuur, voorstellen die slechts betrekking hebben op een deel van de Aangesloten Verenigingen verwijzen naar een overleg tussen het Bestuur en een groepering uit haar midden, bestaande uit de vertegenwoordigers van de Rasverenigingen, dan wel de vertegenwoordigers van de Regionale Verenigingen, dan wel de vertegenwoordigers van door haar met name aan te wijzen verenigingen. Daarbij kan tevens worden bepaald, in hoeverre de vertegenwoordigers van de Bijzondere Verenigingen aan dat overleg kunnen deelnemen.
3. Indien toepassing is gegeven aan het tweede lid, treedt de daar bedoelde groepering voor de toepassing van de Statuten en dit reglement in de plaats van de Algemene Vergadering .
Overige rechten van Aangesloten Verenigingen
Artikel 15
De Aangesloten Verenigingen hebben, onverminderd de elders aan de Aangesloten Verenigingen of aan bepaalde categorieën van Aangesloten Verenigingen toegekende rechten, het recht
a. klachten bij de Tuchtcollege in te dienen zonder het daarvoor geldende griffierecht te storten;
b. geschillen met andere Aangesloten Verenigingen ter bemiddeling aan het Bestuur voor te leggen;
c. bij uitgifte gratis een exemplaar te ontvangen van het Nederlands hondenstamboek;
d. gratis een exemplaar te ontvangen van de Officiële Mededelingen van de Raad van Beheer en van de daarmee gelijk te stellen publicaties;
e. gratis een exemplaar te ontvangen van iedere gewijzigde tekstuitgave van de Statuten en dit reglement.
Lijst van Aangesloten Verenigingen
Artikel 16
Het Bestuur verspreidt ten minste eenmaal per jaar een lijst met:
a. de namen van alle verenigingen die in het voorafgaande jaar als Aangesloten Vereniging zijn toegelaten;
b. de namen van de verenigingen die - sedert de dag van verschijning van de vorige lijst - niet langer aangesloten zijn van de Raad van Beheer.
Vaststelling contributie
Artikel 17
1. De hoogte van de jaarlijkse contributie wordt - op basis van de vastgestelde begroting waarin de door contributie te dekken kosten zijn vermeld - vastgesteld
door het Bestuur en ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering .
2. Elk van de Aangesloten Verenigingen is aan contributie een bedrag verschuldigd, dat gelijk is aan het aantal van haar leden op één januari van het betrokken jaar, vermenigvuldigd met het bedrag dat wordt gevonden door de som van de kosten die door middel van contributies moeten worden gedekt te delen door het totale aantal leden van alle Aangesloten Verenigingen.
De jaarlijkse contributie moet vóór 1 maart worden betaald.
3. Over het jaar waarin een vereniging als Aangesloten Vereniging toetreedt is geen contributie verschuldigd. In plaats daarvan is een entreegeld verschuldigd bepaald in het jaarlijks vast te stellen Tarievenbesluit.
4. Uit de som van de contributies dienen ten minste de algemene exploitatiekosten - voor zover deze niet uit specifieke, uit de vastgestelde begroting blijkende inkomsten worden kunnen gedekt - te kunnen worden voldaan die vallen in het jaar waarop de contributies betrekking hebben.
5. De Raad van Beheer kan, doch slechts op grond van een daartoe strekkend besluit van de Algemene Vergadering dat op basis van een deugdelijke kostenraming is genomen, van iedere Aangesloten Vereniging een bijzondere bijdrage heffen, bestemd voor het doel dat in vorenbedoeld besluit is aangegeven.
6. De Raad van Beheer brengt voor diensten die zij specifiek verricht of heeft verricht ten behoeve van één of meer Aangesloten Verenigingen, een bedrag in rekening dat niet hoger is dan de integrale kostprijs van de betrokken dienst. Het bepaalde in de vorige zin geldt uitsluitend voor diensten die de Raad van Beheer op verzoek van de betrokken Aangesloten Vereniging casu quo de betrokken Aangesloten Verenigingen heeft verricht.
7. Het Bestuur kan besluiten, dat voor bepaalde categorieën van diensten een vrijstelling of een verminderd tarief zal gelden. Het Bestuur kan op eigen initiatief of op verzoek van de betrokkene een verlaagd tarief toepassen of besluiten dat de betrokken dienst - bij uitzondering - zonder kosten zal worden verleend.
8. Alle contributies, bijzondere bijdragen en vergoedingen worden door de Raad van Beheer centraal geïnd. Alle inkomsten die door de Raad van Beheer, uit welken hoofde ook, ten eigen behoeve worden geïnd of verkregen, behoren zonder uitzondering toe aan de Raad van Beheer om te worden aangewend ter bestrijding van die kosten, waarvan in de vastgestelde begroting is aangegeven dat zij uit contributies moeten worden gedekt.
Beëindiging van het lidmaatschap: opzegging
Artikel 18
1. Opzegging van het lidmaatschap door de Aangesloten Vereniging kan slechts geschieden bij aangetekende brief, gericht aan het Bestuur, en slechts tegen het einde van een boekjaar, met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste twee maanden. Heeft de opzegging door een Aangesloten Vereniging niet tijdig plaatsgehad, dan eindigt het lidmaatschap per het einde van het eerstvolgende boekjaar. Een Aangesloten Vereniging kan zich door opzegging niet onttrekken aan een besluit waarbij de verplichtingen van geldelijke aard van de Aangesloten Verenigingen of één of meer categorieën van Aangesloten Verenigingen worden
verzwaard of waarbij de bij of krachtens de Statuten toegekende rechten van de Aangesloten Verenigingen of één of meer categorieën van Aangesloten Verenigingen worden beperkt. Het vorenstaande laat de bevoegdheid tot opzegging door de Aangesloten Vereniging onverlet.
2. Opzegging door de Raad van Beheer geschiedt door het Bestuur, dat van geval tot geval bepaalt of de opzegging met onmiddellijke ingang geschiedt of tegen een bepaalde, door het Bestuur vast te stellen datum.
3. Degene aan wie het lidmaatschap is opgezegd, kan binnen vier weken na verzending van de schriftelijke kennisgeving van de opzegging tegen dat besluit beroep instellen bij de Geschillencommissie. Hangende de beroepstermijn alsmede, indien tijdig beroep wordt ingesteld, hangende de behandeling van dat beroep, is de betrokkene geschorst tot de datum waarop de Geschillencommissie over het beroep zal hebben beslist. Vond de opzegging niet met onmiddellijke ingang plaats, dan is de betrokkene tot de datum waartegen de opzegging is geschied, geschorst.
Het Bestuur kan besluiten om de geschorste Aangesloten Vereniging toe te staan één of meer activiteiten te ontplooien, mede met het oog op de belangen van de leden van de geschorste Aangesloten Vereniging, die van het niet doorgang vinden van dergelijke activiteiten onevenredig nadeel kunnen ondervinden.
Indien en zodra het beroep tegen de opzegging door de Geschillencommissie is afgewezen, eindigt het lidmaatschap.
Beëindiging van het lidmaatschap: ontzetting uit het lidmaatschap
Artikel 19
Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats met onmiddellijke ingang. De betrokken vereniging kan binnen vier weken na verzending van het besluit tot ontzetting, daartegen beroep instellen bij de Geschillencommissie. Hangende de beroepstermijn alsmede, indien tijdig beroep wordt ingesteld, hangende de behandeling van dat beroep, is de betrokkene geschorst tot de datum waarop de Geschillencommissie over het beroep zal hebben beslist.
Schorsing
Artikel 20
1. Een Aangesloten Vereniging kan door het Bestuur worden geschorst in de uitoefening van de lidmaatschapsrechten indien:
a. het aantal stemgerechtigde leden van de vereniging op enig moment minder bedraagt dan volgens de regels van toetreding benodigd zou zijn. Het bestuur van de vereniging stelt de Raad van Beheer onverwijld in kennis van het feit, dat deze omstandigheid is ingetreden. De schorsing wordt ongedaan gemaakt zodra het bestuur van de vereniging onder overlegging van een ledenlijst aan de Raad van Beheer heeft medegedeeld, dat het aantal stemgerechtigde leden weer voldoet aan de toetredingsvoorwaarden;
b. het Bestuur voornemens is om een besluit tot opzegging c.q. ontzetting uit het lidmaatschap te nemen en in dat verband nader onderzoek pleegt teneinde vast te stellen of de vermeende opzeggings- c.q. ontzettingsgrond zich feitelijk voordoet.
2. Voorts is een Aangesloten Vereniging zonder nader schorsingsbesluit van rechtswege geschorst indien het lidmaatschap is opgezegd c.q. de vereniging uit het lidmaatschap is ontzet hangende de beroepstermijn alsmede, indien tijdig beroep wordt ingesteld, hangende de behandeling van dat beroep.
3. Een geschorste Aangesloten Vereniging kan, zolang de schorsing voortduurt, de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet uitoefenen. De schorsing strekt zich mede uit tot alle functies die de betrokken Aangesloten Vereniging binnen de Raad van Beheer bekleedt. Bij schorsing blijven alle verplichtingen die aan het lidmaatschap van de betrokkene zijn verbonden en alle verbintenissen die hij heeft jegens de Raad van Beheer en jegens derden in stand.
Bestuursverkiezing
Artikel 21. Vervallen
Onverenigbare functies
Artikel 22.
1. Een besluit waarbij aan een of meer, dan wel alle bestuurders de verplichting wordt opgelegd om andere functies, dan bestuursfuncties bij Aangesloten Verenigingen, neer te leggen kan uitsluitend worden genomen op de grond, dat het (blijven) bekleden van die andere functie(s) het functioneren van de betrokkene als bestuurder te zeer belemmert.
2. Onder “andere functie(s)”, als hiervoor in dit artikel bedoeld, wordt verstaan: iedere vorm van betrokkenheid - in/onder welke naam, vorm, functie, titel of hoedanigheid ook - bij andere organisaties of instellingen dan de Raad van Beheer of bij activiteiten die buiten de Raad van Beheer worden verricht, ongeacht of die activiteiten binnen of buiten een of meer Aangesloten Verenigingen worden verricht.
Bijzondere bestuursbesluiten
Artikel 23
1. De Zilveren Erespeld van de Nederlandse Kynologie kan door het Bestuur, al dan niet op voorstel van één of meer Aangesloten Verenigingen, worden toegekend aan degene die zich t.b.v. van de kynologie verdienstelijk heeft gemaakt.
2. De Gouden Erespeld van de Nederlandse Kynologie kan door het Bestuur, al dan niet op voorstel van één of meer Aangesloten Verenigingen, worden toegekend aan degene die zich op enig terrein van de kynologie buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt.
3. De Gouden Draagpenning van de Nederlandse Kynologie kan door het Bestuur, al dan niet op voorstel van tenminste vijf Aangesloten Verenigingen,worden toegekend aan degene die zich op verschillende terreinen van de kynologie buitengewoon verdienstelijk dan wel op één terrein van de kynologie uitzonderlijk verdienstelijk heeft gemaakt
4. De Algemene Vergadering kan, al dan niet op voorstel van ten minste 10 Aangesloten Verengingen, degene die door zijn buitengewone verdiensten voor de Nederlandse kynologie van blijvende betekenis is, onder toekenning van het Insigne van Verdienste benoemen tot Lid van Verdienste van de Nederlands Kynologie.
5. a. Het bestuur kan ten behoeve van het toekennen van de in dit artikel genoemde onderscheidingen criteria vaststellen.
b. Het voorstel dient op een nader, door het bestuur, te bepalen wijze plaats te vinden.
c. Voordrachten voor de onder lid 1 en 2 genoemde onderscheidingen dienen voor 15 december van het kalenderjaar te worden ingediend.
d. Besluiten tot toekenning van de in lid 1 en 2 genoemde onderscheidingen kunnen door het Bestuur slechts worden genomen met ten minste twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
e. Besluiten tot toekenning van de in lid 3 genoemde onderscheiding kunnen door het Bestuur slechts worden genomen met ten minste twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig zijn.
6. Naast de in dit artikel genoemde onderscheidingen kan het bestuur besluiten ook andere onderscheidingen in te stellen, dan wel af te schaffen. Nadere regels met betrekking tot alle onderscheidingen worden door het bestuur vastgesteld.
Werkwijze van het Bestuur. Bestuursvergaderingen
Artikel 24
1. Onverminderd het bepaalde in de leden 5 en 6 van dit artikel, kan het Bestuur slechts besluiten nemen, indien iedere bestuurder schriftelijk ter vergadering is opgeroepen, onder vermelding van de te behandelen onderwerpen, op een termijn van ten minste drie dagen, waarbij de dag van oproeping en de dag waarop de vergadering plaatsvindt, niet worden meegerekend. De Algemene Termijnenwet is te dezen niet van toepassing.
2. De oproepingsbrieven worden verzonden aan de adressen van de bestuurders, zoals zij deze schriftelijk aan de Raad van Beheer hebben opgegeven. Het Bestuur vergadert in de gemeente waar de hoofdvestiging van de Raad van Beheer is gelegen. De voorzitter van het Bestuur kan per vergadering een andere gemeente aanwijzen alwaar vergaderd zal worden.
3. Bestuursvergaderingen worden, op verzoek van de voorzitter van het Bestuur of op verzoek van de bestuurder die het houden van de vergadering verlangt, bijeengeroepen door of in opdracht van de secretaris van het Bestuur.
4. Indien een bestuurder schriftelijk een verzoek indient bij de voorzitter van het Bestuur tot het houden van een bestuursvergadering en aan dit verzoek niet binnen tien dagen gevolg wordt gegeven, is de verzoeker zelf bevoegd de vergadering bijeen te roepen, met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in lid 2 van dit artikel. Een vergadering als in de vorige zin bedoeld, voorziet zelf in haar leiding en wijst een persoon aan die de notulen houdt.
5. Indien niet is voldaan aan de voorschriften omtrent de oproeping van een bestuursvergadering, kunnen in die vergadering niettemin wettige besluiten worden genomen omtrent alle in die vergadering aan de orde gestelde onderwerpen, mits met inachtneming van het quorum en met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
6. Alle besluiten die in vergaderingen van het Bestuur kunnen worden genomen, kunnen ook buiten vergadering worden genomen, mits iedere bestuurder zich schriftelijk, telegrafisch, per telex, per telefax of via enig ander telecommunicatiemiddel dat in staat is geschreven tekst over te brengen, ten gunste
van het betrokken voorstel uitspreekt. Van het betrokken besluit wordt in de eerstvolgende bestuursvergadering mededeling gedaan, onder overlegging van de bescheiden waaruit van de besluitvorming buiten vergadering blijkt. Deze bescheiden worden bij de notulen van die vergadering bewaard.
7. Een bestuurder kan zich in (vergaderingen van) het Bestuur niet door een ander lid van het Bestuur of door een derde doen vertegenwoordigen.
8. Elke vergadering van het Bestuur wordt door de voorzitter geleid, tenzij de voorzitter er de voorkeur aan geeft een ander met de leiding van de vergadering of een gedeelte ervan te belasten.
9. Bij verhindering van de voorzitter wordt de vergadering geleid door de vice- voorzitter. Is ook deze verhinderd, dan wijzen de aanwezige bestuurders één hunner als voorzitter van die vergadering aan.
10. Van het verhandelde in vergaderingen van het Bestuur worden notulen gehouden door een door de voorzitter van de betrokken vergadering aan te wijzen persoon. De notulen worden in de eerstvolgende vergadering van het Bestuur vastgesteld. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de notulist van de vergadering waarin de vaststelling geschiedt, ondertekend en in een afzonderlijk register bewaard.
11. Een niet voltallig Bestuur blijft bestuursbevoegd.
Besluitvorming van het Bestuur. Stemrecht
Artikel 25
1. Bestuurders stemmen zonder last of ruggespraak met degenen door wie zij zijn benoemd.
2. Iedere bestuurder die niet is geschorst, heeft recht op het uitbrengen van één stem.
3. Voor zover de Statuten geen grotere meerderheid en/of een ander quorum voorschrijven, besluit het Bestuur met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin op het tijdstip van stemming meer dan de helft van het aantal in functie zijnde bestuurders aanwezig is. Iedere bestuurder ten aanzien van wie geen sprake is van belet of ontstentenis, is in functie. Indien bij stemming omtrent enig op de agenda voor de betrokken vergadering geplaatst onderwerp minder bestuurders ter vergadering aanwezig zijn dan ingevolge het voor dat onderwerp voorgeschreven quorum is vereist, kan omtrent het betrokken onderwerp (tenzij de Statuten dat uitsluiten) wettig worden besloten in de eerstvolgende vergadering van het Bestuur, ongeacht het aantal bestuurders dat dan aanwezig is, mits het betrokken onderwerp op de agenda van die volgende bestuursvergadering is herhaald en het besluit wordt genomen met de statutair vereiste meerderheid van stemmen.
4. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk, met ongetekende gesloten briefjes, gestemd. Xxxxxxxx bij wegen van acclamatie is toegestaan, mits geen van de aanwezige stemgerechtigden zich daartegen verzet.
5. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt; zij tellen echter wel mee ter bepaling van een quorum.
6. Indien de stemmen over enig voorstel staken, wordt het betrokken voorstel in een volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien de stemmen dan
opnieuw staken, is het voorstel verworpen. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor besluiten die slechts met een versterkte meerderheid van stemmen kunnen worden genomen.
7. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van even gemeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of - wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde - een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
8. Het stemrecht over besluiten, waarbij de Raad van Beheer aan bepaalde personen, die bestuurder van de Raad van Beheer zijn, rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt anders dan in hun hoedanigheid van bestuurder, komt aan die bestuurders niet toe.
Xxxxxxxxx van bestuurders
Artikel 26
1. Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx van een bestuurder wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van het Bestuur waarvan hij deel uitmaakt, te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.
2. De schorsing van een bestuurder vervalt, indien de Algemene Vergadering niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing heeft besloten tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.
3. Een besluit van de Algemene Vergadering tot handhaving of opheffing van een schorsing kan slechts worden genomen met hetzelfde quorum als het besluit tot schorsing.
4. Een voorstel tot schorsing, tot handhaving van een schorsing of tot ontslag kan niet in een tweede vergadering - in de zin van artikel 230 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek - van het betrokken orgaan aan de orde worden gesteld, indien in de eerst gehouden vergadering van dat orgaan niet het vereiste quorum werd bereikt.
De directeur
Artikel 27
1. De arbeidsvoorwaarden van de directeur(en) worden vastgesteld door het Bestuur.
2. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directie worden door het Bestuur bepaald en vastgelegd in een directiereglement.
3. Het Bestuur kan een door hem te bepalen deel van zijn taken geheel of gedeeltelijk opdragen aan de directie. Het Bestuur stelt de aan de opdracht verbonden voorwaarden vast.
4. Een aan de directie verleende opdracht kan te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken.
5. De directie neemt bij de uitvoering van zijn werkzaamheden de richtlijnen en
aanwijzingen van het Bestuur in acht en legt aan het Bestuur verantwoording af op een door het Bestuur te bepalen wijze.
6. Tenzij het Bestuur anders bepaalt, woont de directie de bestuursvergaderingen bij, teneinde daarin aan het Bestuur alle door hem verlangde inlichtingen te geven.
7. Het Bestuur kan aan de directie procuratie verlenen op de door het Bestuur te bepalen terreinen en tot de door het Bestuur vast te stellen limieten. Het Bestuur kan een verleende procuratie uitbreiden, beperken of intrekken.
De Algemene Vergadering
Artikel 28
1. De stemgerechtigde vertegenwoordiger dient bij binnenkomst ter Algemene Vergadering een schriftelijke machtiging af te geven waaruit blijkt dat betrokkene door het bestuur van de betreffende vereniging als stemgerechtigde vertegenwoordiger van die vereniging is aangewezen.
2. Elke Aangesloten Vereniging mag, naast de stemgerechtigde vertegenwoordiger, één van haar leden als toehoorder afvaardigen naar de Algemene Vergadering .
Reguliere Algemene Vergaderingen
Artikel 29
1. In de eerste Algemene Vergadering van enig kalenderjaar wordt door het Bestuur, aan de hand van de jaarstukken en het jaarverslag - in de vorm waarin deze zijn vastgesteld in de bestuursvergadering als bedoeld in artikel 16, lid 3 van de Statuten
- rekening en verantwoording aan de Algemene Vergadering afgelegd over het in het laatst verstreken boekjaar gevoerde Bestuur. Tevens wordt - onverminderd de bevoegdheid daartoe in buitengewone Algemene Vergaderingen - voorzien in vacatures in het Bestuur. Voorts wordt al hetgeen behandeld dat op de agenda is geplaatst.
2. Algemene Vergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de Raad van Beheer zijn zetel heeft of in een door de voorzitter van het Bestuur te bepalen andere gemeente in Nederland.
3. Aangesloten Verenigingen kunnen onderwerpen die zij in een reguliere Algemene Vergadering behandeld willen zien, op de agenda doen plaatsen, mits zij die onderwerpen:
a. voor wat de in artikel 20 sub a van de statuten bedoelde vergadering betreft: niet later aan de Raad van Beheer opgeven dan voor één februari van het jaar waarin de jaarvergadering wordt gehouden;
b. voor wat de in artikel 20 sub b van de statuten bedoelde vergadering betreft: niet later aan de Raad van Beheer opgeven dan voor één augustus van het jaar waarin de betrokken vergadering wordt gehouden.
4. In reguliere Algemene Vergaderingen komt aan iedere stemgerechtigde vertegenwoordiger het recht toe het woord te voeren en voorstellen in te dienen, met dien verstande dat over voorstellen omtrent niet-geagendeerde onderwerpen eerst kan worden besloten in de eerstvolgende reguliere Algemene Vergadering. Het betrokken voorstel wordt op de agenda voor de eerstvolgende reguliere Algemene Vergadering geplaatst, indien het Bestuur dan wel de meerderheid van de
vergadering zich uitspreekt voor agendering van dit voorstel.
Xxxxxxxxx en besluitvorming
Artikel 30
1. De voorzitter van het Bestuur is belast met de leiding van de Algemene Vergadering. Bij verhindering van de voorzitter van het Bestuur wordt de vergadering geleid door de vice-voorzitter van het Bestuur. Is ook de vice-voorzitter verhinderd, dan wijzen de in de Algemene Vergadering aanwezige bestuurders één hunner als voorzitter van die vergadering aan.
2. Van het verhandelde in de Algemene Vergadering worden notulen opgesteld door of onder verantwoordelijkheid van de secretaris van het Bestuur.
3. De notulen worden in de eerstvolgende Algemene Vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
4. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk, met ongetekende gesloten briefjes, gestemd. Xxxxxxxx bij wegen van acclamatie is toegestaan, mits geen van de aanwezige stemgerechtigden zich tegen die wijze van stemming verzet.
5. Staken de stemmen bij de verkiezing van personen, dan vindt in dezelfde vergadering eenmaal een nieuwe stemming plaats; staken de stemmen dan opnieuw, dan beslist - onverminderd het bepaalde in de volgende zin - het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen niemand de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd, vindt herstemming plaats tussen de twee personen die het grootste aantal stemmen op zich verenigden, zo nodig na tussenstemming en/of loting.
6. Indien de stemmen staken over een ander voorstel dan een voorstel als bedoeld in lid 5 van dit artikel, wordt het betrokken voorstel - tenzij de indieners daarvan verklaren daaraan geen behoefte te hebben - in de eerstvolgende Algemene Vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien de stemmen dan opnieuw staken, is het voorstel verworpen.
7. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van even gemeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of - wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde - een van de stemgerechtigde aanwezigen dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
8. Het stemrecht over besluiten waarbij de Raad van Beheer aan bepaalde Aangesloten Verenigingen -anders dan in haar specifieke hoedanigheid van Aangesloten Vereniging- rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt, komt aan die Aangesloten Vereniging niet toe.
Statutenwijziging
Artikel 31
1. De vastgestelde notulen van de bestuursvergadering waarin werd besloten tot het voorleggen aan de Algemene Vergadering van een voorstel tot statutenwijziging,
dienen de letterlijke tekst van de voorgestelde wijziging(en) te bevatten.
2. Wanneer in een bestuursvergadering of in de Algemene Vergadering een voorstel tot wijziging van de Statuten aan de orde zal worden gesteld, moet dit steeds bij de oproeping van de betrokken vergadering worden vermeld; een exemplaar dat de letterlijke tekst van de voorgestelde wijzigingen bevat, dient bij de oproepingsbrieven te worden gevoegd.
3. Een statutenwijziging, omzetting of fusie treedt niet in werking dan nadat de daartoe strekkende notariële akte is verleden. leder lid van het Bestuur is tot het (doen) verlijden van de desbetreffende notariële akte bevoegd.
Overige reglementen
Artikel 32
1. De navolgende onderwerpen zijn uitgewerkt in afzonderlijke reglementen:
a. reglement van orde voor de Algemene Vergadering;
b. de Keurmeesters;
c. de Exposities;
d. de wedstrijden, examens, praktijkproeven en gedragstesten;
e. de tuchtrechtspraak
f. de Geschillencommissie;
g. het fokbeleid.
2. Het Bestuur kan besluiten ook andere onderwerpen nader uit te werken in afzonderlijke reglementen.
3. De wijzigingen van voornoemde reglementen alsmede nieuw vast te stellen reglementen behoeven de voorafgaande goedkeuring van de Algemene Vergadering .
4. Het Bestuur is bevoegd om de in het eerste en tweede lid bedoelde reglementen nader uit te werken en terzake uitvoeringsregels op te (doen) stellen.
Financiële commissie
Artikel 33 HR
1. Elk lid van de Financiële commissie treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De afgetredene is terstond herkiesbaar. Hij die in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger.
2. Ingeval van tussentijds aftreden van een lid van de Financiële commissie zal in de eerstvolgende Algemene Vergadering in de vacature dienen te worden voorzien.
3. De leden van de Financiële Commissie wijzen uit hun midden een voorzitter en vice-voorzitter aan.
4. Voordat een lid formeel benoemd wordt als lid van de Financiële Commissie is deze gedurende één jaar aspirant-lid. In deze hoedanigheid is het aspirant-lid gerechtigd om alle vergaderingen van de Financiële Commissie te bezoeken. Na het eerste jaar zal de Algemene Vergadering het aspirant-lid formeel benoemen als lid van de Financiële Commissie, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om niet over te willen gaan tot deze benoeming.
Slotbepaling
Artikel 34
Met betrekking tot artikel 6 lid 2 van dit Huishoudelijk Reglement geldt voor de reeds Aangesloten Verenigingen een overgangsperiode van 2 jaar, ingaande op de datum van inwerkingtreding van dit Huishoudelijk Reglement.
[…]
Dit gewijzigd reglement werd vastgesteld op 22 juni en 30 november 2019 en kan worden aangehaald als Huishoudelijk Reglement 2020
Algemene voorwaarden van levering van de Vereniging
“Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland”
Toepasselijkheid
Artikel 1
Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tot het verrichten van werkzaamheden, leveren van diensten en/of goederen, zulks in de ruimste zin van het woord, die de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, statutair gevestigd en kantoor houdende te Amsterdam aan de Xxxxxxxx 00 - 18", hierna te noemen “de Raad van Beheer” in het kader van zijn bedrijfsuitoefening met natuurlijke- dan wel rechtspersonen aangaat. Onder rechtspersonen uitdrukkelijk mede begrepen de Aangesloten Verenigingen van de Raad.
De levering van goederen en diensten door de Raad van Beheer
Artikel 2
1. Een verzoek tot dienstverlening wordt aan de Raad van Beheer gedaan door middel van het indienen van een volledig ingevulde aanvraag, tenzij voor de betreffende dienst is voorgeschreven dat de aanvraag op een andere wijze dient te worden gedaan. Indien diensten digitaal worden aangevraagd, wordt deze aanvraag gelijk gesteld met een schriftelijke aanvraag.
2. De Raad van Beheer levert op aanvraag de volgende diensten/goederen die uitvoering geven aan zijn statutaire doel. Hieronder vallen onder andere:
a. Het inbrengen van een chip bij de (Ras)hond, waardoor identificatie mogelijk is;
b. Het inschrijven van Rashonden in de Nederlandse Hondenstamboekhouding;
c. Het ten bewijze van de inschrijving als bedoeld onder b afgeven van Xxxxxxxxx en registratiebewijzen;
d. Het uitgeven van het Nederlands Hondenstamboek in boekvorm en/of andere gegevensdrager(s);
e. De verlening van het recht om een kennelnaam te voeren;
f. Het verstrekken van rashondenlogboeken;
g. Het toekennen van kampioenschappen en titels;
h. Het ten bewijze van het gestelde onder g verstrekken van diploma’s en medailles;
i. Het verlenen van vergunningen voor de organisatie van Exposities, wedstrijden, examens, proeven en gedragstesten (waaronder de MAG-test) en het verstrekken van daarmee verband houdende formulieren en materialen;
j. Het uitgeven van certificaten met de uitslag van een onderzoek op erfelijke bepaalde afwijkingen;
k. Het (doen) uitgeven van boeken, vakbladen, reglementen en rasbeschrijvingen in woord en beeld;
l. Het verzorgen van opleidingen;
m. Het afnemen van (vak)examens;
n. Het verstrekken van DNA profielen en doen uitvoeren van afstammingsonderzoeken;
o. Alle overige werkzaamheden, diensten en goederen waarvan het verrichten c.q. de levering in overeenstemming met de statutaire doelstelling van de Raad van Beheer kan worden geacht.
3. De aanvrager is zich ervan bewust, dat de Raad van Beheer registraties zal (doen) bijhouden van de in het kader van zijn doelstelling relevante gegevens. De Raad van Beheer kan die registraties zelf bijhouden alsook die registraties laten bijhouden door anderen, waaronder de bij hem aangesloten Rasverenigingen en door de door hem daartoe aangewezen stichtingen. Voorbeelden van registraties die de Raad van Beheer kan (doen) bijhouden zijn onder meer registraties van gegevens betrekking hebbende op individuele Rashonden (in de meest ruime zin), gegevens over hun Eigenaren en gegevens over Fokkers. De Raad van Beheer kan in het kader van zijn doelstelling besluiten gegevens uit die registraties te verstrekken aan derden, die naar het oordeel van de Raad van Beheer belang hebben bij het verkrijgen van dergelijke gegevens.
Verwijzing
Artikel 3
1. De in artikel 2 genoemde werkzaamheden c.q. diensten en/of goederen worden geregeld in het Kynologisch Reglement, dat de aanvrager kosteloos kan downloaden van de website van de Raad van Beheer.
2. Via het bestelformulier op de website van de Raad van Beheer kan tevens tegen een in het Tarievenbesluit bepaald bedrag een uitgeprint exemplaar van het KR worden besteld.
Prijs en betaling
Artikel 4
1. De in artikel 2 genoemde werkzaamheden c.q. diensten en/of goederen worden geleverd tegen een tarief welke door de Raad van Beheer is bepaald in het jaarlijks vast te stellen Tarievenbesluit.
2. Betaling dient te geschieden tegelijk met het inzenden van de betreffende aanvraag, dan wel binnen de termijn aangegeven op het verzoek tot betaling. Indien de betaling niet is ontvangen wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, dan wel de behandeling en uitvoering van de aanvraag opgeschort.
3. In specifieke gevallen waarin volledige betaling niet voorafgegaan kan worden door de aanvraag, kan de Raad van Xxxxxx besluiten bij niet tijdige betaling de gehele dienstverlening op te schorten tot het moment dat betaling in zijn geheel is geschied.
4. Indien een aanvrager de, onder het voorgaande lid, ontstane betalingsverplichting niet of niet tijdig voldoet, zal de Raad van Beheer de aan incasso verbonden gerechtelijke of buitengerechtelijke kosten doorberekenen aan de aanvrager. Deze kosten zijn vastgesteld op tenminste 15% van het te vorderen bedrag met een minimum van € 150,=.
Aansprakelijkheid
Artikel 5
1. De Raad van Beheer is tegenover de aanvrager aansprakelijk voor de schade door deze geleden als rechtstreeks gevolg van een ernstige fout door de Raad van Beheer begaan.
2. Voor ernstige fouten van de personen waarvan de Raad van Beheer zich bij de uitoefening van zijn taak bedient is de Raad van Beheer op gelijke wijze aansprakelijk als voor zijn eigen ernstige fouten.
3. Voor de lezing van dit artikel wordt onder een ernstige fout verstaan, een fout die verwijtbaar is en welke in de gegeven omstandigheden bij normale oplettendheid behoort te worden vermeden.
4. De Raad van Beheer is niet aansprakelijk voor onjuistheden in de Nederlandse stamboekhouding die het gevolg zijn van het verstrekken van onjuiste gegevens.
5. Ingeval de Raad van Beheer aansprakelijk is voor de schade als bedoeld in dit artikel zal de aanspraak op schadevergoeding het bedrag dat door de aanvrager voor de afgenomen diensten aan de Raad van Beheer is voldaan niet overschrijden.
6. De Raad van Beheer is bevoegd, in goed overleg met de aanvrager, voor eigen rekening fouten waarvoor hij aansprakelijk is, te herstellen of de door die fouten toegebrachte schade te beperken of op te heffen.
7. Indien de aanvrager in verband met de door de Raad van Beheer verrichte werkzaamheden dan wel geleverde diensten en/of goederen schade meent te hebben geleden, dient hij dit terstond bij de Raad van Beheer te melden.
8. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid vervalt elke aansprakelijkheid van de Raad van Beheer door het verloop van één jaar vanaf de dag dat de betreffende diensten aan de aanvrager geleverd zijn.
Tuchtrecht
Artikel 6
1. Het Tuchtcollege voor de Kynologie is, met uitsluiting van ieder ander, belast met het onderzoek en de bestraffing in alle gevallen, waarin de in deze algemene voorwaarden opgenomen bepalingen in het algemeen en/of bepalingen in de reglementen op voet waarvan de gevraagde diensten worden verleend worden overtreden en in het bijzonder wordt gehandeld in strijd met de in het Kynologisch Reglement opgenomen bijzondere verboden.
2. Door het indienen van een aanvraag tot het leveren van één van de in artikel 2 genoemde diensten en/of goederen aanvaardt de aanvrager uitdrukkelijk de rechtsmacht van het Tuchtcollege voor de Kynologie en de werking van het Kynologisch Reglement.
3. De taak, samenstelling en werkwijze van het Tuchtcollege zijn geregeld in het Kynologisch Reglement betreffende de het Tuchtcollege voor de Kynologie, dat de aanvrager kosteloos kan downloaden van de website van de Raad van Beheer.
Geschillen
Artikel 7
1. Wanneer de aanvrager door een besluit van of vanwege de Raad van Beheer, of de weigering om een besluit te nemen, rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, kan hij daartegen beroep bij de Geschillencommissie instellen, tenzij:
a. tegen het besluit eerst een bezwaarschrift kan worden ingediend;
b. het besluit strekt tot de vaststelling van een reglement of van een andere regeling van algemene strekking.
2. De beroepsprocedure en de taak, samenstelling en werkwijze van de Geschillencommissie zijn geregeld in het Kynologisch Reglement betreffende de Geschillencommissie voor de Kynologie, dat de aanvrager kosteloos kan downloaden van de website van de Raad van Beheer.
Slotbepaling
Artikel 8
Deze algemene voorwaarden kunnen worden aangehaald als “AV Raad van Beheer”. Deze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam onder nummer 40531977.
Laatstelijk gewijzigd 1 december 2020
Kynologisch Reglement
Inhoudsoverzicht
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Hoofdstuk II De organisatie van de Nederlandse kynologie
Titel 1 Algemene bepalingen
Titel 2 Het Bestuur van de Raad van Beheer Afdeling 1 - Vervallen
Afdeling 2 - Overige bepalingen
Titel 3 Verenigingen
Titel 4 Het overleg binnen de Nederlandse kynologie
Hoofdstuk III De registratie
Titel 1 Algemene bepalingen
Titel 2 De Nederlandse stamboekhouding
Afdeling 1 - Opzet en indeling
Afdeling 2 - Voorwaarden voor inschrijving Afdeling 3 - Procedure voor inschrijving Afdeling 4 - Wijzigingen
Afdeling 5 - Namen
Afdeling 6 - Stambomen en afstammingsbewijzen
Titel 3 Kennelnamen
Afdeling 1 - Algemene bepalingen Afdeling 2 - Procedure voor toekenning Afdeling 3 - Voorwaarden voor toekenning Afdeling 4 - Wijzigingen
Titel 4 Het hondenlogboek
Hoofdstuk IV Exposities
Titel 1 Algemene bepalingen
Titel 2 Keurmeesters
Titel 3 Exposities algemeen
Afdeling 1 - Algemene bepalingen
Afdeling 2 - Voorwaarden voor het organiseren Afdeling 3 - Inschrijving en toelating
Afdeling 4 - Catalogus
Afdeling 5 - Gang van zaken tijdens de Expositie Afdeling 6 - Prijzen
Afdeling 7 - Titels Afdeling 8 - Klachten
Titel 4 Tentoonstellingen
Afdeling 1 - Voorwaarden voor het organiseren Afdeling 2 - Inschrijving
Afdeling 3 - Catalogus
Afdeling 4 - Gang van zaken tijdens de Tentoonstelling Afdeling 5 - Prijzen
Titel 5 Kampioenschapsclubmatches
Afdeling 1 - Voorwaarden voor het organiseren Afdeling 2 - Inschrijving
Afdeling 3 - Catalogus
Afdeling 4 - Gang van zaken tijdens de Kampioenschapsclubmatch Afdeling 5 - Prijzen
Titel 6 Clubmatches
Afdeling 1 - Voorwaarden voor het organiseren Afdeling 2 - Inschrijving
Afdeling 3 - Catalogus
Afdeling 4 - Gang van zaken tijdens de Clubmatch
Hoofdstuk V Wedstrijden, examens en praktijkproeven
Titel 1 Algemene bepalingen
Titel 2 Veldwedstrijden en jachthondenproeven Titel 3 Windhondenrennen
Titel 4 Werkhonden en reddings- en lawinehonden Titel 5 FCI Obedience
Titel 6 Agility
Titel 7 Flyball
Hoofdstuk VA Adviescommissies
Titel 1 Commissie Opvoeding & Gedrag
Hoofdstuk VI Tuchtrecht
Titel 1 Omvang en werking van het tuchtrecht Titel 2 Geboden en verboden
Titel 3 Tuchtrechtelijke vergrijpen
Titel 4 Sancties
Titel 5 Het Tuchtcollege in eerste aanleg en het Tuchtcollege in hoger beroep
… Slotbepalingen
Hoofdstuk VII Bezwaar en beroep
Titel 1 Algemene bepalingen
Titel 2 Geschillencommissie
Titel 3 De beroepsprocedure
Titel 4 De schorsing
Hoofdstuk VIII Fokkerij en Gezondheid
Titel 1 Basisreglement Welzijn en Gezondheid
Hoofdstuk IX Slot- en overgangsbepalingen
Titel 1 Slotbepalingen
Titel 2 Overgangsbepalingen
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel I.1
1. De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is het leidend lichaam in de Nederlandse hondensport en als zodanig ”membre fédéré “ van de Fédération Cynologique Internationale.
2. Het is slechts toegestaan namens de Nederlandse kynologie op te treden, indien daartoe door de Raad van Beheer een schriftelijke machtiging is verstrekt.
Artikel I.2
1. Indien de Raad van Beheer een belangenovereenkomst heeft gesloten met een lichaam dat in een ander land een met die van de Raad van Beheer vergelijkbare positie op kynologisch gebied inneemt en niet bij de Fédération Cynologique Internationale is aangesloten, dan wordt dat lichaam voor de toepassing van dit reglement gelijk gesteld met bij de Fédération Cynologique Internationale aangesloten lichamen.
2. De in het eerste lid bedoelde gelijkstelling beperkt zich tot de onderwerpen die in de belangenovereenkomst worden geregeld.
Artikel I.3
Ieder die in Nederland aan enige door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerde tak van hondensport deelneemt, aanvaardt daardoor de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van dit reglement en van andere voor de betrokken tak van hondensport door of vanwege de Raad van Beheer vastgestelde reglementen.
Artikel I.4
1. In dit reglement wordt verstaan onder:
a. Aanverwanten: de bloedverwanten van de echtgenoot of de geregistreerde partner van betrokkene;
b. Agility keurmeester: ieder die op een Agility wedstrijd bevoegd is om een oordeel over de prestaties van (een deel van) de deelnemers uit te spreken;
c. Beklaagde: ieder tegen wie bij de Raad van Beheer een klacht is ingediend ter zake van een Tuchtrechtelijk Vergrijp alsmede ieder tegen wie door het bestuur op grond van eigen onderzoek of waarneming of op grond van een melding, een klacht ter zake van een Tuchtrechtelijk Vergrijp is geformuleerd;
d. Beroep: het bij de Geschillencommissie dan wel het Tuchtcollege in Beroep in te dienen Beroep;
e. Bezwaarschrift: het bij de Raad van Beheer in te dienen gemotiveerde Bezwaar;
f. Bijzondere voorwaarden betreffende het gedrag van de Beklaagde: een gedragsaanwijzing;
g. Clubmatch: een door een Aangesloten Vereniging georganiseerde Expositie die ten doel of mede ten doel heeft, de ingeschreven honden naar hun onderlinge
waarde te beoordelen, tenzij alleen kan worden deelgenomen met honden die de leeftijd van 24 maanden nog niet hebben bereikt;
h. Diskwalificeren op een evenement: het door de Keurmeester uitsluiten van iedere kwalificatie en plaatsing;
i. Drijven met kuddehonden: het ophalen van kuddedieren, het verweiden en/of het brengen naar een vooraf bepaalde plaats, uitgevoerd door honden behorende tot het Ras dat door de FCI als kuddehond is aangemerkt, waarbij de hond vooral achter de kudde werkt;
j. Erekeuring: een keuring ten behoeve van de toewijzing van ereprijzen als bedoeld in artikel IV.3 onder b van dit Reglement;
k. Erekeurmeester: een Keurmeester die op eigen verzoek, dan wel op verzoek van ten minste één Aangesloten Vereniging, door het Bestuur van de Raad van Beheer op basis van geldende criteria benoemd is tot Erekeurmeester. De benoeming zal slechts plaatsvinden na schriftelijke instemming van de desbetreffende Keurmeester;
l. Exposant: degene die zijn hond voor een Expositie inschrijft;
m. Evenement: een door of onder auspiciën van de Raad van Beheer georganiseerde Expositie, Wedstrijd, Examen, Praktijkproef of Gedragstest;
n Examen: een door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerd evenement waarbij bepaalde prestaties of hoedanigheden van de deelnemende honden worden beoordeeld of waar de kennis of kundigheid van personen wordt onderzocht;
o. Exposant: de Eigenaar van een voor een bepaalde Expositie ingeschreven hond;
p. Exposities: alle onder 'g’, ‘ad’ en ‘bo’ genoemde evenementen;
q. Exterieurkeurmeester: ieder die op een Expositie een oordeel over het uiterlijk van (een deel van) de te keuren honden moet uitspreken;
r. F.C.I.: de Fédération Cynologique Internationale;
s. Gebruikshonden : alle honden behorende tot een Ras dat door de F.C.I. als gebruikshondenras is aangemerkt;
t. FCI Obedience Keurmeester: ieder die op een FCI Obedience wedstrijd of – examen bevoegd is een oordeel over de prestaties van (een deel van) de deelnemers uit te spreken;
u. Fokken: alle handelingen van de Eigenaar van een teef, die er op gericht zijn uit die hond pups geboren te laten worden;
v. Fokkerij: Alle handelingen die er op gericht zijn honden geboren te laten worden en te doen registreren in de Nederlandse stamboekhouding;
w. Gedragstest: een door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerd evenement, waarbij het gedrag van een hond wordt beoordeeld, diagnoses kunnen worden gesteld, en (dwingende) adviezen met betrekking tot de fokkerij kunnen worden gegeven;
x. Handler: degene die op een Expositie, Wedstrijd, Examen, Praktijkproef of Gedragstest een hond ter beoordeling voorbrengt;
y. Hondensport: de door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerde activiteiten met honden waarbij de honden en/of de samenwerking tussen mens en hond , al dan niet in wedstrijdverband, worden beoordeeld tijdens Exposities,
Wedstrijden, Examens, Praktijkproeven en Gedragstesten. Kennelnaam: een naam als bedoeld in titel 3 van hoofdstuk III van dit Reglement;
z. Honden Welzijn Team: speciaal door het Bestuur benoemde Officials, die belast zijn met het signaleren van mogelijke misstanden op het gebied van hondenwelzijn;
aa. Keurmeester: Een Nederlander of ingezetene van Nederland die door het bestuur als zodanig is benoemd voor het beoordelen van honden op evenementen voor één of meer door de Raad van Beheer gereglementeerde Takken van Hondensport alsmede een niet Nederlander of niet ingezetene van Nederland die door of vanwege het bestuur van een ander lid of een contractpartner van de FCI als zodanig is benoemd;
ab. Indiener: de natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in artikel VI.2 van dit Reglement;
ac. Jachthondenkeurmeester: ieder die op een veldwedstrijd of jachthondenproef bevoegd is om een oordeel over de prestaties van (een deel van) de deelnemers uit te spreken;
ad. Kampioenschapsclubmatch: een door de Rasvereniging georganiseerde Expositie voor het Ras of de Rassen of Variëteitsgroep(en), waarvan de belangen door die Rasvereniging worden behartigd en waar Nederlandse kampioenschapsprijzen (C.A.C.’s) behaald kunnen worden;
ae. Klager: ieder die bij de Raad van Beheer een klacht indient ter zake van een Tuchtrechtelijk Vergrijp;
af. Kwaadaardige Hond: een hond die zich op een door of onder auspiciën van de Raad van Beheer of door een Aangesloten Vereniging georganiseerd evenement, zulks in de breedste zin van dat woord, agressief heeft gedragen ten opzichte van mensen of soortgenoten;
ag. Kynologische Organisatie: de Vereniging Raad van Beheer, daarbij inbegrepen de bij de Raad van Beheer Aangesloten Verenigingen en de door de Raad van Beheer en de Aangesloten Verenigingen ingestelde organen;
ah. Kynologisch Reglement: het door de Algemene Vergadering vastgestelde reglement ter uitwerking c.q. aanvulling van de statuten en het huishoudelijk reglement;
ai. Kwaadaardige honden: honden die door hun agressief gedrag aanzienlijk letsel kunnen toebrengen aan mens of dier;
aj. Kwalificeren: het toekennen van één der in artikel IV.2 van dit Reglement genoemde kwalificaties door de Keurmeester;
ak. Meebeslissingsrecht: het recht van Aangesloten Verenigingen om te beslissen over de onder ‘bp’ en ‘bq’ bedoelde zaken;
al. Nest: situatie waarbij een teef uit één dracht één of meer volgroeide of onvolgroeide pups heeft voortgebracht, die al dan niet op natuurlijke wijze levend of dood zijn geboren.
am. Organisator: de Aangesloten Vereniging of groep van Aangesloten Verenigingen, die een Expositie, Wedstrijd, Examen, Praktijkproef of Gedragstest organiseert, onderscheidenlijk het Bestuur of de secretaris van deze Aangesloten Vereniging
of groep van Aangesloten Verenigingen of van de Expositie, Wedstrijd, Examen, Praktijkproef of Gedragstest;
an. Personeelsleden van de Raad van Beheer: zowel zij die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn bij de Raad van Beheer als personen al dan niet in de hoedanigheid van ZZP'er met wie een overeenkomst van opdracht door de Raad van Beheer werd gesloten;
ao. Praktijkproef: een door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerd evenement waarbij bepaalde prestaties of hoedanigheden van de deelnemende honden in de praktijk of in praktijk gerelateerde situaties worden beoordeeld;
ap. Procesreglement; het ter uitvoering van Hoofdstuk VI (Tuchtrecht) van dit Reglement door de Algemene Vergadering van de Raad van Beheer vastgestelde reglement, waarin de procedure bij het Tuchtcollege in eerste aanleg en het Tuchtcollege in beroep nader is geregeld;
aq. Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland: de tot het nemen van de in artikel VII.2 van dit Reglement bedoelde besluiten bevoegde organen van de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” met inbegrip van de commissies aan wie de bevoegdheid tot het nemen van deze besluiten is verleend;
ar. Xxxxxxxx: een advocaat of gemachtigde;
as. Registratiebewijs: bewijs, anders dan de Stamboom, waarop de volledige naam en het registratienummer en het stamboomnummer van de hond staan geregistreerd alsmede de naam en het adres van de Eigenaar van de hond;
at. Reglement: het Kynologisch Reglement;
au. Sanctie: een door het Tuchtcollege opgelegde straf of maatregel;
av. Schikking: een door het Bestuur uitgevaardigde schikking, als bedoeld in afdeling 1 van titel 7 van het Hoofdstuk VI van dit Reglement (Tuchtrecht);
aw. Schriftelijk: brief per (gewone) post, per aangetekende brief, per fax of per e-mail; ax. Stamboom: een door de Raad van Beheer, dan wel bij de FCI aangesloten
organisatie, dan wel de organisatie waarvan de stamboekhouding door de FCI is erkend, uit te geven document waaruit de afstamming van een hond blijkt;
ay. Tak van Hondensport: elke van de verschillende door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerde activiteiten met honden waarbij de honden en/of de samenwerking tussen mens en hond, al dan niet in wedstrijdverband, wordt beoordeeld tijdens Exposities, Wedstrijden, Examens, Praktijkproeven en Gedragstesten;
az. Tentoonstelling: een Expositie voor honden van alle Rassen waar Nederlandse kampioenschapsprijzen (C.A.C.’s) en eventueel internationale kampioenschapsprijzen (C.A.C.I.B.’s) behaald kunnen worden, dan wel voor honden van één of meer groepen van naar het oordeel van de Raad van Xxxxxx bij elkaar horende Rassen, waar Nederlandse kampioenschapsprijzen (C.A.C.’s) behaald kunnen worden;
ba. Ten Uitvoer Xxxxxx: het treffen van een administratieve maatregel door of namens de Raad van Beheer ter uitvoering van een Veroordeling;
bb. Tuchtrechtelijk Vergrijp: een handelen of nalaten te handelen als bedoeld en strafbaar gesteld in artikel VI.4 van dit Reglement;
bc. Uitspraak tuchtcollege: de beslissing van het Tuchtcollege in eerste aanleg in een tuchtrechtelijke procedure alsmede de beslissing van het Tuchtcollege in beroep in hoger beroep tegen een uitspraak van het Tuchtcollege.
bd. Uitspraak op Bezwaarschrift: de uitspraak op een Bezwaarschrift van het orgaan van de Raad van Beheer, dat de beslissing - waartegen Bezwaar werd ingediend
- genomen heeft, tegen welke uitspraak Beroep bij de Geschillencommissie kan worden ingesteld;
be. Uitspraak Geschillencommissie: uitspraak van de Geschillencommissie;
bf. Veldwedstrijd Organiserende Vereniging: iedere Aangesloten Vereniging die door de in artikel V.8 bedoelde Commissie Jachthonden is toegelaten tot het organiseren van veldwedstrijden voor jachthonden;
bg. Veroordeling: de uitspraak van het Tuchtcollege, waarbij iemand, al dan niet onder strafoplegging, schuldig wordt verklaard aan het begaan van een Strafbaar Feit; Veroordeelde: ieder die door het Tuchtcollege in eerste aanleg of het Tuchtcollege in Beroep al dan niet onder oplegging van een straf of maatregel, schuldig is verklaard aan het begaan van een Tuchtrechtelijk Vergrijp;
bh. Verwante lichamen: lichamen die in andere landen een met die van de Raad van Beheer vergelijkbare positie op kynologisch gebied innemen, voor zover deze lichamen bij de F.C.I. zijn aangesloten of met de Raad van Beheer een belangenovereenkomst hebben gesloten;
bi. Wedstrijd: een door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerd evenement waarbij bepaalde prestaties of hoedanigheden van de deelnemende honden worden beoordeeld en in wedstrijdverband worden vergeleken.
bj. Werkhondenkeurmeester: ieder die op een werkhondenwedstrijd of –examen bevoegd is om een oordeel over de prestaties van (een deel van) de deelnemers uit te spreken;
bk. Werkhondenvereniging: iedere Aangesloten Vereniging verenigd in de Werkhondenraad;
bl. Werkhondenraad: vergadering bestaande uit vertegenwoordigers van de Werkhondenverenigingen;
bm. Windhondenrenvereniging: iedere Aangesloten Vereniging verenigd in de Windhondenrenraad;
bn. Windhondenrenraad: vergadering bestaande uit vertegenwoordigers van de Windhondenrenverenigingen;
bo. Winnertentoonstelling: de Tentoonstelling voor honden van alle Rassen, waar winnertitels behaald kunnen worden;
bp. Zaken van algemeen kynologisch belang: zaken die alle Aangesloten Verenigingen gaan binden;
bq. Zaken van beperkt kynologisch belang: zaken die slechts de Rasverenigingen, dan wel Regionale Verenigingen, dan wel een geval van tot geval te bepalen beperkte groep van Aangesloten Verenigingen gaan binden;
br. Zaken van specifiek kynologisch belang: zaken die slechts één of enkele Aangesloten Verenigingen gaan binden.
2. De in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement opgenomen definities zijn eveneens van toepassing op dit Reglement.
Artikel I.5
1. De Organisator zal het gebruik van hulpmiddelen, die dienen ter ondersteuning van het voortbewegen, door deelnemers aan een Expositie, Wedstrijd, Examen, Praktijkproef en/of Gedragstest toestaan na tijdig aangevraagde en verkregen toestemming van de Organisator.
2. De Organisator kan de toestemming als bedoeld in het eerste lid, slechts dan onthouden indien hij aannemelijk maakt dat het gebruik van hulpmiddelen voor de organisatie van een Expositie, Wedstrijd, Examen, Praktijkproef en/of Gedragstest, een onevenredige belasting vormt.
3. Van het in het tweede lid bedoelde besluit stelt de Organisator het Bestuur per ommegaande in kennis.
Artikel I.6
Ten aanzien van aan de oren en/of staart gecoupeerde honden zijn geen regels opgenomen in dit Reglement. Eigenaren, Fokkers, Exposanten en andere deelnemers aan kynologische activiteiten dienen de nationale wetgeving hieromtrent te volgen. De Raad van Xxxxxx zal op de website informatie over de geldende nationale regelgeving verschaffen.
Hoofdstuk II De organisatie van de Nederlandse kynologie
Titel 1 Algemene bepalingen
Artikel II.1 Vervallen
Artikel II.2
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt de in artikel V.28 bedoelde Windhondenrenraad gelijk gesteld met een Rasgroep.
Titel 2 Het Bestuur van de Raad van Beheer
Afdeling 1 Vervallen
Afdeling 2 Overige bepalingen
Artikel II.3
1. De bestuursleden van de Raad van Beheer hebben op vertoon van een aan hen door de Raad van Beheer te verstrekken legitimatiekaart vrije toegang tot alle terreinen en zalen van Tentoonstellingen, Kampioenschapsclubmatches, Clubmatches, wedstrijden en praktijkproeven.
2. Het Bestuur van de organiserende Vereniging is verplicht, aan de bestuursleden van de Raad van Beheer ter plaatse alle gevraagde inlichtingen te verstrekken.
3. De bestuursleden van de Raad van Beheer hebben het recht ter plaatse een onderzoek in te stellen, wanneer zij vermoeden dat in strijd met de reglementen is of wordt gehandeld.
Artikel II.4
Oud-bestuursleden van de Raad van Xxxxxx die ten minste drie jaren zitting hebben gehad, hebben op vertoon van een aan hen door de Raad van Beheer te verstrekken legitimatiekaart vrije toegang tot Tentoonstellingen, Kampioenschapsclubmatches, Clubmatches, wedstrijden en praktijkproeven.
Titel 3 Vervallen
Titel 4 Het overleg binnen de Nederlandse kynologie
Artikel II.5
1. Het Bestuur van de Raad van Beheer neemt geen besluiten over Zaken van algemeen of beperkt kynologisch belang dan nadat daarover het standpunt is
gevraagd van de Algemene Vergadering.
2. Na toepassing van het eerste lid neemt het Bestuur van de Raad van Beheer een besluit overeenkomstig het standpunt van de Algemene Vergadering , tenzij het Bestuur van de Raad van Beheer tegen dat standpunt overwegende bezwaren heeft.
3. In het laatstbedoelde geval doet het Bestuur van de Raad van Beheer daarvan binnen twee maanden mededeling aan de Aangesloten Verenigingen en legt hij de zaak binnen twaalf maanden opnieuw aan de Algemene Vergadering voor, waarbij hij zijn bezwaren nader toelicht.
4. Indien de Algemene Vergadering vervolgens haar eerder ingenomen standpunt met een meerderheid van ten minste 2/3 van het aantal uitgebrachte geldige stemmen bevestigt, neemt het Bestuur van de Raad van Beheer binnen twee maanden daarna een besluit in overeenstemming met het standpunt van de Algemene Vergadering . In het andere geval is het Bestuur van de Raad van Beheer vrij naar eigen goedvinden te besluiten.
5. Indien in verband met het spoedeisende karakter van de zaak de toepassing van de voorgaande leden in redelijkheid niet gevergd kan worden, neemt het Bestuur van de Raad van Beheer aanstonds een besluit. In dat geval wordt daarvan binnen een maand mededeling gedaan aan de Aangesloten Verenigingen. Tevens wordt het besluit dan vermeld op de agenda voor de eerstvolgende Algemene Vergadering teneinde verantwoording af te leggen over het genomen besluit en over het spoedeisend karakter daarvan.
Artikel II.6
1. Het Bestuur van de Raad van Beheer neemt geen besluiten over Zaken van specifiek kynologisch belang dan nadat daarover overleg is gepleegd met de betrokken Aangesloten Vereniging of Verenigingen.
2. Het in het eerste lid bedoelde overleg kan schriftelijk worden gevoerd.
3. Indien het besluit wordt genomen overeenkomstig een schriftelijk verzoek, dan kan het in het eerste lid bedoelde overleg met de verzoekende vereniging(en) achterwege blijven.
Hoofdstuk III De registratie
Titel 1 Algemene bepalingen
Artikel III.1
1. De Raad van Beheer is belast met het bijhouden van de Nederlandse stamboekhouding en is met uitsluiting van ieder ander bevoegd tot de afgifte van bescheiden die kunnen strekken tot bewijs van de afstamming en de raszuiverheid van in deze stamboekhouding ingeschreven honden.
2. Procedures met betrekking tot dit Reglement kunnen schriftelijk dan wel middels de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx van de Raad van Beheer, worden ingediend en/of afgewikkeld.
Artikel III.2
De Raad van Beheer is niet verantwoordelijk voor onjuistheden in de Nederlandse stamboekhouding die het gevolg zijn van het verstrekken van onjuiste gegevens.
Artikel III.3
1. Aan iedere in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond wordt een registratiekenmerk toegekend. Dit registratiekenmerk bestaat uit achtereenvolgens de letters N.H.S.B., eventueel de aanduiding van de Bijlage of het onderdeel van het Voorlopig Register waarin de inschrijving heeft plaats gehad, het aan de hond toegekende stamboeknummer en eventueel - indien het een uit het buitenland geïmporteerde hond betreft - de aanduiding “Imp.” gevolgd door de tussen haakjes geplaatste aanduiding van het land van herkomst.
2. Op Stambomen, in catalogi en in alle andere officiële bescheiden betreffende de hond moet het registratiekenmerk onmiddellijk volgend op de naam van de hond worden vermeld.
Artikel III.4
Honden waarvan de Eigenaar in het buitenland woonachtig is en die zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, worden gelijk gesteld met honden die in de Nederlandse stamboekhouding zijn ingeschreven.
Titel 2 De Nederlandse stamboekhouding
Afdeling 1 Opzet en indeling
Artikel III.5
1. De Nederlandse stamboekhouding bestaat uit:
a. het Nederlandse hondenstamboek (N.H.S.B.);
b. de Bijlagen van het N.H.S.B.;
c. de Voorlopige Registers, behorende bij het N.H.S.B.
2. Een Voorlopig Register kan door de Raad van Beheer geopend worden ten behoeve van een Nederlands Ras dat in opbouw verkeert. Het Voorlopig Register wordt door de Raad van Beheer gesloten, zodra naar zijn oordeel voldoende tot het desbetreffende Ras behorende honden in het N.H.S.B. zijn ingeschreven.
3. Een Voorlopig Register kan in bijzondere gevallen door de Raad van Beheer eveneens worden geopend ten behoeve van een buitenlands Ras dat nog niet door de F.C.I. is erkend en ten behoeve van raskruisingen waarmee naar het oordeel van de Raad van Beheer een voldoende zwaar wegend kynologisch belang wordt gediend. De Raad van Beheer bepaalt, of en in hoe verre de bepalingen van deze titel van toepassing zijn, welke bepalingen daar eventueel voor in de plaats treden en wanneer het Voorlopig Register zal worden gesloten.
Artikel III.6
1. In het N.H.S.B. kunnen, behoudens het bepaalde in artikel III.7, tweede en derde lid, uitsluitend worden ingeschreven:
a. in Nederland geboren honden waarvan de ouders en de voorouders tot in de derde generatie als behorende tot eenzelfde Ras en Variëteitsgroep zijn ingeschreven in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding;
b. in het buitenland geboren honden die in het land van hun geboorte zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende stamboekhouding, mits ook de ouders en de voorouders tot in de derde generatie zijn geregistreerd en daarvan blijkt uit een voor het buitenland bestemde Xxxxxxxx die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving;
c. honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in de Bijlage G-2, bedoeld in artikel III.7, vijfde lid, of in het N.H.S.B. en de andere ouder in de bedoelde Bijlage G-2, mits zo nodig voldaan is aan artikel III.10.
2. De Raad van Beheer kan in bijzondere gevallen bepalen, dat voor een Ras waarin een Variëteitsgroep meer dan één Variëteit omvat, voor de toepassing van dit hoofdstuk voor “Variëteitsgroep” wordt gelezen: ”Variëteit”.
Artikel III.7
1. In Bijlage G-0 van het N.H.S.B. kunnen worden ingeschreven:
a. met inachtneming van lid 2 van dit artikel kunnen honden die niet zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding worden ingeschreven;
b. met inachtneming van lid 2 van dit artikel kunnen honden die niet voldoen aan artikel III.6, eerste lid onder b, uitsluitend omdat niet beide ouderdieren zijn geregistreerd worden ingeschreven;
c. met inachtneming van lid 2 van dit artikel kunnen honden die naar kleur, vacht, grootte of oordracht tot een andere variëteitgroep behoren dan de ouders worden ingeschreven;
d. de honden waarvan de beide ouders zijn ingeschreven in onderdeel G-2 van een Voorlopig Register, mits zo nodig voldaan is aan artikel III.10.
2. Het bestuur van de Raad van Beheer beslist in overleg met de voor het Ras Aangesloten Rasverenging(en) of en onder welke voorwaarden de inschrijving als bedoeld in lid 1 letter a, b en c van dit artikel kan plaatsvinden. Daartoe moet(en) de voor het Ras Aangesloten Rasvereniging(en) een plan maken dat als basis dient voor de mogelijkheid te komen tot inschrijving in Bijlage G-0 van het N.H.S.B. Uitgangspunt voor een dergelijk plan is, dat het toestaan van inschrijving alleen zin heeft als dit leidt tot verbetering van het ras of een noodzakelijke verbreding van de fokbasis.
3. De Raad van Beheer kan in bijzondere gevallen na overleg met de betrokken Rasvereniging(en) bepalen, dat honden waarvan de ouders wel tot eenzelfde Ras maar niet tot dezelfde Variëteitgroep behoren, in Bijlage G-0 van het N.H.S.B. dan wel in het N.H.S.B. zelf worden ingeschreven indien dat voor de instandhouding van dat ras of een of meer van die Variëteiten in Nederland gewenst is. Daarbij bepaalt de Raad van Beheer tevens volgens welke regels wordt beslist tot welke Variëteit de in te schrijven honden geacht worden te behoren.
4. De Raad van Beheer kan in zeer bijzondere gevallen na overleg met de betrokken Rasvereniging(en) bepalen, dat honden waarvan de ouders behoren tot twee of meer Rassen waarvan de standaards slechts in een enkel onderdeel verschillen, in Bijlage G-0 van het N.H.S.B. of in het N.H.S.B. zelf worden ingeschreven, indien dat voor de instandhouding van een of meer van die Rassen in Nederland gewenst is. Daarbij bepaalt de Raad van Beheer tevens volgens welke regels wordt beslist tot welk Ras de in te schrijven honden geacht worden te behoren.
5. In Bijlage G-1 van het N.H.S.B. kunnen worden ingeschreven:
a. honden die niet voldoen aan artikel III.6, eerste lid onder b, uitsluitend omdat niet de voorouders tot in de derde generatie maar alleen de ouders zijn geregistreerd;
b. de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in Bijlage G-0 en de andere ouder in één der Bijlagen of in het N.H.S.B.
6. In Bijlage G-2 van het N.H.S.B. kunnen worden ingeschreven:
a. honden die niet voldoen aan artikel III.6, eerste lid onder b, uitsluitend omdat niet de voorouders tot in de derde generatie maar alleen de ouders en de grootouders zijn geregistreerd;
b. de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in Bijlage G-1 en de andere ouder in Bijlage X-0, Xxxxxxx X-0 of het N.H.S.B.
Artikel III.8
In een Voorlopig Register, behorende bij het N.H.S.B., kunnen uitsluitend honden worden ingeschreven die behoren tot het Nederlandse Ras in opbouw, het nog niet erkende buitenlandse Ras of de raskruising ten behoeve waarvan het is geopend.
Artikel III.9
1. In onderdeel G-0 van een Voorlopig Register kunnen worden ingeschreven de honden, die door een daartoe door de Raad van Beheer ingestelde of erkende commissie tot deze inschrijving worden toegelaten.
2. In onderdeel G-1 van een Voorlopig Register kunnen worden ingeschreven de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in onderdeel G-0 van het
desbetreffende Voorlopig Register en de andere ouder in één der onderdelen van het Voorlopig Register, in één der Bijlagen van het N.H.S.B. of in het N.H.S.B..
3. In onderdeel G-2 van een Voorlopig Register kunnen worden ingeschreven de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in onderdeel G-1 van het desbetreffende Voorlopig Register en de andere ouder in onderdeel G-1 of onderdeel G-2 van het desbetreffende Voorlopig Register, in één der Bijlagen van het N.H.S.B. of in het N.H.S.B.
Artikel III.10
1. De Raad van Beheer kan ten aanzien van een Ras in opbouw bepalen, dat artikel III.6, eerste lid onder c, en/of artikel III.7, eerste lid onder d, slechts toepassing vindt ten aanzien van honden die, gehoord een daartoe door de Raad van Beheer ingestelde of erkende commissie, door de Raad van Beheer tot de bedoelde inschrijving worden toegelaten.
2. De in het eerste lid bedoelde toelating wordt geweigerd indien de hond naar het oordeel van de Raad van Beheer in onvoldoende mate de typerende kenmerken van het Ras vertoont.
3. Indien de in het eerste lid bedoelde toelating wordt geweigerd, wordt de hond ingeschreven in Bijlage G-2 indien het de toepassing van artikel III.6, eerste lid onder c, betreft, en in onderdeel G-2 van het desbetreffende Voorlopig Register indien het de toepassing van artikel III.7, eerste lid onder d, betreft.
Artikel III.11
1. Voor een Nederlands Ras dat in opbouw verkeert, stelt de Raad van Beheer zodra dat mogelijk is, na raadpleging van deskundigen en overleg met de betrokken Rasvereniging(en) of de voorloper daarvan, een voorlopige Standaard vast.
2. Zodra de honden behorende tot een Nederlands Ras in opbouw, voldoende homogeniteit vertonen en de typerende kenmerken van het Ras in voldoende mate aan hun nakomelingen doorgeven, een en ander naar het oordeel van de Raad van Beheer, stelt de Raad van Beheer de Standaard voor het Ras definitief vast. Door de definitieve vaststelling van de Standaard wordt het Ras in Nederland erkend.
Artikel III.12
1. De inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding geschiedt door opname van de volgende gegevens:
a. het Ras en eventueel de Variëteit;
b. de naam van de hond;
c. het aan de hond toegekende registratiekenmerk;
d. de namen en registratiekenmerken van de ouders of, indien en voorzover de ouders niet in de Nederlandse maar wel in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding zijn opgenomen, van de ouders en voorouders zo mogelijk tot in de derde generatie;
e. eventuele resultaten van (screenings)onderzoeken en testen van de hond en/of de ouderdieren;
f. het geslacht;
g. de kleur;
h. de aantekening “Niet erkende kleur”, “Niet erkende vacht”, “Niet erkende grootte” of “Niet erkende oordracht, indien de kleur, vacht, grootte of oordracht van de hond afwijkt van hetgeen voor het Ras, onderscheidenlijk de Variëteitsgroep of Variëteit erkend dan wel kenmerkend is;
i. de datum van geboorte;
j. eventuele bijzonderheden, de hond betreffende;
k. het identificatie-nummer;
l. eventueel de naam en het adres van de Fokker;
m. de naam en het adres van de Eigenaar en de namen van eventuele mede- eigenaren.
2. Bij de toepassing van het eerste lid wordt de hond ingeschreven als behorende tot het Ras en eventueel de Variëteit, waartoe de beide ouders blijkens hun inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding behoren, met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel III.6, eerste lid onder b, in artikel III.7, eerste lid onder a, b en c, in artikel III.7, tweede en derde lid, in artikel III.9, eerste lid, en in de volgende twee leden.
3. Indien de hond en de beide ouders niet behoren tot dezelfde Variëteit maar wel tot dezelfde Variëteitsgroep, dan wordt de hond ingeschreven als behorende tot de Variëteit waartoe hij kennelijk behoort.
4. Indien het voorgaande lid niet van toepassing is, wordt toepassing gegeven aan het eerste lid, onder g, tenzij toepassing wordt verzocht van artikel III.7, eerste lid onder c.
Artikel III.13
1. De Raad van Beheer publiceert periodiek de in de voorafgaande periode verrichte inschrijvingen in de Nederlandse stamboekhouding, met vermelding van de belangrijkste gegevens van de ingeschreven honden. In ieder geval worden de namen en registratiekenmerken van de ouders vermeld.
2. Indien voor deze publicatie een bij Tarievenbesluit te bepalen vergoeding wordt verlangd, zal deze voldaan moeten worden binnen de in de factuur gestelde termijn.
3. De in lid 1 genoemde publicatie kan via de website van de Raad van Beheer plaatsvinden.
Afdeling 2 Voorwaarden voor inschrijving
Artikel III.14
1. De inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding wordt geweigerd, indien
a. inschrijving op grond van Afdeling 1 niet mogelijk is;
x. xx Xxxx van Xxxxxx van oordeel is, dat de juistheid van de bij of naar aanleiding van de dekaangifte en/of de geboorte-aangifte en/of het verzoek tot inschrijving verstrekte gegevens onvoldoende vaststaat;
c. de Fokker en/of de Eigenaar van de vaderhond naar het oordeel van de Raad van Beheer onvoldoende medewerking verleent aan een onderzoek naar de juistheid van de onder b bedoelde gegevens;
x. xx Xxxx van Xxxxxx van oordeel is dat de raszuiverheid van de betrokken hond ondanks de inschrijving in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding onvoldoende vaststaat;
e. de betrokken hond niet vanwege de Raad van Beheer of een door de F.C.I. erkende buitenlandse instantie is geïdentificeerd;
f. de Fokker ten tijde van de worp de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt;
g. de betrokken hond niet in eigendom aan een natuurlijk persoon toebehoort;
x. xx xxxxxxxxx hond in het buitenland is geboren en niet is ingeschreven in een in het land van geboorte bijgehouden en door de F.C.I. erkende stamboekhouding;
i. de betrokken hond in Nederland is geboren en reeds in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is ingeschreven;
j. de inschrijving in strijd zou zijn met een door het Tuchtcollege opgelegde straf;
k. vervallen;
l. de betrokken pups zijn geboren uit een combinatie zoals genoemd in artikel VIII.2;
m. vervallen
n. geconstateerd is dat de betrokken Xxxxxx dit reglement heeft overtreden. Wanneer de overtreding betrekking heeft op titel 2 van Hoofdstuk VI zal de Raad van Xxxxxx het verzoek tot inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding aanhouden tot het moment dat het Tuchtcollege uitspraak heeft gedaan;
o. de afstamming van het in te schrijven nest, waarvoor de Fokker conform de artikelen III.21 en III.22 dek- en geboorteaangifte heeft gedaan, niet is vastgesteld door middel van een DNA-onderzoek.
2. In afwijking van het eerste lid onder h behoeft de inschrijving niet geweigerd te worden, indien
a. in het land van geboorte geen door de F.C.I. erkende stamboekhouding wordt bijgehouden en de hond geboren is uit ouders die in een door de F.C.I. erkende stamboekhouding zijn ingeschreven. Voorwaarde voor inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding van deze honden is dat zij voorafgaand aan de inschrijving eerst een afstammingsonderzoek ondergaan;
b. het een Nederlands ras betreft, het land van geboorte wel een erkende FCI stamboekhouding bijhoudt, maar registratie niet mogelijk is omdat het betrokken ras aldaar niet erkend wordt.
3. Een besluit tot weigering van een inschrijving wordt met opgave van redenen aan de verzoeker meegedeeld.
Artikel III.14A
a. Het Bestuur van de Raad zal, na overleg en met instemming van de Rasvereniging(en), bij honden die bepaalde kenmerken vertonen of tot een bepaald Ras behoren nadere voorwaarden verbinden aan de inschrijving in het Nederlands Honden Stamboek indien door (voorgenomen) maatregelen van de overheid het voortbestaan van een Ras in gevaar komt of indien er sprake is van ernstige Ras bedreigende problemen indien deze zijn vastgelegd in een convenant van de Raad met de Rasvereniging(en).
b. Bij het tot stand komen van de in lid 1 genoemde nadere voorwaarden, wordt het advies van de betrokken Rasvereniging(en) ingewonnen.
c. Indien niet wordt voldaan aan de in lid 1 genoemde nadere voorwaarden wordt de inschrijving in het Nederlands Honden Stamboek geweigerd.
d. De in lid 1 genoemde nadere voorwaarden worden door de Raad van Beheer en de betrokken Rasvereniging(en) gepubliceerd.
Artikel III.14B
1. Conform het gestelde in de circulaire van de FCI van 9 januari 2012 (nr. 4/2012) zijn kruisingen tussen verschillende Variëteiten van eenzelfde Ras en tussen gerelateerde Rassen onder bepaalde voorwaarden toegestaan.
2. Het kruisen van Variëteiten en gerelateerde Rassen is alleen toegestaan als:
a. de betrokken Rasvereniging(en) een plan van aanpak heeft opgesteld, in samenwerking met de voor het Ras bevoegde kennelclub, onder toezicht van de FCI Scientific & Breeding Commissions;
b. in het plan van aanpak aangetoond is dat de voorgestelde kruising bijdraagt aan verbetering van het Ras of een noodzakelijke verbreding van de fokbasis;
c. de voorgestelde kruisingen bijdragen aan het vermijden en het verminderen van gezondheidsproblemen. Het overzicht, zoals opgesteld in de FCI circulaire 04/2012, is hierbij leidend.
3. De Variëteiten met verschillende CACIB’s en de Rassen, waarvoor de FCI kruisingen onder de in lid 2 genoemde voorwaarden toestaat, staan op de website van de Raad van Beheer vermeld.
4. Het bestuur van de Raad van Xxxxxx beslist of goedkeuring wordt verleend aan het ingediende plan van aanpak, zoals genoemd in lid 2. Wanneer dit noodzakelijk wordt geacht, stelt het bestuur aanvullende voorwaarden aan de voorgestelde kruisingen.
5. Honden die voortkomen uit een kruising die niet is toegestaan, worden niet in het Nederlands Hondenstamboek ingeschreven.
Artikel III.15
1. De inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding kan worden geweigerd indien bij de dekaangifte en/of geboorte-aangifte en/of het verzoek tot inschrijving en/of de vereiste betalingen niet gehandeld is overeenkomstig Afdeling 3, zonder dat daartoe enige waarschuwing of aanmaning van de zijde van de Raad van Beheer vereist is;
2. Artikel III.14, derde lid, is van toepassing.
Artikel III.16
1. Indien ten tijde van de identificatie niet alle in leven zijnde pups uit het desbetreffende nest op het opgegeven adres aanwezig zijn, wordt geen enkele pup uit het nest geïdentificeerd.
2. vervallen
3. Indien de omstandigheden waarin de pups zich bevinden van zodanige aard zijn, dat een identificatie niet verantwoord is, wordt geen enkele pup uit het nest geïdentificeerd.
4. Ten behoeve van de in het derde lid genoemde nestcontrole zal het Bestuur van de
Raad van Beheer Uitvoeringsregels opstellen.
Artikel III.17
1. Indien naar het oordeel van de Raad van Beheer twijfel bestaat aan de juistheid van de bij het verzoek tot inschrijving verstrekte gegevens, stelt de Raad van Beheer een nader onderzoek in alvorens toepassing te geven aan artikel III.14, eerste lid onder
b. Een afstammingsonderzoek bij pups en ouderdieren kan onderdeel van dit onderzoek vormen.
2. Indien het in het eerste lid bedoelde onderzoek de daar bedoelde twijfel niet kan wegnemen, kan de Raad van Beheer de beslissing omtrent de inschrijving aanhouden ten einde het onderzoek op een later tijdstip voort te zetten.
3. Indien het in de voorgaande leden bedoelde onderzoek tot de conclusie leidt dat de juistheid van de daar bedoelde gegevens onvoldoende vaststaat, wordt alsnog toepassing gegeven aan artikel III.14, eerste lid onder b.
Artikel III.18
1. Indien een hond aan meer dan één persoon in eigendom toebehoort, wordt in de Nederlandse stamboekhouding slechts één van hen, daartoe door hen gezamenlijk aangewezen, als Eigenaar geregistreerd en de overigen als Mede-eigenaar.
2. Indien bij het verzoek tot inschrijving niet wordt vermeld wie van de in het eerste lid bedoelde personen als Eigenaar geregistreerd moet worden, dan wordt degene wiens naam in alfabetisch-lexicografische volgorde als eerste geplaatst moet worden, als Eigenaar geregistreerd.
Afdeling 3 Procedure voor inschrijving
Artikel III.19
1. Inschrijving van in Nederland geboren honden vindt plaats op basis van door de Fokker per nest verstrekte gegevens overeenkomstig de artikelen III.21 en III.22, behoudens het bepaalde in artikel III.26.
2. Alvorens wordt overgegaan tot de in lid 1 bedoelde inschrijving dient de afstamming van het nest te worden vastgesteld door middel van een DNA-onderzoek volgens de op het moment van het verzoek tot inschrijving geldende internationale standaards (ISAG), waarvoor het genetisch profiel van de bij de dekaangifte opgegeven ouderdieren beschikbaar dient te zijn. Van de ouderdieren dient uiterlijk ten tijde van de stamboomafgifte een genetisch profiel beschikbaar te zijn. Nadere regels omtrent de procedure voor de afname van DNA en het afstammingsonderzoek kunnen worden vastgelegd in
uitvoeringsregels.
3. Inschrijving van in het buitenland geboren honden vindt plaats op schriftelijk verzoek van de Eigenaar onder overlegging van alle op de afstamming van de hond betrekking hebbende documenten.
4. In bijzondere gevallen kan de Raad van Beheer bepalen, dat voor de inschrijving een andere procedure kan worden gevolgd.
5. De Raad van Beheer kan de procedure van inschrijving zowel op papier als via de
elektronische weg laten verlopen.
Artikel III.20
Door het indienen van een dekaangifte en/of een geboorteaangifte aanvaardt de verzoeker de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van dit Reglement.
.
Artikel III.21
1. Van elke dekking stuurt de Fokker binnen drie weken na de dekking bericht aan de Raad van Beheer:
a. door dekaangifte te doen via de website van de Raad van Beheer; of
b. door inzending van een dekaangifte met gebruikmaking van een formulier beschikbaar gesteld door de Raad van Beheer, tegen betaling van de in artikel
III.22 lid 8 bedoelde kosten.
2. Het in het eerste lid bedoelde dekaangifte moet volledig ingevuld zijn door degene die ten tijde van de dekking als Eigenaar van de teef in de Nederlandse stamboekhouding is geregistreerd, alsmede – wanneer gebruik gemaakt wordt van het in sub b van het eerste lid bedoelde formulier – door degene die ten tijde van de dekking als Eigenaar van de dekreu in de Nederlandse stamboekhouding of de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding geregistreerd is. Op het formulier dienen tenminste de volgende gegevens te worden vermeld:
a. de volledige naam en het adres van de Eigenaar van de teef;
b. datum van de dekking;
c. Ras en eventueel Variëteit;
d. volledige naam en het registratiekenmerk van de dekreu en de teef;
e. volledige naam en het adres van de Eigenaar van de reu;
f. eventueel de kennelnaam en het registratienummer van de kennelnaam van de Eigenaar van de teef.
3. De Eigenaar van een teef mag bij de in lid 1 bedoelde dekaangifte opgeven dat zijn teef door één extra reu is gedekt. Van deze tweede reu dienen de in lid 2 genoemde gegevens te worden vermeld.
4. Indien de Eigenaar van de teef na de in lid 1 gestelde termijn van drie weken dekaangifte doet, zal een bij het Tarievenbesluit te bepalen extra bedrag in rekening worden gebracht.
5. Indien er gebruik wordt gemaakt van een in het buitenland geregistreerde reu,dient een kopie van het afstammingsbewijs van deze reu te worden meegezonden.
6. Indien de teef en/of de dekreu van het in te schrijven nest zijn geïmporteerd en nog niet in de Nederlandse stamboekhouding zijn ingeschreven, moet het verzoek als bedoeld in artikel III.19, derde lid, uiterlijk tegelijk met de in lid 1 genoemde dekaangifte worden ingediend.
7. Indien de dekking door kunstmatige inseminatie plaatsvindt en de afname en de inseminatie van het sperma op dezelfde datum en plaats hebben plaatsgevonden moet de in het eerste lid genoemde dekaangifte vergezeld gaan van de volgende gegevens of van een verklaring van het ontbreken daarvan:
a. de datum waarop het sperma werd afgenomen en geïnsemineerd;
b. een verklaring van de Eigenaar van de reu, waarin deze verklaart dat van zijn reu
ten behoeve van de in het aanvraagformulier als beoogde moederhond vermelde xxxx xxxxxx werd afgenomen;
c. een verklaring van een dierenarts, waarin de onder b bedoelde verklaring wordt bevestigd en waarin voorts wordt verklaard dat hij de handeling heeft verricht die tot de kunstmatige bevruchting van de bedoelde moederhond heeft geleid c.q. kan leiden.
d. onderdeel van de verklaring van de dierenarts is de controle op de identiteit van de reu.
8. Indien de kunstmatige inseminatie en de afname en de inseminatie van het sperma niet op dezelfde datum en plaats hebben plaats gevonden, moet de in het eerste lid bedoelde dekaangifte vergezeld gaan van de volgende gegevens of van een verklaring van het ontbreken daarvan:
a. datum, waarop het sperma van de reu werd afgenomen;
b. datum van de inseminatie;
c. een verklaring van de Eigenaar van de reu of, indien deze is overleden, van zijn rechtsopvolger(s), waarin deze verklaart of verklaren dat van de reu ten behoeve van de in het aanvraagformulier als moederhond vermelde teef sperma beschikbaar werd gesteld en waarin voorts de wijze wordt vermeld waarop het sperma werd verzonden en verpakt;
d. een verklaring van een dierenarts, waarin de onder c bedoelde verklaring wordt bevestigd en waarin voorts wordt verklaard dat hij het verzonden sperma heeft verzegeld en op welke wijze dit is geschied;
e. een verklaring van een dierenarts, waarin deze verklaart dat hij het sperma heeft aangetroffen in de verpakking als in de onder c bedoelde verklaring omschreven, dat hij de verzegeling als in de onder d bedoelde verklaring omschreven in ongeschonden staat heeft aangetroffen en dat hij de handeling heeft verricht die tot de kunstmatige bevruchting van de bedoelde moederhond heeft geleid, c.q. kan leiden.
f. onderdeel van de verklaring van de dierenarts is de controle op de identiteit van de reu en van het opgeslagen sperma.
9. Indien de Eigenaar van de dekreu sperma van zijn hond heeft overgedragen aan een particulier en daartoe tussen partijen een overeenkomst is afgesloten, zal de dekaangifte ondertekend worden door deze eigenaar van het sperma, in plaats van door de dekreu-eigenaar. De sperma-eigenaar treedt hierbij in de plaats van de dekreu-eigenaar en is daarmee verantwoordelijk voor de naleving van de regels ten aanzien van het gebruik van de dekreu. Lid 7 en 8 zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
10. Indien de Eigenaar van de dekreu sperma van zijn hond heeft overgedragen aan een voor het Ras Aangesloten Rasvereniging en daartoe tussen partijen een overeenkomst is afgesloten, zal de dekaangifte ondertekend worden door de voorzitter en de secretaris van de betreffende Rasvereniging, in plaats van door de dekreu-eigenaar. De betrokken Rasvereniging treedt hierbij in de plaats van de dekreu-eigenaar en is daarmee verantwoordelijk voor de naleving van de regels ten aanzien van het gebruik van de dekreu. Lid 7 en 8 zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Ten behoeve hiervan dient de Rasvereniging ter
goedkeuring een plan van aanpak in bij het Bestuur. Uitgangspunt voor een dergelijk plan is, dat het leidt tot verbetering van het ras of een noodzakelijke verbreding van de fokbasis.
Artikel III.22
1. Van elke geboorte stuurt de Fokker binnen 10 dagen na de geboorte van de pups bericht aan de Raad van Beheer
a. via de website van de Raad van Beheer, of
b. door inzending van een formulier van de Raad van Beheer, tegen betaling van de in lid 8 bedoelde kosten.
De geboorteaangifte dient op dezelfde wijze te geschieden als de dekaangifte, zoals genoemd in artikel III.21 lid 1.
2. De in het eerste lid bedoelde geboorteaangifte moet volledig ingevuld worden door degene die bij de Raad van Beheer als Fokker geregistreerd is. Op dit formulier dienen ten minste de volgende gegevens te worden verstrekt:
a. volledige naam en het adres van de Fokker;
b. geboortedatum van de pups;
c. Ras en eventueel Variëteit;
x. xxxxxx in het nest geboren xxxxx en teven;
e. volledige naam en het registratiekenmerk van de vader- en moederhond;
f. namen van de pups;
g. eventueel de naam van de Rasvereniging, waarvan de Fokker lid is;
h. eventueel de kennelnaam en het registratienummer van de kennelnaam van de fokker;
i. eventueel de vermelding of de geboorte een natuurlijk verloop heeft gehad, dan wel een keizersnede noodzakelijk was.
3. De in het eerste lid genoemde termijn kan op verzoek één maal met zeven dagen worden verlengd tegen betaling van een bij het Tarievenbesluit te bepalen extra bedrag.
4. Indien de Fokker na de in lid 1 gestelde termijn geboorteaangifte doet, zal een bij het Tarievenbesluit te bepalen extra bedrag in rekening worden gebracht, zoals bedoeld in lid 3.
5. De Fokker is slechts bevoegd geboorteaangifte te doen, indien hij in Nederland woonachtig is. De Raad van Beheer kan de Fokker verplichten haar een uittreksel van de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) te doen toekomen waaruit blijkt dat hij ten tijde van de dekking en/of geboorte op dat adres woonachtig was.
6. Indien de Fokker niet alle in het nest geboren en in leven zijnde pups wenst in te schrijven in de Nederlandse stamboekhouding, worden deze pups vermeld met de reden waarom deze inschrijving niet zou hoeven plaats te vinden.
7. Indien de moederhond en/of de vaderhond van het in te schrijven nest uit het buitenland zijn geïmporteerd en nog niet in de Nederlandse stamboekhouding zijn ingeschreven, moet het verzoek als bedoeld in artikel III.19, tweede lid, uiterlijk tegelijk met de in artikel III.21 genoemde dekaangifte worden ingediend.
8. Wanneer de dek- en geboorteaangifte conform lid 1 onder b door middel van een formulier worden gedaan, worden kosten zoals vermeld in het Tarievenbesluit, in
rekening gebracht.
Artikel III.22A
1. De Fokker ontvangt m.b.t. Identificatie en registratie de factuur van een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag van de Raad van Beheer die binnen de in de factuur vermelde termijn moet worden voldaan. Op deze factuur staan tevens alle gegevens van de geboorteaangifte vermeld.
2. De Identificatie van de pups geschiedt door een door de Raad van Beheer aangestelde controleur.
3. De controleur stuurt de gegevens – waaronder in ieder geval de identificatienummers, namen en andere kenmerken van de pups – naar de Raad van Beheer. Hiervan ontvangt de Fokker een digitaal afschrift.
4. De Stambomen worden op basis van de door de controleur gestuurde gegevens vervaardigd door de Raad van Beheer en worden toegezonden aan de Fokker. De Fokker draagt zorg voor verzending van de Stambomen aan de nieuwe eigenaren.
5. Voor iedere geboren pup dient de Fokker op de website van de Raad van Beheer de naam en adres van de nieuwe Eigenaar van de pups door te geven, maar niet voor de pups waarvoor de Fokker heeft aangegeven dat deze niet in het N.H.S.B. moeten worden ingeschreven.
6. Op de website van de Raad van Beheer dient de nieuwe Eigenaar deze registratie te accepteren. Zonder deze acceptatie blijft de pup op naam van de Fokker geregistreerd staan.
7. In uitzondering op het gestelde in lid 6 dient de Fokker, indien een pup vervreemd wordt naar het buitenland gelijktijdig met het verzenden van het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier Registratiebewijs een export pedigree aan te vragen bij de Raad van Beheer voor de desbetreffende pup. De in het buitenland wonende nieuwe Eigenaar dient digitaal de overdracht te bevestigen.
8. In geval lid 7 van dit artikel van toepassing is ontvangt de Fokker ten aanzien van de aanvraag van de exportpedigree een factuur van een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag van de Raad van Beheer die binnen de in de factuur vermelde termijn moet worden voldaan.
9. Voor de nieuwe Eigenaar van een pup stelt de Raad van Beheer een digitaal Registratiebewijs beschikbaar.
Artikel III.23
1. De Raad van Beheer geeft de bij haar aangesloten Rasverenigingen uitsluitsel over welke honden van het Ras, van wie de Rasvereniging de belangen behartigt, zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding en vermeldt daarbij de NAW gegevens van Fokker en Eigenaar.
2. De in het eerste lid bedoelde verenigingen mogen de in de formulieren neergelegde informatie uitsluitend gebruiken ter behartiging van de belangen van het Ras. Zij onthouden zich van vormen van gebruik waarvan schade aan de belangen van derden verwacht kan worden.
3. Indien een vereniging naar het oordeel van de Raad van Beheer handelt in strijd met het tweede lid, dan kan de Raad van Beheer de toezending aan die vereniging
beëindigen.
4. Een besluit als bedoeld in het derde lid wordt niet genomen dan nadat de betrokken vereniging van het voornemen daartoe in kennis is gesteld en in de gelegenheid is gesteld, schriftelijk haar opvatting over dat voornemen ter kennis van de Raad van Beheer te brengen.
5. Een besluit als bedoeld in het derde lid wordt schriftelijk met redenen omkleed aan de betrokken vereniging meegedeeld.
Artikel III.24
1. De kosten tot inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding, de eventuele Identificatie daaronder begrepen, bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag voor iedere in de Nederlandse stamboekhouding in te schrijven hond. Deze kosten dienen binnen de in de factuur gestelde termijn aan de Raad van Beheer te worden voldaan, bij gebreke waarvan de inschrijving van de desbetreffende honden wordt uitgesteld tot het moment der algehele voldoening van de factuur.
2. In het geval van inschrijving als bedoeld in artikel III.19 lid 1, dienen de verschuldigde kosten zoals vastgesteld bij een Tarievenbesluit te bepalen bedrag voor het nest zoals bij de geboorteaangifte opgegeven aan de Raad van Beheer te worden voldaan binnen de in de factuur gestelde termijn, bij gebreke waarvan de Identificatie van de desbetreffende honden wordt uitgesteld tot het moment der algehele voldoening van de factuur.
Artikel III.25
1. Indien de Fokker geen lid is van één van de voor het betrokken Ras Aangesloten Rasvereniging(en), is een extra bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag per nest verschuldigd, dat tegelijk met de in het eerste lid van artikel III.24 bedoelde kosten moet worden overgemaakt.
2. Voor iedere ten tijde van de Identificatie overleden pup wordt het overgemaakte bedrag, verminderd met de bij Tarievenbesluit te bepalen administratiekosten, door de Raad van Beheer aan de Fokker terugbetaald.
3. Voor iedere geïdentificeerd pup waarvoor geen Stamboom wordt verlangd, wordt een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag, verminderd met de bij dat besluit te bepalen administratiekosten, door de Raad van Beheer aan de Fokker terugbetaald.
Artikel III.26
1. Indien de Fokker overeenkomstig artikel III.22, zesde lid, voor een pup geen inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding heeft gevraagd en de daarvoor vermelde reden in een later stadium is komen te vervallen, dan kan hij voor de betrokken hond alsnog een verzoek tot inschrijving indienen.
2. Artikel III.19, tweede lid, en artikel III.24 zijn van overeenkomstige toepassing.
Afdeling 4 Wijzigingen
Artikel III.27
1. Indien feiten bekend worden waaruit blijkt, dat in de Nederlandse stamboekhouding
betreffende een hond onjuiste gegevens zijn opgenomen, dan wordt een wijziging in de stamboekhouding aangebracht op zodanige wijze, dat de onjuiste gegevens worden vervangen door de gegevens die opgenomen zouden zijn, indien de bedoelde feiten ten tijde van de inschrijving bekend zouden zijn geweest.
2. De naam van een voor inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding aangemelde hond kan, binnen 5 weken na de geboorte van de pup en na goedkeuring van de eerste naam maximaal tweemaal door de Fokker gewijzigd worden. Nadien is wijziging alleen mogelijk indien er bij de inschrijving van de naam door de Raad van Beheer een administratieve vergissing is gemaakt.
3. Indien toepassing van het eerste lid op verzoek plaats vindt en de onjuiste inschrijving niet aan de Raad van Beheer te wijten is, bedragen de kosten van de wijziging een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag.
4. De kosten moeten tegelijk met het verzoek tot wijziging aan de Raad van Beheer worden overgemaakt.
Artikel III.28
1. Indien naar het oordeel van de Raad van Beheer aan de raszuiverheid van een hond getwijfeld moet worden of indien anderszins feiten bekend worden op grond waarvan de inschrijving van een hond in de Nederlandse stamboekhouding geweigerd had moeten worden indien deze feiten ten tijde van de inschrijving bekend zouden zijn geweest, dan wordt de inschrijving doorgehaald.
2. De inschrijving wordt eveneens doorgehaald, indien de Eigenaar van de hond dat verzoekt. De Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs moeten bij het verzoek worden overgelegd.
Artikel III.29
1. Indien de eigendom van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond wordt overgedragen, moeten zowel de overdrager als degene aan wie de eigendom wordt overgedragen daarvan mededeling doen aan de Raad van Beheer. Dit dient te geschieden door op de website van de Raad van Beheer de naam en het adres van de verkrijger van de hond door te geven. Op de website van de Raad van Beheer dient de verkrijger deze registratie te accepteren. Zonder deze acceptatie blijft de hond op naam van de overdrager geregistreerd staan.
2. Indien de eigendom van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond wordt overgedragen aan de verkrijger die woonachtig is in het buitenland, moet de overdrager via de website van de Raad van Beheer een export pedigree aanvragen. De verkrijger dient de overdracht digitaal te bevestigen. Zonder deze acceptatie blijft de hond op naam van de overdrager geregistreerd staan.
3. In de stamboekhouding wordt de naam van overdrager als de oude Eigenaar vervangen door die van verkrijger als de nieuwe Eigenaar. De Raad van Beheer geeft aan de betreffende Rasvereniging(en) deze eigendomswisseling door en verstrekt hierbij de NAW gegevens van de nieuwe Eigenaar. De nieuwe Eigenaar ontvangt digitaal een nieuw Registratiebewijs met daarop zijn persoonsgegevens en de gegevens van de hond.
4. De kosten van de wijziging bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij
moeten binnen de in de factuur gestelde termijn aan de Raad van Beheer worden voldaan.
5. Wanneer de Eigenaar van adres wijzigt, dient hij dit via zijn account op de website van de Raad van Beheer door te geven. Hieraan zijn geen kosten verbonden.
6. De registratie van eigendom in de Nederlandse stamboekhouding levert op zichzelf geen wettig en overtuigend bewijs in de zin van de Nederlandse wet.
Artikel III.30
1. Indien een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond behoort tot een Ras waarbinnen verschillende kleur-, vacht-, grootte- of oordracht-variëteiten worden onderscheiden, en deze hond na de inschrijving blijkt te behoren tot een andere Variëteit dan in de stamboekhouding is vermeld, dan kan de Eigenaar schriftelijk en gemotiveerd verzoeken de inschrijving te corrigeren met inachtneming van dit hoofdstuk.
2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek kan slechts worden ingewilligd, indien uit een schriftelijke verklaring van een door de Raad van Beheer aangewezen keurmeester blijkt tot welke andere Variëteit de hond behoort.
3. De Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs moet bij het verzoek worden overlegd.
4. De kosten van de wijziging bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij moeten tegelijk met het verzoek aan de Raad van Beheer worden overgemaakt.
5. Dit artikel kan ten aanzien van dezelfde hond slechts één maal worden toegepast.
Artikel III.31
Indien een inschrijving wordt doorgehaald of anderszins in de Nederlandse stamboekhouding een wijziging wordt aangebracht en deze doorhaling of wijziging niet op verzoek van de Eigenaar van de betrokken hond plaats vindt, wordt het besluit tot wijziging of doorhaling met opgave van redenen aan de Eigenaar meegedeeld.
Afdeling 5 Namen
Artikel III.32
1. De naam van een in de Nederlandse stamboekhouding in te schrijven hond bestaat uit de eigennaam van de hond en eventueel een kennelnaam, voorafgaande aan of volgende op de eigennaam.
2. Een kennelnaam maakt slechts deel uit van de naam van de hond, indien de Fokker ten tijde van het verzoek tot inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding, waaronder wordt verstaan de geboorteaangifte zoals bedoeld in artikel III.22,rechthebbende is op een kennelnaam als bedoeld in Titel 3 en hij opname van de kennelnaam in de naam van de hond verlangt.
3. De eigennaam mag slechts uit één woord zonder verbindingsstreep bestaan, tenzij de eigennaam wordt voorafgegaan of gevolgd door een kennelnaam, waarbij tussen de kennelnaam en de eigennaam geen gebruik mag worden gemaakt van niet in de
kennelnaam gebruikte verbindingswoorden c.q. tussenvoegsels.
4. De naam mag uit ten hoogste dertig letters bestaan en moet in Nederlands letterschrift gesteld zijn.
5. De naam van een hond die reeds in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is ingeschreven, wordt, zo nodig in afwijking van de voorgaande leden, ongewijzigd in de Nederlandse stamboekhouding overgenomen, tenzij een andere kennelnaam dan die welke de Fokker gerechtigd is te voeren of een niet in artikel III.34 genoemde titel deel van de naam uitmaakt of de naam anderszins in Nederland misverstand kan wekken of aanstoot kan geven. In dat geval wordt het verzoek tot inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding geweigerd.
6. In Nederland mag alleen de naam worden gebruikt zoals die in de Nederlandse stamboekhouding is ingeschreven.
7. Indien een drachtige teef wordt vervreemd dient de Eigenaar van deze teef, of bij overlijden van de Eigenaar diens rechtsopvolger(s), schriftelijk toestemming te geven aan de verkrijger van de drachtige teef dat de pups die geboren worden de kennelnaam, indien aanwezig, van de verkrijger dragen.
Artikel III.33
1. Naast de voorwaarden gesteld in artikel III.32 kan de Raad van Beheer als naam voor een in te schrijven hond weigeren:
a. familienaam van de Fokker;
b. cijfers, afkortingen en leestekens, apostrof en verbindingsstreepje uitgezonderd;
c. namen die reeds in het internationale register van kennelnamen van de F.C.I. zijn opgenomen;
d. namen die tot verwarring met reeds geregistreerde kennelnamen kunnen leiden; e. titels of afkortingen van titels, zoals Winner, Kampioen, Champion;
f. namen die reeds voor andere pups uit hetzelfde nest zijn gebruikt.
2. De Raad van Xxxxxx kan de inschrijving van een naam tevens weigeren, indien deze naar zijn oordeel misverstand kan wekken, aanstoot kan geven, of anderszins niet aanvaardbaar is.
Artikel III.34
1. Nederlandse en internationale schoonheidskampioenstitels als bedoeld in de artikelen IV.44 onderscheidenlijk IV.46, alsmede Winnertitels, Jeugdwinnertitels en Veteranenwinnertitels als bedoeld in artikel IV.47 worden in de Nederlandse stamboekhouding vermeld door deze al dan niet in afkorting op de bij de Stamboom gevoegde bijlage te vermelden.
2. Vervallen (lid 1 en 2 zijn samengevoegd)
2. Voor overige titels geldt dat vermelding in de Nederlandse stamboekhouding alleen plaatsvindt, door deze al dan niet in afkorting op de bij de Stamboom gevoegde bijlage te vermelden, indien de Raad van Beheer daartoe besloten heeft. Een dergelijk besluit wordt op de gebruikelijke wijze openbaar gemaakt.
3. Indien een Rasvereniging besluit aan de honden die beste van hun Ras, respectievelijk hun Variëteitsgroep, zijn geworden op de door die vereniging georganiseerde Kampioenschapsclubmatch, dan wel een door die vereniging
georganiseerde Kampioenschapsclubmatch in combinatie met een gewone Clubmatch, de titel “Clubwinnaar met jaartal” toe te kennen, dan wordt deze titel voor de toepassing van dit artikel gelijk gesteld met de in het eerste lid bedoelde titels.
4. Bij een verzoek als bedoeld in het tweede lid worden bewijsstukken overgelegd.
5. De Raad van Beheer bepaalt of en in hoe verre de in het tweede lid bedoelde titels in afkorting dan wel in code worden vermeld en op welke wijze de afkorting en eventuele codering moet plaats vinden.
6. De Raad van Beheer stelt een overzicht van titels en eventuele coderingen daarvoor beschikbaar.
Afdeling 6 Stambomen en afstammingsbewijzen
Artikel III.35
1. Ten bewijze van de inschrijving van een hond in de Nederlandse stamboekhouding wordt door de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een Registratiebewijs en een Stamboom of een afstammingsbewijs afgegeven. De Raad van Xxxxxx stelt het Registratiebewijs digitaal beschikbaar, ten bewijze dat de betrokken hond op naam van de Eigenaar staat geregistreerd, alsmede een bijlage behorende bij de Stamboom waarop onder meer de door ouderdieren behaalde titels en resultaten van gezondheidsonderzoeken staan vermeld.
Indien evenwel voor de hond reeds een buitenlands afstammingsdocument is afgegeven wordt een Registratiebewijs digitaal afgegeven en voor het overige wordt volstaan met het plaatsen van een aantekening op dat document. Indien met toepassing van artikel III.32, vijfde lid, een wijziging in de naam van de hond is aangebracht, dan wordt daarbij de gewijzigde naam in rood op het afstammingsdocument vermeld.
2. Bij inschrijving in het N.H.S.B. zelf wordt een Stamboom met een blauwgroene ondergrond afgegeven, bij inschrijving in één der Bijlagen van het N.H.S.B. een Stamboom met een rode ondergrond en bij inschrijving in een Voorlopig Register, behorende bij het N.H.S.B., een afstammingsbewijs met een gele ondergrond, een en ander volgens door de Raad van Beheer vastgestelde modellen.
3. Stambomen en afstammingsbewijzen blijven te allen tijde eigendom van de Raad van Beheer.
4. De kosten voor het afgeven van en het aanbrengen van wijzigingen in Stambomen en afstammingsbewijzen zijn inbegrepen in de kosten voor de inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding, onderscheidenlijk voor het aanbrengen van wijzigingen daarin.
Artikel III.36
1. Door of vanwege de Raad van Beheer kunnen door middel van een stempelafdruk, perforatie of anderszins bijzondere aantekeningen op een af te geven of reeds afgegeven Stamboom onderscheidenlijk afstammingsbewijs worden aangebracht.
2. Indien artikel III.12, eerste lid onder h, van toepassing is, wordt de aanduiding “Niet erkende kleur”, “Niet erkende vacht”, “Niet erkende grootte” of “Niet erkende oordracht” op de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs vermeld.
3. De voorwaarden, waaraan de ouderdieren van het betreffende ras dienen te voldoen, worden vastgesteld door het bestuur van de Raad van Beheer na inwinning van advies van de rasvereniging(en) voor het betreffende ras en eventueel na advies van de Gezondheidscommissie. De voorwaarden, waaraan de combinatie van een ras moet voldoen, zijn openbaar.
4. Op de (bijlage behorende bij de) stamboom van de pup wordt kenbaar gemaakt of de ouderdieren voldoen aan de in lid 3 genoemde voorwaarden.
Artikel III.37
De Stamboom, onderscheidenlijk het afstammingsbewijs, het genetisch profiel en het registratiebewijs behoort bij de hond. De Eigenaar moet bij eigendomsoverdracht de Stamboom van de hond gratis aan de verkrijger overdragen. De Raad van Beheer stelt digitaal het genetisch profiel en het aangepaste Registratiebewijs beschikbaar voor de verkrijger.
Artikel III.38
1. Indien een wijziging in de Nederlandse stamboekhouding wordt aangebracht, moet de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs, alsmede het Registratiebewijs van de betrokken hond op eerste vordering van de Raad van Beheer aan de Raad worden ingezonden ten einde de wijziging op de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs, alsmede het Registratiebewijs aan te brengen. Wijzigingen als gevolg van het behalen van titels worden echter niet op de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs aangebracht.
2. Indien met toepassing van artikel III.28 de inschrijving van een hond in de Nederlandse stamboekhouding wordt doorgehaald, moet de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs, alsmede het Registratiebewijs op eerste vordering van de Raad van Beheer aan de Raad worden teruggezonden.
Artikel III.39
1. Vervallen
2. Vervallen
Artikel III.40
1. Op verzoek van de Eigenaar van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond kan de Raad van Beheer een duplicaat van een afgegeven Stamboom onderscheidenlijk afstammingsbewijs en/of Registratiebewijs afgeven, indien bij het verzoek aannemelijk wordt gemaakt, dat het oorspronkelijk afgegeven document verloren is gegaan.
2. Door het afgeven van een duplicaat wordt de oorspronkelijk afgegeven Stamboom onderscheidenlijk het oorspronkelijk afgegeven afstammingsbewijs of het oorspronkelijk afgegeven Registratiebewijs ongeldig.
3. De kosten van afgifte van het duplicaat bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij moeten tegelijk met het verzoek aan de Raad van Beheer worden overgemaakt.
Artikel III.41
1. Op verzoek van de Eigenaar van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond wordt een duplicaat van een afgegeven Stamboom onderscheidenlijk afstammingsbewijs en/of Registratiebewijs afgegeven, indien het oorspronkelijk afgegeven document ernstig beschadigd is en dit document bij het verzoek wordt teruggezonden.
2. De kosten van afgifte van het duplicaat bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij moeten tegelijk met het verzoek aan de Raad van Beheer worden overgemaakt.
Titel 3 Kennelnamen Afdeling 1 Algemene bepalingen
Artikel III.42
1. De Raad van Beheer kan het recht verlenen tot het voeren van een kennelnaam.
2. Het recht tot het voeren van een kennelnaam is, behoudens het bepaalde in Afdeling 4, niet overdraagbaar.
Artikel III.43
Het recht tot het voeren van een kennelnaam geeft aan de rechthebbende het recht, de kennelnaam op te nemen in de naam van de door hem gefokte honden. In geval van een prefix-kennelnaam gaat de kennelnaam vooraf aan de eigennaam van de hond, in geval van een affix-kennelnaam volgt de kennelnaam op de eigennaam van de hond.
Artikel III.44
De Raad van Xxxxxx houdt een register van kennelnamen bij.
Artikel III.45
Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan twee of meer personen gezamenlijk wordt toegekend, is ieder van hen afzonderlijk bevoegd alle handelingen ter uitoefening van het recht te verrichten.
Artikel III.46
Door het indienen van een verzoek tot toekenning van het recht tot het voeren van een kennelnaam aanvaardt de verzoeker de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van dit Reglement.
Afdeling 2 Procedure voor toekenning
Artikel III.47
1. a. Een verzoek tot toekenning van het recht tot het voeren van een kennelnaam kan schriftelijk of middels de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx van de Raad van
Beheer bij de Raad van Beheer worden ingediend en vermeldt de verlangde kennelnaam en de namen en adressen van hen, ten name van wie het recht wordt verlangd.
b. Elke aanvraag vermeldt de rassen die onder de betreffende kennelnaam vallen. Indien er op naam van de aanvrager reeds een kennelnaam geregistreerd is voor één van de rassen waarvoor een kennelnaam wordt aangevraagd dan vervallen deze rassen onder de huidige kennelnaam.
2. De kosten van de in het eerste lid bedoelde toekenning bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag per persoon. Zij moeten binnen de in de factuur gestelde termijn worden voldaan.
3. Indien een verzoeker in het buitenland reeds gerechtigd was tot het voeren van de kennelnaam en deze bij de F.C.I. geregistreerd was, bedragen de kosten in afwijking van het tweede lid een bij Tarievenbesluit te bepalen verminderd bedrag.
4. Indien het verzoek niet wordt ingewilligd, worden de kosten terugbetaald onder vermindering van administratiekosten.
5. Indien het verzoek wordt ingewilligd, ontvangen de verzoekers een bewijs van registratie.
Artikel III.48
1. De Raad van Beheer publiceert het in artikel III.47 bedoelde verzoek twee maal op de gebruikelijke wijze.
2. Belanghebbenden en zij die menen dat inwilliging van het verzoek in strijd zou zijn met artikel III.49, kunnen binnen twee weken na de laatste verschijningsdatum hun bezwaren bij de Raad van Beheer indienen.
3. De Raad van Xxxxxx stelt de bezwaarden schriftelijk in kennis van de beslissing die omtrent hun bezwaren is genomen.
Afdeling 3 Voorwaarden voor toekenning
Artikel III.49
1. Het recht tot het voeren van een kennelnaam wordt geweigerd, indien
a. de verzoeker of één van de verzoekers ten tijde van het verzoek de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt;
b. de verzoeker of één van de verzoekers niet in Nederland woonachtig is;
c. de verzoeker een op het maken van winst gericht bedrijf uitoefent waarin honden worden verhandeld, dan wel rechtstreeks of indirect in of voor een zodanig bedrijf werkzaam is of daarin belangen heeft, een en ander ter beoordeling van de Raad van Beheer;
d. de verblijfplaats van de bij de verzoeker verblijvende honden niet voldoet aan de bij of krachtens de wet dan wel door de Raad van Beheer gestelde eisen;
e. de verzoeker weigert, de onder d bedoelde verblijfplaats aan de vertegenwoordiger van de Raad van Beheer te tonen;
f. de aangevraagde kennelnaam op grond van artikel III.50 geweigerd wordt;
g. artikel III.47 niet is nageleefd;
h. vervallen;
x. inwilliging van het verzoek anderszins in strijd zou zijn met de belangen van de kynologie.
2. Indien het verzoek door meer personen wordt ingediend, is het eerste lid op ieder van hen van toepassing.
3. Een besluit tot weigering van het recht tot het voeren van een kennelnaam wordt met opgave van redenen aan de verzoeker meegedeeld.
4. Ten behoeve van de in het eerste lid onder sub d genoemde kennelcontrole zal het Bestuur van de Raad van Beheer Uitvoeringsregels opstellen.
Artikel III.50
Als kennelnaam kunnen geweigerd worden:
a. familienamen van de Fokker;
b. vervallen;
b. cijfers, afkortingen en leestekens, apostrof en verbindingsstreepje uitgezonderd;
c. namen die niet in Nederlands letterschrift gesteld zijn;
d. uitzonderlijk lange namen;
f. vervallen;
e. namen die reeds in het internationale register van kennelnamen van de F.C.I. zijn opgenomen;
f. namen die tot verwarring met reeds geregistreerde kennelnamen kunnen leiden;
g. namen die anderszins tot verwarring kunnen leiden of aanstoot kunnen geven; h. titels of afkortingen van titels, zoals Winner, Kampioen, Champion.
Afdeling 4 Wijzigingen
Artikel III.51
1. Het recht tot het voeren van een kennelnaam wordt ingetrokken:
a. indien feiten bekend worden als bedoeld in artikel III.49, eerste lid onder c, d of e;
b. ingevolge een uitspraak van het Tuchtcollege.
2. Een besluit tot intrekking als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt niet genomen dan nadat de rechthebbende schriftelijk van het voornemen daartoe in kennis is gesteld en in de gelegenheid is gesteld schriftelijk zijn opvatting over dat voornemen ter kennis van de Raad van Beheer te brengen.
3. Het besluit tot intrekking wordt met opgave van redenen aan de rechthebbende meegedeeld.
Artikel III.52
1. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam slechts aan één persoon is toegekend, trekt de Raad van Beheer het recht in indien de rechthebbende dat verzoekt.
2. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam slechts aan één persoon is toegekend, kan de Raad van Beheer het recht intrekken indien
a. de rechthebbende niet meer woonachtig is op het bij de Raad van Beheer geregistreerde adres en van het recht gedurende vijf jaren geen gebruik is gemaakt;
b. de rechthebbende is overleden en geen toepassing is gegeven aan artikel III.53.
Artikel III.53
In het geval, bedoeld in artikel III.52, tweede lid onder b, kunnen de gezamenlijke erfgenamen binnen een jaar na het overlijden aan de Raad van Beheer verzoeken, tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van één of meer van hen.
Artikel III.54
1. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend, trekt de Raad van Beheer het recht in indien de rechthebbenden dit verzoeken.
2. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend, kan de Raad van Beheer het recht intrekken indien de rechthebbenden niet meer woonachtig zijn op het bij de Raad van Beheer geregistreerde adres en van het recht gedurende vijf jaren geen gebruik is gemaakt.
Artikel III.55
Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend, kunnen de rechthebbenden aan de Raad van Beheer verzoeken, tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van één of meer van hen.
Artikel III.56
1. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend en één van hen komt te overlijden, dan kunnen de gezamenlijke erfgenamen binnen een jaar na het overlijden aan de Raad van Beheer verzoeken, tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van de overblijvende rechthebbenden en één of meer van de erfgenamen gezamenlijk.
2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt slechts ingewilligd indien bij het verzoek een verklaring van de overblijvende rechthebbenden wordt gevoegd, waarin zij verklaren met het verzoek in te stemmen.
Artikel III.57
Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend en één van hen komt te overlijden, dan kunnen de overblijvende rechthebbenden binnen een jaar na het overlijden aan de Raad van Beheer verzoeken, tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van de overblijvende rechthebbenden.
Artikel III.58
1. Indien in het daar bedoelde geval geen toepassing wordt gegeven aan artikel III.56 of aan artikel III.57, kan de Raad van Beheer het recht tot het voeren van de kennelnaam intrekken.
2. Een besluit tot intrekking wordt niet genomen dan nadat de overblijvende rechthebbenden schriftelijk van het voornemen daartoe in kennis zijn gesteld en in de gelegenheid zijn gesteld, alsnog binnen twee maanden een verzoek als bedoeld in artikel III.56 of artikel III.57 in te dienen.
3. Het besluit tot intrekking wordt met opgave van redenen aan de overblijvende rechthebbenden meegedeeld.
Artikel III.59
1. De rechthebbende tot het voeren van een kennelnaam kan aan de Raad van Beheer verzoeken tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van één of meer andere personen.
2. De rechthebbende tot het voeren van een kennelnaam kan aan de Raad van Beheer verzoeken tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze mede te stellen op de naam van één of meer andere personen.
3. Het in de voorgaande leden bedoelde verzoek wordt slechts ingewilligd indien bij het verzoek een verklaring van de daar bedoelde andere personen wordt gevoegd, waarin zij verklaren met het verzoek in te stemmen.
Artikel III.60
1. Op een verzoek tot herregistratie is artikel III.49 van overeenkomstige toepassing.
2. Een besluit tot weigering van een herregistratie wordt met opgave van redenen aan de verzoeker meegedeeld.
Artikel III.61
1. De kosten van herregistratie bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag voor iedere persoon die nog niet als gerechtigde tot de kennelnaam was geregistreerd. Zij moeten tegelijk met het verzoek tot herregistratie aan de Raad van Beheer worden overgemaakt.
2. Indien het verzoek niet wordt ingewilligd, worden de kosten terugbetaald onder vermindering van administratiekosten.
3. Indien het verzoek wordt ingewilligd, ontvangt de verzoeker een nieuw bewijs van registratie.
Artikel III.62
1. Een wijziging in het adres van een rechthebbende tot het voeren van een kennelnaam moet worden meegedeeld aan de Raad van Beheer, die deze wijziging in zijn administratie verwerkt.
2. De kosten van verwerking bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Hiertoe ontvangt de rechthebbende een factuur die binnen de daarop gestelde termijn dient te worden voldaan.
Artikel III.62A
Het wijzigen van kennelnaam voor een bepaald ras kan alleen door het aanvragen van een nieuwe kennelnaam of het opzeggen van de kennelnaam waaronder de rassen staan geregistreerd.
Titel 4 Het hondenlogboek
Artikel III.63
1. Op verzoek van de Eigenaar of de Fokker is bij de Raad van Beheer een hondenlogboek verkrijgbaar, waarin gegevens en resultaten van de hond geregistreerd kunnen worden.
2. Het verzoek kan door de Eigenaar of de Fokker via de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx bij de Raad van Beheer worden ingediend.
3. Indien de Eigenaar het verzoek doet, dient deze als Eigenaar geregistreerd te staan in de Nederlandse stamboekhouding met hierbij het juiste adres.
4. Indien de adresgegevens van de Eigenaar in de Nederlandse stamboekhouding niet meer correct zijn, dient de Eigenaar, conform artikel III.29, de correcte adresgegevens door te geven. Bij deze herregistratie kan de Eigenaar aangeven dat hij tegelijkertijd een hondenlogboek wil bestellen.
5. De Fokker kan het verzoek voor een hondenlogboek alleen doen tegelijk met het verzoek tot inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding.
6. De kosten van een hondenlogboek bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij moeten binnen de in de factuur gestelde termijn aan de Raad van Beheer worden voldaan.
Artikel III.64
1. Het hondenlogboek wordt ingericht volgens een door de Raad van Beheer vastgesteld model.
2. In het hondenlogboek wordt onderscheid gemaakt tussen gegevens en resultaten die door de Eigenaar zelf mogen worden ingeschreven en gegevens en resultaten die slechts door een daartoe bevoegde persoon mogen worden ingeschreven.
3. Onder bevoegde personen worden verstaan keurmeesters, examinatoren, dierenartsen en de afdeling Gedrag, Gezondheid & Welzijn van de Raad van Beheer.
Artikel III.65
1. Opname in het hondenlogboek van door de Eigenaar zelf ingeschreven gegevens en resultaten levert geen bewijs van de juistheid van deze gegevens en resultaten.
2. Opname in het hondenlogboek van door een daartoe bevoegde persoon ingeschreven gegevens en resultaten, waarvoor ook een afzonderlijk officieel document wordt afgegeven, levert een vermoeden van juistheid van deze gegevens en resultaten, mits de inschrijving geautoriseerd wordt door de paraaf of handtekening van de bedoelde persoon. Volledig bewijs van de juistheid wordt slechts geleverd door de terzake afgegeven officiële documenten.
3. Opname in het hondenlogboek van door een daartoe bevoegde persoon ingeschreven gegevens en resultaten, waarvoor geen afzonderlijk officieel document wordt afgegeven, levert volledig bewijs van de juistheid van deze gegevens en resultaten, mits de inschrijving geautoriseerd wordt door de paraaf of handtekening van de bedoelde persoon.
Artikel III.66
1. De Eigenaar draagt er zorg voor, dat slechts juiste gegevens en resultaten in het hondenlogboek worden ingeschreven.
2. De Eigenaar is verplicht, het hondenlogboek op eerste vordering van de Raad van Beheer aan deze over te leggen ten einde de juistheid van de daarin opgenomen gegevens te laten controleren.
Artikel III.67
1. Op verzoek van de Eigenaar van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond kan de Raad van Beheer een duplicaat van een afgegeven hondenlogboek afgeven, indien bij het verzoek aannemelijk wordt gemaakt, dat het oorspronkelijk afgegeven document verloren is gegaan.
2. Door het afgeven van een duplicaat wordt het oorspronkelijk afgegeven hondenlogboek ongeldig.
3. De kosten van afgifte van het duplicaat bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag.
Hiertoe ontvangt de rechthebbende een factuur die binnen de daarop gestelde termijn dient te worden voldaan.
Artikel III.68
1. Op verzoek van de Eigenaar van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond wordt een duplicaat van een afgegeven hondenlogboek afgegeven, indien het oorspronkelijk afgegeven document ernstig beschadigd is en dit document bij het verzoek wordt teruggezonden.
2. De kosten van afgifte van het duplicaat bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag.
Hiertoe ontvangt de rechthebbende een factuur die binnen de daarop gestelde termijn dient te worden voldaan.
Hoofdstuk IV Exposities
Titel 1 Algemene bepalingen
Artikel IV.1 Vervallen
Artikel IV.2
1. De Keurmeester kiest bij het Kwalificeren van de honden uit de volgende kwalificaties:
a. uitmuntend: voor honden die zodanig aan de Standaard voldoen dat een geringe afwijking of een kleine fout het ideale rasbeeld niet verstoort en de kwaliteit van de hond zodanig is dat hij voor een kampioenschapsprijs in aanmerking kan komen;
b. zeer goed: voor honden die in het algemeen aan de Standaard voldoen maar door enkele onvolkomenheden, die het ideale rasbeeld verstoren, niet voor de kwalificatie “uitmuntend” in aanmerking komen;
c. goed: voor honden die nog wel aan de Standaard voldoen maar door verschillende afwijkingen, die het ideale rasbeeld duidelijk verstoren, of door een ernstige fout niet voor een hogere kwalificatie in aanmerking komen;
x. xxxxx: voor honden die in te geringe mate aan de Standaard voldoen of door een zeer ernstige fout niet voor een hogere kwalificatie in aanmerking komen.
2. Een hond die niet wil lopen, mank is, steeds tegen de exposant opspringt of de ring probeert te verlaten, waardoor het onmogelijk is het gangwerk te beoordelen, of die de beoordeling van gebit, bouw, staart of testikels onmogelijk maakt, krijgt van de keurmeester de kwalificatie ‘niet te beoordelen’. Deze kwalificatie wordt ook gegeven indien de keurmeester om andere redenen de hond niet kan beoordelen. In het keurverslag wordt de reden van het niet te beoordelen vermeld.
3. Honden die niet aan de Standaard voldoen, die een volgens de Standaard diskwalificerende fout vertonen of ernstige anatomische afwijkingen hebben waardoor de gezondheid van het ras wordt geschaad (onder meer conform de FCI regels), worden gediskwalificeerd.
4. Bij het beoordelen van de honden neemt de keurmeester naast de standaard ook in acht de regels die daarover gemaakt zijn en vastliggen in de Nederlandse “gedragscode voor exterieurkeurmeesters” en de internationale regels vastgesteld door de F.C.I..
Artikel IV.3
In dit hoofdstuk worden voor de toekenning van prijzen de volgende prijzen onderscheiden:
a. kwalificatieprijzen: prijzen die moeten worden toegekend aan iedere hond die een kwalificatie heeft verkregen;
b. ereprijzen: prijzen, waarvoor honden meedingen die tot verschillende Rassen, onderscheidenlijk Variëteitsgroepen, behoren, waarbij geen beperkingen mogen
worden gesteld maar uitsluitend de kwaliteit van de honden bepalend is voor de uitslag;
c. speciale prijzen: prijzen, waarvoor uitsluitend honden kunnen meedingen die tot hetzelfde Ras, onderscheidenlijk dezelfde Variëteitsgroep, behoren;
d. clubprijzen: prijzen die door een andere vereniging dan de Organisator worden uitgeloofd;
e. extra prijzen: prijzen die naast de ereprijzen bij de Erekeuringen kunnen worden gewonnen;
f. groepsprijzen: prijzen, waarvoor uitsluitend honden kunnen meedingen die in de Fokkerijklasse, de Koppelklasse of de Nakomelingenklasse zijn ingeschreven.
Titel 2 Keurmeesters
Artikel IV.4
1. De Keurmeesters worden door de Raad van Beheer benoemd onder vermelding van het Ras of de Rassen waarvoor zij bevoegd zijn te keuren.
2. Een benoeming kan voor een bepaalde periode worden verleend. Aan het einde van die periode besluit de Raad van Beheer de benoeming definitief te verlenen, de periode te verlengen of de benoeming in te trekken.
5. De Raad van Beheer kan bepalen dat alleen zij voor benoeming tot Keurmeester in aanmerking komen, die met goed gevolg één of meer examens hebben afgelegd. In dat geval bepaalt de Raad van Beheer de exameneisen en de wijze waarop en door wie het examen wordt afgenomen.
6. Door de aanvaarding van de benoeming aanvaardt de Keurmeester de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van dit Reglement en van de door of vanwege de Raad van Beheer vastgestelde andere reglementen.
5. De Raad van Beheer heeft de mogelijkheid een benoeming te verlenen tot Erekeurmeester.
Artikel IV.5
1. Tot Keurmeester wordt, ondanks het met goed gevolg afleggen van de in artikel IV.4, derde lid, bedoelde examens, niet benoemd degene, die naar het oordeel van de Raad van Beheer ongeschikt is voor het keurmeesterschap.
2. De Raad van Beheer kan degene, die
a. een op het maken van winst gericht bedrijf uitoefent waarin honden worden verhandeld of andere activiteiten, gericht op de hondensport, worden ondernomen, dan wel rechtstreeks of indirect in of voor een zodanig bedrijf werkzaam is of daarin belangen heeft;
b. honden ter dekking aanbiedt ten einde winst te behalen;
c. een beroep of bedrijf uitoefent, dat gericht is op de behandeling, opvoeding, training of verzorging van honden,
een en ander ter beoordeling van de Raad van Beheer, ongeschikt achten voor het keurmeesterschap indien het betreffende beroep, bedrijf of de activiteiten van betrokkene aantoonbaar onverenigbaar kunnen worden geacht met het
keurmeesterschap.
3. Bij een besluit tot weigering van een benoeming tot Keurmeester op grond van het tweede lid wordt de reden van ongeschiktheid aan de betrokkene medegedeeld.
Artikel IV.6
1. Een benoeming tot Keurmeester kan door de Raad van Beheer worden ingetrokken indien betrokkene activiteiten gaat ontwikkelen als bedoeld in artikel IV.5, tweede lid onder a tot en met c.
2. Een benoeming tot Keurmeester wordt door de Raad van Beheer ingetrokken ingevolge een uitspraak van het Tuchtcollege. Indien het Tuchtcollege aan betrokkene de straf heeft opgelegd van tijdelijke ontneming van de bevoegdheid om als Keurmeester op te treden, dan wordt de benoeming van betrokkene slechts voor de door het Tuchtcollege bepaalde termijn ingetrokken.
3. Een benoeming tot Keurmeester kan door de Raad van Beheer worden ingetrokken indien de Keurmeester verzuimt deel te nemen aan het aangeboden nascholingsprogramma.
4. Een benoeming tot Keurmeester kan door de Raad van Beheer, indien van toepassing op advies van het bestuur van de Vereniging van Keurmeester op Kynologisch Gebied in Nederland en/of de adviescommissie zoals bedoeld in de Uitvoeringsregels Keurmeestersbeleid indien het een exterieurkeurmeester betreft, dan wel een commissie zoals bedoeld in hoofdstuk V van dit reglement met betrekking tot de overige keurmeesters, worden ingetrokken indien betrokkene kennelijk disfunctioneert of om fysieke of psychische redenen niet langer in staat wordt geacht zijn ambt naar behoren te bekleden.
5. Een keurmeester - of kandidaat-keurmeester - die al meer dan drie jaar in een ander land dan Nederland zijn woonplaats heeft, moet bijscholing nemen en eventuele goedkeuring krijgen voor nieuwe rassen in het land waar hij op dat moment woont. Deze bepaling is niet van toepassing op internationale FCI-keurmeesters van alle rassen.
6. Als een kandidaat meer dan één land van verblijf heeft, moet hij beslissen in welk land hij keurmeester wil worden. De FCI moet op de hoogte worden gebracht van deze beslissing. Zodra een kandidaat-keurmeester zijn onderwijsprogramma is gestart voor een ras, groep of alle-rassen-status, moet dit programma worden voortgezet in dat zelfde land. In het geval dat een keurmeester permanent naar een andere land verhuist, dient de licentie van de keurmeester na drie jaar te worden overgedragen aan het nieuwe land van verblijf tenzij het Bestuur ermee instemt dat de licentie eerder wordt overgedragen.
7. Een besluit tot intrekking als bedoeld in het eerste, vierde, vijfde en zesde lid wordt niet genomen dan nadat de betrokkene schriftelijk van het voornemen daartoe in kennis is gesteld en in de gelegenheid is gesteld schriftelijk zijn opvatting over dat voornemen ter kennis van de Raad van Beheer te brengen.
8. Een besluit tot intrekking als bedoeld in het eerste lid wordt onder opgave van redenen aan de betrokkene meegedeeld.
Artikel IV.7
1. Een Keurmeester mag slechts in het buitenland keuren met voorafgaande toestemming van de Raad van Beheer, zulks ongeacht of de keuring al dan niet een Ras dan wel een bepaalde discipline betreft ten aanzien waarvan aan de Keurmeester, blijkens vermelding als bedoeld in artikel IV.4 eerste lid, door de Raad van Beheer keuringsbevoegdheid is verleend. Het verzoek moet tijdig schriftelijk bij de Raad van Beheer worden ingediend.
2. Exterieurkeurmeesters zoals beschreven in artikel I.4 onder k, zijn van de verplichting tot het vooraf aanvragen van toestemming voor een keuring in het buitenland uitgesloten. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvaarden van een keuring die valt binnen hun bevoegdheid en voor het aanvaarden van een keuring bij een door de Raad van Beheer, bij de FCI en/of door de FCI erkende buitenlandse organisatie.
Artikel IV.8
De Raad van Xxxxxx zal slechts goedkeuring verlenen voor het optreden van een buitenlandse Keurmeester in Nederland, indien aan de Raad van Beheer gebleken is dat deze Keurmeester in zijn land bevoegd geacht wordt het betrokken Ras of de betrokken Rassen te keuren.
Artikel IV.9
1. Een Keurmeester mag een hond waarvan hij of één zijner huisgenoten of familieleden tot in de tweede graad Eigenaar of Mede-eigenaar is, niet keuren.
2. Een Keurmeester mag op een Tentoonstelling waar hij keurt, geen honden in de erering voorbrengen.
3. Een Keurmeester mag een hond die wordt voorgebracht door één zijner huisgenoten of familieleden tot in de tweede graad niet keuren.
Artikel IV.9A KR
1. Er is een Commissie Keurmeesters, in deze titel aan te duiden als: de commissie.
2. De commissie bestaat uit vijf of zeven leden die door het Bestuur worden benoemd. Het bestuur van de Raad van Beheer benoemt de voorzitter in functie. De commissie benoemt uit haar midden een secretaris.
3. De zittingstermijn van de leden van de commissie is vier jaar.
4. Het Bestuur wijst uit haar midden een gedelegeerde aan. Deze gedelegeerde ontvangt alle aan de commissie toegezonden stukken en kan alle vergaderingen van de commissie bijwonen. De gedelegeerde heeft in die vergaderingen een raadgevende stem. De gedelegeerde kan zich laten bijstaan door medewerkers van de Raad van Beheer.
5. Doelstelling van de commissie is:
a. de bevordering van een actueel, verantwoord en eigentijds keurmeestersbeleid ;
b. het bevorderen van de samenwerking tussen de keurmeesters onderling en de Aangesloten Verenigingen en overige betrokkenen.
6. De commissie streeft het in lid 5 van dit artikel genoemde doel na door het Bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren over:
a. de uitvoering en organisatie van Keurmeesters examens, keuringen, opleidingen en nascholingen.
b. de regelgeving omtrent Keurmeesters, examens, benoemingen en uitvoeringszaken.
7. De commissie is voor al haar handelingen verantwoording schuldig aan het Bestuur en verstrekt daartoe aan het Bestuur alle door deze verlangde inlichtingen.
8. De commissie neemt bij de uitvoering van haar taak de richtlijnen en aanwijzingen van het Bestuur in acht.
Titel 3 Exposities algemeen Afdeling 1 Algemene bepalingen
Artikel IV.10
Deze titel is van toepassing op alle Exposities.
Artikel IV.11
1. Alle bijeenkomsten, onder welke benaming ook georganiseerd, waarmee beoogd wordt de deelnemende honden naar schoonheidswaarde te plaatsen en die niet zijn Tentoonstellingen of Kampioenschapsclubmatches worden voor de toepassing van dit hoofdstuk als Clubmatches aangemerkt.
2. De Raad van Beheer kan aan een vergunning voor een bijeenkomst als in het eerste lid bedoeld bijzondere voorwaarden verbinden en bepalen, dat dit hoofdstuk op die bijeenkomst geheel of gedeeltelijk niet van toepassing is.
3. Het eerste lid is niet van toepassing, indien uitsluitend honden kunnen deelnemen die de leeftijd van 24 maanden nog niet hebben bereikt, die eigendom zijn van leden van de organiserende Aangesloten Vereniging en geen inschrijfgeld, onder welke benaming ook, behoeft te worden betaald.
Artikel IV.12
1. Er is een Commissie Exposities, in deze titel aan te duiden als: de commissie.
2. De commissie bestaat uit vijf of zeven leden die door het bestuur van de Raad van Beheer worden benoemd. Het bestuur van de Raad van Beheer benoemt de voorzitter in functie. De commissie benoemt uit haar midden een secretaris.
3. De zittingstermijn van de leden van de commissie is vier jaar.
4. Het bestuur van de Raad van Beheer wijst uit haar midden een gedelegeerde aan. Deze gedelegeerde ontvangt alle aan de commissie toegezonden stukken en kan alle vergaderingen van de commissie bijwonen. De gedelegeerde heeft in die vergaderingen een raadgevende stem. De gedelegeerde kan zich laten bijstaan door medewerkers van de Raad van Beheer.
5. Doelstelling van de commissie is:
a. de bevordering van het organiseren van Exposities door Aangesloten verenigingen;
b. het bevorderen van de samenwerking tussen de Expositie organiserende verenigingen.
6. De commissie streeft het in lid 5 van dit artikel genoemde doel na door het bestuur van de Raad van Beheer gevraagd en ongevraagd te adviseren over:
a. de organisatie van Exposities
b. de regelgeving omtrent Exposities.
7. De commissie is voor al haar handelingen verantwoording schuldig aan het bestuur van de Raad van Beheer en verstrekt daartoe aan het bestuur van de Raad van Beheer alle door deze verlangde inlichtingen.
8. De commissie neemt bij de uitvoering van haar taak de richtlijnen en aanwijzingen van het bestuur van de Raad van Beheer in acht.
Afdeling 2 Voorwaarden voor het organiseren
Artikel IV.13
1. Voor het organiseren van een Expositie is de voorafgaande schriftelijke vergunning van de Raad van Beheer vereist.
2. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt alleen verleend aan een Aangesloten Vereniging, met dien verstande dat voor het organiseren van een Tentoonstelling ook vergunning kan worden verleend aan een combinatie van Aangesloten Verenigingen, mits deze combinatie rechtspersoonlijkheid bezit.
3. De Organisator dient te voldoen aan de lijst van “Criteria en Voorwaarden Tentoonstellingen”, die door het Bestuur van de Raad van Beheer in overleg met de tentoonstellingsgevende verenigingen is vastgesteld.
4. De FCI reglementen betreffende Exposities alsmede de FCI reglementen betreffende Keurmeesters gelden voor alle onder de auspiciën van de Raad van Beheer georganiseerde Exposities, behoudens een bij wege van de Raad van Beheer verleende bijzondere ontheffing.
Artikel IV.14
1. Het verzoek om vergunning wordt door de Organisator bij de Raad van Beheer ingediend onder vermelding van de aard en omvang van de te organiseren Expositie en de plaats waar en het tijdstip waarop men de Expositie zou willen houden.
2. Het verzoek om vergunning kan door de Organisator via e-mail of middels de website van de Raad van Beheer xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx bij de Raad van Beheer worden ingediend.
3. De Raad van Beheer kan tegelijk met het verlenen van de vergunning bepalen dat op de expositie een Honden Welzijn Team actief zal zijn. De Organisator dient deze Officials alle medewerking te verlenen om hun taak naar behoren te kunnen uitoefenen.
Afdeling 3 Inschrijving en toelating
Artikel IV.15
Voor een Expositie kunnen slechts honden worden ingeschreven:
a. die op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in de Nederlandse
stamboekhouding;
b. waarvoor op de dag van de inschrijving de inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd;
c. die, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding.
d. waarvoor op de dag van de inschrijving, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, de inschrijving in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd. De Eigenaar dient een schriftelijk bewijs van de aanvraag bij de inschrijving te overleggen.
Artikel IV.16
1. De individuele Klassen van deelneming worden als volgt gedefinieerd, waarbij geldt dat voor de bepaling van de leeftijd de datum waarop de hond wordt geshowd, beslissend is:
a. Jongste puppy klasse: voor honden die de leeftijd van 4 maanden hebben bereikt en de leeftijd van 6 maanden nog niet hebben bereikt;
b. Puppyklasse: voor honden die de leeftijd van 6 maanden hebben bereikt en de leeftijd van 9 maanden nog niet hebben bereikt;
c. Jeugdklasse: voor honden die de leeftijd van 9 maanden hebben bereikt en de leeftijd van 18 maanden nog niet hebben bereikt;
d. Tussenklasse: voor honden die de leeftijd van 15 maanden hebben bereikt en de leeftijd van 24 maanden nog niet hebben bereikt;
e. Open klasse: voor honden die de leeftijd van 15 maanden hebben bereikt;
f. Gebruikshondenklasse: voor honden die de leeftijd van 15 maanden hebben bereikt en waarvoor de Raad van Beheer of, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, door het desbetreffende verwante lichaam een verklaring als bedoeld in artikel IV.21 lid 1 is afgegeven;
g. Kampioensklasse: voor honden die de leeftijd van 15 maanden hebben bereikt en die een nationale of internationale F.C.I. Kampioenstitel, dan wel door een door de F.C.I. erkende partner kennelclub verstrekte nationale Kampioenstitel;
h. Fokkersklasse: honden die de leeftijd van 9 maanden hebben bereikt en die door de Exposant zijn gefokt;
i. Veteranenklasse: voor honden die de leeftijd van 8 jaar hebben bereikt.
2. De Collectieve Klassen van deelneming worden als volgt gedefinieerd:
a. Fokkerijklasse: minimum drie en maximaal 5 honden van hetzelfde Ras en Variëteit, ongeacht het geslacht gefokt door dezelfde persoon, niet noodzakelijkerwijze in diens Eigendom;
b. Koppelklasse: een reu en een teef van hetzelfde Ras en dezelfde Variëteit waarvan dezelfde persoon Eigenaar is;
c. Nakomelingenklasse: deze bestaat uit een reu of teef met minimaal drie en maximaal vijf van zijn/haar nakomelingen uit de eerste generatie.
0.Xx Organisator van een Clubmatch, Kampioenschapsclubmatch, of een Tentoonstelling waar (inter)nationale Kampioenschapsprijzen behaald kunnen worden, kan voor de inschrijving van de honden een keuze maken uit de Klassen conform
hieronder staande model. De als “V” vermelde Klassen zijn verplicht, de als “O” vermelde Klassen zijn optioneel. Iedere Klasse dient voor reuen en teven afzonderlijk te worden opengesteld:
Klassen | CAC | CACIB | KCM | CM |
Jongste puppy klasse | O | O | O | O |
Puppyklasse | O | O | O | O |
Jeugdklasse | V | V | V | V |
Tussenklasse | V | V | V | V |
Open klasse | V | V | V | V |
Gebruikshondenklasse | V | V | V | V |
Kampioensklasse | V | V | V | V* |
Veteranenklasse | V | V | V | V |
Fokkersklasse | NVT | NVT | O | O |
Collectieve klassen: | ||||
Fokkerijklasse | O | O | O | O |
Koppelklasse | O | O | O | O |
Nakomelingenklasse | O | O | O | O |
* alleen verplicht bij een Clubmatch georganiseerd door een Aangesloten Rasvereniging.
Het CAC wordt niet toegekend aan de Jongste puppy klasse en de Puppyklasse. Het CACIB wordt niet toegekend aan de Jongste puppy klasse, Puppyklasse, Jeugdklasse en Veteranenklasse.
4. Indien een Ras in Variëteitsgroepen is verdeeld, worden de opengestelde Klassen voor iedere Variëteitsgroep afzonderlijk opengesteld.
Artikel IV.17
1. Een hond kan slechts voor een Expositie worden ingeschreven door het inschrijfformulier volledig ingevuld en ondertekend aan de Organisator in te zenden en het inschrijfgeld over te maken op de wijze als door de Organisator is aangegeven.
2. Op het inschrijfformulier moet de Exposant verklaren:
a. dat hij door inschrijving de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van het Kynologisch Reglement aanvaardt, en geacht mag worden bekend te zijn met dit Reglement;
b. dat de door hem ingeschreven hond, voor zover hem bekend is, gedurende de laatste twaalf weken niet heeft verkeerd in omstandigheden waardoor gevaar voor besmetting met hondenziekte of enige andere besmettelijke ziekte te vrezen valt, en dat hij de hond niet zal inzenden indien de bedoelde omstandigheden zich alsnog mochten voordoen.
c. vervallen
d. vervallen
e. dat de door hem ingeschreven hond voldoende is geënt, middels (reguliere)
vaccinaties waarvan de geldigheid aantoonbaar is.
Artikel IV.18
1. Indien het inschrijfgeld op de daarvoor gestelde datum niet is ontvangen, kan de inschrijving worden geweigerd.
2. Als de inschrijving niet is geweigerd kan de toelating worden geweigerd, indien ten tijde van de toelating het inschrijfgeld nog steeds niet is ontvangen.
3. De inschrijving kan eveneens worden geweigerd, indien op grond van het gedrag van de Exposant bij vorige Exposities ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat hij het inschrijfgeld niet zal betalen of zich anderszins zal misdragen.
4. De inschrijving wordt in ieder geval geweigerd indien de exposant of zijn hond gediskwalificeerd is ten tijde van de expositie waarvoor is ingeschreven.
5. Inschrijvingen mogen voor het overige slechts worden geweigerd op grond van dit hoofdstuk.
Artikel IV.19
1. Indien een ingeschreven hond wegens ziekte of om andere redenen niet op de Expositie aanwezig is, wordt het inschrijfgeld niet terugbetaald.
2. Honden die met toepassing van artikel IV.24, vierde lid, wegens vrees voor besmettingsgevaar zijn afgezonderd, worden geacht niet aanwezig te zijn.
Artikel IV.20
1. Een hond kan slechts voor een Expositie worden ingeschreven door degene, die op de dag van de inschrijving Eigenaar van de hond is.
2. Indien een hond vóór de dag van de Expositie op naam van een andere Eigenaar wordt overgeschreven, moet de inschrijver daarvan mededeling doen aan de Organisator.
Artikel IV.21
1. Indien een hond voor de Gebruikshondenklasse wordt ingeschreven, moet bij het inschrijfformulier een verklaring van de Raad van Beheer of, indien de Exposant niet in Nederland woonachtig is, van het desbetreffende verwante lichaam worden gevoegd, waaruit blijkt dat de hond voor de Gebruikshondenklasse mag worden ingeschreven. Bij ontbreken van deze verklaring wordt de hond in de Open klasse ingeschreven.
2. Indien een hond voor de Kampioensklasse wordt ingeschreven, moet bij het inschrijfformulier een kopie worden gevoegd, waaruit de toekenning van de desbetreffende titel blijkt. Bij ontbreken van deze kopie wordt de hond in de Open klasse ingeschreven.
3. Door de Raad van Beheer wordt een verklaring als bedoeld in het eerste lid afgegeven voor honden waarvan de Eigenaar in Nederland woonachtig is en die:
a. als zij geen jacht- of windhonden zijn, zijn geslaagd krachtens Titel 4 van Hoofdstuk V gereglementeerd examen of in het buitenland een prestatie hebben geleverd waarvoor het desbetreffende verwante lichaam voor honden van eigen
ingezetenen een dergelijke verklaring desgewenst afgeeft;
b. als zij jachthonden zijn, op een nationale of internationale kampioenschaps- veldwedstrijd, een novice-veldwedstrijd of een jeugd-veldwedstrijd, die in Nederland werd gehouden onder auspiciën van de Commissie Jachthonden, een kwalificatie “uitmuntend”, “zeer goed”, “goed” of een Certificat de Qualités Naturelles (C.Q.N.) hebben behaald of in het buitenland een prestatie hebben geleverd waarvoor het desbetreffende verwante lichaam voor honden van eigen ingezetenen een dergelijke verklaring desgewenst afgeeft;
c. als zij windhonden zijn, in het bezit zijn van een geldige ren- of coursinglicentie én hebben deelgenomen aan minimaal twee wedstrijden in een periode van meer dan 1 jaar en 1 dag, alsmede minimaal tweemaal zijn geëindigd bij de eerste helft van de deelnemende honden tijdens een ren/coursing, die werd gehouden onder auspiciën van de F.C.I., van de Raad van Beheer of van een door de FCI erkend lichaam en wel in de klasse, waarin het Certificat d’Aptitude au Championat de Lévriers (C.A.C.I.L.) kan worden behaald, waarbij de hond in het geval van coursings minimaal 75% van het maximum aantal punten heeft behaald. Resultaten behaald in de veteranen- en sprintersklassen worden buiten beschouwing gelaten.
Artikel IV.22
Uit het buitenland afkomstige honden moeten tegen hondsdolheid zijn ingeënt. Dit moet met een geldig entingscertificaat aangetoond kunnen worden.
Artikel IV.23
1. De volgende honden mogen tot de gebouwen en de terreinen van de Expositie worden toegelaten:
a. Honden die voor de Expositie zijn ingeschreven;
b. Honden die aan een wedstrijd of demonstratie zullen deelnemen;
c. Honden die niet voor de Expositie zijn ingeschreven maar door de Eigenaar -naast de ingeschreven hond(en)- zijn meegebracht. Het aantal niet ingeschreven honden per Exposant bedraagt maximaal twee;
d. Honden van bezoekers. Dit is alleen toegestaan indien de organisatie hiertoe voor de aanvang van de Expositie besloten heeft en hier toestemming voor heeft gevraagd en verkregen bij het aanvragen van de Expositie. Per bezoeker mag maximaal één hond worden toegelaten.
2. De eigenaren van de in lid 1 sub b, c en d genoemde honden dienen zich te houden aan de regels zoals gesteld in het Kynologisch Reglement en die gelden voor onder andere gedrag en gezondheid. De honden die niet geëxposeerd worden zullen op verzoek van de organisatie aan een veterinair onderzoek onderworpen dienen te worden. De organisatie kan de honden op basis van hun gedrag dan wel het gedrag van hun Eigenaar doen verwijderen.
3. Voor de in lid 1 sub c en d genoemde honden en hun eigenaren kan de Raad van Beheer een apart reglement opstellen. Alvorens de Raad van Xxxxxx dit vaststelt, wordt advies gevraagd van de tentoonstellinggevende verenigingen in Nederland.
Artikel IV.24
1. Alvorens de honden en de honden die aan een wedstrijd of demonstratie zullen deelnemen, tot de gebouwen en terreinen van de Expositie worden toegelaten, dienen de eigenaren schriftelijk, middels ondertekening van het inschrijfformulier aan te tonen dat de honden beschermd zijn tegen besmettelijke ziekten, middels (reguliere) vaccinaties, waarvan de geldigheid aantoonbaar is en aangegeven is het Europees dierenpaspoort.
2. Bij Exposities die niet vallen onder artikel I.4 onder ‘ac’ en artikel I.4 onder ‘am’ behoeft geen dierenarts aanwezig te zijn. Wel dient er in de buurt van de Expositie een praktijkhoudende dan wel wonende dierenarts geïnformeerd te zijn dat een Expositie aldaar wordt gehouden. Indien zich een spoedgeval voordoet dient een dierenarts binnen een kwartier aanwezig te kunnen zijn.
3. Bij Exposities die vallen onder artikel I.4 onder ‘ac’ en artikel I.4 onder ‘am’ dient:
a. Een dierenarts van 08.00 uur tot 10.00 uur bij het binnenlaten van de ingeschreven honden aanwezig te zijn. De dierenarts beslist bij de ingang van de Expositie of een hond nader onderzocht dient te worden;
b. een dierenarts gedurende de duur van de gehele Expositie in de gebouwen en/of op de terreinen van de Exposities aanwezig te zijn, dan wel dient een dierenarts voor een spoedgeval binnen een kwartier aanwezig te kunnen zijn
4. Voor alle Exposities geldt dat, voor honden die niet in de catalogus zijn ingeschreven, maar toch tot de Expositieruimte worden toegelaten, de eigenaren aan de ingang een verklaring dienen te ondertekenen, dat de hond beschermd is tegen besmettelijke ziekten, middels (reguliere) vaccinaties waarvan de geldigheid aantoonbaar is.
5. Voor alle Exposities geldt dat de Organisator zorg draagt voor een mogelijkheid tot quarantaine, zodat bij besmettingsgevaar de betrokken hond terstond kan worden afgezonderd.
6. Voor alle Exposities geldt, dat de Organisator zorg draagt voor de aanwezigheid van een dierenambulance ter plaatse of zorg draagt voor de aanwezigheid van de dierenambulance binnen een kwartier.
7. Voor alle Exposities geldt dat beslissingen van de dierenarts bindend zijn.
Artikel IV.25
1. De Organisator kan de toelating van Kwaadaardige honden weigeren.
2. Indien eerst tijdens de Expositie blijkt dat een toegelaten hond kwaadaardig is, dan kan de Organisator deze hond alsnog doen verwijderen. Het inschrijfgeld wordt niet terugbetaald.
3. De Keurmeester kan een naar zijn oordeel Kwaadaardige hond Diskwalificeren en uit de ring zenden zonder deze (verder) te keuren.
4. De Keurmeester kan de ringmeester verzoeken een hond ten aanzien waarvan artikel VI.17 overtreden wordt, uit de ring te zenden. Deze hond wordt niet (verder) gekeurd.
Artikel IV.25A
1. Het is de Exposant toegestaan om zijn hond(en) tijdens een Expositie te huisvesten in een bench.
2. De in lid 1 bedoelde bench mag het welzijn van de hond niet in gevaar brengen. Het is onder meer niet toegestaan om een hond voor langere tijd in een bench te huisvesten. In ieder geval dient een hond op een door de Organisator aangewezen uitlaatplaats te worden uitgelaten, en niet in een kennelijk daarvoor geschikte bench.
3. Benches en/of transportkooien voorzien van een zwevende opengewerkte bodem zijn in ieder geval niet toegestaan
4. Indien de Organisator, de gedelegeerde, een lid van het Honden Welzijnsteam of een andere Official vermoedt dat door het gebruik van de in lid 1 bedoelde bench het welzijn van een hond in gevaar wordt gebracht, kan de Exposant verplicht worden het gebruik van de bench te staken. Wanneer een Exposant deze aanwijzing niet opvolgt, kan de Organisator, de gedelegeerde, een lid van het Honden Welzijnsteam of een andere Official de Exposant en zijn hond(en) doen verwijderen. Het inschrijfgeld wordt niet terugbetaald.
Afdeling 4 Catalogus
Artikel IV.26
De catalogus van een Expositie houdt in ieder geval in:
a. de namen van de leden van het bestuur van de Organisator en van de eventuele gedelegeerde van de Raad van Beheer;
b. de namen van de honden met hun Nederlands of buitenlands registratiekenmerk, hun titels als bedoeld in artikel III.34, hun geboortedatum, de naam van de Fokker, de namen van de beide ouderdieren en de naam van de Eigenaar;
c. vervallen;
c. de namen van de Keurmeesters.
Artikel IV.27
1. In de catalogus van een Expositie mogen alle in artikel III.34, derde lid, bedoelde titels in afkorting achter de naam van de hond worden vermeld, ook als zij in de stamboekhouding in code zijn vermeld. Ook buitenlandse nationale werkkampioenstitels mogen in de catalogus in afkorting achter de naam van de hond worden vermeld. De Raad van Beheer kan bepalen op welke wijze de afkorting moet plaats vinden.
2. Kennelnamen die niet in het register van kennelnamen zijn opgenomen, mogen niet in de catalogus van een Expositie worden vermeld.
3. De namen van mede-eigenaren als bedoeld in artikel III.18, eerste lid, worden in de catalogus na de naam van de Eigenaar vermeld, indien zij uit het inschrijfformulier blijken. Mede-eigenaren worden niet in de alfabetische lijst van Exposanten opgenomen.
Artikel IV.28 Vervallen
Afdeling 5 Gang van zaken tijdens de Expositie
Artikel IV.29
1. Gediskwalificeerd worden:
a. honden die aan beide ogen blind of aan beide oren doof zijn;
b. reuen, die niet in het bezit zijn van twee normale testikels, die volledig in het scrotum zijn ingedaald, tenzij deze uitsluitend voor een wedstrijd of demonstratie zijn ingeschreven;
c. vervallen
d. vervallen
2. De Organisator kan honden als bedoeld in het eerste lid onder b, c en d, die in strijd met artikel IV.24 tot de Expositie zijn toegelaten, onderscheidenlijk in strijd met artikel IV.17 lid 2 onder c en d voor de Expositie zijn ingeschreven, alsnog doen verwijderen.
Artikel IV.30
1. Indien door of namens het bestuur van de Organisator of door de gedelegeerde van de Raad van Beheer of door een Official geconstateerd wordt, dat een Exposant of een voorbrenger van een ingeschreven hond, dan wel één of meer van degenen die hem vergezellen, zich niet houden aan de bepalingen van dit Reglement of aan door of namens het bestuur van de Organisator gegeven aanwijzingen, dan kan dit bestuur besluiten dat de betrokken hond of honden uitgesloten worden van iedere kwalificatie en plaatsing. Het bestuur kan deze honden eveneens doen verwijderen.
2. Indien de Raad van Beheer voor de Expositie een gedelegeerde heeft aangewezen, neemt het bestuur van de Organisator een besluit als in het eerste lid bedoeld slechts in overeenstemming met deze gedelegeerde.
3. Ten tijde van het in het eerste lid bedoelde besluit reeds toegekende kwalificaties en plaatsingen komen alsnog te vervallen. Reeds uitgereikte prijzen kunnen worden teruggevorderd.
4. Tegen een besluit als in het eerste lid bedoeld, is geen Beroep mogelijk.
Artikel IV.31 Vervallen
Artikel IV.32
1. Indien een ingeschreven hond eenmaal op de Expositie aanwezig is, mag deze niet onttrokken worden aan enige keuring waarvoor hij krachtens de gang van zaken op de Expositie in aanmerking komt.
2. De secretaris van de Organisator kan op grond van bijzondere omstandigheden dispensatie van het eerste lid verlenen.
3. De in het tweede lid bedoelde dispensatie is niet vereist indien een andere dan de aangekondigde Keurmeester optreedt. Deze dispensatie is echter wel vereist indien de Organisator de wijziging ten minste twee weken vóór de eerste dag van de Expositie schriftelijk aan alle betrokken Exposanten heeft meegedeeld.
4. Indien een Exposant in het geval, bedoeld in de eerste zin van het derde lid, niet alle door hem ingeschreven honden wil terugtrekken, dan moet hij, vóór de eerste van deze honden wordt gekeurd, op het secretariaat meedelen welke hond of honden hij wil terugtrekken. In dat geval wordt voor de teruggetrokken hond of honden het inschrijfgeld terugbetaald.
Artikel IV.33
1. De Keurmeester kan de beoordeling van de hem ter keuring toegewezen honden niet geheel of gedeeltelijk aan anderen overlaten of anderen daarbij betrekken.
2. De Keurmeester kan degene die de hond voorbrengt, verzoeken hem het gebit van de hond te tonen. Wanneer aan dit verzoek niet of naar het oordeel van de Keurmeester niet in voldoende mate wordt voldaan, dan kan de Keurmeester met goedvinden van de Exposant zelf de nodige maatregelen nemen om het gebit te beoordelen.
Artikel IV.34
1. Tijdens de keuring mogen alleen de Keurmeester, de ringfunctionarissen en degenen die de te keuren honden voorbrengen, in de ring aanwezig zijn.
2. In afwijking van het eerste lid hebben gedelegeerden van de Raad van Beheer te allen tijde toegang tot alle ringen. Daarnaast hebben de Officials die deel uit maken van het Honden Welzijn Team toegang tot alle ringen indien het vermoeden bestaat dat er sprake is van misstanden op het gebied van hondenwelzijn.
Artikel IV.35
1. De ringmeester is belast met de handhaving van de orde in de ring en de zorg voor de naleving van alle bij of krachtens dit Reglement terzake gegeven voorschriften.
2. De overige ringfunctionarissen zijn de Keurmeester behulpzaam bij het schrijven van zijn keurverslag of zijn belast met de administratieve verwerking van de resultaten van de keuring.
3. Exposanten mogen niet als ringfunctionaris optreden bij de Keurmeester die hun honden moet beoordelen. Ringfunctionarissen mogen in hun ring geen honden voorbrengen.
4. De Officials die deel uit maken van het Honden Welzijn Team zijn belast met het signaleren van mogelijke misstanden op het gebied van hondenwelzijn, zowel binnen als buiten de ring.
Artikel IV.36
Keurmeesters en personen in dienst van de Raad van Beheer hebben op vertoon van een door de Raad van Beheer verstrekt legitimatiebewijs vrije toegang tot alle Exposities.
Afdeling 6 Prijzen
Artikel IV.37
De Organisator mag de beschikbaarstelling door derden van ereprijzen, speciale
prijzen, clubprijzen, extra prijzen en groepsprijzen aanvaarden, mits deze beschikbaarstelling niet in strijd is met artikel IV.12 en ook overigens de belangen van de kynologie of van de Expositie niet worden geschaad.
Artikel IV.38
Als ereprijs mogen geen geldbedragen beschikbaar worden gesteld.
Artikel IV.39
Speciale prijzen mogen slechts worden uitgeloofd, indien daaraan niet zodanig beperkende bepalingen worden verbonden dat zij niet geacht kunnen worden in het belang van het Ras, onderscheidenlijk de Variëteitsgroep, te zijn, en indien voor de toekenning daarvan geen extra keuringen nodig zijn.
Artikel IV.40
1. Clubprijzen en prijzen waaraan een zodanig beperkende bepaling wordt verbonden dat zij als reclame voor de gever moeten worden beschouwd, mogen slechts worden uitgeloofd indien voor de toekenning daarvan geen extra keuringen nodig zijn.
2. De in het eerste lid bedoelde prijzen moeten na afloop van de desbetreffende keuring door of namens de gever worden uitgereikt.
Artikel IV.41
Aan een eenmaal uitgeloofde en in de catalogus vermelde prijs mag geen andere bestemming worden gegeven, noch mag deze worden ingetrokken.
Artikel IV.42
De Organisator biedt op de dag van de Expositie aan de Exposanten gelegenheid om prijzen en diploma’s in ontvangst te nemen.
Artikel IV.43
Voor een toegekende Nederlandse kampioenschapsprijs stelt de Raad van Beheer een diploma beschikbaar.
Afdeling 7 Titels
Artikel IV.44
1. De titel “Kampioen” wordt toegekend aan de hond die vier Nederlandse kampioenschapsprijzen heeft behaald, mits de laatste Nederlandse kampioenschapsprijs is behaald op of na de dag waarop de hond de leeftijd van 27 maanden heeft bereikt, of
a. Indien de hond vóór het bereiken van deze leeftijd reeds vier of meer Nederlandse kampioenschapsprijzen heeft behaald, na het bereiken van die leeftijd een Nederlandse reserve-kampioenschapsprijs is behaald, en
b. De vereiste Nederlandse kampioenschapsprijzen door ten minste twee Keurmeesters zijn toegekend.
2. Voor de toepassing van het eerste lid telt een Nederlandse kampioenschapsprijs
behaald op de Winnertentoonstelling voor twee Nederlandse kampioenschapsprijzen.
3. Voor de toepassing van het eerste lid telt een Nederlandse kampioenschapsprijs behaald op een Kampioenschapsclubmatch voor twee kampioenschapsprijzen, indien tijdens de Kampioenschapsclubmatch tenminste 20 honden van het desbetreffende Ras, onderscheidenlijk de desbetreffende Variëteitsgroep zijn ingeschreven, en tenminste 16 honden aan de keuringen deelnemen, inschrijvingen in een eventuele Puppy- of Jongste puppy klasse niet meegerekend.
4. Voor de toepassing van het eerste lid telt een Nederlandse kampioenschapsprijs behaald op een Kampioenschapsclubmatch voor één kampioenschapsprijs, indien tijdens de Kampioenschapsclubmatch minder dan 20 honden van het desbetreffende Ras, onderscheidenlijk de desbetreffende Variëteitsgroep zijn ingeschreven, dan wel minder dan 16 honden aan de keuringen deelnemen, inschrijvingen in een eventuele puppy- of Jongste puppy klasse niet meegerekend.
5. Het gestelde in de leden 2 en 3 mag voor dezelfde hond slechts één maal worden toegepast.
6. Voor de toepassing van het eerste lid telt een Nederlandse reserve- kampioenschapsprijs, behaald op een Kampioenschapsclubmatch, waarbij de kampioenschapsprijs dubbel telt, voor één Nederlandse kampioenschapsprijs.
7. Voor de toepassing van het eerste lid tellen vier of meer Nederlandse reserve- kampioenschapsprijzen voor één Nederlandse kampioenschapsprijs, ongeacht het tijdstip waarop deze reserve-kampioenschapsprijzen zijn behaald.
8. De titel “Nederlands jeugdkampioen” wordt verleend aan de reu, onderscheidenlijk de teef die in de Jeugdklasse op een Nederlandse CAC en/of CACIB show of een Kampioenschapsclubmatch in de Jeugdklasse drie maal een eerste plaats met “uitmuntend” behaald heeft onder minimaal twee verschillende Keurmeesters. De titel “Nederlands jeugdkampioen” levert één Nederlandse kampioenschapsprijs op.
9. De titel “veteranenkampioen” wordt verleend aan de reu, onderscheidenlijk de teef die in de Veteranenklasse op een Nederlandse CAC en/of CACIB show of een Kampioenschapsclubmatch in de Veteranenklasse drie maal een eerste plaats met “uitmuntend” behaald heeft onder minimaal twee verschillende Keurmeesters. De titel Nederlands Veteranenkampioen levert één Nederlandse Kampioenschapsprijs op.
Artikel IV.45
1. Bij het toekennen van de titel “Kampioen” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar. Ten behoeve van de titel “Kampioen” kan de Eigenaar een kampioenskruis aanvragen. Na betaling van het bij Tarievenbesluit bepaalde bedrag zal de Raad van Beheer dit kampioenskruis toesturen.
2. Teneinde het diploma te ontvangen, behorende bij de titel “Jeugdkampioen” of “Veteranenkampioen” dient de Eigenaar van de desbetreffende hond op verzoek de bewijzen dat de hond recht heeft op één dezer titels aan de Raad van Beheer te verzenden en vervolgens de door de Raad van Beheer verstuurde factuur met het bij Tarievenbesluit bepaalde bedrag binnen de in de factuur vermelde termijn te voldoen.
Artikel IV.46
1. De titel “Internationaal Kampioen” (C.I.B.) wordt toegekend aan de hond die, indien hij niet behoort tot de door de F.C.I. aangewezen jacht- of gebruikshondenrassen, vier internationale kampioenschapsprijzen heeft behaald, mits
a. deze prijzen zijn behaald in ten minste drie verschillende landen onder ten minste drie verschillende Keurmeesters, en
b. de laatste internationale kampioenschapsprijs ten minste twaalf maanden na het behalen van de eerste internationale kampioenschapsprijs is behaald, en
c. de desbetreffende hond staat ingeschreven in het hoofdstamboek en derhalve een volledige drie-generatieafstamming bezit.
2. De titel “Internationaal Kampioen” (C.I.B.) wordt toegekend aan de hond, die, indien hij behoort tot de door de F.C.I. aangewezen jacht- of gebruikshondenrassen, twee internationale kampioenschapsprijzen heeft behaald, mits
a. deze prijzen zijn behaald in twee verschillende landen onder twee verschillende Keurmeesters, en
b. de laatste internationale kampioenschapsprijs ten minste twaalf maanden na het behalen van de eerste internationale kampioenschapsprijs is behaald, en
c. de hond ten minste de kwalificatie “goed” heeft behaald op een nationale veldwedstrijd dan wel het IGP I-examen met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel een voor het betreffende ras specifieke proef met goed gevolg heeft afgelegd, en
d. de desbetreffende hond staat ingeschreven in het hoofdstamboek en derhalve een volledige drie-generatieafstamming bezit.
3. De titel “Internationaal Show Kampioen” (C.I.E.) wordt toegekend aan de hond die, indien hij behoort tot de door de F.C.I. aangewezen jacht- of gebruikshondenrassen, maar niet voldoet aan het gestelde onder c van het vorige lid, vier internationale kampioenschapsprijzen heeft behaald, mits
a. deze prijzen zijn behaald in ten minste drie verschillende landen onder ten minste drie verschillende Keurmeesters, en
b. de laatste internationale kampioenschapsprijs ten minste twaalf maanden na het behalen van de eerste internationale kampioenschapsprijs is behaald, en
c. de desbetreffende hond staat ingeschreven in het hoofdstamboek en derhalve een volledige drie-generatieafstamming bezit.
Artikel IV.46A
1. De titel “Benelux Champion” wordt toegekend aan de hond die drie Benelux Winner titels heeft behaald, mits
a. deze prijzen zijn behaald in de drie Benelux landen, zijnde Nederland, België en Luxemburg onder ten minste drie verschillende Keurmeesters; en
b. de hond, voor zover deze in de Nederlandse stamboekhouding is ingeschreven, niet is ingeschreven in Bijlage G-0 van het Voorlopig Register, en waarvan ook minimaal de ouders zijn geregistreerd in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, of
x. xx xxxx, voor zover deze is ingeschreven in een buitenlandse stamboekhouding, ook minimaal de ouders zijn geregistreerd en daarvan blijkt
uit een voor het buitenland bestemde Stamboom die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving.
2. De titel “Benelux Junior Champion” wordt toegekend aan de hond die twee Benelux Jeugd Winner titels heeft behaald, mits
a. deze prijzen zijn behaald in de twee van de drie Benelux landen, zijnde Nederland, België en Luxemburg; en
b. de hond, voor zover deze in de Nederlandse stamboekhouding is ingeschreven, niet is ingeschreven in Bijlage G-0 van het Voorlopig Register, en waarvan ook minimaal de ouders zijn geregistreerd in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, of
x. xx xxxx, voor zover deze is ingeschreven in een buitenlandse stamboekhouding, ook minimaal de ouders zijn geregistreerd en daarvan blijkt uit een voor het buitenland bestemde Xxxxxxxx die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving.
3. De titel “Benelux Veteran Champion” wordt toegekend aan de hond die twee Benelux Veteraan Winner titels heeft behaald, mits
a. deze prijzen zijn behaald in de twee van de drie Benelux landen, zijnde Nederland, België en Luxemburg; en
b. de hond, voor zover deze in de Nederlandse stamboekhouding is ingeschreven, niet is ingeschreven in Bijlage G-0 van het Voorlopig Register, en waarvan ook minimaal de ouders zijn geregistreerd in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, of
x. xx xxxx, voor zover deze is ingeschreven in een buitenlandse stamboekhouding, ook minimaal de ouders zijn geregistreerd en daarvan blijkt uit een voor het buitenland bestemde Xxxxxxxx die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving.
4. Voor de conform lid 1 t/m 3 toegekende Benelux kampioenschapsprijzen stelt de Raad van Beheer een diploma beschikbaar en ontvangt de aanvrager vervolgens een factuur voor het aangevraagde diploma. Het bedrag van het diploma en de betalingstermijn is bepaald in het tarievenbesluit van de Raad van Beheer.
Artikel IV.47
1. De titel “Winner”, onderscheidenlijk “Winster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan iedere reu, onderscheidenlijk teef, die op de Winnertentoonstelling als beste reu, onderscheidenlijk teef, van het Ras of de Variëteitsgroep is aangewezen, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald.
2. De titel “Jeugdwinner”, onderscheidenlijk “Jeugdwinster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan de reu, onderscheidenlijk de teef, die op de Winnertentoonstelling in de Jeugdklasse als nummer 1 is geplaatst, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald.
3. De titel “Veteranenwinner”, onderscheidenlijk “Veteranenwinster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan de reu, onderscheidenlijk de teef, die op de Winnertentoonstelling in de Veteranenklasse als nummer in 1 is geplaatst, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald.
Artikel IV.47A
1. De titel “Benelux Winner”, onderscheidenlijk “Benelux Winster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan:
a. iedere reu, onderscheidenlijk teef, die op een Benelux Winnertentoonstelling het CACIB toegekend krijgt; of
b. indien het een ras met voorlopige of geen FCI-erkenning betreft, de beste reu en beste teef (mits 1uitmuntend), komende uit de tussenklas, de openklas, de gebruikshondenklas of de kampioensklas.
2. De titel “Benelux Jeugd Winner”, onderscheidenlijk “Benelux Jeugd Winster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan de reu, onderscheidenlijk de teef, die op een Benelux Winnertentoonstelling in de Jeugdklasse als nummer 1 is geplaatst, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald.
3. De titel “Benelux Veteranen Winner”, onderscheidenlijk “Benelux Veteranen Winster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan de reu, onderscheidenlijk de teef, die op een Benelux Winnertentoonstelling in de Veteranenklasse als nummer in 1 is geplaatst, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald.
4. Voor de conform lid 1 t/m 3 toegekende Benelux Winner titels stelt de Raad van Beheer een diploma beschikbaar en ontvangt de aanvrager vervolgens een factuur voor het aangevraagde diploma. Het bedrag van het diploma en de betalingstermijn is bepaald in het tarievenbesluit van de Raad van Beheer.
Artikel IV.48
De titel “hond van het jaar” wordt verleend aan de hond die tijdens de jaarlijkse verkiezing, die de Raad van Beheer organiseert dan wel laat organiseren, van “hond van het jaar” als beste van de show wordt aangewezen. Bij de titel “hond van het jaar” wordt ook het jaartal waarover de hond als beste werd verkozen, vermeld.
Artikel IV.13 is op deze verkiezing van toepassing.
Afdeling 8 Klachten
Artikel IV.49
1. Klachten over de gang van zaken op een Expositie moeten tijdens de Expositie bij de secretaris van de Organisator worden ingediend.
2. Indien een klacht wordt ingediend stelt de secretaris van de Organisator de gedelegeerde van de Raad van Beheer, indien deze is aangewezen, onverwijld van de klacht in kennis.
3. In het geval, bedoeld in het tweede lid, neemt het bestuur zo mogelijk nog tijdens de Expositie een beslissing omtrent de klacht, nadat het bestuur daaromtrent overleg heeft gepleegd met de gedelegeerde van de Raad van Beheer indien deze is aangewezen.
4. Indien niet tijdens de Expositie een beslissing kan worden genomen, beslist het bestuur van de Organisator binnen 6 weken na ontvangst van de klacht.
5. De beslissing van het bestuur wordt, voor zover deze tijdens de Expositie wordt genomen zo mogelijk mondeling, en in ieder geval binnen een week na de beslissing schriftelijk aan alle betrokkenen meegedeeld.
Artikel IV.50
1. Binnen vier weken na ontvangst van het in artikel IV.49, vijfde lid, bedoelde schrijven kan iedere betrokkene schriftelijk aan de Raad van Beheer herziening van de beslissing vragen.
2. De Raad van Xxxxxx deelt zijn beslissing zo spoedig mogelijk schriftelijk aan alle betrokkenen mede.
3. Indien een lid van het Bestuur van de Raad van Beheer als bestuurslid van de Organisator aan de beslissing in eerste aanleg heeft meegewerkt, neemt hij niet deel aan de besluitvorming van de Raad van Beheer.
Artikel IV.51
1. Ringmeesters en Keurmeesters hebben het recht klachten als bedoeld in VI.2 betreffende de gang van zaken in de ring waarin zij als ringmeester of Keurmeester hebben gefungeerd, bij de Raad van Beheer in te dienen zonder het daarvoor in Artikel VI.39 bedoelde bedrag te storten.
2. Officials hebben het recht klachten als bedoeld in VI.2 betreffende de gang van zaken tijdens een expositie, waar zij geambteerd hebben, bij de Raad van Beheer in te dienen zonder het daarvoor in artikel VI.39 bedoelde bedrag te storten.
Titel 4 Tentoonstellingen
Afdeling 1 Voorwaarden voor het organiseren
Artikel IV.52
1. Een verzoek om vergunning als bedoeld in artikel IV.13 ten behoeve van een Tentoonstelling wordt ingediend vóór een jaarlijks tijdig door de Raad van Beheer op de gebruikelijke wijze bekend te maken datum.
2. Indien de Organisator wenst, dat op de Tentoonstelling internationale kampioenschapsprijzen (C.A.C.I.B.’s) behaald kunnen worden, wordt dit in het verzoek vermeld.
3. Bij het verzoek wordt gevoegd:
a. een op schaal getekende plattegrond van het Tentoonstellingsgebouw of -terrein en de parkeerterreinen;
b. de verklaring dat de leden van het bestuur van de Organisator zich zowel persoonlijk als gezamenlijk aansprakelijk stellen voor de uitreiking van de uitgeloofde prijzen.
Artikel IV.53
1. De kosten van een vergunning voor het organiseren van een Tentoonstelling worden bepaald in het jaarlijks vast te stellen Tarievenbesluit.
2. De kosten moeten tegelijk met het verzoek om vergunning aan de Raad van Beheer worden overgemaakt.
3. Indien het verzoek wordt geweigerd, worden de kosten terugbetaald.
Artikel IV.54
1. In aanvulling op artikel I.4 lid 1 onder w wordt tevens een rechtspersoon die namens één of meer aangesloten verenigingen optreedt, dan wel een rechtspersoon die anderszins kan aantonen binding te hebben met de Nederlandse kynologie en de tentoonstelling organiseert conform dit reglement, aangemerkt als Organisator. Deze organisator dient eveneens een vergunning, zoals gesteld in artikel IV.52, bij de Raad van Beheer aan te vragen.
2. Het bestuur van de Raad van Beheer beslist of een rechtspersoon binding heeft met de Nederlandse kynologie.
Artikel IV.55 Vervallen
Artikel IV.56
1. Voor Tentoonstellingen mogen aan een Keurmeester ten hoogste 80 honden per dag ter beoordeling worden toegewezen. Erekeuringen worden niet meegerekend bij de bepaling van het aantal te keuren honden.
2. De Raad van Beheer kan voor het gestelde in het eerste lid dispensatie verlenen.
Artikel IV.57
1. De Raad van Beheer kan, alvorens een vergunning te verlenen, van de Organisator zekerheid verlangen voor de nakoming van diens financiële verplichtingen.
2. De Raad van Beheer kan voor de nakoming van de in het vorige lid bedoelde verplichtingen op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld.
Artikel IV.58
1. De Raad van Xxxxxx beslist omtrent de ingediende verzoeken zo mogelijk vóór 1 juli van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
2. De Raad van Beheer kan tegelijk met het verlenen van de vergunning en na verkregen toestemming van de F.C.I. bepalen, dat op de Tentoonstelling internationale kampioenschapsprijzen (C.A.C.I.B.’s) behaald kunnen worden.
3. De Raad van Beheer kan aan een vergunning ter aanvulling op dit hoofdstuk bijzondere voorwaarden verbinden.
Artikel IV.59
1. Een vergunning voor het organiseren van een Tentoonstelling wordt geweigerd:
a. indien het verzoek niet voldoet aan deze afdeling;
b. indien verlening van de vergunning in strijd zou zijn met dit Reglement;
c. vervallen
d. indien de beoogde accommodatie niet voldoet aan voor de te organiseren Tentoonstelling naar het oordeel van de Raad van Beheer te stellen eisen;
e. indien verlening van de vergunning overigens in strijd zou zijn met de belangen van de kynologie.
2. Een besluit tot weigering van een vergunning wordt schriftelijk met opgave van redenen aan de verzoeker meegedeeld.
Artikel IV.60
1. De Raad van Beheer kan voor ieder jaar het ten hoogste te houden aantal Tentoonstellingen voor alle Rassen bepalen.
2. Indien voor enig jaar meer verzoeken om vergunning voor het organiseren van Tentoonstellingen voor alle Rassen zijn ingediend dan het in het eerste lid bedoelde aantal, dan houdt de Raad van Beheer bij zijn beslissing omtrent de verzoeken zo mogelijk rekening met gevestigde tradities en voor het overige met de in het voorafgaande jaar gehouden Tentoonstellingen.
3. Vervallen
Artikel IV.61
1. De Raad van Beheer bevordert dat ieder jaar de Winnertentoonstelling wordt georganiseerd.
Artikel IV.61A
1. De Raad van Beheer bevordert dat ieder jaar een Benelux Winnertentoonstelling wordt georganiseerd. De Raad van Beheer kan de Benelux Winnertentoonstelling zelf organiseren, dan wel laten organiseren door een tentoonstelling gevende vereniging, zijnde een bij de Raad van Beheer aangesloten vereniging.
2. Indien geen enkele tentoonstelling gevende vereniging de Benelux Winnertentoonstelling in enig jaar wenst te organiseren, zal de Raad van Beheer zelf de organisatie op zich nemen.
3. Tentoonstelling gevende verenigingen kunnen het verzoek tot het organiseren van de Benelux bij de Raad van Beheer indienen vóór een jaarlijks tijdig door de Raad van Beheer op gebruikelijke wijze bekend te maken datum. Indien meer dan één vereniging zich meldt, zal het bestuur van de Raad van Beheer besluiten welke verenging de organisatie van de Benelux Winnertentoonstelling krijgt toegewezen.
4. De voorwaarden voor het organiseren van een Benelux Winnertentoonstelling worden vastgelegd in door het bestuur van de Raad van Beheer vastgestelde Uitvoeringsregels, welke tijdig en op de gebruikelijke wijze worden bekend gemaakt.
Artikel IV.62
De Organisator verzekert zich tegen schade, voortvloeiende uit wettelijke aansprakelijkheid tegenover derden. De desbetreffende polis en premie-kwitantie worden tegelijk met de in artikel IV.64, tweede lid, bedoelde inzending van het vraagprogramma aan de Raad van Beheer ter inzage gezonden.
Artikel IV.63 Vervallen