Contract
ORDE-, VEILIGHEIDS- EN MILIEUVOORSCHRIFTEN |
Bestemd voor derden die opdrachten (werken, leveringen of diensten) uitvoeren op arbeidsplaatsen van EcoWerf |
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx |
15/12/2022 |
INHOUDSOPGAVE
5. SOCIALE EN ANDERE VOORZIENINGEN 6
5.1. Aansluitingen elektrische installatie 6
5.3. Gereedschap en materiaal 7
7. WERKEN AAN INSTALLATIES, WERKZONE EN VERGRENDELPROCEDURE 7
9. GEVAARLIJKE STOFFEN, MENGSELS EN PRODUCTEN 9
13. WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN 12
14. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN 13
15. BRAND- EN/OF EXPLOSIEGEVAAR 13
16. MILIEUBESCHERMINGSMAATREGELEN 14
17.1. Algemene preventiemaatregelen 15
17.2. Werken in de gft-composteerhal 15
17.3. Medische preventiemaatregelen 16
18. NOODOPROEPEN EN NOODSITUATIES 16
1. TOEPASSINGSGEBIED
Met derden wordt bedoeld:
• Hoofdaannemer
• Onderaannemer
• Zelfstandige aannemer
• Leverancier die ook onderhoud doet
• Bedienaar van huurmateriaal
• Contractor
Dit reglement maakt integraal deel uit van de overeenkomst gesloten tussen EcoWerf en de derden. Dit reglement is verplichtend voor de hoofdaannemer die de opdracht krijgt, alsook voor elk van de onderaannemers, de zelfstandige aannemers en contractors, die voor rekening van de hoofdaannemer opdrachten op de arbeidsplaatsen van EcoWerf uitvoeren. Onderaannemers, zelfstandige aannemers en contractors zullen door de hoofdaannemer in kennis worden gesteld van de inhoud van dit reglement.
De derden moeten, vooraleer de werken te starten, EcoWerf op de hoogte brengen van de
xxxxxx’x die zij binnenbrengen samen met de preventiemaatregelen die zij daaraan koppelen.
Het invuldocument van dit reglement, dat apart wordt toegestuurd, zal samen met de bestelling en vóór de aanvang van de werken ondertekend en gedateerd worden. Deze ondertekende verklaring voor akkoord moet worden overhandigd aan de dienstverantwoordelijke die de opdracht gegeven heeft. Het formulier voor opgave arbeidsongevallen en gepresteerde uren dient overgemaakt te worden na uitvoering van de werken, voor de oplevering en/of facturatie.
2. WETTEN EN REGLEMENTEN
In het kader van de Afdeling I, Werkzaamheden van werkgevers of zelfstandigen van buitenaf, van het Hoofdstuk IV, Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden uitgevoerd door ondernemingen van buitenaf of door uitzendkrachten, van de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 18 september 1996) en zijn wijzigingen zijn gedurende de uitvoering van het contract de derden verplicht:
• Er over te waken dat de werken uitgevoerd worden in volledige overeenstemming met de gangbare voorschriften van EcoWerf, het ARAB (Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming), de Codex over het welzijn op het werk, het AREI (Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties), het VLAREM (Vlaams Reglement betreffende de Milieuwetgeving), het VLAREMA (Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en afvalbeheer) en rekening houdende met iedere andere Vlaamse, Belgische of Europese wettelijke bepaling inzake veiligheid, milieu en brandbeveiliging. Deze vermelding houdt tevens alle wijzigingen van deze wetten en reglementen in, gekend tot op de datum van de bestelling.
• Deze regels en voorschriften dienen toegepast te worden zowel tegenover hun eigen personeel en alle andere aanwezigen, tegenover de door hun gebruikte arbeidsmiddelen en materialen alsook tegenover deze van EcoWerf.
• Alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen inzake belastingen en sociale zekerheid zijn na te leven en te doen naleven door zijn eigen onderaannemers en door ieder die hem personeel ter beschikking stelt.
Indien derden een werk uitvoeren op een manier die indruist tegen de in voege zijnde wetten en reglementen zullen zij de volledige verantwoordelijkheid daarvan dragen en alle schade, kosten, boeten en andere hieruit voortkomend te hunnen laste nemen.
Bij niet of onvolledig naleven van de verplichtingen kan EcoWerf zelf maatregelen treffen om hieraan te voldoen en dit op kosten van de werkgever van de onderneming van buitenaf. Bij overtreding van deze orde-, veiligheids- en milieuregels behoudt EcoWerf zich het recht de toegang tot onze arbeidsplaatsen aan bepaalde derden/personen te weigeren. Indien de derde nalatig is, zal EcoWerf hem in gebreke stellen via e-mail of brief.
• De dienstverantwoordelijke die de opdracht gaf en de dienst Veiligheid, milieu en kwaliteit zullen steeds ten dienste staan van de derden voor alle gewenste inlichtingen. Deze personen zullen het recht hebben alle handelingen die een gevaar zouden kunnen scheppen voor het personeel of de installaties van EcoWerf, of voor het personeel van deze derden of het intern/extern milieu, onmiddellijk te doen stopzetten. Deze stopzetting kan onder geen beding aanleiding geven tot een eis van schadevergoeding vanwege de derden aan EcoWerf. Dit akkoord vermindert geenszins de verantwoordelijkheid van de derden.
De interne veiligheids- en milieuvoorschriften zijn vanzelfsprekend ook van toepassing op werknemers van buitenaf. Het ontbreken, onvoldoende of onvolledig aanwezig zijn van veiligheidsvoorschriften en/of aanwijzingen door EcoWerf ontheft de derden niet van de op hun rustende verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.
3. TOEGANG
De normale werktijden waarop de opdracht mag uitgevoerd worden zijn:
• voor het milieubedrijf van 07.00 tot 16.30 uur
• voor de loskade van 07.00 tot 16.30 uur
• voor de gft-installatie van 07.00 tot 18.00 uur
• voor de recyclageparken van 07.00 tot 17.00 uur
• voor de overlaadstations van 08.00 tot 16.30 uur
• voor de stortplaatsen van 08.00 tot 16.30 uur
De toegang tot de arbeidsplaatsen van EcoWerf is alleen toegelaten na afspraak met de dienstverantwoordelijke die de opdracht gaf. Afwijking hiervan kan mits uitdrukkelijke, schriftelijke aanvraag aan de dienstverantwoordelijke.
De derden meldt zich steeds aan bij:
• voor het milieubedrijf, de loskade en de gft-installatie via het onthaal, waar zij eventueel een bezoekersbadge ontvangen.
• voor de overlaadstations, recyclageparken en stortplaatsen na aanmelding ter plaatse bij het toezichthoudend personeel van EcoWerf.
De personen die een werk komen uitvoeren, dienen in het bezit te zijn van de referenties van het uit te voeren werk (bestelbon of e-mail met werkaanvraag) en dienen tevens de naam van de contactpersoon/opdrachtgever bij EcoWerf te kennen.
Iedereen is onderworpen aan de gebruikelijke in- en uitgangscontrole. Ook voertuigen zijn aan deze controle onderworpen. Ook het betreden en het verlaten van het bedrijf gedurende de arbeidsuren vallen hier onder. Het is verboden materiaal, grondstoffen of producten (zelfs afval dat niet werd geproduceerd door de derde) mee te nemen. Controle hierop kan uitgeoefend worden door EcoWerf.
Het is verboden dat werknemers van derden zich op andere plaatsen bevinden dan de hen toegewezen plaats of werf. Fotograferen en filmen zonder toestemming van de directie van EcoWerf is verboden.
Elk document en elke inlichting, overgemaakt door EcoWerf, moet als strikt vertrouwelijk beschouwd worden. Geen enkel document of inlichting mag gereproduceerd of aan anderen toevertrouwd worden zonder schriftelijke toelating. Hetzelfde geldt voor plannen en alle uitvoeringsdocumenten opgemaakt door de derden ter gelegenheid van de gedane bestellingen of uit te voeren werken.
Het is verboden alcoholhoudende dranken of verdovende middelen of alle niet gelegaliseerde stimulantia binnen het grondgebied van EcoWerf te brengen, te gebruiken en/of er onder invloed van te zijn.
4. VERKEER
Op de bedrijfsterreinen wordt de toegelaten snelheid van 15 km/uur, alsook alle verkeerstekens gerespecteerd. In de open gebouwen mag er, na toelating, slechts stapvoets gereden worden. Op de bedrijfsterreinen gelden de regels van het algemeen verkeersreglement. Voetgangers blijven zoveel als mogelijk op de aangebrachte wandel- en zebrapaden. Het dragen van signalisatiekledij is verplicht op de volledige site, met uitzondering van het administratief gebouw.
Bedrijfsauto’s kunnen tot bij de arbeidsplaatsen gereden worden voor het in- en uitladen. Daarna dienen deze te worden geparkeerd op de voorziene parking. Uitzonderingen hierop dienen te worden aangevraagd voor de aanvang der werken aan de dienstverantwoordelijke. Deze bedrijfsauto’s mogen niet hinderlijk geparkeerd worden. De wegen moeten voor de hulpverleningsdiensten, alsook voor de interne circulatie, steeds vrij gehouden worden.
Iedere bestuurder van een heftruck of hoogtewerker moet in het bezit zijn van een rijvaardigheidsattest. Meerijden op heftrucks, aanhangers en laadbakken is verboden.
De bestuurder dient eventuele schade die hij veroorzaakt meteen aan de dienstverantwoordelijke te melden. De herstellingskosten vallen volledig ten zijnen laste. EcoWerf is niet verantwoordelijk voor eventuele aangebrachte schade aan of het verdwijnen van voertuigen van derden op hun terrein. Verbrandingsmotoren zijn in gesloten ruimten niet toegelaten.
5. SOCIALE EN ANDERE VOORZIENINGEN
Het gebruik van de refters, kleedkamers en wasplaatsen (inclusief douches), verpozingslokalen … van EcoWerf is toegelaten voor de derden na akkoord door de betrokken dienstverantwoordelijke van EcoWerf. Voor werken die langer duren dan 1 week dient de derden dit zelf te voorzien. De derden kunnen echter steeds gebruik maken van de toiletten van EcoWerf.
Algemeen geldende hygiëneregels, orde en netheid worden door de gebruikers gerespecteerd. Bij vaststelling van overtredingen kan de dienstverantwoordelijke deze gunst ontnemen.
5.1. Aansluitingen elektrische installatie
Elektrische stroom kan ter beschikking gesteld worden voor de verlichting en de werking van gereedschappen voor zover een speciaal lastenboek hierop geen uitzondering maakt. Daartoe dient toelating bekomen te worden bij de dienstverantwoordelijke. Eventuele tijdelijke aansluitingen dienen in opdracht van de derden gekeurd te worden door een externe dienst belast met technische keuringen. Een indienststellingsverslag zonder opmerkingen dient te worden overhandigd aan EcoWerf.
5.2. Water
Water nodig voor uitvoering van werken en/of proeven kan ter beschikking gesteld worden voor zover een speciaal lastenboek hierop geen uitzondering maakt. Daartoe dient toelating bekomen te worden bij de dienstverantwoordelijke.
5.3. Gereedschap en materiaal
EcoWerf stelt geen gereedschappen noch ander materiaal ter beschikking aan de derden, hierop kan uitzondering gemaakt worden. Daartoe dient toelating bekomen te worden bij de dienstverantwoordelijke.
6. DIEFSTAL
EcoWerf is niet verantwoordelijk voor het materiaal en de uitrusting van de derden. De derden dient de nodige voorzorgen te nemen om zijn arbeidsmiddelen en materialen te beschermen tegen diefstal.
EcoWerf kan onder geen enkel beding aansprakelijk gesteld worden voor het zoekraken van persoonlijke eigendommen.
7. WERKEN AAN MACHINES EN INSTALLATIES
Controles, onderhouds- en herstelwerken aan machines en installaties worden uitgevoerd door bevoegde personen en bij volledige stilstand/uitschakeling en het spanningsloos zetten van de betreffende machines en installaties. Door adequate materiële en/of organisatorische maatregelen wordt het onbedoeld starten van de machines en installaties tijdens de uitvoering van de werken vermeden (vergrendelprocedure).
De derden pleegt steeds voorafgaand overleg met de dienstverantwoordelijke vooraleer de vergrendelprocedure wordt toegepast. Tijdens dit overleg wordt op zijn minst vastgelegd wanneer de procedure van start gaat en wanneer ze afgesloten wordt.
Volgende stappen worden zo nodig door de derden ondernomen (niet-limitatieve lijst, een risicoanalyse van de opdracht, deelopdracht en/of taken kan bijkomende maatregelen opleggen):
• VÓÓR de uitvoering van de controle, onderhouds- en/of herstelwerken
o Contacteer de dienstverantwoordelijke en pleeg het nodige overleg
o Controleer op welke energievoorzieningen de machine of installatie is aangesloten
o Schakel elke energietoevoer uit. Het gedeelte van de installatie waarop werken worden uitgevoerd, moet van alle voedingsbronnen elektrisch worden gescheiden
o Zet de elektrische hoofdschakelaar op het voedingsbord in de stand ‘0’, zet de
werkschakelaar(s) bij de elektrische motor(en) in de stand ‘0’ …
o Sluit de toevoer van perslucht (pneumatische circuits), hydraulische olie (hydraulische circuits), water, stoom of andere chemische producten en/of vloeibare of gasvormige brandstof (verbrandingsmotoren en/of -installaties) af door de afsluiter/ventiel op de betreffende toevoerleidingen in de stand ‘Gesloten’ te plaatsen
o Vergrendel de hoofdschakelaar(s), de werkschakelaar(s) en/of de afsluiter(s)/ ventiel(en) met één of verschillende hangsloten. Breng een indicatiebord aan met volgende aanduidingen: de melding ‘Niet inschakelen’, de naam van de verantwoordelijke aannemer(s), de naam en coördinaten (telefoonnummer) van de persoon/personen, bevoegd om de vergrendeling(en) te verwijderen
o De spanningsafwezigheid moet worden gecontroleerd met behulp van een aangepaste uitrusting op alle actieve geleiders
o De delen van de elektrische installatie die in de onmiddellijke omgeving onder spanning blijven, dienen afgebakend en afgeschermd te worden
o Binnen de werkzone waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd, moeten alle gedeelten van alle hoogspanningsinstallaties en de laagspanningsinstallaties, waarop het risico aanwezig is, worden geaard en vervolgens worden kortgesloten
o Neutraliseer de restenergie:
▪ Verwijder elektrische ladingen op accumulatoren, condensatoren …
▪ Stel pneumatische en hydraulische circuits drukloos (bijvoorbeeld door het openen van het kortsluitventiel over de hydraulische pomp)
▪ Ondersteun met een stevige en stabiele stut, geheven massa’s
▪ Verwijder de spanning van trek- of drukveren
▪ Controleer de afwezigheid van elke vorm van energietoevoer (testen en/of meten) naar de machine of installatie
▪ Sluit, bij componenten in circuits, de afsluiters/ventielen voor en na de component af en vergrendel. Laat op een veilige manier, in overeenstemming met de gegeven instructies, het product in het geïsoleerde deelcircuit afvloeien
▪ Waarschuw onmiddellijk, bij twijfel of wanneer de vergrendelprocedure niet of onvoldoende kan worden toegepast, de dienstverantwoordelijke
▪ Stop alle werkzaamheden aan de betreffende machine of installatie tot na regularisatie
• TIJDENS de uitvoering van de controle, onderhouds- en/of herstelwerken:
o Het vrijgeven van de elektrische installatie voor aanvatting van de werken gebeurt door de werkverantwoordelijke
o Controleer de vergrendelingen na elke langdurige werkonderbreking (zeker elke morgen bij werken over verschillende werkdagen)
o Of de installatie spanningsloos is of niet, men zal steeds werken met geïsoleerde handgereedschappen
• NA de uitvoering van de controle, onderhouds- en/of herstelwerken:
o De derden die instaat voor de aanleg of uitbreiding van de elektrische installatie zal, alvorens zijn installatie in werking te stellen, de installatie laten onderwerpen aan een gelijkvormigheidsonderzoek inzake de reglementaire voorschriften van het AREI. Het gelijkvormigheidsonderzoek zal uitgevoerd worden door een erkende externe dienst belast met technische controle naar keuze van EcoWerf. De derden stelt de elektriciteitsplannen, situatieschema’s en ééndraadschema’s op, of past bestaande plannen aan en overhandigt ze aan EcoWerf
o Plaats alle afschermingen en/of veiligheden terug
o Verwijder aangebrachte vergrendelingen (hangsloten) op de energievoorzieningen naar de machine of installatie. Verwijder de aangebrachte indicatieborden
o Verwittig de dienstverantwoordelijke vooraleer de energietoevoer te herstellen
o Herstel alle energietoevoer naar de machine of installatie
o Controleer de lekdichtheid van alle vloeistof- of gascircuits
o Controleer degelijk de goede werking van de machine of installatie
De nodige veiligheidsmaatregelen die voor de omgeving vereist zijn, moeten worden genomen. Gevaarzones, tijdelijke plaatsing van elektrische draden of slangen, openingen, putten of andere obstakels in doorgangen en werkplaatsen zijn af te bakenen en/of op duidelijke wijze te signaleren.
De derden dienen alle nodige voorzorgmaatregelen te nemen en veiligheidsmateriaal ter beschikking te stellen bij speciale risico’s, bijvoorbeeld: werken in de hoogte, op daken, bij grondwerken …
De derden nemen alle voorzorgen om te voorkomen dat door hun schuld, nalatigheid of gebrek aan voorzorg hinder zou worden veroorzaakt aan EcoWerf of anderen. Er zal in het bijzonder door de derden worden toegezien dat alle geluiden, trillingen, hinder voor het verkeer, modder op de weg, hinder op de voetpaden, gebrekkige afbakening, onvoldoende of dubbelzinnige signalisatie vermeden worden. Afbraakzones zijn stofvrij af te schermen van overige in gebruik zijnde lokalen.
Op ieder ogenblik tijdens de werkzaamheden dienen de verkeerstekens, trappen, nooduitgangen, nooddouches, oogspoeldouches, EHBO-kasten, brandweermateriaal, persluchtapparatuur, noodstoppen, elektriciteits- en bedieningskasten, doorgangen vrij en onbelemmerd te blijven. In de werkzone heerst er steeds voldoende orde en netheid.
8. ARBEIDSMIDDELEN
Alle arbeidsmiddelen die door de derden gebruikt worden, moeten in goede staat verkeren en in overeenstemming zijn met de geldende reglementeringen en zijn geschikt om de voorziene werken uit te voeren.
Door het treffen van adequate materiële en/of organisatorische maatregelen maakt de derden het gebruik van de arbeidsmiddelen, opgesteld en/of gebruikt op de arbeidsplaats, door anderen dan zijn eigen werknemers onmogelijk. Tevens wordt gemechaniseerd handgereedschap nooit onbeheerd achtergelaten.
Tenzij uitdrukkelijk vastgelegd, is het gebruik door de aannemer van arbeidsmiddelen van EcoWerf verboden. Het ter beschikking stellen van een arbeidsmiddel door EcoWerf, ontslaat de derde niet van zijn wettelijke verplichtingen.
Deze arbeidsmiddelen en keuringsplichtige PBM’s moeten periodiek gekeurd worden door een externe dienst belast met de technische controles, overeenkomstig de meest recente veiligheidsvoorschriften. Het indienststellingsverslag en de laatste periodieke keuring dienen steeds het arbeidsmiddel of PBM te vergezellen. Bij mogelijke opvraging en afwezigheid zullen de werken stilgelegd worden.
9. GEVAARLIJKE STOFFEN, MENGSELS EN PRODUCTEN
Het is verboden om gevaarlijke stoffen binnen te brengen zonder goedkeuring van dienst Veiligheid, milieu en kwaliteit. Hiervoor zal de derden steeds een lijst van alle producten die hij wil gebruiken, samen met de VIB’s (veiligheidsinformatiebladen of SDS-en) voorleggen aan de betrokken dienstverantwoordelijke en de dienst Veiligheid, milieu en kwaliteit. De derden zorgt ervoor dat alle medewerkers en onderaannemers instructies gekregen hebben over werken met producten. De aannemer controleert of deze gekend en toegepast worden.
Opslag van producten mag alleen in functie van de geplande werken en nooit meer dan nodig voor één dag/week (afhankelijk van het risico, bepaald met de dienst Veiligheid, milieu en kwaliteit). Al deze zaken dienen op de werfvergadering besproken en genotuleerd te worden.
Het gebruik van gevaarlijke producten, waaraan de in onderstaande tabel vermelde aard van gevaren (CLP/EU-GHS reglementering) verbonden zijn, is STRIKT VERBODEN.
H300 Dodelijk bij inslikken
H310 Dodelijk bij aanraking met de huid H330 Dodelijk bij inademing
H340 Kan genetische schade veroorzaken
H341 Verdacht van het veroorzaken van genetische schade H350 Kan kanker veroorzaken
H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker
H360 Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden
H361 Kan mogelijks de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden H370 Veroorzaakt schade aan organen
H372 Veroorzaakt schade aan organen bij langdurige of herhaalde blootstelling H400 Zeer giftig voor in het water levende organismen
H410 Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen
10. ASBEST
Het is verboden materialen te gebruiken of binnen te brengen die asbest bevatten.
Ingeval van sloop- en afbraakwerken dienen de derden de asbestinventaris of de informatie hiervan te vragen, alvorens de werken aan te vatten. Afbraak- of verwijderingswerken van asbesthoudende materialen mogen enkel uitgevoerd worden door een erkende asbestverwijderaar.
In afwijking hiervan kan elke onderneming eenvoudige handelingen, bedoeld in de Codex over het welzijn op het werk, boek VI, Titel 3, uitvoeren mits de betrokken werknemers een adequate en wettelijke opleiding hebben genoten. De techniek van eenvoudige handelingen mag uitsluitend worden toegepast voor de gevallen bepaald in de Codex over het welzijn op het werk, boek VI, Titel 3. Het bewijs van bekwaamheid dient door de derden op verzoek voorgelegd te worden aan EcoWerf.
Indien bij afbraakwerken het vermoeden bestaat dat er asbest moet verwijderd worden of wanneer de derden tijdens de uitvoering van werken verborgen asbest of een vermoeden van de aanwezigheid van asbest vaststelt, dient hij de werkzaamheden onmiddellijk te stoppen en dient hij in overleg met de dienstverantwoordelijke van EcoWerf en de dienst veiligheid, milieu en kwaliteit de nodige controles en preventiemaatregelen te voorzien. De werken worden pas verdergezet als de nodige maatregelen zijn genomen om bij de verdere uit te voeren werken asbestverspreiding in de atmosfeer en blootstelling van personeel te vermijden.
11. GROND- EN GRAAFWERKEN
Bij graafwerken moet er steeds voorafgaandelijk contact genomen worden met de dienstverantwoordelijke die de opdracht gegeven heeft. Dit om te vermijden dat een nutsleiding beschadigd zou geraken.
Op de terreinen van EcoWerf liggen een aantal boven- en ondergrondse leidingen en buizen. Voor het begin van de graafwerken dient de derden zich op de hoogte te stellen van de (mogelijke) plaatsen waar deze zich kunnen bevinden. De juiste ligging van de kabels en de buisleidingen zal steeds vóór de aanvang van de werken geverifieerd worden door de derden.
Tijdens het uitvoeren van grondwerken moet, uit veiligheidsoverwegingen, het werk onmiddellijk gestopt worden als er kabels of leidingen zichtbaar worden. De dienstverantwoordelijke die de opdracht gegeven heeft, moet hier onmiddellijk van op de hoogte gebracht worden.
In de onmiddellijke omgeving van kabels en buisleidingen moeten de graafwerken altijd manueel worden uitgevoerd. Indien kabels of andere leidingen, die niet op een plan worden aangegeven, worden opgemerkt tijdens het graven, moet onmiddellijk de dienstverantwoordelijke verwittigd worden en wordt het werk gestaakt tot er een nieuwe werktoelating wordt gegeven.
Alle elektrische kabels moeten steeds beschouwd worden als zijnde onder spanning.
Ingeval van ontdekking van een mogelijk ontploffingstuig dienen de werken onmiddellijk stopgezet te worden en mag het tuig niet worden bewogen of aangeraakt. Men dient onmiddellijk het noodnummer van EcoWerf (016/28 43 88 en/of de politie te waarschuwen op het noodnummer 112). In afwachting van hun komst dien je de vindplaats ruim af te bakenen en de toegang te verbieden.
12. WERKEN IN DE HOOGTE
De derden die werkzaamheden op hoogte uitvoeren, staan in voor de naleving van de Codex over het welzijn op het werk, boek IV, Titel 5. Daarnaast zorgen zij ervoor dat de werkzaamheden onder passende ergonomische omstandigheden gebeuren van op een daartoe geschikte werkvloer die zodanig is ontworpen, geïnstalleerd en uitgerust dat de veiligheid steeds wordt gewaarborgd.
De derden voorziet in het aanbrengen van beveiligingsmiddelen om vallen te voorkomen, waarbij voorrang wordt gegeven aan collectieve beschermingsmaatregelen boven persoonlijke beschermingsmaatregelen. Deze beveiligingsmiddelen hebben een zodanige configuratie en sterkte dat vallen van hoogte wordt voorkomen of dat een eventuele val wordt gestopt, zodanig dat lichamelijk letsel bij de werknemers wordt voorkomen. De collectieve beveiligingsmiddelen mogen alleen onderbroken worden waar zich een toegang tot een ladder of trap bevindt.
De derde kiest, in functie van de frequentie van het verkeer, de te bereiken hoogte en de gebruiksduur de meest geschikte toegangsmiddelen tot de werkposten voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte.
De derden beperkt het gebruik van ladders, trapladders en platformladders als werkpost op hoogte tot omstandigheden waarin het gebruik van andere, veiligere arbeidsmiddelen niet verantwoord is gelet op het geringe risico en gelet op, hetzij de korte gebruiksduur, hetzij de bestaande kenmerken van de arbeidsplaats en werkposten die de derden niet kan veranderen. Ladders mogen in regel enkel worden gebruikt als toegangsmiddel om een hoger gelegen werkplek te bereiken.
Personen die met de voeten meer dan 2m boven de grond staan, moeten worden beschermd tegen het vallen. Wanneer collectieve beveiliging onmogelijk is, mag een veiligheidsharnas worden gedragen mits het aan een stevig punt kan verankerd worden.
De derden die een steiger monteert, demonteert of ombouwt, moet beschikken over de gebruiksaanwijzing van de fabrikant en voert de montage, demontage of ombouw van de steiger uit overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant. De gebruiksaanwijzing, bouw- en ombouwschema van de fabrikant is vergezeld van een nota die een sterkte- en stabiliteitsberekening bevat. Indien deze berekeningsnota niet beschikbaar is of niet voorziet in de overwogen structuurconfiguratie moet een sterkte- en stabiliteitsberekening worden uitgevoerd door een persoon die kan aantonen dat hij over de nodige kennis beschikt om deze berekeningen uit te voeren. Wanneer een derde die de steiger gebruikt, een andere derde is dan deze die de steiger monteert, demonteert of ombouwt, bezorgt deze laatste de
gebruiksaanwijzing en berekeningsnota aan diegene die de steiger gebruikt. De documenten dienen gedurende de ganse duur der werken ter beschikking te zijn.
De derden die een steiger gebruikt, wijst een persoon aan, hierna de bevoegde persoon genoemd, die door middel van een opleiding de vereiste kennis heeft verworven voor het uitvoeren van de volgende taken:
• Waken over de toepassing van de maatregelen ter preventie van de risico's dat personen of voorwerpen vallen
• Xxxxx over de toepassing van de veiligheidsmaatregelen bij veranderende weersomstandigheden die afbreuk zouden kunnen doen aan de veiligheid van de betrokken steiger
• Xxxxx over de naleving van de voorwaarden inzake toelaatbare belasting
• Uitvoeren van controles, vereist om de wettelijke bepalingen na te leven
Onverminderd de toepassing van het eerste lid is de bevoegde persoon die aangewezen wordt door de werkgever die de steiger monteert, demonteert of ombouwt tevens belast met het opstellen en het aanpassen van een montage-, demontage- en ombouwschema van de steiger.
De derden die een hoogtewerker of verreiker gebruikt voor het werken op hoogte staat in voor het volgende:
• De beveiliging van het toestel tegen onbedoelde verplaatsing
• Het verboden gebruik bij overmatige windsnelheden zoals opgegeven door de constructeur
• Verplicht gebruik van een veiligheidsharnas door de bedienaar en personen in de kooi, vastgemaakt aan een verankeringspunt in de kooi
• Het ter beschikking houden van geldige keuringsattesten van het toestel
Het gebruik van toegangs- en positioneringstechnieken met touwen voor het uitvoeren van werkzaamheden op hoogte die een systematisch of herhaaldelijk karakter hebben, is verboden.
Afwijkend hiervan mogen de toegangs- en positioneringstechnieken met touwen gebruikt worden in de volgende gevallen:
• Wanneer de risicobeoordeling heeft aangetoond dat de toegang tot de werkpost onmogelijk is of gevaarlijker is bij gebruik van een veiliger arbeidsmiddel en de plaats waar het werk wordt verricht niet dermate kan gewijzigd worden dat het gebruik van een veiliger arbeidsmiddel mogelijk of minder gevaarlijk wordt dan de toegangs- en positioneringstechnieken op basis van touwen
• Wanneer de risico's verbonden aan het opstellen van deze veiligere arbeidsmiddelen groter zijn dan de risico's verbonden aan de uitvoering van het werk
13. WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN
Met besloten ruimte worden de ruimten bedoeld:
• die niet bestemd zijn voor een continu verblijf van werknemers
• met een besloten karakter (beperkte of moeilijke toegangsmogelijkheden en een beperkte natuurlijke ventilatie)
• waar een gevaarlijke atmosfeer, die aanleiding kan geven tot intoxicatie, brand of explosie, verstikking, aanwezig is of kan zijn
Voorbeelden van besloten ruimten zijn de gft-installatie, percolaatputten, opslagreservoirs, rioleringsstelsels, kruipruimten onder gebouwen …
De derden die een besloten ruimte wenst te betreden, dient zich vooraf te vergewissen van de gevaren die kunnen worden verwacht of die kunnen ontstaan tijdens de werkzaamheden en welke maatregelen moeten worden genomen om de risico’s te beheersen.
Wanneer nodig zorgt hij voor de noodzakelijke metingen van de atmosfeer (zuurstofgehalte, ontvlambare en/of explosieve mengsels, gezondheidsschadelijke concentraties) in de besloten ruimte, het gebruik van gepaste arbeidsmiddelen en PBM’s (ademhalingsbeschermingsmiddelen enz.), permanent toezicht op de betreder met communicatie (mangatwacht, veiligheidswacht, brandwacht, veiligheidsfunctie), hulpverlening: eerstelijnsinterventie (einde maken aan levensbedreigende situatie van betreder), tweedelijnsinterventie (slachtoffer afvoeren voor professionele medische verzorging) ... EcoWerf kan hier strengere maatregelen eisen, ongeacht de risico-inschatting door de derde.
14. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
De derden zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen aan hun personeel in functie van het uit te voeren werk. Bij het uitvoeren van de werken is de derden verantwoordelijk voor het toezicht op het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen. Alle persoonlijke beschermingsmiddelen moeten in goede staat zijn.
Derden zorgen voor de individuele standaardbeveiliging van hun eigen werknemers. Voor werken met perslucht, adembescherming, gevaarlijke producten, biologische agentia of andere werken met verhoogd risico wordt voorafgaandelijk overleg gepleegd met de dienstverantwoordelijke.
Het dragen van werkkledij met een lange broek is verplicht op de werfsites van EcoWerf. Werken in ontbloot bovenlichaam of korte broek is niet toegestaan. Op de terreinen van EcoWerf zijn veiligheidsschoenen verplicht. Een veiligheidshelm, veiligheidsbril, valbescherming, gehoorbescherming en adembescherming zijn verplicht bij bepaalde werkzaamheden en/of in bepaalde zones. Voor welbepaalde taken kan EcoWerf het dragen van andere persoonlijke beschermingsmiddelen eisen.
15. BRAND- EN/OF EXPLOSIEGEVAAR
Op alle sites van EcoWerf is er een algemeen rookverbod van toepassing. Op de hoofdsite en de recyclageparken mag er enkel gerookt worden op de aangeduide plaatsen.
Bij uitvoering van werkzaamheden waarbij brand- en/of explosiegevaar kan heersen, wordt de procedure van de vuurvergunning toegepast. Bij afwezigheid van een vuurvergunning zullen de werken stilgelegd worden. De lijst van omstandigheden waarbij de procedure van de vuurvergunning wordt toegepast:
• De uitvoering van werkzaamheden in de nabijheid van zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare of brandbare producten, onafhankelijk van de hoeveelheid aan deze producten
• De uitvoering van werkzaamheden in de nabijheid van leidingen met aardgas, ondergrondse en/of bovengrondse opslagtanks voor stookolie en leidingen voor stookolie
• Het uitvoeren van werkzaamheden waarbij vonken en/of hete gensters vrijkomen, in het bijzonder bij het uitvoeren van slijpwerken;
• Het uitvoeren van brand-, soldeer- en laswerken onafhankelijk van het toegepaste procedé
• Het uitvoeren van werkzaamheden met open vlam (bijvoorbeeld het aanbrengen van bitumineuze dakdichtingen)
• …
De vuurvergunning wordt alleen afgeleverd door de dienstverantwoordelijke die de opdracht gegeven heeft. De geldigheid van de vuurvergunning is beperkt tot één dag, tenzij deze geldigheidstermijn bij uitzondering anders wordt bepaald.
De werkzaamheden worden strikt volgens de voorwaarden/preventiemaatregelen vastgelegd in de vuurvergunning uitgevoerd. De derden dienen de eigen materialen ter bescherming te voorzien en de blusmiddelen ter plaatse te brengen. Ze moeten in goede staat zijn en onmiddellijk gebruikt kunnen worden.
De derden voorziet, voor de beëindiging van de werkzaamheden, werkzaamheden (bijvoorbeeld: verwijderen van alle blusmiddelen, terugplaatsen van de verwijderde opgeslagen brandgevaarlijke producten, terug inschakelen, eventueel ontluchten, van leidingen van brandgevaarlijke producten) binnen het kader van de uitvoering/toepassing van de procedure van de vuurvergunning.
De derden controleert gedurende minstens 2 uur na de uitvoering van de werkzaamheden of bij de beëindiging van de werkdag de omgeving van de uitgevoerde werkzaamheden op het ontstaan van brand. De derden brengt de dienstverantwoordelijke op de hoogte van de beëindiging van de werkzaamheden waarop de vuurvergunning betrekking had.
Elke derden dient voor de aanvang der werken de evacuatierichtlijnen op te vragen want deze zijn specifiek voor bepaalde locaties.
Al het nodige moet gedaan worden om brand te voorkomen. Alle aanwezige brandbestrijdingsmiddelen en (nood)uitgangen moeten vrij van obstakels blijven tijdens de werken. De derden houdt de niet in gebruik zijnde gascilinders met brandbare gassen of zuurstof buiten de gebouwen. Gascilinders moeten steeds vastgemaakt worden.
De derden die leidingen (fluïdum–metaal, kunststof en kabels) aanlegt en doorvoert doorheen brandwerende bouwelementen (plafonds, compartimentswanden, muren die technische lokalen en evacuatiewegen begrenzen, enz.), dienen brandwerend uitgevoerd en overeenkomstig de proefverslagen van de weerstand tegen brand te zijn. De brandwerende afdichtingen dienen dezelfde weerstand tegen brand te hebben als de brandwerende bouwelementen.
15.1. Stortplaatsen
Op deze volledige arbeidsplaats is er een verhoogd risico op explosie en brand. Bij werken binnen een omgeving van 1,5 m van percolaatputten en/of de ontgassinginstallatie moet er Ex-beveiligd materiaal gebruikt worden.
15.2. Recyclageparken
Op deze arbeidsplaats is er in en in de omgeving van de kga–kluizen en de kga-afdaken een verhoogd risico op explosie en brand. Bij werken binnen een omgeving van 1,5 m van de kga- kluis of het kga-afdak moet er Ex-beveiligd materiaal gebruikt worden.
16. MILIEUBESCHERMINGSMAATREGELEN
Indien de werken uit te voeren door de derden op zichzelf milieumelding- en vergunningsplichtig zijn, zorgt deze voor de vergunningen.
Incidenten (morsen, ontsnappen van gassen …) dienen altijd direct te worden gemeld aan dienst Veiligheid, milieu en kwaliteit. Het is verboden (milieu)gevaarlijke stoffen of gebruikte producten te dumpen of te lozen op de eigendommen van EcoWerf of in afvoerkanalen (niet bij regenwater,
niet bij bedrijfsafvalwater en niet bij het sanitair water). Hiervan kan alleen in samenspraak met en mits schriftelijke toestemming van dienst Veiligheid, milieu en kwaliteit afgeweken worden. Alle betrokken schade bij dergelijke overtreding is ten laste van de hoofdaannemer.
Olievlekken, gemorste producten op de vloer dienen onmiddellijk opgekuist te worden. De derden dienen steeds zelf te zorgen voor de nodige interventiemiddelen zoals absorptie- en neutralisatiemateriaal, overmaatse vaten, beschermingsmiddelen … om ingeval van lekkages, ondeugdelijke verpakking, morsen en andere incidenten dadelijk te kunnen ingrijpen om de mogelijke schadelijke gevolgen maximaal te beperken.
De derden zullen dagelijks de arbeidsplaats in propere toestand houden en alle afval en overschotten van zijn werken opruimen en op reglementaire wijze verwijderen. Als dit niet gebeurt, zal EcoWerf dit laten uitvoeren en de kosten in rekening brengen.
Alle afval moet gesorteerd worden en afgevoerd worden op eigen kosten volgens de geldende wettelijke milieubepalingen. Afval, met inbegrip van verpakkingen, moet worden teruggenomen en mag niet achterblijven op EcoWerf tenzij anders overeengekomen.
17. BIOLOGISCHE AGENTIA
In en rond de hallen voor het verwerken van het gft heerst een speciaal microklimaat dat bepaalde bacteriën en schimmels bevat. In deze optiek zullen speciale maatregelen moeten genomen worden die de kans op ziektes en ontstekingen verminderen.
17.1. Algemene preventiemaatregelen
• Xxxxxx toelating vragen in de controletoren vooraleer de werken aan te vangen
• Een goede wondverzorging, hoe klein deze wonde ook is
• Een goede hygiëne:
o Steeds de handen wassen met speciale bacteriedodende zeep
o Niet roken tijdens het werken
o Niet eten tijdens het werken
o Handen wassen voor men naar het toilet gaat
• Wanneer men stof in de ogen gekregen heeft, deze steeds uitwassen met een oogbad
• Na werkzaamheden kledij laten wassen
• Indien er gewerkt wordt bij de ventilatoren is gehoorbescherming verplicht
• EHBO-voorzieningen bevinden zich in de controletoren (016/28 43 16)
17.2. Werken in de gft-composteerhal en de vergistingsinstallatie
• De vergistingsinstallatie en de ontvangsthal mag nooit zonder expliciete toestemming of begeleiding worden betreden
• Nooit alleen de composteerhal betreden, houd steeds contact met een collega
• Bij hoge temperatuur geregeld pauzes inlassen en rustig werken
• Wanneer men moe is of zich onwel voelt, een pauze inlassen en stoppen met werken
• Voldoende drinken om vochtverlies te compenseren
• Voorzichtig wandelen in de hal omwille van zeer gladde ondergrond
• Bij temperaturen boven de 25°C worden gepaste technische of organisatorische maatregelen genomen voor wat betreft de thermische omgevingsfactoren
• Bij te hoge waarden van CO2, XX0, XX0, X0X en andere worden werkzaamheden in de gft-composteerinstallatie en de vergistingsinstallatie verboden
• Individuele gasdetectie dient gedragen te worden bij werkzaamheden aan de vergistingsinstallatie, waarbij er een risico is op in aanraking komen met biogassen
• Aangeraden wordt om stevige maaltijden te nuttigen voordat werken aanvatten
• Speciale kledij moet gedragen worden (type TIVEC)
• Na het werken en voor het eten, douchen met aangepaste bacteriedodende zeep
• Een stofmasker van het type FFP3 is noodzakelijk in de nabewerking
• Steeds handschoenen dragen (latex handschoenen af te raden wegens gevoeligheid voor huiduitslag en schimmels)
• Opletten voor temperatuurschok (vooral in de winter: binnen warm, buiten koud)
17.3. Medische preventiemaatregelen
• Personen met xxxx- en/of longproblemen moeten toelating krijgen van hun arbeidsarts om in de compostering te werken
• Personen met astma of uitgebreide huidletsels (eczema, psoriasis …) of personen die zwanger zijn, mogen niet tewerkgesteld worden in de compostering
• Personen die naar de tandarts geweest zijn en waarvan de wonde niet genezen is, mogen de compostering niet betreden
• Xxxxx persoon moet zijn tetanusvaccinatie in orde brengen
• Iedere (onder)aannemer brengt zijn arbeidsarts op de hoogte van het uit te voeren werk. Door de arbeidsarts worden best volgende onderzoeken uitgevoerd voor men start met de werken:
o Algemeen klinisch onderzoek
o Longfunctietest
o Bloedonderzoek bij een verblijf in de composteerhal langer dan twee weken
o Hepatitis A- en B-vaccinatie (niet verplicht maar sterk aan te raden)
• Indien personen een ontsteking of schimmel waarnemen, onmiddellijk de verantwoordelijke van de compostering verwittigen
Voor inlichtingen kan je steeds terecht bij de arbeidsarts van EcoWerf (PREMED 016/30 81 11).
18. NOODOPROEPEN EN NOODSITUATIES
Indien iemand in nood verkeert, is het noodzakelijk dat er snel en efficiënt hulp wordt geboden. Werkzaamheden worden stopgezet. Meldingen kunnen gebeuren op de noodnummers.
Intern noodnummer | (016 28 4)3 88 |
Ziekenwagen | 112 |
Brandweer | 112 |
Politie | 112 |
Rode Kruis | 105 |
Antigifcentrum | 070 24 52 45 |
De noodnummers kunnen gebeld worden in dringende gevallen zoals:
• brand en rookontwikkeling
• waarnemen van een sterke gasreuk
• evacuatie van een gebouw
• nood aan een ziekenwagen
• een bommelding of explosie
• vinden van een mogelijk ontploffingstuig
• een zwaar arbeidsongeval
• inbraak, vechtpartijen
Het intern noodnummer wordt steeds als eerste gebeld 388 (016/28 43 88). Indien de onthaalmedewerker niet aanwezig is, kan 112 gebeld worden.
Wanneer een melding gebeurt, geef je volgende inlichtingen:
• naam en functie
• naam en adres van het gebouw
• de verdieping (eventueel het lokaalnummer)
• reden van de oproep (noodsituatie, omvang en ernst)
Blijf in de buurt en ter beschikking van de opgeroepen hulpdiensten om hen de nodige informatie te geven. Tijdens de noodsituatie mag er niet gerookt worden en zijn alle vuur- of werkvergunningen ongeldig. Tijdens noodsituaties dient alle verkeer ogenblikkelijk te worden gestopt (doorgangen vrijhouden).
18.1. Brand
Indien een begin van brand ontstaat ingevolge de uitvoering van de werken, dient de derde of diens personeel ter plaatse:
• zo snel mogelijk personen in de omgeving te verwittigen en de dichtstbijzijnde alarmknop van het automatisch brandalarmsysteem in te drukken
• zelf de beginnende brand te bestrijden indien nodig en mogelijk
Bij een algemeen ontruimingssignaal dient het personeel onmiddellijk alle werkzaamheden stop te zetten en zich naar de dichtstbijzijnde verzamelplaats te begeven. Op de verzamelplaats dient men zich aan te melden en de instructies op te volgen van de evacuatieplaatsverantwoordelijke. In geen geval mag het werk zonder voorafgaand akkoord van deze verantwoordelijke hervat worden.
18.2. EHBO
De eerstehulpverlening valt onder de verantwoordelijkheid van de derde. Hij dient zelf de gepaste voorzorgen te nemen in functie van het werk en de risico’s eraan verbonden. Op het werk beschikt de derde over de nodige uitrustingen en over voldoende opgeleide personen om licht gekwetsten te verzorgen en eerste hulp bij ongevallen te verstrekken. In noodsituaties kan men ook beroep doen op de aanwezige voorzieningen van EcoWerf.
Op het milieubedrijf, de gft-installatie en de transportsite bevinden zich op meerdere plaatsen EHBO-voorzieningen (onthaalunit, magazijn, administratief gebouw, controletoren gft …).
Het EHBO-lokaal bevindt zich op de eerste verdieping van het administratief gebouw. Op de recyclageparken en de overlaadstations zijn elementaire EHBO-voorzieningen aanwezig in de unit.
18.3. Arbeidsongeval
Gebeurlijke ongevallen vallen volledig ten laste van de derde en kunnen in geen geval ten laste van EcoWerf gelegd worden. Ieder arbeidsongeval of incident (schier- en bijna ongeval) moet onmiddellijk gemeld worden aan EcoWerf. Het verslag van het arbeidsongevallenonderzoek dient later te worden overgemaakt.
Indien het arbeidsongeval valt onder de wetgeving ‘Ernstige arbeidsongevallen’ zoals bedoeld in de Codex over het welzijn op het werk, boek I, Titel 6 zal de deskundige die het arbeidsongeval moet onderzoeken aangeduid worden door de derde (niet EcoWerf). De preventieadviseur van EcoWerf wordt onmiddellijk op de hoogte gebracht en wordt steeds betrokken bij het arbeidsongevallenonderzoek. Het omstandig arbeidsongevallenverslag wordt door de derden aan de preventieadviseur van EcoWerf bezorgd.