NewB Autoverzekering
NewB Autoverzekering
Algemene Voorwaarden Réf. Auto_07/2020_NL
Deze verzekeringsovereenkomst wordt afgesloten voor een duur van maximum één jaar. Behalve wanneer een van de partijen zich hiertegen verzet ten minste drie maanden voor de jaarlijkse vervaldag vermeld in de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst, wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar. Verzet tegen de verlenging wordt aangetekend door middel van een aangetekend schrijven, een deurwaardersexploot of door overhandiging van de opzeggingsbrief in ruil voor een ontvangstbewijs.
1
INHOUDSTAFEL
TITEL 1 – VOORAFGAANDE BEPALINGEN 6
TITEL 2 – BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 6
ONDERTITEL I : Bepalingen van toepassing op de volledige overeenkomst 7
HOOFDSTUK I – Begripsomschrijvingen 7
Artikel 1. Begripsbepalingen 7
HOOFDSTUK 2 – De overeenkomst 7
Sectie 1 : Door de verzekeringnemer verplicht mee te delen gegevens bij het sluiten van de overeenkomst 7
Artikel 2. Mee te delen gegevens 7
Artikel 3. Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen 8
Artikel 4. Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen 8
Sectie 2 : Door de verzekeringnemer verplicht mee te delen gegevens in de loop van de overeenkomst 9 Artikel 5. Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen 9
Artikel 6. Aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico 9
Artikel 7. Aanzienlijke en blijvende vermindering van het risico 10
Artikel 8. Onbekende omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst 10
Artikel 9. Verblijf in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte 10
Sectie 3 : Wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig 11
Artikel 10. Overdracht van de eigendom 11
Artikel 11. Diefstal of verduistering 12
Artikel 12. Andere situaties van verdwijning van risico 13
Artikel 13. Huurovereenkomst 14
Artikel 14. Opvordering door de overheid 14
Sectie 4 : Duur - Premie - Wijzigingen van verzekeringsvoorwaarden en premie 15
Artikel 15. Duur van de overeenkomst 15
Artikel 16. De betaling van de premie 15
Artikel 17. Het verzekeringsbewijs 15
Artikel 18. Niet-betaling van de premie 15
Artikel 19. Wijziging van de premie 16
Artikel 20. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden 16
Artikel 21. Faillissement van de verzekeringnemer 17
Artikel 22. Overlijden van de verzekeringnemer 17
Sectie 5 : Schorsing van de overeenkomst 19
Artikel 23. Tegenstelbaarheid van de schorsing 19
Artikel 24. Wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig 19
Artikel 25. In verkeerstelling van enig ander motorrijtuig 19
Sectie 6 : Einde van de overeenkomst 20
Artikel 26. Opzeggingsmodaliteiten 20
Artikel 27. Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeringnemer 20
Artikel 28. Opzegging door de curator 22
Artikel 29. Opzegging door de erfgenamen of legataris 22
Artikel 30. Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeraar 22
Artikel 31. Einde van de overeenkomst na schorsing 24
Artikel 32. Aangifte van een schadegeval 24
Artikel 33. Erkenning van aansprakelijkheid door de verzekerde 25
Artikel 34. Prestatie van de verzekeraar bij schade 25
Artikel 35. Strafrechtelijke vervolging 26
HOOFDSTUK 4 – Verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan 27
Artikel 36. Verplichting van de verzekeraar 27
Artikel 37. Bestemmeling van de mededelingen 27
ONDERTITEL II : Bepalingen van toepassing op de waarborg wettelijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid 28 HOOFDSTUK 1 – De waarborg 28
Artikel 38. Voorwerp van de verzekering 28
Artikel 39. Territoriale dekking 28
Artikel 40. Schadegeval in het buitenland 28
Artikel 41. Verzekerde personen 28
Artikel 42. Uitgesloten personen 28
Artikel 43. Van vergoeding uitgesloten schade 29
HOOFDSTUK 2 – Het recht van verhaal van de verzekeraar 29
Artikel 44. Bepaling van de bedragen die kunnen verhaald worden 29
Artikel 45. Verhaal op de verzekeringnemer 30
Artikel 46. Verhaal op de verzekerde 30
Artikel 47. Verhaal op de verzekeringnemer en de verzekerde 30
Artikel 48. Verhaal op de dader of de burgerrechtelijk aansprakelijke 31
Artikel 49. Toepassing van een vrijstelling 31
ONDERTITEL III : Bepalingen van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen 32
HOOFDSTUK 1 – De vergoedingsplicht 32
Sectie 1 : Wettelijke basis 32
Artikel 50. Vergoeding van zwakke weggebruikers 32
Artikel 51. Vergoeding van onschuldige slachtoffers 32
Sectie 2 : Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht 32
Artikel 52. Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van zwakke gebruikers 32
Artikel 53. Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van onschuldige slachtoffers 32
Artikel 54. Van vergoeding uitgesloten schade 32
HOOFDSTUK 2 – Het recht van verhaal van de verzekeraar 33
Artikel 55. Verhaal op de verzekeringnemer en de verzekerde 33
ONDERTITEL IV : Bepalingen van toepassing op de bijkomende waarborgen 34
HOOFDSTUK 1 – De waarborgen 34
Artikel 56. Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig 34
Artikel 57. Slepen van een motorrijtuig 35
Artikel 58. Reinigen en herstellen van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig 35
Artikel 60. Territoriale dekking 36
Artikel 61. Schadegeval in het buitenland 36
HOOFDSTUK 2 – Het recht van verhaal van de verzekeraar 36
Artikel 63. Verhaal en vrijstelling 36
HOOFDSTUK 3 – Bepaling van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen 36
Artikel 64. Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig 36
ONDERTITEL V : Uitbreiding van de waarborg: Bijstand voor het voertuig 37
Artikel 65. Uitbreiding van de waarborg: Bijstand voor het voertuig 37
BIJLAGE: A posteriori personalisatiestelsel 39
TITEL 3 – DE BESCHERMING VAN HET VOERTUIG 40
I. De gedeeltelijke omniumverzekering 40
Artikel 3 – Waarborg Diefstal 40
Artikel 4 – Waarborg Glasbreuk 41
Artikel 5 – Waarborg Natuurkrachten en Aanrijdingen met loslopende dieren 41
Artikel 6 – Berekening van de vergoeding bij een schadegeval 42
Artikel 7 – Vastlegging van de premie 43
II. Gedeeltelijke omniumverzekering + totaal verlies 44
Artikel 3 – Waarborg Diefstal 45
Artikel 4 – Waarborg Glasbreuk 45
Artikel 5 – Waarborg Natuurkrachten en Aanrijdingen met loslopende dieren 46
Artikel 6 – Waarborg Totaal verlies 46
Artikel 7 – Berekening van de vergoeding bij een schadegeval 47
Artikel 8 – Vastlegging van de premie 48
III. Volledige omniumverzekering 50
Artikel 3 – Waarborg Diefstal 50
Artikel 4 – Waarborg Glasbreuk 51
Artikel 5 – Waarborg Natuurkrachten en Aanrijdingen met loslopende dieren 51
Artikel 6 – Waarborg Stoffelijke schade 52
Artikel 7 – Berekening van de vergoeding bij een schadegeval 53
Artikel 8 – Vastlegging van de premie 54
IV. Gemeenschappelijke bepalingen voor de punten I, II en III 56
Artikel 1 – Territoriale reikwijdte 56
Artikel 2 – Verzekerde voertuigen 56
Artikel 3 – Verzekerde waarde 56
Artikel 4 – Algemene uitzonderingen 56
Artikel 6 – Betaling van de premies 57
Artikel 7 – Verklaring en wijziging van het risico 58
Artikel 9 – Looptijd, opschorting en einde van de overeenkomst 59
TITEL 4 – DE VEILIGHEID VAN DE BESTUURDER 62
Artikel 1 – Territoriale reikwijdte 62
Artikel 2 – Voorwerp van de verzekering 62
Artikel 3 – Aard en bedrag van de vergoedingen 62
Artikel 4 – Cumul van vergoedingen en subrogatie 63
Artikel 5 – Verplichtingen bij een schadegeval 63
Artikel 7 – Betaling van de premies 64
Artikel 9 – Looptijd, opschorting en einde van de overeenkomst 65
Artikel 1 – Territoriale reikwijdte 68
Artikel 2 – Verzekerd voertuig 68
Artikel 3 – Verzekerde personen 68
Artikel 4 – Voorwerp van de verzekering 68
Artikel 5 – Door de waarborg gedekte schadegevallen 70
Artikel 6 – Verplichtingen in geval van een schadegeval 70
Artikel 7 – Schadebeheer door de verzekeraar 71
Artikel 8 – Algemene uitzonderingen 73
Artikel 10 – Betaling van de premies 74
Artikel 11 – Kennisgevingen 74
Artikel 12 – Looptijd, opschorting en einde van de overeenkomst 74
Artikel 1 – Territoriale reikwijdte 77
Artikel 2 – Verzekerd voertuig 77
Artikel 3 – Begunstigden van de waarborg 77
Artikel 4 – Voorwerp van de verzekering 77
Artikel 6 – Betaling van de premies 79
Artikel 8 – Looptijd, opschorting en einde van de overeenkomst 80
TITEL 7 – WETTELIJKE BEPALINGEN 82
Artikel 1 – Toepasselijk recht en bevoegde rechterlijke instanties 82
Artikel 2 – Documenten die de verzekeringsovereenkomst vormen 82
Artikel 3 – Behandeling van bezwaren en klachten 82
Artikel 4 – Behandeling van gegevens uit de privésfeer 83
BIJLAGE 1 – KENNISGEVINGEN EN SCHADEMELDINGEN 86
TITEL 1 – Voorafgaande bepalingen
Aedes: de firma Aedes NV, die haar maatschappelijke zetel gevestigd heeft in 5000 Namen, Route des Canons 3, die in het KBO- register ingeschreven is onder het nummer 0460.855.809, die een mandaat heeft ontvangen om de verzekeringsovereenkomsten en de schadegevallen in naam en voor rekening van de verzekeraar af te sluiten en te beheren, met uitzondering van het verlenen van assistentie dat zal gebeuren door een lokale dienstverlener die de verzekeraar aanduidt.
De verzekeraar: de firma Monceau Générale Assurances, een naamloze vennootschap met een raad van bestuur en met een maatschappelijk kapitaal van 30.000.000 euro, die onderworpen is aan het Franse wetboek van verzekeringen, die haar maatschappelijke zetel gevestigd heeft in Frankrijk en wel op het adres 0, xxxxxx xxx Xxxxx Xxxxx x’Europe CS 10217 - 41103 Vendôme cedex, die bij het Handelsregister van Blois ingeschreven is onder het nummer B 414.086.355, die onderworpen is aan het toezicht van de Autorité de Contrôle Prudentiel et de Résolution, gevestigd op het adres 0, Xxxxx xx Xxxxxxxx 00000 Xxxxx cedex 09, en die in het kader van de vrije dienstverlening in België optreedt onder het nummer 3067 overeenkomstig de artikelen 556 en volgende van de wet van 13 maart 2016 inzake het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen.
De verzekeringnemer: de natuurlijke persoon die de overeenkomst afsluit met de verzekeraar en die de premies zal betalen.
NewB: de firma NewB ECV, die haar maatschappelijke zetel gevestigd heeft in 0000 Xxxx-Xxxxx-xxx-Xxxx, Xxxxxxxxxxxxxxx 00, die geregistreerd is onder het nummer 0836.324.003, die een mandaat heeft ontvangen om bepaalde verzekeringsproducten van de groep Monceau Assurances in België te verdelen.
TITEL 2 – Burgerlijke aansprakelijkheid
Op deze overeenkomst is de Belgische wetgeving van toepassing en met name de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen en de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen.
De basis van de rechten en plichten van de partijen bestaan uit de Minimumvoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de verplichte aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen (Koninklijk Besluit van 5 februari 2019) werd gevoegd. Van deze minimumvoorwaarden wordt uitsluitend afgeweken indien de voorwaarden die voorzien zijn in onderhavige algemene voorwaarden, beter zijn voor de verzekeringnemer, de verzekerden of derden.
ONDERTITEL I : Bepalingen van toepassing op de volledige overeenkomst
HOOFDSTUK I – Begripsomschrijvingen
Bij de toepassing van de Overeenkomst moeten onderstaande begrippen als volgt worden verstaan:
De verzekeraar: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt.
De verzekeringnemer: de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit.
De verzekerde: iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is en volgens het geval, de verzekeringnemer, de gemachtigde bestuurder en/of passagier.
De benadeelde: de persoon die schade heeft geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook zijn rechthebbenden.
Een motorrijtuig: rijtuig, bestemd om zich over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kan worden gedreven zonder aan spoorstaven te zijn gebonden, ongeacht het type van aandrijvingskracht of de maximale snelheid.
De aanhangwagen: elk rijtuig dat uitgerust en bestemd is om door een ander rijtuig te worden voortbewogen.
Het omschreven motorrijtuig:
a) het motorrijtuig dat in de overeenkomst omschreven is; al wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
b) de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de overeenkomst omschreven is.
Het verzekerde motorrijtuig:
a) het omschreven motorrijtuig;
b) volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen:
- het tijdelijke vervangingsmotorrijtuig;
- het omschreven motorrijtuig dat in eigendom werd overgedragen en het motorrijtuig dat in vervanging komt van dit motorrijtuig.
Al wat aan voornoemde motorrijtuigen gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan.
Het schadegeval: ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst.
Het verzekeringsbewijs (ook groene kaart genaamd): het document dat de verzekeraar, overeenkomstig de geldende wetgeving, aan de verzekeringnemer geeft als bewijs van verzekering.
Het verzekeringsvoorstel: het formulier dat van de verzekeraar uitgaat, dat de verzekeringnemer moet invullen en dat tot doel heeft om de verzekeraar in te lichten over de aard van de transactie en over de feiten en de omstandigheden die voor haar elementen zijn die zij nodig heeft om het risico te beoordelen.
De hoofdbestuurder: de persoon die het vaakst met het omschreven voertuig rijdt en die beschikt over een rijbewijs van minstens categorie B dat geldig is in België. De identiteit van die persoon wordt opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
De datum van vastlegging van de tariefcriteria: de datum die uiterlijk valt op de vijftiende dag van de maand die voorafgaat aan de jaarlijkse vervaldag van de premie.
Artikel 2. Mee te delen gegevens
De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op
de beoordeling van het risico door de verzekeraar. Hij moet de verzekeraar echter geen omstandigheden meedelen die deze laatste reeds kende of redelijkerwijs had moeten kennen. Indien op sommige schriftelijke vragen van de verzekeraar niet is geantwoord, en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, kan de verzekeraar zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen.
Artikel 3. Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen
3.1. Nietigheid van de overeenkomst
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, kan de verzekeraar de nietigheid van de overeenkomst vragen.
Wanneer de nietigheid is uitgesproken, komen de premies, die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeraar kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico, hem toe.
3.2. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2°, 55 en 63.
Artikel 4. Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen
4.1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, is de overeenkomst niet nietig.
De verzekeraar stelt, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop hij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
4.2. Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
4.3. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op feiten die hem bekend waren.
4.4. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
Sectie 2 : Door de verzekeringnemer verplicht mee te delen gegevens in de loop van de overeenkomst
Artikel 5. Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen
De verzekeringnemer is verplicht aan de verzekeraar mede te delen:
1° de overdracht van eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig;
2° de kenmerken van het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig, behoudens deze van het tijdelijk vervangingsmotorrijtuig bedoeld in artikel 56;
3° de inschrijving van het omschreven motorrijtuig in een ander land;
4° het in het verkeer brengen van het omschreven of enig ander motorrijtuig tijdens de schorsing van de overeenkomst;
5° iedere wijziging van adres;
6° de gegevens bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8.
Artikel 6. Aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico
6.1. Mee te delen gegevens
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 2 de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
6.2. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet dermate verzwaard is dat de verzekeraar, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet hij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
6.3. Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
6.4. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die, binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen, de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op de verzwaring van het risico.
6.5. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico heeft hij een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2° en 63.
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
Artikel 7. Aanzienlijke en blijvende vermindering van het risico
7.1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de verzekeraar, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat hij een dienovereenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop hij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
7.2. Opzegging van de overeenkomst
Indien beide partijen het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 7.
Artikel 8. Onbekende omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst
Wanneer gedurende de loop van de verzekering een omstandigheid bekend wordt die beide partijen op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst onbekend was, worden de artikelen 6 en 7 toegepast, voor zover die omstandigheid een vermindering of een verzwaring van het verzekerde risico tot gevolg heeft.
Artikel 9. Verblijf in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte
Geen enkel verblijf van het omschreven motorrijtuig in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte gedurende de duur van de overeenkomst kan worden aanzien als een verzwaring of een vermindering van risico bedoeld in de artikelen 6 en 7 en geeft geen aanleiding tot wijziging van de overeenkomst.
Van zodra het omschreven motorrijtuig ingeschreven is in een andere staat dan België is de overeenkomst van rechtswege beëindigd.
Sectie 3 : Wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig
Artikel 10. Overdracht van de eigendom
10.1. Overdracht van de eigendom onder levenden zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig niet vervangen wordt binnen een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht of binnen die termijn de vervanging niet wordt gemeld, is de overeenkomst geschorst vanaf de dag volgend op het verstrijken van voornoemde termijn en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom aan hem ter kennis wordt gebracht.
Indien het overgedragen motorrijtuig aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg, zelfs op ongeoorloofde wijze, blijft de dekking voor dit motorrijtuig verworven gedurende voornoemde termijn van zestien dagen, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt.
De verzekeraar kan evenwel verhaal uitoefenen overeenkomstig artikelen 44 en 48 indien de schade berokkend wordt door een verzekerde andere dan:
1° de verzekeringnemer;
2° alle personen die bij de verzekeringnemer inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven.
Indien het om een rechtspersoon gaat, is de verzekeringnemer, bedoeld in vorig lid, de gemachtigde bestuurder.
10.2. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Bij vervanging van het overgedragen motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig gelden voor het overgedragen motorrijtuig de bepalingen van paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt, biedt de overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
10.3. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het overgedragen motorrijtuig, overeenkomstig paragraaf 1 gedurende de termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig.
Dezelfde dekking van zestien dagen is eveneens aan alle verzekerden verworven voor het motorrijtuig dat in vervanging komt en dat deelneemt aan het verkeer onder de kentekenplaat van het overgedragen motorrijtuig, zelfs op ongeoorloofde wijze.
Deze dekkingen zijn verworven zonder enige mededeling.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig binnen voornoemde termijn van zestien dagen blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
Indien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
10.4. Overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringnemer
In geval van overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig artikel 22.
Artikel 11. Diefstal of verduistering
11.1. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig zonder vervanging
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en niet vervangen wordt, kan de verzekeringnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in vanaf de datum van aanvraag maar ten vroegste na het verstrijken van een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de diefstal of verduistering en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van de schorsing.
Indien de schorsing niet gevraagd wordt, blijft de dekking verworven ten aanzien van het gestolen of verduisterde motorrijtuig behalve voor de schade veroorzaakt door personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft.
11.2. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer
Bij vervanging van het gestolen of verduisterde motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig geldt paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
11.3. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het gestolen of verduisterde motorrijtuig, behalve voor de schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft. In geval van opzegging van de overeenkomst vervalt deze dekking op het ogenblik dat de opzegging van de overeenkomst ingaat.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig blijft de overeenkomst bestaan voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
Indien de verzekeringnemer de verzekerings-voorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 12. Andere situaties van verdwijning van risico
12.1. Verdwijning van het risico zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien het risico niet meer bestaat en het omschreven motorrijtuig niet vervangen wordt, kan de verzekeringnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in op datum van de mededeling en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast, behoudens in de gevallen van overdracht van eigendom, diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11.
12.2. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
12.3. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, gaat de dekking slechts over op het motorrijtuig dat in vervanging komt op het door de verzekeringnemer gewenste ogenblik. Op hetzelfde ogenblik eindigt de dekking ten aanzien van het omschreven motorrijtuig.
Met betrekking tot het motorrijtuig dat in vervanging komt, blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van dit nieuwe risico.
Indien de verzekeringnemer de verzekerings-voorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
De bepalingen van artikel 10 zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven motorrijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst.
Artikel 14. Opvordering door de overheid
Wanneer het omschreven motorrijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het motorrijtuig in bezit neemt.
Beide partijen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 8 of 30, § 8.
Sectie 4 : Duur - Premie - Wijzigingen van verzekeringsvoorwaarden en premie
Artikel 15. Duur van de overeenkomst
15.1. Maximumduur
De duur van de overeenkomst mag niet langer zijn dan één jaar.
15.2. Stilzwijgende verlenging
Behalve wanneer één van de partijen zich er ten minste drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst tegen verzet, overeenkomstig de artikelen 26, 27, § 2 en 30, § 2, wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
15.3. Korte termijn
Overeenkomsten waarvan de duur korter is dan één jaar, worden niet stilzwijgend verlengd tenzij anders is overeengekomen.
Artikel 16. De betaling van de premie
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet ten laatste op de premievervaldag betaald worden op verzoek van de verzekeraar.
Wanneer de premie niet rechtstreeks aan de verzekeraar wordt betaald, is de premiebetaling aan een derde bevrijdend indien deze de betaling vordert en hij voor de inning van de premie klaarblijkelijk als lasthebber van de verzekeraar optreedt.
Artikel 17. Het verzekeringsbewijs
Zodra de verzekeringsdekking aan de verzekeringnemer verleend wordt, geeft de verzekeraar hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
Het verzekeringsbewijs is niet geldig bij de nietigverklaring van de overeenkomst en houdt op geldig te zijn vanaf de beëindiging van de overeenkomst of vanaf het ogenblik van de opzegging of schorsing van de overeenkomst.
Artikel 18. Niet-betaling van de premie
18.1. Ingebrekestelling
De verzekeraar kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de verzekeringnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een aangetekende zending.
18.2. Schorsing van de dekking
De schorsing van de dekking gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling maar die niet korter mag zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
Als de dekking geschorst werd, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, zoals nader bepaald in de laatste ingebrekestelling of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeraar de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig paragraaf 1 en de ingebrekestelling herinnert aan de schorsing van de dekking. Het recht van de verzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
18.3. Verhaal van de verzekeraar
In geval van schorsing van de dekking wegens niet-betaling van de premie heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 44, 45, 1°, 55 en 63.
18.4. Opzegging van de overeenkomst
In geval van niet-betaling van de premie kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 3.
Artikel 19. Wijziging van de premie
Indien de verzekeraar de premie verhoogt, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De mededeling van de premiewijziging gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
Indien de premie wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringnemer niet over een opzeggingsrecht. Deze bepaling doet geen afbreuk aan het opzeggingsrecht vermeld in artikel 27, §§ 7 en 9.
Artikel 20. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden
20.1. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden ten gunste van de verzekeringnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is
De verzekeraar kan de verzekeringsvoorwaarden volledig ten gunste van de verzekeringnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is, wijzigen.
Wanneer de premie verhoogt, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
20.2. Wijziging van bepalingen die een invloed kunnen hebben op de premie of de vrijstelling
Indien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden met betrekking tot de wijziging van de premie in functie van de schadegevallen die zich hebben voorgedaan, of tot de vrijstelling wijzigt en die wijziging niet volledig ten gunste van de verzekeringnemer of de verzekerde is, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
Indien de vrijstelling wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringnemer niet over een opzeggingsrecht.
20.3. Wijziging ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid
Indien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden wijzigt ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid, licht de verzekeraar de verzekeringnemer hierover duidelijk in.
Wanneer de wijziging een premieverhoging tot gevolg heeft, of indien de wijziging niet uniform is voor alle verzekeraars, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3. Bij gebreke aan duidelijke informatie is de hoogst mogelijke uit de wetgeving voortvloeiende waarborg van toepassing en kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 7 indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit het nieuwe wettelijke kader, in geen geval zou verzekerd hebben.
20.4. Andere wijzigingen
Indien de verzekeraar andere wijzigingen voorstelt dan deze bedoeld in de §§ 1 tot 3, licht hij de verzekeringnemer hierover op duidelijke wijze in.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De verzekeringnemer heeft eveneens een opzeggingsrecht indien hij van de verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging.
20.5. Wijze van meedelen
De mededeling van de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
Artikel 21. Faillissement van de verzekeringnemer
21.1. Behoud van de overeenkomst
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
21.2. Opzegging van de overeenkomst
De curator van het faillissement en de verzekeraar hebben het recht om de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26, 28 en 30, § 9.
Artikel 22. Overlijden van de verzekeringnemer
22.1. Behoud van de overeenkomst
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen.
Indien het omschreven motorrijtuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel.
22.2. Opzegging van de overeenkomst
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, eerste lid.
De erfgenaam of legataris, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom verkregen heeft, kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, tweede lid.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 10.
Sectie 5 : Schorsing van de overeenkomst
Artikel 23. Tegenstelbaarheid van de schorsing
De schorsing van de overeenkomst is tegenstelbaar aan de benadeelde persoon.
Artikel 24. Wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig
Bij mededeling van de wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte verrekend.
Indien de verzekeringsvoorwaarden gewijzigd zijn of de premie verhoogd is, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 25. In verkeerstelling van enig ander motorrijtuig
Bij mededeling van het in het verkeer brengen van enig ander motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het vorig omschreven motorrijtuig, wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden en in functie van het nieuwe risico.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte verrekend.
Indien de verzekeringnemer de verzekerings-voorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de aanvraag van de wederinwerkingstelling van de overeenkomst, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Sectie 6 : Einde van de overeenkomst
Artikel 26. Opzeggingsmodaliteiten
26.1. Opzeggingswijze
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende zending of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
De opzegging wegens niet-betaling van de premie kan niet gebeuren door middel van afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
26.2. Uitwerking van de opzegging
Tenzij anders vermeld in de artikelen 27 en 30, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot, of in het geval van een aangetekende zending te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte, of vanaf de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs.
26.3. Premiekrediet
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de verzekeraar terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de inwerkingtreding van de opzegging.
Artikel 27. Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeringnemer
27.1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
27.2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeringnemer kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
27.3. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen indien de premie, de verzekeringsvoorwaarden of de vrijstelling wijzigen, zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst eveneens opzeggen indien hij van de verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging, zoals bedoeld in artikel 20.
27.4. Na schadegeval
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen overeenkomstig artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding. De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
27.5. Wijziging van verzekeraar
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van overdracht door de verzekeraar van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst.
De opzegging dient te gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de Nationale Bank van België tot goedkeuring van de overdracht.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte, of op de jaarlijkse premievervaldag indien deze vóór het verstrijken van de voornoemde termijn van een maand valt.
Deze opzegmogelijkheid is niet van toepassing op fusies en splitsingen van verzekeringsondernemingen, noch op overdrachten uitgevoerd in het kader van een inbreng van de algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid, noch op andere overdrachten tussen verzekeraars die deel uitmaken van eenzelfde geconsolideerd geheel.
27.6. Stopzetting van de activiteiten van de verzekeraar
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie of intrekking van de toelating van de verzekeraar.
27.7. Vermindering van risico
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen indien er bij vermindering van het risico geen akkoord is over het bedrag van de nieuwe premie binnen de maand na de aanvraag tot vermindering van de premie.
27.8. Opvordering door de overheid
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
27.9. Vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de verzekeringnemer bij een vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van de kennisgeving ervan.
27.10. Combinatiepolis
Wanneer de verzekeraar één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59 opzegt, kan de verzekeringnemer de gehele overeenkomst opzeggen.
Artikel 28. Opzegging door de curator
De curator kan de overeenkomst opzeggen binnen drie maanden die volgen op de faillietverklaring.
Artikel 29. Opzegging door de erfgenamen of legataris
De erfgenamen van de verzekeringnemer kunnen de overeenkomst opzeggen binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden van de verzekeringnemer.
De erfgenaam of legataris van de verzekeringnemer, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom heeft verkregen, kan de overeenkomst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het motorrijtuig hem werd toebedeeld. Deze termijn van een maand doet geen afbreuk aan de termijn van drie maanden en veertig dagen.
Artikel 30. Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeraar
30.1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
30.2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeraar kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
30.3. In geval van niet-betaling van de premie
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van niet-betaling van de premie, zelfs zonder voorafgaande schorsing van de dekking, indien de verzekeringnemer in gebreke gesteld is.
De opzegging gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
De verzekeraar kan zijn verplichting tot het verlenen van dekking schorsen en de overeenkomst opzeggen indien hij dit heeft bepaald in dezelfde ingebrekestelling.
In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn door de verzekeraar bepaald, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing van de dekking.
Wanneer de verzekeraar zijn verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft en de overeenkomst niet is opgezegd in dezelfde ingebrekestelling, kan de opzegging enkel geschieden mits een nieuwe ingebrekestelling.
In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
30.4. Na schadegeval
1° De verzekeraar kan de overeenkomst slechts opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen ingevolge artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
De opzegging na schadegeval van één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59, geeft de verzekeraar geen recht om deze waarborgen op te zeggen.
2° De verzekeraar kan, ten allen tijde, de overeenkomst opzeggen na een schadegeval, wanneer de verzekeringnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden, zodra de verzekeraar bij de onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen één van deze personen of hem voor het vonnisgerecht heeft gedagvaard, op basis van de artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. Indien de verzekeraar afstand doet van zijn vordering of indien de strafvordering uitmondt in een buitenvervolgingstelling of een vrijspraak, moet de verzekeraar de schade als gevolg van die opzegging vergoeden.
De opzegging gaat in ten vroegste een maand te rekenen van de dag volgend op de betekening, de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende zending vanaf de dag die volgt op zijn afgifte.
30.5. Verzwijging, onjuiste mededeling en verzwaring van het risico
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van:
1° onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens over het risico bij het sluiten van de overeenkomst bedoeld in artikel 4;
2° aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico in de loop van de overeenkomst bedoeld in artikel 6.
30.6. Technische eisen van het motorrijtuig
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer:
1° het motorrijtuig niet beantwoordt aan de reglementering op de technische eisen van de motorrijtuigen;
2° het motorrijtuig, onderworpen aan de technische controle, niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs.
30.7. Nieuwe wettelijke bepalingen
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden door een beslissing van de overheid bedoeld in artikel 20 in geen geval zou verzekerd hebben.
30.8. Opvordering door de overheid
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
30.9. Faillissement van de verzekeringnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement van de verzekeringnemer ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring.
30.10. Overlijden van de verzekeringnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen na het overlijden van de verzekeringnemer binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de verzekeraar kennis kreeg van het overlijden.
30.11. Vervanging van motorrijtuig of weder-inwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging of wederinwerkingstelling, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop hij kennis heeft gekregen van de kenmerken van het nieuwe risico.
Artikel 31. Einde van de overeenkomst na schorsing
Indien de geschorste overeenkomst vóór haar vervaldag niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op die vervaldag.
Indien de overeenkomst geschorst wordt binnen de drie maanden voor die vervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de eindvervaldag.
Artikel 32. Aangifte van een schadegeval
32.1. Termijn van aangifte
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen acht dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de verzekeraar of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon. De verzekeraar kan er zich echter niet op beroepen dat deze termijn niet in acht is genomen, indien die mededeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
Deze verplichting rust op alle verzekerden.
32.2. Inhoud van de aangifte
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval vermelden, evenals de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden. Voor zover mogelijk wordt hiervoor gebruik gemaakt van het formulier dat de verzekeraar ter beschikking stelt van de verzekeringnemer.
32.3. Bijkomende meldingen
De verzekeringnemer en de overige verzekerden verschaffen de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon, zonder verwijl alle door hem gevraagde nuttige inlichtingen en documenten. Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon overgemaakt worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Artikel 33. Erkenning van aansprakelijkheid door de verzekerde
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de verzekeraar, is hem niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de verzekeraar geen grond opleveren om zijn dekking te weigeren.
Artikel 34. Prestatie van de verzekeraar bij schade
34.1. Schadevergoeding
De verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst.
De verzekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.
34.2. Vergoedingsgrenzen
Er is geen vergoedingsgrens voor schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels.
De vergoedingsgrens voor stoffelijke schade bedraagt 100 miljoen euro per schadegeval. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 3 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
34.3. Leiding van het geschil
Vanaf het ogenblik dat de verzekeraar tot tussenkomst is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is hij verplicht zich achter de verzekerde te stellen volgens de bepalingen van de overeenkomst. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de verzekeraar en van de verzekerde samenvallen, heeft
de verzekeraar het recht om, in de plaats van de verzekerde de vordering van de benadeelde te bestrijden. De verzekeraar kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
34.4. Vrijwaring van de rechten van de verzekerde
De tussenkomsten van de verzekeraar houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
34.5. Mededeling van de schadeafhandeling
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de verzekeringnemer meegedeeld.
34.6. Indeplaatsstelling
De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de verzekerde tegen de aansprakelijke derden.
De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft overeenkomstig artikel 50, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de benadeelde tegen de aansprakelijke derden.
Artikel 35. Strafrechtelijke vervolging
35.1. Verdedigingsmiddelen
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
De verzekeraar moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 34 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
35.2. Rechtsmiddelen na veroordeling
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de verzekeraar er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag hij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
De verzekeraar heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen indien daartoe grond bestaat.
Wanneer de verzekeraar vrijwillig is tussengekomen, moet hij de verzekerde tijdig op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat de verzekeraar tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de verzekeraar ingestelde rechtsmiddel volgt.
35.3. Boetes, minnelijke schikkingen en kosten
De geldboetes, de minnelijke schikkingen in strafzaken en de gerechtskosten in strafzaken, onverminderd artikel 34, § 1, tweede lid, zijn niet ten laste van de verzekeraar.
HOOFDSTUK 4 – Verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan
Artikel 36. Verplichting van de verzekeraar
De verzekeraar maakt binnen vijftien dagen die volgen op iedere vraag van de verzekeringnemer en op het einde van de overeenkomst, aan deze laatste een verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan over met vermelding van de gegevens waarin de reglementering voorziet.
Artikel 37. Bestemmeling van de mededelingen
37.1. De verzekeraar
De voor de verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan zijn adres, zijn elektronisch adres of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon.
37.2. De verzekeringnemer
De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de verzekeraar gekende adres. Deze mededelingen en kennisgevingen kunnen met de instemming van de verzekeringnemer eveneens gebeuren via elektronische post op het laatste door hem aangegeven adres.
ONDERTITEL II : Bepalingen van toepassing op de waarborg wettelijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid
Artikel 38. Voorwerp van de verzekering
Met deze overeenkomst dekt de verzekeraar overeenkomstig voornoemde wet van 21 november 1989 of in voorkomend geval de toepasselijke buitenlandse wetgeving en volgens de bepalingen van deze overeenkomst, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het verzekerde motorrijtuig veroorzaakt schadegeval.
Artikel 39. Territoriale dekking
De dekking wordt verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs.
Deze dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privéterreinen.
Artikel 40. Schadegeval in het buitenland
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de verzekeraar verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan.
De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
Artikel 41. Verzekerde personen
Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
1° van de verzekeringnemer;
2° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven motorrijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd;
3° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder en van iedere persoon vervoerd door een verzekerd motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11 volgens de daarin bepaalde voorwaarden;
4° van de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de voornoemde personen.
Artikel 42. Uitgesloten personen
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
1° de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
2° de persoon die en in zoverre hij krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling van aansprakelijkheid is ontheven.
Voor de toepassing van dit artikel blijft het recht op schadevergoeding evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde.
Artikel 43. Van vergoeding uitgesloten schade
43.1. Het verzekerde motorrijtuig
De schade aan het verzekerde motorrijtuig is uitgesloten.
43.2. De vervoerde goederen
De schade aan goederen die door het verzekerde motorrijtuig beroepsmatig en onder bezwarende titel vervoerd worden, is uitgesloten, behoudens de kleding en bagage die persoonlijk toebehoren aan de vervoerde personen.
43.3. Schade door vervoerde goederen
De schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het verzekerde motorrijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer is uitgesloten.
43.4. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
43.5. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie is uitgesloten.
43.6. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerd motorrijtuig hebben verschaft, is uitgesloten.
HOOFDSTUK 2 – Het recht van verhaal van de verzekeraar
Artikel 44. Bepaling van de bedragen die kunnen verhaald worden
Wanneer de verzekeraar gehouden is ten aanzien van de benadeelden heeft hij een recht van verhaal dat betrekking heeft op de netto-uitgaven van de verzekeraar, zijnde de schadevergoedingen in hoofdsom, de gerechtskosten en intresten, verminderd met de eventuele vrijstellingen en de bedragen die hij heeft kunnen recupereren.
Dit recht van verhaal kan enkel toegepast worden in de gevallen en op de personen vermeld in de artikelen 45 tot en met 48, ten belope van het bedrag van het persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid van de verzekerde.
Dit verhaal wordt als volgt bepaald behoudens anders vermeld in de artikelen 45 tot en met 47:
1° indien de netto-uitgaven niet hoger zijn dan 11.000 euro is het bedrag van het verhaal integraal;
2° indien de netto-uitgaven hoger zijn dan 11.000 euro wordt dit laatste bedrag verhoogd met de helft van het gedeelte dat het bedrag van 11.000 euro overschrijdt. Dit verhaal bedraagt maximum 31.000 euro.
Artikel 45. Verhaal op de verzekeringnemer
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer:
1° in geval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 18;
2° voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven, bedoeld in artikel 44, tweede lid, in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten, overeenkomstig artikel 3, of in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6;
3° voor een bedrag van de netto-uitgaven zoals bepaald in artikel 44, tweede lid, met een maximum van 250 euro in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten, overeenkomstig artikel 4, als in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6.
Artikel 46. Verhaal op de verzekerde
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekerde:
1° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt, voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven, bedoeld in artikel 44, tweede lid;
2° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft in één van de volgende gevallen van xxxxx schuld en voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat met het schadegeval:
a) rijden in staat van dronkenschap;
b) rijden onder invloed van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, waardoor de verzekerde niet meer beschikt over de controle van zijn daden;
3° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft en dader of medeplichtige is van het misdrijf van misbruik van vertrouwen, oplichting of verduistering met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig; 4° in de mate waarin de verzekeraar bewijst dat hij schade geleden heeft wanneer de verzekerde een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk verricht heeft.
Artikel 47. Verhaal op de verzekeringnemer en de verzekerde
47.1. Verhaal met oorzakelijk verband
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is:
1° wanneer op het ogenblik van het schadegeval het omschreven motorrijtuig, dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, niet voldoet aan deze reglementering en in het verkeer gebracht wordt buiten het toegelaten traject. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het motorrijtuig en het schadegeval;
2° wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, waartoe van overheidswege geen toestemming is verleend. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de deelname aan een dergelijke rit of wedstrijd en het schadegeval;
3° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal passagiers overschreden is. Dit verhaal is beperkt tot de uitgaven die betrekking hebben op de passagiers en dit evenredig aan de verhouding van het aantal overtallige passagiers tot het aantal werkelijk vervoerde passagiers, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar
aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de overschrijding van het toegelaten aantal passagiers en het schadegeval;
4° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl de vervoerde personen plaatsen innemen in strijd met de reglementaire of contractuele bepalingen, met uitzondering van het overschrijden van het maximum aantal toegelaten passagiers, wordt het verhaal uitgeoefend voor het totaal van de uitgaven die betrekking hebben op deze vervoerde personen, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het innemen van een niet- conforme plaats in het motorrijtuig en het schadegeval.
47.2. Verhaal zonder oorzakelijk verband
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, wanneer hij bewijst dat, op het ogenblik van het schadegeval, het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt:
a) door een persoon die niet voldoet aan de Belgische wettelijke vereiste minimumleeftijd om dat motorrijtuig te besturen;
b) door een persoon die niet beschikt over een geldig rijbewijs om dat motorrijtuig te besturen;
c) door een persoon die specifieke beperkingen inzake het besturen van het motorrijtuig vermeld op zijn rijbewijs niet naleeft;
d) door een persoon die in België een rijverbod heeft zelfs indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland.
Er is geen recht van verhaal voor de punten a), b) en c) wanneer de persoon, die in het buitenland het motorrijtuig bestuurt, aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het motorrijtuig te besturen.
Er is geen recht van verhaal voor de punten b), c) en d) indien de verzekerde aantoont dat deze situatie te wijten is aan het niet naleven van een louter administratieve formaliteit.
47.3. Aanvechten van het verhaal
De verzekeraar kan echter voor alle situaties vermeld in dit artikel geen verhaal uitoefenen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
Artikel 48. Verhaal op de dader of de burgerrechtelijk aansprakelijke
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in het geval van overdracht van de eigendom voor zover hij bewijst dat deze verzekerde een andere persoon is dan deze bedoeld in artikel 10, § 1, vierde lid.
Artikel 49. Toepassing van een vrijstelling
49.1. Vrijstelling
De verzekeringnemer betaalt aan de verzekeraar het bedrag van de toepasselijke vrijstellingen voorzien in de overeenkomst. Deze betaling overschrijdt nooit de uitgaven van de verzekeraar. De toepassing van de vrijstellingen dient te worden uitgevoerd vóór de toepassing van een eventueel verhaal.
ONDERTITEL III : Bepalingen van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
HOOFDSTUK 1 – De vergoedingsplicht
Artikel 50. Vergoeding van zwakke weggebruikers
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29bis van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in vermeld artikel.
Artikel 51. Vergoeding van onschuldige slachtoffers
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29ter van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in dit artikel.
Sectie 2 : Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht
Artikel 52. Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van zwakke gebruikers
Deze vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 50, is van toepassing voor het verzekerde motorrijtuig van zodra het Belgisch recht van toepassing is, met uitsluiting van de ongevallen die zijn voorgevallen in een land dat niet vermeld staat op het verzekeringsbewijs.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Artikel 53. Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van onschuldige slachtoffers
De vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 51, is enkel van toepassing voor ongevallen die zijn gebeurd op het Belgisch grondgebied.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Artikel 54. Van vergoeding uitgesloten schade
54.1. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
54.2. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie, is uitgesloten.
54.3. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.
HOOFDSTUK 2 – Het recht van verhaal van de verzekeraar
Artikel 55. Verhaal op de verzekeringnemer en de verzekerde
De verzekeraar heeft geen recht van verhaal op de verzekeringnemer, of op de verzekerde, tenzij de verzekeringnemer of de verzekerde geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval.
In dat geval kan de verzekeraar verhaal uitoefenen overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49.
ONDERTITEL IV : Bepalingen van toepassing op de bijkomende waarborgen
Artikel 56. Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig
56.1. Toepassingsgebied
De dekking strekt zich uit, onder de voorwaarden in dit artikel, tot het gebruik van een aan een derde toebehorend motorrijtuig ander dan het omschreven motorrijtuig, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is aan de verzekeraar.
Zijn geen derden, bedoeld in het eerste lid:
- de verzekeringnemer of, wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, elke bestuurder van het omschreven motorrijtuig waarvan de naam aan de verzekeraar is meegedeeld;
- de personen die bij voornoemde personen inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven;
- de eigenaar of de gebruikelijke houder van het omschreven motorrijtuig.
Deze dekking geldt voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig en tot hetzelfde gebruik bestemd is wanneer het omschreven motorrijtuig definitief of tijdelijk onbruikbaar is, wegens onderhoud, aanpassingen, herstellingen, technische keuring of technisch totaal verlies.
Wanneer het omschreven motorrijtuig een twee- of driewieler is, kan de dekking in geen geval slaan op een motorrijtuig op vier of meer wielen.
56.2. Verzekerde personen
In hun hoedanigheid van bestuurder, houder of passagier van het vervangingsmotorrijtuig, of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagier wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van:
- de eigenaar van het omschreven motorrijtuig;
- de verzekeringnemer en wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, van de gemachtigde bestuurder van het omschreven motorrijtuig;
- alle personen die bij voornoemde verzekerden inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer of de eigenaar verblijven;
- iedere persoon waarvan de naam in de overeenkomst vermeld is.
56.3. Inwerkingtreding en duur van de dekking
Deze dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschreven motorrijtuig niet meer kan worden gebruikt en eindigt wanneer het vervangingsmotorrijtuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon is terugbezorgd.
Het motorrijtuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijke termijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven motorrijtuig ter beschikking is.
De dekking geldt nooit meer dan dertig dagen.
56.4. Dekkingsuitbreiding bij verhaal
Bij het gebruik van een motorrijtuig onder de voorwaarden bedoeld in dit artikel is de dekking eveneens verworven in het geval dat de verzekerde verplicht wordt om de vergoedingen, die aan de benadeelden betaald werden in uitvoering van een andere verzekeringsovereenkomst, terug te betalen ingevolge en overeenkomstig de toepassing van het verhaalsrecht bedoeld in de artikelen 44, 47, § 1, 1°, en 48.
Artikel 57. Slepen van een motorrijtuig
Wanneer het verzekerde motorrijtuig occasioneel om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van de persoon die de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen, heeft geleverd. In dit geval is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van die persoon eveneens gedekt voor de schade veroorzaakt aan het gesleepte motorrijtuig.
Indien het verzekerde motorrijtuig occasioneel een ander motorrijtuig, dat geen aanhangwagen is, met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het trekkende motorrijtuig aan het gesleepte motorrijtuig gedekt.
Indien een ander motorrijtuig het verzekerde motorrijtuig occasioneel met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het gesleepte motorrijtuig aan het trekkende motorrijtuig gedekt.
Voor de waarborg in het tweede en derde lid wordt de burgerlijke aansprakelijkheid van de personen bedoeld in artikel 41 gedekt.
Artikel 58. Reinigen en herstellen van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig
De verzekeraar vergoedt de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloze vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
59.1. Eis van een buitenlandse overheid
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven motorrijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de verzekeraar de geëiste borgsom voor of stelt hij zijn persoonlijke borg tot ten hoogste 62.000 euro voor het omschreven motorrijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de verzekeraar.
59.2. Borgsom betaald door de verzekerde
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de verzekeraar zijn persoonlijke borg in de plaats of betaalt hij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
59.3. Einde van de borgstelling
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de verzekeraar op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de verzekeraar alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing van de borgstelling.
59.4. Verbeurdverklaring
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de verzekeraar geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de verzekeraar, op zijn eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Artikel 60. Territoriale dekking
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 39.
Artikel 61. Schadegeval in het buitenland
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 40.
Voor deze bijkomende waarborgen zijn de uitsluitingen bedoeld in de artikelen 42 en 43 van toepassing.
HOOFDSTUK 2 – Het recht van verhaal van de verzekeraar
Artikel 63. Verhaal en vrijstelling
Het recht van verhaal van de verzekeraar bedoeld in de artikelen 44 tot en met 48 en de toepassing van de vrijstelling bedoeld in artikel 49 zijn van toepassing op de artikelen 56 en 57.
Artikel 64. Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig
Bij gebruik van een motorrijtuig volgens de voorwaarden van artikel 54 zijn de artikelen 50 tot en met 55 van toepassing.
ONDERTITEL V : Uitbreiding van de waarborg: Bijstand voor het voertuig
Artikel 65. Uitbreiding van de waarborg: Bijstand voor het voertuig
65.1.
Zodra de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering van kracht wordt, genieten de verzekerden en de inzittenden van het voertuig dat omschreven is in de bijzondere voorwaarden, 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 gratis deze dienstverlening van de Bijstandsservice op voorwaarde dat de maximaal toegelaten massa van het omschreven voertuig gelijk is aan of lager is dan 3,5 ton.
65.2.
De prestaties van de Bijstandsservice zijn voor hen verworven:
- Bij een materieel ongeval, bij brand, diefstal van het voertuig of poging tot diefstal van het voertuig en vandalisme, voor zover het voertuig hierdoor niet meer geschikt is voor het verkeer (hierna “schadeoorzaak” genoemd);
- Als de schadeoorzaak plaatsgevonden heeft in België of binnen een straal van 30 kilometer buiten de Belgische landsgrens.
Onder “materiaal ongeval” moet elke plotse, ongewilde, onvoorspelbare gebeurtenis worden verstaan die heeft geleid tot een botsing met een ten opzichte van het voertuig extern element en dat schade heeft veroorzaakt waardoor het gebruik van het voertuig onmogelijk, gevaarlijk of in strijd met de geldende regelgeving is. Defecten en het tanken van foutieve brandstof zijn uitgesloten.
De verzekerde kan op het telefoonnummer dat vermeld staat in bijlage 1 “Kennisgevingen en schademeldingen”
de volgende bijstand krijgen:
- Herstelling van het voertuig of takelen van het voertuig:
• Als het verzekerde voertuig door een schadeoorzaak geïmmobiliseerd is, stuurt de Bijstandsservice een takelbedrijf naar de plaats waar het geïmmobiliseerde voertuig staat, met het oog op een herstelling ter plaatse, en zal zij de kosten hiervoor betalen.
• Als blijkt dat het voertuig niet ter plaatse hersteld kan worden, zal de Bijstandsservice het voertuig naar de garage van de verzekerde laten takelen en zal zij de kosten hiervoor betalen.
- Mobiliteit:
• Als het voertuig niet hersteld kan worden binnen een tijdspanne van 2 uur, heeft de verzekerde de keuze tussen het ter beschikking stellen van een vervangwagen (categorie B) gedurende maximaal 5 kalenderdagen of de overbrenging naar zijn woonplaats en de betaling van een vervoerbewijs om zijn herstelde voertuig af te halen in de garage.
• In geval van terbeschikkingstelling van een voertuig verbindt de verzekerde zich ertoe om de voorwaarden en de regels na te leven die gelden voor het besturen van dat voertuig.
De verzekerde mag in het kader van de bijstand uitsluitend kosten maken na voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming van de Bijstandsservice. De gemaakte kosten worden dan vergoed op voorlegging van de kwitanties en wel binnen de limieten van de kosten die de verzekeraar zelf zou hebben gemaakt om deze dienstverlening te organiseren.
65.3.
Zijn uitgesloten van de waarborg:
- schadeoorzaken die een verzekerde opzettelijk heeft veroorzaakt;
- schadeoorzaken die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomen uit een verschijnsel van wijziging in de atoomkern of van radioactiviteit;
- schadeoorzaken die zich voordoen naar aanleiding van een oorlog, burgerlijke onlusten of enige collectieve vorm van geweld, wanneer een verzekerde hieraan deelneemt;
- schadeoorzaken die het gevolg zijn van roekeloze en kennelijk gevaarlijke handelingen, zoals vechtpartijen, weddenschappen en uitdagingen;
- schadeoorzaken die zich voordoen bij het voorbereiden of deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten- of wedstrijden, met uitzondering van puur toeristische rally’s;
- schadeoorzaken die resulteren uit het niet naleven van de regelgeving inzake de technische controle;
- schadegevallen die zich voordoen wanneer het voertuig op het ogenblik van het schadegeval bestuurd wordt door een persoon die niet beantwoordt aan de wetten en voorschriften uit het Belgische recht inzake het besturen van het verzekerde voertuig (minimumleeftijd, vervallen van het recht tot sturen, bestuurder zonder rijbewijs, …);
- schadeoorzaken die zich hebben voorgedaan terwijl de bestuurder een alcoholconcentratie van minstens 0,8 gram per liter bloed vertoont, in staat van dronkenschap is of onder invloed is van verdovende middelen, hallucinogenen, gelijkwaardige middelen of geneesmiddelen waarvan het gebruik de bestuurder ongeschikt maakt om een voertuig te besturen.
BIJLAGE: A posteriori personalisatiestelsel
1. Mechanisme van de variatie die verband houdt met de rijervaring 1.1.
Het aantal jaar rijervaring van de hoofdbestuurder wordt gerekend van de dag waarop het definitieve rijbewijs is behaald, tot de datum waarop de tariefcriteria worden vastgelegd. Indien de hoofdbestuurder evenwel een rijverbod heeft gekregen in de 5 opeenvolgende jaren die onmiddellijk voorafgaan aan de dag waarop de criteria worden vastgelegd, wordt het aantal jaar rijervaring gerekend vanaf 31 december van het jaar van het verval van het recht tot sturen.
De premie wordt geïndividualiseerd aan de hand van onderstaande schaal:
Aantal jaar rijervaring | Premieniveau (%) |
0 tot 4 | 100 % |
5 tot 9 | 53,247% |
10 tot 19 | 39,585% |
20 tot 29 | 32,987% |
30 en meer | 29,988% |
1.2.
Bij de overgang van de eerste schijf (0 tot 4 jaar rijervaring) naar de tweede schijf (5 tot 9 jaar rijervaring) wordt het procentuele premieniveau toegepast op de premie die in de eerste schijf verschuldigd is voor een voertuig met een vermogen van hoogstens 81 kW.
2. Mechanisme van de variatie die verband houdt met de schadegevallen
Het aantal schadegevallen waarmee rekening moet worden gehouden, is het aantal schadegevallen in het kader van de “burgerrechtelijke aansprakelijkheid” waarvoor de hoofdbestuurder aansprakelijk is gesteld in de vijf opeenvolgende jaren die onmiddellijk voorafgaan aan de datum waarop de tariefcriteria vastgelegd worden, en waarvoor een schadevergoeding is uitbetaald aan de benadeelden. Het aantal schadegevallen waarmee rekening moet worden gehouden, vermindert echter vanaf het laatste schadegeval uit de bovenvermelde periode van vijf jaar met één eenheid per volledig jaar zonder schadegeval; het resultaat mag evenwel niet negatief zijn.
De premie wordt geïndividualiseerd aan de hand van onderstaande schaal:
Aantal schadegevallen | Premieniveau (%) |
0 | 100% |
1 | 130% |
2 | 170% |
3 | 300% |
4 | 400% |
≥ 5 | 450% |
3. Effect op de premie
Om het effect van de rijervaring en van het aantal schadegevallen op de premie te bepalen, moet de premie vermenigvuldigd worden met de twee percentages die vermeld staan in de twee schalen.
De aanpassingen van de premie die gebeuren op basis van de mechanismen die beschreven staan in punt 1 en punt 2, worden niet beschouwd als tariefverhogingen.
TITEL 3 – De bescherming van het voertuig
I. De gedeeltelijke omniumverzekering
De gedeeltelijke omniumverzekering omvat de waarborgen voor Brand, Diefstal, Glasbreuk en Natuurkrachten en Aanrijdingen met loslopende dieren.
2.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig aan de bijzondere voorwaarden tegen:
- Brand;
- Brandschade;
- Ontploffing;
- Steekvlammen;
- Kortsluiting in de elektrische installatie;
- Blikseminslag.
De plaats van de gebeurtenis en haar oorzaak hebben geen effect op de waarborg die de verzekeraar verleent. 2.2.
De verzekeraar dekt echter niet:
- De schade die veroorzaakt wordt bij diefstal van het voertuig;
- De schade die veroorzaakt wordt door het vrijwillig laden van materies of voorwerpen die licht ontvlambaar of explosief zijn, met uitzondering van de brandstofreserve die bedoeld is voor gebruik in het omschreven voertuig, gasflessen of andere recipiënten die producten voor huishoudelijk gebruik bevatten.
3.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig aan de bijzondere voorwaarden tegen:
- De diefstal van het voertuig of van accessoires die gedekt zijn in de zin van deze overeenkomst;
- De schade die het gevolg is van (een poging tot) diefstal.
In geval van diefstal van het omschreven voertuig of van accessoires die gedekt zijn in de zin van de overeenkomst, wordt de verschuldigde vergoeding uiterlijk betaald op de dertigste dag na de ontvangst van de schadeverklaring, tenzij het voertuig ondertussen is teruggevonden.
3.2.
Volgende feiten dekt de verzekeraar echter niet:
- Feiten (diefstal, poging tot diefstal of schade die zouden resulteren uit diefstal of een poging tot diefstal) die zijn gepleegd door of met de medeplichtigheid van
o Familieleden of personen waarmee de verzekeringnemer of de verzekerde regelmatig of occasioneel samenwoont;
o Aangestelden van de verzekeringnemer of van de verzekerde of van personen die regelmatig of occasioneel met een van hen samenwonen;
o Personen aan wie de verzekeringnemer of de verzekerde het omschreven voertuig of de sleutels van dat voertuig om welke reden dan ook heeft toevertrouwd;
- De feiten die resulteren uit het verlies van een sleutel van het omschreven voertuig, uit de aanwezigheid van een sleutel in het voertuig, terwijl er niemand in het voertuig zit, of uit het feit dat het antidiefstalsysteem niet werkt omdat het uitgeschakeld is of om enige andere reden, tenzij het voertuig zich in een privatieve garage bevindt die eigendom is van de verzekeringnemer of van een verzekerde, en met de sleutel afgesloten is;
- Daden van vandalisme;
- Misbruik van vertrouwen en de gevolgen ervan.
3.3.
Behoudens een andersluidende vermelding in de bijzondere voorwaarden moet het voertuig uitgerust zijn met een goed werkend antidiefstalsysteem dat ingebouwd is door de constructeur. Bij ontstentenis hieraan is de waarborg niet gedekt.
Artikel 4 – Waarborg Glasbreuk
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig tegen breuk van de voorruit, de zijruiten en de achterruiten, behalve in geval van totaal verlies.
Bij een schadegeval bestaat de vergoeding die de verzekeraar verschuldigd is, alle andere elementen uitgesloten zijnde, uit de volgende elementen:
- de prijs van het materiaal dat nodig is voor het herstellen van de gebroken ruiten volgens de cataloguswaarde in België of de courante prijzen op de Belgische markt;
- de prijs van de gebroken ruit in België of de courante prijzen op de Belgische markt indien een herstelling om technische redenen onmogelijk is;
- de kostprijs van de werkuren die nodig zijn voor het verwijderen en herstellen van gebarsten ruiten of voor het verwijderen van gebroken ruiten en het plaatsen van nieuwe ruiten;
- de prijs van de nieuwe raamrubbers als die onontbeerlijk zijn bij de plaatsing van de nieuwe ruiten.
De vergoeding zal betaald worden na overlegging van een factuur van een door de verzekeraar aangeduide partner, waarop de naam van de verzekeringnemer of verzekerde alsook de kenmerken van het in de bijzondere voorwaarden omschreven voertuig (merk, chassisnummer) vermeld staan.
Artikel 5 – Waarborg Natuurkrachten en Aanrijdingen met loslopende dieren
5.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig tegen de schade die rechtstreeks en onmiddellijk resulteert uit:
- een rotsverschuiving, steenslag, aardverschuiving, lawine, druk van sneeuwmassa’s, storm, hagel,
overstroming, orkaan, tornado, wervelstorm, aardbeving, vulkaanuitbarsting of vloedgolf;
- een onverwacht contact met een loslopend dier aan de buitenzijde van het voertuig.
5.2.
De verzekeraar dekt de volgende schade evenwel niet:
- de schade die resulteert uit een overstroming die het gevolg is van een breuk van een riool op de plaats waar het omschreven voertuig zich bevindt;
- de schade die veroorzaakt wordt door continu bijten of krabben, zoals door een marter;
- de schade die veroorzaakt wordt per ongeluk en bijgevolg met een dier of als gevolg van een natuurkracht;
- de schade aan banden behalve indien die schade zich voordoet samen met andere schade die wel gedekt is.
Artikel 6 – Berekening van de vergoeding bij een schadegeval
6.1. Definitie
Het omschreven voertuig is totaal verloren wanneer het niet meer hersteld kan worden of wanneer de kostprijs van de herstelling op de dag van het schadegeval hoger is dan de waarde van de vergoeding zoals bepaald in dit artikel, verminderd met de waarde van het wrak.
Bij diefstal is er sprake van totaal verlies wanneer het omschreven voertuig niet teruggevonden wordt binnen de termijn die voorzien is in artikel 3.1.
6.2. Bij herstelling verschuldigde vergoeding
Als de schade aan het omschreven voertuig hersteld kan worden, vergoedt de verzekeraar de kosten voor de herstellingen, vermeerderd met de btw die de verzekerde niet kan aftrekken, voor zover hij deze kost definitief en effectief heeft gedragen.
6.3. Bij totaal verlies verschuldigde vergoeding 6.3.1.
De verzekeraar staat in voor de verkoop van het wrak tenzij de verzekeringnemer beslist om het wrak te houden. In dat laatste geval zal de waarde van het wrak in mindering worden gebracht van de schadevergoeding die wordt uitgekeerd.
6.3.2.
Het bedrag van de schadevergoeding stemt overeen met de verzekerde waarde van het voertuig vermenigvuldigd met een waardeverminderingscoëfficiënt die met behulp van onderstaande formule berekend wordt aan de hand van de ouderdom van het verzekerde voertuig:
Ouderdom van het voertuig | Waardeverminderingscoëfficiënt (%) |
Van de 1e maand tot de 12e maand | 0 % |
Van de 13e maand tot de 60e maand | 1 % per maand |
Vanaf de 61e maand stemt de toegekende vergoeding overeen met de reële waarde van het verzekerde voertuig op het ogenblik van het schadegeval.
Elke begonnen kalendermaand wordt voor een volledige maand meegerekend. De begindatum voor het berekenen van de ouderdom van het voertuig is de eerste dag van de maand van de eerste inschrijving van het voertuig. De einddatum stemt overeen met de dag van het schadegeval.
6.3.3.
Bij diefstal van het omschreven voertuig of van de verzekerde accessoires wordt de vergoeding berekend conform de bepalingen uit artikel 6.3.2.
6.3.4.
De vergoeding die verkregen wordt conform de bepalingen uit artikel 6.3.2., wordt vermeerderd met de op basis van bovenstaande tabel afgeschreven btw en wel maximaal met de btw die de verzekerde definitief en effectief betaald heeft op het ogenblik van de aankoop van het voertuig en/of de accessoires.
Artikel 7 – Vastlegging van de premie
7.1. Algemene bepalingen
De premie, vermeerderd met belastingen en bijdragen, moet op voorhand betaald worden en is op de vervaldag opeisbaar.
7.2. A priori-personalisatiemechanisme bij de initiële beoordeling van de risico’s door de verzekeraar
De premie wordt bepaald op basis van parameters die gebaseerd zijn op de tariefcriteria die vastgelegd zijn in de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst.
7.3. A posteriori-personalisatiemechanisme gedurende de looptijd van de overeenkomst
Bij elke jaarlijkse vervaldag van de premie kunnen de tariefcriteria van de premie aangepast worden volgens de regels die vermeld staan in artikel 7.4. “Mechanisme van de variatie die verband houdt met de rijervaring” in het kader van het mechanisme van de variatie; het effect op de premie staat vermeld in artikel 7.5.
7.4. Mechanisme van de variatie die verband houdt met de rijervaring 7.4.1.
Het aantal jaar rijervaring van de hoofdbestuurder wordt gerekend van de dag waarop het definitieve rijbewijs is behaald, tot de datum waarop de tariefcriteria worden vastgelegd. Indien de hoofdbestuurder evenwel een rijverbod heeft gekregen in de 5 opeenvolgende jaren die onmiddellijk voorafgaan aan de dag waarop de criteria worden vastgelegd, wordt het aantal jaar rijervaring gerekend vanaf 31 december van het jaar van het verval van het recht tot sturen.
De premie wordt geïndividualiseerd aan de hand van onderstaande schaal:
Aantal jaar rijervaring | Premieniveau (%) |
0 tot 4 | 100% |
5 tot 9 | 73,696% |
10 tot 19 | 59,051% |
20 tot 29 | 51,349% |
30 en meer | 45,644% |
7.4.2.
Bij de overgang van de eerste schijf (0 tot 4 jaar rijervaring) naar de tweede schijf (5 tot 9 jaar rijervaring) wordt het procentuele premieniveau toegepast op de premie die in de eerste schijf verschuldigd is voor een voertuig met een vermogen van hoogstens 81 kW.
7.5. Effect op de premie
Om het effect van de rijervaring op de premie te bepalen, moet de premie vermenigvuldigd worden met het percentage dat vermeld staat in de schaal die beschreven is in artikel 7.4.
De aanpassingen van de premie die gebeuren op basis van het mechanisme dat beschreven staat in artikel 7.4., worden niet beschouwd als tariefverhogingen.
7.6. Correctie van het a posteriori-personalisatiesysteem
Een foutieve toepassing van het hierboven beschreven systeem wordt gecorrigeerd en de premieverschillen die eruit resulteren, worden door de verzekeraar – naar gelang het geval – terugbetaald aan de verzekeringnemer of van de verzekeringnemer gevorderd.
Het bedrag dat de verzekeraar terugbetaalt, wordt vermeerderd met de wettelijke interest indien de correctie meer dan een jaar na de toewijzing van de foutieve premie gebeurt.
7.7. Verandering van het voertuig
Met uitzondering van het bepaalde uit artikel 7.4.2. heeft een verandering van het voertuig geen enkele uitwerking op het mechanisme voor het personaliseren van de premie.
7.8. Verandering van de hoofdbestuurder
Een verandering van de hoofdbestuurder kan een uitwerking hebben op de positie binnen het systeem voor het personaliseren van de premie.
7.9. Opnieuw in werking stellen
Als een opgeschorte overeenkomst opnieuw in werking wordt gesteld, blijven de tariefcriteria die toegepast werden op het ogenblik van de opschorting, van toepassing volgens het hierboven beschreven mechanisme voor het personaliseren van de premie.
Er is geen enkele vrijstelling van toepassing voor de bovenvermelde waarborgen.
II. Gedeeltelijke omniumverzekering + totaal verlies
De gedeeltelijke omniumverzekering + totaal verlies omvat de waarborgen voor Brand, Diefstal, Glasbreuk en Natuurkrachten en Aanrijdingen met loslopende dieren alsook totaal verlies bij een ongeval.
2.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig aan de bijzondere voorwaarden tegen:
- Brand;
- Brandschade;
- Ontploffing;
- Steekvlammen;
- Kortsluiting in de elektrische installatie;
- Blikseminslag.
De plaats van de gebeurtenis en haar oorzaak hebben geen effect op de waarborg die de verzekeraar verleent. 2.2.
De verzekeraar dekt echter niet:
- De schade die veroorzaakt wordt bij diefstal van het voertuig;
- De schade die veroorzaakt wordt door het vrijwillig laden van materies of voorwerpen die licht ontvlambaar of explosief zijn, met uitzondering van de brandstofreserve die bedoeld is voor gebruik in het omschreven voertuig, gasflessen of andere recipiënten die producten voor huishoudelijk gebruik bevatten.
3.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig aan de bijzondere voorwaarden tegen:
- De diefstal van het voertuig of van accessoires die gedekt zijn in de zin van deze overeenkomst;
- De schade die het gevolg is van (een poging tot) diefstal.
In geval van diefstal van het omschreven voertuig of van accessoires die gedekt zijn in de zin van de overeenkomst, wordt de verschuldigde vergoeding uiterlijk betaald op de dertigste dag na de ontvangst van de schadeverklaring, tenzij het voertuig ondertussen is teruggevonden.
3.2.
Volgende feiten dekt de verzekeraar echter niet:
- Feiten (diefstal, poging tot diefstal of schade die zouden resulteren uit diefstal of een poging tot diefstal) die zijn gepleegd door of met de medeplichtigheid van
o Familieleden of personen waarmee de verzekeringnemer of de verzekerde regelmatig of occasioneel samenwoont;
o Aangestelden van de verzekeringnemer of van de verzekerde of van personen die regelmatig of occasioneel met een van hen samenwonen;
o Personen aan wie de verzekeringnemer of de verzekerde het omschreven voertuig of de sleutels van dat voertuig om welke reden dan ook heeft toevertrouwd;
- De feiten die resulteren uit het verlies van een sleutel van het omschreven voertuig, uit de aanwezigheid van een sleutel in het voertuig, terwijl er niemand in het voertuig zit, of uit het feit dat het antidiefstalsysteem niet werkt omdat het uitgeschakeld is of om enige andere reden, tenzij het voertuig zich in een privatieve garage bevindt die eigendom is van de verzekeringnemer of van een verzekerde, en met de sleutel afgesloten is;
- Daden van vandalisme;
- Misbruik van vertrouwen en de gevolgen ervan.
3.3.
Behoudens een andersluidende vermelding in de bijzondere voorwaarden moet het voertuig uitgerust zijn met een goed werkend antidiefstalsysteem dat ingebouwd is door de constructeur. Bij ontstentenis hieraan is de waarborg niet gedekt.
Artikel 4 – Waarborg Glasbreuk
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig tegen breuk van de voorruit, de zijruiten en de achterruiten, behalve in geval van totaal verlies.
Bij een schadegeval bestaat de vergoeding die de verzekeraar verschuldigd is, alle andere elementen uitgesloten zijnde, uit de volgende elementen:
- de prijs van het materiaal dat nodig is voor het herstellen van de gebroken ruiten volgens de cataloguswaarde in België of de courante prijzen op de Belgische markt;
- de prijs van de gebroken ruit in België of de courante prijzen op de Belgische markt indien een herstelling om technische redenen onmogelijk is;
- de kostprijs van de werkuren die nodig zijn voor het verwijderen en herstellen van gebarsten ruiten of voor het verwijderen van gebroken ruiten en het plaatsen van nieuwe ruiten;
- de prijs van de nieuwe raamrubbers als die onontbeerlijk zijn bij de plaatsing van de nieuwe ruiten.
De vergoeding zal betaald worden na overlegging van een factuur van een door de verzekeraar aangeduide partner, waarop de naam van de verzekeringnemer of verzekerde alsook de kenmerken van het in de bijzondere voorwaarden omschreven voertuig (merk, chassisnummer) vermeld staan.
Artikel 5 – Waarborg Natuurkrachten en Aanrijdingen met loslopende dieren
5.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig tegen de schade die rechtstreeks en onmiddellijk resulteert uit:
- een rotsverschuiving, steenslag, aardverschuiving, lawine, druk van sneeuwmassa’s, storm, hagel,
overstroming, orkaan, tornado, wervelstorm, aardbeving, vulkaanuitbarsting of vloedgolf;
- een onverwacht contact met een loslopend dier aan de buitenzijde van het voertuig.
5.2.
De verzekeraar dekt de volgende schade evenwel niet:
- de schade die resulteert uit een overstroming die het gevolg is van een breuk van een riool op de plaats waar het omschreven voertuig zich bevindt;
- de schade die veroorzaakt wordt door continu bijten of krabben, zoals door een marter;
- de schade die veroorzaakt wordt per ongeluk en bijgevolg met een dier of als gevolg van een natuurkracht;
- de schade aan banden behalve indien die schade zich voordoet samen met andere schade die wel gedekt is.
Artikel 6 – Waarborg Totaal verlies
6.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig tegen totaal verlies, zoals dat gedefinieerd is in artikel 7.1., als gevolg van een ongeval dat resulteert uit een schok, een val, een kanteling of een aanrijding.
6.2.
De verzekeraar dekt echter volgende schade niet:
- schade die veroorzaakt werd door een diefstal of een poging tot diefstal;
- schade die resulteert uit een brand;
- schade aan het voertuig of aan een of meerdere onderdelen van het voertuig door slijtage, constructiefouten of materiaalfouten, door kennelijk slecht onderhoud van het verzekerde voertuig of van een of meerdere onderdelen van het voertuig of door een gebruik van het verzekerde voertuig dat niet overeenstemt met de voorschriften van de constructeur;
- schade die veroorzaakt is door de vervoerde goederen, door het lossen of laden van de vervoerde goederen of door het gewicht van de lading die vervoerd werd in het verzekerde voertuig;
- schade als gevolg van het voorbereiden voor of het deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten- of wedstrijden met uitzondering van rally’s met uitsluitend toeristisch karakter;
- schade die aan het voertuig aangebracht wordt wanneer dit op het ogenblik van het schadegeval niet over een geldig keuringsbewijs beschikt, met uitzondering van de schade die veroorzaakt wordt:
o wanneer men zich op het normale traject naar de technische keuring bevindt;
o wanneer men zich na afgifte van een keuringsbewijs met de vermelding “verboden tot het verkeer” van het keuringsstation naar zijn eigen woonplaats en/of naar een hersteller begeeft of wanneer men na de herstelling opnieuw naar het keuringsstation rijdt.
- schade die bij het schadegeval aan het voertuig aangebracht wordt door een persoon die niet beantwoordt aan de wetten en voorschriften van het Belgische recht inzake het besturen van het verzekerde voertuig (minimumleeftijd, vervallen van het recht tot sturen, bestuurder zonder rijbewijs, …);
- schade die aan het voertuig aangebracht wordt terwijl de bestuurder een alcoholconcentratie van minstens 1,5 gram per liter bloed of 0,66 milligram per liter uitgeademde lucht vertoont, bedwelmd is of onder invloed is van verdovende middelen, hallucinogenen, gelijkwaardige middelen of middelen waarvan het gebruik de bestuurder ongeschikt maakt om een voertuig te besturen.
Bij toepassing van de twee laatste gedachtestreepjes blijft de waarborg voor de verzekeringnemer en voor de eigenaar van het voertuig verworven indien de verzekeringnemer aantoont dat de feiten zich voorgedaan hebben buiten zijn medeweten of in strijd met de instructies die hij had gegeven. De verzekeraar treedt in dit geval in de rechten en vorderingen die de verzekeringnemer of de eigenaar van het voertuig kan doen gelden ten overstaan van de bestuurder van het verzekerde voertuig dat de schade veroorzaakt heeft, en wel ten bedrage van (een deel van) de betaalde vergoedingen.
6.3.
De herstelling is nooit verzekerd.
Artikel 7 – Berekening van de vergoeding bij een schadegeval
7.1. Definitie
Het omschreven voertuig is totaal verloren wanneer het niet meer hersteld kan worden of wanneer de kostprijs van de herstelling op de dag van het schadegeval hoger is dan de waarde van de vergoeding zoals bepaald in dit artikel, verminderd met de waarde van het wrak.
Bij diefstal is er sprake van totaal verlies wanneer het omschreven voertuig niet teruggevonden wordt binnen de termijn die voorzien is in artikel 3.1.
7.2. Bij herstelling verschuldigde vergoeding
Als de schade aan het omschreven voertuig hersteld kan worden, vergoedt de verzekeraar de kosten voor de herstellingen, vermeerderd met de btw die de verzekerde niet kan aftrekken, voor zover hij deze kost definitief en effectief heeft gedragen.
7.3. Bij totaal verlies verschuldigde vergoeding 7.3.1.
De verzekeraar staat in voor de verkoop van het wrak tenzij de verzekeringnemer beslist om het wrak te houden. In dat laatste geval zal de waarde van het wrak in mindering worden gebracht van de schadevergoeding die wordt uitgekeerd.
7.3.2.
Het bedrag van de schadevergoeding stemt overeen met de verzekerde waarde van het voertuig vermenigvuldigd met een waardeverminderingscoëfficiënt die met behulp van onderstaande formule berekend wordt aan de hand van de ouderdom van het verzekerde voertuig:
Ouderdom van het voertuig | Waardeverminderingscoëfficiënt (%) |
Van de 1e maand tot de 12e maand | 0 % |
Van de 13e maand tot de 60e maand | 1 % per maand |
Vanaf de 61e maand stemt de toegekende vergoeding overeen met de reële waarde van het verzekerde voertuig op het ogenblik van het schadegeval.
Elke begonnen kalendermaand wordt voor een volledige maand meegerekend. De begindatum voor het berekenen van de ouderdom van het voertuig is de eerste dag van de maand van de eerste inschrijving van het voertuig. De einddatum stemt overeen met de dag van het schadegeval.
7.3.3.
Bij diefstal van het omschreven voertuig of van de verzekerde accessoires wordt de vergoeding berekend conform de bepalingen uit artikel 7.3.2.
7.3.4.
De vergoeding die verkregen wordt conform de bepalingen uit artikel 7.3.2., wordt vermeerderd met de op basis van bovenstaande tabel afgeschreven btw en wel maximaal met de btw die de verzekerde definitief en effectief betaald heeft op het ogenblik van de aankoop van het voertuig en/of de accessoires.
Artikel 8 – Vastlegging van de premie
8.1. Algemene bepalingen
De premie, vermeerderd met belastingen en bijdragen, moet op voorhand betaald worden en is op de vervaldag opeisbaar.
8.2. A priori-personalisatiemechanisme bij de initiële beoordeling van de risico’s door de verzekeraar
De premie wordt bepaald op basis van parameters die gebaseerd zijn op de tariefcriteria die vastgelegd zijn in de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst.
8.3. A posteriori-personalisatiemechanisme gedurende de looptijd van de overeenkomst
Op elke jaarlijkse vervaldag van de premie kunnen de tariefcriteria voor de premie aangepast worden volgens de regels die in het kader van variatiemechanisme vermeld zijn in artikel 8.4. “Mechanisme van de variatie die verband houdt met de rijervaring” en in artikel 8.5. “Mechanisme van de variatie die verband houdt met schadegevallen”; het effect op de premie staat beschreven in artikel 8.6.
8.4. Mechanisme van de variatie die verband houdt met de rijervaring 8.4.1.
Het aantal jaar rijervaring van de hoofdbestuurder wordt gerekend van de dag waarop het definitieve rijbewijs is behaald, tot de datum waarop de tariefcriteria worden vastgelegd. Indien de hoofdbestuurder evenwel een rijverbod heeft gekregen in de 5 opeenvolgende jaren die onmiddellijk voorafgaan aan de dag waarop de criteria worden vastgelegd, wordt het aantal jaar rijervaring gerekend vanaf 31 december van het jaar van het verval van het recht tot sturen.
De premie wordt geïndividualiseerd aan de hand van onderstaande schaal:
Aantal jaar rijervaring | Premieniveau (%) |
0 tot 4 | 100% |
5 tot 9 | 69,032% |
10 tot 19 | 52,372% |
20 tot 29 | 46,087% |
30 en meer | 41,473% |
8.4.2.
Bij de overgang van de eerste schijf (0 tot 4 jaar rijervaring) naar de tweede schijf (5 tot 9 jaar rijervaring) wordt het procentuele premieniveau toegepast op de premie die in de eerste schijf verschuldigd is voor een voertuig met een vermogen van hoogstens 81 kW.
8.5. Mechanisme van de variatie die verband houdt met de schadegevallen
Het aantal schadegevallen waarmee rekening moet worden gehouden, is het aantal schadegevallen in het kader van de “burgerrechtelijke aansprakelijkheid” en het aantal schadegevallen in het kader van “stoffelijke schade” van de hoofdbestuurder in de vijf opeenvolgende jaren die onmiddellijk voorafgaan aan de datum waarop de tariefcriteria vastgelegd worden, en waarvoor een schadevergoeding is uitbetaald aan de benadeelden. Het aantal schadegevallen waarmee rekening moet worden gehouden, vermindert echter vanaf het laatste schadegeval uit de bovenvermelde periode van vijf jaar met één eenheid per volledig jaar zonder schadegeval; het resultaat mag evenwel niet negatief zijn.
Onder schadegeval in het kader van “stoffelijke schade” wordt elk schadegeval verstaan waarbij de schade aan het omschreven voertuig veroorzaakt is bij een ongeval dat het gevolg is van een schok, val, kanteling of botsing waarbij geen derde betrokken is.
De premie wordt geïndividualiseerd aan de hand van onderstaande schaal:
Aantal schadegevallen | Premieniveau (%) |
0 | 100% |
1 | 130% |
2 | 170% |
3 | 300% |
4 | 400% |
≥ 5 | 450% |
8.6. Effect op de premie
Om het effect van de rijervaring en van het aantal schadegevallen op de premie te bepalen, moet de premie vermenigvuldigd worden met de percentages die vermeld staan in de twee schalen.
De aanpassingen van de premie die gebeuren op basis van de mechanismes die beschreven staan in artikelen
8.4. en 8.5., worden niet beschouwd als tariefverhogingen.
8.7. Correctie van het a posteriori-personalisatiesysteem
Een foutieve toepassing van het hierboven beschreven systeem wordt gecorrigeerd en de premieverschillen die eruit resulteren, worden door de verzekeraar – naar gelang het geval – terugbetaald aan de verzekeringnemer of van de verzekeringnemer gevorderd.
Het bedrag dat de verzekeraar terugbetaalt, wordt vermeerderd met de wettelijke interest indien de correctie meer dan een jaar na de toewijzing van de foutieve premie gebeurt.
8.8. Verandering van het voertuig
Met uitzondering van het bepaalde uit artikel 8.4.2. heeft een verandering van het voertuig geen enkele uitwerking op het mechanisme voor het personaliseren van de premie.
8.9. Verandering van de hoofdbestuurder
Een verandering van de hoofdbestuurder kan een uitwerking hebben op de positie binnen het systeem voor het personaliseren van de premie.
8.10. Opnieuw in werking stellen
Als een opgeschorte overeenkomst opnieuw in werking wordt gesteld, blijven de tariefcriteria die toegepast werden op het ogenblik van de opschorting, van toepassing volgens het hierboven beschreven mechanisme voor het personaliseren van de premie.
Er is geen enkele vrijstelling van toepassing voor de bovenvermelde waarborgen.
III. Volledige omniumverzekering
De volledige omniumverzekering omvat de waarborgen voor Brand, Diefstal, Glasbreuk en Natuurkrachten en Aanrijdingen met loslopende dieren alsook stoffelijke schade.
2.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig aan de bijzondere voorwaarden tegen:
- Brand;
- Brandschade;
- Ontploffing;
- Steekvlammen;
- Kortsluiting in de elektrische installatie;
- Blikseminslag.
De plaats van de gebeurtenis en haar oorzaak hebben geen effect op de waarborg die de verzekeraar verleent. 2.2.
De verzekeraar dekt echter niet:
- De schade die veroorzaakt wordt bij diefstal van het voertuig;
- De schade die veroorzaakt wordt door het vrijwillig laden van materies of voorwerpen die licht ontvlambaar of explosief zijn, met uitzondering van de brandstofreserve die bedoeld is voor gebruik in het omschreven voertuig, gasflessen of andere recipiënten die producten voor huishoudelijk gebruik bevatten.
3.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig aan de bijzondere voorwaarden tegen:
- De diefstal van het voertuig of van accessoires die gedekt zijn in de zin van deze overeenkomst;
- De schade die het gevolg is van (een poging tot) diefstal.
In geval van diefstal van het omschreven voertuig of van accessoires die gedekt zijn in de zin van de overeenkomst, wordt de verschuldigde vergoeding uiterlijk betaald op de dertigste dag na de ontvangst van de schadeverklaring, tenzij het voertuig ondertussen is teruggevonden.
3.2.
Volgende feiten dekt de verzekeraar echter niet:
- Feiten (diefstal, poging tot diefstal of schade die zouden resulteren uit diefstal of een poging tot diefstal) die zijn gepleegd door of met de medeplichtigheid van
o Familieleden of personen waarmee de verzekeringnemer of de verzekerde regelmatig of occasioneel samenwoont;
o Aangestelden van de verzekeringnemer of van de verzekerde of van personen die regelmatig of occasioneel met een van hen samenwonen;
o Personen aan wie de verzekeringnemer of de verzekerde het omschreven voertuig of de sleutels van dat voertuig om welke reden dan ook heeft toevertrouwd;
- De feiten die resulteren uit het verlies van een sleutel van het omschreven voertuig, uit de aanwezigheid van een sleutel in het voertuig, terwijl er niemand in het voertuig zit, of uit het feit dat het antidiefstalsysteem niet werkt omdat het uitgeschakeld is of om enige andere reden, tenzij het voertuig zich in een privatieve garage bevindt die eigendom is van de verzekeringnemer of van een verzekerde, en met de sleutel afgesloten is;
- Daden van vandalisme;
- Misbruik van vertrouwen en de gevolgen ervan.
3.3.
Behoudens een andersluidende vermelding in de bijzondere voorwaarden moet het voertuig uitgerust zijn met een goed werkend antidiefstalsysteem dat ingebouwd is door de constructeur. Bij ontstentenis hieraan is de waarborg niet gedekt.
Artikel 4 – Waarborg Glasbreuk
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig tegen breuk van de voorruit, de zijruiten en de achterruiten, behalve in geval van totaal verlies.
Bij een schadegeval bestaat de vergoeding die de verzekeraar verschuldigd is, alle andere elementen uitgesloten zijnde, uit de volgende elementen:
- de prijs van het materiaal dat nodig is voor het herstellen van de gebroken ruiten volgens de cataloguswaarde in België of de courante prijzen op de Belgische markt;
- de prijs van de gebroken ruit in België of de courante prijzen op de Belgische markt indien een herstelling om technische redenen onmogelijk is;
- de kostprijs van de werkuren die nodig zijn voor het verwijderen en herstellen van gebarsten ruiten of voor het verwijderen van gebroken ruiten en het plaatsen van nieuwe ruiten;
- de prijs van de nieuwe raamrubbers als die onontbeerlijk zijn bij de plaatsing van de nieuwe ruiten.
De vergoeding zal betaald worden na overlegging van een factuur van een door de verzekeraar aangeduide partner, waarop de naam van de verzekeringnemer of verzekerde alsook de kenmerken van het in de bijzondere voorwaarden omschreven voertuig (merk, chassisnummer) vermeld staan.
Artikel 5 – Waarborg Natuurkrachten en Aanrijdingen met loslopende dieren
5.1.
De verzekeraar verzekert het omschreven voertuig tegen de schade die rechtstreeks en onmiddellijk resulteert uit:
- een rotsverschuiving, steenslag, aardverschuiving, lawine, druk van sneeuwmassa’s, storm, hagel, overstroming, orkaan, tornado, wervelstorm, aardbeving, vulkaanuitbarsting of vloedgolf;
- een onverwacht contact met een loslopend dier aan de buitenzijde van het voertuig.
5.2.
De verzekeraar dekt de volgende schade evenwel niet:
- de schade die resulteert uit een overstroming die het gevolg is van een breuk van een riool op de plaats waar het omschreven voertuig zich bevindt;
- de schade die veroorzaakt wordt door continu bijten of krabben, zoals door een marter;
- de schade die veroorzaakt wordt per ongeluk en bijgevolg met een dier of als gevolg van een natuurkracht;
- de schade aan banden behalve indien die schade zich voordoet samen met andere schade die wel gedekt is.
Artikel 6 – Waarborg Stoffelijke schade
6.1.
De verzekeraar verzekert de schade aan het omschreven voertuig die het gevolg is van een ongeval dat resulteert uit een schok, een val, een kanteling of een aanrijding.
In het kader van deze waarborg is ook de schade verzekerd die resulteert uit daden van vandalisme, en schade die aan het omschreven voertuig aangebracht wordt bij het laden en lossen ervan.
6.2.
De verzekeraar dekt echter volgende schade niet:
- schade die veroorzaakt werd door een diefstal of een poging tot diefstal;
- schade die resulteert uit een brand;
- schade aan het voertuig of aan een of meerdere onderdelen van het voertuig door slijtage, constructiefouten of materiaalfouten, door kennelijk slecht onderhoud van het verzekerde voertuig of van een of meerdere onderdelen van het voertuig of door een gebruik van het verzekerde voertuig dat niet overeenstemt met de voorschriften van de constructeur;
- schade die veroorzaakt is door de vervoerde goederen, door het lossen of laden van de vervoerde goederen of door het gewicht van de lading die vervoerd werd in het verzekerde voertuig;
- schade als gevolg van het voorbereiden voor of het deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten- of wedstrijden met uitzondering van rally’s met uitsluitend toeristisch karakter;
- schade aan banden behalve indien deze schade zich gelijktijdig voordoet met andere schade die wel gedekt is, of in geval van vandalisme;
- schade die aan het voertuig aangebracht wordt wanneer dit op het ogenblik van het schadegeval niet over een geldig keuringsbewijs beschikt, met uitzondering van de schade die veroorzaakt wordt:
o wanneer men zich op het normale traject naar de technische keuring bevindt;
o wanneer men zich na afgifte van een keuringsbewijs met de vermelding “verboden tot het verkeer” van het keuringsstation naar zijn eigen woonplaats en/of naar een hersteller begeeft of wanneer men na de herstelling opnieuw naar het keuringsstation rijdt.
- schade die bij het schadegeval aan het voertuig aangebracht wordt door een persoon die niet beantwoordt aan de wetten en voorschriften van het Belgische recht inzake het besturen van het verzekerde voertuig (minimumleeftijd, vervallen van het recht tot sturen, bestuurder zonder rijbewijs, …);
- schade die aan het voertuig aangebracht wordt terwijl de bestuurder een alcoholconcentratie van minstens 1,5 gram per liter bloed of 0,66 milligram per liter uitgeademde lucht vertoont, bedwelmd is of onder invloed is van verdovende middelen, hallucinogenen, gelijkwaardige middelen of middelen waarvan het gebruik de bestuurder ongeschikt maakt om een voertuig te besturen.
Bij toepassing van de twee laatste gedachtestreepjes blijft de waarborg voor de verzekeringnemer en voor de eigenaar van het voertuig verworven indien de verzekeringnemer aantoont dat de feiten zich voorgedaan
hebben buiten zijn medeweten of in strijd met de instructies die hij had gegeven. De verzekeraar treedt in dit geval in de rechten en vorderingen die de verzekeringnemer of de eigenaar van het voertuig kan doen gelden ten overstaan van de bestuurder van het verzekerde voertuig dat de schade veroorzaakt heeft, en wel ten bedrage van (een deel van) de betaalde vergoedingen.
Artikel 7 – Berekening van de vergoeding bij een schadegeval
7.1. Definitie
Het omschreven voertuig is totaal verloren wanneer het niet meer hersteld kan worden of wanneer de kostprijs van de herstelling op de dag van het schadegeval hoger is dan de waarde van de vergoeding zoals bepaald in dit artikel, verminderd met de waarde van het wrak.
Bij diefstal is er sprake van totaal verlies wanneer het omschreven voertuig niet teruggevonden wordt binnen de termijn die voorzien is in artikel 3.1.
7.2. Bij herstelling verschuldigde vergoeding
Als de schade aan het omschreven voertuig hersteld kan worden, vergoedt de verzekeraar de kosten voor de herstellingen, vermeerderd met de btw die de verzekerde niet kan aftrekken, voor zover hij deze kost definitief en effectief heeft gedragen.
7.3. Bij totaal verlies verschuldigde vergoeding 7.3.1.
De verzekeraar staat in voor de verkoop van het wrak tenzij de verzekeringnemer beslist om het wrak te houden. In dat laatste geval zal de waarde van het wrak in mindering worden gebracht van de schadevergoeding die wordt uitgekeerd.
7.3.2.
Het bedrag van de schadevergoeding stemt overeen met de verzekerde waarde van het voertuig vermenigvuldigd met een waardeverminderingscoëfficiënt die met behulp van onderstaande formule berekend wordt aan de hand van de ouderdom van het verzekerde voertuig:
Ouderdom van het voertuig | Waardeverminderingscoëfficiënt (%) |
Van de 1e maand tot de 12e maand | 0 % |
Van de 13e maand tot de 60e maand | 1 % per maand |
Vanaf de 61e maand stemt de toegekende vergoeding overeen met de reële waarde van het verzekerde voertuig op het ogenblik van het schadegeval.
Elke begonnen kalendermaand wordt voor een volledige maand meegerekend. De begindatum voor het berekenen van de ouderdom van het voertuig is de eerste dag van de maand van de eerste inschrijving van het voertuig. De einddatum stemt overeen met de dag van het schadegeval.
7.3.3.
Bij diefstal van het omschreven voertuig of van de verzekerde accessoires wordt de vergoeding berekend conform de bepalingen uit artikel 7.3.2.
7.3.4.
De vergoeding die verkregen wordt conform de bepalingen uit artikel 7.3.2., wordt vermeerderd met de op basis van bovenstaande tabel afgeschreven btw en wel maximaal met de btw die de verzekerde definitief en effectief betaald heeft op het ogenblik van de aankoop van het voertuig en/of de accessoires.
Artikel 8 – Vastlegging van de premie
8.1. Algemene bepalingen
De premie, vermeerderd met belastingen en bijdragen, moet op voorhand betaald worden en is op de vervaldag opeisbaar.
8.2. A priori-personalisatiemechanisme bij de initiële beoordeling van de risico’s door de verzekeraar
De premie wordt bepaald op basis van parameters die gebaseerd zijn op de tariefcriteria die vastgelegd zijn in de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst.
8.3. A posteriori-personalisatiemechanisme gedurende de looptijd van de overeenkomst
Op elke jaarlijkse vervaldag van de premie kunnen de tariefcriteria voor de premie aangepast worden volgens de regels die in het kader van het variatiemechanisme vermeld zijn in artikel 8.4. “Mechanisme van de variatie die verband houdt met de rijervaring” en in artikel 8.5. “Mechanisme van de variatie die verband houdt met schadegevallen”; het effect op de premie staat beschreven in artikel 8.6.
8.4. Mechanisme van de variatie die verband houdt met de rijervaring 8.4.1.
Het aantal jaar rijervaring van de hoofdbestuurder wordt gerekend van de dag waarop het definitieve rijbewijs is behaald, tot de datum waarop de tariefcriteria worden vastgelegd. Indien de hoofdbestuurder evenwel een rijverbod heeft gekregen in de 5 opeenvolgende jaren die onmiddellijk voorafgaan aan de dag waarop de criteria worden vastgelegd, wordt het aantal jaar rijervaring gerekend vanaf 31 december van het jaar van het verval van het recht tot sturen.
De premie wordt geïndividualiseerd aan de hand van onderstaande schaal:
Aantal jaar rijervaring | Premieniveau (%) |
0 tot 4 | 100% |
5 tot 9 | 67,505% |
10 tot 19 | 45,185% |
20 tot 29 | 39,292% |
30 en meer | 35,497% |
8.4.2.
Bij de overgang van de eerste schijf (0 tot 4 jaar rijervaring) naar de tweede schijf (5 tot 9 jaar rijervaring) wordt het procentuele premieniveau toegepast op de premie die in de eerste schijf verschuldigd is voor een voertuig met een vermogen van hoogstens 81 kW.
8.5. Mechanisme van de variatie die verband houdt met de schadegevallen
Het aantal schadegevallen waarmee rekening moet worden gehouden, is het aantal schadegevallen in het kader van de “burgerrechtelijke aansprakelijkheid” en het aantal schadegevallen in het kader van “stoffelijke schade” van de hoofdbestuurder in de vijf opeenvolgende jaren die onmiddellijk voorafgaan aan de datum waarop de tariefcriteria vastgelegd worden, en waarvoor een schadevergoeding is uitbetaald aan de benadeelden. Het aantal schadegevallen waarmee rekening moet worden gehouden, vermindert echter vanaf het laatste schadegeval uit de bovenvermelde periode van vijf jaar met één eenheid per volledig jaar zonder schadegeval; het resultaat mag evenwel niet negatief zijn.
Onder schadegeval in het kader van “stoffelijke schade” wordt elk schadegeval verstaan waarbij de schade aan het omschreven voertuig veroorzaakt is bij een ongeval dat het gevolg is van een schok, val, kanteling of botsing waarbij geen derde betrokken is.
De premie wordt geïndividualiseerd aan de hand van onderstaande schaal:
Aantal schadegevallen | Premieniveau (%) |
0 | 100% |
1 | 130% |
2 | 170% |
3 | 300% |
4 | 400% |
≥ 5 | 450% |
8.6. Effect op de premie
Om het effect van de rijervaring en van het aantal schadegevallen op de premie te bepalen, moet de premie vermenigvuldigd worden met de percentages die vermeld staan in de twee schalen.
De aanpassingen van de premie die gebeuren op basis van de mechanismes die beschreven staan in artikelen
8.4. en 8.5., worden niet beschouwd als tariefverhogingen.
8.7. Correctie van het a posteriori-personalisatiesysteem
Een foutieve toepassing van het hierboven beschreven systeem wordt gecorrigeerd en de premieverschillen die eruit resulteren, worden door de verzekeraar – naar gelang het geval – terugbetaald aan de verzekeringnemer of van de verzekeringnemer gevorderd.
Het bedrag dat de verzekeraar terugbetaalt, wordt vermeerderd met de wettelijke interest indien de correctie meer dan een jaar na de toewijzing van de foutieve premie gebeurt.
8.8. Verandering van het voertuig
Met uitzondering van het bepaalde uit artikel 8.4.2. heeft een verandering van het voertuig geen enkele uitwerking op het mechanisme voor het personaliseren van de premie.
8.9. Verandering van de hoofdbestuurder
Een verandering van de hoofdbestuurder kan een uitwerking hebben op de positie binnen het systeem voor het personaliseren van de premie.
8.10. Opnieuw in werking stellen
Als een opgeschorte overeenkomst opnieuw in werking wordt gesteld, blijven de tariefcriteria die toegepast werden op het ogenblik van de opschorting, van toepassing volgens het hierboven beschreven mechanisme voor het personaliseren van de premie.
De vrijstelling die vermeld staat in de bijzondere voorwaarden, is van toepassing voor elk aangegeven en vergoed schadegeval in het kader van “stoffelijke schade”.
De vrijstelling wordt automatisch afgetrokken van de toegekende vergoeding zodat voor schade die het bedrag van de vrijstelling niet overstijgt, geen enkele vergoeding wordt uitbetaald.
Onder bepaalde omstandigheden kan in de bijzondere voorwaarden een vrijstelling van 0 % worden vastgelegd. Die vrijstelling zal aangepast worden van het tweede schadegeval dat zich voordoet gedurende de looptijd van de overeenkomst.
IV. Gemeenschappelijke bepalingen voor de punten I, II en III
Artikel 1 – Territoriale reikwijdte
Het voordeel van de verzekeringen die beschreven staan in de punten I, II en III van deze Titel, is verworven in de landen op de groene kaart in Europa, met uitsluiting van Turkije.
Artikel 2 – Verzekerde voertuigen
De verzekeraar verzekert:
- het omschreven voertuig waarvoor een BA-verzekering is afgesloten krachtens de bepalingen uit Titel 2;
- het voertuig dat het omschreven voertuig tijdelijk vervangt wanneer dit tijdelijk niet kan worden gebruikt.
3.1.
De verzekerde waarde is de waarde die als grondslag dient voor de berekening van de premies en vergoedingen.
3.2.
De verzekerde waarde waarnaar verwezen wordt in de punten I, II en III van deze Titel, bestaat uit het bedrag excl. btw en excl. overname van een vorige wagen dat vermeld staat op de aankoopfactuur van het verzekerde voertuig bij een professionele of particuliere verkoper, met inbegrip van de originele opties en accessoires.
3.3.
De accessoires die geïnstalleerd zijn na de ondertekening van de overeenkomst en waarvoor het bewijs van hun installatie in het voertuig geleverd wordt aan de hand van een gedateerde en betaalde factuur, worden in de verzekerde waarde opgenomen voor een bedrag van 1.000 euro excl. btw.
Onder accessoire moet elk uitrustingsonderdeel worden verstaan dat integraal deel uitmaakt van het verzekerde voertuig, dat op definitieve wijze aan dat voertuig bevestigd is en niet gebruikt kan worden los van dat voertuig.
Artikel 4 – Algemene uitzonderingen
Voor de volgende schadegevallen wordt uit hoofde van de punten I, II en III van deze Titel geen enkele dekking verleend:
- schade die opzettelijk is veroorzaakt door een verzekerde;
- schade die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomt uit een verschijnsel van wijziging in de atoomkern of van radioactiviteit;
- schade die zich voordoet naar aanleiding van een oorlog of burgerlijke onlusten wanneer een verzekerde hieraan deelneemt;
- schade die zich voordoet terwijl de waarborg geschorst is wegens niet-betaling van de premies onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 6;
- schade die zich voordoet terwijl het risico gewijzigd is zonder de bepalingen uit artikel 7 na te leven.
5.1.
Elk schadegeval moet onmiddellijk schriftelijk en uiterlijk na 8 dagen aangegeven worden.
De aangifte van schade moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval, de naam, de voornamen en de woonplaats van de eventuele getuigen en de eventuele betrokken derden vermelden.
Voor zover mogelijk wordt de melding van een schadegeval gedaan op het formulier dat de verzekeraar ter beschikking stelt van de verzekeringnemer.
5.2.
De verzekeringnemer en de andere verzekerden verstrekken aan de verzekeraar onverwijld alle nuttige inlichtingen en documenten die zij opvraagt.
5.3.
In geval van diefstal is de verzekerde ertoe verplicht om binnen 48 uur klacht in te dienen bij de bevoegde gerechtelijke of politiële overheden.
5.4.
Er wordt in geen geval toestemming voor de herstelling gegeven vooraleer de verzekerde een bestek met een kostenraming heeft meegedeeld.
De schade zal in voorkomend geval beoordeeld worden door een expert die de verzekeraar kiest en wiens kosten en honoraria zij betaalt. Als er een gerechtelijke procedure noodzakelijk is om het bedrag van de schade te bepalen, betaalt de verzekeraar de kosten en honoraria van de gerechtelijke expert op voorwaarde dat de gerechtelijke uitspraak gunstig uitvalt voor de verzekerde.
5.5.
De verzekeraar trekt het bedrag voor vroegere schade af van de vergoeding wanneer:
- deze vroegere schade reeds is vergoed;
- de vergoeding van de vroegere schade is geweigerd;
- de schade, indien er een aangifte was gedaan, geweigerd of vergoed zou zijn geweest.
5.6.
Bij een schadegeval is de evenredigheidsregel van toepassing wanneer:
- de verzekerde waarde die is opgegeven bij het ondertekenen van de overeenkomst, lager is dan de waarde die overeenkomstig artikel 3 verzekerd had moeten worden;
- en voor zover het omschreven voertuig verzekerd had moeten worden met een verzekerde waarde uit een hogere klasse zoals voorzien in de bijzondere voorwaarden.
In dit geval zal de verzekeraar de verzekerde vergoeden overeenkomstig de verhouding tussen de verzekerde waarde en de waarde van het verzekerde goed zoals die beschreven is in artikel 3.2.
5.7.
De verzekeraar treedt ten overstaan van de derden die aansprakelijk zijn, in de rechten van de verzekerde met het oog op het recupereren van de bedragen en de vergoedingen die zij heeft betaald.
Artikel 6 – Betaling van de premies
6.1.
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet op voorhand betaald worden en is opeisbaar op de vervaldag.
6.2.
Bij niet-betaling van de premie op de vervaldag kan de verzekeraar de dekking van de overeenkomst opschorten of de overeenkomst opzeggen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke is gesteld door middel van een deurwaardersexploot of door middel van een verstuurde aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te tellen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
Wanneer de verzekeraar haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen. In dat geval wordt de opzegging ten vroegste van kracht na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te tellen vanaf de eerste dag van de schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeraar om de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het eerste lid. Het recht van de erzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
De verzekeraar behoudt zich tevens het recht voor om van de verzekeringnemer alle kosten en onkosten te vorderen die voortvloeien uit bijzondere uitgaven die veroorzaakt zijn door de verzekeringnemer of verzekerde, zoals het verzenden van een aangetekende brief.
Artikel 7 – Verklaring en wijziging van het risico
7.1.
De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar. Indien op sommige schriftelijke vragen van de verzekeraar niet wordt geantwoord, bijvoorbeeld op de vragen in het verzekeringsvoorstel, en indien de verzekeraar toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen. Dit is eveneens het geval indien de verzekeraar de overeenkomst heeft gesloten zonder een behoorlijk ingevuld verzekeringsvoorstel.
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeraar kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de verzekeraar binnen een termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, een wijziging van de overeenkomst voor die ingaat op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien het na het verstrijken van de termijn van een maand, te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, niet aanvaard wordt, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.
Niettemin kan de verzekeraar, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
7.2.
In de loop van de overeenkomst is de verzekeringnemer ertoe verplicht om melding te maken van nieuwe omstandigheden of wijzigingen van de omstandigheden die van aard zijn om het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend te verzwaren. U moet de verzekeraar met name op de hoogte brengen van wijzigingen met betrekking tot de verzekeringnemer, de hoofdbestuurder en de eventuele occasionele bestuurders, ongeacht of het gaat om een nieuwe hoofdbestuurder of een nieuwe occasionele bestuurder of om wijzigingen met betrekking tot de aangeduide hoofdbestuurder of occasionele bestuurder(s).
Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, zo verzwaard is dat de verzekeraar het risico, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, slechts onder andere voorwaarden had verzekerd, moet zij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring. Indien de verzekeringnemer het voorstel tot wijziging van de overeenkomst weigert of indien hij dit voorstel bij het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, niet aanvaardt, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.
Indien de verzekeraar het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, in de loop van de overeenkomst aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de verzekeraar het risico, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden had verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. Indien de contractanten het een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer nog niet eens zijn over de nieuwe premie, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
De voor de verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden in een van haar exploitatiezetels in België.
De voor de verzekerde bestemde mededelingen en kennisgevingen worden op rechtsgeldige wijze gedaan op het adres dat hij vermeld heeft in de overeenkomst of dat hij later aan de verzekeraar meegedeeld heeft.
De taal die gebruikt wordt in de communicatie, is de taal van de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst.
Artikel 9 – Looptijd, opschorting en einde van de overeenkomst
9.1.
De overeenkomst wordt op elke jaarlijkse vervaldag van de premie stilzwijgend met een opeenvolgende periode van één jaar verlengd, tenzij een van de partijen de overeenkomst uiterlijk 3 maand voor de jaarlijkse vervaldag heeft opgezegd.
9.2.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode overeenkomstig artikel 9.1.;
2. in geval van het opzettelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste mededeling of van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling overeenkomstig de artikelen 59 en 60 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen;
3. in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 6.2.;
4. wanneer het aan de technische controle onderworpen voertuig niet of niet meer beschikt over een geldig keuringsbewijs of wanneer het voertuig niet beantwoordt aan de “Algemene reglementen op de technische eisen van de motorrijtuigen”;
5. na elk schadegeval waarbij de waarborgen waarop is ingetekend, betrokken zijn. Deze opzegging moet uiterlijk 1 maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de vergoeding gegeven worden en ze gaat in na een termijn van drie maand, te tellen vanaf de dag volgend op de kennisgeving;
6. in geval van schorsing van de overeenkomst zoals bepaald in artikel 9.5.;
7. in geval van fraude na een schadegeval, wanneer de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde één van zijn verplichtingen die resulteren uit het schadegeval, niet is nagekomen om de verzekeraar te misleiden,
op voorwaarde dat de verzekeraar tegen een van de in vorige paragraaf vermelde personen een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend bij een onderzoeksrechter of dat ze die persoon rechtstreeks voor een rechtbank heeft gedagvaard op basis van de artikelen 193, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. Die opzegging wordt uiterlijk 1 maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de vergoeding betekend en ze treedt in werking na een termijn van één maand, te tellen vanaf de dag volgend op de kennisgeving;
8. in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 9.6. en 9.7.;
9. wanneer de verzekeringnemer de BA-waarborg waarop hij heeft ingetekend, opzegt.
9.3.
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 9.1.;
2. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de verzekeraar van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding. Deze opzegging gaat na drie maand in, te tellen vanaf de dag die volgt op de betekenis ervan;
3. in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief;
4. in geval van faillissement of intrekking van de toelating van de verzekeraar;
5. wanneer tussen de datum van het sluiten en de aanvangsdatum een termijn van meer dan een jaar verloopt. Deze opzegging dient uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst betekend te worden;
6. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 9.5.
9.4.
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens andersluidende bepaling gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
Afwijkend van artikel 9.2.6 wordt de opzegging van de overeenkomst door de verzekeraar na aangifte van een schadegeval één maand na de datum van haar betekening van kracht wanneer de verzekeringnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen die resulteren uit het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden en op voorwaarde dat deze laatste tegen een van deze personen een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend bij een onderzoeksrechter of deze persoon heeft gedagvaard voor een rechtbank.
Het gedeelte van de premie dat betrekking heeft op de periode na de datum van de inwerkingtreding van de opzegging, zal worden terugbetaald door de verzekeraar.
9.5.
Wanneer het omschreven voertuig dat een eigendom is of gehuurd wordt, wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het voertuig in haar bezit neemt.
9.6.
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die aan de verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies die vervallen zijn vanaf de faillietverklaring.
De verzekeraar en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen. De verzekeraar kan de overeenkomst echter maar ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring opzeggen; de curator kan de overeenkomst uitsluitend opzeggen in de periode van drie maand die volgt op de faillietverklaring.
9.7.
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de verzekeraar om de overeenkomst op een van de wijzen die bepaald zijn in artikel 9.4., eerste lid, op te zeggen binnen een periode van drie maand, te tellen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst op een van de wijzen die bepaald zijn in artikel 9.4., eerste lid, opzeggen binnen een termijn van drie maand en veertig dagen na het overlijden.
Indien het omschreven voertuig de volle eigendom wordt van een van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel. Deze erfgenaam of legataris kan de overeenkomst evenwel opzeggen binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag dat het voertuig hem werd toebedeeld.
9.8.
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringnemer die het omschreven voertuig of enig ander motorrijtuig in het verkeer brengt, de verzekeraar daarvan op de hoogte brengen. De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld aan de hand van de verzekeringsvoorwaarden en het tarief die van toepassing waren op de laatste jaarlijkse premievervaldag, onder voorbehoud van de bepalingen die voorzien zijn met het oog op de premie-indexatie.
Indien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag. Indien de overeenkomst echter geschorst wordt in de laatste drie maand voor de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Het niet-verbruikte gedeelte van de premie wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Indien de overeenkomst een einde neemt alvorens de dekking een volledig jaar heeft gelopen, dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie die wordt berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar.
De verzekeringnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
9.9.
Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringnemer de verzekeraar hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie a rato temporis verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
TITEL 4 – De veiligheid van de bestuurder
Artikel 1 – Territoriale reikwijdte
Het voordeel van de in deze Titel beschreven verzekering wordt verworven in de landen die vermeld staan op de groene kaart in Europa, met uitsluiting van Turkije.
Artikel 2 – Voorwerp van de verzekering
De verzekeraar verzekert de verzekerde die in zijn hoedanigheid van bestuurder het slachtoffer wordt van een schadegeval waarbij hij lichamelijk letsel oploopt of overlijdt, voor zover het lichamelijke letsel of het overlijden een rechtstreeks oorzakelijk verband met een verkeersongeval vertoont.
Onder “bestuurder” moet elke toegestane bestuurder worden verstaan van het omschreven voertuig of van het
voertuig dat het omschreven voertuig tijdelijk vervangt wanneer dit laatste onbruikbaar is.
Artikel 3 – Aard en bedrag van de vergoedingen
3.1.
3.1.1.
De verzekeraar vergoedt de verzekerde als volgt:
- bij overlijden: een bedrag van 15.000 euro, als de betrokkene overlijdt in de eerste drie jaar na het schadegeval;
- bij lichamelijk letsel, bij een blijvende invaliditeit van meer dan 20 %: een bedrag van 100.000 euro in verhouding tot het invaliditeitspercentage dat wordt vastgelegd aan de hand van de onderstaande modaliteiten.
Het percentage van de blijvende invaliditeit stemt overeen met het percentage van de lichamelijke invaliditeit die erkend wordt op basis van de “Officiële Belgische Schaal ter Bepaling van de Graad van Invaliditeit”
Dit percentage wordt bepaald rekening houdend met de gevolgen die vastgesteld worden op het ogenblik van de consolidatie en uiterlijk drie jaar na het ongeval zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde, waarbij het voordien al bestaande percentage invaliditeit in mindering wordt gebracht. Elk percentage van blijvende invaliditeit van 66 % of meer wordt gelijkgesteld met een percentage van 100 %. Indien de gevolgen van een schadegeval verzwaard worden door omstandigheden waarop de eiser geen vat heeft, zoals reeds bestaande handicaps of ziekten, mag de te betalen schadevergoeding niet hoger zijn dan de vergoeding die zonder dergelijke verzwarende omstandigheden zou zijn verschuldigd. De vergoeding komt dus alleen overeen met de gevolgen die het schadegeval op een gezond lichaam zou hebben gehad.
In geval van overlijden na de uitbetaling van een schadevergoeding voor het lichamelijke letsel zal die vergoeding afgetrokken worden van de schadevergoeding die verschuldigd is omwille van het overlijden.
De verzekeraar verzekert tevens de kledingkosten van de verzekerde bestuurder ten bedrage van 500 euro en de kosten voor de diergeneeskundige verzorging van de huisdieren van de verzekerde die gewond zijn geraakt aan boord van het verzekerde voertuig ten bedrage van 500 euro.
3.1.2.
Bij medische geschillen wordt een minnelijke medische expertise georganiseerd. De verzekeraar en de verzekerde zullen daartoe elk een medisch deskundige van hun keuze aanduiden. Bij gebrek aan een akkoord
tussen de door de beide partijen gekozen deskundigen duiden zij een derde deskundige aan, wiens mening doorslaggevend zal zijn.
Indien een van de partijen geen medisch deskundige benoemt of indien de twee medische deskundigen het niet eens worden over de keuze van de derde medische deskundige, wordt deze laatste op verzoek van de meest gerede partij aangeduid door de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van de verzekerde.
Elke partij draagt de kosten en honoraria van haar eigen medische deskundige.
De honoraria en kosten die gevorderd worden door de derde medische deskundige, met inbegrip van de kosten voor de aanduiding, alsook de kosten en honoraria van de specialisten die eventueel geraadpleegd worden op verzoek van de medische deskundigen, worden door beide partijen elk voor de helft betaald.
3.2.
Voor elke ziekenhuisopname van meer dan 48 uur betaalt de verzekeraar aan de verzekerde een dagvergoeding van 25 euro. Elke verdere ziekenhuisopname zal, zelfs als ze verband houdt met hetzelfde schadegeval, op dezelfde wijze vergoed worden voor zover ze langer dan 48 uur duurt.
De dagvergoeding wordt maximaal gedurende 365 dagen betaald voor een en hetzelfde schadegeval. 3.3.
De verzekeraar vergoedt gedurende een periode van drie jaar, te tellen vanaf de datum van het schadegeval, de medische kosten en de behandelkosten, met inbegrip van de prothesekosten en met uitzondering van de kosten voor de vervanging van een bestaande prothese, ten bedrage van 2.500 euro.
De terugbetaling gebeurt na aftrek van de prestaties van alle derde betalers.
3.4.
Indien de verzekerde de regelgeving inzake het dragen van de veiligheidsgordel niet naleeft, wordt het bedrag van de waarborg en de vergoedingen die de verzekeraar verschuldigd is, met de helft verminderd tenzij de verzekerde beschikt over een attest waaruit blijkt dat hij geen veiligheidsgordel dient te dragen.
Artikel 4 – Cumul van vergoedingen en subrogatie
De forfaitaire vergoedingen die de verzekeraar uitkeert, komen bovenop de vergoedingen die de begunstigden kunnen vorderen van een eventuele aansprakelijke derde, met uitzondering van de medische kosten en de behandelkosten, de kledijkosten en de kosten voor diergeneeskundige verzorging.
De verzekeraar treedt ten overstaan van de aansprakelijke derden in de rechten van de verzekerde met het oog op het recupereren van de bedragen en vergoedingen die zij heeft betaald voor de medische kosten en de behandelkosten, de kledijkosten en de kosten voor diergeneeskundige verzorging.
Artikel 5 – Verplichtingen bij een schadegeval
5.1.
Elk schadegeval moet onmiddellijk schriftelijk en uiterlijk na 8 dagen aangegeven worden.
De aangifte van schade moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval, de naam, de voornamen en de woonplaats van de eventuele getuigen en de eventuele betrokken derden vermelden.
Voor zover mogelijk wordt de melding van een schadegeval gedaan op het formulier dat de verzekeraar ter beschikking stelt van de verzekeringnemer volgens de modaliteiten die beschreven staan in bijlage 1 bij deze algemene voorwaarden.
5.2.
De verzekerde verstrekt aan de verzekeraar onverwijld alle nuttige inlichtingen en documenten die deze vraagt.
De verzekerde aanvaardt tevens een ontmoeting met de afgevaardigden van de verzekeraar om zo de bepaling van de schadevergoeding te vergemakkelijken.
Er wordt geen enkele dekking verleend voor de volgende schadegevallen:
- schade die opzettelijk is veroorzaakt door een verzekerde;
- schade die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomt uit een verschijnsel van wijziging in de atoomkern of van radioactiviteit;
- schade die zich voordoet naar aanleiding van een oorlog of burgerlijke onlusten;
- schade die zich voordoet terwijl de waarborg geschorst is wegens niet-betaling van de premies onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 7;
- schade als gevolg van het voorbereiden voor of het deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten- of wedstrijden met uitzondering van rally’s met uitsluitend toeristisch karakter;
- schade die aan het voertuig aangebracht wordt wanneer dit op het ogenblik van het schadegeval niet over een geldig keuringsbewijs beschikt, met uitzondering van de schade die veroorzaakt wordt:
o wanneer men zich op het normale traject naar de technische keuring bevindt;
o wanneer men zich na afgifte van een keuringsbewijs met de vermelding “verboden tot het verkeer” van het keuringsstation naar zijn eigen woonplaats en/of naar een hersteller begeeft of wanneer men na de herstelling opnieuw naar het keuringsstation rijdt.
- schade die bij het schadegeval aan het voertuig aangebracht wordt door een persoon die niet beantwoordt aan de wetten en voorschriften van het Belgische recht inzake het besturen van het verzekerde voertuig (minimumleeftijd, vervallen van het recht tot sturen, bestuurder zonder rijbewijs, …);
- schade die aan het voertuig aangebracht wordt terwijl de bestuurder in staat van dronkenschap is of onder invloed is van verdovende middelen, hallucinogenen, gelijkwaardige middelen of middelen waarvan het gebruik de bestuurder ongeschikt maakt om een voertuig te besturen, tenzij de verzekerde of zijn rechthebbenden het bewijs leveren dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen het schadegeval en de toestand van de bestuurder.
Artikel 7 – Betaling van de premies
7.1.
De premie, vermeerderd met belastingen en bijdragen, moet op voorhand betaald worden en is op de vervaldag opeisbaar.
7.2.
Bij niet-betaling van de premie op de vervaldag kan de verzekeraar de dekking van de overeenkomst opschorten of de overeenkomst opzeggen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke is gesteld door middel van een deurwaardersexploot of door middel van een verstuurde aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te tellen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
Wanneer de verzekeraar haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen. In dat geval wordt de opzegging ten vroegste van kracht na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te tellen vanaf de eerste dag van de schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeraar om de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het eerste lid. Het recht van de verzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
De verzekeraar behoudt zich tevens het recht voor om van de verzekeringnemer alle kosten en onkosten te vorderen die voortvloeien uit bijzondere uitgaven die veroorzaakt zijn door de verzekeringnemer of verzekerde, zoals het verzenden van een aangetekende brief.
De voor de verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden in een van haar exploitatiezetels in België.
De voor de verzekerde bestemde mededelingen en kennisgevingen worden op rechtsgeldige wijze gedaan op het adres dat hij vermeld heeft in de overeenkomst of dat hij later aan de verzekeraar meegedeeld heeft.
De taal die gebruikt wordt in de communicatie, is de taal van de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst.
Artikel 9 – Looptijd, opschorting en einde van de overeenkomst
9.1.
De looptijd van de overeenkomst bedraagt 1 jaar. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt ze stilzwijgend met een opeenvolgende periode van één jaar verlengd, tenzij een van de partijen de overeenkomst uiterlijk 3 maand voor de jaarlijkse vervaldag heeft opgezegd.
9.2.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode overeenkomstig artikel 9.1.;
2. in geval van het opzettelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste mededeling of van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling overeenkomstig de artikelen 59 en 60 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen;
3. in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 7.2.;
4. na elke schadeaangifte die betrekking heeft op de waarborgen waarop is ingetekend. Deze opzegging moet uiterlijk 1 maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de vergoeding gegeven worden en ze gaat in na een termijn van drie maand, te tellen vanaf de dag volgend op de kennisgeving;
5. in geval van fraude na een schadegeval, wanneer de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde één van zijn verplichtingen die resulteren uit het schadegeval, niet is nagekomen om de verzekeraar te misleiden, op voorwaarde dat de verzekeraar tegen een van de in vorige paragraaf vermelde personen een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend bij een onderzoeksrechter of dat ze die persoon rechtstreeks voor een rechtbank heeft gedagvaard op basis van de artikelen 193, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. Die opzegging wordt uiterlijk 1 maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de vergoeding betekend en ze treedt in werking na een termijn van één maand, te tellen vanaf de dag volgend op de kennisgeving;
6. in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 9.6. en 9.7.;
7. wanneer de verzekering de BA-waarborg opzegt waarop hij heeft ingetekend.
9.3.
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 9.1.;
2. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de verzekeraar van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding. Deze opzegging gaat na drie maand in, te tellen vanaf de dag die volgt op de betekenis ervan;
3. in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief;
4. in geval van faillissement of intrekking van de toelating van de verzekeraar;
5. wanneer tussen de datum van het sluiten en de aanvangsdatum een termijn van meer dan een jaar verloopt. Deze opzegging dient uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst betekend te worden;
6. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 9.5.
9.4.
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens andersluidende bepaling gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
Afwijkend van artikel 9.2.4 wordt de opzegging van de overeenkomst door de verzekeraar na aangifte van een schadegeval één maand na de datum van haar betekening van kracht wanneer de verzekeringnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen die resulteren uit het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden en op voorwaarde dat deze laatste tegen een van deze personen een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend bij een onderzoeksrechter of deze persoon heeft gedagvaard voor een rechtbank.
Het gedeelte van de premie dat betrekking heeft op de periode na de datum van de inwerkingtreding van de opzegging, zal worden terugbetaald door de verzekeraar.
9.5.
Wanneer het omschreven voertuig dat een eigendom is of gehuurd wordt, wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het voertuig in haar bezit neemt.
9.6.
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die aan de verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies die vervallen zijn vanaf de faillietverklaring.
De verzekeraar en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen. De verzekeraar kan de overeenkomst echter maar ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring opzeggen; de curator kan de overeenkomst uitsluitend opzeggen in de periode van drie maand die volgt op de faillietverklaring.
9.7.
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de verzekeraar om de overeenkomst op een van de wijzen die bepaald zijn in artikel 9.4., eerste lid, op te zeggen binnen een periode van drie maand, te tellen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst op een van de wijzen die bepaald zijn in artikel 9.4., eerste lid, opzeggen binnen een termijn van drie maand en veertig dagen na het overlijden.
Indien het omschreven voertuig de volle eigendom wordt van een van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel. Deze erfgenaam of legataris kan de overeenkomst evenwel opzeggen binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag dat het voertuig hem werd toebedeeld.
9.8.
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringnemer die het omschreven voertuig of enig ander motorrijtuig in het verkeer brengt, de verzekeraar daarvan op de hoogte brengen. De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld aan de hand van de verzekeringsvoorwaarden en het tarief die van toepassing waren op de laatste jaarlijkse premievervaldag, onder voorbehoud van de bepalingen die voorzien zijn met het oog op de premie-indexatie.
Indien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag. Indien de overeenkomst echter geschorst wordt in de laatste drie maand voor de
eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Het niet-verbruikte gedeelte van de premie wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Indien de overeenkomst een einde neemt alvorens de dekking een volledig jaar heeft gelopen, dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie die wordt berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar.
De verzekeringnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
9.9.
Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringnemer de verzekeraar hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie a rato temporis verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
TITEL 5 – Rechtsbijstand
Artikel 1 – Territoriale reikwijdte
Het voordeel van de in deze Titel beschreven verzekering wordt verworven in de landen die vermeld staan op de groene kaart.
Artikel 2 – Verzekerd voertuig
De verzekeraar verzekert:
- het omschreven voertuig dat gedekt is door de BA-verzekering die vermeld is in de bijzondere voorwaarden;
- het voertuig dat het omschreven voertuig tijdelijk vervangt omdat dit laatste tijdelijk onbruikbaar is;
- het voertuig dat eigendom is van een derde en dat tijdelijk gebruikt wordt door de verzekeringnemer of door een gezinslid.
Artikel 3 – Verzekerde personen
Hebben de hoedanigheid van verzekerde:
- de verzekeringnemer;
- de personen die samenwonen met de verzekeringnemer, en hun kinderen die al dan niet samenwonen met de verzekeringnemer, zolang zij kindergeld ontvangen. Die personen zijn ook verzekerd in hun hoedanigheid van fietser of passagier van een voertuig dat eigendom is van een derde;
- elke persoon die het verzekerde voertuig bestuurt met de voorafgaande toestemming van de verzekeringnemer of van de eigenaar van dit voertuig alsook de toegestane passagiers.
Elke andere persoon dan de verzekerden heeft de hoedanigheid van derde.
Artikel 4 – Voorwerp van de verzekering
De verzekeraar verzekert de schadegevallen die voortvloeien uit de juridische noodzaak van de verzekerde om zijn rechten inzake een materie die gedekt wordt door deze Titel, ten overstaan van een derde te laten gelden, al dan niet in het kader van een rechtszaak.
De dekking bedraagt maximaal 75.000 euro excl. btw per schadegeval met uitzondering van de waarborgen insolvabiliteit van derden, voorschotten, borgtocht in strafzaken en psychologische bijstand.
Het geheel van meningsverschillen of geschillen die voortvloeien uit identieke feiten die een oorzakelijk verband vertonen, wordt als één enkel schadegeval beschouwd ongeacht het aantal verzekerden dat een beroep doet op de waarborg rechtsbijstand.
Voor zover geen enkele uitzondering of beperking die vermeld staat in onderhavige algemene voorwaarden, zich uitdrukkelijk hiertegen verzet, dekt de verzekeraar de verzekerde voertuigen en de verzekerde personen voor de waarborgen die hierna beschreven staat in alle rechtsgebieden.
4.1. Verdediging op strafrechtelijk gebied
De verdediging van verzekerden die worden vervolgd wegens een inbreuk op de verkeersregels van welke aard dan ook, is gedekt. Het gratieverzoek na een veroordeling tot een vrijheidsstraf is eveneens gedekt.
4.2. Burgerlijk bezwaar (extracontractueel)
Schadevorderingen van een verzekerde tegen een derde die gebaseerd zijn op de extracontractuele burgerlijke aansprakelijkheid zijn gedekt. Deze dekking omvat ook vorderingen tot schadevergoeding op grond van de wetgeving inzake arbeidsongevallen en van artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen (zwakke weggebruikers).
4.3. Verdediging in burgerlijke zaken (extracontractueel)
De verdediging van een verzekerde tegen schadevorderingen die een derde tegen hem instelt op basis van extracontractuele burgerlijke aansprakelijkheid, is gedekt, voor zover de verzekerde niet beschikt over een verzekering "burgerlijke aansprakelijkheid" zoals een BA-verzekering voor motorrijtuigen of een BA-verzekering voor het privéleven, die deze verdediging op zich neemt of zou moeten nemen, op voorwaarde dat er geen belangenconflict bestaat met deze verzekeraar. De dekking is uitgesloten wanneer de verzekerde niet als een "goede vader" heeft gehandeld door een verzekering "burgerlijke aansprakelijkheid" af te sluiten, of wanneer die verzekering na het afsluiten ervan is geschorst wegens niet-betaling van de premie.
4.4. Contractuele geschillen
Bij een geschil dat voortvloeit uit de overeenkomsten met betrekking tot het verzekerde voertuig, is de verdediging van de juridische belangen van de verzekerde verzekerd.
4.5. Administratieve geschillen
De verzekering dekt de bescherming van de belangen van de verzekerde bij administratieve geschillen, bv. over een rijverbod, de intrekking, beperking of teruggave van het rijbewijs, de inschrijving, de technische controle of de verkeersbelasting voor het verzekerde voertuig.
4.6. Insolvabiliteit van derden
Indien de verzekerde na een verkeersongeval met het verzekerde voertuig de hem door een definitieve beslissing toegekende schadevergoeding niet kan recupereren omdat de aansprakelijke derde insolvent is, verbindt de verzekeraar zich ertoe hem deze schadevergoeding uit te keren tot een maximum van 10.000 euro. De vergoeding wordt toegekend op voorwaarde dat geen enkele publiek- of privaatrechtelijke instelling voor een dergelijke vergoeding aansprakelijk kan worden gesteld. Deze waarborg is uitgesloten in geval van diefstal of afpersing, poging tot diefstal of afpersing, fraude, poging tot fraude, inbraak, mishandeling, geweld of vandalisme en vertrouwensbreuk.
4.7. Voorschot voor schade aan het verzekerde voertuig
Het voorschot voor de financiële middelen die nodig zijn voor het herstellen of vervangen van het verzekerde voertuig wordt uitgekeerd wanneer de verzekerde het slachtoffer is van een verkeersongeval en wanneer vaststaat dat een geïdentificeerde derde volledig aansprakelijk is voor de schade aan het verzekerde voertuig. De verzekeraar schiet het onbetwiste bedrag van de schade aan het verzekerde voertuig, d.w.z. het door een deskundige vastgestelde bedrag, voor, waarbij een absoluut interventieplafond van 10.000 euro per schadegeval geldt. Schade aan het verzekerde voertuig die het gevolg is van een diefstal of een poging tot diefstal, wordt niet gedekt. Indien later blijkt dat de verzekerde geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval, moet hij het voorschot terugbetalen aan de verzekeraar.
4.8. Voorschot voor lichamelijk letsel
Het voorschot voor de financiële middelen die nodig zijn voor het vergoeden van het lichamelijke letsel van de verzekerde als natuurlijke persoon wordt betaald wanneer hij het slachtoffer is van een verkeersongeval en wanneer vaststaat dat een geïdentificeerde derde volledig aansprakelijk is voor de aan hem toegebrachte schade. De verzekeraar schiet 80 % van het onbetwiste bedrag voor, waarbij een absoluut interventieplafond van 50.000 euro per schadegeval geldt. Indien later blijkt dat de verzekerde geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval, moet hij het toegekende voorschot terugbetalen aan de verzekeraar.
4.9. Borgtocht in strafzaken
Bij een verkeersongeval waarbij de verzekerde betrokken is, schiet de verzekeraar de strafrechtelijke borgtocht die de plaatselijk autoriteiten met het oog op de invrijheidstelling eisen, tot een maximum van 25.000 euro voor indien de verzekerde voorlopig wordt aangehouden of, bij gebrek aan detentie, om hem in vrijheid te houden. Indien de verzekerde deze borgtocht zelf heeft betaald, zal de verzekeraar het bedrag terugbetalen. Bij de vrijgave van de borgtocht verbindt de verzekerde zich ertoe de stappen te ondernemen die nodig zijn om de terugbetaling te bekomen en het bedrag binnen de 15 dagen na de terugbetalingsdatum door de overheid aan de verzekeraar terug te storten. Indien de borgtocht niet invorderbaar is (bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk in beslag wordt genomen of wordt gebruikt voor het betalen van een boete, een gerechtelijke schikking of de kosten voor een strafrechtelijke procedure), moet de verzekerde de waarde ervan op haar eerste verzoek en binnen de 15 dagen na dit verzoek terugbetalen aan de verzekeraar. In geval van niet-uitvoering binnen deze termijnen wordt het bedrag van de borgtocht verhoogd met de in België geldende wettelijke interest. Deze dekking vormt een aanvulling op elke andere verzekering die door de verzekerde wordt afgesloten, met name de BA-verzekering Auto, die tot doel heeft hetzelfde risico te dekken.
4.10. Verplaatsings- en verblijfskosten voor de verschijning voor een buitenlandse jurisdictie
De Verzekeraar vergoedt aan de verzekerde, mits voorlegging van bewijsstukken, de reis- en verblijfkosten die nodig zijn voor zijn verschijning als beklaagde voor een buitenlandse rechtbank. De modaliteiten inzake de verplaatsing en de accommodatie moeten redelijk zijn en moeten worden overeengekomen met de verzekeraar.
4.11. Psychologische bijstand
De verzekeraar dekt tot een bedrag van 500 euro de psychologische bijstand aan een verzekerd slachtoffer van een schadegeval dat gedekt is door onderhavig contract en dat lichamelijk letsel heeft veroorzaakt, of aan een verwant met de status van verzekerde die een kind heeft verloren dat de status van verzekerd kind heeft in een schadegeval dat gedekt is door onderhavig contract, voor zover geen enkele andere publieke of private organisatie dit geld verschuldigd is.
Artikel 5 – Door de waarborg gedekte schadegevallen
5.1.
De schadegevallen die door de waarborg gedekt worden, zijn de schadegevallen:
- Die zich hebben voorgedaan na de inwerkingtreding van de waarborg;
- Die hun oorsprong vinden in een feit dat of een omstandigheid die voorafgaat aan het afsluiten van de waarborg, voor zover de verzekerde bewijst dat hij voor het afsluiten van de waarborg redelijkerwijs geen kennis kon hebben van het omstreden karakter van dit feit of deze omstandigheid;
- Die zich uiterlijk zes maand na het einde van de waarborg voordoen, voor zover de gebeurtenis of de omstandigheid die aan de basis van het schadegeval ligt, zich heeft voorgedaan toen de waarborg van kracht was.
5.2.
In geval van een burgerlijke vordering inzake extracontractuele aansprakelijkheid wordt het schadegeval geacht te zijn ontstaan op het tijdstip waarop het schadebrengende feit zich voordoet
In de andere gevallen wordt het schadegeval geacht te zijn ontstaan op het tijdstip waarop de betrokken personen (verzekerde, tegenstander of derde) een wettelijke, reglementaire of contractuele verplichting geschonden hebben.
Artikel 6 – Verplichtingen in geval van een schadegeval
6.1.
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen acht dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven.
De aangifte van schade moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval, de naam, de voornamen en de woonplaats van de eventuele getuigen en de eventuele betrokken derden vermelden.
Voor zover mogelijk wordt de melding van een schadegeval gedaan op het formulier dat de verzekeraar ter beschikking stelt van de verzekeringnemer.
6.2.
De verzekeringnemer en de andere verzekerden verstrekken aan de verzekeraar onverwijld alle nuttige inlichtingen en documenten die zij vraagt.
6.3.
Indien de verzekerde een van de in de voorgaande leden genoemde verplichtingen niet nakomt en indien de verzekeraar daardoor schade lijdt, behoudt zij zich het recht voor haar uitkeringen te verminderen met het bedrag van deze schade of haar volledige dekking te weigeren, voor zover de verzekerde hierbij frauduleus heeft gehandeld.
Artikel 7 – Schadebeheer door de verzekeraar
7.1.
De verzekeraar waarborgt de implementatie van de middelen die nodig zijn om een minnelijke, gerechtelijke, buitengerechtelijke of administratieve oplossing te zoeken.
Naast de kosten die verbonden zijn aan het schadebeheer, draagt de verzekeraar binnen de grenzen van de waarborg en tot de bedragen die verzekerd zijn overeenkomstig artikel 4, tevens de kosten met betrekking tot alle stappen, onderzoeken en taken, de kosten en de honoraria van de advocaten, deskundigen en gerechtsdeurwaarders die nodig zijn om de belangen van de verzekerde te verdedigen, de kosten voor gerechtelijke procedures - met inbegrip van strafrechtelijke procedures - en buitengerechtelijke procedures.
Behoudens bij dringende conservatoire maatregelen zijn deze kosten en honoraria echter slechts gewaarborgd wanneer de handelingen en verplichtingen die eraan ten grondslag liggen, zijn uitgevoerd met de voorafgaande toestemming van de verzekeraar.
7.2.
Zodra het schadegeval is gemeld, draagt de verzekeraar de kosten voor de verdediging van de belangen van de verzekerde.
De verzekeraar heeft voor het schadegeval een exclusief beheerrecht zolang er een minnelijke oplossing kan worden gevonden die de verzekerde aanvaardt.
Dit minnelijke beheerrecht geldt ook:
- bij vergoeding van een lichamelijk letsel waardoor de verzekerde getroffen zou zijn;
- wanneer enkel de tegenpartij strafrechtelijk wordt vervolgd en wanneer de verzekerde hiervan door het Openbaar Ministerie op de hoogte wordt gebracht zodat hij zich eventueel burgerlijke partij kan stellen.
De verzekeraar onderzoekt samen met de verzekerde de te nemen maatregelen en verbindt zich ertoe:
- alles te doen wat mogelijk is met het oog op het verdedigen van zijn belangen; en
- alle stappen te ondernemen die nodig zijn om een minnelijke regeling uit te werken, wetende dat geen enkel voorstel of geen enkele dading aanvaard zal worden zonder voorafgaande toestemming van de verzekerde.
Behalve in uitermate dringende gevallen wordt het van ambtswege inschakelen van een advocaat niet betaald door de verzekeraar. Indien de verzekerde zonder voorafgaande kennisgeving aan de verzekeraar een advocaat mandateert, heeft de verzekeraar het recht om de betaling van de kosten en erelonen die nadien van haar worden gevorderd, te weigeren.
7.3.
Wanneer er een gerechtelijke of administratieve procedure vereist is, staat het de verzekerde vrij zijn belangen te laten verdedigen, vertegenwoordigen of behartigen door een advocaat of door eenieder die voldoet aan de vereisten uit het op de procedure toepasselijke recht.
Telkens wanneer zich een belangenconflict met de verzekeraar voordoet, heeft de verzekerde de vrijheid om voor de verdediging van zijn belangen een advocaat te kiezen of, desgevallend, elke andere persoon die voldoet aan de kwalificaties die vereist worden door het recht dat van toepassing is op de procedure. Dit conflict moet reëel en concreet zijn en ontstaat wanneer de verzekerde en zijn tegenstander beiden verzekerd zijn bij de verzekeraar.
Indien de verzekerde een advocaat vraagt om te pleiten buiten het land waaraan hij verbonden is, blijven de bijkomende kosten en erelonen die deze stap met zich meebrengt, ten laste van de verzekerde.
Indien de verzekerde van advocaat verandert, zal de verzekeraar enkel de kosten en erelonen dragen die zouden voortvloeien uit de tussenkomst van één enkele advocaat, behalve indien deze wijziging het gevolg zou zijn van omstandigheden buiten de controle van de verzekerde.
Indien de verzekerde gebruik maakt van de mogelijkheid om zijn eigen advocaat te kiezen, verbindt hij zich ertoe om op verzoek van de verzekeraar de tussenkomst van de bevoegde autoriteiten te vragen teneinde het bedrag van de kosten en erelonen vast te stellen.
7.4.
Indien dit noodzakelijk blijkt, kan de verzekerde een beroep doen op een deskundige (autodeskundige, medisch deskundige, enz.) wiens tussenkomst gerechtvaardigd is door het gebruik van een van de waarborgen die in de overeenkomst voorzien zijn; dit kan echter pas na ontvangst van het gunstige advies van de verzekeraar over de wenselijkheid om een beroep te doen op een deskundige. De verzekerde stelt de verzekeraar op de hoogte van de gegevens van de deskundige die gekozen wordt vóór het eerste overleg.
Indien de verzekerde een beroep doet op een deskundige of een tegendeskundige die woonachtig is buiten het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd, blijven de daaruit voortvloeiende bijkomende honoraria en kosten ten laste van de verzekerde.
Indien de verzekerde van expert verandert, vergoedt de verzekeraar slechts de kosten en honoraria van de eerste expert, tenzij deze wijziging het gevolg is van redenen buiten de wil van de verzekerde.
7.5.
De verzekeraar is niet verplicht om een gerechtelijke procedure op te starten of voort te zetten of om daaruit voortvloeiende kosten en vergoedingen te betalen indien:
- zij dit onredelijk acht of indien zij vindt dat dit geen serieuze kans van slagen biedt;
- de verzekerde een redelijk voorstel van de tegenpartij voor een minnelijke schikking geweigerd heeft;
- zij van mening is dat er na een rechterlijke uitspraak in eerste aanleg geen beter resultaat behaald kan worden in beroep.
In deze drie hypotheses zal de verzekeraar aan de verzekerde niettemin maximale bescherming bieden in het
kader van de “objectiviteitsclausule” zoals die hierna beschreven is.
Bij een meningsverschil tussen de verzekerde en de verzekeraar over een van de drie hierboven vermelde punten kan de verzekerde, afgezien van de mogelijkheid om tegen de verzekeraar een rechtsvordering in te stellen, zich wenden tot de advocaat die de zaak reeds behandelt of, bij ontstentenis daarvan, tot een advocaat van zijn keuze (of tot elke andere persoon die de door het toepasselijke recht vereiste kwalificaties bezit).
Indien de advocaat het standpunt van de verzekeraar bevestigt, draagt de verzekerde de helft van de honoraria en de kosten voor de consultatie.
Indien de verzekerde de procedure ondanks het negatieve advies van de advocaat voortzet, verbindt de verzekeraar zich ertoe de gemaakte kosten te vergoeden indien de verzekerde nadien een beter resultaat behaalt dan hij zou hebben behaald indien hij het standpunt van de verzekeraar had aanvaard.
Indien de advocaat het standpunt van de verzekerde bevestigt, geniet de verzekerde de waarborg met inbegrip van de kosten voor de consultatie.
Artikel 8 – Algemene uitzonderingen
Er wordt uit hoofde van Titel 5 geen enkele dekking verleend voor de volgende schadegevallen:
- schade die opzettelijk is veroorzaakt door een verzekerde;
- schadegevallen die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit een verschijnsel van wijziging in de atoomkern of van radioactiviteit;
- schadegevallen die zich voordoen naar aanleiding van een oorlog, burgerlijke onlusten of alle vormen van collectief geweld, wanneer een verzekerde hieraan deelneemt;
- schadegevallen als gevolg van roekeloze en kennelijk gevaarlijke handelingen, zoals vechtpartijen, weddenschappen en uitdagingen;
- schadegevallen met betrekking tot de verdediging van juridische belangen die voortvloeien uit rechten en/of verplichtingen die na het ontstaan van de vordering op de verzekerde overgaan. Hetzelfde geldt voor de rechten van derden die de verzekerde in eigen naam inroept.
- De verdediging van de belangen van de verzekerde heeft betrekking op de invordering van een schuldvordering of de vereffening van een schuld die de enige foutieve niet-uitvoering van de contractuele verplichtingen door de verzekerde of door de derde vormt, alsook op de gevolgen die daaruit voortvloeien.
- Alles wat tot de bevoegdheid van internationale of supranationale rechtbanken, het Grondwettelijke Hof en het Assisenhof behoort;
- De kosten voor de ademtest en de ademanalyse, boetes, opdeciemen, strafrechtelijke dadingen, administratieve dadingen en hun toebehoren, en aan het Fonds voor bijstand aan slachtoffers van opzettelijke geweldpleging te betalen bedragen;
- Schadegevallen die betrekking hebben op deze waarborg.
De verzekeraar treedt ten overstaan van derden die aansprakelijk zijn voor de invordering van de bedragen en schadevergoedingen die zij op zich heeft genomen, met inbegrip van eventuele rechtsplegingsvergoedingen, in de rechten van de verzekerde.
Artikel 10 – Betaling van de premies
10.1.
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet op voorhand betaald worden en is opeisbaar op de vervaldag.
10.2.
Bij niet-betaling van de premie op de vervaldag kan de verzekeraar de dekking van de overeenkomst opschorten of de overeenkomst opzeggen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke is gesteld door middel van een deurwaardersexploot of door middel van een verstuurde aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te tellen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
Wanneer de verzekeraar haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen. In dat geval wordt de opzegging ten vroegste van kracht na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te tellen vanaf de eerste dag van de schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeraar om de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het eerste lid. Het recht van de verzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
De Verzekeraar behoudt zich tevens het recht voor om van de verzekeringnemer alle kosten en onkosten te vorderen die voortvloeien uit bijzondere uitgaven die veroorzaakt zijn door de verzekeringnemer of verzekerde, zoals het verzenden van een aangetekende brief.
De voor de verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden in een van haar exploitatiezetels in België.
De voor de verzekerde bestemde mededelingen en kennisgevingen worden op rechtsgeldige wijze gedaan op het adres dat hij vermeld heeft in de overeenkomst of dat hij later aan de verzekeraar meegedeeld heeft.
De taal die gebruikt wordt in de communicatie, is de taal van de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst.
Artikel 12 – Looptijd, opschorting en einde van de overeenkomst
12.1.
De overeenkomst wordt op elke jaarlijkse vervaldag van de premie stilzwijgend met een opeenvolgende periode van één jaar verlengd, tenzij een van de partijen de overeenkomst uiterlijk 3 maand voor de jaarlijkse vervaldag heeft opgezegd.
12.2.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode overeenkomstig artikel 12.1.;
2. in geval van het opzettelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste mededeling of van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling overeenkomstig de artikelen 59 en 60 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen;
3. in geval van niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 10.2.;
4. na elk schadegeval waarbij de waarborgen waarop is ingetekend, betrokken zijn. Deze opzegging moet uiterlijk 1 maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de vergoeding gegeven worden en ze gaat in na een termijn van drie maand, te tellen vanaf de dag volgend op de kennisgeving;
5. in geval van fraude na een schadegeval, wanneer de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde één van zijn verplichtingen die resulteren uit het schadegeval, niet is nagekomen om de verzekeraar te misleiden, op voorwaarde dat de verzekeraar tegen een van de in vorige paragraaf vermelde personen een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend bij een onderzoeksrechter of dat ze die persoon rechtstreeks voor een rechtbank heeft gedagvaard op basis van de artikelen 193, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. Die opzegging wordt uiterlijk 1 maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de vergoeding betekend en ze treedt in werking na een termijn van één maand, te tellen vanaf de dag volgend op de kennisgeving;
6. in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 12.6. en 12.7.;
7. wanneer de verzekeringnemer de BA-waarborg waarop hij heeft ingetekend, opzegt.
12.3.
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 12.1.;
2. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de verzekeraar van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding. Deze opzegging gaat na drie maand in, te tellen vanaf de dag die volgt op de betekenis ervan;
3. in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief;
4. in geval van faillissement of intrekking van de toelating van de verzekeraar;
5. wanneer tussen de datum van het sluiten en de aanvangsdatum een termijn van meer dan een jaar verloopt. Deze opzegging dient uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst betekend te worden;
6. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 12.5.
12.4.
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens andersluidende bepaling gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
Afwijkend van artikel 12.2.4 wordt de opzegging van de overeenkomst door de verzekeraar na aangifte van een schadegeval één maand na de datum van haar betekening van kracht wanneer de verzekeringnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen die resulteren uit het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden en op voorwaarde dat deze laatste tegen een van deze personen een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend bij een onderzoeksrechter of deze persoon heeft gedagvaard voor een rechtbank.
Het gedeelte van de premie dat betrekking heeft op de periode na de datum van de inwerkingtreding van de opzegging, zal worden terugbetaald door de verzekeraar.
12.5.
Wanneer het omschreven voertuig dat een eigendom is of gehuurd wordt, wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het voertuig in haar bezit neemt.
12.6.
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die aan de verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies die vervallen zijn vanaf de faillietverklaring.
De verzekeraar en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen. De verzekeraar kan de overeenkomst echter maar ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring opzeggen;
de curator kan de overeenkomst uitsluitend opzeggen in de periode van drie maand die volgt op de faillietverklaring.
12.7.
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de verzekeraar om de overeenkomst op een van de wijzen die bepaald zijn in artikel 12.4., eerste lid, op te zeggen binnen een periode van drie maand, te tellen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst een van de wijzen die bepaald zijn in artikel 12.4., eerste lid, opzeggen binnen een termijn van drie maand en veertig dagen na het overlijden.
Indien het omschreven voertuig de volle eigendom wordt van een van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel. Deze erfgenaam of legataris kan de overeenkomst evenwel opzeggen binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag dat het voertuig hem werd toebedeeld.
12.8.
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringnemer die het omschreven voertuig of enig ander motorrijtuig in het verkeer brengt, de verzekeraar daarvan op de hoogte brengen. De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld aan de hand van de verzekeringsvoorwaarden en het tarief die van toepassing waren op de laatste jaarlijkse premievervaldag, onder voorbehoud van de bepalingen die voorzien zijn met het oog op de premie-indexatie.
Indien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag. Indien de overeenkomst echter geschorst wordt in de laatste drie maand voor de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Het niet-verbruikte gedeelte van de premie wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Indien de overeenkomst een einde neemt alvorens de dekking een volledig jaar heeft gelopen, dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie die wordt berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar.
De verzekeringnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
12.9.
Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringnemer de verzekeraar hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie a rato temporis verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
TITEL 6 – Bijstand
Artikel 1 – Territoriale reikwijdte
Voor wat is uiteengezet in artikel 4.2. van deze Titel is het voordeel van de verzekering verworven in België. Voor wat is uiteengezet in artikel 4.3. van deze Titel is het voordeel van de verzekering verworven in de volgende landen: Duitsland, Andorra, Oostenrijk, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Kroatië, de Republiek Tsjechië, Xxxxxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxx, XXxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx, Roemenië, Verenigd Koninkrijk, Servië, Slowakije, Slovenië, Zweden en Zwitserland.
Artikel 2 – Verzekerd voertuig
De verzekeraar verzekert het voertuig dat in de bijzondere voorwaarden omschreven is, voor zover de maximaal toegelaten massa van het omschreven voertuig gelijk is aan of lager is dan 3,5 ton.
Artikel 3 – Begunstigden van de waarborg
De verzekerden en de inzittenden genieten gratis van de waarborg Bijstand, waarbij als limiet het maximale aantal plaatsen geldt dat voorzien is op de groene kaart.
Artikel 4 – Voorwerp van de verzekering
4.1.
Na de inwerkingtreding van de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering genieten de verzekerden en inzittenden van het voertuig dat omschreven is in de bijzondere voorwaarden, onmiddellijk 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 van de dienstverlening van de verzekeraar.
4.2.
De prestaties van de verzekeraar zijn verworven in geval van een mechanisch gebrek, een platte band, verlies of diefstal van de sleutels van het voertuig, het tanken van de verkeerde brandstof of het zonder brandstof vallen, zodat het voertuig niet meer kan rijden (hierna de “schadeoorzaak” genaamd).
De verzekerde kan op het telefoonnummer dat vermeld staat in bijlage 1, de volgende bijstand krijgen:
- Herstelling van het voertuig of takelen van het voertuig:
• Als het verzekerde voertuig door een schadeoorzaak geïmmobiliseerd is, stuurt de verzekeraar een takelbedrijf naar de plaats waar het geïmmobiliseerde voertuig staat, met het oog op een herstelling ter plaatse, en zal zij de kosten hiervoor betalen.
• Als blijkt dat het voertuig niet ter plaatse hersteld kan worden, zal de verzekeraar het voertuig naar de garage van de verzekerde laten takelen en zal zij de kosten hiervoor betalen.
- Mobiliteit:
• Als het voertuig niet hersteld kan worden binnen een tijdspanne van 2 uur, heeft de verzekerde de keuze tussen het ter beschikking stellen van een vervangwagen (categorie B) gedurende maximaal 5 kalenderdagen of de overbrenging naar zijn woonplaats en de betaling van een vervoerbewijs om zijn herstelde voertuig af te halen in de garage.
• In geval van terbeschikkingstelling van een voertuig verbindt de verzekerde zich ertoe om de voorwaarden en de regels na te leven die gelden voor het besturen van dat voertuig.
4.3.
De prestaties van de verzekeraar zijn verworven in geval van een materieel ongeval, een mechanisch gebrek, een platte band, brand, diefstal van het voertuig of poging tot diefstal van het voertuig, vandalisme, verlies of diefstal van de sleutels van het voertuig, en het tanken van de verkeerde brandstof of het zonder brandstof vallen, zodat het voertuig niet meer kan rijden (hierna de “schadeoorzaak” genaamd).
Onder “materiaal ongeval” moet elke plotse, ongewilde, onvoorspelbare gebeurtenis worden verstaan die heeft geleid tot een botsing met een ten opzichte van het voertuig extern element en dat schade heeft veroorzaakt waardoor het gebruik van het voertuig onmogelijk, gevaarlijk of in strijd met de geldende regelgeving is.
De verzekerde kan op het telefoonnummer dat vermeld staat in bijlage 1, de volgende bijstand krijgen:
- Herstelling van het voertuig of takelen van het voertuig:
• Als het verzekerde voertuig door een schadeoorzaak geïmmobiliseerd is, stuurt de verzekeraar een takelbedrijf naar de plaats waar het geïmmobiliseerde voertuig staat, met het oog op een herstelling ter plaatse, en zal zij de kosten hiervoor betalen.
• Als blijkt dat het voertuig niet ter plaatse hersteld kan worden, zal de verzekeraar het voertuig naar de garage van de verzekerde laten takelen en zal zij de kosten hiervoor betalen.
- Indien het voertuig niet hersteld kan worden binnen een termijn van 24 uur, heeft de verzekerde de keuze tussen:
• de overbrenging van de personen naar de woonplaats van de verzekerde in België alsook betaling van een vervoerbewijs (voor één persoon) zodat deze het herstelde voertuig kan ophalen, inclusief een overnachting in een hotel in de buurt van de garage (categorie 3 sterren aan maximaal 100 euro per nacht en per persoon);
• het voortzetten van de reis naar de aanvankelijke bestemming ten bedrage van de kostprijs van de overbrenging alsook het betalen van de kosten voor de reis voor een persoon die het herstelde voertuig ter plaatse gaat ophalen, inclusief een overnachting in een hotel in de buurt van de garage (categorie 3 sterren aan maximaal 100 euro per nacht en per persoon);
• het ter plaatse wachten op de herstellingen door het organiseren en betalen van maximaal 5 overnachtingen in een hotel (categorie 3 sterren aan maximaal 100 euro per nacht en per persoon);
• een vervangwagen ter plaatse (categorie B) gedurende maximaal 15 kalenderdagen. In geval van terbeschikkingstelling van een voertuig verbindt de verzekerde zich ertoe om de voorwaarden en de regels na te leven die gelden voor het besturen van dat voertuig.
Als de herstellingen in het buitenland echter meer dan 5 dagen in beslag nemen en als het voertuig economisch gezien herstelbaar is, organiseert de verzekeraar de overbrenging van het voertuig naar de garage van de verzekerde in België. Als het voertuig dat geïmmobiliseerd is in het buitenland, economisch gezien niet hersteld kan worden, kan de verzekeraar beslissen dat het voertuig overeenkomstig de lokaal geldende wetgeving een totaal verlies is.
4.4.
De verzekerde mag in het kader van de bijstand uitsluitend kosten maken na voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming van de verzekeraar. De gemaakte kosten worden dan vergoed op voorlegging van de kwitanties en wel binnen de limieten van de kosten die de verzekeraar zelf zou hebben gemaakt om deze dienstverlening te organiseren.
Zijn uitgesloten van de waarborg:
- schadeoorzaken die een verzekerde opzettelijk heeft veroorzaakt;
- schadeoorzaken die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomen uit een verschijnsel van wijziging in de atoomkern of van radioactiviteit;
- schadeoorzaken die zich voordoen naar aanleiding van een oorlog, burgerlijke onlusten of enige collectieve vorm van geweld, wanneer een verzekerde hieraan deelneemt;
- schadeoorzaken die het gevolg zijn van roekeloze en kennelijk gevaarlijke handelingen, zoals vechtpartijen, weddenschappen en uitdagingen;
- schadeoorzaken die zich voordoen bij het voorbereiden of deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten- of wedstrijden, met uitzondering van puur toeristische rally’s;
- schadeoorzaken die resulteren uit het niet naleven van de regelgeving inzake de technische controle;
- schadegevallen die zich voordoen wanneer het voertuig op het ogenblik van het schadegeval bestuurd wordt door een persoon die niet beantwoordt aan de wetten en voorschriften uit het Belgische recht inzake het besturen van het verzekerde voertuig (minimumleeftijd, vervallen van het recht tot sturen, bestuurder zonder rijbewijs, …);
- schadeoorzaken die zich hebben voorgedaan terwijl de bestuurder een alcoholconcentratie van minstens 0,8 gram per liter bloed vertoont, in staat van dronkenschap is of onder invloed is van verdovende middelen, hallucinogenen, gelijkwaardige middelen of geneesmiddelen waarvan het gebruik de bestuurder ongeschikt maakt om een voertuig te besturen.
Artikel 6 – Betaling van de premies
6.1.
De premie, vermeerderd met belastingen en bijdragen, moet op voorhand betaald worden en is op de vervaldag opeisbaar.
6.2.
Bij niet-betaling van de premie op de vervaldag kan de verzekeraar de dekking van de overeenkomst opschorten of de overeenkomst opzeggen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke is gesteld door middel van een deurwaardersexploot of door middel van een verstuurde aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te tellen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
Wanneer de verzekeraar haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen. In dat geval wordt de opzegging ten vroegste van kracht na het verstrijken van een termijn van vijftien dagen, te tellen vanaf de eerste dag van de schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeraar om de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het eerste lid. Het recht van de verzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
De verzekeraar behoudt zich tevens het recht voor om van de verzekeringnemer alle kosten en onkosten te vorderen die voortvloeien uit bijzondere uitgaven die veroorzaakt zijn door de verzekeringnemer of verzekerde, zoals het verzenden van een aangetekende brief.
De voor de verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden in een van haar exploitatiezetels in België.
De voor de verzekerde bestemde mededelingen en kennisgevingen worden op rechtsgeldige wijze gedaan op het adres dat hij vermeld heeft in de overeenkomst of dat hij later aan de verzekeraar meegedeeld heeft.
De taal die gebruikt wordt in de communicatie, is de taal van de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst.
Artikel 8 – Looptijd, opschorting en einde van de overeenkomst
8.1.
Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de overeenkomst stilzwijgend met een opeenvolgende periode van één jaar verlengd, tenzij een van de partijen de overeenkomst uiterlijk 3 maand voor de jaarlijkse vervaldag heeft opgezegd.
8.2.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode overeenkomstig artikel 8.1.;
2. in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 6.2.;
3. na elke schadeaangifte die betrekking heeft op de waarborgen waarop is ingetekend. Deze opzegging moet uiterlijk 1 maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de vergoeding gegeven worden en ze gaat in na een termijn van drie maand, te tellen vanaf de dag volgend op de kennisgeving;
4. in geval van fraude na een schadegeval, wanneer de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde één van zijn verplichtingen die resulteren uit het schadegeval, niet is nagekomen om de verzekeraar te misleiden, op voorwaarde dat de verzekeraar tegen een van de in vorige paragraaf vermelde personen een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend bij een onderzoeksrechter of dat ze die persoon rechtstreeks voor een rechtbank heeft gedagvaard op basis van de artikelen 193, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. Die opzegging wordt uiterlijk 1 maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de vergoeding betekend en ze treedt in werking na een termijn van één maand, te tellen vanaf de dag volgend op de kennisgeving;
5. in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 8.6. en 8.7.;
6. wanneer de verzekering de BA-waarborg opzegt waarop hij heeft ingetekend.
8.3.
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 8.1.;
2. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de verzekeraar van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding. Deze opzegging gaat na drie maand in, te tellen vanaf de dag die volgt op de betekenis ervan;
3. in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief;
4. in geval van faillissement of intrekking van de toelating van de verzekeraar;
5. wanneer tussen de datum van het sluiten en de aanvangsdatum een termijn van meer dan een jaar verloopt. Deze opzegging dient uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst betekend te worden;
6. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 8.5.
8.4.
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens andersluidende bepaling gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
Afwijkend van artikel 8.2.4 wordt de opzegging van de overeenkomst door de verzekeraar na aangifte van een schadegeval één maand na de datum van haar betekening van kracht wanneer de verzekeringnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen die resulteren uit het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden en op voorwaarde dat deze laatste tegen een van deze personen een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend bij een onderzoeksrechter of deze persoon heeft gedagvaard voor een rechtbank.
Het gedeelte van de premie dat betrekking heeft op de periode na de datum van de inwerkingtreding van de opzegging, zal worden terugbetaald door de verzekeraar.
8.5.
Wanneer het omschreven voertuig dat een eigendom is of gehuurd wordt, wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het voertuig in haar bezit neemt.
8.6.
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die aan de verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies die vervallen zijn vanaf de faillietverklaring.
De verzekeraar en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen. De verzekeraar kan de overeenkomst echter maar ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring opzeggen; de curator kan de overeenkomst uitsluitend opzeggen in de periode van drie maand die volgt op de faillietverklaring.
8.7.
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de verzekeraar om de overeenkomst op een van de wijzen die bepaald zijn in artikel 8.4., eerste lid, op te zeggen binnen een periode van drie maand, te tellen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst op een van de wijzen die bepaald zijn in artikel 8.4., eerste lid, opzeggen binnen een termijn van drie maand en veertig dagen na het overlijden.
Indien het omschreven voertuig de volle eigendom wordt van een van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel. Deze erfgenaam of legataris kan de overeenkomst evenwel opzeggen binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag dat het voertuig hem werd toebedeeld.
8.8.
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringnemer die het omschreven voertuig of enig ander motorrijtuig in het verkeer brengt, de verzekeraar daarvan op de hoogte brengen. De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld aan de hand van de verzekeringsvoorwaarden en het tarief die van toepassing waren op de laatste jaarlijkse premievervaldag, onder voorbehoud van de bepalingen betreffende de premie-indexatie. Indien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag. Indien de overeenkomst echter geschorst wordt in de laatste drie maand voor de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Het niet-verbruikte gedeelte van de premie wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Indien de overeenkomst een einde neemt alvorens de dekking een volledig jaar heeft gelopen, dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie die wordt berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar.
De verzekeringnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
8.9.
Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringnemer de verzekeraar hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie a rato temporis verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
TITEL 7 – Wettelijke bepalingen
Artikel 1 – Toepasselijk recht en bevoegde rechterlijke instanties
1.1.
Deze overeenkomst wordt geregeld door het Belgische recht.
1.2.
Eventuele betwistingen tussen de partijen met betrekking tot de interpretatie of uitvoering van deze overeenkomst, vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
1.3.
In overeenstemming met artikel 88 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen:
- de termijn voor elke rechtsvordering die voortvloeit uit de verzekeringsovereenkomst bedraagt 3 jaar;
- de rechtstreekse rechtsvordering die de benadeelde persoon tegen de verzekeraar van de aansprakelijke derde kan instellen krachtens artikel 150 van de wet van 4 april 2014, verjaart door verloop van 5 jaar vanaf het feit dat de schade heeft veroorzaakt, of, indien er een strafrechtelijke inbreuk is, vanaf de dag waarop deze inbreuk werd gesteld.
Artikel 2 – Documenten die de verzekeringsovereenkomst vormen
De verzekeringsovereenkomst bestaat uit de volgende documenten:
2.1.
Het verzekeringsvoorstel beschrijft alle kenmerken van het risico die de verzekeringnemer aan de verzekeraar heeft meegedeeld.
2.2.
De bijzondere voorwaarden beschrijven de voorwaarden van de verzekering die eigen zijn aan de situatie van de verzekeringnemer, en de waarborgen waarop hij daadwerkelijk heeft ingetekend.
2.3.
Onderhavige algemene voorwaarden.
2.4.
Het verzekeringsattest (groene kaart) bewijst dat de verzekeringnemer een BA-verzekering heeft afgesloten.
Artikel 3 – Behandeling van bezwaren en klachten
3.1.
Wanneer de verzekeringnemer of een verzekerde een klacht wenst in te dienen, dient hij in eerste instantie de dossierbeheerder die hem inlichtingen heeft verstrekt, te contacteren.
3.2.
In de veronderstelling dat hij geen voldoening krijgt, kan de verzekeringnemer of de verzekerde de dienst klachtenbeheer contacteren, die de verschillende partijen zo goed mogelijk met elkaar zal proberen te verzoenen en zal proberen om een oplossing te vinden.
De verzekeringnemer of de verzekerde kan contact opnemen met de verzekeraar:
- via e-mail:
▪ algemeen mailadres: xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx
▪ schadegevallen “Rechtsbijstand”: xxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxx.xx;
- per fax: x00 (0)00 00 00 00;
- per post: SA AEDES, Klachtendienst, Xxxxx xxx Xxxxxx 0, 0000 Xxxxx.
3.3.
De klacht kan worden ingediend:
- via e-mail: xxxx@xxxxxxxxx.xx;
- per fax: x00 (0)0 000 00 00;
- telefonisch: x00 (0)0 000 00 00;
- per post: Ombudsman van de verzekeringen, Xx Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
Artikel 4 – Behandeling van gegevens uit de privésfeer
4.1.
De volgende persoonlijke gegevens die door de verzekeringnemer worden meegedeeld:
- Achternaam en voornaam;
- Beeld;
- Beroep;
- Domicilie of woonplaats;
- Telefoon- en elektronische contactgegevens;
- Geboortedatum en -plaats;
- Burgerlijke staat;
- Bankgegevens;
- Gegevens met betrekking tot het dossier, met inbegrip van, indien en voor zover nodig voor het beheer van het dossier, gevoelige en medische gegevens, indien van toepassing, zonder tussenkomst van een gezondheidswerker;
- Gegevens met betrekking tot rechtszaken voor rechtbanken en tribunalen, verdenkingen, vervolgingen of veroordelingen;
worden verwerkt door Xxxxx, in haar hoedanigheid van verantwoordelijke voor de verwerking, in overeenstemming met de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens, waarmee de verzekeringnemer uitdrukkelijk instemt.
Aedes besteedt de uitvoering van bepaalde doeleinden uit aan andere partijen, die contractueel zijn overeengekomen deze gegevens te verwerken in overeenstemming met diezelfde wet.
4.2.
Deze gegevens worden uitsluitend voor de volgende doeleinden verwerkt:
a) ten behoeve van klantenbeheer en markt- of statistisch onderzoek;
b) met het oog op de afgifte, inning en controle van facturen;
c) in het kader van de contractuele relatie; zij worden dus met name gebruikt voor de vaststelling van de premie, voor de risicobeoordeling en de schadebehandeling, voor statistische evaluaties en voor het toezicht op de portefeuille; de betrokkene geeft toestemming voor de verwerking van gegevens met betrekking tot zijn gezondheid door de beheerders van Aedes bij de uitvoering van hun taken en wanneer
de aanvaarding, het beheer of de uitvoering van het contract dit vereist;
d) om te voldoen aan de verplichtingen van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;
e) het opsporen, voorkomen en bestrijden van verzekeringsfraude;
f) voor de mededeling van informatiebrieven op papier en in elektronische vorm, een doel dat de verzekeringnemer uitdrukkelijk onderschrijft door het ondertekenen van dit contract;
g) om nieuwe doeleinden te communiceren.
Deze gegevens worden uitsluitend voor bovengenoemde doeleinden gebruikt, tenzij de verzekeringnemer zich later uitdrukkelijk tegen het onder f) genoemde doel verzet.
Door het verstrekken van deze persoonsgegevens geeft de verzekeringnemer uitdrukkelijk toestemming aan Aedes om deze gegevens te verwerken voor de hierboven genoemde doeleinden.
4.3.
De verstrekte persoonsgegevens worden opgenomen in een bestand waarvan Xxxxx de verantwoordelijke voor de verwerking is. Het wordt bewaard voor de duur van de contractuele relatie of het beheer van de schadedossiers en voor de wettelijke bewaartermijn of verjaringstermijn om eventuele claims of mogelijk verhaal te kunnen behandelen die na het einde van de contractuele relatie of na het afsluiten van het schadedossier worden gestart.
Voor zover de mededeling van persoonsgegevens noodzakelijk is om de hierboven opgesomde doeleinden te bereiken, kunnen persoonsgegevens worden meegedeeld aan andere ondernemingen en/of personen die met hen in verband staan (advocaten, deskundigen, medische adviseurs, herverzekeraars, medeverzekeraars, verzekeringstussenpersonen, dienstverleners, andere verzekeringsondernemingen, vertegenwoordigers, tariefbewakingskantoren, schaderegelingskantoren, Datassur).
Deze gegevens kunnen ook worden meegedeeld aan de toezichthoudende autoriteiten, de bevoegde overheidsdiensten en alle andere openbare of particuliere instanties waarmee Aedes overeenkomstig de toepasselijke wetgeving persoonsgegevens kan uitwisselen.
4.4.
De betrokkene geeft Xxxxx toestemming om persoonsgegevens, die hij zelf heeft meegedeeld of die hij rechtmatig van derden heeft ontvangen, te verwerken met het oog op direct marketing, promotie en andere doeleinden die verband houden met zijn producten en diensten.
De betrokkene geeft Xxxxx toestemming om dergelijke gegevens mee te delen aan bedrijven die met hem verbonden zijn met het oog op hun eigen direct marketing of met het oog op gezamenlijke direct marketing, promotie en andere activiteiten met betrekking tot hun producten en diensten.
De betrokkene geeft Xxxxx toestemming om deze gegevens door te geven aan bedrijven en/of personen die optreden als onderaannemer of dienstverlener ten behoeve van Xxxxx.
Deze verwerking wordt enerzijds uitgevoerd met toestemming van de betrokkene en anderzijds om tegemoet te komen aan de gerechtvaardigde belangen van Aedes bij de uitoefening van hun activiteiten.
Deze gegevens worden niet doorgegeven aan derden, anders dan zoals hierboven vermeld en voor de hierboven vermelde doeleinden, met strikte inachtneming van de hierboven vermelde wetgeving.
4.5.
De betrokkene heeft het recht om:
- om bevestiging te krijgen of de hem/haar betreffende persoonsgegevens al dan niet worden verwerkt en, indien dat het geval is, om toegang te krijgen tot deze gegevens;
- zijn of haar persoonsgegevens die onnauwkeurig of onvolledig zijn, te laten corrigeren en zo nodig aan te vullen;
- om zijn/haar persoonlijke gegevens te laten wissen waar dat wettelijk mogelijk is;
- de verwerking van persoonsgegevens waar mogelijk te beperken;
- om op grond van haar bijzondere situatie bezwaar te maken tegen de verwerking van persoonsgegevens op grond van de legitieme belangen van Xxxxx;
- de door hen verstrekte persoonsgegevens in een gestructureerd, algemeen gebruikt en leesbaar formaat te ontvangen;
- haar toestemming te allen tijde in te trekken wanneer de verwerking van haar persoonsgegevens gebaseerd is op haar toestemming, zonder afbreuk te doen aan de rechtmatige verwerking voorafgaand aan de intrekking van de toestemming.
De Voorzitter van de Rechtbank is bevoegd om uitspraak te doen over elk verzoek betreffende het recht op toegang tot of verbetering of verwijdering van persoonsgegevens, wanneer aan het verzoek geen gevolg is gegeven binnen 45 dagen na de indiening ervan of wanneer het verzoek is afgewezen.
Indien de verzekeringnemer op enig moment van mening is dat Xxxxx zijn privacy niet respecteert, wordt hij/zij uitgenodigd om een brief of e-mail te sturen naar Xxxxx, samen met een fotokopie van beide zijden van zijn/haar identiteitskaart, naar xxx@xxxxxxxxxx.xx, die alles in het werk zal stellen om het probleem te identificeren en op te lossen.
Indien de verzekeringnemer een rechtspersoon is, gaat de persoon die dit contract ondertekent akkoord met deze clausule. Bovendien verbindt de verzekeringnemer zich ertoe de uitdrukkelijke toestemming van alle andere personen van zijn onderneming te verkrijgen voor de verwerking van hun persoonsgegevens onder de hierin beschreven voorwaarden.
4.6.
Voor nadere informatie kan de verzekeringnemer contact opnemen met Xxxxx:
- per telefoon: x00 (0)00 00 00 00;
- per fax: x00 (0)00 00 00 00;
- per e-mail: xxxx@xxxxxxx.xx;
- per post: SA AEDES, Xxxxx xxx Xxxxxx 0, 0000 Xxxxx.
De verzekeringnemer kan ook de Aedes Privacy Notice raadplegen op de website: xxx.xxxxxxx.xx.
Indien de betrokkene van mening is dat Xxxxx zich niet aan het reglement houdt, kan hij of zij een klacht indienen bij de Gegevensbeschermingsautoriteit op het volgende adres:
- Xxxxxxxxxxxxxx, 00 0000 Xxxxxxx;
- Tel: + 00 (0)0 000 00 00;
- Fax: + 00 (0)0 000 00 00;
De betrokkene kan ook een klacht indienen bij de Voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg van zijn of haar woonplaats.
BIJLAGE 1 – Kennisgevingen en schademeldingen
1. Wil u een vraag stellen over uw verzekeringsovereenkomst?
U kan op onderstaande wijze contact opnemen met een van de medewerkers van de firma NewB:
- hetzij per e-mail: xxxxxxxxxxxxx@xxxx.xxxx
- hetzij per telefoon: x00 (0)0 000 00 00
- hetzij per post: NewB ECV / Dienst Verzekeringen, Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx-Xxxxx-xxx-Xxxx De website xxx.xxxx.xxxx is ook te uwer beschikking.
2. Wil u een schadegeval melden?
U kan uw aanrijdingsformulier aan Aedes SA bezorgen, aan wie we het beheer van de schadegevallen gedelegeerd hebben, op de volgende manieren:
- hetzij per email: xxxxxxxxx@xxxxxxx.xx
- hetzij per post: Aedes SA / Schadebeheer NewB – Xxxxx xxx Xxxxxx 0, 0000 Xxxxx
Als u uw schadegeval wil bespreken met een van de medewerkers van de SA Aedes, kiest u het nummer x00 (0)00 00 00 00.
Als u slachtoffer bent van glasbreuk, mag u rechtstreeks contact opnemen met de dienstverlener die wij hiervoor hebben geselecteerd, Touring Glass, op het nummer 0800-95555.
3. Heeft u bijstand nodig?
Kies het nummer x00 (0)0 000 00 00 en er wordt onmiddellijk voor u gezorgd.