BESTEK
BESTEK
VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR
WERKEN
MET ALS VOORWERP
“XXXXX XXX XXXXXX, HAACHTSESTEENWEG
- VERNIEUWING VAN DE STALLEN”
OPENBARE AANBESTEDING
Opdrachtgevend bestuur
Gemeente Schaarbeek
Ontwerper
Xxxxxxxx Xxxxxxx, Colignonplein te 0000 Xxxxxxxxxx
Inhoudsopgave
I. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 4
I.1 Beschrijving van de opdracht 4
I.2 Identiteit van de opdrachtgever 4
I.3 Xxxxx xxx xxxxxx 0
X.0 Xxxxxxxxxxx 4
I.5 Vorm en inhoud van de offerte 5
I.6 Indienen van de offerte 6
I.7 Opening van de offertes 6
I.8 Gestanddoeningstermijn 6
I.9 Gunningscriteria 6
I.10 Vrije varianten 6
I.11 Keuze van offerte 7
II. CONTRACTUELE BEPALINGEN 8
II.1 Leidend ambtenaar 8
II.2 Borgtocht 8
II.3 Prijsherzieningen 8
II.4 Uitvoeringstermijn 9
II.5 Betalingstermijn 9
II.6 Waarborgtermijn 9
II.7 Voorlopige oplevering 9
II.8 Definitieve oplevering 9
III. TECHNISCHE BEPALINGEN 10
hfdst 0 Gemeenschappelijke bepalingen voor alle bouwvakken 10
hfdst 1 Voorbereidende werken en afbraakwerken 17
hfdst 2 Ruwbouw 25
hfdst 3 Buitenschrijnwerk 52
hfdst 4 Scheidingswanden 59
hfdst 5 Binnenschrijnwerk 61
hfdst 6 Muurbekleding 68
hfdst 7 Plafondbekleding 73
hfdst 8 Vloerbedekking 76
hfdst 9 Sanitaire installatie 79
hfdst 10 Verwarmingsinstallatie 84
hfdst 11 Elektrische installatie 89
hfdst 12 Branddetectie 100
BIJLAGE A OFFERTEFORMULIER 105
BIJLAGE B SAMENVATTENDE MEETSTAAT ........................................................................
Inlichtingen i.v.m. dit bestek kunnen verkregen worden bij:
Naam: Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx
Adres: Colignonplein te 0000 Xxxxxxxxxx
Telefoon: (00) 000.00.00
Fax: (00) 000.00.00
E-mail: xxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xxxxxxx.
Ontwerper
Naam: Xxxxxxxx Xxxxxxx
Adres: Xxxxxxxxxxxxx, 0 te 0000 Xxxxxxxxxx
Telefoon: (00) 000.00.00 Fax: 02/000.00.00
Toepasselijke reglementering
1. Wet van 24 december 1993 (BS van 22-01-1994) betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.
2. Koninklijk besluit van 8 januari 1996 (BS van 26-01-1996) betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.
3. Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18-10-1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, alsmede de bijlage bij dit koninklijk besluit betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden, en latere wijzigingen.
4. De wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, vastgesteld door het koninklijk besluit van 26 september 1991.
5. Het ministerieel besluit van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van aannemers.
6. Het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, en latere wijzigingen.
Afwijkingen, aanvullingen en opmerkingen
Geen
I. Administratieve bepalingen
Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht tot de opdrachtnemer is aangeduid.
De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de wet van 24 december 1993 en het koninklijk besluit van 8 januari 1996 en latere wijzigingen.
I.1 Beschrijving van de opdracht
Voorwerp van deze werken: Xxxxx Xxx Xxxxxx, Haachtsesteenweg - vernieuwing van de stallen. Toelichting: Deze opdracht bestaat uit de renovatie van oude verlaten stallen, die in zeer slechte staat zijn (het dak is ingestort). Deze oude stallen zouden worden omgevormd tot een polyvalente ruimte, omvattende een grote zaal, een keukenhoek en een klein aangrenzend lokaal dat dienst zou doen als voorraadkamer.
Er dienen nieuwe elektrische, sanitaire en verwarmingsinstallaties te worden voorzien, alsook dakwerken te worden uitgevoerd, nieuw schrijnwerk te worden geplaatst, betegeling en voltooiing. Plaats van uitvoering: Xxxxxxxxxxxxxxxx 000
I.2 Identiteit van de opdrachtgever
Het college van burgemeester en schepenen van de Gemeente Schaarbeek Colignonplein
0000 Xxxxxxxxxx
I.3 Wijze van gunnen
De opdracht wordt gegund bij openbare aanbesteding.
I.4 Prijsopgave
De opdracht wordt beschouwd als een gemengde opdracht.
De gemengde opdracht is een opdracht waarvan de prijzen vastgesteld worden volgens de verschillende wijzen bepaald in de alinea’s 2 tot 4 van artikel 86 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996.
I.5 Vorm en inhoud van de offerte
De inschrijver maakt zijn offerte op en vult de samenvattende opmetingstaat of de inventaris in op het eventueel bij het bestek behorende formulier. Indien hij deze op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier moet de inschrijver op ieder van deze documenten verklaren dat het document conform het bij het bestek behorende model is.
De documenten worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend.
Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden.
De prijs van de offerte moet opgegeven worden in EURO.
Het offerteformulier moet vergezeld zijn van volgende stukken:
Juridische situatie van de inschrijver
- een attest van de RSZ.
- een attest waaruit blijkt dat voldaan werd aan de voorschriften inzake btw bijdragen.
Economische en financiële draagkracht van de inschrijver
Technische bekwaamheid van de inschrijver
Een lijst van de voornaamste gelijkaardige werken uitgevoerd tijdens de laatste vijf jaar, en gestaafd door getuigschriften van goede uitvoering.
Vereiste erkenning van aannemers (categorie en klasse)
klasse 1
categorie D : algemene aannemingen van bouwwerken
Veiligheids- en gezondheidsplan
De inschrijver is verplicht een offerte in te dienen die conform is met het veiligheids- en gezondheidsplan in bijlage bij dit bestek, overeenkomstig artikel 30 van het koninklijk besluit van 25 januari 2001.
Hij moet op straffe van absolute nietigheid een document bij zijn offerte voegen:
- waarin beschreven wordt op welke wijze hij het bouwwerk zal uitvoeren rekening houdend met het veiligheids- en gezondheidsplan of de gedeelten van dit plan die een dergelijke beschrijving noodzakelijk maken;
- dat de gedetailleerde prijsberekening bevat van de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en -middelen.
I.6 Indienen van de offerte
De offerte opgesteld op papier wordt per brief of per bode aan de aanbestedende overheid overgemaakt. Ze wordt in een definitief gesloten omslag geschoven, met vermelding van de datum van de zitting waarop de offertes worden geopend en de referentie van het bestek (Scha/Infra2009/048)
Bij verzending per post, wordt die gesloten omslag in een tweede gesloten omslag geschoven met opgave van het adres dat in het bestek is aangegeven en met de vermelding " OFFERTE ".
Deze tweede omslag moet geadresseerd zijn aan:
Diesnt Ontvangst van de offertes (Bureau -1.13) Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx
Xxxxxxxxxxxx - Xxxxxxxxxxxxx 0000 Xxxxxxxxxx
Iedere offerte moet bij de voorzitter van de zitting voor de opening van de offertes toekomen alvorens hij de zitting opent.
Nochtans wordt een offerte die te laat toekomt, in aanmerking genomen voor zover:
1° de aanbestedende overheid aan de aannemer nog geen kennis heeft gegeven van haar beslissing, 2° en de offerte ten laatste vier kalenderdagen vóór de dag vastgesteld voor de ontvangst van de offertes bij de post als aangetekende zending is afgegeven.
I.7 Opening van de offertes
De opening van de offertes gebeurt in openbare zitting.
Plaats: Gemeentehuis – Collegezaal (1ste verdieping) – Colignonplein – 0000 Xxxxxxxxxx Datum: maandag 7 december 2009 om 10 uur
I.8 Gestanddoeningstermijn
De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, bedraagt 120 kalenderdagen.
I.9 Gunningscriteria
De prijs is het enige gunningscriterium. Het bestuur kiest de laagste regelmatige offerte.
I.10 Vrije varianten
Vrije varianten worden niet toegestaan.
I.11 Keuze van offerte
Het bestuur kiest de laagste regelmatige offerte.
Indien een offerte onvoldoende informatie bevat en het bijgevolg quasi onmogelijk wordt de offerte grondig te evalueren, kan deze offerte uitgesloten worden.
Door de indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van het bestek en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden, zoals zijn eigen verkoopsvoorwaarden, zelfs wanneer deze op een of andere bijlage van zijn offerte voorkomen. Elk voorbehoud of het niet nakomen van verbintenissen inzake één van deze clausules of beschikkingen leidt tot de substantiële onregelmatigheid van zijn offerte.
II. Contractuele bepalingen
Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht.
Voorzover er niet van afgeweken wordt, is het Koninklijk besluit van 26 september 1996 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing, alsmede de bepalingen van de bijlage bij dit Koninklijk besluit betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden, en latere wijzigingen.
II.1 Leidend ambtenaar
De leidend ambtenaar is bevoegd voor de controle op de uitvoering van deze opdracht binnen de beperkingen opgelegd door de Nieuwe Gemeentewet:
naam: Xxxxxxxx Xxxxxxx functie: Architecte telefoon : (00) 000.00.00
werkzaam bij: Dienst Infrastructuur adres: Colignonplein te 0000 Xxxxxxxxxx
Enkel het College van Burgemeester en Schepenen kan wijzigingen aanbrengen aan deze opdracht tijdens de uitvoering.
II.2 Borgtocht
Volgende borgtocht wordt gevraagd: Borgtocht (5 % van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht (excl. btw), afgerond naar het hogere tiental)
De borg zal in 2 keer worden vrijgegeven, de eerste helft bij de voorlopige oplevering en de tweede helft bij de definitieve oplevering.
De aannemer stuurt het verzoek tot vrijgave van de borgtocht naar de aanbestedende overheid.
De borgtocht moet gesteld worden binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de toewijzing van de opdracht bij aangetekend schrijven. Het bewijs van borgstelling moet verstuurd worden aan het adres van de aanbestedende overheid.
Ingeval van verzuim van borgstelling kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 6 § 1-2 van de algemene aannemingsvoorwaarden.
II.3 Prijsherzieningen
De prijsherziening wordt berekend met volgende formule:
Prijsherziening = herzieningscoëfficiënt (k) * herzienbaar gedeelte k = 0,4 * s/S + 0,4 * i/I + 0,2
S =het gemiddelde van de uurlonen van de geschoolde werklieden, de geoefende werklieden en de handlangers, zoals die door het Nationaal Paritair Comité van het Bouwbedrijf vastgesteld zijn, vermeerderd met het totaal percentage van de sociale lasten en verzekeringen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, 10 kalenderdagen voor de opening van de offertes.
s = hetzelfde gemiddelde van de uurlonen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, op de aanvangsdatum van de maandelijkse periode van het voorschot.
I = het referentieindexcijfer op basis van een jaarlijks verbruik van de voornaamste producten in het bouwbedrijf op de inlandse markt, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de opening van de offertes voorafgaat.
i = hetzelfde referentieindexcijfer, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de maandelijkse periode van het voorschot voorafgaat.
II.4 Uitvoeringstermijn
Termijn in dagen: 90 werkdagen
II.5 Betalingstermijn
De betaling van de aan de aannemer verschuldigde sommen, geschiedt binnen de 60 kalenderdagen vanaf de dag waarop de aanbestedende overheid de verklaring van schuldvordering heeft ontvangen.
In geval van eindvereffening van de aanneming of van enige betaling, wordt deze termijn op 90 kalenderdagen gebracht.
II.6 Waarborgtermijn
De waarborgtermijn voor deze werken bedraagt 12 kalendermaanden De waarborgtermijn begint vanaf de dag van de voorlopige oplevering.
II.7 Voorlopige oplevering
Binnen de 15 kalenderdagen na de datum waarop het verzoek van de aannemer tot voorlopige oplevering wordt ontvangen, en voorzover de resultaten van de keuringen en van de voorgeschreven proeven zijn gekend, wordt een proces-verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt.
II.8 Definitieve oplevering
Binnen de 15 kalenderdagen vóór de dag waarop de waarborgtermijn verstrijkt, wordt naargelang het geval een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt.
III. Technische bepalingen
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 0: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE BOUWVAKKEN
0.1 - REFERENTIEDOCUMENTEN
De voorschriften van dit bijzonder bestek hebben voorrang op het Algemeen Bestek voor de Uitvoering van Openbare Bouwwerken (deel 2, technische bepalingen) van de Koninklijke Federatie van de Architectenverenigingen van België (FAB), de Nationale Confederatie Bouw (NCB) en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB).
Voor elke niet uitdrukkelijk beschreven technische bepaling of, bij tegenstrijdigheid tussen referentiedocumenten, zijn de bepalingen van de meest recente versie van dit algemene bestek van toepassing. Zijn eveneens van toepassing, alle referentiedocumenten die worden vermeld onder het hoofdstuk "Algemeen" van de administratieve bepalingen.
0.2 - PROEVEN EN CONTROLES
De controles waarin is voorzien in het bijzonder bestek en in het typebestek moeten ambtshalve worden uitgevoerd door de aannemer, op zijn kosten, ongeacht de resultaten.
Voor de uitvoering van de tests op de bouwplaats stelt de aannemer het nodige materiaal en de nodige arbeidskrachten ter beschikking van de leidende ambtenaar. De destructieve proeven omvatten de herstelling in goede staat van de betrokken bouwwerken.
Wanneer de bouwheer beslist onvoorziene proeven te laten uitvoeren:
- indien het resultaat voldoet, zijn de kosten voor rekening van de bouwheer
- indien het resultaat niet voldoet, zijn de kosten voor rekening van de aannemer.
0.3 - VOORSCHRIFTEN
Elk artikel dat een werk beschrijft, wordt in meerdere ondertitels onderverdeeld:
- betreft:
geeft een beknopte omschrijving van het werk, de bestemming en plaats ervan
- omvat:
legt de omvang van het werk vast, met het oog op de opmeting
- technische voorschriften:
definieert de vereiste kwaliteiten met betrekking tot de materialen; het ontbreken van een of meer technische voorschriften in de post doet niets af aan de geldigheid van de hierboven vermelde referentiedocumenten.
- uitvoering:
beschrijft de voorschriften voor een specifieke uitvoeringswijze
- uit te voeren controle:
beschrijft de controles of proeven die voorafgaan aan de oplevering van het werk in kwestie. Het werk kan pas in aanmerking worden genomen in de vorderingsstaten wanneer de proeven uitgevoerd zijn.
0.4 - BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE WERKEN
Deze beknopte beschrijving moet het dossier vlotter hanteerbaar maken voor de inschrijvers. Ze is altijd onvolledig en dus zonder enige contractuele waarde.
De werken bestaan uit de renovatie en inrichting van de oude stallen die deel uitmaken van het Lyceum E. Max, Haachtsesteenweg te Schaarbeek, met het doel er voor de bouwheer een volledig afgewerkt, uitgerust en gebruiksklaar hulpmiddel van te maken, met uitzondering van de meubelen die niet inbegrepen zijn in dit bestek.
De aanbesteding omvat alle werken (ruwbouw, afwerking, schrijnwerk en speciale technieken, ...) die worden beschreven in het onderhavige bestek.
In het algemeen zal de operatie worden verricht in verschillende werken, namelijk:
1) gemeenschappelijke bepalingen voor alle bouwvakken,
2) voorbereidende werkzaamheden en afbraakwerken,
3) nieuwbouw,
4) buitenschrijnwerk,
5) tussenwanden,
6) binnenschrijnwerk,
7) binnenafwerking van de muren,
8) binnenafwerking van de plafonds,
9) binnenafwerking van de vloeren,
10) sanitaire installatie,
11) verwarmingsinstallatie,
12) elektrische installatie.
0.5 - MATERIAAL, TECHNIEKEN, UITVOERING EN AFBRAAK
- Goed te keuren materialen:
Geen van de materialen waarvoor een voorafgaande goedkeuring werd aangevraagd door de leidende ambtenaar, mag zonder goedkeuring worden gebruikt. Deze goedkeuring dient te gebeuren op basis van technische documentatie en monsters.
Bovendien moet de aannemer de leidende ambtenaar op diens verzoek alle technische documentatie verstrekken over de materialen die zullen worden gebruikt.
De materialen en de producten die niet in deze documenten worden beschreven maar die toch moeten worden gebruikt, moeten nieuw en van de beste kwaliteit zijn en ter goedkeuring aan de leidende ambtenaar worden voorgelegd voor ze worden verwerkt. Alle werken moeten worden uitgevoerd volgens de regels van het vak en met naleving van alle Belgische normen ter zake. De aannemer moet de diverse stalen die hem door de leidende ambtenaar zijn gevraagd, ter plaatse uitvoeren en gratis verstrekken.
De materialen die noodzakelijk deel uitmaken van de bouw moeten een kwaliteitslabel dragen dat in België erkend is, zoals: - een BENOR-conformiteitsmerk
- een bewijs van BUtgb-goedkeuring
- een SECO-keurmerk
Indien geen enkel materiaal voldoet aan de bovenvermelde voorwaarde om een bepaalde functie te vervullen, moet de aannemer een product voorstellen dat moet worden goedgekeurd door de leidende ambtenaar. De leverancier van het voorgestelde product moet het bewijs van de kwaliteit ervan leveren. Hiervoor dient hij de leidende ambtenaar een proefprogramma voor te stellen dat het mogelijk maakt de kwaliteit van het voorgestelde product te beoordelen, alsook de geschiktheid ervan voor de bouw, met vermelding van de toepassingswijze. Na de goedkeuring van het programma en de prestaties worden stalen genomen uit de leveringen die bestemd zijn voor de werf, en worden de proeven uitgevoerd in een laboratorium dat wordt voorgesteld door de leverancier en wordt goedgekeurd door het Bestuur en het controlebureau.
Zijn ten laste van de leverancier:
- alle kosten die nodig zijn om de proeven uit te voeren
- alle kosten van de proeven
- alle kosten en erelonen van de projectauteur en van het controlebureau voor hun prestaties, indien deze verder strekken dan de verificatie van de resultaten van de proeven die in België werden uitgevoerd.
NB: alle Belgische normen zijn van toepassing
0. 6 - INRICHTING VAN DE BOUWPLAATS
Er wordt aan herinnerd dat de inrichting en het onderhoud van alle door het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming opgelegde gezondheids- en veiligheidsvoorzieningen ten laste van de aannemer zijn.
De aannemer zorgt voor doeltreffende afsluitingen die de toegang tot de bouwplaats buiten de werktijden onmogelijk maken.
De vroegere stallen maken deel uit van een school die tijdens de renovatiewerken actief blijft. De veiligheid van de personen die gebruik maken van de school moet gegarandeerd zijn, en valt onder de verantwoordelijkheid van de algemene aannemer. Indien materialen worden aangevoerd op of weggevoerd van de bouwplaats, dient dit op een veilige manier te gebeuren, met de goedkeuring van de schooldirectie:
- Mevr. Bostoen: tel. 00 000 00 00
De aannemer treft de nodige maatregelen om de werf in een goede staat van permanente netheid te houden. Dit houdt in dat hij het bouwafval afvoert naarmate het wordt geproduceerd. Voor de tijdelijke opslag van het bouwafval dient hij in een voldoende aantal containers te voorzien. Bij droog weer wordt het bouwafval regelmatig natgespoten om stof te vermijden.
De aannemer moet de nodige maatregelen treffen om de hinder voor de buurt zoveel mogelijk te beperken, met name door stille compressoren te gebruiken.
De aannemer dient zich nauwgezet te houden aan de voorschriften van het Besluit van 16 maart 1995 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de verplichte recyclage van bepaald bouw- of sloopafval.
Het afvalwater moet worden gefiltreerd voordat het wordt geloosd in de binnenriool of in de openbare riool, om verstopping van het net te vermijden.
Er mogen geen materialen worden opgeslagen buiten de omheining van de werf en zonder de goedkeuring van de leidende ambtenaar.
Bij de start van de werkzaamheden laat de aannemer, op een met de leidende ambtenaar af te spreken plaats, een bord plaatsen met de naam van het project en het doel ervan, de naam van de bouwheer en zijn gegevens en de lijst van alle betrokken raden en hoofdaannemers met vermelding van de functies, de naam, het adres en het telefoonnummer (zie algemene voorwaarden).
De aannemer is verantwoordelijk voor de verlichting binnen en buiten de bouwplaats, om ongelukken te vermijden en zodat kan worden gewerkt in goede omstandigheden. Samen met deze verlichting brengt de aannemer beveiligingen en afsluitingen aan zodat niemand in de trappenhuizen, de trapopeningen, de technische schachten, enz. kan vallen. Tijdens de werken ziet hij erop toe dat deze beveiligingen worden onderhouden en intact blijven. Deze afsluitingen worden bij de voorlopige oplevering weggenomen, en alle herstellingen die inherent verbonden zijn aan deze post, moeten worden uitgevoerd op kosten van de aannemer.
0.7 - AFBRAAKWERKEN
De aannemer heeft in het algemeen de leiding over de afbraak- en schoringstechnieken.
Niettemin:
1) dient de aannemer in zijn prijs alle voorzorgsmaatregelen en interventies te voorzien die nodig zijn om aan de hierna vermelde eisen te kunnen voldoen.
2) dient de aannemer de hinder voor de buurt zoveel mogelijk te beperken, en met name stille compressoren en pneumatische hamers te gebruiken,
3) de afbraakwerken omvatten de volledige verwijdering van alle bouwwerken, materialen en puin van de bouwplaats en van de toegangen binnen en naar het kinderdagverblijf
4) eventuele tijdelijke schoringen zijn inbegrepen
5) ook de aanwerking van aaneensluitende materialen is inbegrepen
6) indien in de grond leidingen, kabels worden ontdekt die niet tot het gebouw behoren of deel uitmaken van een ongekend werkstuk, of indien in het algemeen vreemde elementen worden ontdekt, dient de aannemer de leidende ambtenaar hier onmiddellijk van op de hoogte te stellen en alle nodige veiligheids- en beschermingsmaatregelen te treffen
7) de aannemer ziet er tijdens de afbraakwerken op toe dat hij de stabiliteit en de integriteit van het gebouw en de veiligheid van de gebruikers van de school niet in gevaar brengt
8) in het geval de niet-naleving van deze voorschriften directe of indirecte kosten zou meebrengen voor de bouwheer, zijn deze volledig voor rekening van de aannemer
9) de aannemer dient er met name op te letten dat hij alle maatregelen treft voor de bescherming van derden, binnen de omheining van het gebouw, op de terreinen en de wegen
10) het puin moet met hiervoor geschikte middelen worden afgevoerd
0.8 – DOOR DE AANNEMER TE VERSTREKKEN PLANNEN
De aannemer moet de plannen verstrekken en ter goedkeuring voorleggen aan de leidende ambtenaar binnen termijnen die het mogelijk maken de meegedeelde termijnen te respecteren
0.9 - HET BIJHOUDEN VAN DE DOCUMENTEN
De aannemer dient bij het begin van de werken alle documenten die de aanneming regelen of erop betrekking hebben, ter beschikking te stellen van de leidende ambtenaar, in het werflokaal (waarvan sprake is in de post "Bouwplaatsvoorzieningen"):
- de documenten van offerteaanvragen: bijzonder bestek
algemeen bestek grafische documenten
- de volledige bestelling met samenvattende opmetingsstaten en eenheidsprijslijsten
- de volledige uitvoeringsdossiers met de meest recente plannen
- de kopieën van de vergader- en inspectieverslagen
- de referentiedocumenten die de opdracht regelen
- de kopieën van de maandelijkse vorderingsstaten van de werken
- de planningen
- het dagboek der werken
- het maandelijkse voortgangsverslag van de werken
0.10 - VOORLOPIGE OPLEVERING - DOSSIER ""AS BUILT""
De voorlopige oplevering van elk van de delen vindt plaats wanneer de werken en leveringen volledig en perfect voldoen aan de voorwaarden die het onderhavige bestek oplegt. Het verzoek om voorlopige oplevering kan maar ingediend worden nadat de bouwheer kennis van de proefresultaten genomen heeft.
Voorafgaand aan de voorlopige oplevering moet de aannemer door de brandweer een algemene verificatie van het gebouw en de uitrustingen laten uitvoeren en het bewijs verstrekken van hun goedkeuring, zonder voorbehoud, van de voorzieningen, uitrustingen en bouwwerken waarop de brandbestrijding betrekking heeft.
Voorafgaand aan de voorlopige oplevering dient de aannemer door een organisatie die erkend is door de Gemeente (in drie exemplaren) een oplevering te laten uitvoeren van:
- de elektrische installaties
- het elektrische en het thermische gedeelte van de verwarmingsinstallatie
- de gasinstallatie
- de brandbeveiliging
De aannemer houdt rekening met deze verplichting voor wat betreft de naleving van de uitvoeringstermijn.
De aannemer dient bij de voorlopige oplevering eveneens een "as built"-dossier te verstrekken dat met name het volgende omvat:
- vergelijkend verslag van de plaatsbeschrijvingen van het gebouw en de omliggende panden
- 2 exemplaren van het dossier en de "as built"-plannen voor het gemeentebestuur van Schaarbeek en 1 exemplaar van het dossier en de "as built"-plannen voor de veiligheidscoördinator
- de berekeningsnota en/of de "as built"-plannen voor stabiliteit, verwarming, elektriciteit, ventilatie
- conformiteitscertificaten voor alle elementen die brandbestendig moeten zijn
- de vereisten certificaten van conformiteit en/of tienjarige waarborg
- de onderhoudsrichtlijnen
- definitieve sleutelsets
De werken moeten volledig worden beëindigd en de bouwplaats moet worden ontruimd en perfect schoongemaakt zodat de voorlopige oplevering kan plaatsvinden en het gebouw in gebruik kan worden genomen.
0.11 - SPECIFICATIES BETREFFENDE DE PRIJZEN
Betreft:
De opgegeven prijzen omvatten de plaatsing en de levering van alle onderdelen, met inbegrip van de noodzakelijke herstellingen, bevestigingsmiddelen en toebehoren. Meer- of minderwerk gevraagd of aanvaard door het bestuur wordt beoordeeld op basis van de eenheidsprijzen op de samenvattende meetstaat die verplicht bij de offerte moet worden gevoegd. Alle kosten voortvloeiend uit de hierboven beschreven voorbereidende werkzaamheden moeten proportioneel over de verschillende eenheidsprijzen van de samenvattende meetstaat worden verdeeld. Het spreekt voor zich dat de werkuren, het materiaal en de uitrustingen die nodig zijn om elke post volgens de regels van de kunst uit te voeren, in de prijzen zijn begrepen. De opgegeven prijzen moeten alle werkzaamheden omvatten die op het plan zijn aangegeven maar die niet in dit bestek zijn opgenomen.
Omgekeerd maken alle in het bestek vermelde werkzaamheden die niet op het plan staan, deel uit van de aanneming.
0.12 - SPECIFICATIES BETREFFENDE HET PERSONEEL EN DE ONDERAANNEMERS
Betreffende het personeel:
Ten minste 2 vaklieden moeten permanent op de werf aan het werk zijn.
Betreffende de onderaannemers:
De onderaannemers moeten geschoold zijn en over voldoende ervaring beschikken voor de werkzaamheden die zij moeten uitvoeren. De aannemer deelt de namen van zijn onderaannemers mee aan de leidende ambtenaar. Het bestuur behoudt zich het recht voor om een onderaannemer die het onbekwaam acht, te weigeren.
0.13 - VERZEKERINGEN
Ter aanvulling van artikel 38 van de algemene aannemingsvoorwaarden is de aannemer ertoe gehouden een verzekering "Alle bouwplaatsrisico's" aan te gaan. Deze verzekering wordt voor rekening van en door de aannemer afgesloten en dient door het gemeentebestuur goedgekeurd te worden vóór aanvang van de werkzaamheden.
Deze verzekering dient de volgende risico's te dekken:
- de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekerde personen ten opzichte van derden volgens artikelen 1382 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek voor een bedrag van 1.250.000 euro per schadegeval voor lichamelijke, materiële, immateriële en morele schade, wanneer deze schade toe te schrijven is aan de uitvoering van de werkzaamheden op de werf.
- de aansprakelijkheid van de bouwheer op grond van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek. De dekkingssom moet 125.000 euro per schadegeval bedragen.
- alle schade en verliezen die een invloed hebben op het bouwwerk dat het voorwerp is van de werkzaamheden, met inbegrip van alle materialen, bouwelementen en uitrustingen die er moeten worden verwerkt, de bestaande delen van het gerenoveerde gebouw en de inhoud, onafhankelijk van het feit of ze al dan niet het gevolg zijn van de werkzaamheden.
- de afbraak en afgravingen ten gevolge van schade veroorzaakt aan de goederen die gedekt zijn door het contract, zonder enige beperking van de waarborg.
Het franchisebedrag mag niet meer bedragen dan € 2.500 per schadegeval. Deze polis wordt aangegaan om de volgende personen te verzekeren:
- Hoofdaannemer
- Onderaannemers
- Bouwheer
- Leidende ambtenaar.
Onder derden worden alle andere personen verstaan die niet als verzekerd worden beschouwd, met uitzondering van de bouwheer die moet worden beschouwd als derde ten opzichte van de andere verzekerden.
De garantieperiode van deze polis loopt tot de definitieve oplevering, zonder prijstoeslag bij vertraging in de uitvoering van de werkzaamheden om welke reden dan ook. In de polis moet een clausule staan waarin onvoorwaardelijk wordt verzaakt aan elk verhaal tegen de bouwheer of de leidende ambtenaar.
De aannemer moet in de verschillende polissen een verklaring laten opnemen die zijn verzekeraar ertoe verplicht de gemeente door middel van een aangetekende brief, die minimaal 30 dagen voor de datum van inwerkingtreding wordt verzonden, te informeren over elke verlaging van de verzekerde kapitalen en/of aangeboden dekkingen, alsook elke opschorting, verzaking of ontbinding van de polis.
De aannemer dient te bewijzen dat hij een verzekering "Alle bouwplaatsrisico's" heeft afgesloten bij een verzekeringsmaatschappij. Dit moet hij bewijzen aan de hand van de premiebetaling.
De kosten van een plaatsbeschrijving vóór aanvang van de werken en op tegenspraak, die eventueel door de verzekeraar wordt geëist, zijn voor rekening van de aannemer.
Als de verzekeraar van het gebouw van mening is dat de werkzaamheden het brand- en explosiegevaar aanzienlijk verhogen, dient de door de verzekeraar gevraagde premietoeslag door de aannemer gedragen te worden. Het is in dit geval aan de aannemer om met de verzekeraar te onderhandelen over een clausule van afstand van verhaal om te voorkomen dat schade op hem wordt verhaald.
Als de verzekeringspolis "Alle bouwplaatsrisico's" een eigen risico bevat, is het franchisebedrag voor rekening van de aannemer.
Het bedrag van de polis wordt verdeeld over de verschillende posten van de aanneming.
*******
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 1: VOORBEREIDENDE WERKEN EN AFBRAAKWERKEN
1.1 - BOUWPLAATSVOORZIENINGEN
Omvat: alle hierna vermelde prestaties, kosten en werken:
- werflokaal:
Lokaal dat als kantoor wordt gebruikt door de aannemer, op een met de leidende ambtenaar overeen te komen plaats. Dit lokaal moet worden verlicht en verwarmd op kosten van de aannemer.
In dit lokaal wordt het volgende ter beschikking gesteld van de interveniënten: de aanbestedingsdocumenten, de documenten betreffende het verloop van de werken, de meet- en peilinstrumenten die nodig zijn om de uitvoering van de werken te controleren, een vaste telefoon en voldoende tafels en stoelen om de werfvergaderingen hier te kunnen houden.
- Bouwplaatsschutting:
De aannemer installeert en onderhoudt op zijn kosten de tijdelijke omheiningen van de werf die moeten verhinderen dat onbevoegden toevallig of ongewild op de werf terechtkomen. Hij zorgt ervoor dat de toegangen stevig zijn afgesloten wanneer de werken stilliggen. De omheiningen worden verwijderd bij de voorlopige oplevering van de werken, met de goedkeuring van de leidende ambtenaar.
OPGELET: het gaat om een school die actief blijft tijdens de renovatie van de vroegere stallen.
- Werfbord:
Een bord dat door de aannemer wordt vervaardigd volgens een door de bouwheer goedgekeurd plan moet, bij aanvang van de werken, worden geplaatst op een met de leidende ambtenaar overeen te komen plaats
- Voorlopige aansluitingen:
Bij het begin van de werken vraagt de aannemer een voorlopige aansluiting op het waterleidings- en elektriciteitsnet aan. Deze aansluitingen moeten gebeuren in overeenstemming met de reglementeringen van de distributiemaatschappijen.
De kosten van aansluitingen, verbruik en opheffing van de aansluitingen op het einde van de werken zijn volledig voor rekening van de aannemer.
Als een voorlopige aansluiting op de riool nodig is, gelden dezelfde bepalingen.
- Definitieve aansluitingen:
De definitieve aansluitingen op waterleiding, gas en elektriciteit zijn ten laste van de bouwheer. De aannemer dient evenwel de nodige stappen te ondernemen om de distributiemaatschappijen de definitieve meter(s) van deze nutsvoorzieningen te laten plaatsen en openen. Hierbij moeten de speciale technieken in acht worden genomen voor de binnenaansluiting op de meters. De aannemer moet de openingen en sluitingen van de doorgangen in de muren voor de verschillende aansluitingen plannen en uitvoeren in
overeenstemming met de aanwijzingen van de leidende ambtenaar en de verschillende nutsbedrijven.
- Opslag van het materiaal:
De materialen worden opgeslagen volgens de aanbevelingen van de verschillende leveranciers en met de nodige bescherming. De aannemer is verantwoordelijk voor eventuele beschadigingen van de materialen en moet dus alle nodige voorzorgen treffen. De opslagzones moeten worden vastgelegd in overleg met de leidende ambtenaar.
- Ingebruikneming van de openbare weg:
De aannemer neemt alle wettelijke en noodzakelijke maatregelen bij ingebruikneming van de openbare weg en de voetpaden. Hij moet ze net houden en alle door hem veroorzaakte schade herstellen. De maximumtermijn voor deze herstellingen bedraagt 2 weken. De aannemer zal aansprakelijk worden gesteld in het geval de Gemeente hierover opmerkingen maakt.
- Veiligheidsmaatregelen:
De aannemer treft alle maatregelen die noodzakelijk zijn om te garanderen dat het andere deel van de school nog gebruikt kan worden, en om de toegang tot het gebouw en het veilig verkeer van voetgangers en voertuigen tijdens de werken te garanderen. Hij dient een werfverlichting te installeren die voldoet aan de voorschriften van het ARAB.
De aannemer zal aansprakelijk worden gesteld voor alle ongevallen die zich voordoen naar aanleiding van de werken. Hij zal eveneens aansprakelijk worden gesteld voor alle schade die mogelijk voortvloeit uit de uitvoering van het contract.
De aannemer dient eveneens alle voorzorgen te treffen om rioolstank, waterlekken, gaslekken en elektrische ontladingen te vermijden, om te voorkomen dat het regenwater afvloeit over de aangrenzende terreinen en dat materiaal valt op de openbare weg, de voetpaden en omliggende terreinen.
De aannemer betaalt de eventuele belastingen die worden geheven op de plaatsing van de vereiste omheiningen.
- Bewaking van de werken:
Gedurende de hele periode waarin de werken worden bewaakt, is de aannemer volledig aansprakelijk voor de bouwwerken die worden afgebroken met het oog op het behoud ervan, alsook voor de hieruit voortvloeiende risico's van diefstal, inbraak en vandalisme.
- Plaatsbeschrijvingen:
De aannemer stelt, voorafgaand aan de werken, een plaatsbeschrijving op van de eigendom van de bouwheer, van de toegangen aan de buitenkant en van de weg, om alle onregelmatigheden of beschadigingen die al bestonden voorafgaand aan zijn interventie te kunnen melden. Dit wordt in het bijzijn van beide partijen uitgevoerd door de landmeter van de Gemeente.
Indien deze plaatsbeschrijving niet wordt opgesteld, draagt alleen de aannemer de gevolgen hiervan. De betrokken werken worden geacht in perfecte staat te zijn, voordat de werken worden aangevat, en moeten dus op kosten van de aannemer in dezelfde staat worden hersteld na beëindiging van de werken.
- Onderhoud van de bouwplaats:
De aannemer dient erop toe te zien dat de hele bouwplaats, met inbegrip van de werfinstallaties en de opslagzones voor materialen, in perfecte staat van netheid worden gehouden om de veiligheid en de hygiëne van de gebruikers van de werf te garanderen. De aannemer dient erop toe te zien dat de werkplaats dagelijks wordt schoongemaakt door alle onderaannemers en zijn eigen ploegen. Alle bouwafval moet worden afgevoerd zoals overeengekomen.
Alle bouwafval, afval en puin moet regelmatig worden afgevoerd, door en voor rekening van de aannemer. Bij nalatigheid van de aannemer behoudt de bouwheer zich het recht voor deze schoonmaakwerken door een gespecialiseerde onderneming te laten uitvoeren voor rekening van de aannemer.
Een volledige en definitieve schoonmaak van het gebouw voorafgaand aan de voorlopige oplevering moet worden gepland in overeenstemming met artikel 43, hoofdstuk 3 van bestek 100 van het MOW.
Deze schoonmaakwerken worden verplicht uitgevoerd door een gespecialiseerde firma en omvatten het onderhoud van de directe omgeving van de werf, de volledige verwijdering van de werfinstallaties, de niet-gebruikte materialen en het afval.
- Opmeting:
Alle opgegeven maten moeten ter plaatse door de aannemer worden gecontroleerd!
Voor de werken volgens prijslijst (gemeten werken in vermoedelijke hoeveelheden in de meetstaten) moet een opmeting in bijzijn van beide partijen worden uitgevoerd, om de geraamde metingen te toetsen aan de werkelijk gebruikte hoeveelheden. Hiervoor moet de aannemer alle nodige opmetingen uitvoeren. Deze opmetingen moeten worden goedgekeurd door de leidende ambtenaar voorafgaand aan elke wijziging van de bestaande toestand. Indien de Gemeente voor voldongen feiten wordt gesteld, kan ze van rechtswege de voor haar meest gunstige situatie in aanmerking nemen voor de afrekeningen.
De post "Bouwplaatsvoorzieningen" vormt een algemeen forfaitair bedrag dat in verschillende schijven wordt betaald bij de indiening van de opeenvolgende vorderingsstaten, op de volgende wijze:
- 40% bij de 1e vorderingsstaat
- 10% bij de eindafrekening
- het saldo moet in schijven van maximum 5% worden verdeeld over de opeenvolgende vorderingsstaten.
1.2 - AFBRAAKWERKEN - ALGEMEEN
De aannemer beslist zelf over de afbraakmethoden en de voorzorgsmaatregelen die erop betrekking hebben, met dien verstande dat:
- de aannemer in zijn prijs alle voorzorgsmaatregelen en interventies opneemt die nodig zijn om te kunnen voldoen aan de hierna vermelde eisen.
- de aannemer de hinder voor de buurt tot een minimum dient te beperken, en met name gebruik moet maken van stille compressoren en pneumatische hamers; Indien nodig moet hij het puin natmaken om rondwaaiend stof te beperken. Hij moet rekening houden met de rusttijden van de kinderen.
- de afbraakwerken de volledige verwijdering en afvoer van alle werken, materialen en puin omvatten.
- alle doorboringen en sleuven, zelfs als ze tegelijk met de afbraakwerken worden uitgevoerd, worden vermeld in hun respectieve artikelen.
- het aanwerken van het metselwerk om het perfect gelijk te maken is inbegrepen in de afbraakwerken.
- indien leidingen, kabels worden ontdekt die niet tot het gebouw behoren of die deel uitmaken van onbekende werkstukken, de aannemer de leidende ambtenaar hiervan onmiddellijk op de hoogte moet brengen en alle nodige maatregelen moet treffen voor de beveiliging of bescherming ervan.
De aannemer moet kennis nemen van de plaats van de leidingen van riool, water, gas, elektriciteit en telefoon. Hij onderhoudt de nodige contacten met de betrokken maatschappijen of organisaties, om storingen van of hinder aan de netwerken waarop deze leidingen zijn aangesloten, te vermijden.
De aannemer ziet tijdens deze afbraakwerken toe op de stabiliteit en de integriteit van het gebouw. Hij neemt dringende maatregelen (schoringen enz.).
Hij dient er op elk moment op toe te zien dat het water continu en normaal kan aflopen naar de binnenriool en de openbare riool.
Indien de niet-naleving van deze voorschriften directe of indirecte kosten zou meebrengen voor de Bouwheer, zijn deze kosten volledig ten laste van de aannemer.
OPGELET: de afbraakwerken dienen zeer zorgvuldig te worden uitgevoerd, om te voorkomen dat belendende bouwwerken van de school of gemeenschappelijke muren met de buren worden beschadigd.
1.3 – AFVOER VAN GROND BUITEN EN ALLERHANDE AFVAL BINNEN
Betreft
De grond buiten rondom het gebouw (cfr werkzone op het plan) en het afval op elke verdieping van het te renoveren gebouw.
Omvat:
Het afvoeren van de grond buiten, ongeacht de aard, de afmetingen, de samenstelling of de plaatsing ervan. Inclusief:
- verwijdering van het legbed en de funderingen;
- verwijdering van de aanwezige wapeningen;
- herstelling van de bouwonderdelen, bekledingen en aanplantingen die door de aannemer werden beschadigd, en die behouden moeten worden;
- bescherming van alle onderliggende leidingen die in gebruik blijven;
- vervoer van het puin buiten het staatsdomein.
Technische voorschriften en uitvoering:
De aannemer beslist zelf over de afbraakmethoden die hij zal toepassen en de voorzorgsmaatregelen die erop betrekking hebben. Hij dient zich hierbij evenwel te houden aan de voorschriften die zijn opgenomen in de post "Afbraakwerken - Algemeen".
Uit te voeren controle:
Algemene controle van aangewende middelen voorafgaand aan de aanvang van de werken. Controle van de goede uitvoering van het werk.
1.4 - AFBRAAK / ONDERDELEN VAN HET DAK EN VAN HET BUITENSCHRIJNWERK
Betreft
De dakbedekkingen, kroonlijsten en dakranden enz. waarop de werken betrekking hebben, maar ook alle buitenschrijnwerk (deuren, ramen, enz.) met inbegrip van boorden, aansluitingen, schoorsteenkanalen, bevestigingen, dragers, enz.
OPGELET: de belendende bouwwerken (school en tussenmuren) mogen niet worden beschadigd.
Omvat:
De zorgvuldige afbraak van wat er overblijft en van de bescherming van de dakbedekkingen, met inbegrip van alle onderdelen van de dakstructuur:
De afbraakwerken betreffen de volgende dakonderdelen:
• De dakbedekking, het onderdak, de kroonlijst en de dakrand
• De dakisolatie, te verwijderen tot op de ondergrond, met inbegrip van alle bevestigingsmiddelen.
• Alle afvoerbuizen ongeacht hun diameter en al hun bevestigingsmiddelen en toebehoren.
• De dakvlakramen, met inbegrip van alle bevestigingsmiddelen.
• De deuren en ramen, enz.
Technische voorschriften en uitvoering:
De dakonderdelen moeten zorgvuldig worden weggenomen, gedemonteerd en/of afgebroken met de geschikte middelen, waarbij de bouwonderdelen die bewaard moeten blijven, niet mogen worden beschadigd.
Het blootgelegde metselwerk moet tegen slechte weersomstandigheden worden beschermd tot de definitieve bescherming ervan.
OPGELET: bijzondere zorg moet worden besteed aan de demontage en de bewaring van de gebintonderdelen of de buitendecoraties (consoles, enz.), het beslag van de kroonlijsten, omdat deze als model moeten worden gebruikt om identieke modellen te reproduceren.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van aangewende middelen voorafgaand aan de aanvang van de werken. Controle van de goede uitvoering van het werk.
1.5 - AFBRAAK VAN DE TUSSENWANDEN EN HET METSELWERK IN HET GEBOUW
Betreft
De afbraak van de tussenwanden, het binnenmetselwerk, het maken van de opening tussen de luchtsluis en de polyvalente zaal (+ de levering en plaatsing van een latei in gewapend beton), de muren van de sanitaire ruimte en volgens plannen: afbraak van lichte binnenwanden van alle structuren en materialen, ongeacht het type, de afmetingen, de samenstelling en de plaats.
Omvat:
Dit werk omvat de afbraak en de afvoer van alle puin van de werken volgens de plannen of waarvan de afbraak nodig is om de in de aanbesteding voorziene werken te kunnen uitvoeren, met inbegrip van de tijdelijke schoringswerken; met inbegrip van alle bijkomende werkzaamheden die nodig zijn voor de volledige en afgewerkte (aanwerking van het metselwerk) uitvoering van de openingen; het omvat eveneens de verwijdering van de plinten en alle bekledingen, met behangpapier, tegels of andere materialen.
- de plaatselijke herstelling, met de geschikte materialen, van metselwerk, vloeren, faiencetegels, pleisterwerk, houtbekleding, enz.
- de herstelling van schade aan de bouwonderdelen die bewaard moeten blijven door en op kosten van de aannemer;
- het vervoer van het puin buiten de bouwplaats.
De afbraak van een lichte binnenwand die bestaat uit gipsplaten op een dragende structuur in hout of metaal. De dragende structuur wordt eveneens afgebroken.
Technische voorschriften en uitvoering:
De aannemer beslist zelf over de afbraakmethoden die hij zal toepassen en de voorzorgsmaatregelen die erop betrekking hebben. Hij dient zich hierbij evenwel te houden aan de voorschriften die zijn opgenomen in de post "Afbraakwerken - Algemeen".
Uit te voeren controle:
Algemene controle van aangewende middelen voorafgaand aan de aanvang van de werken. Controle van de goede uitvoering van het werk.
1.6 - AFBRAAK VAN SANITAIR, RIOLERING EN REGENWATERPIJPEN
Betreft:
De volledige afbraak van wat er overblijft van de sanitaire installatie, de regenwaterpijpen en het rioleringsnet, tot de aansluiting op de meter voor de zones waarop de werken betrekking hebben.
Omvat:
Dit werk omvat de volledige afbraak van de sanitaire installatie, toestellen en toebehoren, bevestigingen, uitloopbuizen, gas- en watertoevoerleidingen, valpijpen, afwatering en verluchting, tot de aansluiting in de kelderverdieping en de uitgang ter hoogte van de toestellen, toebehoren en fittingen, de dichtingen, de sluiting van de bestaande openingen met behulp van beton, de aanwerking van het metselwerk, de bepleistering en de vloeren, en de verwijdering van het puin. Met inbegrip van het afdichten van de onderbroken leidingen die absoluut niet mogen worden verwijderd.
Technische voorschriften en uitvoering:
De aannemer beslist zelf over de afbraakmethoden die hij zal toepassen en de voorzorgsmaatregelen die erop betrekking hebben. Hierbij dient hij zich echter te houden aan de voorschriften van de post "Afbraakwerken - Algemeen".
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk. Opgelet: het bestaande buizenstelsel van de school mag niet worden beschadigd.
1.7 – AFBRAAK VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Betreft
De volledige afbraak van wat er overblijft van de elektrische installatie, de toestellen tot aan de aansluiting op het hoofdbord.
Omvat:
Dit werk omvat de volledige afbraak van de elektrische installatie binnen en buiten, borden, kokers, sleuven, elektriciteitskabels, bevestigingen, van de toestellen en toebehoren tot aan de aansluiting op het hoofdbord, alsook de aanwerking van metselwerk, pleisterwerk en vloeren, en de afvoer van het puin.
Technische voorschriften en uitvoering:
De aannemer beslist zelf over de afbraakmethoden die hij zal toepassen en de voorzorgsmaatregelen die erop betrekking hebben. Hierbij dient hij zich echter te houden aan de voorschriften van de post "Afbraakwerken - Algemeen".
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk. Opgelet: het bestaande buizenstelsel en de bekabeling van de school mogen niet worden beschadigd.
1.8 - AFBRAAK VAN HET BINNENSCHRIJNWERK
Betreft:
De zorgvuldige afbraak van het binnenschrijnwerk, zoals: binnendeuren, kasten, vaste ramen, trappen, overlopen, vloeren en andere.
Omvat:
Dit werk omvat de volledige afbraak van elk van de hierboven vermelde onderdelen, met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, evenals de verwijdering van het puin, met inbegrip van alle toebehoren zoals de muurbekledingen, raam- en deurlijsten, bevestigingen, verankeringsdoken, klossen, beschotwerk enz.
Inclusief:
- de herstelling van de bouwonderdelen die door de aannemer werden beschadigd en die behouden moeten blijven;
- het vervoer van het puin buiten de bouwplaats.
Technische voorschriften en uitvoering:
De aannemer beslist zelf over de afbraakmethoden die hij zal toepassen en de voorzorgsmaatregelen die erop betrekking hebben. Hierbij dient hij zich echter te houden aan de voorschriften van de post "Afbraakwerken - Algemeen".
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
1.9 - AFKAPPEN VAN PLEISTERWERK, VERF, TEGELS
Betreft:
Het afkappen van pleisterwerk, verf en tegels zonder de dragende structuur te beschadigen.
Omvat:
Dit werk omvat de verwijdering of het afkappen, het verwijderen met een staaldraadborstel, de herstelling met cementmortel (met eventuele verstevigingen) en de verwijdering van het puin. Dit werk moet zorgvuldig worden uitgevoerd om het pleisterwerk en de sierlijsten die bewaard moeten blijven, niet te beschadigen. Met inbegrip van cementering, bevestigingen, belattingen en andere werken.
Met inbegrip van:
- de bescherming van alle bouwonderdelen die bewaard moeten blijven en de installaties die bevestigd zijn op de wanden;
- vervoer van het puin buiten het staatsdomein.
Technische voorschriften en uitvoering:
De aannemer dient zich te houden aan de voorschriften van de post "Afbraakwerken - Algemeen". Hij zal erop toezien dat de hele laag wordt afgekapt tot de ondergrond blootligt, dat er krachtig over de hele oppervlakte wordt geborsteld met een staaldraadborstel om alle cementdeeltjes en muuruitslag te verwijderen, dat alle puin regelmatig wordt opgeruimd en van de werf verwijderd, en dat grote onregelmatigheden worden hersteld met cementmortel (met eventuele versteviging), om een stabiel geheel af te werken dat klaar is voor de uiteindelijke bepleistering of afwerking.
Alle bevestigingen of diverse onderdelen moeten eveneens worden afgevoerd.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
1.10 - VERWIJDERING VAN DE VLOERBEDEKKINGEN
Betreft:
Alle vloerbedekkingen (tegels, vastgekoekt vuil of andere), ook als er verschillende lagen zijn, tot op het oorspronkelijke niveau van de vloer en de structuur ervan, met het doel om in het hele gebouw waarop de renovatiewerken betrekking hebben een nieuwe dekvloer te kunnen leggen op isolatie.
Zorgvuldige schoonmaak van de verkregen ondergrond, om alle sporen te verwijderen. Met inbegrip van:
- de herstelling van de beschadigde bouwonderdelen die bewaard moeten blijven;
- vervoer van het puin buiten het staatsdomein.
De verwijdering van vloertegels van verschillende afmetingen en structuren, ongeacht het type, de afmetingen, de samenstelling en de plaatsingswijze. Met inbegrip van:
- de herstelling van de bouwonderdelen die door de aannemer werden beschadigd en die behouden moeten blijven;
- vervoer van het puin buiten het staatsdomein.
Verwijdering van tussendorpels en toebehoren voor vloerbedekkingen van alle afmetingen, structuren en materialen, ongeacht het type, de afmetingen, de samenstelling en de plaatsing. Inclusief:
- de verwijdering van alle bevestigingsmiddelen;
- de verwijdering van het legbed;
- de herstellingen die nodig zijn voor de te bewaren bouwonderdelen, metselwerk, vloeren, bepleisteringen, houten lijsten.
- vervoer van het puin buiten het staatsdomein.
Omvat:
Dit werk omvat de zorgvuldige verwijdering, om de bestaande vloeren niet te beschadigen, alsook de afvoer van het puin. Met inbegrip van de stenen tussendorpels, de aansluitingen op de andere afwerkingen en de vervanging door onderdelen in tegelwerk van hetzelfde niveau, de cementering, bevestigingen of andere...
Technische voorschriften en uitvoering:
De aannemer dient zich te houden aan de voorschriften in de post "Afbraakwerken - algemeen". Hij dient erop toe te zien dat de volledige laag wordt verwijderd tot de ondergrond blootligt, en dat het puin regelmatig wordt opgeruimd en afgevoerd van de bouwplaats. Alle bevestigingen of diverse onderdelen moeten eveneens worden afgevoerd.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
*******
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 2: RUWBOUW
2.1 – VLOERISOLATIE Betreft:
Het aanbrengen van isolatiemateriaal op de bestaande ondergrond die is schoongemaakt in het kader van de afbraakwerken voor de vloer van het gebouw waarop de renovatiewerken betrekking hebben.
Omvat:
Dit artikel betreft de warmte-isolerende materialen die op de bestaande ondergrond worden gelegd. De werken omvatten:
- de plaatsing van de voorgeschreven isolatieplaten, alsook de voorbereiding van de ondergrond, de voorgeschreven afdichtingsmembranen en de opvullingen;
- de levering en de plaatsing van de bevestigingstoebehoren;
- de eventuele uitsparingen voor leidingen, doorvoeringen, enz. Technische voorschriften:
De vloerisolatie moet bestaan uit duurzame isolatieplaten die goed aansluiten en een goede maatstabiliteit hebben. De platen mogen geen kweekbodem vormen voor ongedierte, bacteriën of schimmels, en mogen de andere bouwonderdelen niet aantasten; ze moeten bovendien rotbestendig, onontvlambaar en duurzaam waterafstotend zijn. Om scheuren in de dekvloer of de tegels te vermijden, moet gebruik worden gemaakt van voldoende stijve en drukvaste isolatiematerialen. De aannemer moet een conformiteitscertificaat kunnen voorleggen dat bewijst dat de geplaatste isolatieplaten voldoen aan de vereisten voor de vloerstructuur in kwestie.
De vloerisolatie moet bestaan uit platen in hard polyurethaanschuim (PUR), zonder toegevoegde cfk's, die geschikt zijn voor de isolatie van vloeren in overeenstemming met het bijgevoegde certificaat van de fabrikant. Van het type:
- type: aan de twee kanten bekleed met glasdoek voor zelfstandige plaatsing.
- afwerking van de randen: met tand en groef
- dikte: minimum 60 mm
- afmetingen (LxB): 1,2 x 0,6 m
- warmtegeleidingsvermogen (ld-gedeclareerde waarde): maximum 0,028 W/mK bij 20 °C
- warmtegeleidingsvermogen (waarde volgens NBN B 62-002): maximum 0,035 W/mK
De isolatieplaten moeten beschikken over een ATG-certificaat voor gebruik op de ondergrond in kwestie.
Uitvoering:
- De werkruimte moet vlak en waterpas zijn. De isolatieplaten worden tussen de muren geplaatst, in overeenstemming met het bijzonder bestek. Een smalle strook isolatiemateriaal wordt tussen de muur en het egalisatiebeton geplaatst.
- De platen moeten volledig steunen op de ondergrond; indien nodig worden ze op een dunne laag rivierzand gelegd.
- Een polyethyleenfolie van minstens 0,2 mm dik moet onder de isolatie op het werkoppervlak worden aangebracht.
- De platen worden in verband en aaneengesloten gelegd en in zo groot mogelijke afmetingen verwerkt. Beschadigde platen mogen niet worden geplaatst.
- Thermische bruggen en grote vervormingen van de laag isolatiemateriaal moeten worden vermeden. Indien de isolatie uit meerdere lagen bestaat, moeten de voegen worden geschrankt.
- Na de plaatsing van de platen moeten de nodige beschermingsmaatregelen worden genomen, en moeten bevestigingsmiddelen worden aangebracht om de platen op hun plaats te houden.
- De dekvloer die op de isolatieplaten wordt gegoten, moet altijd voldoende gewapend zijn.
- De platen worden onafhankelijk gelegd op het voorlopige werkoppervlak of op de egalisatielaag.
- De platen worden van hun ondergrond gescheiden door een kunststoffolie (polyethyleen: minimale dikte 0,2 mm) en met gelijmde of gelaste voegen geplaatst, of met voldoende overlapping (> 20 cm). De randen tegen de muren, kolommen enz. moeten worden opgetrokken tot boven het niveau van de thermische isolatie.
- Alvorens de dekvloer gestort wordt, moeten de isolatieplaten met een waterdicht membraan worden afgeschermd. Dit laatste bestaat uit een PE-folie met 0,2 mm dikte.
Uit te voeren controle:
- Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
- De leidende ambtenaar moet op de hoogte worden gebracht van de plaatsing van de isolatie en moet de mogelijkheid hebben om de uitvoering te controleren voordat het beton wordt gegoten. De leidende ambtenaar moet de plaatsing van de thermische isolatie controleren en nagaan of de aansluitings- en afdekkingsdetails goed werden uitgevoerd.
2.2 – AARDINGSLUS EN EQUIPOTENTIAALVERBINDING Betreft:
Voor de hele zone waarop de renovatie van de stallen betrekking heeft.
Omvat:
De levering, plaatsing en uitvoering van de aardingslus en de aarding ervan. De aarding moet worden uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van art. 69 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (B.S. van 29.4.1981 en errata in het B.S. van 1.9.1981) en het ministerieel besluit van 6.10.1981 betreffende de aardingselektrode (B.S. van 13.10.1981) aangevuld door het ministerieel besluit van 14.12.1981.
De werken moeten aan de leidende ambtenaar worden voorgelegd voor advies op basis van een voorstel.
Met inbegrip van de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Uitvoering:
De aardingslus wordt op de bodem van de funderingssleuf onder de buitenmuren gelegd en bedekt met een laag schoon zand. De uiteinden van de lus moeten bereikbaar blijven voor onderzoek en worden verbonden met een koperen plaatje en eveneens voorzien van een aardstroomschakelaar. Indien de aardingslus is samengesteld uit meerdere in serie geplaatste geleiders, moeten de uiteinden van elke geleider en hun verbindingen bereikbaar blijven voor onderzoek. Voor de doorvoer doorheen de fundering naar de aansluitingen moet een soepele pvc-leiding worden gebruikt om elk contact met de fundering te vermijden. De spreidingsweerstand wordt gemeten voordat het funderingsbeton wordt gegoten.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.3 – VOCHTWERENDE FOLIE ONDER DE VLOERPLAAT Betreft:
Voor de vloer van het gebouw waarop de renovatiewerken betrekking hebben.
Omvat:
De levering, plaatsing en uitvoering van vochtwerende folie die een scheidingslaag vormt tussen de grond en de vloerplaat. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
Met inbegrip van de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften:
De folie is dun en doorlopend met een gelijkmatige dikte, vervaardigd uit een waterdichte en rotbestendige kunststof.
De polyethyleenfolie heeft een minimale dikte van 0,1 mm en is gewapend met een weefsel van nylonvezels met een maasgrootte van 10 x 10 mm.
Uitvoering:
De folie mag niet kleven of gescheurd zijn. Ze moet worden opgeslagen op een beschermde plaats. De folie wordt geplaatst met een overlapping van minstens 0,30 m, en met een voldoende grote opstand tegen de muren. De aannemer treft de nodige voorzorgsmaatregelen om beschadiging van de folie te voorkomen. De beschadigde delen worden hersteld met behulp van een bijkomend stuk folie, altijd met een overlapping van minstens 0,30 m.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.4 – DRAAGVLOER OP VOLLE GROND, GEWAPEND Betreft:
Voor de vloer van het gebouw waarop de renovatiewerken betrekking hebben en voor dichtingen van de gaten in de vloer van de 1e verdieping boven de polyvalente zaal.
Omvat:
De levering, plaatsing en uitvoering van de draagvloer op volle grond. De draagvloeren worden op een goed aangestampte, effen, droge, schone, geprofileerde en gladde ondergrond gestort. De randbekistingen zijn inbegrepen in dit artikel. Tussen de draagvloeren en de wanden komen stroken geëxpandeerd polystyreen met een minimale dikte van 5 mm.
Dikte 15 cm.
Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz., de uitvullagen, de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de bouw.
Technische voorschriften:
Samenstelling van het beton: 300 kg cement van sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28 volgens XXX X00-000 en 400 liter zand voor beton volgens NBN 589- 103.
Dikte te bepalen door en op volledige verantwoordelijkheid van de aannemer.
De wapening voldoet aan XXX X00-000 en-304 en bestaat uit een net in staal BE 500S of XX 000 XX met afmetingen 150 x 150 x 6 x 6 mm.
Uitvoering:
De uitvullagen dienen voor nivellering van de ondergrond wanneer deze oneffenheden, bruuske niveauverschillen, leidingen, kokers, dozen, ... omvat, om een dekvloer van homogene dikte te kunnen aanbrengen. Op de uitvullagen zijn de bepalingen van TV 193 § 3 van toepassing.
De uitvullagen moeten op een schone ondergrond worden aangebracht. Ze moeten geprofileerd en gladgestreken worden. Het peil van de afgewerkte uitvullaag voldoet aan de eisen van TV 189 § 4.2.1.3. Tussen de uitvullagen en de wanden komen stroken polyethyleenschuim of andere kunststofschuimen met een minimale dikte van 5 mm. De randbekistingen zijn inbegrepen in dit artikel. Daarnaast moeten de zettingsvoegen van de constructies in de uitvullaag worden doorgetrokken.
De draagplaten worden geplaatst na schoonmaak van de ondergrond en zijn geprofileerd en gladgestreken.
De randbekistingen zijn inbegrepen in dit artikel. Tussen de draagplaten en de wanden komen stroken geëxpandeerd polystyreen van minimum 5 mm dik. Bovendien moeten de zettingsvoegen van de constructies worden voorzien in de draagvloer.
De wapening voldoet aan NBN X00-000 xx-000 en bestaat uit:
een net in staal BE 500S of XX 000 XX met afmetingen 150 x 150 x 6 x 6 mm.
Het beton wordt gemaakt en aangebracht volgens indexen 26.0.1. en 26.0.3. van typebestek 104.
Er wordt een enkel net geplaatst op halve hoogte. Er wordt een onder- en bovennet geplaatst.
De wapeningsnetten worden geplaatst met een overlapping van een volledige maas in beide richtingen en aan de hoeken gebonden.
De nodige afstandhouders moeten worden geplaatst om de vereiste betondekking te krijgen.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.5 - WATERDICHTHEID VAN DE BESTAANDE MUREN - INJECTIE
Betreft:
De injecties om vocht op vloerniveau te bestrijden voor alle muren van het gebouw waarop de renovatiewerken betrekking hebben.
Technische voorschriften:
- een product wordt geïnjecteerd in de hiervoor aangebrachte holtes
- de holtes worden gedicht met een krimpvrije mortel die verenigbaar is met het geïnjecteerde product
- gedurende en na de uitvoering van de werken moeten de lokalen goed verlucht worden
De aannemer geeft een garantie van 10 jaar op de doeltreffendheid van de uitgevoerde behandeling (door injectie, ...). Hij verbindt zich ertoe eventuele herstellingswerken uit te voeren op zijn kosten indien de waterdichting niet blijkt te voldoen in de loop van de garantieperiode, die ingaat op de datum van de voorlopige oplevering.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.6 – PREFABLATEIEN
Betreft:
Alle lateien boven raam- en deuropeningen van dit gebouw. Ze worden in gewapend beton uitgevoerd.
Omvat:
De verwijdering en afvoer van de oude lateien, de levering, plaatsing en uitvoering van alle nieuwe lateien voor raam- en deuropeningen. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
De lateien worden gebruikt voor de plaatselijke ondersteuning van het metselwerk boven de deur- en vensteropeningen. De werkingen die in aanmerking moeten worden genomen, moeten voldoen aan de normen van reeks NBN B 03 - Werkingen op constructies. De berekeningen moeten worden uitgevoerd volgens reeks NBN B 51.
Technische voorschriften:
Behoudens specifieke bepalingen in het advies van de raadgevend ingenieur, mag de aannemer alle niet in het zicht blijvende lateien met beperkte overspanningslengte aanbrengen in geprefabriceerde elementen. Afhankelijk van de gebruikte materialen van het metselwerk zijn de lateien geprefabriceerd in voorgespannen gewapend beton.
Afmetingen: afhankelijk van de overspanning, de muurbreedte, het baksteenformaat en de laagdikte.
Uitvoering:
- Het gebruik van prefablateien gebeurt onder de volledige verantwoordelijkheid van de aannemer, en zal afhangen van de hoogte van de drukzone boven de latei, ongeacht of deze in metselwerk of in beton is. Dit metselwerk moet een hoge drukweerstand vertonen. De stootvoegen van deze drukzone moeten uitgevoerd zijn met volle voegen van hoogwaardige cementmortel.
- De aannemer ziet erop toe dat de lateien loodrecht, uitgelijnd en waterpas worden gelegd. Voor overspanningen van meer dan 1,20 m wordt bij de uitvoering in het midden een ondersteuning geplaatst.
- De opleg van de lateien gebeurt volgens de bepalingen van STS 22.21.5.
Vóór de plaatsing moeten alle onderdelen volledig schoongemaakt en bevochtigd worden. De uiteinden van het voorgespannen onderdeel rusten op een cementmortelbed. De lateien mogen niet op holle blokken in licht beton of gebakken aarde rusten, tenzij deze blokken vooraf goed worden gevuld met beton.
- De opleg bedraagt minstens 14 cm voor een maximale overspanning van 150 cm. Voor grotere overspanningen is de opleg minstens 19 cm. De rand van de opleg blijft minstens 40 mm verwijderd van de slag van de opening en moet altijd los van het parement worden uitgevoerd, behalve waar dit volgens de stabiliteitsstudie niet mogelijk zou zijn. In voorkomend geval zal daar waar de lateien in aanraking zijn met het buitenspouwblad een verloren isolerende bekisting van ruwe harde polystyreenplaten of isolatiebouwstenen van gebitumineerd cellenglas worden geplaatst om koudebruggen te voorkomen.
- De aanbevelingen van de leidende ambtenaar met betrekking tot de plaatsing van waterafdichtingsmembranen en/of isolatie ter voorkoming van koudebruggen moeten nauwlettend worden opgevolgd door de aannemer.
- De venster- en deurlateien in het binnenspouwblad worden op zodanige wijze uitgevoerd dat het condensatievocht of het hemelwater dat zich in de muurspouw bevindt, kan afvloeien naar het laagste punt vanwaar het naar buiten kan worden afgevoerd. Boven de lateien wordt een vochtscherm geplaatst zodat in de spouw ingesijpeld water naar buiten wordt geleid.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.7 – WAPENINGEN VAN HET METSELWERK Betreft:
De wapeningen voor het metselwerk die moeten worden uitgevoerd in het bovenste gedeelte van het gebouw. Metselwerk uit te voeren op identieke wijze met dezelfde uitsprongen of tekeningen als de reeds gedeeltelijk bestaande.
Omvat:
De levering, plaatsing en uitvoering van de wapeningen voor het metselwerk, met een gelijke dikte aan de bestaande. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz., de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften:
De wapening wordt gevormd door een net bestaande uit 2 geprofileerde langsdraden die onderling verbonden zijn door een doorlopende diagonale dwarswapening. De diagonale structuur is aan de langsdraden gelast.
Het staal is van kwaliteit BE 500 volgens reeks NBN A 24.
De wapening is thermisch verzinkt op basis van minstens 60 g /m2 en voorzien van een bescherming in polyester.
Uitvoering:
De wapeningen worden in verband geplaatst met overlappingen van 25 cm. De wapening wordt om de 2 lagen van het metselwerk ingelegd.
Voor het metselwerk met mortelvoegen gelden de volgende draaddiameters:
- voor een muurdikte van 9 tot 24 cm moet de diameter van de langsdraden 4 mm bedragen en de diameter van de dwarswapening 3,75 mm.
Voor de spouwmuren moet de muurwapening voorzien zijn van een druipplooi. De muurwapening wordt in de mortel gedrukt.
Het gebruik van cementmortel van categorie M2 volgens NBN B 14-001 is verplicht. Voor metselwerk met gelijmde voegen gelden de volgende draadsecties:
voor de langsdraden 2 x 6 mm en voor de dwarswapening 2 x 5,5 mm. De muurwapening wordt in de mortellijm gedrukt.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.8 – METSELWERK VAN GEVEL OF AFSLUITING Betreft:
De uitvoering van metselwerk voor de bovenbouw. Metselwerk uit te voeren op identieke wijze met dezelfde uitsprongen of tekeningen als de reeds gedeeltelijk bestaande.
De uitvoering van het metselwerk voor afsluiting van de buitenste opening luchtsluis/voorraad.
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van het parementwerk, met inbegrip van mortel, wapeningen, toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
De lateien van de nieuwe openingen van de constructie moeten worden uitgevoerd in halfsteensverband en zijn inbegrepen in deze post.
Met inbegrip van de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften:
Voor de uitvoering van de werken moeten stalen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar.
De stenen worden in zo groot mogelijke hoeveelheden op de werf geleverd en vóór gebruik vermengd opdat de gevelvlakken geen verschillen in kleur of textuur vertonen.
De aannemer onderzoekt voorafgaandelijk het SO4-gehalte en de verenigbaarheid van de mortel en de stenen om muuruitslag en verbrokkeling van de metselmortel en de voegmortel te vermijden.
Toeslagstoffen in de mortel zijn slechts toegelaten indien de leidende ambtenaar dit goedkeurt; bindingsvertragers zijn niet toegelaten.
De materialen van het parementwerk voldoen aan NBN B23-002.
De parementstenen zijn vormbakstenen die mechanisch zijn gevormd in vormbakken. Ze hebben de volgende mechanische en fysische kenmerken:
- gemiddelde waterabsorptie volgens XXX X00-000
- gemiddelde/karakteristieke druksterkte volgens XXX X00-000
- vorstbestendigheid volgens XXX X00-000: de GC-waarde is volgens XXX X00-000 lager dan -0,95/-2,5 en vertoont geen schade (code 0) na de rechtstreekse vriesproef volgens XXX X00-000, na impregnatie onder 51 kPa
- kalkdeeltjes zijn niet toegelaten.
De bakstenen zijn van dezelfde afmetingen als de bestaande. Oppervlaktetextuur: idem als bestaande
Kleur: voor advies voor te leggen aan de leidende ambtenaar De kleur is homogeen in de massa.
Om een definitieve keuze van parementsteen te maken, worden een of meer proefmuurtjes van ± 1 m2 gemetseld op vraag van de leidende ambtenaar; de kosten van het bouwen en verwijderen van deze muurtjes zijn voor rekening van de aannemer.
De metselmortel is conform XXX X00-000.
De spouwhaken zijn van roestvrij staal 8/10. De diameter is minstens 4 mm. De lengte is zodanig dat ze dragen tot in het midden van het binnenspouwblad en het parementvlak. Ze zijn voorzien van een druipplooi die zich in de luchtruimte van de spouw bevindt.
Uitvoering:
Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens de voorschriften van NBN B24-401.
Stenen die hoek- of kantbreuken vertonen mogen niet worden gebruikt in het zichtvlak.
De nodige maatregelen moeten worden genomen om aan het metselwerk een verzorgd en onbesmeurd uitzicht te geven en dit te behouden.
Op het einde van elke werkdag wordt het bovenste deel van de muren afgedekt; deze afdekking moet de muur beschermen over een hoogte van minstens 0,60 m, gemeten vanaf de bovenkant van de muur.
Bij droog en warm weer moet het pas uitgevoerde metselwerk veelvuldig maar licht worden besproeid, zodat het niet uitdroogt.
Alle horizontale en verticale voegen worden vol gemetseld. Stukken kleiner dan een halve steen mogen niet worden gebruikt.
Met het oog op de verluchting van de spouwen moeten om de 1,20 m stootvoegen boven de plint en de lateien en onder de dakrand worden opengelaten. Deze open stootvoegen worden gemarkeerd tot na de uitvoering van het opvoegwerk. De nodige maatregelen moeten worden genomen om de spouw schoon te houden (door openingen voor schoonmaak boven de plinten, latten die in de luchtruimte van de spouw worden gemonteerd, ...).
Elk direct contact tussen de twee bladen van de spouwmuur moet worden vermeden. Het tussen te plaatsen materiaal moet verenigbaar zijn met de voegvulling van het schrijnwerk. Het parementwerk moet een wapening krijgen conform de regels van het vak.
In dit geval is alleen mortel van klasse M2 toegelaten.
Het metselwerk moet worden uitgevoerd met een identiek verband als het bestaande, en hetzelfde geldt voor de voegen.
Ter informatie: 18,5 cm = 3 bakstenen en 3 voegen.
De bakstenen moeten van hetzelfde formaat en in dezelfde kleur zijn als de bestaande.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.9 – OPVOEGING MET MORTEL Betreft:
Al het (nieuwe of bestaande) gevelmetselwerk, alsook de voegen van de gewelven van de polyvalente zaal, met inbegrip van het uitkrabben van de voegen alvorens aan het opvoegwerk te beginnen.
Omvat:
De levering, het leggen van de stenen en de opvoeging van al het zichtbare metselwerk, dat moet worden opgevoegd nadat de stenen zijn gelegd. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz., de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften:
De aannemer dient vooraf op zijn verantwoordelijkheid na te gaan of de voegmortel verenigbaar is met de mortel en de stenen, en dit om muuruitslag te vermijden.
De druksterkte van de voegmortel is lager dan of gelijk aan die van de metselmortel. Het voegwerk mag geen kleurverschillen vertonen.
Uitvoering:
Het voegwerk wordt aangevat nadat de op te voegen oppervlakken zijn voltooid, en na de goedkeuring van een proefoppervlak van 1 m2.
Verschillende proefoppervlakken kunnen worden gevraagd.
Het uitzicht, de vorm en de kleur van de voegen moeten worden bepaald door de leidende ambtenaar.
De uitzettingsvoegen worden opengelaten en worden later opgevuld met een elastische kit die niet in dit artikel is opgenomen.
De aansluitingen van de gevelwanden op de andere ruwbouwstructuren worden uitgevoerd met een terugliggende voeg.
De stootvoegen worden om de 1,20 m opengelaten boven de plinten en lateien en onder de dakranden met het oog op de verluchting van de spouwen.
Na de uitvoering van het werk moeten de muren op doeltreffende wijze worden beschermd tegen vuil en beschadigingen.
Na de uitvoering van het werk moeten de muren op doeltreffende wijze worden beschermd tegen vuil en beschadigingen.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.10 – DAKOPBOUW – GORDINGEN Betreft:
De houten liggers vormen de dragende elementen van het nieuwe dak van het hele gebouw (tussenafstanden zoals op de plannen) en voor de bovenvloer boven de luchtsluis en de voorraad (tussenafstand 40 cm).
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van het daktimmerwerk bestaande uit gordingen, muurplaten, kepers, nokruiterlatten en andere bouwonderdelen van hellende daken.
Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz., de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften:
Het timmerhout voldoet aan STS 04.
Het hout is voorbehandeld volgens een A1-procedé (STS 04.31). De aannemer legt het attest voor aan de leidende ambtenaar.
Het hout dat op de bouwplaats wordt geleverd, moet voldoende droog zijn overeenkomstig STS 04.1. De houtsoort is Noords grenen (PNG) nr. 414 volgens NBN 199, classificatie volgens XXX 000.
De liggers zijn 4-zijdig geschaafd.
Uitvoering:
De uitvoering en berekeningen voldoen aan STS 31.0 en STS 32.0.
Al het hout dat in contact komt met het metselwerk wordt geschilderd met minimum 2 lagen verf.
De stalen bevestigingselementen worden geschilderd met minimum 2 lagen verf. Het hout wordt afdoend beschermd tegen vocht en vuil.
De uitvoering beantwoordt aan STS 31.1.
De gordingen worden stevig verankerd in het metselwerk of het beton met behulp van blinde hoekijzers.
Deze verankering wordt toegepast voor elke hoofdligger.
De aansluiting tussen de hoofdliggers en de secundaire gordingen wordt uitgevoerd door inkepingen.
Voor overspanningen groter dan 3 m worden de gordingen verstevigd door middel van een houten ketting.
Een berekeningsnota en een uitvoeringsplan worden ter goedkeuring voorgelegd aan de leidende ambtenaar.
Het windverband maakt deel uit van deze post.
De gordingen worden aan de dakgebinten bevestigd met behulp van houten spieën of verstevigde hoekijzers, en zettingsvoegen moeten worden gepland en uitgevoerd.
Voor overspanningen groter dan 3 m worden de gordingen verstevigd door middel van een houten ketting.
De muurplaten worden verankerd aan de ruwbouw door middel van omgeplooide wachtstaven.
Onder de muurplaat wordt een vochtisolatie geplaatst.
De hoogte van de nokruiterlatten is aangepast aan de aard en de vorm van de vorsten. Verbindingen met bouten en spijkers voldoen aan de bepalingen van de bijlage van STS 31. De kepers worden op de gordingen vastgenageld. Per steunpunt worden 2 spijkers ingeslagen. De lengte van de spijkers is gelijk aan tweemaal de hoogte van de te bevestigen keper. Alle lassen worden schrankend ten opzichte van de gordingen uitgevoerd. Door een schuine las met een lengte die gelijk is aan 2,5 maal de hoogte van de keper; deze las ligt boven de gording en wordt genageld.
De kepers worden hart op hart gemeten geplaatst op 0,33 m.
De houtbeschermingsproducten (vb. fungiciden en insecticiden) moeten volledig neutraal zijn tegenover zink.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.11 - DAKOPBOUW - KEPERS
Betreft:
De houten liggers vormen de dragende onderdelen van het dak van de nieuwe constructie.
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van de kepers, met inbegrip van toebehoren, bijkomende werkzaamheden, enz.
Met inbegrip van de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften:
Het te gebruiken hout is Noords grenen (PNG) nr. 414 volgens NBN 199, classificatie volgens XXX 000.
De doorsneden van de kepers zijn volgens NBN serie 219. De liggers zijn 4-zijdig geschaafd.
Uitvoering:
De uitvoering voldoet aan STS 31.2.
Alle lassen worden schrankend ten opzichte van de gordingen uitgevoerd en gebeuren:
Door een schuine las met een lengte die gelijk is aan 2,5 keer de hoogte van de keper; deze las ligt boven de gording en wordt vastgenageld, door de steunpunten van de kepers sluitend tegen elkaar te leggen op de gordingen.
De kepers worden hart op hart gemeten geplaatst op 0,33 m.
Het werk omvat bovendien de uitvoering van de nodige raveelconstructies voor de doorbouwen en openingen.
De kepers worden op de houten gordingen genageld. Per steunpunt worden 2 spijkers ingeslagen. De lengte van de spijkers is gelijk aan tweemaal de hoogte van de te bevestigen keper.
De metalen bevestigingsmiddelen worden op dezelfde manier behandeld als de profielen. Tegen wanden uit metselwerk of beton worden de kepers bevestigd met keilbouten; de afstand tussen de bouten bedraagt 0,60 m. Het uitvullen van de kepers tegen de wanden wordt uitgevoerd met watervast verlijmde multiplex volgens index 04.05.51 van STS 31-32. De kepers worden hart op hart gemeten geplaatst op 0,33 m.
De houtbeschermingsproducten (bv. fungiciden en insecticiden) moeten volledig neutraal zijn tegenover zink.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.12 - DAKOPBOUW - HOUTEN DAKBEBORDING EN BOVENVLOER Betreft:
Voor het hele nieuwe dak van het gebouw en voor de bovenvloer boven de luchtsluis en de voorraad.
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van de dakbebording op 45° ten opzichte van de hellingsrichting en ten opzichte van de richting van de stootvoeg.
Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz., de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften:
Het te gebruiken hout is SRN, breedte 100 of 150 mm, 18 of 24 mm dik volgens de tussenafstand tussen de kepers.
De onderkant van de planken is geschaafd.
Het niveauverschil tussen de bebordingsplanken mag niet groter zijn dan 1 m.
De ruimte die, bij het verplaatsen van een lat van 600 mm lang, ontstaat tussen de lat en de ondergrond, mag niet groter zijn dan 2 mm.
Uitvoering:
De uitvoering voldoet aan STS 32.11.
De planken worden aangevoerd en gebruikt in maximale lengtes.
De staande voegen worden schrankend boven de steunpunten uitgevoerd. De planken worden gelegd met open voegen van 2 mm.
De planken worden op elk steunpunt vastgenageld met 2 spijkers met platte kop. De koppen worden ingeslagen met een drevel.
De kopvoegen van de platen liggen in de as van een steunpunt en zijn verschoven ten opzichte van elkaar.
De spijkers worden in het hout geslagen om contact met het zink te vermijden.
De houtbeschermingsproducten (vb. fungiciden en insecticiden) moeten volledig neutraal zijn tegenover zink.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.13 – DAKOPBOUW – ONDERDAK EN TENGELLATTEN
Betreft:
Het dakwerk van het nieuwe dak van het hele gebouw.
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van een onderdak in de vorm van platen voor hellende daken, met inbegrip van alle bevestigings- en afdichtingsmiddelen evenals de tengellatten. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz., de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften:
Het onderdak:
- De onderdakmaterialen (platen) zijn waterdicht, duurzaam, rotbestendig, vormen geen voedingsbodem voor insecten of knaagdieren, vorstbestendig, onbrandbaar, dampdoorlatend, ...
- De cementvezelplaten worden gemaakt op basis van portlandcement, minerale en organische vezels en zijn asbestvrij. De platen zijn dun en stijf, maar toch buigzaam.
- Type: DG (dubbelgeperst, twee gladde zijden)
- Dikte: minimum 3 mm
- Afmetingen: geleverd in platen van ongeveer 3 m2 (1200 x 2500 mm)
- Volumemassa: ongeveer 1400 kg/m3
- Waterabsorptie: ongeveer 30% van het droge gewicht.
- Buigweerstand loodrecht op de vezels: minstens 21,5 N/mm2.
De tengellatten:
- De tengellatten zijn van timmerhout, 3e kwaliteit volgens NBN 272 en voldoen aan STS 04. De latten zijn behandeld met een fungicide en insecticide, procedé A1, volgens STS
34.03.61.1 of STS 04.31. De aannemer overhandigt het certificaat aan de leidende ambtenaar.
- De tengel- en panlatten zijn van timmerhout, 3e kwaliteit volgens NBN 272, en voldoen aan STS 04. De latten zijn behandeld met een insecticide en fungicide, procedé A1, volgens STS
34.03.61.1 of STS 04.31. De aannemer bezorgt het behandelingscertificaat van de tengel- en panlatten aan de leidende ambtenaar. De afmetingen van de panlatten zijn aangepast aan de aard van de dakpannen, de afstand tussen de kepers en de dakhelling.
- Houtsoort: Noords grenen
Uitvoering:
- Het onderdak moet worden uitgevoerd overeenkomstig TV 175.
- De plaatsingsvoorschriften van de fabrikant moeten worden nageleefd.
- Voordat het onderdak wordt geplaatst, moet de aannemer controleren of de draagstructuur overeenkomt met de plannen en voorschriften en een onberispelijke uitvoering van de werken mogelijk maakt. Indien dit niet zo is, dient hij de leidende ambtenaar hier tijdig van op de hoogte te stellen.
- De plaatsing van de platen begint onderaan, op de plaats waar het onderdak afwatert in de goten.
- Tijdens de uitvoering moeten de nodige maatregelen worden genomen om het regenwater buiten de ruwbouw af te voeren. De aannemer treft alle nodige beschermingsmaatregelen om te vermijden dat het onderdak wordt beschadigd.
- De platen worden in zo groot mogelijke afmetingen geplaatst. Beschadigde plaatdelen mogen niet worden verwerkt. De platen worden dwars op de kepers geplaatst, met de langste zijde horizontaal en met de meest gladde zijde naar boven.
- De zijdelingse naad van de onderliggende plaat moet juist boven een keper vallen. In de hellingsrichting overlappen de verticale naden elkaar met minimum 30 mm. De horizontale naden overlappen elkaar volgens de dakhelling respectievelijk minimum 60 mm.
- Ter hoogte van elke keper wordt op de platen een tengellat bevestigd, minimaal tweemaal per meter genageld met verzinkte spijkers (minimum 4 cm), die minimum 27 mm in de keper dringen.
- Op de breuklijn van de kielgoten wordt een folie in geperforeerd polyethyleen geplaatst met een ruime overlapping.
De houtbeschermingsproducten (vb. fungiciden en insecticiden) moeten volledig neutraal zijn tegenover zink.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.14 - THERMISCHE DAKISOLATIE Betreft:
Voor het hele nieuwe dak van het gebouw in polyurethaanplaten.
Omvat:
De levering, de plaatsing en de verzorgde uitvoering van de thermische isolatie van de nieuwe dakbedekking. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz. het dampscherm, de nodige bevestigingstoebehoren, de voorlopige beschermingsmaatregelen.
Met inbegrip van de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften: REFERENTIENORMEN:
- STS 08.82 - MATERIALEN VOOR THERMISCHE ISOLATIE (1997)
- NBN EN 822 T/M 826 - MATERIALEN VOOR DE THERMISCHE ISOLATIE VAN GEBOUWEN (1994)
- NBN EN 1602 T/M 1609 - MATERIALEN VOOR DE THERMISCHE ISOLATIE VAN GEBOUWEN (1997)
- NBN EN 12085 T/M 91 - MATERIALEN VOOR DE WARMTE-ISOLATIE VAN GEBOUWEN (1997)
- NBN EN 12429 - MATERIALEN VOOR DE WARMTE-ISOLATIE VAN GEBOUWEN - CONDITIONERING TOT VOCHTEVENWICHT BIJ GEGEVEN TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID (1998)
- NBN B 62-201 - BEPALING IN DROGE TOESTAND VAN DE THERMISCHE GELEIDBAARHEID OF VAN DE THERMISCHE PERMEANTIE VAN DE BOUWMATERIALEN DOOR DE METHODE VAN DE VERWARMINGSPLAAT MET SCHUTRING (1977)
- De isolatiematerialen moeten bestand zijn tegen weersinvloeden, ze moeten rotbestendig, onbrandbaar, maatvast en blijvend waterafstotend zijn. De anorganische en amorfe structuur mag geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels.
- De isolatiematerialen zijn geschikt voor plaatsing in het dakschild en beschikken over de technische goedkeuring BUtgb of EUtgb en/of zijn conform de voorschriften van STS 08.82 "Materialen voor thermische isolatie" (editie 1997). De dakisolatie kan bestaan uit platen of dekens (op rol).
- De definities van de grootheden met betrekking tot de thermische isolatie voldoen aan NBN 62-001.
- De isolatieplaten in polyurethaan (PUR) beschikken over een technische goedkeuring ATG. Het PUR-schuim mag geen cfk's bevatten.
- Dikte: 150 mm
- Afwerking van de randen: tand en groef
Uitvoering:
- Voordat het onderdak wordt geplaatst, moet de aannemer controleren of de draagstructuur overeenkomt met de plannen en voorschriften en een onberispelijke uitvoering van de werken toelaat. Indien dit niet zo is, dient hij de leidende ambtenaar hier tijdig van op de hoogte te stellen zodat deze de nodige maatregelen kan treffen. De isolatiematerialen moeten worden geplaatst in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant en de technische goedkeuring BUtgb.
- Voor de renovatiewerken moeten de contactvlakken vooraf worden schoongemaakt.
- Het isolatiemateriaal moet worden geplaatst in de voorgeschreven dikte volgens de aanwijzingen op de plannen. Indien nodig moet een tweede laag geschrankt worden aangebracht.
- Alle naden moeten perfect aansluiten en blijvend dicht zijn. Waar nodig moet het isolatiemateriaal worden opgetrokken tegen de verticale opstanden van de balken, enz.
- De plaatsing moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de fabrikant. De platen worden perfect aaneensluitend geplaatst. Waar nodig worden de voegen opgevuld met schuim of gelijmd.
- De platen worden perfect aaneensluitend tussen de gordingen geplaatst en de voegen worden afgeplakt met een speciale tape.
Uit te voeren controle:
- Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
- De voorgeschreven binnenafwerking (gipsplaten, enz.) mag pas worden aangebracht nadat de isolatie en het dampscherm gecontroleerd zijn door de leidende ambtenaar.
2.15 – DAKSCHRIJNWERK - HOUTEN BOORD- EN VOORPLANKEN Betreft:
Voor heel het nieuwe dak van het gebouw:
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van de boord- en voorplanken die moeten worden bedekt met zink. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
Met inbegrip van de uitvoering van een zettingsvoeg tussen de nieuwe constructie en de bestaande, en dit in elke fase van de constructiewerken.
Technische voorschriften:
Het timmerhout van de boordplank is Noords grenen (PNG) nr. 414 volgens NBN 199, classificatie volgens XXX 000.
De plank is 32 mm dik en 20 cm hoog.
De boord- en voorplanken worden bedekt met voorgepatineerd zink.
Uitvoering:
De boordplank wordt aan het daktimmerwerk vastgenageld. de tussenafstand bedraagt maximum 0,50 m. De spijkers worden ingeslagen en de gaten worden opgevuld met houtpasta in een passende kleur.
De boordplank en de toebehoren zijn geprofileerd volgens de aanwijzingen van de leidende ambtenaar. Ze worden geschaafd en geschuurd.
De kraallat wordt op de boordplank genageld, de spijkers worden ingeslagen en de gaten worden opgevuld met houtpasta in een passende kleur.
De aannemer neemt de nodige maatregelen om het knikken van de boordplank te voorkomen.
Om de 1,20 meter wordt de boordplank verstevigd met een geplooid gegalvaniseerd platijzer van minstens 25 x 4 mm. Dit ijzer wordt verzonken geplaatst en vastgeschroefd aan de boordplank en het daktimmerwerk.
De lassen van de boordplanken worden verstevigd door het inslaan van een strip gegalvaniseerd bandstaal van 30 x 1,5 mm of door het inslaan en inlijmen van een houten lamel.
De nodige opspieïngen worden uitgevoerd in dezelfde houtsoort als die van het daktimmerwerk.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.16 – DAKBEDEKKING IN NATUURLEIEN + BOORDEN EN VOORKANTEN Betreft:
Voor de hele nieuwe dakbedekking van het gebouw, met inbegrip van kielgoten, boorden en slabben.
Technische voorschriften:
- De leien en bijbehorende hulpleien moeten voldoen aan de specificaties van STS 34 - Pannen en leien daken - Deel 1 - (1971+ add. 1982 & 1984) en NBN EN 492 - Leien en hulpstukken van vezelcement voor daken - Productspecificatie en beproevingsmethoden (1994).
- De toebehoren voor de afwerking van de nokken, dakvoeten, knikken, hoeken, dakzijkanten, aansluitingen op andere dakbedekkingsmaterialen worden vervaardigd in hetzelfde materiaal als de kunstleien en hebben dezelfde dikte en mechanische eigenschappen.
- De bevestiging van de leien gebeurt overeenkomstig het bijzonder bestek met koperen of roestvrij stalen haken met een minimale diameter van 2,5 tot 3 mm en een lengte die is aangepast aan de opgegeven vrijvlakken. De haken moeten van het type met bult of crosinus zijn voor de leien in vezelcement.
De natuurleien en bijbehorende hulpleien worden gewonnen uit leisteen, volumemassa circa 2740 kg/m3, Quartzgehalte lager dan 6%, Carbonaatgehalte 0%, buigweerstand groter dan 40NN/mm2, waterabsorptie circa 0,67%. Alle leien zijn van eerste keus en moeten voldoen aan de vorst-, de water-, de hitte- en de zuurproef volgens NBN EN 12326-2 - Producten van lei en andere natuursteen voor overlappende dakbedekkingen en buitenmuurbekledingen - Deel 2: Beproevingsmethoden (2000).
- Specificaties: vorm en model: rechthoekig
afwerking: met gebroken boorden aan de zichtzijde - zonder voorgeponste gaten
formaat: ongeveer 30 x 20 cm (toegestane afwijking + 2 mm) dikte: minimum 5,5 mm
kleur: donkergrijs oppervlakteaspect: glad oppervlak hulpleien: te voorzien
nokken: te voorzien
Uitvoering:
- Referentienormen:
De volgende voorschriften moeten worden nageleefd met het oog op een goede uitvoering: STS 34.2 - Deel 1 – Pannen en leien daken (1971+ add. 1982 & 1984)
NBN 305 - Dakbedekkingen - Leidraad voor de goede uitvoering - Leien daken + addenda (1955)
NBN B 44-001 - Dakbedekkingen met leien van cement versterkt met natuurlijke minerale vezels (1983)
TV 195 – Opbouw en uitvoering daken met natuurleien (WTCB, 1995) De specifieke voorschriften van de fabrikant en/of de geldende ATG.
Voorbereiding van de draagconstructie:
Voordat de leien worden geplaatst, moet de dakdekker controleren of de bovenkant van de draagstructuur van de dakbedekking vlak is. Indien dit niet het geval is of indien andere gebreken de vlakheid van de dakschilden in het gedrang brengen, moet de dakdekker deze gebreken herstellen.
Uitvoering:
- Leien kleiner dan een halve leien mogen niet worden verwerkt. Hiertoe worden de aanpalende leien in dezelfde rij in de breedte versmald. De dakbedekking zal worden verwerkt volgens een aan de leien aangepaste wijze, o.a. voor wat betreft de keuze van de bevestigingsmiddelen. Hiervoor zullen de voorschriften van de fabrikant nauwlettend worden nageleefd, in het bijzonder betreffende de minimale dakhelling die de fabrikant garandeert, en de bijkomende maatregelen die hiervoor worden opgelegd.
- De leien worden bevestigd op een bebording
- De leien worden geplaatst in horizontale rijen en in verband. De voeg tussen twee leien bevindt zich in de as van de lei van de onderliggende rij. De overlapping is dezelfde op alle dakschilden.
- Plaatsingswijze met dubbele dekking
- De leien worden geplaatst met behulp van koperen of roestvrij stalen haken met een minimale diameter van 2,5 tot 3 mm en een lengte die is aangepast aan de voorgeschreven overlapping.
- Ladderhaken worden voorzien om de 2,5 m horizontaal en om de 5 m volgens de grootste hellingslijn. Ze voldoen aan STS 34.21.4, hebben een diameter van minstens 16 mm, en zijn uitgevoerd in hetzelfde materiaal als de leihaken.
- De zijranden worden van een bebording voorzien om een goede bevestiging van de randleien te garanderen. De nagels van de latten of de bebording dringen ten minste 30 mm in de kepers of de dakgebinten.
- Nokafwerking: gepatineerd zink
- Noordboomafwerking: met gekapte schuine leien
- Zijrandafwerking: met overstekende leien
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.17 – HOUTEN DAKGOTEN EN BESLAG IN DEZELFDE VORM ALS DE BESTAANDE Betreft:
Voor alle kroonlijsten van de nieuwe dakbedekking van het gebouw. Het betreft alle dragende constructies in hout voor de dakgoten in overstek met opengewerkt en van lijstwerk voorzien beslag, aan de dakvoet.
Technische voorschriften:
Deze post betreft de uitbekleding van de onderzijden, de zij- en opkanten van de dakrandoversteken door middel van panelen. Inbegrepen zijn het daktimmerwerk, de kepers, de uitvullatten, de profielsystemen, de boordplanken, de roestvrij stalen schroeven en haken, de afdekdopjes, de randafwerkingsprofielen, de voegdichtingen, enz.
- Het timmerhout voor de niet-zichtbare delen is in Noords grenen (PNG) nr. 414 volgens NBN 199 - 3e kwaliteit (3 Com NBN 272), classificatie volgens NBN 272. Drenking: behandelingscertificaat categorie A
- Het schrijnwerkhout voor de zichtbare delen, beplanking, boordplanken, ... Het schrijnwerkhout voor de zichtbare dalen, beplanking, boordplanken, ... is
- Dark red Meranti met een volumemassa van minstens 550 kg/m3 voor een vochtigheidsgraad van 15 %
- De diameter van de gootklossen is: 63 x 72 mm, volgens NBN reeks 219.
- de gootbodem en het binnenboeiberd worden uitgevoerd in planken van 25 mm dik, in WBP-multiplex voor buitenwerk overeenkomstig STS 04.51, van 18 mm dik.
Uitvoering:
De randoversteek zelf is uit te voeren door een houten keperwerk stevig aan de binnenmuren te verankeren en/of een tegen de kepers genageld latwerk van geschaafd en gedrenkt naaldhout (zelfde afmetingen als bestaande situatie), hetzij overeenkomstig de detailtekeningen. Bij bevestiging van de platen dient men ervoor te zorgen dat deze vrij en gelijkmatig kunnen werken. Alle aansluitranden ter hoogte van het gevelmetselwerk, de binnen- en/of buitenhoeken worden mooi aansluitend afgewerkt met behulp van aan het bekledingssysteem aangepaste profielen en/of dichtingskitten.
- De uitkraging moet identiek zijn met de bestaande situatie.
- De gootklossen worden hart op hart geplaatst met een tussenafstand van 0,40 m. Ze dragen over de hele muurdikte en worden tegen de dakkepers, de gordingen en de muurplaten vastgenageld.
- Om de 3 klossen (1,20 m) worden ze aan het metselwerk verankerd met behulp van gegalvaniseerde bandijzers van 40 x 2 mm.
- De buitenrand van de kroonlijst wordt gevormd door een doorlopende keper met dezelfde doorsnede als de gootklossen, die tegen de klossen genageld wordt met pen en gat.
- De beplanking, de boordplank, de zichtbare delen worden geprofileerd volgens de aanwijzingen van de architect; ze worden zuiver geschaafd en geschuurd. Voornoemde houten onderdelen worden bevestigd met stalen vloernagels; de nagelkoppen worden ingedreven en de gaten opgevuld met een houtpasta in een passende kleur.
- De aannemer neemt de nodige maatregelen om het knikken van de dakgoot te voorkomen.
- Om de 1,20 m wordt de boordplank verstevigd met geplooid gegalvaniseerd platijzer van minstens 25 x 4 mm. Dit ijzer wordt verzonken geplaatst en vastgeschroefd aan de boordplank en de doorlopende keper. De lassen van de boordplank worden verstevigd door het inslaan van een strip gegalvaniseerd bandstaal van 30 x 1.5 mm of door het inslaan en inlijmen van een houten lamel.
- Alle planken die als plafond worden gebruikt, hebben een gelijke breedte en worden geschrankt tegen de klossen geplaatst. De boordplank komt 2 cm lager dan het plafond.
- Het afschot in de goot wordt gevormd door vulstukken die op de gootklossen genageld worden. Ze zijn even breed als deze klossen. Hierdoor wordt een inwendige helling van de gootbodem van 2 mm/m verkregen.
- Een afgeschuinde driehoekige hoeklijst van 5 x 5 cm wordt op de gootbodem genageld.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk. Het geheel moet water- en winddicht worden uitgevoerd.
2.18 – HOUTEN KROONLIJSTEN EN UITBEKLEDING/SLABBEN/LOKETTEN/AANSLUITBANDEN
Betreft:
Voor de hele nieuwe dakbedekking van het gebouw, met inbegrip van kielgoten, boorden, slabben, enz.
Technische voorschriften:
- Het betreft het waterdicht bekleden en afwerken van de dakranden van het volledige dak.
- De slabben / loketten / aansluitbanden worden aangebracht om de aansluitvoegen tussen constructiedelen regendicht af te werken. Het betreft onder meer de randaansluitingen tussen dak en opgaande gevelmuren, dak en schoorsteen, rond dakdoorgangen en aan boven- en zijranden van dakvlakken. Bij de aansluiting tegen metselwerk worden de slabben afgewerkt met een loket.
Loketten zijn stukken die aan één kant in de muur worden bevestigd en aan de andere kant voor een voldoende overlap zorgen over de opstaande strook van de slabben of afdichtingsmembranen.
De uitvoering beantwoordt aan de Technische Voorlichting die wordt vermeld in het artikel over de dakbedekking, aangevuld met TV 169 - Gebruik van bladlood voor dakbedekkingen en gevelbekledingen (WTCB, 1987). Alle voorziene randaansluitingen moeten een waterdichte en verzorgde afwerking garanderen.
- Het betreft geprefabriceerde elementen voor een verzorgde en waterdichte afwerking van de voorkant van de dakranden. Alle hoek-, montage- en bevestigingselementen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs.
Technische voorschriften:
De dakrandprofielen zijn geschikt voor de gebruikte dakbedekking en zijn ontworpen om vervormingen ten gevolge van temperatuurschommelingen te voorkomen. Alle bevestigingsmiddelen zijn bestand tegen corrosie.
Uitvoering:
De dakrandprofielen worden rechtlijnig en in zo groot mogelijke lengtes aangebracht. De profielen worden op geschikte wijze aan de draagvloer en de dakbedekking bevestigd overeenkomstig de detailtekeningen en/of de aanwijzingen van de fabrikant.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
De bevestigingsmiddelen van de profielen moeten bestand zijn tegen een trekkracht van 2700 N/mc. Het geheel zorgt voor een waterdichte aansluiting met de dakbedekking.
2.19 – REGENWATERPIJPEN Betreft:
Het dak van de nieuwe bouw. Ze zijn uitgevoerd in voorgepatineerd zink van dezelfde kleur als de dakbedekking.
Omvat:
De levering, plaatsing en uitvoering van de regenafvoerbuizen, met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, bevestigingen, beugels, toebehoren, enz.
Technische voorschriften:
De regenafvoerpijpen zijn vervaardigd van elektrolytisch zink met een zuiverheid van 99,99 % met toevoeging van koper en titaan.
Het zink voldoet aan NE 612.
De wanddikte van de afvoerbuizen bedraagt 1 mm. Het zink is voorgepatineerd zodat het aansluit bij de dakbedekking.
De afvoerpijpen zijn vierkant met de volgende afmetingen: 100 x 100 mm. De lengte van de buisstukken is: 1 m.
De buizen zijn met overlangse dubbele aanhaking.
De beugels zijn uitgevoerd in warm verzinkt staal, min. 450 g/m², volgens reeks XXX 000. Ze zijn geplastificeerd.
De sluiting van de beugels gebeurt met 1 scharnierpunt en 1 bevestigingsschroef. De bevestigingsschroeven zijn van roestvast staal.
Het soldeersel bestaat voor ten minste 40 % uit tin en bevat vrijwel geen onzuiverheden, in het bijzonder antimoon.
Uitvoering:
De regenafvoerpijpen worden geplaatst volgens de voorschriften in hoofdstuk 3 van NBN 306 en STS 33.21. Tijdens het plaatsen van de regenpijpen dient erop gelet te worden dat de buizen vrij kunnen uitzetten.
De buizen worden op 2 cm voor de muren geplaatst.
De buiselementen zijn zodanig gevormd dat ze onderaan een lichte vernauwing hebben. Het knippen van de buiselementen onderaan is verboden.
De verschillende delen worden minimaal 3 cm over elkaar geschoven. Bij richtingsveranderingen schuiven de buizen minimaal 8 cm in elkaar. De buizen worden koud in elkaar geschoven.
Behalve de koude verbindingen voor de montage en de uitzetting worden alle buizen aan elkaar gesoldeerd.
Het solderen voldoet aan de voorschriften van de NBN 283 art. 1.7. Er wordt gesoldeerd op een schone draagvloer in 3 opeenvolgende bewerkingen: voorbereiding van de oppervlakken met zoutzuur of hars, vertinnen en solderen.
Bij gepatineerde afvoerbuizen zal, ter hoogte van de soldering, de patinelaag zorgvuldig worden verwijderd en de soldeernaad gebeitst worden met zoutzuur. Na de soldering wordt de gebeitste zone opnieuw behandeld om dezelfde kleur te verkrijgen als die van de buis. Bij het versnijden van gehaakte afvoerbuizen wordt de buis eerst gesoldeerd ter hoogte van de versnijding.
Er mag slechts 1 passtuk per afloop worden geplaatst.
Elk buiselement wordt minstens 1 maal gesteund. De afstand tussen 2 steunpunten bedraagt maximaal 2 m.
De eerste beugel bevindt zich ± 5 cm onder het laagste punt van de tapbuis.
Ter hoogte van elke verbinding is de buis voorzien van een neus of een gemodelleerde ring. Ter hoogte van de onderafvoerbuis is de afvoerbuis voorzien van een neus of een gemodelleerde ring.
De overlangse naad is naar de muur gericht.
De regenafvoerbuizen worden waterdicht op het rioleringsnet aangesloten. Alle ondergrondse stukken worden omwikkeld met een zelfklevende band.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.20 – EINDSTUKKEN Betreft:
De eindstukken (dolfijnen) in grauw gietijzer van de dakbedekkingen van de nieuwe constructie.
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van de eindstukken, de aansluitstukken onderaan de regenafvoerbuis. Ze zorgen voor een perfecte afwatering van het regenwater tussen de afvoerleiding en de riolering. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, afdichtingen, afwerkingen, enz.
Technische voorschriften:
Het gietijzeren eindstuk voldoet aan de voorschriften van STS 33.06.51.2 - deel II Materialen. Het eindstuk is recht.
De doorsnede is vierkant. Uitzicht: gegroefd.
Lengte: 1,50 m.
De beugels zijn vervaardigd uit warm gegalvaniseerd staal, min. 450 g/m2 volgens XXX 000. Ze zijn geplastificeerd.
De sluiting van de beugels gebeurt met 1 scharnierpunt en 1 gegalvaniseerde bevestigingsschroef. De bevestigingsschroeven zijn van roestvrij staal.
Uitvoering:
De buizen worden op 2 cm voor de muren geplaatst.
De koppelingen tussen het eindstuk, de regenafvoerbuis en de ondergrondse riolering worden reukdicht afgedicht met een elastische voeg.
Het eindstuk wordt inwendig bestreken met warme bitumen. De zichtvlakken worden ontroest en voorzien van een grondlaag en twee afwerklagen verf op basis van alkydeharsen.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.21 - AANPASSINGEN METSELWERK VENSTER- OF BUITENDEUROPENINGEN
Betreft:
De metselwerken voor herstel van de sponningen van de venster- of deuropeningen of bij sluiting van de opening voorraad/luchtsluis. Met inbegrip van de ruimtes voor de vensterbanken, de wapeningen voor de aansluitingen op het bestaande metselwerk, de muurhaken in roestvrij staal, de aansluitingen op de lateien, de afdichtingen (PE), de verankeringen, enz.
Omvat en technische voorschriften:
- De blokken van het metselwerk worden gemaakt met behulp van blokken van gelijke vorm, afmetingen en kleur als de bestaande.
Uitvoering:
- De mortel van het metselwerk (volgens NBN B 14-001) beantwoordt aan categorie M3 (bastaardmortel) voor de holle blokken waarvan het schijnbaar soortelijk gewicht hoger is dan 1200 kg/m3 en voor de volle blokken van kwaliteitscategorie 4-1,2 en 6-1,6.
Uit te voeren controle:
Controle van de goede uitvoering van het werk.
2.22 - REINIGING VAN DE GEVELS
Betreft:
De gevels van heel het gebouw waarop de renovatiewerken betrekking hebben, met inbegrip van de hoeken, enz., met inbegrip van het uittrekken van de planten die groeien tegen de gevels en op de scheidingslijn (behandeling tot aan de wortels).
De reiniging van het gewelfde plafond van de polyvalente zaal.
Omvat:
Het doel van de reiniging is alle sporen van vuil (stof, roet, vet, mos, enz.) te verwijderen, waarbij de materialen die nog in goede staat zijn zo goed mogelijk moeten worden bewaard. Bij de reiniging van de gevels moet in het bijzonder worden gelet op broze stenen. De reiniging omvat:
- de voorafgaande proeven.
- alle voorbereidende werken en de bescherming van de aangrenzende onderdelen die niet bestand zijn tegen de aantasting door de behandeling.
- de reiniging door verstuiving van water en natte verzadigde damp. Dit procedé bestaat uit een combinatie van reinigingsmethoden met natte verzadigde damp en verstuiving van water onder lage druk.
- de demontage van alle onnodige metalen elementen die verwerkt zijn in de gevel.
- bijzondere aandacht moet worden besteed aan de reiniging van roestvlekken.
- alle specifieke maatregelen die eigen zijn aan de voorgestelde techniek, zowel met betrekking tot de bescherming van personen en/of het milieu, infrastructuur, uitvoering, energietoevoer, enz.
Technische voorschriften:
- Gedurende de reinigingswerken moet rekening worden gehouden met de structuur en de afwerking van de behandelde materialen. Deze mogen in geen geval worden beschadigd of weggenomen.
- Om geschillen na de werken te vermijden, zullen de verschillende reinigingsparameters worden gekozen na proeven op de aangetroffen materialen. De optimale toepassingsparameters kunnen dan worden bepaald. Verschillende proeven moeten worden uitgevoerd op eenzelfde steen of baksteen, om de goede resultaten van de reinigingstechniek op de gevel in zijn geheel te kunnen garanderen.
- De reinigingstechniek moet ter goedkeuring aan de directie der werken worden voorgelegd.
- Het werk moet worden uitgevoerd door een gespecialiseerde firma.
- De aannemer treft de nodige voorzorgsmaatregelen om te vermijden dat riolen, regenafvoerpijpen of straatkolken verstopt raken, dat water, zand of stof in het gebouw binnendringt, dat het buitenschrijnwerk, de beglazing, de mozaïeken, de sculpturen enz. worden beschadigd.
- De mozaïekvlakken in de gevels moeten op doeltreffende wijze worden beschermd met behulp van afdichtingsplaten gedurende de uitvoering van de werken.
- De aannemer treft de nodige beschermingsmaatregelen voor de uit te voeren reinigingswerken, met name met betrekking tot het opvangen van stof en het schoonmaakwater.
- Indien nodig worden alle holle voegen tijdelijk zorgvuldig dichtgemaakt, voordat met de reinigingswerken wordt gestart.
- De in aanmerking te nemen reinigingsparameters houden rekening met bovenvermelde opmerkingen en worden van tevoren in situ beproefd, met het oog op het bepalen van:
- de optimale toepassingsparameters: druk, luchtdebiet, werkafstand, spuitmondstuk, verstuivingsduur, granulometrie van de gebruikte deeltjes, concentratie van de solventen, enz.
- de doeltreffendheid van de reiniging op het vlak van het uitzicht.
- de invloed van de behandeling op de textuur en de afwerking van de materialen in het algemeen.
- de eventuele neveneffecten.
- Als ervaren technicus moet de aannemer zijn opmerkingen over de gebruikte methoden doorgeven aan de directie der werken. Alle voorstellen van varianten door de aannemer zijn welkom, volgens een conforme offerte die bij zijn inschrijving moet worden gevoegd.
- Tijdens de uitvoering van de werken moet voor de steigers een steigerdoek worden opgehangen, om te vermijden dat de gebruikte producten zich zouden verspreiden over de buurt.
- De werken moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met TV 197, editie september 1995, en voorschrift 7744 van typebestek 901 F van de Regie der gebouwen.
- De blauwe steen moet met een hogedrukreiniger met zuiver water worden schoongespoten.
Uitvoering:
- het aanbrengen van een bescherming voor de mozaïeken, de openingen en de onmiddellijke omgeving door het systematisch dichtmaken van de decoratieve panelen, de vensters en de deuren, en de overdekking met een zeil van de toegangsinrichtingen.
- Hetzij: de hydropneumatische zandstraling nadat de ondergronden volledig zijn gedroogd. Het gebruikte mineraal is kwarts, ook Molzand of Maastrichtzand genoemd. Het waterdebiet moet zo worden afgesteld dat de gereinigde oppervlakken goed kunnen worden besproeid. De operator moet de zandstraal afstemmen op de plaatselijke kenmerken van de gevelbekleding (vuilgraad, fysische kenmerken en aard van de steen, enz.).
- Hetzij: de droge projectie van granulaten met behulp van perslucht (de granulometrie van het zand en de gebruikte luchtdruk moeten worden bepaald door de operator afhankelijk van de aard en de staat van de te reinigen materialen, om de ondergrond niet te beschadigen).
- het afspoelen met zuiver water van alle stenen nadat ze zijn gereinigd.
Afhankelijk van de aard van de te reinigen materialen en hun toestand zal de aannemer opteren voor een droge projectie van granulaten of voor een hydropneumatische projectie. Hij dient zijn keuze voldoende te verantwoorden. In de twee gevallen moet hij vooraf de volgende parameters bepalen:
- geometrie en diameter van het spuitmondstuk.
- hardheid, vorm, dichtheid en granulometrie van het geprojecteerde materiaal.
- luchtdruk, werkafstand en verbruik van granulaten.
In het geval van droog zandstralen dient de aannemer zich te houden aan de werkomstandigheden die worden opgelegd door het ARAB. Bij droog zandstralen moet, onder andere, in een stofopvangsysteem worden voorzien.
Uit te voeren controle:
Controle van de goede uitvoering van het werk.
2.23 – DAKVLAKRAMEN
Betreft:
De twee dakvlakramen (ramen 10 en 11), met inbegrip van de buitenzonwering, alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden,enz.
Omvat:
De levering en plaatsing van geprefabriceerde dakvlakramen voor hellende daken, d.w.z. het volledige venster bestaande uit het raam, het glas, de nodige bevestigingsmiddelen, de gootstukken, loodslabben en kitten, enz. alsook alle opties, met inbegrip van de plaatsing van raveelbalken en hulpkepers, enz.
Technische voorschriften:
- De dakvlakramen bestaan uit een vast kozijn en een beweegbaar kader met wentel en uitzet, met inbegrip van de gootstukken en loodslabben die voor een perfecte afwatering en sluiting zorgen.
- Het raam moet volledig 180° kunnen wentelen, met schoonmaakstand en grendel om de vleugel te blokkeren. De wentelramen moeten in de gewenste openingsstand kunnen worden vastgezet d.m.v. een ingebouwde en regelbare rem.
- De uitzetramen kunnen in minimaal drie standen worden opengezet en/of realiseren een traploze openingshoek tot 45° (verplicht indien het raam moet kunnen worden gebruikt als nooduitgang).
Uitvoering:
- De plaatsing dient te gebeuren in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant.
- De aannemer controleert voorafgaandelijk of de respectievelijk toegelaten dakhellingen en de op de plannen voorziene plaatsingshoogte overeenstemmen met de gegeven toestand. Indien hij afwijkingen vaststelt, brengt hij de ontwerper hiervan onmiddellijk op de hoogte.
- De dakvlakramen worden waterpas uitgelijnd op de dakkepers, dakspanten of op een tussen geprefabriceerde sandwichpanelen aangebrachte raveelconstructie en worden gemonteerd met behulp van de meegeleverde hoekijzers, geplaatst aan de zijkanten van het buitenkozijn.
- Met behulp van de bijgeleverde hulpstukken en gootstukken wordt het raam water- en winddicht ingewerkt in de dakbedekking. Voor een perfecte afwatering van het onderdak dient in het bijzonder te worden gelet op goede aansluitingen, ter hoogte van de bovenkant en de zijkanten van de raamkaders. Er moet gebruik worden gemaakt van de door de fabrikant aanbevolen afwateringsprofielen en/of dichtingskitten.
- Aangepaste gootstukken voor leien.
Uit te voeren controle:
- Controle van de goede uitvoering van het werk.
- De ramen mogen niet klemmen, het openen en sluiten dient zonder haperingen te verlopen. Beschadigde raamdelen moeten worden vervangen. De dakbedekking dient mooi en gelijkmatig aan te sluiten op de zijranden van het raam.
2.24 – BEHANDELING/VERVANGING VAN DE METALEN ONDERDELEN VAN DE BINNENGEWELVEN
Betreft:
De behandeling of de vervanging van de metalen onderdelen van de binnengewelven en de voorbereiding van de ondergrond, met inbegrip van de stutten, de bescherming voor de belendende delen, alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
Technische voorschriften:
- hetzij de vervanging door gelijkaardige gegalvaniseerde delen met een verfsysteem in 2 lagen zoals hieronder
- hetzij de behandeling met het verfsysteem dat bestaat uit:
⇒ een roestwerende verf voor ijzer binnen en buiten, die vocht- en waterbestendig is, en verenigbaar met de reeds aangebrachte roestwerende verflagen overeenkomstig hoofdstuk 27.
⇒ een loodwitvrije bepleistering van het lakemulsietype voor binnen op de ijzeren steunen. Bindmiddel op basis van speciale oliën. Overschilderbaar en droog schuurbaar na ca. 12 uur.
⇒ een krasvaste en harde satijnlak op basis van tixotrope luchtdrogende alkydeharsen.
- Pigment: titaanwit en/of hoogwaardige kleurstoffen + matteringsmiddelen.
- Glansgraad: te bepalen door de leidende ambtenaar
- Kleur: te bepalen door de leidende ambtenaar
- Vastestofgehalte: minimum 60%
- Dichtheid: minimum 1,15 gr/cm3
Uitvoering:
REFERENTIENORMEN
NBN EN ISO 8502 - VOORBEHANDELING VAN STAAL VOOR HET AANBRENGEN VAN VERVEN EN AANVERWANTE PRODUCTEN - BEPROEVINGEN VOOR DE BEOORDELING VAN DE OPPERVLAKTEREINHEID - DEEL 1-6 (1999)
NBN EN ISO 8503 - VOORBEREIDING VAN STAALOPPERVLAKKEN VOOR HET AANBRENGEN VAN VERVEN EN AANVERWANTE PRODUCTEN - RUWHEIDSEIGENSCHAPPEN VAN GESTRAALDE STAALOPPERVLAKKEN - DEEL 1-4 (1995)
NBN EN ISO 11124 - VOORBEREIDING VAN STAALOPPERVLAKKEN VOOR HET AANBRENGEN VAN VERVEN EN AANVERWANTE PRODUCTEN - SPECIFICATIES VOOR METALLISCHE STRAALMIDDELEN - DEEL 1-4 (1997)
NBN EN ISO 11125 - VOORBEREIDING VAN STAALOPPERVLAKKEN VOOR HET AANBRENGEN VAN VERVEN EN AANVERWANTE PRODUCTEN - BEPROEVINGSMETHODEN VOOR METALLIEKE SCHUURMIDDELEN VOOR STRALEN - DEEL
1-7 (1997)
NBN EN ISO 11126 - VOORBEREIDING VAN STAALOPPERVLAKKEN VOOR HET AANBRENGEN VAN VERVEN EN AANVERWANTE PRODUCTEN - SPECIFICATIES VOOR NIET-METALLISCHE STRAALMIDDELEN - DEEL 1-8 (1997)
NBN EN ISO 11127 - VOORBEREIDING VAN STAALOPPERVLAKKEN VOOR HET AANBRENGEN VAN VERVEN EN AANVERWANTE PRODUCTEN - BEPROEVINGSMETHODEN VOOR NIET-METALLISCHE STRAALMIDDELEN - DEEL 1-7 (1997)
Voorbereiding van het oppervlak:
De eventueel aanwezige verflagen en/of roestvlekken worden grondig verwijderd met aangepaste middelen. Vervolgens wordt een grondlaag aangebracht bestaande uit roestwerende hechtingslagen. Na droging moet het geheel indien nodig worden bijgeplamuurd, waarna het wordt opgeschuurd met fijn schuurpapier en overschilderd met twee lagen krasvaste satijnglanslak, goed dekkend en gelijkmatig aangebracht. Tussen twee lagen moet minimaal 16 uur droogtijd worden aangehouden.
Uit te voeren controle:
Controle van de goede uitvoering van het werk.
2.25 - NIEUWE MUURDEKSTENEN EN VERHOGING/HERSTELLING METSELWERK VAN XXXXX ONDER TE HERSTELLEN MUURDEKSTENEN
Betreft:
De uitvoering van nieuw metselwerk of de verhoging/herstelling onder de nieuwe muurdekstenen en de levering, het leggen en plaatsen van nieuwe muurdekstenen op de gemene muren, met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
Omvat:
- De uitvoering van nieuw metselwerk of herstellingen van het metselwerk onder de nieuwe muurdekstenen.
- De levering en de plaatsing van muurdekstenen, bestemd voor het afdekken van opstaande buitenmuren, ter hoogte van platte daken en/of van massieve buitenmuren, met inbegrip van:
- de voorbereiding van het draagvlak;
- de levering en de voorbereiding van de materialen, en meer bepaald: de muurafdekelementen (met inbegrip van hoeken, eindpunten en aansluitingen), de eventuele verbindingselementen met de andere bouwelementen (b.v. ankers, doken, …), de dichtingsmaterialen;
- de eigenlijke plaatsing van de muurafdekelementen, met inbegrip van alle verankerings-, en bevestigingstoebehoren;
- de aansluiting en voegafwerkingen t.o.v. muren en dakranden.
Technische voorschriften:
- De dekstenen zijn vorstbestendig en vrij van gebreken die afbreuk kunnen doen aan hun duurzaamheid. Ze zijn vrij van steenkorsten of aarde en van onzuiverheden zoals vet-, olie- of roestvlekken, ...
- Ze zijn voorzien van een druipgroef in de afvloeirichting.
- De zichtvlakken zijn gaaf en vrij van rand- of hoekbeschadigingen. Uitvoering:
REFERENTIENORMEN:
NBN B 24-301 - Ontwerpen en berekening van metselwerk + erratum (1980) NBN B 24-401 - Uitvoering van metselwerk (1981)
STS 22 - Metselwerk voor laagbouw (1987)
TV 191 - Het platte dak, aansluitingen en afwerking (WTCB, 1994) (met name § 6.4.2. Muurkappen en dekstenen)
- Alle elementen van de muurafdekking die een geheel vormen, worden tezelfdertijd opgetrokken.
- De aannemer zal erop toezien dat de visuele belijning van de elementen, de voegen en de bevestigingen met de meest esthetische zorg uitgevoerd wordt. De elementen van de muurafdekking moeten in een rechte (of gebogen) lijn, vlak en horizontaal worden gelegd,
- Ze rusten op een vol mortelbed. De voegen moeten gelijkmatig en rechtlijnig zijn.
- De muurconstructie moet voldoende sterk en dik zijn om de verankeringselementen van de afdekelementen duurzaam te kunnen bevestigen, ten overstaan van de krachten waaraan ze kunnen worden onderworpen (afrukking, buiging, afschuiving). Voor de controleproeven en de technische karakteristieken wordt verwezen naar de methoden beschreven in TV 146 (WTCB, 1983) en de normen NBN B 15-223 (1990) en NBN B 15-203 (1990).
Uit te voeren controle:
Controle van de goede uitvoering van het werk.
2.26 – NIEUWE DEURDORPELS IN ARDUIN
Betreft:
Levering, plaatsing en uitvoering van de nieuwe deurdorpels voor ramen 1, 2, 12 en de opening met de houten zijbekleding, met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van een nieuwe dorpel in arduin, stuk van 7 cm dik in blauwe steen voor de uitvoering van de deurdorpels.
Met inbegrip van de opmeting voor de bestelling, de opvoeging, het afdichtingsmembraan, alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz., ongeacht de dikte van de muur.
Technische voorschriften:
- 'petit granit' voldoet aan de kwalificaties van STS 45, deel II, index 09.10: Algemeen en 09.12.3: Petit granit. De steen is van categorie B
- uitvoering volgens detailtekening en prijslijst te verstrekken door de aannemer
- type met gebroken kanten
- de steen is voorzien van een gootlijst, de bovenkanten zijn gezoet, de zichtbare en bedekte zijkanten zijn mechanisch gefrijnd, de andere kanten zijn ruw gezaagd.
- de dorpels zijn over de hele lengte voorzien van een opstand (onder het raam) van 2 cm + een lichte helling.
- de dorpels worden tussen de dagkanten gelegd en steken 5 cm uit het gevelvlak.
- met inbegrip van aanwerking, levering, arbeidskrachten, uitvoeringsmiddelen en alle kosten.
Uitvoering:
- de dorpels worden vol en zat in de mortel gelegd, met een waterdichte voeg volgens norm XXX X00-000, met opstand aan de binnenkant. Deze opstand sluit aan op het dampscherm dat voorzien is ter hoogte van de ramen.
- plaatsing op regelbare spie
- tolerantie op horizontaliteit: maximum 2 mm/m
Uit te voeren controle:
- goedkeuring van fabricagelijst en van de plaatsingsdetails voorafgaand aan de bestelling
- voorlopige technische oplevering van de stenen en controle van de plaatsing
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
2.27 – NIEUWE BUITENBESTRATING
Betreft:
Levering, plaatsing en uitvoering van de nieuwe bestrating met gebogen en rechte kantstenen en onderlagen, met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
Omvat:
Het tracé van het langsprofiel wordt op het terrein uitgezet met behulp van topografische precisie-instrumenten. De voorgeschreven niveaus worden aangeduid op paaltjes die stevig buiten het baanbed zijn vastgezet met een maximale tussenafstand van 50 m, zodat een langsprofiel wordt verkregen dat exact parallel loopt met het profiel van de uit te voeren wegverharding. In de bochten worden de paaltjes dichter bij elkaar opgesteld zodat het voorgeschreven profiel nauwkeurig wordt gevolgd.
Technische voorschriften:
Het legverband is identiek als op het plan, met inbegrip van de randstenen en de andere bijbehorende prefabonderdelen (halve stenen, kapel, bisschopsmuts, ...) die verplicht zijn.
Uitvoering:
- De toegelaten afwijking op het afgewerkte niveau van de fundering bedraagt +/- 1 cm ten opzichte van het niveau op het plan.
- Het legbed heeft een gelijkmatige dikte van 3 cm na verdichting.
- Het legbed is van zandcement.
- Alle legwerken moeten worden uitgevoerd binnen drie uur na de fabricage van het gestabiliseerd zand en in elk geval voor het mengsel begint te verharden.
- Het gebruik van zandcement is verboden wanneer de temperatuur onder thermometerhut, gemeten op 1,5 meter boven de grond, lager is dan of gelijk aan 1 °C om 8 uur 's morgens of dan -3 °C 's nachts.
- De eerste 7 dagen is vrachtverkeer (+ 3,5 ton) op de straatstenen verboden.
- De straatstenen worden in het voorgeschreven verband gelegd en volgens de techniek van de smalle voegen, m.a.w. 'rand tegen rand'. De straatstenen worden vanaf de boordstenen gelegd, door overlangs hele en/of speciale stenen te leggen. De voegen mogen niet breder zijn dan 3 mm.
- Op plekken waar geen hele stenen, halve of speciale stenen kunnen worden gelegd, moeten de stenen worden gezaagd (en niet machinaal gehouwen of gebroken). Stenen met gebroken randen worden geweigerd.
- De gezaagde stenen mogen niet kleiner zijn dan een halve steen. Indien nodig wordt ook de aangrenzende steen gezaagd.
- De stenen worden vastgelegd door verdichting met trilplaten met rubberen bodemplaat, gewoonlijk te beginnen van de kant tot het midden van de verharding.
- De stenen worden zo gelegd dat hun niveau, na verdichting, 5 tot 10 mm boven de lineaire kantopsluitingen uitsteekt.
- Rond speciale punten (inspectieputten, straatkolken, roosters ...) worden hele en/of speciale stenen gelegd, ofwel wordt er microbeton van hoge kwaliteit gegoten. Langs de elementen die de buitenrand van de verharding vormen, wordt microbeton van hoge kwaliteit gegoten, met een breedte van niet meer dan 3 cm.
- Nadat de verharding enkele keren met de trilplaat is behandeld, worden de voegen gedicht met droog vulzand dat door borstelen over de oppervlakte wordt verspreid en ingeveegd.
- Het trillen wordt voortgezet tot alle voegen gevuld zijn en de stenen niet meer bewegen.
- Indien nodig wordt de verharding natgespoten om het zand beter in de voegen te laten doordringen.
- Stenen die barsten of afgesprongen randen vertonen, moeten worden vervangen.
- Na deze werken moeten de voegen tussen de stenen volledig gevuld zijn met nieuw zand en moeten de stenen onbeweeglijk blijven onder een horizontale belasting. Indien dit resultaat niet wordt bereikt, moeten de bovenvermelde opeenvolgende handelingen (uitspreiden van een laag droog zand, natmaken, borstelen en verdichten) worden herhaald tot dit wel het geval is.
- In het geval van een verharding waarop auto's zullen rijden, wordt de verdichting nog aangevuld, nadat alle bovenvermelde werken zijn uitgevoerd, door er langzaam met een bandenwals met een massa van minimum 10 ton over te rijden.
- Verkeer is pas toegelaten nadat alle bovenvermelde handelingen zijn uitgevoerd. Voordat het verkeer weer wordt toegelaten, wordt de bestrating bedekt met fijn zand.
SAMENSTELLING VAN EEN MICROBETON | |
(Manuele uitvoering - verdichting met de trilnaald) In kg droge materialen voor +/- 1 m³ Gebroken porfiersteen, zandsteen of grind 2/7 1050 - 4/7 - 1000 |
Rivierzand
0/2
700
-
0/5
-
450
750
Cement CEM I of CEM III/A - 42,5 - LA
Totaal water (W/C < 0,45) met plastificeermiddel of superplastificeermiddel
TOTAAL
200
2400
In kg droge materialen voor +/- 1 m³ | ||||
Gebroken porfiersteen, zandsteen of grind | 2/7 | 1050 | - | |
4/7 | - | 1000 | ||
Rivierzand | 0/2 | 700 | - | |
0/5 | - | 750 | ||
Cement CEM I of CEM III/A - 42,5 - LA | 450 | |||
Totaal water (W/C < 0,45) met plastificeermiddel of superplastificeermiddel | 200 | |||
TOTAAL | 2400 |
***************
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 3: BUITENSCHRIJNWERK
3.1 – NIEUW BUITENSCHRIJNWERK - ALGEMEEN Betreft:
Alle buitenschrijnwerk (deuren en vensters), evenals de bekleding in vol hout + van raam 6 + van raam 12. OPGELET: het opengaand bovenraam van raam 2 moet worden uitgerust met een openingsmechanisme op manshoogte (+/- 1,50 m boven afgewerkt vloerniveau)
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van het buitenschrijnwerk. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
De werken worden bepaald door de plannen van het aanbestedingsdossier, ofwel door de opgave en de specifieke beschrijving van de af te breken delen, ofwel door de opgave van de verbouwingen die, om te kunnen worden uitgevoerd, een afbraak vereisen.
Technische voorschriften:
De aannemer voert de afbraak- en demontagewerkzaamheden dus zorgvuldig uit en zorgt ervoor dat de delen die bewaard moeten blijven of die niet onder de werkzaamheden vallen (met name de delen rond de te demonteren vensterramen) niet beschadigd raken.
De aannemer is aansprakelijk voor de schade die naar aanleiding van of ten gevolge van zijn aanneming wordt veroorzaakt. Deze schade dient op zijn kosten met identieke materialen te worden hersteld, en dit vóór de voorlopige oplevering.
Indien de aannemer voor zijn werkzaamheden uitsparingen moet maken of schade moet aanbrengen aan het gebouw, wordt hij ertoe gehouden alle beschadigingen te herstellen die voor zijn aanneming zijn gemaakt.
De prijs van demontagewerkzaamheden die veroorzaakt worden door de slechte staat van bepaalde elementen, dient verdisconteerd te worden in de eenheidsprijzen van de vervangingsonderdelen.
De werken moeten voldoen aan STS 52 en NBN B16 en NBN B 25.
In deze werkzaamheden zijn inbegrepen:
- de uitvoeringsplannen en de op werf uitgevoerde metingen. Ze moeten aan de leidende ambtenaar worden voorgelegd voordat met de fabricage wordt gestart,
- het geheel van alle onderdelen van de samenstelling van de ramen,
- de beschermende en bewarende behandeling volgens de hieronder vermelde eisen,
- de plaatsing van nieuwe houten ramen (merbau) die identiek zijn aan de vorige,type met driedubbele aanslag, met isolerend dubbel glas met isolatiecoëfficiënt 1.1 en uitgerust met ventilatieroosters van het type Renson of gelijkaardig, voor verluchting van de klaslokalen, boven het glaswerk;
- de warmte-isolatie wordt doorgetrokken rond de nieuwe ramen, ter hoogte van de aansluiting op het bestaande metselwerk (volledige opvulling van de spouw), en met een afdichtingsmembraan tussen het isolatiemateriaal en de bestaande muur. Het doel hiervan is de continuïteit van de isolatie te garanderen en thermische bruggen ter hoogte van de aansluitingen op het verticale metselwerk te vermijden. De isolatie moet goed worden
geplaatst tot tegen het nieuwe raam, zonder opening tussen het nieuwe houten raam en het isolatiemateriaal. Om dit te bereiken dient de aannemer een opvulisolatie te plaatsen;
- de opvulelementen: glaswerk, platen, houten planken, ventilatieroosters, enz.
- het volledige hang- en sluitwerk: materialen voor ophanging, sluiting, hantering enz., dit alles in perfecte staat van werking,
- de plaatsing van alle onderdelen, de afstelling en bevestiging ervan, de afwerkingsregelingen zijn voorzien na de voltooiing van alle werken,
- de bescherming van de bouwwerken die in uitvoering zijn,
- alle afdichtingsvoegen voor lucht en water,
- de aansluitingen aan binnen- en buitenkant,
- het herstel in oorspronkelijke staat of de vervanging door gelijkaardige onderdelen van de vensterbanken en alle dagstukken van vensters en deuren (m.a.w.: alle werken van bepleistering, betegeling of schrijnwerk die nodig zijn om de dagkanten te herstellen nadat het nieuwe schrijnwerk is geplaatst),
- de sluiting van de openingen door plaatsing van een voorlopig vensterraam gedurende de fabricage of de restauratie van het schrijnwerk, indien nodig,
- het schilderen van de deuren in de werkplaats en van de bovenramen/vaste delen ter plaatse.
Het hout dat wordt gebruikt voor de ramen moet een beschermende behandeling krijgen volgens procedé C1. De aannemer dient het behandelingscertificaat van het behandelingsstation te verstrekken, met identificatie.
De werken moeten worden uitgevoerd volgens de voorschriften van STS 52.0 en STS 52.1. De aannemer deelt de plaats en de afmetingen van de bevestigingsystemen van de ramen mee aan de leidende ambtenaar.
De ramen worden loodrecht en waterpas geplaatst in de as van de opening. Opspieïng en vastzetting zorgen voor een voldoende stabiliteit, en laten toch nog uitzetting toe.
3.2 – NIEUW BUITENSCHRIJNWERK Betreft:
Alle buitenschrijnwerk (deuren en vensters), met inbegrip van de tekst "Les écuries" die moet worden vermeld op het bovenraam van de vensterdeur, alsook de bekleding in vol hout + van raam 6 + van raam 12. OPGELET: het opengaand bovenraam van raam 2 moet worden uitgerust met een openingsmechanisme op manshoogte (+/- 1,50 m boven afgewerkt vloerniveau)
Technische voorschriften:
Zie voorschrift nr. 6489: "Houten buitenschrijnwerk, vensters met dubbele isolerende beglazing" van verwijzingsbestek 901 F van de Regie der Gebouwen.
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van alle buitenschrijnwerk. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, het schilderen in de werkplaats, enz.
- de houten vensters met vaste of bewegende ramen voldoen aan STS 52.0 "Buitenschrijnwerk: algemene voorschriften";
- het raamwerk en het kozijn zijn uitgevoerd in Meranti - dichtheid +/- 550 kg/m³. Dit hout moet een constante vochtigheid hebben tussen 12 en 18%. Het merantihout wordt kwartiergezaagd, behalve voor de geprofileerde stukken zoals de waterlijsten en de grote onderdorpels van de vensters waarvoor het vals kwartier wordt gebruikt om de jaarringen te doen samenvallen met de buitenwelving van deze onderdelen;
- raamwerk en kozijn zijn van het type met driedubbele aanslag;
- de doorsnede van de profielen hangt af van de afmetingen van het raamwerk, maar bedraagt minimum +/- 57 x 68 mm met twee decompressiekamers waarvan er een is
uitgevoerd met een ingewerkte strip in een synthetisch materiaal die een doorlopende afdichting vormt;
- de profielvorm van de onderregels van de ramen is verplicht met drainering en ventilatie;
- een slaglijst in de grote onderdorpel waarop de oorspronkelijke vensterbank kan komen, of een nieuwe, gelijkaardige vensterbank indien nodig;
- de assemblages dienen te gebeuren met dubbele open pen- en gatverbinding en worden uitsluitend uitgevoerd met lijm van kwaliteit 72/100 overeenkomstig punt 04.50.4. van STS 52;
- de pennen die worden gebruikt voor bepaalde verbindingen zijn van metaal, duurzaam, gedreven en gekit;
- de grote onderdorpel wordt in de as van de decompressiekamer uitgerust met pengaten om het water naar buiten af te voeren;
- het hout moet worden beschermd volgens procedé C1 van punt 52.04.8 van STS 52. De lucht- en waterdoorlatendheid van het schrijnwerk is PA3 en PE4 rekening houdend met een mechanische windvastheid PV2 volgens punt 52.04.21 van STS. 52.0. "Buitenschrijnwerk: algemene voorschriften";
- het hang- en sluitwerk voor elk type van vleugel en de detailplannen voor uitvoering van het raamwerk moeten tegelijkertijd ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar;
- dit hang- en sluitwerk is met stangen in gebichromateerd verzinkt staal, ingewerkt, in drie richtingen regelbaar. Deze regelpunten moeten voor de helft zijn uitgevoerd bij de levering van de ramen, zodat later nog correcties mogelijk zijn;
- het hang- en sluitwerk moet op alle vlakken voldoen aan voorschrift 6489 van verwijzingsbestek 901 F waarvan sprake in dit artikel, en dit naargelang van de kenmerken van de ramen op het plan; bedieningshefbomen aan de binnenkant, rozet en paumellen van de opendraaiende ramen in aluminium in een kleur en een model die ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar;
- het glaswerk is dubbel, superisolerend en helder.Dubbel inbraakwerend glas buitenkant 3/3/3/15/6. Eigenschappen: lichttransmissie minstens 70%
lichtreflectie maximum 15% zontoetredingsfactor van +/- 40%
de warmtedoorgangscoëfficiënt is 1,1 W/m²K.
- het helder glaswerk is van het type 1B1 (gelaagd met min. 2 PVB) volgens STS 38. De dikte van het glas is minimaal 6 mm met een toelaatbare afwijking van +/- 0,3 mm. Deze dikte varieert afhankelijk van de situatie (zie punt 38.02 van STS 38). De lucht- of gasspouw is minimaal 12 mm dik, de k-waarde mag niet hoger zijn dan 1,1 W/m² Kelvin;
- het glaswerk moet op alle vlakken (waaronder gelaagdheid, enz.) voldoen aan norm XXX X00-000 en STS 38-0;
- het veiligheidsglas draagt een onuitwisbare markering van de fabrikant en de nummers van de uitgevoerde tests, en van het certificaat van technische goedkeuring ATG voor de samenstelling en de prestaties in kwestie;
- het nieuwe buitenschrijnwerk (dus raamwerk en glas) = 2 W/m2 K;
- in de bovenste delen van het raamwerk zitten zelfregelende klepventilatieroosters met thermische onderbreking in gelakt aluminium 20 micron. Kleur en model ter goedkeuring voor te leggen aan de leidende ambtenaar. De ventilatieroosters zijn voorzien van een roestvrij muggengaas en afdichtende lamellen;
- Het voegen van de beglazing gebeurt volgens punt 38.04 van STS 38 en mag niet worden uitgevoerd vóór de oplevering door de leidende ambtenaar van de opspieïng van het glaswerk en de afwatering van de onderste sponning;
- dit voegwerk wordt met een tweetrapsvoeg uitgevoerd. De keuze van stopverf wordt gemaakt op basis van punt 38.24.12 van STS 38 (stedelijk gebied). De houten latten zijn van hetzelfde hout als het raamwerk, aan de binnenkant geplaatst en in verstek volgens het
A.B.P.B. (Algemeen bestek voor private bouwwerken), (bundel 20) punt 20.44;
- de berekeningsnota's worden ter goedkeuring voorgelegd aan de leidende ambtenaar volgens punt 52.04.1 van STS 52.0. "Buitenschrijnwerk: algemene voorschriften";
- de plaatsing van het vensterschrijnwerk volgens punt 52.07.1 van STS 52.0 "buitenschrijnwerk - algemene voorschriften";
- de afdichtingsvoeg tussen het schrijnwerk en de ruwbouw in multiform opencellig polyurethaan, volledig gedrenkt in bitumen. Deze voeg is verenigbaar met de afdichtingskit en de houten profielen. De kleur moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar. De breedte van de voeg (= de vuldiepte van de voeg) is minstens 10 mm;
Het schrijnwerk wordt in de werkplaats of in de fabriek volledig geschilderd aan binnen- en buitenkant (zie voorschriften in het bijzonder bestek).
De prijs van deze schilderwerken en alle toebehoren voor vensters die worden beschreven in dit artikel zijn inbegrepen in het hoofdstuk "Schilderwerken".
Het schrijnwerk moet afgewerkt op de bouwplaats worden geleverd, waar het een laatste beschermende of afwerkingslaag krijgt (twee lagen indien de afwerking werd beschadigd).
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
3.3 – NIEUW BUITENSCHRIJNWERK - SCHILDERWERKEN Betreft:
Alle buitenschrijnwerk (deuren en vensters).
Technische voorschriften:
- Algemeen:
- Het zorgvuldig aanbrengen van de hechtlaag, de grondlaag en de deklaag die worden voorgeschreven in het
- bijzonder bestek en door de fabrikant; conform artikel "schilderen van het
- nieuwe buitenschrijnwerk" van dit bijzonder bestek.
- De zorgvuldige verwijdering van plakband, de schoonmaak van vlekken of
- verfspatten en de verwijdering van alle afval dat voortkomt uit de werken, ...;
- De bescherming van de geschilderde oppervlakken tot de voorlopige oplevering; het eventuele aanbrengen
- van kleine retouches.
De kleur moet worden bepaald door de leidende ambtenaar.
- Kwaliteit van de producten:
De producten moeten voldoen aan de proeven en controles die worden bepaald in index 07: Verven en vernissen, metalliseren van typebestek 104. Ze zijn conform de bovenvermelde index en de Leidraad voor de goede uitvoering van schilderwerken van het WTCB (TV 159). De producten moeten gebruiksklaar worden geleverd in hermetisch gesloten potten.
Op de bouwplaats mogen geen producten worden toegevoegd, behalve met de formele goedkeuring van de leidende ambtenaar.
Alle verpakkingen zijn nieuw en voorzien van een zorgvuldig aangebracht etiket dat de volgende informatie draagt: naam van de fabrikant of van de fabriek waar het product werd vervaardigd
referentiemerk van het product dat in de pot zit type van verf, waterafstotend of antigraffiti fabricagedatum en uiterste gebruiksdatum productinhoud
de wettelijk verplichte vermeldingen over de aanwezigheid van toxische of gevaarlijke producten
Verpakkingen zonder het hierboven beschreven reglementaire etiket mogen niet op de bouwplaats worden gebracht.
- Toepassing:
Voordat de verf en de beschermingsproducten worden aangebracht, moet de ondergrond droog en schoon zijn.
Bovendien mag geen enkele verflaag worden aangebracht voordat de vorige voldoende droog is en werd ontkorreld en opgeschuurd met schuurpapier (schrijnwerk).
- Duurzaamheidsgarantie:
De aannemer wordt ertoe gehouden alle schilderwerk of delen daarvan die binnen een periode van 12 maanden na de voorlopige oplevering de volgende gebreken vertonen, af te krabben en opnieuw aan te brengen: blaasvorming, afbladdering of afpellen, scheurvorming tot op de draagvloer, duidelijke verkleuringen.
Dit geldt ook voor verf die vóór het einde van de derde maand na het aanbrengen ervan in behoorlijke mate begint af te poederen.
- Kleuren en schakeringen;
De aannemer legt de kleurenkaart voor. Het staat de leidende ambtenaar evenwel vrij een kleur te kiezen die niet op de kleurenkaart staat.
De kleur mag uitsluitend samengesteld worden uit een mengsel van verven van hetzelfde merk waarvan de fabrikant verklaard heeft dat ze mengbaar zijn of door toevoeging van pigmentpasta's van het merk van de fabrikant van de verf. Deze fabrikant moet verklaard hebben dat de verf en pigmentpasta's mengbaar zijn.
De toevoeging van andere pigmenten of kleurstoffen is verboden. De opeenvolgende lagen worden aangebracht met een licht kleurverschil tussen de lagen.
De aannemer dient ter plaatse de verschillende stalen aan te brengen die de leidende ambtenaar vraagt.
- Verf:
Uitvoering:
Na het schuren en stofvrij maken van het schrijnwerk;
🡪I - Aanbrengen van twee lagen van een weersbestendige, sneldrogende en vochtregulerende grond- en tussenlaag. Nadat deze lagen zijn aangebracht, moet het oppervlak worden geschuurd.
Samenstelling:
Het product bevat 23 % glyceroftaalhars die 54-55% drogende olie bevat en 53% pigment dat minimum 64% titaandioxide van het type rutiel bevat.
Het bindmiddel mag geen andere hars bevatten dan glyceroftaal en moet vrij zijn van colofonium en colofoniumderivaten.
De verf mag geen lithopoon of zinkwit bevatten.
Eigenschappen:
• Maalfijnheid: 4,5 tot 5,5 volgens Xxxxxx.
• Verbruik van +/- 13 m² / liter / laag.
• Droogtijd 3,5 uur bij 20 °C stofvrij.
• Viscositeit 140 tot 180 seconden met viscositeitsbeker Ford nr. 4.
• AFNOR-classificatie: familie I, klasse 4a.
De coating moet perfect waterdicht zijn de dag nadat hij is aangebracht.
Prestaties:
Een coating die wordt aangebracht met een vochtige dikte van 50 micron moet, na 7 dagen droogtijd bij 20 °C, voldoen aan de volgende proeve n:
• Persoz-hardheid: duur slingerdempingsproef langer dan 170 seconden.
• Soepelheid: coating aangebracht op een plaat van 0,3 mm dik.
a) Xxxxxxxx: geen barsten bij een indeuking van minimum 7 mm.
b) Drevel: geen scheuren na buigproef over een hoek van 180°en een dreveldiameter van 3 mm.
c) Hechting: de op glas aangebrachte coating moet voldoen aan de cross-cut-test.
Na 6 maanden bewaring mag het product geen vellen of moeilijk verdunbaar bezinksel bevatten.
🡪II - Aanbrengen van twee deklagen met schuren tussen de twee lagen.
De deklagen worden uitgevoerd met een weersbestendige glanzende alkydlak met een hoog dekvermogen.
De kleur wordt op de werf gekozen door de leidende ambtenaar.
Samenstelling:
• +/- 39% gemodificeerde alkydhars met minimum 62% drogende oliën.
• +/- 32% titaandioxide (type rutiel)
• +/- 29% organische solventen.
De verf is vrij van verzwaringsmiddelen en van colofonium en colofoniumderivaten.
Eigenschappen:
• Minimum droog extract in gewicht: 71%
• Viscositeit: 90-120 seconden met viscositeitsbeker Ford nr. 4 bij 20 °C.
• Dichtheid: 1,24 +/_ 0,05 bij 20 °C (wit en pastelk leuren)
• Maalfijnheid: 7 tot 8 volgens Xxxxxx.
• Droogtijd: 4 tot 6 u.
• Verbruik: 15 m²/liter.
• Verdunningsmiddel: white spirit voor borstels of thinner-22 voor pistolen.
Prestaties:
Een coating die wordt aangebracht met een vochtige dikte van 50 micron moet, na 7 dagen droogtijd bij 20 °C en 60 % RV, voldoen aan de volg ende proeven:
• Persoz-hardheid: duur slingerdempingsproef langer dan 120 seconden.
• Soepelheid: coating aangebracht op een plaat van 0,3 mm dik.
a) Xxxxxxxx: geen barsten bij een indeuking van minimum 7 mm.
b) Drevel: geen scheuren na buigproef over een hoek van 180°en een dreveldiameter van 3 mm.
c) Hechting: perfecte weerstand bij ruitjestest.
Na twaalf maanden bewaring in de gesloten originele verpakking in een koele, droge en goed verluchte ruimte, mag het product geen vellen of moeilijk verdunbaar bezinksel vertonen.
- Gebreken:
Wanneer het product een of meer van de volgende gebreken vertoont in de loop van de garantieperiode van 12 maanden na de voorlopige oplevering, dient de aannemer op zijn kosten de nodige herstellingen uit te voeren. Indien nodig moet de verf worden verwijderd en moeten de werken worden herbegonnen. Voor de herstelde of gerestaureerde werken gaat dan een nieuwe garantieperiode in.
- Blaasvorming: bij aanwezigheid van ingesloten vocht (of uitzonderlijk van een vluchtig product) kunnen zich blaasjes vormen onder de verflaag. Door temperatuurschommelingen heft de waterdamp de coating op die wordt gevormd door de verflaag, waardoor blazen, zwellingen of bellen ontstaan.
- Barsten: barsten vormen een onderbreking in de verfcoating, die tot stand komt op het ondergrondoppervlak, waarbij de verf niet loskomt. Barstvorming kan onder andere te wijten
zijn aan een ontoereikende soepelheid van de coating, aan een slechte verhouding tussen de soepelheid van de verschillende lagen, aan een onvoldoende droging van de onderlagen, aan een verweking van de oude lagen of onderlagen door de inwerking van een te actief solvent in de laatst aangebrachte laag.
- Afschilfering: afschilfering is gewoonlijk toe te schrijven aan een gebrek aan soepelheid en/of hechting van de verflaag. Deze scheurt en komt los in schijven of strookjes doordat hij de veranderingen van de ondergrond niet kan volgen. Verf die op hout is aangebracht, schilfert gewoonlijk af volgens het draadverloop van het hout. Verf kan ook gaan afschilferen ten gevolge van opzwellen en uitdrogen.
- Verkleuring: verkleuring kan worden veroorzaakt door een chemische reactie met de ondergrond of de eerder aangebrachte lagen, door de afscheiding van hars door de ondergrond wanneer de hiervoor getroffen voorzorgsmaatregelen niet volstaan, doordat het pigment onvoldoende bestand is tegen zonlicht, door schimmels, enz. Men spreekt over een afgetekende verkleuring wanneer deze het algemene uitzicht van het geheel schaadt: ofwel doordat het schilderwerk er vuil uitziet, ofwel omdat het gebrek in het oog springt door het contrast met de niet-verkleurde delen van het werk of met de andere verven of materialen in dezelfde kleur, ofwel omdat de verkleuring van dien aard is dat het door de leidende ambtenaar gewenste kleureffect niet wordt bereikt, ofwel omdat deze verkleuring mettertijd nog scherper tot uiting komt.
- Afpoederen: afpoederen of krijten is een verschijnsel waarbij de coating verweert en verandert in een fijn los poeder dat door wrijven kan worden verwijderd. Sommige verfsoorten op basis van titaanoxide krijten lichtjes zonder dat daaraan een ernstig nadeel verbonden is. Wanneer de verf in sterke mate afpoedert, is dit een bewijs dat de verwering van de coating reeds een vergevorderd stadium heeft bereikt.
- Haarscheurvorming: het betreft het ontstaan van oppervlakkige scheurtjes in de verflaag. Eerst ontstaan microscopische scheuren die daarna meer afgetekend worden en met het blote oog kunnen worden waargenomen. In tegenstelling tot barsten is aan het ontstaan van haarscheuren dikwijls geen ander nadeel verbonden dan op het gebied van het uitzicht van de verf. Microscopische barsten worden haarscheuren of craquelures genoemd, terwijl aan een groter gebarsten oppervlak de naam craquelé wordt gegeven.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
***************
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 4: SCHEIDSWANDEN
4.1 - SCHEIDSWANDEN IN GIPSPLATEN + PLEISTERWERK
Betreft:
De uitvoering van vochtbestendige scheidswanden.
- scheidswanden met verhoogde vochtweerstand (RH): luchtsluis en voorraadlokalen.
Technische voorschriften:
- de platen voldoen aan de voorschriften van index 09.10 van typebestek 104, bestaan uit gips waarvan de twee zijden bekleed zijn met stevig karton en behoren tot klasse A volgens NBN S 21-203;
- ze zijn van type B volgens index 09.10.1.2 van typebestek 104 (niet bestemd om te bepleisteren) met een hogere vochtbestendigheid door een aangepast kernmateriaal. De langskanten zijn afgeschuind; dikte: 15 mm;
- de metalen draagsteunen voldoen aan de voorschriften van index 09.10.8.511.1 en 09.10.8.511.5 van typebestek 104. In de verticale profielen moeten openingen worden voorzien voor de doorvoer van elektriciteitsleidingen. De afmetingen van de profielen moeten afgestemd zijn op de hoogte van de wand volgens de richtlijnen van de fabrikant;
- in de wand wordt een isolatieplaat in minerale vezels geplaatst. Deze plaat beantwoordt aan STS 08.82.5 type TS, gebonden door impregnatie met gepolymeriseerde harsen;
- het warmtegeleidend vermogen bedraagt maximum 0,034 W/mk bij 10 °C (volgens NBN B62-201) voor de standaardscheidswanden en met een zeer hoge akoestische isolatie voor bepaalde scheidswanden;
- de volumemassa van de plaat bedraagt minstens 16 kg/m3 in het geval van glaswol en minstens 30 kg/m3 in het geval van rotswol;
- de isolatieplaat is onontvlambaar: ze behoort tot klasse A1 volgens NBN S 21-203;
- dikte van de isolatieplaat: minimum 50 mm.
Uitvoering:
- de metalen draagsteunen worden aan de ruwbouw bevestigd met behulp van roestvrije bevestigingsmiddelen en een mastiek of een dichtingsstrip. De wand wordt van vloer tot vloer uitgevoerd;
- de aannemer dient rekening te houden met de mogelijkheid dat er al nutsleidingen aan het plafond bevestigd zijn, wat inhoudt dat de bevestiging van de keper aan het plafond moet worden aangepast;
- enkele platen of dubbele platen (voor de akoestische scheidswanden) worden aan weerszijden van het geraamte geplaatst. De platen moeten in quincunx-verband worden vastgeschroefd;
- de aannemer voorziet in de noodzakelijke verstevigingen of sterkere profielen volgens de richtlijnen van de fabrikant (voor extra zware of extra grote deuren en vensters, voor de ophanging van sanitaire toestellen of andere zware uitrustingen, enz.);
- op de plaatsen waar deur- of vensteromlijstingen voorzien zijn, moet een houten lat worden geplaatst aan de binnenkant van de deur- of vensteropening, met een minimale dikte van 24 mm en dezelfde breedte als de verticale metalen stijl;
- de wanden voldoen aan NBN S01-400, 2e editie, wat de criteria van de geluidsverzwakkingsindex betreft; een attest van een erkend Belgisch laboratorium moet worden geleverd, en de wand moet volledig worden geplaatst volgens de voorwaarden die zijn opgenomen in het proefverslag;
- er bestaan ook scheidswanden met een sterk geluidsisolerend vermogen, of met een hoge vochtbestendigheid voor andere lokalen.
Afwerking van de platen en de voegen:
- de platen worden geplaatst met open langsvoegen van 3 tot 4 mm breed, die bepleisterd moeten worden.
- de platen worden afgewerkt zonder zichtbare voegen (naderhand te betegelen of te schilderen);
- de voegen en binnenhoeken moeten worden afgewerkt met een voegafdekstrip en worden, net als de koppen van de schroeven of spijkers, uitgeplamuurd met behulp van een geschikt voegproduct;
- alle koppen van schroeven en spijkers worden uitgeplamuurd met behulp van een speciale voegspecie;
- op alle buitenhoeken komt een stalen beschermingsprofiel met volle afgeronde hoek en vleugels in fijn strekmetaal;
- de aannemer dient op zijn kosten alle scheurtjes te herstellen die zich eventueel voordoen voordat de garantietermijn is verstreken. Hij zal de herstellingen onmiddellijk uitvoeren.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van de werken en van de afwerking van de oppervlakken.
4.2 - TECHNISCHE KOKERS, 1 UUR BRANDWEERSTAND, 1 AFGEWERKTE KANT, VERHOOGDE VOCHTWEERSTAND, DIKTE 100 MM
Betreft:
De technische kokers van de lokalen waarop deze renovatiewerken betrekking hebben.
Omvat:
De levering en de plaatsing van de wanden overeenkomstig de vorige post, maar met dien verstande dat ze 1 uur brandweerstand moeten hebben, met inbegrip van alle onderdelen voor bevestiging van de verschillende buizen. Deze post omvat eveneens de verplaatsing en de herstelling van de vloer op het oppervlak van de koker en alle bijkomende werkzaamheden, evenals de ventilatie in het dak, de luiken en deurtjes (brandweerstand 1 uur), de ventilatie in de hogere delen (10% van de doorsnede met een minimum van 4 dm²).
Technische voorschriften:
- algemene voorschriften van de vorige post;
- dubbele gipsplaten; afwisselend geplaatst opdat de voegen van de eerste platen zouden worden bedekt door de tweede platen;
- brandweerstand (RF) 1 uur;
- 1 afgewerkte kant;
- verhoogde vochtweerstand:
Uitvoering:
- overeenkomstig de vorige post.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van de werken en van de afwerking van de oppervlakken.
******
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 5: BINNENSCHRIJNWERK
5.1 – GEWONE BINNENDEUREN – ZONDER GLAS
Betreft:
Standaard enkele binnendeuren, met omlijsting, schilderklaar. De afmetingen moeten ter plaatse worden opgemeten.
Volle deuren zonder glas: voorraadlokaal. Zolderdeurtje (RF 1h).
Omvat:
De levering en plaatsing van de deuren, met inbegrip van de omlijstingen, het hang- en sluitwerk, de ventilatieroosters aan beide zijden van het deurblad, afzagingen en verstevigingen, de verbindingen tussen de omlijstingen en de muren, voor alle diktes van muren en scheidswanden.
Technische voorschriften:
- TV 166 is van toepassing;
- openingen: afmetingen aangeduid op de plannen;
- vlakke binnendeurbladen met honingraatvormige kern van 40 mm dik; kartonnen kern, vol houten kaderwerk met versteviging voor slot, aan weerszijden bekleed met hardboard;
- voor de glazen deuren: het veiligheidsglas voldoet aan NBN S 23-002; de aannemer bepaalt de dikte van de beglazing op basis van het aantal ondersteunde zijden (2, 3 of 4), de afmetingen van de glaspartij en de windkracht die in aanmerking moet worden genomen per oppervlakte-eenheid; de aannemer dient zich te houden aan de normen van STS 38 (hoofdstuk 38.02) en verslag nr. 2 van het WTCB, rekening houdend met de vereiste veiligheidscoëfficiënt; de proefverslagen moeten worden voorgelegd in de vorm van een technische fiche; helder glas van type A, subgroep A1, keuze V;
- alle samenstellende onderdelen (panelen, hang- en sluitwerk, enz.) moeten bestand zijn tegen een intensief "collectief" gebruik;
- de zichtbare zijden van het deurblad moeten in de fabriek een perfect gladde laag grondverf krijgen zodat de dekverf er onmiddellijk op kan worden aangebracht;
- de omlijstingen en smalle lijsten moeten in meranti worden uitgevoerd; de dagstukken worden uitgevoerd in gewoon multiplexhout, met afgeschuinde kanten;
- in te werken klaviersloten, met dag- en nachtschoot;
- L-vormige deurkrukken in geborsteld aluminium, cilindervormige doorsnede; met inbegrip van rozetten en slotplaatjes met onzichtbare bevestiging in geborsteld aluminium;
- ophanging op stalen paumellen;
- horizontale roosters in gekleurd aluminium (kleur voor te leggen aan de leidende ambtenaar) van +/- 100 x 450 mm, voor een luchtdoorlaat van meer dan 1,5 dm²; elk rooster bestaat uit 2 kaders met horizontale jaloezieklepjes die met schroeven aan weerszijden van het deurblad worden gemonteerd.
- de deuren en hun toebehoren moeten worden gemonteerd volgens de voorschriften van de fabrikant en volgens de aanwijzingen op de plannen en detailtekeningen;
- de deurbladen moeten perfect loodrecht worden geplaatst. De deur mag maximum 3 mm uit het lood staan in de richting waarin de deur sluit;
- in gesloten stand is een speelruimte toegelaten van:
- maximum 2 mm tussen het deurblad en de boven- en zijkanten van het dagstuk; voor opdekdeuren wordt een speelruimte van 4 mm toegestaan;
- maximum 4 mm tussen het onderste gedeelte van het deurblad en de afgewerkte vloer; indien dorpels worden gebruikt, is de maximale speelruimte 3 mm;
- de deur moet zo worden geplaatst dat ze bestand is tegen de verschillende belastingen afhankelijk van de categorie en het type van deur:
1) de massa van de vleugel waaruit de deur bestaat;
2) de aard en de dikte van de muren of wanden van de deurnissen;
3) het aantal ophangingselementen wordt bepaald, bij gebrek aan andere specificaties, volgens de aanwijzingen van de fabrikant;
- een model van het geheel moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar.
Uitvoering:
- volgens de regels van het vak, en de deurbladen voldoen aan STS 53 (1990) - Deuren, behalve indien anders aangegeven;
- de deuren en hun samenstellende onderdelen, evenals de omlijstingen, de bevestigings-, ophangings- en bedieningsorganen moeten verenigbaar zijn met de bestemming van het lokaal waarin ze zullen worden geplaatst;
- alle samenstellende onderdelen (panelen, hang- en sluitwerk, enz.) moeten bestand zijn tegen een intensief "collectief" gebruik;
Uit te voeren controle:
- voorafgaande goedkeuring van het hang- en sluitwerk en van de kleurkeuze,
- technische oplevering van de deurbladen;
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk;
- de maximaal toegestane afwijkingen inzake de afmetingen, de haaksheid en de vlakheid worden gemeten, behoudens andersluidende bepalingen in de specifieke artikelen, volgens XXX X00-000 (1977) - Deuren - Het meten van afwijkingen van de algemene vlakheid en NBN B-25-202 (1977) - Deuren.
5.2 – DEURSTOPPEN
Betreft:
De deurstoppen (vloerbuffers) voor de binnendeur maar ook voor de 2 vleugels van de openslaande glazen deur (de deurstoppen voor deze functie worden tegen de muren geplaatst).
Omvat:
Levering en plaatsing van de deurstoppen, met inbegrip van de bevestigingen, toebehoren en alle bijkomende werkzaamheden.
Technische voorschriften en uitvoering:
- TV 166 is van toepassing;
- model in zwart rubber, centrale rozet in metaal, met schroef te bevestigen; deze moet voldoende lang zijn; schroefafdekkap;
- hoogte: 32 mm, diameter 32 mm;
- de deur moet tegen het rubber stoten;
- de plaats moet worden afgestemd op de situatie, zodat de deur en het hang- en sluitwerk niet beschadigd kunnen geraken door een ander onderdeel van het gebouw;
- alle samenstellende onderdelen (panelen, hang- en sluitwerk, enz.) moeten bestand zijn tegen een intensief "collectief" gebruik;
- model van het geheel moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar.
Uit te voeren controles:
- voorafgaande goedkeuring van het model;
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
5.3 – PLINTEN IN GESCHILDERD MASSIEF HOUT
Betreft:
De plinten in geschilderd massief hout voor de lokalen op de gelijkvloerse verdieping.
Omvat:
Levering en plaatsing van de plinten, met inbegrip van bevestigingen, siliconen voegen, afzagingen en alle bijkomende werkzaamheden, het schilderen;
- de voorbereiding van de wanden door het pleisterwerk of de mortelbramen op het zichtbare metselwerk af te snijden en te verwijderen tot op de gewenste hoogte;
- het afsnijden van de uitzet- en isolatiestroken in de dekvloer zodat de elastische voegen uitgevoerd kunnen worden;
- de verwijdering van puin, afval, vreemde stoffen, pleistergruis, vet, enz.;
- de bevochtiging van de ondergrond voor de plinten die tegen de cementmortel worden gezet;
- de levering en plaatsing van de plinten; het vernissen;
- de bereiding of de levering van de mortel; met inbegrip van de siliconenvoegen tussen de plinten en het linoleum of andere materialen, alle afwerkingen, aansluitingen van de randen, enz. met de vloerbekledingen en de omliggende muurafwerkingen.
Technische voorschriften:
- grenen schrijnwerkhout van eerste kwaliteit, overeenkomstig NBN 199 (met inbegrip van behandeling volgens procedé C1);
- hoogte: 7 cm; dikte: 3/4" geschaafd, recht draadverloop, vrij van gebreken;
- bovenrand lichtjes afgerond, omgekeerde afschuining onderaan; zorgvuldig geschuurde en vernisklare zichtbare oppervlakken; kant die tegen vloerbekleding komt, wordt voorafgaand aan de plaatsing bestreken met silicone;
- het hout moet voldoen aan STS 52.04 en is van schrijnwerkkwaliteit;
- het hout is rechtdradig (max.5% helling); Het hout is vrij van hart, spint, kwasten, tussenschors, scheuren, onechte kernen met verrotting, dubbelspint, trekgroei, vellingsbreuken, wonden, wormsteken, wormgang, rot, vuur, merg- en wankanten. Gezonde kwasten met een diameter groter dan 20 mm zijn niet toegelaten;
- De behandeling moet worden uitgevoerd met vernis PU 2 K (3 lagen);
- de zijvoegen onder de plinten moeten worden opgevuld met een kit op basis van silicone, in een kleur die ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar.
Uitvoering:
- de uitvoering dient te gebeuren in overeenstemming met STS 45 (deel 9) en TV 137 (1981) van het WTCB;
- de plinten moeten horizontaal en goed vlak worden geplaatst. Er mogen geen hoogteverschillen zijn tussen de plintstukken.
- de plaatsing van de plinten dient te gebeuren in overeenstemming met de plaatsingsvoorschriften voor vloerbedekkingen;
- alle afwerkingen, voegen, aansluitingen op het schrijnwerk, enz. met de vloerbedekkingen en de omliggende muurafwerkingen zijn inbegrepen;
- de aannemer dient de geplaatste plinten te beschermen voor de duur van de werken die nog moeten worden uitgevoerd; de plinten worden voor de plaatsing zuiver geschaafd en glad opgeschuurd;
- voor de plaatsing wordt op alle vlakken een eerste laag van het procedé C2 volgens STS 52 aangebracht, en vervolgens worden ze gevernist (poriënvulsel + 2 lagen);
- in de gemetselde en betonnen wanden worden gaten geboord waarin kunststofpluggen gedreven worden. De plinten worden in de pluggen geschroefd; de afstand tussen de schroeven moet gelijkmatig worden verdeeld en mag niet groter zijn dan 60 cm;
- de hoeken worden in verstek uitgevoerd. In de lengte worden de plinten verbonden met een schuine las;
- met inbegrip van de voegen tussen de vloer en de plint, de meubelen en de plint, de muur en de plint.
Coördinatie:
De plinten mogen pas worden geplaatst nadat de vloeren, de plafonnering en het binnen- en buitenschrijnwerk volledig zijn uitgevoerd.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk;
Het herkomstcertificaat moet kunnen worden voorgelegd voordat de plinten worden geplaatst.
5.4 – VENSTERBANKEN
Betreft:
De vensterbanken voor ramen nr. 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 zijn van laminaatpanelen in gestoomde beuk.
PS: vensterbanken die boven een radiator worden geplaatst, vormen tegelijkertijd het blad van de radiatorbekleding die dus over de hele lengte van de vensterbank wordt gemaakt.
Omvat:
Levering en plaatsing van de vensterbanken, met inbegrip van bevestigingen, afzagingen en alle bijkomende werkzaamheden.
Technische voorschriften en uitvoering:
- de vensterbanken zijn gemaakt van laminaatplaten van gestoomde beuk, met afgeronde voorrand, gekleurd, bestand tegen temperaturen tot 200 °C, in één stuk, zonder naden;
- vensterbanken die boven een radiator worden geplaatst, vormen tegelijkertijd het blad van de radiatorbekleding die dus over de hele lengte van de vensterbank wordt gemaakt.
- de zijvoegen moeten worden opgevuld met een kit op basis van silicone, in een kleur die ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar;
- de exacte afmetingen moeten door de aannemer worden opgemeten, na de plafonnering, voor een perfecte aansluiting op de omliggende werkstukken en om zeker te zijn dat ze 20 mm uitspringen op het afgewerkte muurvlak;
- alle vensterbanken zijn uit één stuk en liggen waterpas in de twee richtingen.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
5.5 – KEUKENMEUBILAIR
Betreft:
De uitvoering van het meubilair van de kitchenette: werkblad met 1 keukengootsteen voor 1 spoelbak en 1 druipplaat met standaarddiepte + onderkast met deurtjes en 1 mengkraan in
verchroomde messing met richtbare kraanhals + bovenkasten met deurtjes tot aan het plafond + ruimte voor inbouwkoelkast;
Beknopte beschrijving van de keukenonderdelen (cf. inrichtingsplan).
Deze omvatten: onderkasten, bovenkasten, werkbladen, bevestigingselementen, plinten, verstelbare legplanken, handgrepen, enz.
Omvat:
Alle werken omvatten de levering en de plaatsing van het op de plannen en in dit bestek beschreven materiaal, met inbegrip van:
- de studies, uitvoerings- en detailtekeningen van de voorziene onderdelen die moeten worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar;
- de levering, het transport op de bouwplaats, de opslag, de afstelling en de bevestiging van de onderdelen zoals bepaald op de detailplannen;
- de minimale inrichting van de binnenvolumes van de onderdelen, voorgeschreven door DTU 90.1 van het CSTB, eventueel gewijzigd door de plannen;
- de afdichting van alle voegen van de werkbladen onderling en tegen de rugwanden, en de vochtbescherming van de ondoorlatende smalle zijden;
- de levering, de plaatsing en de aansluitingen, met inbegrip van alle nodige toebehoren, van een in te bouwen geheel met keukengootstenen in roestvrij staal, met kranen, overeenkomstig STS 61.12 "Gootsteen in roestvrij staal";
- de levering, plaatsing en aansluiting van een mengkraan in verchroomde messing met richtbare kraanhals;
- de gaten, sleuven, doorboringen en vastzettingen die nodig zijn om de onderdelen aan te passen aan de wanden en de leidingen;
- de bedekkingen en de definitieve bescherming van de onderdelen: al dan niet zichtbare delen aan binnen- en buitenkant;
Technische voorschriften:
- referentiedocumenten: DTU 90.1 van het CSTB;
- alle samenstellende onderdelen (platen, hang- en sluitwerk, enz.) moeten zeer goed bestand zijn tegen een intensief gebruik en tegen vocht;
- de meubelen en de aansluitende elementen zijn van thermohardende gelaagde platen, witte binnenkant, kleur buitenkant door de leidende ambtenaar te kiezen uit het gangbare assortiment;
- de werkbladen zijn van laminaatplaten in gestoomde beuk, afgeronde voorranden, gekleurd; weerstand tegen temperaturen tot 200 °C; uit één stuk, zonder naden;
- de afdichting van de voegen van de werkbladen tegen de rugwanden en de vochtbescherming van de ondoorlatende smalle zijden;
- met inbegrip van de afvoerstoppen, de overlopen, de zelfreinigende buissifon;
- met inbegrip van het rooster, het kettinkje en de bevestigingen, de overloopopening met leiding, de soepele afdichtingsvoeg tussen het toestel en de dragende wand, het bevestigingssysteem van het toestel, de aansluiting van de sifon aan de afvoerbuis;
- gootsteen uitgevoerd in roestvrij staal 18/10 AISI 304, met een gladgepolijste afwerking en een dikte van 1,2 mm met thermische en akoestische isolatie;
- het randprofiel van de waterlijst is 25 mm diep;
- van het te plaatsen type, met inbegrip van vastdraaiingen;
- er is een bak en een afdruipplaat, kettinkjes en bevestigingen;
- de afdruipplaat helt af naar de spoelbak, is homogeen gemonteerd en is geribd.
- de handgrepen zijn in verchroomd metaal, goed te keuren door de leidende ambtenaar;
- de scharnieren hebben een openingshoek van minimum 95°, met twee tussenposities en een zelfsluitmechanisme voor het laatste stuk;
- geleiders met stopsysteem voor de laden;
- alle samenstellende onderdelen (panelen, hang- en sluitwerk, enz.) moeten bestand zijn tegen een intensief "collectief" gebruik;
- de voegen moeten aansluiten bij de kleuren van de meubelen, goed te keuren door de leidende ambtenaar.
Uitvoering:
- bescherming van belendende werkstukken;
- de werkbladen zijn 60 cm diep, tenzij anders is gespecificeerd;
- met inbegrip van de uitvoering van de voegen tussen de meubelen/werkbladen met de muur en de vloer;
- verzorgde uitzagingen in zo nauwkeurig mogelijke afmetingen voor aanpassing van de onderdelen aan de leidingen;
- holtes of spleten zijn niet toegestaan;
- perfect loodrechte plaatsing.
Uit te voeren controles:
- voorafgaande goedkeuring van de uitvoerings- en detailtekeningen;
- keuze van kleuren, goedkeuring van de samenstellende onderdelen en technische oplevering voorafgaand aan het hang- en sluitwerk op stalen;
- controle van de goede werking en de goede uitvoering van het werk.
5.6 – HANG- EN SLUITWERK - ALGEMEEN
Beschrijving:
- dit artikel betreft alle hang- en sluitwerk van de binnendeuren, zolderdeurtjes, enz.
- het hang- en sluitwerk en de toebehoren die moeten worden goedgekeurd voorafgaand aan de uitvoering van de werken, zijn onder andere: - alle types van sloten
- de cilinders van deze sloten
- alle grendels
- alle scharnieren en paumellen
- de ventilatieroosters
- de deurkrukken, rozetten en afdekplaatjes
- de sluitingstoestellen: taatspotten en deurdrangers,
- enz.
- TV 166 is van toepassing
5.7 – PAUMELLEN IN ROESTVRIJ STAAL
Betreft:
Dit artikel is van toepassing voor de deuren, al dan niet RF 1/2h, voor de deurtjes van de vestiaires en de verschoonruimtes.
Omvat:
Levering en plaatsing van materialen conform de regels van het vak, afhankelijk van de grootte en het gewicht van de vleugel en de inrichting van de ruimte.
Technische voorschriften en uitvoering:
- paumellen in roestvrij staal met stift en slijtring, eveneens in roestvrij staal;
- vlakke knoopuiteinden;
- afmetingen bij benadering: bladhoogte 100 x 35 x 3 mm; knoop 16 mm, stift 10 mm;
- de bevestigingsschroeven zijn van roestvrij staal met een doorsnede en een lengte die bestand zijn tegen de belasting die de paumellen ondergaan door het gewicht van de vleugel;
- paumellen; stift, slijtring en bevestigingsschroeven zijn in verchroomd roestvrij staal 18/10 met satijnglansafwerking;
- de aannemer moet het juiste aantal paumellen en toebehoren voorzien per vleugel;
- TV 166 is van toepassing;
- een model van het geheel moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar voor het wordt geplaatst.
Uit te voeren controles:
Voorafgaande goedkeuring van de inplantingstekeningen, kleurenkeuzes, goedkeuring van de samenstellende onderdelen en algemene controle van de goede werking en de goede uitvoering van het werk.
5.8 – HANG- EN SLUITWERK IN ALUMINIUM
Betreft:
Dit artikel betreft het hang- en sluitwerk van de binnendeuren en de deurtjes van de vestiaires en de verschoonruimtes, de kasten, enz.
Technische voorschriften en uitvoering:
- ze zijn van geborsteld aluminium;
- dit artikel betreft het volgende hang- en sluitwerk:
1) deurkrukken: cilindervormige doorsnede in L-vorm met ongelijke benen
2) rozet: passend bij de deurkrukken (voor deurkrukken en voor cilinder)
3) de grendels: passend bij de deurkrukken
- voor de branddeuren moet het hang- en sluitwerk aangepast zijn om de vuurbestendigheid van het deurgeheel te garanderen;
- de bevestigingen zijn onzichtbaar;
- alle onderdelen zijn demonteerbaar en het systeem staat de afstelling en de aanpassing aan het betreffende schrijnwerk toe;
- de deurkrukken zijn aangepast aan de dikte van de deurbladen en worden gemonteerd met een doorgaande stift met veer; de spil is vierkant en heeft een diameter van 8 mm;
- TV 166 is van toepassing;
- een model van het geheel moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar voor het wordt geplaatst.
Uit te voeren controles:
Voorafgaande goedkeuring van de inplantingstekeningen, kleurenkeuzes, goedkeuring van de samenstellende onderdelen en algemene controle van de goede werking en de goede uitvoering van het werk.
*******
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 6: MUURBEKLEDING
6.1 – NIEUWE BEPLEISTERING
Betreft:
De uitvoering van een bepleistering op alle muren van de gelijkvloerse verdieping.
Omvat:
- de levering en de volledige uitvoering van de pleisterwerken, met inbegrip van de schoonmaak en de voorbereiding van de ondergrond, de wapeningsweefsels in glasvezel, de hechtmortel waar nodig, de hoekbeschermers, de normale aanwerkingen en herstellingen na de uitvoering van de andere werken;
- de voorafgaande sondering van de bestaande oppervlaktes door met een voorhamer licht te kloppen en te wrijven op de ondergrond om plekken te detecteren waar de bepleistering niet aanhecht, en het afkappen van het te vervangen pleisterwerk tot op het metselwerk;
- alle blootgelegde voegen in het metselwerk moeten eveneens worden gecontroleerd; poedervormige of losse voegen moeten worden uitgeschraapt tot een diepte van 2 tot 3 cm; de aannemer moet zorgen voor een goed hechtingsoppervlak met behulp van een beitel;
- de bescherming van de andere werkstukken, tijdens de uitvoering van de werken;
- voorafgaand aan de oplevering, de vlekkeloze schoonmaak van de werf en de verwijdering van het puin.
Technische voorschriften:
- de pleister bestaat uit 2 lagen mortel: de 1e laag wordt aangebracht met een in de fabriek voorgemengd product dat hoofdzakelijk bestaat uit gips en een lichte minerale toeslagstof (de toeslagstof wordt gekozen door de gespecialiseerde aannemer op basis van de porositeit van de ondergrond). De tweede laag vormt de deklaag en wordt uitgevoerd met een gipsmortel met vette kalk;
- hoekbeschermers in kunststof of gegalvaniseerd staal.
Uitvoering:
- voorbereiding van de ondergrond: borstelen, aanbrengen van een roestwerende bescherming op eventuele metalen onderdelen die in contact komen met de pleister, aanbrengen van een wapeningsweefsel van glasvezel op voegen tussen materialen van een andere aard en op alle plekken die scheurvorming kunnen veroorzaken;
- aanbrengen van de mortel volgens de regels van het vak en de voorschriften van de fabrikant. De pleister moet perfect met de lat en met het strijkbord worden afgestreken, met een dikte van 8 tot 10 mm voor de grondlaag en 2 mm voor de deklaag;
- alle uitspringende hoeken worden beschermd met beschermhoeken;
- de aannemer treft de nodige maatregelen om zijn werk in gunstige temperatuurs- en vochtigheidsomstandigheden te kunnen uitvoeren;
- wanneer de werken zijn uitgevoerd, moeten de oppervlakken perfect glad, vlak, waterpas, loodrecht en schilderklaar zijn. De bepleistering wordt uitgevoerd tot op 1 cm boven de afgewerkte vloer;
- tijdens de hele uitvoering van de werken treft de aannemer alle nodige maatregelen om te vermijden dat de andere werkstukken vuil worden gemaakt (met name het houtwerk en het metselwerk dat zichtbaar moet blijven).
Uit te voeren controles:
Voorafgaande technische oplevering van de producten en controle van de aanwezigheid van beschermhoeken en wapeningen, van de hechting van de lagen en van de oppervlakteafwerking.
6.2 – BETEGELING
Betreft:
De kitchenette: tussen het werkblad en de bovenkasten en de twee hoekstukken.
Omvat:
Levering en plaatsing van de tegels, met inbegrip van het snijden en doorboren, alle aansluitingen en speciale afwerkingen, met inbegrip van de opvoeging en de zorgvuldige schoonmaak voorafgaand aan de oplevering.
Technische voorschriften:
- faiencetegels, in een kleur die aan de leidende ambtenaar moet worden voorgelegd en in één formaat: 15 x 15 cm (lichte kleur + 1 tegel in een andere kleur op de voorlaatste rij – 1 tegel op 3);
- plaatsing met mortellijm: de mortellijm of lijm moet goedgekeurd zijn door een officiële instantie (BUtgb, WTCB); voor de plaatsing op een gipsondergrond wordt uitsluitend caseïnelijm gebruikt; crème-, ivoorkleurige of witte voegmortel, voegen van 2 mm;
- toleranties: vlakheid = 1 mm / 2 m, uitlijning van de voegen: 1 mm / 1 m;
- elastische voeg met behulp van een rotbestendig materiaal op alle stijve contactoppervlakken tussen ruwbouw en tegels.
Uitvoering:
- de plaatsing met mortellijm dient te gebeuren volgens de aanbevelingen van STS 45 (boekdeel 45.1 "Mortellijmen"), de lijmsoort: gelijmd op pleister, plaatsing met richtsnoer; de tegels worden geplaatst volgens een stelpatroon met doorlopende voegen van 3 mm in beide richtingen; voor de betegeling rond het waterpunt is de pleister op cementbasis en het lijmproduct watervast;
- in de inspringende hoeken wordt met veel zorg een perfect zuivere, verdiepte ronde voeg gemaakt van 8 mm x 8 mm, waarvan de randen geen holtes of onregelmatigheden vertonen. Deze voeg wordt vervolgens opgevuld met een soepele kit (klasse V volgens TV 107) en zorgvuldig gelijkgestreken met de tegels om samen met de tegelbekleding een waterdicht geheel te vormen. Eenzelfde voeg moet worden uitgevoerd tussen de tegels en de sanitaire toestellen en de vloerbetegeling. De kleur van de voeg moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar.
- in de uitspringende hoeken komt een speciale beschermhoek in koper, die een beschermlijst van +/- 7 mm aan weerszijden zichtbaar laat. Idem voor de omtrek van de openingen (muurdam, lateien);
- de uitstekende randen worden uitgevoerd met behulp van tegels met geëmailleerde rand;
- alle tegels worden net gesneden, zonder hoek- en randbeschadigingen. De uitsnijdingen voor het doorvoeren van leidingen, voor stopcontacten en schakelaars worden gemaakt door openingen te maken in de tegels zonder ze te breken;
- de tegels van de verschillende verpakkingen worden vermengd tijdens de uitvoering van de tegelwerken;
- de schoonmaak gebeurt met cementpoeder en een droge doek onmiddellijk nadat de voegen verhard zijn, om te vermijden dat zure producten moeten worden gebruikt.
Uit te voeren controles:
- goedkeuring van het model en de kleur van de tegels en voorafgaande technische oplevering;
- algemene controle van de kwaliteit en van de naleving van de toleranties.
6.3 – SCHILDEREN VAN DE BINNENMUREN
Betreft:
Voor alle muren van de gelijkvloerse verdieping, alle binnenmuren en scheidswanden. De muren worden geschilderd in twee kleuren per lokaal (1 kleur voor 3 muren en een andere schakering voor de 4e muur).
Omvat:
- de levering van de verf en de uitvoering van de schilderwerken, met inbegrip van de lijsten en de hoeken, de voorbereiding van de ondergrond, het plaatselijk aanwerken van het pleisterwerk, de bescherming van de aangrenzende werkstukken en alle bijkomende werkzaamheden;
- de voorbereiding van de ondergrond (met inbegrip van het fixeermiddel op pleister);
- de levering en het aanbrengen van de verf (met inbegrip van de zichtbare leidingen);
- de demontage en het terugplaatsen van de uitrustingen;
- het aanbrengen en weer verwijderen van beschermende voorzieningen;
- de schoonmaak en verwijdering van alle door de werken teweeggebrachte afval;
- de eventuele retouches;
- de kleuren worden voorgesteld aan de hand van ter plaatse aangebrachte stalen die moeten worden goedgekeurd door de leidende ambtenaar.
Technische voorschriften:
- de schilderwerken moeten worden uitgevoerd volgens de bepalingen van typebestek 104, index 07.1;
- de schilderwerken moeten worden uitgevoerd volgens de "prestatie-eisen". De aannemer is verantwoordelijk voor de verenigbaarheid van de producten die hij gebruikt;
- grondlaag, tussenlaag en deklaag:
classificatie: afnor NF T30-003 I - klasse 7a2
bindmiddelen: polyvinyl-acetaatcopolymeren met interne weekmaker pigmenten: titaandioxide - carbonaten - diatomeeënaarde - silicaten solventen: water
vaste stofgehalte in gewicht: 50 +-2%
vaste stofgehalte in volume: 30 +-2%;
- kleur te kiezen door de leidende ambtenaar
Uitvoering:
- afstoffen, schoonmaken, vuil verwijderen;
- als grondlaag een neutraliserende stof aanbrengen, verdund met water, om de schilferende ondergrond te fixeren;
- na het drogen, de eventuele kristalvorming wegborstelen;
- kleine herstellingen uitvoeren met plamuur;
- twee deklagen aanbrengen van latexverf, en voor witte kleur: 3 lagen;
- bindmiddel: dispersie van polyvinylacetaat Ademend. Glansgraad: lager dan 10% gemeten met de Xxxxxxx Glossmeter 60°;
- het werk moet voldoen aan bestek SNT 80 van de SNL art. 85.4.
Uit te voeren controles:
- voorafgaande goedkeuring van de kleuren en schakeringen op stalen van 1 m2 die ter plaatse worden uitgevoerd;
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
6.4 - SCHILDEREN VAN DE BINNENDEUREN EN DE OMLIJSTINGEN, VAN HET ZOLDERDEURTJE
Betreft:
Het schilderen van alle zichtbare zijden van de verschillende binnendeuren en de omlijstingen, met inbegrip van het deurwerk, enz.
Omvat:
De levering van de verf en de uitvoering van de schilderwerken, met inbegrip van de voorbereiding en de herstelling van de nieuwe of oude ondergronden, de gedeeltelijke bepleistering en dichting met kit, de bescherming van de aangrenzende werkstukken en alle bijkomende werkzaamheden, de twee zijden van het blad, smalle zijden, omlijstingen, dagstukken.
Technische voorschriften: de verf moet van het "afwasbare" type zijn
- grondlaag:
classificatie: afnor NF T30-003 I - klasse 4a bindmiddelen: alkydharsen
dekkende pigmenten: titaandioxide van het type rutiel hulppigmenten: lamellaire pigmenten en diatomeeënsilica solventen: alifatische koolwaterstoffen
additieven: schimmelwerend
vaste stofgehalte in gewicht: 65 +-2%
vaste stofgehalte in volume: 44 +-3%
- verf:
classificatie: afnor NF T30-003 I - klasse 4a bindmiddelen: alkydharsen
pigmenten: titaanoxide en carbonaten solventen: alifatische koolwaterstoffen vaste stofgehalte in gewicht: 65 +-2%
vaste stofgehalte in volume: 42 +-3%
- kleur te kiezen door de leidende ambtenaar
Uitvoering:
- gewone voorbereiding van de ondergrond voor niet vet hout; vet hout wordt ontvet;
- opvullen van gaten en onregelmatigheden met plamuurmes en afschuren;
- 3 lagen op zuivere, droge en stofvrije ondergrond;
- grondlaag: 1 laag volgens voorschriften van de fabrikant
- verf: 2 lagen volgens voorschriften van de fabrikant
- de aannemer dient alle maatregelen te treffen om de aangrenzende werkstukken te beschermen;
- de onderdelen worden afgewassen, geschuurd, afgestoft en de niet-hechtende verf wordt afgekrabd;
- op de blootgelegde delen wordt een grondlaag aangebracht. De houten delen worden vervolgens plaatselijk gekit en opnieuw geschuurd en afgestoft;
- vervolgens worden de twee deklagen aangebracht.
Uit te voeren controles:
- voorafgaande goedkeuring van de kleuren en schakeringen op stalen van 1 m2 die ter plaatse worden uitgevoerd;
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
6.5 – LEVERING EN PLAATSING VAN GELUIDSCOLLECTOREN IN TEXTIEL
Betreft:
De levering en de plaatsing van geluidscollectoren in textiel boven op de muren van de polyvalente zaal, met inbegrip van bevestigingen, toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
Omvat:
Levering en plaatsing van geluidscollectoren voor absorptie en demping (op de muren), met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden.
Technische voorschriften:
- geluidscollectoren in zuiver melamine met een totale dikte van 60 mm
- afmetingen: 120 x 120 cm
- onzichtbare houten omlijsting, muurbevestiging.
- afwerking: geluidsscherm
- kleur: door de leidende ambtenaar te bepalen op een kleurkaart met een palet van +/- 80 kleuren
- niet-vezelachtige, niet-vluchtige materialen
Uitvoering:
- plaatsing van geluidscollectoren overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant van de collectoren
- oprichten en egaliseren,
- geschikte bevestigingen voor muren
Uit te voeren controles:
Voorafgaande technische oplevering van de producten en controle van de aanwezigheid van de bevestigingen.
*******
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 7: PLAFONDBEKLEDING
7.1 – VERLAAGDE PLAFONDS IN GIPSPLATEN
Betreft:
Vochtbestendige platen voor de luchtsluis en de voorraad. Niet voor het plafond van de polyvalente zaal dat zichtbaar blijft.
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van de verlaagde plafonds, met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
- een systeem van opgehangen plafonds die zijn uitgevoerd met behulp van een geraamte in verzinkt staal, bekleed met gipsplaten die moeten worden geschilderd;
- vochtbestendig;
- de verzorgde uitsnijdingen voor het inwerken van de verlichtingstoestellen (cfr. post "Elektriciteit") moeten worden gecoördineerd met het werk van de elektricien en uitgevoerd op basis van het inplantingsplan ter hoogte van de volle platen en de geperforeerde platen, maar ook ter hoogte van de plaats van de verlichtingstoestellen om het gevraagde verlichtingsniveau te krijgen.
Technische voorschriften:
- vochtbestendige gipsplaten om te schilderen
- het betreft een verlaagd plafond dat onafhankelijk van het ruwbouwplafond wordt gemonteerd. Het ophangsysteem bestaat uit een geraamte van verzinkte stalen profielen, afgestemd op de aard van de toepassing. De profielen voldoen aan de bepalingen van norm DIN 18182 deel 1.
- profielen in verzinkt staal: nominale hoogte: cfr. plan.
breedte van de profielflenzen: 75 mm dikte van het staal: minimum 0,6 mm
- vochtbestendige gipsplaten RH: Type: A (bestemd om te bepleisteren)
1. Plaatdikte: 12,5 mm
2. Breedte: te bepalen door de aannemer Langskanten: recht
Brandreactie: RF 1h.
- isolatiemateriaal: Akoestische isolatie: gebakeliseerde minerale wol Plaatdikte: 30 mm.
Het aantal ophangingen voor de geluidsisolatie en de ruimte tussen de ophangingen worden bepaald door de fabrikant.
- Het plafond in zijn geheel heeft een brandreactie van RF1h volgens NBN 713-020. Een certificaat van een erkend Belgisch laboratorium moet worden voorgelegd.
Uitvoering:
- Het latwerk wordt uitgevoerd volgens de voorschriften van STS31-32 en NBN272.
- De afmetingen van de randbalken en het secundaire latwerk worden dusdanig bepaald dat de doorbuiging maximaal 1/800 van de nuttige overspanning h.o.h. tussen de ophangelementen bedraagt. De belasting van de balklaag dient kleiner te zijn dan 10% van
het eigen gewicht van de structuur met een max. van 6 kg/mm2. Indien het lokaal met de opgegeven balkhoogte niet kan worden overspannen, dienen extra plafondhangers te worden aangebracht.
- De randbalken dienen minimaal om de 600 mm aan de aansluitende wanden te worden bevestigd. De secundaire balken worden met een tussenafstand van maximaal 450 mm h.o.h., aan de randbalken vernageld of bevestigd d.m.v. schoenen in verzinkt staal. Om het uitknikken van vooral hoge balken tegen te gaan, dienen de latten onderling te worden verbonden door een lat dwars over de latten te plaatsen en te bevestigen aan elke lat.
- Het plafond wordt met een regelbare ophanging vlak geplaatst, ongeacht de oneffenheden van de bovenliggende constructie.
- Het aantal ophangingen en de tussenafstand van de dragers worden bepaald door de fabrikant. De afmetingen van de profielen en het kaderwerk worden dusdanig bepaald dat de doorbuiging op elk knooppunt maximum 1/500 van de overspanning bedraagt. Indien het lokaal met de opgegeven profielhoogte niet kan worden overspannen, dienen extra plafondhangers te worden aangebracht.
- De randprofielen van het latwerk worden na tussenvoeging van een soepele dichtingsband (type PE) minimum om de 600 mm aan de muren bevestigd. Om het uitknikken van vooral hoge balken tegen te gaan, dienen de latten onderling te worden verbonden door een lat dwars over de latten te plaatsen en te bevestigen aan elke lat.
- Afwerking van de platen en de voegen: de platen worden glad afgewerkt zonder zichtbare voegen (klaar om te worden geschilderd). Op alle buitenhoeken worden metalen hoekbeschermingsprofielen geplaatst. De voegen en binnenhoeken worden afgewerkt met voegbanden en samen met de schroefkoppen vlak uitgeplamuurd met een aangepast voegmateriaal, geleverd door de fabrikant.
- Kantlijsten: randaansluitingen met wanden worden uitgevoerd met aangepaste profielen, gesneden en gedicht met een overschilderbare acrylaatkit. De randen worden afgewerkt tegen het plafond.
- Grondlaag: de platen worden afgewerkt met een grondlaag op basis van kunsthars. De aannemer moet de technische fiche van het product voorleggen alvorens het mag worden aangebracht.
Uit te voeren controles:
Voorafgaande technische oplevering van de producten en controle van de aanwezigheid van beschermhoeken en wapeningen, van de hechting van de lagen en van de oppervlakteafwerking.
7.2 – SCHILDEREN VAN DE VERLAAGDE PLAFONDS IN GIPSPLAAT
Betreft:
Het schilderen (1 grondlaag + 2 deklagen) van de platen van het verlaagde plafond van de voorraad en de luchtsluis. Niet voor het plafond van de polyvalente zaal dat zichtbaar blijft.
Omvat:
- de levering van de verf en de uitvoering van de schilderwerken, met inbegrip van de lijsten en de hoeken, de voorbereiding van de ondergrond, het plaatselijk aanwerken van het pleisterwerk, de bescherming van de aangrenzende werkstukken en alle bijkomende werkzaamheden;
- de voorbereiding van de ondergrond (met inbegrip van het fixeermiddel op pleister);
- de levering en het aanbrengen van de verf (met inbegrip van de zichtbare leidingen);
- de demontage en het terugplaatsen van de uitrustingen;
- het aanbrengen en weer verwijderen van beschermende voorzieningen;
- de schoonmaak en verwijdering van alle door de werken teweeggebrachte afval;
- de eventuele retouches;
- de kleuren worden voorgesteld aan de hand van ter plaatse aangebrachte stalen die moeten worden goedgekeurd door de leidende ambtenaar.
Technische voorschriften:
- de schilderwerken moeten worden uitgevoerd volgens de bepalingen van typebestek 104, index 07.1;
- de schilderwerken moeten worden uitgevoerd volgens de "prestatie-eisen". De aannemer is verantwoordelijk voor de verenigbaarheid van de producten die hij gebruikt;
- grondlaag, tussenlaag en deklaag:
classificatie: afnor NF T30-003 I - klasse 7a2
bindmiddelen: polyvinyl-acetaatcopolymeren met interne weekmaker pigmenten: titaandioxide - carbonaten - diatomeeënaarde - silicaten solventen: water
vaste stofgehalte in gewicht: 50 +-2%
vaste stofgehalte in volume: 30 +-2%;
- kleur te kiezen door de leidende ambtenaar
Uitvoering:
- afstoffen, schoonmaken, vuil verwijderen;
- als grondlaag een neutraliserende stof aanbrengen, verdund met water, om de schilferende ondergrond te fixeren;
- na het drogen, de eventuele kristalvorming wegborstelen;
- kleine herstellingen uitvoeren met plamuur;
- twee deklagen aanbrengen van latexverf, en voor witte kleur: 3 lagen;
- bindmiddel: dispersie van polyvinylacetaat Ademend. Glansgraad: lager dan 10% gemeten met de Xxxxxxx Glossmeter 60°;
- het werk moet voldoen aan bestek SNT 80 van de SNL art. 85.4.
Uit te voeren controles:
- voorafgaande goedkeuring van de kleuren en schakeringen op stalen van 1 m2 die ter plaatse worden uitgevoerd;
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
*******
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 8: VLOERBEDEKKING
8.1 ZWEVENDE CEMENTDEKVLOER Betreft:
De dekvloeren voor alle lokalen van de gelijkvloerse verdieping. Zwevende dekvloer omdat onder de dekvloer thermische isolatie wordt aangebracht.
Omvat:
Levering, plaatsing en uitvoering van de dekvloeren voor alle lokalen van de gelijkvloerse verdieping, met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz., de scheidingsvoegen voor het hele werk.
Technische voorschriften:
De zwevende cementdekvloer voldoet aan de bepalingen van TV 189 §5.
De samenstelling wordt bepaald door de aannemer rekening houdend met de richtlijnen van TV 189 §5.4 en TV 193 §4.1.2.
Druksterkte op 2 proeftegels: minstens 8 N/mm2. (testmethode volgens TV 189 § 4.3.2).
Vlakheidsklasse: 1 (TV 189 § 4.2.3).
Dikte: 7 cm.
Uitvoering:
De dekvloer wordt uitgevoerd volgens § 4.3 van TV 193 en wordt voorzien van een draadnet 50 x 50 x 2 mm. De overlappingen van het draadnet bedragen minimum 15 cm.
Uitzetvoegen worden aangebracht om de oppervlakken te beperken tot 40 m2 en de lengte tot 8 m.
De uitzetvoegen van de dekvloer vallen samen met die van de bevloering en moeten worden afgewerkt volgens § 6.1.2.1 van TV 193.
De uitvullaag, de isolatie en de scheidingsfolie worden besproken in afzonderlijke artikelen. Het afwerkingsniveau van de dekvloer houdt rekening met de vloerbedekking.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
8.2 - SOEPELE VLOERBEKLEDING
Betreft:
De uitvoering van de vloerbekleding van de hele gelijkvloerse verdieping in een verschillende kleur per lokaal of per ruimte.
Omvat:
- levering en plaatsing van de soepele vloerbekleding en het element voor oppervlaktebehandeling, met inbegrip van de voorbereiding van de ondergrond met
aangepaste materialen, aanhechting, oppervlaktebehandeling, egaline, lijm, naden en alle toebehoren;
- een eerste behandeling met een product dat moet worden goedgekeurd door de leidende ambtenaar en dat verenigbaar is met de producten die traditioneel worden gebruikt door D011.
Technische voorschriften:
- het linoleum voldoet aan index 08.4 van typebestek 104, aangevuld met omzendbrief BG n° 12.91, nr. P.36.351 van de Regie der Gebouwen;
- linoleum met een dikte van 3,2 mm, kwaliteitsnorm ISO 9001, ontvlambaarheid: klasse I (DIN 51960); moeilijk ontvlambaar, natuurlijke grondstoffen: geoxideerde lijnolie, harsen vermengd met vulstoffen en pigmenten, jutedoek, bestand tegen lichte zuren, oliën, vetten en solventen;
- kleur ter goedkeuring voor te leggen aan de leidende ambtenaar (verschillende kleuren per lokaaltype);
- aanhechting en oppervlaktebehandeling volgens de voorschriften van de fabrikant;
- lijm (compatibel met de ondergrond), naden in passende kleuren volgens de voorschriften van de fabrikant;
- stalen ter goedkeuring voor te leggen, idem voor de naden;
- UPEC-classificatie (volgens TV 165).
Uitvoering:
- de vloerbedekking wordt geplaatst volgens de voorschriften van index 08.4 van typebestek 104 en de richtlijnen van hoofdstuk 9 van TV 165;
- het linoleum wordt opgeslagen in een droog en verlucht lokaal; de temperatuur bedraagt er minder dan 17 °C; de linoleumrollen worden verticaa l opgeslagen;
- wanneer de temperatuur lager is dan 15 °C mag de linoleumplaatsing niet worden aangevat;
- de plaatsing gebeurt uitsluitend door het linoleum over zijn volledige oppervlakte op de ondergrond te lijmen;
- de plaatsing van het linoleum omvat eveneens:
1) het voorbereiden van het draagvlak, verwijderen van alle puin, afval, vreemde stoffen, gips, vetten, enz.;
2) het eventueel bijwerken van de dekvloer met aangepaste mortels; de herstelproducten voldoen aan STS 45.91;
3) het controleren volgens de CM-methode van het vochtgehalte in de dekvloer; voor een hechtende dekvloer moet ook het vochtgehalte van het isolerende beton en van de ondergrond worden bepaald; de maximum toegelaten vochtigheid bedraagt 2% voor dekvloeren op basis van cement en 0,8% voor dekvloeren op basis van anhydriet;
4) het egaliseren van het oppervlak en het puimen ervan tot een glad oppervlak; een voorstrijkmiddel moet altijd worden aangebracht; de voorstrijkmiddelen zijn aangepast aan de aard van de dekvloer en de egalisatieproducten;
5) de oppervlaktebehandeling van de dekvloer met synthetisch anhydriet met behulp van een geschikte grondlaag; dit product moet worden aanbevolen door de fabrikant van het linoleum;
6) het walsen van de vloerbanen in de twee richtingen, waarbij de naden en de randen worden belast met zandzakjes;
7) de banen worden gelast met een lasnaad;
8) de reiniging van de vloerbekleding, met inbegrip van het verwijderen van de overtollige kit;
- het voegenplan en de lijm moeten, voordat wordt begonnen met de plaatsing, ter goedkeuring aan de leidende ambtenaar worden voorgelegd.
- alle naast elkaar liggende vloerbedekkingen moeten op hetzelfde niveau komen;
- voordat het linoleum wordt geplaatst, wordt de vloer met egaline perfect vlak gemaakt,
- plaatsing door over de volledige oppervlakte te lijmen met een alcoholhoudende lijm die op de dekvloer wordt uitgesmeerd met behulp van een kam, op basis van minimum 600 gr. per m³. De lijm moet aangepast zijn aan de ondergrond;
- met inbegrip van de voegafdekstrips voor voegen tussen 2 verschillende vloerbekledingen.
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
8.3 – VLOERMATKADER, BETEGELDE MATPUT EN VLOERMAT
Betreft:
De levering, het snijden en het plaatsen van de deurmat, met inbegrip van de vloermatkader in geanodiseerd aluminium in rvs-kleur en de betegelde matput + voegen in de luchtsluis.
Omvat:
- levering en uitvoering van de betegeling (+ dichte voegen) in de matput, op het juiste niveau volgens de dikte van de mat en de afgewerkte vloer in het lokaal.
- de levering, het snijden en de plaatsing van een vloermatkader
- de levering, het snijden en de plaatsing van een deurmat
Technische voorschriften en uitvoering:
- een vloerbetegeling, in een kleur en met afmetingen die ter goedkeuring aan de leidende ambtenaar moeten worden voorgelegd.
- het vloermatkader in geanodiseerd aluminium in rvs-kleur
- de vuilafstotende deurmat (dikte 22 mm) die moet worden vastgeklemd in het vloermatkader. Deze mat is samengesteld uit polypropeenvezels vastgezet door middel van een naaldvilttechniek. De polypropyleenvezels worden volbad verlijmd op basis van een acrylaatdispersie op een rug van natuurlatex.
- kleuren ter goedkeuring voor te leggen aan de leidende ambtenaar (verschillende kleuren volgens lokaaltype); - stalen ter goedkeuring voor te leggen, idem voor de naden;
- UPEC-classificatie (volgens TV 165).
Uit te voeren controle:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk.
*******
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 9: SANITAIRE INSTALLATIE
9.1 - ALGEMEEN
Betreft:
De uitvoering van de volledige sanitaire installatie van het kinderdagverblijf, met inbegrip van:
- de afvoer van het huishoudelijk afvalwater tot aan de dichtstbijzijnde controleput;
- de verluchtingen of de verluchtingstoestellen die moeten worden aangesloten op de verluchtingsleidingen;
- de leidingwatervoorziening;
- de productie van sanitair warm water via een elektrische boiler onder de gootsteen in de keuken;
- de levering, plaatsing en aansluiting van de sanitaire toestellen en het kraanwerk;
- het kraanwerk en technische toebehoren;
- de aansluiting op het rioleringsnet;
- de aansluiting op het aanvoernet;
- alle leidingen en alle nodige toebehoren.
Omvat:
De levering, plaatsing en volledige uitvoering van de sanitaire installatie. Met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
- het opzoeken van de nodige informatie over de bestaande netten in het gebouw;
- alle studies en berekeningen die nodig zijn voor de uitvoering van de installatie overeenkomstig de plannen, de geldende reglementeringen en voor wat zal blijven bestaan;
- voorafgaand aan de werken, de uitvoering van nauwkeurige installatieplannen en de levering van de technische bijsluiters van het bij de inschrijving voorziene materiaal (technische fiches);
- alle invoegingen, doorboringen, aanwerkingen, opvoegingen, sleuven en kokers;
- alle lasverbindingen, aansluitingen, enz.;
- alle bevestigingsmiddelen, consoles en haken;
- alle eventuele uitzettingssystemen;
- alle nodige onderdelen van equipotentiaalverbindingen (leidingen en toestellen, enz.);
- alle afsluitkranen, regelkranen, terugslagkleppen en alle toebehoren;
- alle uitvoeringswerken voor de elektrische installatie die nodig zijn voor de aanneming;
- de aansluiting van het waterafvoernet en de verluchting ervan;
- alle werken van aansluiting op de leidingwatervoorziening;
- alle afwerkende schilderwerken van de installatie die zichtbaar is buiten de technische zones;
- alle beschermingen en roestwerende verven;
- de nodige warmte-isolatiewerken (niet-verwarmde lokalen);
- de dagelijkse afvoer van het puin en van de niet-gebruikte materialen;
- alle vastzettingen en herstellingen van metselwerk en vloeren (met inbegrip van kokers in PE/HD, toebehoren voor verluchting);
- de primaire verluchting, ter hoogte van de verschillende valpijpen, afwateringen of aftakkingen, en de secundaire verluchting worden uitgevoerd in hogedichtheidspolyethyleen;
dekkappen moeten worden voorzien om te vermijden dat de verluchtingsstandleidingen verstopt raken; bevestiging met beugels voor de vrije uitzetting van de buizen;
- alle schilderwerken (twee beschermende lagen zinkchromaatverf voor alle niet-verzinkte onderdelen, dekverf op de leidingen en zichtbare onderdelen, verf in de juiste kleurcode over de hele lengte van de leidingen, de peil- en signalisatieringen volgens de kleurcode voor de vervoerde vloeistof en aanduiding van de vloeistofrichting, schilderen in twee lagen emailverf met metaalglans van de kraankoppen volgens de kleurcode;
- de tweetalige etikettering van alle vaste onderdelen zoals de borden, kleppen, seinlampen, bedieningsschakelaars, vertrek van de circuits en identificatie met behulp van zelfklevende stroken;
- de thermische en akoestische isolatie, alsook de roestwerende en mechanische bescherming van de leidingen;
- de levering, plaatsing en aansluiting van de elektrische installaties en toestellen met continuïteit van de hoofd- en bijkomende equipotentiaalverbindingen;
- alle maatregelen voor bescherming van het materiaal tot de voorlopige oplevering;
- alle tests en regelingen van de installaties;
- voorafgaand aan de voorlopige oplevering, de eindschoonmaak van de bouwplaats en van het geïnstalleerde materiaal;
- de opleiding van en de informatie aan de Bouwheer, alsook de levering van de gebruiks- en onderhoudshandleiding voor alle geïnstalleerde materiaal;
- een minimale garantieperiode van een jaar;
- alle andere werkzaamheden die niet uitdrukkelijk zijn voorzien in dit artikel, maar die toch nodig worden geacht voor de uitvoering van de installaties volgens de regels van het vak en voor de perfecte werking ervan. De aanwijzingen op de plannen moeten uiteraard worden begrepen als mededelend, en niet beperkend.
- om te voldoen aan de akoestische voorschriften met betrekking tot de aard van de leidingen, moet een akoestische isolatie worden aangebracht op de leidingtrajecten die luchtgeluid kunnen veroorzaken in de secties; alle buizen voor afvalwaterafvoer die in de verlaagde plafonds komen of worden opgebouwd in de ruimten voor de kinderen en de aanliggende lokalen, worden over hun hele lengte bedekt met een geluidsisolerend materiaal (isolatie-index: zone impact: 16 dB, zone valpijp: 21 dB en zone horizontale afvloeiing: 15 dB);
- de opleiding en de volledige informatie van het personeel dat de installaties zal moeten bedienen.
Technische voorschriften:
- de sanitaire installatie moet worden uitgevoerd overeenkomstig de geldende reglementeringen en de specifieke voorschriften van de lokale energiemaatschappijen;
- het gebruikte materiaal moet in perfecte staat zijn, nieuw, van een gekend merk dat goed vertegenwoordigd is op de Belgische markt;
- de diameters van de toevoerbuizen en de toebehoren ervan moeten worden bepaald op basis van het reglement van het WTCB, TV 1140 en 120;
- de vastzettingen en aanwerkingen moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerde arbeiders;
- roestwerende verf volgens aanwijzingen van MOW 104;
- continuïteit van de hoofdequipotentiaalverbindingen: de aannemer staat in voor de uitvoering van de hoofdequipotentiaalverbindingen met de watertoevoerleidingen, de waterafvoerleidingen, de gastoevoer en de leidingen van alle andere vloeistoffen. De aardingscontinuïteit van de leidingen moet worden gegarandeerd ter hoogte van de verbindingen, aansluitingen, uitzettingscompensatoren, flenzen, koppelingen of andere, waar er mogelijk geen aardingscontinuïteit is. Voor deze continuïteit moet worden gezorgd met behulp van speciaal aangepaste onderdelen (beugels ...), die worden samengevoegd met soepele vlechtverbindingen waarvan de doorsnede minstens hetzelfde geleidingsvermogen geeft als dat van de leidingen, waarbij deze doorsnede evenwel niet kleiner mag zijn dan 10 mm²;
- aarding: de aannemer voorziet in bijkomende equipotentiaalverbindingen voor zijn toestellen die moeten worden geaard (alle materiaal voorzien door het AREI). Deze equipotentiaalverbindingen worden uitgevoerd in geel-groen VOB van 2,5 mm² doorsnede, en worden geplaatst onder een TTh-buis van 5/8”; ze worden aangesloten op het dichtstbijzijnde elektriciteitsbord;
- de installaties worden onderworpen aan een dichtheidsproef bij een druk gelijk aan 10 kg/cm², en dit gedurende 2 uur. De voorlopige oplevering gaat gepaard met een volledig onderzoek van de installaties met het doel de overeenstemming ervan met de voorschriften van dit bestek te controleren;
- de primaire verluchting, bij het vertrek van de verschillende valbuizen, afvoerbuizen of aftakleidingen, alsook de secundaire verluchting moet worden uitgevoerd in hogedichtheidspolyethyleen.
Uitvoering:
- het materiaal moet altijd worden aangebracht volgens de regels van het vak en volgens de voorschriften van de fabrikanten;
- alle sanitaire leidingen moeten in de mate van het mogelijke worden ingewerkt;
- het precieze tracé van de installatie moet op de bouwplaats ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar; de installateur moet er in het algemeen op toezien dat de leidingen en de bedienings- en onderhoudssystemen zo duidelijk mogelijk worden geplaatst, waarbij rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid van de verschillende delen van het net. De installateur zorgt er ook voor dat geen onnodige beschadigingen worden toegebracht aan de bestaande werkstukken. Hij dient zijn werken te coördineren met die van de andere vaklieden;
- De aannemer treft de nodige voorzorgen om alle bedrijfsgeluid van de installaties te vermijden (stoten door overdruk, enz.);
- de leidingen doorheen muren, scheidswanden of vloeren moeten worden beschermd door een koker; in structuuronderdelen (balken, kolommen, enz.) mogen geen doorvoeropeningen worden gemaakt zonder de goedkeuring van een ingenieur;
- sleuven in het metselwerk moeten altijd nauwkeurig verticaal zijn; voor metselwerk dat bepleisterd moet worden, mogen de vastzettingen niet uitsteken uit het metselwerk;
- de sanitair installateur moet in het algemeen nauw samenwerken met de andere bouwvaklieden en hun, telkens wanneer nodig, de nodige informatie verstrekken.
Uit te voeren controle:
- voorafgaande controle van het installatietracé op de bouwplaats;
- voorafgaande technische oplevering, op documenten, van het te installeren materiaal,
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk (kokers, roestwerende beschermingen, aanwerkingen, enz.);
- dichtheids-, afvoer-, druk- en debietproeven.
9.2 - AFVOER VAN HET AFVALWATER VAN DE KEUKENGOOTSTEEN
Betreft:
De uitvoering van de volledige afvoerinstallatie van de keukengootsteen, in overeenstemming met de plannen en de beschrijvingen van het afvalwater (nieuw of bestaand regenwater en huishoudelijk water), de aansluiting ervan stroomopwaarts van de toestellen en de aansluiting stroomafwaarts van de algemene bestaande installatie van het aanpalende gebouw, met inbegrip van de verluchtingsnetten, de aansluiting op de riolering, alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van de afvoerleidingen, met inbegrip van alle toebehoren en bijkomende werkzaamheden, enz.
Technische voorschriften:
- alle afvoerleidingen moeten worden uitgevoerd met behulp van HDPE-buizen. De doorsneden worden berekend en het materiaal wordt geplaatst volgens de regels van het vak en overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant;
- de afvoerleidingen worden aangesloten stroomopwaarts van elk toestel en stroomafwaarts van de bestaande leidingen;
- alle leidingen worden gelegd met een voldoende helling voor een perfecte afloop van het afvalwater (helling van 1,5 cm/m met een maximum van 2 cm/m);
- de exacte plaats van de leidingen moet worden bepaald op de bouwplaats, in overleg met de leidende ambtenaar.
Uit te voeren controles:
Controle van de goede uitvoering van de werken.
Betreft:
De uitvoering van de volledige installatie van de koud- en warmwatertoevoer voor de keukengootsteen, enz.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en aansluiting van de volledige installatie, in overeenstemming met de plannen en de beschrijving, voor waterdistributie (koud water en warm water), met inbegrip van de aansluiting van de elektrische boiler die voorzien is in het hoofdstuk "Elektriciteit", afsluitkranen, aftapkranen, alle bevestigingen en alle verstevigingen, alle aansluitingen en alle toebehoren, voor de watertoevoer van de volgende toestellen:
Met inbegrip van: de valpijpen, de afvoerbuizen, de aftakbuizen, de verluchtingen, de riolering.
Bijzondere voorschriften en uitvoering:
- alle watertoevoerleidingen (behalve in de verluchte holle ruimtes) zijn ingebouwd en uitgevoerd met behulp van leidingen in vernet hogedichtheidspolyethyleen die in flexibele buizen worden geplaatst; alle gebruikte materiaal (VPE-buizen met technische goedkeuring BUtgb, flexibele buizen, collectoren, verbindings- en bevestigingsstukken en alle toebehoren) moet verplicht worden geleverd door dezelfde fabrikant en speciaal ontworpen zijn voor sanitaire installaties; de berekening van de doorsneden en de plaatsing van het materiaal dienen te gebeuren in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant. in het algemeen moet elk leidingstuk dat wordt ingebouwd, uit één stuk bestaan, zonder verbindingen;
- op elk laag punt moet een gemakkelijk toegankelijke kraan komen om de installatie af te tappen; elke opgaande leiding of grote richtingsverandering moet stroomopwaarts kunnen worden afgesloten met een gemakkelijk toegankelijke kraan, waarachter een aftapkraan staat;
- op de warm- en koudwatertoevoerleidingen van elk toestel komen afsluitkranen in verchroomd messing; deze kranen, uitgevoerd met een verchroomde muurrozet en een verchroomde plooibare buis, worden vlak onder of vlak naast het toestel geplaatst (merk en model te preciseren in de offerte + technische documentatie);
- de exacte plaats van de collectoren, afsluitkleppen en aftapkranen moet op de bouwplaats worden bepaald in overleg met de leidende ambtenaar.
- alle zichtbare koudwaterleidingen worden uitgevoerd met een condensatiewerende isolatie over hun hele lengte, tot aan de collector;
- het geluidsniveau dat wordt voortgebracht door de werking van de toestellen mag niet hoger zijn dan NC-35, in het lokaal dat paalt aan het lokaal waar deze toestellen staan. In aangepaste isolatie moet worden voorzien;
- met inbegrip van: leiding, aansluiting van de buis (compressie, ingewerkte aansluitingen en dozen), distributeurs, verdeeldozen, afsluitkraan, drukproef (voorafgaande en definitieve), afsluitklep met membraan, terugslagklep, aflaatkranen en ontluchtingskranen, ontluchters, manometer en aansluiting voor manometer, veiligheidsklep, spoelstraal, reduceerklep.
Uit te voeren controle:
Controle van de goede uitvoering van de werken.
*******
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 10: VERWARMINGSINSTALLATIE
10.1 - ALGEMEEN
Betreft:
De uitvoering van de volledige verwarmingsinstallatie vanaf de hoofdleiding in de stookkelder en de berekening van de verwarmingslichamen en van de leidingen die hierop betrekking hebben.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van het beschreven materiaal, met inbegrip van:
- alle studies en berekeningen die nodig zijn voor de uitvoering van de installaties in overeenstemming met de plannen en de geldende reglementeringen;
- alle invoegingen, doorboringen, aftakkingen en kokers;
- de dagelijkse afvoer van het puin;
- alle bevestigingen en koppelingen;
- alle beschermingen, warmte-isolering, roestwerende verf;
- het opnieuw vastzetten en bijwerken van metselwerk en vloeren;
- alle maatregelen voor bescherming van het materiaal tot de voorlopige oplevering;
- het demonteren en opnieuw monteren van de verwarmingslichamen voor uitvoering van de afwerking;
- alle tests, aftappingen, ontstekingen en afstellingen van de installaties;
- voorafgaand aan de voorlopige oplevering, de eindschoonmaak van de bouwplaats en van het geïnstalleerde materiaal;
- de opleiding en de informatie van het gemeentepersoneel, alsook de levering, indien van toepassing, van het materiaal voor gebruik en onderhoud van alle geïnstalleerde materiaal;
- de garantie gedurende minimum een jaar;
- alle andere werken die niet uitdrukkelijk zijn voorzien in dit artikel, maar die wel nodig worden geacht voor uitvoering van de installaties volgens de regels van het vak en voor de perfecte werking ervan.
Algemene technische voorschriften:
- het typebestek 105 - laatste versie - centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling;
- de laatste versie van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties; - het typebestek 400 uit 1954 (algemene technische voorwaarden voor de aanneming van mechanische en elektrische installaties en constructies) van het Ministerie van Openbare Werken en de aanvullingen deel 400.0.01 uit 1968 en deel 400.M.01 uit 1968;
- de laatste versie van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming;
- de voorschriften van de brandweerdienst voor de preventie van brandrisico's;
- de Belgische normen (NBN) die zijn uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN), laatste versie;
- de installaties voor centrale verwarming zullen worden uitgevoerd in overeenstemming met de geldende reglementeringen en de specifieke voorschriften van de lokale energiemaatschappijen;
- de voorschriften van index 19.1.8, bestek WTCB, van MOW 105 van de Regie der Gebouwen zijn van toepassing;
- het gebruikte materiaal moet in perfecte staat zijn, nieuw, van een bekend merk dat goed vertegenwoordigd is op de Belgische markt;
- de berekening van het vermogen van de verwarmingslichamen is gebaseerd op een buitentemperatuur van -8 °C;
- de installatie is van het type met twee buizen; een installatie met slechts één buis is niet toegelaten.
Berekening:
De aannemer dient de berekeningen voor het warmteverlies en voor de leidingen zelf uit te voeren. De berekening van het warmteverlies wordt uitgevoerd in overeenstemming met XXX X00-000.
De radiatoren worden gedimensioneerd volgens regime 80/60 °C.
De berekeningen voor het leidingenstelsel moeten worden uitgevoerd volgens het handboek van Xxxxxxxxx en Raiss "Traité de chauffage et de climatisation" ("handleiding voor verwarming en klimaatregeling") op basis van een lineair drukverlies van xxx. 100 Pa/m. De snelheid in de buisstukken bedraagt:
- maximum 0,4 m/sec voor diameters DN10 tot DN20
- maximum 0,55 m/sec voor diameters DN25 tot 40
- maximum 0,75 m/sec voor diameters DN 50 tot DN 65
Belangrijk: voorafgaand aan de uitvoering van de werken dient de aannemer de resultaten van zijn studies ter goedkeuring voor te leggen.
Uitvoering:
- het materiaal moet altijd worden aangewend volgens de regels van het vak en volgens de voorschriften van de fabrikanten,
- de verwarmingsleidingen moeten, voor zover mogelijk, worden ingewerkt,
- de installateur dient vooraf plannen op te stellen waarop de plaats van de radiatoren, van de leidingen en van de stookruimte wordt aangeduid. Deze plannen moeten voorafgaand aan de uitvoering van de werken ter informatie worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar;
- de aannemer neemt alle nodige voorzorgen om bedrijfsgeluid van de installaties te vermijden;
- op alle lage punten komt een aftapkraan,
- op alle hoge punten komt een ontluchtingskraan;
- de leidingen die door muren, scheidswanden of vloeren heen gaan, moeten door kokers worden beschermd,
- de sleuven in het metselwerk moeten nauwkeurig verticaal zijn; op metselwerk dat moet worden bepleisterd, mogen geen aansluitingen uitsteken boven het oppervlak van het metselwerk.
Uit te voeren controle:
- voorafgaande technische oplevering, op documenten, van het te installeren materiaal,
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk (kokers, roestwerende bescherming, afdichting, aanwerkingen, enz.),
- de voorlopige oplevering kan pas plaatsvinden nadat de installatie in werking is gesteld.
10.2 - RADIATOREN
Betreft:
Alle radiatoren die nodig zijn voor de goede werking van het hele gebouw, om een gelijkmatige temperatuur te bereiken van 22 °C, uit gerust met tegen diefstal beveiligde thermostatische kranen die kunnen worden vastgezet op de richttemperatuur.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van alle radiatoren van alle lokalen op de gelijkvloerse verdieping.
Technische voorschriften en uitvoering:
- afgewerkte en verpakte radiatoren uit staalplaat, in de fabriek geverfd en getest bij een effectieve testdruk van 6 bar;
- de warmteafgifte moet voldoen aan EN 442 met waterregime 75 °C/65 °C;
- de radiatoren moeten worden aangesloten met lijnrecht tegenovergestelde vertrek- en terugvoerleidingen;
- ze moeten een roestwerende behandeling hebben ondergaan;
- de kleur is standaard crèmewit (RAL 9016 of gelijkaardig);
- alle radiatoren en alle accessoires zijn van hetzelfde merk;
- bevestiging op gecementeerde consoles met behulp van mortelcement;
- alle radiatoren moeten voorzien zijn van dubbele dienstkranen in brons of messing en een regelbare isolatiekoppeling op de terugvoerleiding;
- een ontluchtingskraan in vernikkeld kopper vervolledigt de uitrusting van de toestellen;
- de inlaatopeningen zijn halfduims.
Een lijst met de kenmerken (type, afmetingen en calorisch vermogen) wordt ter informatie voorgelegd aan de leidende ambtenaar. De juiste positie van de verwarmingslichamen moet ter plaatse worden bepaald in samenspraak met de leidende ambtenaar.
Uit te voeren controles:
Controles van de goede uitvoering van de werken
10.3 - LEIDINGEN
Betreft:
De uitvoering van de leidingen van de hele verwarmingsinstallatie, met inbegrip van afsluiters en alle hulpstukken.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van de hele installatie. Met inbegrip van alle hulpstukken en bijkomende werkzaamheden, enz.
Specifieke voorschriften en uitvoering:
- alle leidingen moeten worden uitgevoerd met stalen buizen die door lassen met elkaar worden verbonden;
- de buizen van 1/2" tot 6/4" zijn blauw (NBN A25-103);
- de buizen >= DN 50 moeten worden gelast (NBN A25-104 normale reeks);
- de nodige maatregelen moeten worden getroffen om vrije uitzetting mogelijk te maken; eventueel worden uitzettingsbochten gebruikt; waar de buizen door muren en plafonds gaan, worden metalen of duurzame organische kokers gebruikt om direct contact met het metselwerk te vermijden. De kokers steken 2 cm uit boven elk afgewerkt oppervlak.
- om de 2 tot 3 meter wordt een draagstuk of bevestigingsbeugel geplaatst;
- alle gebruikte materiaal (buizen, koppelstukken en bevestigingen en alle hulpstukken) moet verplicht worden geleverd door dezelfde fabrikant, en speciaal ontworpen zijn voor de verwarmingsinstallaties (merk te preciseren in de offerte + technische documentatie);
- de berekening van de doorsneden en de plaatsing van het materiaal moeten worden uitgevoerd volgens de voorschriften van de fabrikant en de regels van het vak;
- alle afsluiters, ontluchtingskranen e.d. en alle hulpstukken die hier niet worden vermeld, maar waarvan vaststaat dat ze nodig zijn voor uitvoering van de installaties volgens de regels van het vak en voor de perfecte werking ervan, zijn inbegrepen in deze post;
- alle leidingen moeten worden ingestreken met roestwerende verf;
- de leidingen die in de ondervloer liggen, moeten worden beschermd met behulp van stroken Jitrakor RC of een gelijkaardig materiaal, dat spiraalvormig rond de buizen wordt gewikkeld met een overlapping van 50%;
- de hulpstukken: afsluiters, circulatiepompen, driewegkleppen aan het vertrek van de hoofdleiding moeten alleen worden vervangen als ze defect zijn.
Uit te voeren controles:
Controles van de goede uitvoering van de werken
10.4 - SCHILDERWERKEN
Betreft:
Voor de hele verwarmingsinstallatie.
Omvat:
Levering, plaatsing en volledige uitvoering voor de hele installatie.
Beschrijving en uitvoering Moeten worden geschilderd:
- de te isoleren leidingen, alle draagstukken, beugels, sleuven, niet-gegalvaniseerde metalen onderdelen in 2 lagen roestwerende verf;
- de leidingen zonder warmte-isolatie, de verschillende hulpstukken (in gietijzer of in brons), alle metalen onderdelen, al dan niet gegalvaniseerd, in twee lagen
lakverf of metaalglansverf in een kleur die moet worden gekozen door de bouwheer;
- deze verven moeten worden voorzien bovenop de verf die al is aangebracht in de fabriek;
- de merkringen volgens blad XI over alle geïnstalleerde leidingen in de stookruimten;
- alle verf wordt aangebracht na grondig afschuren met een metalen borstel;
- de werken moeten bovendien worden uitgevoerd volgens de voorschriften van artikel
07.1.8.24 van bestek 104 uit 1963.
Uit te voeren controles:
Controles van de goede uitvoering van de werken
10.5 - WARMTE-ISOLATIE
Betreft:
Voor de hele verwarmingsinstallatie.
Omvat:
Levering, plaatsing en volledige uitvoering voor de hele installatie.
Beschrijving en uitvoering:
- alle verwarmingsleidingen in de stookruimte en die door niet-verwarmde lokalen lopen, moeten worden geïsoleerd (in de technische spouwen);
- de leidingen van het sanitair warm water moeten eveneens worden geïsoleerd;
- de leidingen moeten worden geïsoleerd met behulp van rotswol of glaswol (lambda ≤ 0,040 W/mK);
- de dikte bedraagt minimaal: - DN 15 tot DN 20: 30 mm.
- DN 20 tot DN 40: 40 mm.
- DN 50 tot DN 80: 50 mm.
- de bedekking bestaat uit een harde, spatbestendige kunststof, zie art. C41.8.1.1.2. van bestek 105/90.
Uit te voeren controles:
Controles van de goede uitvoering van de werken
10.6 - VENTILATIE
Betreft:
De ventilatie voor de luchtsluis- en voorraadlokalen.
Omvat:
De ventilatie met luchtafzuiginstallatie met tijdregeling van 6.00 uur tot 18.00 uur van maandag tot vrijdag, met de mogelijkheid deze tijdens de schoolvakanties uit te schakelen. Een ventilatiesysteem van type C moet worden voorzien, namelijk met vrije aanvoer en mechanische afvoer. De uitvoering moet voldoen aan XXX X00-000 (1991).
Beschrijving van de installaties:
- Ommanteling en hulpstukken: de ommanteling moet gemaakt zijn van niet-geïsoleerd gegalvaniseerd staal (volgens het sendzimir-procedé, 275 gr/m²), in spiraalvorm, met een minimale dikte van 4/10 mm. De dichtheid voldoet aan norm DIN 24.147 klasse F. De schachten zijn zo gedimensioneerd dat de luchtsnelheid in de schacht in geen geval hoger kan oplopen dan 5 m/s;
- Ventilatieopeningen van de voorraad en de luchtsluis: de ventilatieopeningen worden gebruikt voor de luchtafzuiging. De ventilatieopeningen mogen uitsluitend worden gemonteerd door ze in de schacht te drukken. Een rubberen pakking zorgt voor afdichting en bevestiging. Door hun specifieke constructie bereiken de openingen een zeer laag geluidsniveau, zelfs bij hoge luchtsnelheden.
De ventilatieopeningen zijn vervaardigd uit getrokken staalplaat, die met een epoxycoating in kleur RAL 9010 is beschermd. Optimaal rendement: debiet/geluidsniveau. Het debiet van de openingen is aangeduid op het plan.
- Centrifugaalventilator onder een caisson (voor een debiet lager dan 400 m³/uur) in het voorraadlokaal: de caisson is gemaakt van volledig recycleerbaar PP (polypropyleen) en omvat een eveneens recycleerbare spiraal in polystyreen die het geluid van de motor verzacht, zodat de ventilatoren zeer stil zijn. De ventilator omvat 3 openingen voor kokers ∅ 125 mm, 2 zijn afgedicht in de fabriek. Een andere opening van ∅ 125 mm zorgt voor de opstuwing. Montage is mogelijk in alle standen. Door een "clips"-systeem kan de motorventilator gemakkelijk worden gedemonteerd zonder gereedschappen. De motorventilator kan dus gemakkelijk worden gereinigd of vervangen bij defecten. De ventilator bestaat uit een motorventilator met externe rotor met lange levensduur. De motor is vervaardigd uit gegoten aluminium, isolatieklasse B, beschermingsgraad IP44. De toegelaten bedrijfstemperaturen liggen tussen -30 °C en
+40 °C. De motor is standaard voorzien van een moto r met 3 snelheden en een beveiliging met automatische herstart, alsook de voorbedrade aansluitkabel. Spanning: 230 V, 50 Hz. Voldoet aan de CE-normen.
Uit te voeren controles:
Controle van de goede uitvoering van het werk.
*******
De aannemer wordt geacht zich ter plaatse te begeven om de omvang van de werkzaamheden en de uitvoeringsmoeilijkheden te beoordelen. Daarvoor wordt geen supplement toegestaan.
HOOFDSTUK 11: ELEKTRISCHE INSTALLATIE
11.1 - ALGEMEEN
Betreft:
Een volledige nieuwe elektrische installatie, met inbegrip van een nieuw verdeelbord in het voorraadlokaal, vervolgens aangesloten op het bestaande elektriciteitsbord in de school.
Hierbij mag de elektriciteitsvoorziening van de school, die actief blijft, niet worden verstoord of onderbroken.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van de elektrische installatie:
- de verzorgde uitvoering, volgens de regels van het vak, van alle doorboringen, sleuven, aangietingen, metselwerken en aanwerkingen die nodig zijn voor de plaatsing van de verschillende apparaten, de bedrading en de toebehoren;
- de aanneming omvat alle andere werken, leveringen, prestaties enz. die niet nauwkeurig worden vermeld in het onderhavige bestek, maar die door de leidende ambtenaar nodig worden geacht voor de volledige uitvoering en de perfecte werking van de installatie;
- de aannemer moet, voordat hij de werken aanvat, bij Electrabel informeren naar de voorwaarden waaraan hij moet voldoen volgens de reglementen van deze maatschappij;
- de controle van de installatie moet worden uitgevoerd door een erkende organisatie die is aangesteld door het bestuur;
- de uitvoering van de volledige elektrische installatie omvat:
- de stroomverdeling vanaf de uitgang van de meter (kabelmateriaal, aftakdozen, stopcontacten, schakelaars etc.)
- de installaties van de aardverbindingen en aarding, de equipotentiaalverbindingen
- de elektriciteitsborden (hoofd- en verdeelborden), voorzien van uitschakelautomaten 10.000 A
- het netwerk van leidingen, buizen, kabelmateriaal, draden en materiaal voor de hierna vermelde installaties:
- de binnen- en buitenverlichtingstoestellen (met bescherming tegen schokken van
o.a. voetballen)
- de noodverlichting,
- de schakelaars, contactdozen, enz.
- de telefonie
De voedingsspanning bedraagt 3 x 220 V.
Omvat:
de levering en de plaatsing van het materiaal, met inbegrip van:
- het opvragen van alle nuttige inlichtingen bij de lokale energiemaatschappijen, met name aangaande de plaats en de afmetingen van de meter, de aanvraag tot aansluiting op het distributienet, de aansluitingen op Belgacom en kabeltelevisie;
- alle studies en de noodzakelijke berekeningen voor de dimensionering en de uitvoering van de installatie overeenkomstig de plannen en de geldende reglementen;
- de levering, de plaatsing en het klaarzetten op de bouwplaats van alle toestellen die nodig zijn voor een volledige installatie, in perfecte staat van werking, die voldoet aan de voorwaarden en de resultaten die de onderhavige beschrijvingen van de werken en de bijgevoegde plannen opleggen;
- de berekening van de verlichtingssterkte (uitgedrukt in lux) voor elk lokaal;
- alle inkepingen, doorboringen, sleuven;
- alle bevestigingen en koppelingen;
- alle aanwerkingen en herstellingen van metselwerk dat tijdens de werken beschadigd is geraakt;
- de dagelijkse afvoer van het puin;
- BELANGRIJK: op elk circuit moet een duurzaam gegraveerd plaatje worden aangebracht met de bestemming en met het referentienummer dat ook vermeld moet staan op de plannen en op het schema van de laagspanningsborden die bij de instructie-, bedienings- en onderhoudsnota's zijn gevoegd (tweetalig NL/FR);
- het opstellen van alle uitvoeringsplannen in drie exemplaren, in informaticaformaat;
- het opstellen van alle "as built"-plannen in drie exemplaren, in informaticaformaat;
- voorafgaand aan de voorlopige oplevering, de eindschoonmaak van de bouwplaats en van het geïnstalleerde materiaal;
- de levering van alle arbeidskrachten die nodig zijn voor de proeven en de afstellingen gedurende de testperiode;
- voorafgaand aan de voorlopige oplevering, de eindschoonmaak van alle apparaten (verlichting, stopcontacten, schakelaars, enz.);
- voorafgaand aan de voorlopige oplevering, de oplevering van de installatie door een erkende organisatie die is aangesteld door het gemeentebestuur, met inbegrip van de kosten, en dit voorafgaand aan de voorlopige oplevering; indien de installatie niet conform is, dient de aannemer op zijn kosten de nodige herstellingen/aanpassingen te laten uitvoeren;
- de opleiding en de volledige informatie van het gemeentepersoneel dat de installaties zal moeten bedienen;
- alle andere werken die niet uitdrukkelijk worden vermeld in deze post, maar die noodzakelijk worden geacht voor de uitvoering van de installatie volgens de regels van het vak en voor de perfecte werking ervan.
Algemene technische voorschriften:
- de elektrische installatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met:
- de geldende reglementen (meest recente versie)
- typebestek 400 (meest recente versie)
- de voorschriften van het AREI en de andere ministeriële besluiten die ermee verband houden (meest recente versie)
- de bijzondere voorwaarden van de distributeur (meest recente versie)
- de normen van het BEC (meest recente versie)
- het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) (meest
recente versie)
- het gebruikte materiaal moet in perfecte staat zijn, van de beste kwaliteit, van een bekend merk dat goed vertegenwoordigd is op de Belgische markt. Het moet het CEBEC- of CE- kwaliteitsmerk dragen;
- de installateur dient de doorsneden en de stroomsterktes te berekenen. Hij voegt alle nuttige inlichtingen bij zijn offerte;
- alle werken moeten volledig worden uitgevoerd, met alle materialen en hulpstukken die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering.
Documenten die de aannemer moet verstrekken:
- een gedetailleerde lijst met, post per post en sectie per sectie, alle verschillende types
van installatie en kabels XVB en UFVB, in de hoeveelheden die noodzakelijk worden geacht voor de
volledige werking van de installaties, de eenheidsprijzen en de totale kostprijs per post;
- een volledige en gedetailleerde documentatie van alle voorgestelde toestellen, met hun afmetingen,
de technische kenmerken en het proces-verbaal van hun erkenning;
- voorafgaand aan alle leveringen en plaatsingen van elektrische kabels dient de aannemer het voorgestelde tracé te laten goedkeuren door de leidende ambtenaar op het
uitvoeringsplan en op de bouwplaats;
- alvorens de toestellen aan te schaffen, legt de aannemer
de volledige technische documentatie, met de constructiedetails, ter goedkeuring voor aan de leidende ambtenaar.
bouw;
- na de goedkeuring levert de aannemer 4 exemplaren van deze documentatie en de onderhoudsinstructies van het materiaal;
- voorafgaand aan de uitvoering van de installatie en de fabricage van de elektriciteitsborden legt de aannemer de uitvoeringsplannen voor aan de leidende ambtenaar;
- na de goedkeuring levert de aannemer 4 exemplaren van de schema's van de elektriciteitsborden. Voor elk bord wordt een geplastificeerd schema opgehangen op een door de leidende ambtenaar aangeduide plaats;
- al deze documenten worden beschouwd als noodzakelijk en onverbrekelijk onderdeel van deze
installaties. In dit opzicht kan het proces van de voorlopige oplevering pas worden aangevat nadat
de volledige documentatie is overhandigd aan de leidende ambtenaar, in 4 exemplaren, in een kartonnen map en met een afdruk op calque van de "as built"-plannen van de
installaties;
- de aannemer moet de elektrische installatie laten keuren door een erkende organisatie die wordt gekozen door het bestuur. De kosten van deze oplevering, alsook de kosten van alle bijkomende opleveringen die moeten worden uitgevoerd om redenen die te maken hebben met de aannemer, zijn voor rekening van de aannemer. De aannemer vervult, in samenwerking met de leidende ambtenaar, alle technische formaliteiten die zijn voorgeschreven door de reglementen voor de aansluiting van de elektrische installatie op het net.
Uitvoering:
- het materiaal moet altijd worden aangebracht volgens de regels van het vak en volgens de voorschriften van de fabrikanten;
- de elektrische installatie moet volledig worden ingewerkt, in de verlaagde plafonds, de scheidswanden, het metselwerk, de dekvloeren, enz.;
- de exacte positie van de verschillende onderdelen van de installatie (schakelaars, stopcontacten, verlichtingspunten, enz) moet ter plaatse worden bepaald, in samenspraak met de leidende ambtenaar;
- de installateur dient er in het algemeen op toe te zien dat zijn werken worden gecoördineerd met die van de andere bouwvaklieden;
- de sleuven in het metselwerk moeten altijd goed verticaal lopen;
- voor het gewone metselwerk dat moet worden geschilderd, moet de aannemer alle sleuven nauwkeurig opvullen, op zodanige wijze dat de voegen gewoon doorlopen;
- voor het metselwerk dat bepleisterd moet worden, mogen de aansluitingen niet boven op het metselwerk uitsteken:
- in alle gevallen moeten de ingebouwde apparaten (stopcontacten, schakelaars ...) perfect loodrecht op de afgewerkte muur staan.
Uit te voeren controles:
- voorafgaande technische oplevering, op documenten, van het te installeren materiaal,
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen ...);
- de voorlopige oplevering kan pas plaatsvinden na de oplevering van de installatie door een erkende organisatie die werd gekozen door het gemeentebestuur.
11.2 - AARDING EN EQUIPOTENTIAALVERBINDING
Betreft:
de uitvoering van de aarding, de equipotentiaalverbindingen en de aansluiting van de aardingslus voor het hele kinderdagverblijf, de beschermingsgeleiders van de circuits en de geleiders van de equipotentiaalverbinding.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van deze post. Met inbegrip van alle bijkomende werken, hulpstukken, enz.
Specifieke voorschriften:
- de aansluiting van de geleiders op de aardingslus wordt uitgevoerd met behulp van de aansluitklem met onderbreker met CEBEC- of EC-merk, en is opgenomen in de post "aarding";
- de aarding moet voldoen aan het nieuwe AREI. De aarding van het hele gebouw moet nauwkeurig worden gecontroleerd, met het oog op de conformiteit ervan met de geldende normen;
- alle metalen raamwerken en de aardingsklemmen van alle elektrische apparaten van 380 V moeten worden geaard met behulp van een draad met een doorsnede die in overeenstemming is met de geldende officiële reglementering;
- deze draad kan worden gevormd door een aardgeleider die is verwerkt in de voedingskabels.
Alle verlichtingstoestellen, stopcontacten ... worden geaard.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
11.3 - CENTRALE EN VERDEELBEKABELING
Betreft:
levering en plaatsing van alle geleiders voor het hele gebouw, met inbegrip van de buizen en toebehoren (bochtstukken, moffen, aansluitdozen, enz.).
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van deze post. Met inbegrip van alle bijkomende werken, hulpstukken, enz.
Specifieke voorschriften:
- de berekening van de doorsnede van de geleiders is een taak voor de installateur;
- de installatie wordt volledig ingebouwd, met afgewerkte vastzettingen en geen enkele zichtbare buis;
- alle gebruiksvoorzorgen moeten worden getroffen voor de voeding van de buitentoestellen.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
11.4 - CONTACTDOZEN
Betreft:
Levering en plaatsing van alle contactdozen en aftakdozen voor vaste aansluitingen van het hele gebouw:
- voor de polyvalente zaal: 3 x 1 dubbele contactdoos op 3 muren, op plinthoogte, en 1 hoge contactdoos op de 4 muren
- voor de luchtsluis: 1 lage contactdoos voor de inbouwkoelkast, 1 contactdoos voor de elektrische boiler, 3 contactdozen boven het werkblad en 1 hoge contactdoos voor de microgolfoven
- voor de voorraad: 1 contactdoos op plinthoogte
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van deze post. Met inbegrip van alle bijkomende werken, hulpstukken, enz.
Specifieke voorschriften:
- de contactdozen boven het werkblad worden op 1 m, gemeten tot de onderkant van het plaatje, boven het afgewerkte vloerniveau geplaatst;
- alle contactdozen zijn tweepolig, dubbel en voorzien van een aardingscontact en een kinderveiligheid. ze zijn van het hermetische type waar het AREI dit oplegt, en alle contactdozen zijn 'standaard', ingebouwd, volledig (afdekplaatje, centraalplaten, enz.), in onbreekbaar thermoplastic, in een crème- of ivoorkleurige uitvoering of in een gelijkaardige kleur;
- de contactdozen worden geïnstalleerd op 20 cm (horizontale as) boven de afgewerkte vloer, behalve indien anders bepaald;
- de modellen moeten worden goedgekeurd door de leidende ambtenaar;
- de contactdozen zijn voorzien van een aardingspen;
- de contactdozen dragen het CEBEC-label en zijn van het ingebouwde type;
- de contactdozen hebben een nominale stroomsterkte van 16 A;
- de contactdozen zijn voorzien van een aardingspen;
Voordat hij de buizen begint te leggen, duidt de aannemer de plaats van alle toestellen duidelijk met verf aan op alle muren, zodat de leidende ambtenaar zijn goedkeuring kan geven tijdens een werfvergadering.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
11.5 - SCHAKELAARS
Betreft:
Voor alle schakelaars van het kinderdagverblijf: gewone of wisselschakelaars, afhankelijk van het geval:
- gewone voor de verlichting van het voorraadlokaal
- wisselschakelaars voor de verlichting van de luchtsluis en de polyvalente zaal
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van deze post. Met inbegrip van alle bijkomende werken, hulpstukken, enz.
Specifieke voorschriften:
- de schakelaars voldoen perfect aan de geldende reglementen: ze zijn enkelpolig wanneer het AREI dit oplegt en meerpolig in alle andere gevallen;
- de contactdozen (elektriciteit, telefoon, ...) komen op 1,20 m boven de afgewerkte vloer, gemeten tot de onderkant van het plaatje, in alle zones waar kinderen komen (om te spelen, te rusten, te eten, jas op te hangen, verschoond te worden, enz.) en op standaardhoogte (95 cm - centrale as) in alle andere zones, nabij de deurlijsten, aan de andere kant dan het scharnier, tenzij anders wordt bepaald;
- alle schakelaars zijn 'standaard', ingebouwd, volledig (met afdekplaatje, bedieningstoetsen, enz.), in onbreekbare thermoplastic, in een crème- of ivoorkleurige uitvoering of in een gelijkaardige kleur;
- de schakelaars komen op 95 cm (horizontale as) boven de afgewerkte vloer, vlakbij de deurlijsten, aan de andere kant van het scharnier, tenzij anders wordt bepaald;
- de schakelaars voor badkamers, wc's, melkkeuken, wasplaats, werkplaats, vuilnisbakkenlokaal en stookruimte moeten buiten deze vertrekken worden geplaatst, en voorzien zijn van een schakelaar met controlelampje;
- de modellen moeten worden goedgekeurd door de leidende ambtenaar;
- wanneer er 2 schakelaars naast elkaar worden geplaatst, vormen ze 1 dubbele schakelaar, maar worden ze afzonderlijk vermeld op de opmetingsstaat;
- de schakelaars dragen het CEBEC- of CE-label en moeten worden ingebouwd;
- de schakelaars hebben een nominale stroomsterkte van 10 A;
Voordat hij de buizen begint te leggen, duidt de aannemer de plaats van alle toestellen duidelijk met verf aan op alle muren, zodat de leidende ambtenaar zijn goedkeuring kan geven tijdens een werfvergadering.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
11.6 - TOESTELLEN VOOR DIRECTE BINNENVERLICHTING
Betreft:
levering en plaatsing van vierkante verlichtingtoestellen, om op te hangen, voor de polyvalente zaal en de voorraad, met spaarlampen, met inbegrip van de buislampen, de inklemmingen in de verlaagde plafonds, enz.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van deze post. Met inbegrip van alle bijkomende werken, toebehoren, enz.
Specifieke voorschriften:
- De verlichtingstoestellen zijn van het volgende type:
1) De behuizing is uitgevoerd in witgelakte staalplaat, vierkant van vorm met gebroken randen op 45°voor een decoratieve lijn.
De onderplaat van de behuizing is geribd en zorgt voor een uitstekende mechanische sterkte. De hoeken zijn geïnjecteerd en behouden hetzelfde profiel als het lichaam. De armatuur kan met behulp van 2 x 2 staaldraden worden opgehangen met een in de hoogte verstelbaar systeem, dat wordt gemonteerd in de opbouw met geprofileerde hoeken in de stijl van de behuizing.
Voor montage in opbouw kunnen de hoeken en eindstukken worden verwijderd om de toebehoren voor koppeling en ophanging te plaatsen.
2) De armaturen zijn bedraad en voorzien van elektronische voorschakelapparaten, starters en lamphouders voor 1 of 2 fluorescentielampen met een diameter van 26 mm van 36 W. Ze zijn ontstoord volgens richtlijn 76/890/EEG en uitgerust met een compensatiecondensator voor een hoger vermogen.
3) De inkleding bestaat uit een spiegeloptiek met lage luminantie en hoog rendement voor een hoge verlichtingsuniformiteit; die bestaat uit langsreflectoren uit gesatineerd aluminium en met witgelakte aluminium dwarsschotjes.
De spiegeloptiek wordt met onzichtbare veren onder de behuizing gehouden. Een wachtstand vergemakkelijkt de reiniging en de vervanging van de lampen.
4) Het minimale rendement is: direct 57%
5) De ophangingen:
De set van het toestel bestaat uit het volgende materiaal:
a. toestel om in te bouwen
x. xxxxxxx;
c. monteerplaten;
x. xxxxx- en bevestigingsschroeven;
e. sleutel.
6) Lampen:
Eigenschappen:
. T 5-lampen met hoogfrequente voorschakelapparatuur De lichtstroom bedraagt 3350 lumen.
IRC K 3000.
Kleur 133 in de gangen, de voorraad, het berghok, enz. Kleur 183 in de kantoren
500 lux op een werktafelhoogte van +/- 80 cm
Met inbegrip van de plaatsing, de levering en de aansluiting van de verlichtingstoestellen, alsook de bevestigingen, de starters, de lampen en de toebehoren.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
11.7 - LINEAIRE VERLICHTING IN DE GROEF VAN HET VERLAAGDE PLAFOND
Betreft:
Levering en plaatsing van verlichtingstoestellen in de vorm van een rechte buis die in de groef van het verlaagde plafond wordt geplaatst, voor de luchtsluis, met inbegrip van de spaarlampen, enz.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van deze post. Met inbegrip van alle toebehoren, bijkomende werkzaamheden, enz.:
- de studie van de verlichtingsniveaus en van het aantal toestellen naargelang het gevraagde aantal lux voor elk lokaal, namelijk:
1) 150 lux voor de berghokken, de bergkasten en de gangen
2) 400 lux voor de ruimten voor spelen/rusten, knutselen/eten, melkkeuken, directie, vestiaires
- alle verlichtingstoestellen zijn uitgerust met een elektronische stabilisator
- model en kleur door de leidende ambtenaar goed te keuren
- voor elk lokaal moeten deze studie en de inplantingsplannen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar voordat het materiaal en de installaties worden besteld.
Specifieke voorschriften en uitvoering:
- rechte lineaire buizen om in de groef te plaatsen, met onmiddellijke ontsteking
- geleverd met externe voorschakelapparatuur, in een polycarbonaatkast;
- rendement: 67%;
- conform norm CEI-EN 00000-0-00;
- met IP 20-bescherming voor de ingebouwde delen en IP 43-bescherming voor het optische gedeelte;
- elk toestel is eveneens uitgerust met vlak, in het midden gesatineerd boorsilicaatglas, geleverd met toebehoren voor plaatsing en een decoratieve ring in glanzend verchroomd staal;
- IRC K 3000;
- de lichtkleur in de bureaus is 183.
Met inbegrip van de plaatsing, de levering en de aansluiting van de verlichtingstoestellen, alsook de bevestigingen, starters, spaarlampen, het vlakke boorsilicaatglas en de toebehoren.
Uit te voeren controles:
- voorafgaande technische oplevering, op documenten, van het te installeren materiaal, voordat de levering en de plaatsing plaatsvinden;
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen ...);
- de voorlopige oplevering kan slechts plaatsvinden na de oplevering van de installatie door een erkende organisatie.
11.8 - BUITENVERLICHTINGSTOESTELLEN
Betreft:
Drie toestellen (cfr. gevelplan) voor buitengebruik, tegen de gevel te plaatsen en voor decoratief gebruik op de gevel.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van deze post. Met inbegrip van alle bijkomende werken, hulpstukken, enz.
Specifieke voorschriften en uitvoering:
- toestel tegen de gevel te plaatsen met compacte spaarlamp in verticale positie
- behuizing en ring in geborsteld aluminium of roestvrij staal;
- met reflector
- conform norm CEI-EN 00000-0-00;
- met geschikte IP-bescherming voor buitengebruik;
- model en lichtkleur ter goedkeuring voor te leggen aan de leidende ambtenaar; Met inbegrip van de levering en de aansluiting van de verlichtingstoestellen en de bevestigingen, starters, spaarlampen, enz. en toebehoren.
Uit te voeren controles:
- voorafgaande technische oplevering, op documenten, van het te installeren materiaal, voordat de levering en de plaatsing plaatsvinden;
- algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen ...);
- de voorlopige oplevering kan slechts plaatsvinden na de oplevering van de installatie door een erkende organisatie.
11.9 - VEILIGHEIDSVERLICHTINGSTOESTELLEN VOOR BINNEN
Betreft:
De veiligheidsverlichtingstoestellen voor binnen voor het hele gebouw. NB: de veiligheidsverlichting moet worden aangesloten op de hoofdzekering van de kamer waar het veiligheidsblok zich bevindt.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van deze post. Met inbegrip van alle bijkomende werken, hulpstukken, enz.
Specifieke voorschriften:
- de toestellen moeten voldoen aan de voorschriften van het Koninklijk Besluit van 19 december 1997 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffingen; middelhoge gebouwen, alsook hun bijlagen en updates;
- autonoom design verlichtingstoestel 1 x 8 W van het permanente type. Het verlichtingstoestel kan aan de muur of aan het plafond worden bevestigd, rechtstreeks of hangend (plaats overeen te komen met de leidende ambtenaar);
- het kan worden ingebouwd in het plafond met behulp van een montageset. Het verlichtingstoestel voldoet aan normen EN 60598-2.22 en XXX X00-000. Het is stralingsarm volgens EN 50081-1 en stralingsimmuun volgens EN 50082-1;
- het draagt het CE-merk en wordt geproduceerd door een onderneming met ISO 9001- certificatie. De fabrikant geeft een garantie van minstens 4 jaar op het verlichtingstoestel;
- het verlichtingstoestel bestaat hoofdzakelijk uit:
- een basis uit onder druk gegoten en met glasvezels verstevigd polyester. Het is voorzien van 4 voorgeboorde gaten voor doorvoer van een kabel van 10 mm. Het kan vooraf worden geïnstalleerd en elektrisch aangesloten;
- de elektrische-elektronische uitrusting, gemonteerd op een schuif uit wit polycarbonaat (reflectiecoëfficiënt minstens 95%), verstevigd met glasvezel en verbonden met de basis via een automatische insteekverbinding;
- een half-ellipsvormige koepel uit slagvast polycarbonaat, uitgevoerd volgens het Fresnel-principe. Het verlichtingstoestel garandeert, bij plafondmontage op 3 meter hoogte, met een tussenafstand van 15 m, een horizontale verlichtingssterkte van 1 lux op de vloer.
- de basis, de schuif en de koepel zijn brandwerend en zelfdovend en bestand tegen de gloeidraadtest van 850 °C. Het verlichtingstoestel behoort tot isolatieklasse II en heeft een beschermingsgraad van IP 42 bij plafondmontage;
- de batterij bestaat uit 2 cellen Ni-Cd van 4 Ah van het type 'hoge temperatuur' en garandeert een lichtstroom van minstens 220 lumen. Ze heeft een autonomie van minstens 1 uur na 24 uur laden. De voorschakelapparatuur zorgt voor een warme start, wat de levensduur verlengt;
- in overeenstemming met norm NBN C-71-598.2.22 moet het verlichtingstoestel een kenplaatje dragen met de gegevens van de lamp en de zekeringen en de datum en het type van batterij. Het elektronisch circuit en de netvoeding zijn galvanisch geïsoleerd. De oplaadstroom van de batterij is maximum 120 mA met compensatielading;
- controle en bediening van het verlichtingstoestel;
- het voert een automatische zelftest uit op de volgende wijze:
- elke dag, een werkingstest van 20 seconden; een wekelijkse test van het circuit, en om de 13 weken een volledige test van de autonomie. De gebruiker stelt het moment van de controles zelf in met behulp van een drukknop;
- alle informatie over de staat van het verlichtingstoestel wordt gegeven door 1 groene led en 2 rode leds. De leds kunnen drie soorten van fouten aangeven: defect aan de lamp, defect aan de batterij en defect aan het circuit. Wanneer de netspanning hersteld is, blijft de lamp nog 2 uur branden;
- maximale afmetingen: (L x B x H): 360 x 155 x 89;
- de toestellen beantwoorden aan de wettelijke voorschriften van de geldende veiligheidsnormen;
- de installatie moet voldoen aan NBN 713.20. De veiligheidsverlichting moet worden ingeschakeld zodra er een stroomonderbreking is;
- met inbegrip van alle leveringen, arbeidskosten, kosten, plaatsing en aansluiting van de verlichtingstoestellen, en van de toebehoren en lampen.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
11.10 - PICTOGRAMMEN
Betreft:
Voor alle lokalen van het gebouw; nooduitgang, vluchtweg, enz.
Omvat:
Levering, plaatsing, uitvoering en volledige aansluiting van deze post. Met inbegrip van alle bijkomende werken, hulpstukken, enz.
Omschrijving:
- het pictogram is een symbool dat de plaats en de richting van een nooduitgang of een vluchtweg aangeeft;
- het pictogram mag niet op de veiligheidsverlichtingstoestellen worden geplaatst;
- de tekens op het pictogram zijn wit tegen een achtergrond die symbool staat voor veiligheid (groen). De afmetingen en de helderheid moeten zorgen voor een goede herkenbaarheid;
- signalisatieborden die voldoen aan de wettelijke voorschriften op het vlak van aanduiding van nooduitgang en vluchtweg moeten worden aangebracht boven de veiligheidsverlichting;
- met inbegrip van alle leveringen, arbeidsuren en kosten.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
11.11 - ELEKTRISCHE BOILER
Betreft:
Levering, plaatsing en aansluiting van een elektrische boiler die in het gootsteenmeubel van de kitchenette moet worden geïnstalleerd, met inbegrip van doorboringen, inkepingen, aanwerkingen, speciale bekabelingen en andere bijkomende werkzaamheden.
Omvat:
Het betreft de elektrische boiler voor de keuken die moet worden ingebouwd onder de gootsteen. De toestellen zijn uitgerust:
- met een binnenkuip uit roodkoper of geëmailleerd staal beschermd door een magnesiumanode
- een homogene isolatie in cfk-vrij polyurethaanschuim,
- een esthetische mantel in hoogwaardig kunststof of gemoffeld plaatstaal;
- een vervangbaar verwarmingselement,
- een knop voor temperatuurregeling van 20 °C tot 8 0 °C, standaard af te stellen op ongeveer 55 °C,
- een thermostaat om de gewenste temperatuur te handhaven;
- een controlelampje dat de opwarmingsfase weergeeft (led ...);
- een soepel aansluitsnoer voorzien van een stekker met aarding;
- een droogkookbeveiliging;
- een veiligheidsaggregaat. De klep en het membraan zijn van het water gescheiden om ze te beschermen tegen kalkaanslag
en roest; het expansiewater vloeit weg in een hiervoor voorziene sifon die is afgedicht met een
pakkingring om te vermijden dat het waterslot droog komt te staan.
- onderdelen voor bevestiging aan de muur.
Technische voorschriften en uitvoering:
- Inhoud: minimum 15 liter (twee spoelbakken)
- Opwarmingstijd: maximum 20 minuten tot 65 °C
- Vermogen: minstens 2 kW
- Aansluitspanning: 230 V
- Inbouwafmetingen voor montage in het gootsteenmeubel
- Wateraansluiting: 1/2"
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
11.12 – TELEFONIE/FAX/DATA
Betreft:
Een binnenkomende lijn voor telefoon/fax/data moet in de polyvalente zaal worden geïnstalleerd.
Omvat:
Levering, plaatsing en aansluiting van ingebouwde RJ 45-contactdozen in de muur en gestructureerde kabels van het type UTP 5 of UTP 6.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
11.13 – DRAAGBARE BRANDBLUSSERS
Betreft en omvat:
De blusmiddelen voor 1e interventie die moeten worden geleverd en geplaatst, met inbegrip van de bijbehorende pictogrammen.
Technische voorschriften en uitvoering:
- Draagbare brandblusser conform de geldende normen van het type CO2- brandblusser van 5 kg.
- Het lichaam van de brandblusser bestaat uit metaalplaat. Alle onderdelen zijn gelast, waarbij een totale dichtheid gegarandeerd moet zijn.
- Het poeder is niet-toxisch, diëlektrisch, niet bevriesbaar en slorpt geen vocht op.
- Het poeder is universeel fijn en vloeibaar poeder van het type ABC
- Het brandblusapparaat wordt aan de muur bevestigd met een speciaal hiervoor ontworpen verzinkte houder.
Uit te voeren controles:
Algemene controle van de goede uitvoering van het werk (werking, aansluitingen, enz.).
*******