BRUIKLEENVOORWAARDEN
BRUIKLEENVOORWAARDEN
Artikel 1: Bruikleen
1. De bruikleengever geeft de voorwerpen als vermeld in deze bruikleenovereenkomst in bruikleen aan de bruikleennemer, die deze in bruikleen aanvaardt.
2. De bruikleennemer zal het bruikleen op een museaal verantwoorde wijze beheren op de plaats, die in deze bruikleenovereenkomst is aangegeven en verplicht zich alle maatregelen ter beveiliging tegen brand, inbraak, diefstal, vandalisme, vermissing of beschadiging te nemen, die van een goed beheerder verwacht mogen worden.
3. De voorwerpen dienen te worden opgesteld in voldoende beveiligde vitrines en grote voorwerpen die buiten vitrines worden opgesteld, moeten zodanig worden opgesteld dat ze niet uitnodigen tot aanraken.
4. Iedere voorgenomen wijziging van de verblijfplaats van het bruikleen wordt onmiddellijk gemeld aan de bruikleengever, en behoeft diens toestemming.
Artikel 2: Duur en beëindiging
1. Het bruikleen wordt verleend voor een bepaalde tijd, zoals in het bruikleenformulier vastgelegd.
2. Indien hiertoe aanleiding is, kan de bruikleengever besluiten tot tussentijdse beëindiging van het bruikleen.
Artikel 3: Inspectie
1. Het bruikleen kan door de bruikleengever worden geïnspecteerd.
2. Deze inspectie betreft de conditie van het bruikleen en de wijze waarop het object in het museum tentoon is gesteld.
3. De bruikleennemer zal alle gevraagde medewerking verlenen aan het uitvoeren van deze inspectie.
Artikel 4: Verzekering
1. Alle objecten moeten ofwel verzekerd zijn ofwel door een nationale indemniteitsregeling ofwel door een commerciële verzekeringsmaatschappij, zulks ter goedkeuring door de bruikleengever.
2. Alle bruiklenen moeten ‘van spijker tot spijker’ worden verzekerd inclusief transport.
3. De verzekeringswaarde van ieder object deel uitmakend van het bruikleen wordt vastgesteld door de bruikleengever en staat niet ter discussie.
4. De verzekering geschiedt door en op kosten van de bruikleennemer. Op verzoek dient deze een kopie van de verzekeringspolis aan de bruikleengever ter hand te stellen.
Artikel 5: Schade of verlies
1. De bruikleennemer stelt de bruikleengever onmiddellijk in kennis van verlies van of schade aan het bruikleen.
2. De bruikleengever heeft het recht de omvang van opgetreden schade te laten vaststellen door een door hem aan te wijzen beëdigd taxateur. De kosten daarvan komen voor rekening van de bruikleennemer.
3. Het is onder geen enkele voorwaarde toegestaan het bruikleen te reinigen, te conserveren of te restaureren zonder toestemming van de bruikleengever.
Artikel 6: Conditierapport
1. De bruikleennemer dient de conditie van het bruikleen aan de hand van het meegeleverde conditierapport te controleren bij het uitpakken aan het begin en bij het inpakken aan het einde van de bruikleenperiode. De bruikleengever controleert bij terugkeer van het bruikleen of de conditie van het bruikleen overeenstemt met die bij de opstelling van het rapport.
2. Het conditierapport zal worden ingevuld bij het uitpakken en inpakken bij de bruikleennemer. In geval van een reizende tentoonstelling zal bij iedere deelnemende instelling een controle van het bruikleen plaats vinden en het conditierapport worden ingevuld.
Artikel 7: Transport
1. De bruikleennemer is verantwoordelijk voor organisatie van het transport. Indien geen speciale voorwaarden in het bruikleencontract zijn opgenomen, dient het transport plaats te vinden in een goed onderhouden gesloten vrachtwagen of personenauto, zodanig ingericht dat botsen en glijden is uitgesloten.
2. De kosten van verpakking en transport zijn voor rekening van de bruikleennemer. De keuze van de transporteur is ter goedkeuring aan de bruikleengever.
3. Het bruikleen dient tijdens het transport begeleid te worden door (minimaal) twee personen, om te voorkomen dat het op enig moment onbeheerd is.
4. De voorwerpen worden door de transporteur afgeleverd op dezelfde plaats als vanwaar ze zijn opgehaald. Door de transporteur gebruikt emballagemateriaal wordt door hem retour genomen.
5. Over de datum en het tijdstip van transport naar en van de tentoonstelling dient door bruikleennemer ten minste twee weken tevoren te worden overlegd met de bruikleengever.
6. Het bruikleen moet binnen twee weken voor aanvang van de tentoonstelling bij de bruikleengever worden opgehaald en binnen twee weken na afloop van de tentoonstelling bij de bruikleengever worden terugbezorgd.
Artikel 8: Klimatologische omstandigheden.
1. Temperatuur, luchtvochtigheid en hoeveelheid licht dienen aan te sluiten bij algemeen aanvaarde normen in de museumwereld.
2. Pied-de-stals of andere ondersteuningsmiddelen voor speciale objecten zullen door de bruikleennemer op voorhand aan de bruikleengever ter goedkeuring worden voorgelegd.
3. Bruikleennemer stelt zich garant dat de vereiste klimatologische omstandigheden gedurende de duur van de tentoonstelling op peil blijven. Indien dit niet het geval is, dient de bruikleengever daarvan onverwijld in kennis worden gesteld.
Artikel 9: Reproductie en vermelding
1. Het fotograferen dan wel op een andere wijze reproduceren van het bruikleen is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de bruikleengever.
2. Als het bruikleen auteursrechtelijk is beschermd, mag de bruikleennemer dat werk niet reproduceren en publiceren voordat de gebruiker daarvoor toestemming heeft gekregen van de auteursrechthebbende. De bruikleennemer moet die toestemming zelf aanvragen. Het Drents Museum is niet aansprakelijk voor de gevolgen van een verzuim van de gebruiker om toestemming te verkrijgen.
3. De bruikleengever zal in catalogi, in opschriften en op andere voor het publiek bestemde aanwijzingen vermeld worden als:
4. De bruikleengever ontvangt ten minste twee exemplaren van de catalogus en/of andere publicaties en drukwerken die bij de tentoonstelling verschijnen.
Artikel 10: Geschillen
1. Deze overeenkomst is onderworpen aan het Nederlands recht. Geschillen kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde rechter.
2. Uit dit bruikleen of uit de naleving van vorenstaande bepalingen, kan nimmer voor de bruikleennemer een recht op restitutie of vergoeding van schade – reeds geleden of nog te lijden, uit welke oorzaak ook – ontstaan.
BIJZONDERE VOORWAARDEN
(alleen van toepassing voor zover expliciet vermeld op het bruikleencontract)
1. Transport in een geklimatiseerde, beveiligde en luchtgeveerde auto van een in kunsttransporten gespecialiseerde firma (verplicht bij transport van organisch materiaal en transport naar het buitenland, vanwege de lange reisduur).
2. Transport in een luchtgeveerde vrachtauto (verplicht bij grote en zware voorwerpen).
3. De voorwerpen dienen te worden vervoerd in kisten (verplicht bij kwetsbaar materiaal en transport naar het buitenland).
4. De voorwerpen dienen te worden vervoerd in klimaatkisten.
5. Het heen- en retourtransport van het bruikleen dient te worden begeleid door een vertegenwoordiger van de bruikleengever.
6. De voorwerpen mogen uitsluitend worden opgesteld of verplaatst in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de bruikleengever.
7. De voorwerpen dienen te worden opgesteld in een ruimte met een stabiele temperatuur van 18 tot 20°C en een stabiele relatieve luchtvochtigheid van 50-60% (met een marge van + of - 2% per 24 uur).
8. De voorwerpen mogen niet worden opgesteld in de directe nabijheid van daglicht en van warmte-, koude-, of tochtbronnen.
9. De voorwerpen mogen niet worden blootgesteld aan een lichtsterkte boven 50 Lux.
10. Voor de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de bruikleengever zijn de reis- en verblijfskosten alsmede een dagvergoeding voor rekening van de bruikleennemer.
18 april 2016