OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
betreffende
het verlenen van een domeinconcessie op een Goed in het beheer van De Vlaamse Waterweg
tussen
De Vlaamse Waterweg nv
en
[AANVULLEN]
OVEREENKOMST
Tussen de ondergetekenden:
1. | De Vlaamse Waterweg nv, naamloze vennootschap van publiek recht, opgericht bij het decreet van 2 april 2004 en gewijzigd met het decreet van 23 december 2016, met maatschappelijke zetel gevestigd te 0000 Xxxxxxx, Havenstraat 44, (RPR: Antwerpen, afdeling Hasselt), en met ondernemingsnummer 0216.173.309, rechtsgeldig vertegenwoordigd door [AAN TE VULLEN IN FUNCTIE VAN DELEGATIE] die handelt in naam van de vennootschap ingevolge de beslissing van haar Raad van Bestuur in zitting van @ Hierna: “DVW”; |
EN | |
2. | [AANVULLEN], met maatschappelijke zetel gevestigd te [AANVULLEN], (RPR: [AANVULLEN]), en met ondernemingsnummer [AANVULLEN], rechtsgeldig vertegenwoordigd door [AANVULLEN]; Hierna: : “de Concessionaris”; |
Partijen sub 1 t.e.m. 2 worden hierna individueel aangeduid als een “Partij” en gezamenlijk als de “Par- tijen”.
GELET OP:
- Bestek voor de gunning van een opdracht met het oog op de toekenning van een concessie voor diensten voor de exploitatie van een Regionaal Overslag Centrum gelegen aan de Dender te Aalst in opdracht van De Vlaamse Waterweg NV en van de aanleg en exploitatie van een vracht- wagenparking in opdracht van de stad Aalst.
- Het Kandidaatstellingsformulier,, die als bijlage bij huidige overeenkomst wordt gevoegd en er integraal deel van uitmaakt.
IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
VOORWERP VAN DE CONCESSIE
Oppervlakte en ligging
DVW geeft middels onderhavige overeenkomst een Goed , hierna genoemd “het Goed”, in concessie aan de Concessionaris met een bruto oppervlakte van 39.559,32 m²m², gelegen te Aalst, bestaande uit 5 kadastrale percelen gekend als Aalst, 3e afdeling, sectie D, perceelnummers 25B, 25C, 28A, 28B, 31 B,zoals aangeduid op bijgevoegd plan de dato ……. en plannummer …., dat als bijlage 1 bij onderhavige overeen- komst gevoegd is.
De Concessionaris erkent de berekende oppervlakte van 39.559,32 m² als nauwkeurig. Hij verklaart het Terrein te kennen en in dit verband van gelijk welke klacht af te zien, verborgen gebreken inbegrepen.
Bestemming
Het Goed wordt in concessie gegeven met het oog op de ontwikkeling van een watergebonden regionaal overslagcentrum te Aalst en vrachtwagenparking. De Concessionaris verbindt zich ertoe op het Goed geen andere activiteiten uit te voeren dan wordt vermeld in het Kandidaatstellingsformulier van de con- cessionaris.
De Concessionaris zal het Goed inrichten in functie van de aan- en/of afvoer van goederen via de water- weg. Indien uit de inrichting van het Goed zou blijken dat dit niet gebeurd is in functie van het goederen- vervoer via de waterweg, kan dit aanleiding geven tot de eenzijdige beëindiging van de concessieover- eenkomst conform de procedure zoals omschreven in artikel 7.1.
De Concessionaris zal met het oog op het verwezenlijken van deze bestemming de nodige vergunningen aanvragen binnen de 6 maanden na de inwerkingtreding van de concessieovereenkomst, in het bijzonder
de omgevingsvergunning. Hij levert hiertoe alle inspanningen om de nodige uitvoerbare vergunningen tijdig te verkrijgen.
De Concessionaris zal DVW op de hoogte houden door een afschrift van de vergunning of een afschrift van de weigering per aangetekend schrijven over te maken.
Indien de Concessionaris niet de hierboven bedoelde aanvra(a)g(en) heeft ingediend binnen de 6 maan- den na inwerkingtreding van de concessie of niet gestart is met de exploitatie van zijn activiteiten conform de hierboven bepaalde bestemming binnen een termijn van 3 jaar na de inwerkingtreding van de conces- sie zoals bepaald in artikel 2.1., dan wordt dit aanzien als een ernstige contractuele wanprestatie en kan de concessie eenzijdig beëindigd worden door DVW conform de procedure zoals omschreven in artikel 7.1.
De concessionaris is gehouden tot volledige transparantie m.b.t. de activiteiten die op de terreinen wor- den uitgevoerd naar zowel DVW en de Stad Aalst en dient op eenvoudig verzoek hieromtrent bijkomende informatie verschaffen naar DVW en de Stad Aalst. Bij niet nakoming van deze verplichtingen met betrek- king tot de transparantie is de concessionaris per inbreuk een boete van 5.000 euro verschuldigd in hoofde van de Stad Aalst. Indien de exploitatie van de activiteiten van de concessionaris niet in overeenstemming is met de hierboven bepaalde bestemming, dan wordt dit aanzien als een ernstige contractuele wanpres- tatie en kan de concessie eenzijdig beëindigd worden door DVW conform de procedure zoals omschreven in artikel 7.1.
Ten behoeve van de transparantie van de concessionaris zal met betrekking tot de financiële gegevens een auditeur aangesteld door DVW en Stad Aalst die jaarlijks een financiële audit uitvoert omtrent de activiteiten van de concessionaris op het in concessie gegeven Goed.
Indien de in het eerste lid van artikel 1.2 omschreven activiteit voorkomt op de lijst bedoeld door artikel 6 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, komen alle verplichtingen die door dit Decreet worden opgelegd aan zowel DVW als aan de Concessionaris en die ontstaan vanaf de inwerkingtreding van de concessie ten laste van de Concessionaris, die er de kosten van zal dragen. Alle uit dien hoofde aan DVW aangerekende sommen zullen dienen te worden terugbe- taald door de Concessionaris, die DVW zal vrijwaren tegen alle vorderingen wegens bodemverontreini- ging.
Staat van het Goed en plaatsbeschrijving
1.3.1. Algemeen
Het Terrein wordt in concessie gegeven in de staat waarin het zich bevindt, zonder dat DVW enig werk van verbetering, geschiktmaking of onderhoud moet uitvoeren. Een plaatsbeschrijving van het Terrein is opgenomen in bijlage 2 bij onderhavige overeenkomst.
DVW kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welke zichtbare of verborgen gebreken, noch voor huidige of toekomstige erfdienstbaarheden van openbaar nut op het Goed, van welke aard dan ook, waarvan de Concessionaris de uitoefening ongehinderd dient te laten gebeuren . Zij kan evenmin tijdens de duur van de concessie gehouden zijn tot enige onderhouds- of inrichtingswerken, behoudens anderslui- dend schriftelijk akkoord.
De concessionaris erkent op de hoogte te zijn van een erfdienstbaarheid ten voordele van Aquafin. Op perceel 31B rusten volgende erfdienstbaarheden:
Waterloop nummer achtenveertig en buurtweg nummer honderd veertig, met een breedte van drie meter. In de voormelde akte van negentien september tweeduizend en twee, verleden voor notaris Xxxxxxxx te Aalst, werden volgende bijzondere erfdienstbaarheden hernomen uit de verkoopakte verleden voor de- zelfde notaris op zestien december negentienhonderd tweeënnegentig, tussen de stad Aalst, enerzijds, en de naamloze vennootschap HFB, anderzijds, die luiden als volgt :
“1. De partij anderzijds moet gedogen dat langsheen de nieuwe Industrieweg op haar eigendom een zone wordt voorbehouden ten behoeve van leidingen voor de nutsmaatschappijen.
Deze zone is drie meter breed te rekenen vanaf de perceelsgrens. De maatschappijen zijn verplicht om, na aanleg van de leidingen, de eigendom in zijn oorspronkelijke toestand te herstellen (onder anderen afslui- tingen, verhardingen, beplantingen en andere). Zij zullen er tevens zorg voor dragen dat de eigenaars te allen tijde hun eigendom kunnen bereiken en dat de normale exploitatie van het bedrijf er niet door ver- stoord wordt.
2. De partij anderzijds erkent dat het perceel getroffen wordt door een gedeelte van de loop van de verlegde onbevaarbare waterloop nummer achtenveertig (op plan aangeduid met A-B). Op deze waterloop is het provinciaal reglement van zevenentwintig mei negentienhonderd vijfenvijftig op de onbevaarbare waterlo- pen waarop de wet van vijftien maart negentienhonderd vijftig niet toepasselijk is, van toepassing. De partij anderzijds erkent van dit reglement een exemplaar ontvangen te hebben.
3. De partij anderzijds erkent dat boven het perceel de Gecolilijnen van honderdvijftig kilovolt lopen. Voor de verticale en horizontale veiligheidszones, de stabiliteit van de masten bij graafwerken in de nabijheid, de beperkingen bij het aanwenden van alle metalen bouwwerken onder de lijnen kan de partij anderzijds con- tact opnemen met de naamloze vennootschap Electrabel, Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxxx.
4. De partij anderzijds, erkent dat in de ondergrond van het perceel door de naamloze vennootschap Aquafin volgens het project 91.451 “aanleg van prioritaire riolering tussen Wijngaardveld en Xxxxx Xxxxxx- mondsesteenweg” (op plan aangeduid met “bestaande collector diameter 130, 160 en 200) rioolwaterzui- veringsinfrastructuur werd aangelegd. (…) Aquafin en de partij anderzijds zijn als volgt overeengekomen :
In het raam van artikel 686 en volgende van het Burgerlijk Wetboek worden ten gunste van het heer- send erf en ten laste van de hierboven vermelde percelen, lijdend erf genoemd, de volgende zakelijke eeu- wigdurende erfdienstbaarheden gevestigd en dit ten laste van het lijdend erf, en niet van de persoon, ten behoeve van de aanleg en de uitbating in bovengemelde percelen van een gedeelte van bovenvermelde rioolwaterzuiveringsinfrastructuur.
De uitoefening van deze erfdienstbaarheden wordt als volgt geregeld :
“Artikel één : Aquafin wordt ertoe gemachtigd in bovenvermelde percelen alle werken uit te voeren of te laten uitvoeren voor de vervanging van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur met de vervoermiddelen, ma- terialen en werktuigen die hij of zijn aannemer hiertoe nuttig acht.
Artikel twee : Aquafin verbindt er zich toe van vermelde erfdienstbaarheid op zulke wijze gebruik te maken dat de eigenaar, de huurders of andere eventuele gebruikers van de grond zo weinig mogelijk hinder door deze werken ondergaan. Aquafin zal de werken mogen beginnen na eenvoudig kennisgeving aan de eige- naar en eventuele gebruikers.
Artikel drie : Aquafin zal, na uit te voeren werken van onderhoud of vervanging, aan de eigenaar (of gebrui- ker) elke eventuele schade veroorzaakt door de werken vergoeden die door bedoelde werken zou berok- kend worden. Het bedrag van de schadeloosstelling zal in gemeen overleg vastgesteld worden ; bij gebrek aan een regeling in der minne zal de schadevergoeding door een door beide partijen aangeduide deskundige bepaald worden.
Artikel vier : anderzijds verbindt de eigenaar er zich toe te onthouden van elke handeling die de leiding of haar exploitatie zou kunnen schaden en verleent Aquafin te allen tijde een toe- en doorgangsrecht te voet en met alle nuttige vervoermiddelen, materialen en werktuigen derwijze dat het toezicht en onderhoud van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur te allen tijde mogelijk is.
Een hierna bepaalde zone maakt het voorwerp uit van een erfdienstbaarheid non-aedificandi, die zich verzet tegen de volgende activiteiten binnen deze zone :
A. Binnen een strook van vijf meter (zie plan) mag, behoudens voorafgaande instemming van Aquafin, niet overgegaan worden tot :
- het oprichten van gebouwen of gesloten lokalen. Elk voorwerp dient aan Aquafin voorgelegd te worden opdat de te eerbiedigen veiligheidsafstanden overeenkomstig de vereisten van elk geval in het bijzonder zouden bepaald worden ;
- het wijzigen van het maaiveldniveau ;
- het opstapelen van goederen of materiaal met een gewicht van meer dan één ton per vierkante meter ;
- het heien van palen of piketten dieper dan één meter in de grond ;
- het rijden over de buis met rollend materieel met een aslast zwaarder dan twaalf ton, incluis mechanische graaftuigen ;
- het planten van andere bomen of diepwortelende struiken, waarvan de koper erkent een lijst ontvangen te hebben.
B. Zowel binnen als buiten hogerbepaalde zones zijn alle uitgravingen of ontgrondingen eveneens verboden welke de stabiliteit van de grond of de ondergrond waarin de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur zich bevindt in het gedrang zou kunnen brengen.
Aquafin heeft in het kader van deze erfdienstbaarheid non-aedificandi het recht wederrechtelijk opgetrok- ken gebouwen af te laten breken en de wederrechtelijk groeiende bomen of struiken met een stamdiameter op tien centimeter hoogte van meer dan vijftien centimeter, zelfs al werden zij niet aangeplant, te laten omhakken.
Artikel vijf : van deze overeenkomst zal melding gemaakt worden door de eigenaar in ieder akte houdende afstand of verhuring of vestiging van enigerlei recht op het bij dezer verkochte perceel.
Artikel zes : de eigenaar zal geen eigendomsrecht of andere rechten kunnen laten gelden op de rioolwater- zuiveringsinfrastructuur die Aquafin tot stand zal brengen in de bovenvermelde percelen krachtens huidige overeenkomst.
Artikel zeven : de aan Aquafin door huidige overeenkomst verleende rechten kunnen door haar overge- maakt worden aan een andere vennootschap, waaraan de vergunning voor het afvalwatertransport door bovenvermelde leidingen zou overgedragen worden, of aan haar rechtsopvolgers of gevolmachtigden.
Artikel acht : de erfdienstbaarheden zullen inwerking treden vanaf heden en worden aangegaan voor de
ganse bestaansduur van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur.”
In het algemeen zullen alle bijzondere erfdienstbaarheden de partijen en hun rechtsverkrijgenden verbinden
zolang zij van toepassing zijn.”
In de voormelde akte van negentien september tweeduizend en twee, verleden voor notaris Xxxxxxxx te Aalst, werden volgende verhuring en bijzondere erfdienstbaarheid opgenomen :
“De partij enerzijds heeft bij akte verleden voor ondergetekende notaris Xxxxxxxx op drieëntwintig novem- ber tweeduizend, overgeschreven op het eerste hypotheekkantoor te Dendermonde, op zeven december nadien, boek 9144 nummer 36 aan de coöperatieve vennootschap Intergem te Dendermonde een lokaal in huur gegeven bestemd voor een gasdrukreduceerinstallatie voor de voeding van de openbare netten van
de huurder. De verhuurder moet te allen tijde via zijn eigendom toegang tot het lokaal verlenen aan de agenten die werken voor de huurder. Tevens werd toelating gegeven om ondergrondse energieleidingen aan te leggen en te onderhouden in de eigendom van de verhuurder.
Deze overeenkomst blijft bestaan zolang de huurder de reduceerinstallatie nodig heeft voor de overeenge-
komen doeleinden.”
Op perceel 25B en 28 A zal volgende erfdienstbaarheid rusten:
1. Aquafin wordt ertoe gemachtigd in bovenvermeld perceel alle werken uit te voeren of te laten uitvoeren voor onderhoud, herstel en/of vervanging van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur met de vervoermidde- len, materialen en werktuigen die hij of zijn aannemer hiertoe nuttig acht.
2. Aquafin verbindt er zich toe van vermelde erfdienstbaarheid op zulke wijze gebruik te maken dat de eige- naar, de huurders of andere eventuele gebruikers van de grond zo weinig mogelijk hinder door deze werken ondergaan.
3. Aquafin zal de werken mogen beginnen na eenvoudige kennisgeving aan de eigenaar en eventuele ge- bruikers en dit minstens 15 dagen voor de aanvang van de werken.
4. Aquafin is aansprakelijk voor de schade die door haar fout of nalatigheid veroorzaakt wordt. Aquafin zal na de werken van xxxxxxxxx, herstel en/of vervanging aan de eigenaar (of gebruiker) elke eventuele schade veroorzaakt door deze werken vergoeden. Het bedrag van de schadeloosstelling zal in gemeen overleg vast- gesteld worden. Bij gebrek aan een regeling in der minne zal elk van de partijen voor eigen rekening een deskundige aanduiden. Indien door deze deskundigen geen overeenkomst wordt bereikt, zal het bedrag van de schade bepaald worden door de bevoegde rechtbank.
5. De eigenaar verbindt er zich toe zich te onthouden van elke handeling die de leiding of haar exploitatie zou kunnen schaden en verleent aan Aquafin te allen tijde een toe- en doorgangsrecht te voet en met alle nuttige vervoermiddelen, materialen en werktuigen derwijze dat het toezicht en onderhoud van de riool- waterzuiveringsinfrastructuur te allen tijde mogelijk is.
Een hierna bepaalde zone maakt het voorwerp uit van een erfdienstbaarheid non-aedificandi, die zich verzet tegen de volgende activiteiten binnen deze zone:
a. Binnen de erfdienstbaarheidszone zoals aangeduid op voormeld plan in blauwe arcering mag, behou- dens voorafgaande instemming van Aquafin, niet overgegaan worden tot:
1. het oprichten van gebouwen of gesloten lokalen. Elk ontwerp dient aan Aquafin voorgelegd te wor- den opdat de te eerbiedigen veiligheidsafstanden overeenkomstig de vereisten van elk geval in het bijzonder zouden bepaald worden.
2. het wijzigen van het maaiveldniveau
3. het opstapelen van goederen of materiaal met een gewicht > 1T/m²
4. het heien van palen of piketten in de grond die de buis kunnen beschadigen
5. het rijden over de buis met rollend materieel met een aslast zwaarder dan 12 ton, incluis mechani- sche graaftuigen
6. het planten van diepwortelende struiken en/of bomen (zie tevens lijst met toegelaten bomen en struiken)
b. Verder zijn zowel binnen als buiten voornoemde zones alle uitgravingen of ontgrondingen, welke de stabiliteit van de grond of de ondergrond waarin de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur zich bevindt in het gedrang zou kunnen brengen, eveneens verboden.
Aquafin heeft in het kader van deze erfdienstbaarheid non-aedificandi het recht wederrechtelijk opge- trokken gebouwen af te laten breken en de wederrechtelijk groeiende bomen of struiken met een stamdia- meter op 10cm hoogte van meer dan 15cm, zelfs al werden zij niet aangeplant, te laten omhakken.
6. Van deze overeenkomst zal melding gemaakt worden door de eigenaar in iedere akte houdende afstand of verhuring van of vestiging van enerlei recht op voornoemd perceel.
7. De aan Aquafin door huidige overeenkomst verleende rechten kunnen door haar overgemaakt worden aan een andere vennootschap, waaraan de vergunning voor het afvalwatertransport door bovenvermelde leidingen zou overgedragen worden, of aan haar rechtsopvolgers of gevolmachtigden.
8. Onderhavige overeenkomst zal in werking treden vanaf heden, en wordt aangegaan voor de ganse be-
staansduur van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur.”
1.3.2. Bodemtoestand [Aan te passen indien er wel sprake is van een risicogrond]
DVW verklaart dat er op het Goed bij haar weten geen risico-inrichting gevestigd is of was, zoals bedoeld in artikel 2 en artikel 6 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bo- dembescherming.
De Vlaamse Waterweg nv legt het bodemattest voor dat betrekking heeft op voorschreven onroerend goed en dat werd afgeleverd door OVAM op 11.01.2013.
De inhoud van dit bodemattest luidt:
“Volgens het Bodemdecreet moet er geen beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd worden op deze grond. De OVAM baseert zich voor deze uitspraak op het oriënterend bodemonderzoek van 08.05.2006, en op de hierin opgenomen bodemkenmerken en functie van de grond.”
Gebruik van het Goed
§ 1 Alle inrichtings- en onderhoudskosten die verband houden met het Goed en de infrastructuur blijven tijdens de hele duur van de concessie uitsluitend ten laste van de Concessionaris. De Concessiona- ris is er derhalve toe gehouden het Goed te onderhouden.
De Concessionaris zal zich schikken naar de voorschriften die voortvloeien uit de reglementering inzake de bodemsanering en er alle kosten van dragen ter ontlasting van DVW met uitzondering van de kosten ten gevolge van bodemverontreiniging die dateert van vóór de inwerkingtreding van onderhavige conces- sieovereenkomst.
§ 2 Aangezien de Concessionaris het Goed in concessie neemt met de verplichting tot het gebruik van de waterweg, is de Concessionaris gehouden zich vanaf de inwerkingtreding van onderhavige overeen- komst te voorzien van een domeinvergunning voor het gebruik van zowel de strook begrepen tussen de grens van de in onderhavige overeenkomst bedoelde gronden en de kademuur, als de kademuur zelf en de wateroppervlakte.
Deze verplichting doet niets af aan het precair karakter van deze domeinvergunning, maar de verplichting wordt opgeschort voor de duur dat DVW de domeinvergunning zou schorsen of tijdelijk zou intrekken. De schorsing of de tijdelijke intrekking van de domeinvergunning geeft op geen enkele wijze aanleiding tot enige schadevergoeding vanwege DVW aan de Concessionaris.
Xxxx en beperking van de toegestane rechten
1.5.1. Algemeen
Beide Partijen erkennen dat de concessie een precair recht betreft en bijgevolg niet kan worden aanzien als een zakelijk of persoonlijk recht. Door onderhavige overeenkomst kan de Concessionaris nooit zake- lijke rechten op het Goed verwerven, noch van andere rechten genieten dan deze uitdrukkelijk in onder- havige concessieovereenkomst omschreven.
1.5.2. Overdracht van rechten en toekennen van rechten aan derden
§ 1. De Concessionaris mag de rechten, voortvloeiend uit de onderhavige concessieovereenkomst dan wel deze concessieovereenkomst zelf niet afstaan, verhuren of overdragen, noch geheel of gedeeltelijk, noch van die rechten gebruikmaken voor een inbreng in een rechtspersoon of om uit onverdeeldheid te
treden, zonder de voorafgaande, uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van DVW. De Concessionaris blijft hoe dan ook hoofdelijk aansprakelijk voor de uitvoering van de verbintenissen voortvloeiende uit de Concessie, tenzij anders wordt overeengekomen.
§ 2. Indien de Concessionaris de voorafgaande, uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming niet vraagt of de weigering van DVW negeert resp. DVW niet voorafgaand schriftelijk in kennis stelt, dan wordt dit aanzien als een ernstige contractuele wanprestatie en kan de concessie eenzijdig beëindigd door DVW worden conform de procedure in artikel 7.1.
DUUR VAN DE CONCESSIE
Duur – Vervaldag
Onderhavige concessieovereenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum van ondertekening door beide Partijen. Zij eindigt op de dag van de beëindiging van het concessie- recht, onverminderd het gestelde in artikel 2.3.
De concessie wordt toegekend voor een termijn van 27 jaar met aanvang op de dag van inwerkingtreding
van onderhavige concessieovereenkomst om van rechtswege te eindigen op , zonder betekening van opzeg en zonder dat een stilzwijgende vernieuwing of verlenging zou kunnen in- treden.
Verlenging
De concessie kan worden verlengd indien de concessionaris tussen de 36ste en de 24ste maand vóór de einddatum van de lopende concessie de verlenging aanvraagt per aangetekende brief gericht aan DVW.
In geval van een beslissing tot toekenning van een verlenging zullen de modaliteiten van de eventuele verlenging van de concessie worden beoordeeld in functie van de richtlijnen die op dat ogenblik zullen gelden tussen het Vlaamse Gewest en DVW en tussen Stad Aalst en DVW en in functie van de concrete onderhandelingen tussen Partijen. De verlenging komt enkel tot stand door de ondertekening door beide Partijen van een addendum houdende verlenging van de concessieovereenkomst ten laatste 21 maanden vóór de einddatum van de lopende concessie.
Bezetting van het Goed na het einde van de concessie
Ingeval de bezetting van het Goed hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk voortgezet wordt na hetzij (a) het einde van de duur van de onderhavige concessieovereenkomst of (b) na de datum waarop onderhavige conces- sieovereenkomst voortijdig is beëindigd overeenkomstig artikel 7.1. t.e.m. 7.3., en dit zonder het schrif- telijk en voorafgaand addendum, dan wordt deze bezetting aanzien als een “bezetting zonder recht of titel” en is de Concessionaris een vergoeding verschuldigd wegens bezetting zonder recht of titel. Deze vergoeding wordt voor het geheel van de bezetting per kalenderdag bepaald zoals voorzien in artikel 3.1.,
§ 3. Het niet tijdig voldoen van de verplichtingen voortvloeiende uit het Bodemdecreet inzake sluiting van risico-inrichting dan wel de overdracht van gronden wordt eveneens aanzien als een bezetting zonder recht of titel.
Zonder afbreuk te doen aan hetgeen uiteengezet is in artikel 4.3. en 4.4., zal het feit dat het Goed niet in goede staat of niet volledig ontruimd van alle opslag, goederen of afval – of ze nu aan de Concessionaris toebehoren of niet – terug ter beschikking gesteld wordt van DVW, worden gelijkgesteld met een voort- zetting van de bezetting zonder voorafgaand akkoord van DVW, en dit voor het geheel van het Goed.
Desgevallend zal de Concessionaris de vergoeding bepaald in artikel 3.1., § 3 verschuldigd zijn tot aan de volledige ontruiming of in-orde stelling van het Goed.
De Concessionaris blijft aansprakelijk inzonderheid wat betreft alle mogelijke verschuldigde belastingen, de leegstand of verwaarlozing van gebouwen.
De betaling van de vergoeding, hierboven vermeld, verleent de Concessionaris geen recht op de bezetting van het Goed, noch op hernieuwing of verlenging van de concessie.
CONCESSIERECHT
Bedrag van het recht
§ 1. Het bedrag van het concessierecht wordt berekend op de oppervlakte van het in concessie ge-
geven voorwerp, omschreven in artikel 1.1. en is vastgesteld op [bedrag vermeld op het kandidaatstellingsformulier] EUR per m² en per jaar (excl. BTW).. Bij opwaardering van de Dender naar CEMT klasse IV is het concessierecht vastgelegd op …………………….. [bedrag vermeld op het
kandidaatstellingsformulier] EUR per m² en per jaar (excl. BTW). Bij de voltooiing van de werken m.b.t. de opwaardering van de Dender wordt de concessionaris per brief op de hoogte gebracht.
§ 2. Het concessierecht is verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de Concessionaris een uitvoerbare omgevingsvergunning heeft verkregen voor de realisatie van de bestemming zoals bedoeld in artikel 1.2, en uiterlijk op de dag waarop het Goed door de Concessionaris in gebruik wordt genomen, om welke reden ook..
Het concessierecht zal op de eerste januari van ieder jaar aangepast worden aan het indexcijfer der con- sumptieprijzen volgens de volgende formule:
X x Y |
Z |
Waarbij:
X = basisbedrag
Y = indexcijfer van de maand december voorafgaand aan de aanpassing
Z = basisindex van december 2020.
Deze vergoeding zal jaarlijks door DVW opgeëist worden door middel van de verzending van een factuur en is betaalbaar volgens de voorwaarden die op de factuur vermeld staan binnen de maand na factuur- datum.
§ 3. In geval van bezetting van het Goed, zoals bepaald en omschreven in artikel 2.3., wordt de ver- goeding voor het geheel van de bezetting per kalenderdag gebracht op:
- 1/10 van de maandelijkse concessievergoeding, per kalenderdag voor een vertraging van ten hoogste 30 dagen, en
- 1/5 van de maandelijkse concessievergoeding, per kalenderdag vanaf de 31ste kalenderdag.
In elk geval bedraagt deze vergoeding minimaal:
- € 500,00 per kalenderdag voor een vertraging van ten hoogste 30 dagen, en
- € 1.000,00 per dag vanaf de 31ste kalenderdag.
Dit alles onverminderd de schadevergoedingen en interesten die DVW kan vorderen.
§ 4. De Concessionaris wordt erop gewezen dat het verschuldigde concessierecht onderworpen is aan de BTW-heffing overeenkomstig de geldende BTW-reglementering.
§ 5. Tijdens de duur van de concessie kan het verschuldigde concessierecht niet worden aangepast, behoudens de bepalingen opgenomen in §1 en § 2 van onderhavig artikel. Elke wijziging aan onderhavige concessieovereenkomst op vraag van de Concessionaris kan evenwel aanleiding geven tot aanpassing van de voorwaarden.
§ 6. Gebruiksbeperkingen of andere voorzorgsmaatregelen of saneringswerken in verband met de bo- demverontreiniging die door de overheid aan de Concessionaris worden opgelegd, kunnen geen aanlei- ding geven tot vermindering of schorsing van de verplichting om het concessierecht te betalen.
Het aanvragen van een vergunning of beperkingen, opgelegd door de wetgeving, kunnen evenmin aanlei- ding geven tot vermindering of schorsing van de verplichting om het concessierecht te betalen, noch om te stellen dat het Goed niet ter beschikking kan worden gesteld.
Betaling der belastingen
De Concessionaris moet alle belastingen, retributies, heffingen, aanslagen en alle andere taksen ingevolge het gebruik van de gronden, opgelegd door de Staat, het Vlaamse Gewest, de provincie, de gemeente of andere openbare besturen, betalen en dit ter ontlasting van DVW.
Het bedrag der belastingen is betaalbaar op eerste verzoek, binnen de termijn en volgens de modaliteiten die vastgesteld zijn in de brief waarin de betaling geëist wordt.
Aanmaning – Niet-tijdig betalen van concessierecht of belastingen
De niet-betaling van het concessierecht uiterlijk op de vervaldag vermeld op de factuur, of de niet-betaling van de wettelijke gevorderde belastingen, wordt aanzien als een ernstige contractuele wanprestatie. In dat geval kan de concessie eenzijdig beëindigd worden door DVW conform de procedure voorzien in arti- kel 7.1.
Achterstal in de betaling
Ingeval van achterstal van meer dan één maand in het betalen van de concessierechten, van de belastin- gen, of van de onkosten, schadevergoedingen en intresten, voortvloeiend uit de bepalingen van onder- havige concessieovereenkomst, is de Concessionaris van rechtswege en zonder ingebrekestelling de ren- tevoet betalingsachterstand handelstransacties verschuldigd vanaf de vervaldag.
Garantie
§ 1. Een garantie onder de vorm van een bankgarantie ten belope van EUR, namelijk
een bedrag gelijk aan één jaar niet-geïndexeerd concessierecht (inclusief BTW), zal door de Concessionaris binnen de maand na inwerkingtreding van de Concessieovereenkomst, ter beschikking gesteld worden.
§ 2. Hierbij dient gebruik gemaakt te worden van de volgende formulering:
“Wij … stellen ons tegenover De Vlaamse Waterweg nv onvoorwaardelijk en onherroepelijk borg voor de naleving van de verplichtingen die de firma … (hierna: de Concessionaris) heeft opgenomen in de overeen- komst … [titel overeenkomst opnemen, datum en partijen].
Wij verbinden ons ertoe om, na het verstrijken van de in de aanmaning van De Vlaamse Waterweg nv voorziene termijn om zich in de regel te stellen, aan De Vlaamse Waterweg nv, op eenvoudig verzoek, het bedrag uit te betalen dat de Concessionaris, in gebreke blijft te voldoen, en dit tot een maximum bedrag van …, in kapitaal, intresten en kosten.
Deze garantie blijft gelden totdat de Concessionaris aan al zijn contractuele verplichtingen heeft voldaan, ook ingeval deze in faillissement zou worden verklaard. In dat geval zal aan De Vlaamse Waterweg nv eveneens, op eenvoudig verzoek, betaald worden na het verstrijken van de in de aanmaning van De Vlaamse Waterweg nv voorziene termijn om zich in regel te stellen.”
§ 3. De garantie kan door DVW worden aangewend telkens wanneer de Concessionaris in gebreke blijft te voldoen aan diens verplichtingen die voortvloeien uit onderhavige concessieovereenkomst en na het doorlopen van de in onderhavige paragraaf vermelde stappen. Het in gebreke blijven van de Conces- sionaris zal door DVW telkens worden vastgesteld middels een aangetekende brief waarvan de borgsteller kopie ontvangt, waarin de Concessionaris tevens zal worden aangemaand om binnen de daarin voorziene termijn zich in de regel te stellen. DVW zal vervolgens over de garantie kunnen beschikken van zodra de voorziene termijn in de aanmaning om zich in de regel te stellen verstreken is zonder dat de Concessio- naris zich in de regel gesteld heeft. In dat geval zal DVW automatisch en zonder verdere verwittiging de garantie kunnen aanwenden.
§ 4. De garantie moet gedurende de volledige duur van onderhavige concessie gehandhaafd blijven. Ingeval deze wordt aangewend, heeft de Concessionaris 6 maanden de tijd om deze aan te vullen tot het bedrag van de initieel gestelde garantie.
Ingeval de Concessionaris geen garantie stelt respectievelijk aanvult binnen de hierboven voorziene ter- mijn, dan wordt dit aanzien als een ernstige contractuele wanprestatie en kan de concessie eenzijdig be- eindigd worden door DVW conform de procedure voorzien in artikel 7.1.
HET STATUUT VAN GEBOUWEN EN INSTALLATIES
Eigendom van de gebouwen en installaties
De gebouwen en installaties, die de Concessionaris op het Goed zou oprichten, blijven zijn eigendom tij- dens de duur van onderhavige concessieovereenkomst.
Voorwaarden aangaande de gebouwen en installaties
§ 1. Vooraleer gebouwen of installaties op het Goed op te richten, zal de Concessionaris dit voorne- men ter kennis brengen van DVW. Op aanvraag van DVW zal de Concessionaris alle informatie aangaande de geplande constructies zoals plannen, bescheiden en andere documenten aan DVW bezorgen.
De Concessionaris zal de nodige vergunningen en de noodzakelijke toelatingen bij de verschillende over- heden en besturen aanvragen en verkrijgen. Hij verbindt zich ertoe om voor de aanvang van de geplande werken een afschrift of kopie van alle terzake ingediende bescheiden, bekomen toelatingen en vergun- ningen aan DVW te betekenen en dit op straffe van niet-uitvoering van de werken.
De bomen of beplantingen die eventueel tijdens het oprichten van gebouwen en installaties door de Con- cessionaris op het Goed worden beschadigd of vernield, en die zonder de vereiste vergunning zijn gerooid, moeten door de Concessionaris op zijn kosten opnieuw worden aangeplant overeenkomstig de aandui- dingen van DVW en worden vergoed volgens de Uniforme methode voor waardebepaling van bomen.
§ 2. De door de Concessionaris opgerichte gebouwen en installaties op het Goed [optioneel: en de reeds aanwezige gebouwen en installaties op het Goed voor aanvang van de concessie] moeten door en
op kosten van de Concessionaris in goede staat van onderhoud bewaard worden tot aan het einde van onderhavige concessie.
Bestemming van de gebouwen en de installaties opgericht door de Concessionaris bij het einde van de concessie
Bij het einde van de concessie, hetzij door het verstrijken van de termijn hetzij door een in rechte uitge- sproken ontbinding, heeft de concessionaris die op de grond gebouwen of beplantingen zal hebben aan- gebracht, niet het recht om deze weg te nemen. Deze komen voor de volle eigendom toe aan de conces- sieverlenende vennootschap, zij het tegen betaling van de prijs van de toegevoegde materialen, in zoverre de concessieverlenende vennootschap vooraf schriftelijk heeft ingestemd én met hun oprichting én met hun totale waarde, minstens met een maximale waarde. De door de concessieverlenende vennootschap verschuldigde prijs is deze van de nieuwprijs van de materialen op het moment van de beëindiging van het contract, verminderd met de slijtage en vestusteit.
Indien de concessieverlenende vennootschap niet om zijn instemming is gevraagd met de oprichting van de gebouwen of beplantingen en met hun waarde, dat zal de concessieverlenende vennootschap geen vergoeding verschuldigd zijn. Indien de concessionaris boven de maximale waarde is gegaan waarmee de concessieverlenende vennootschap akkoord is gegaan, dan zal de verschuldigde vergoeding berekend worden op basis van de maximale en niet op basis van de reële waarde.
Voor de goede orde bevestigen partijen dat er op het moment van de aanvang van de concessie geen gebouwen of beplantingen aanwezig zijn op de concessie gegeven grond.
Indien de waarde van de opgerichte gebouwen en beplantingen op het ogenblik van de beëindiging van de concessie zodanig laag is dat ze de kosten van verwijdering ervan niet dekt, kan de concessieverle- nende vennootschap, indien hij de opgerichte gebouwen of beplantingen niet wil behouden, deze binnen de drie maanden na beëindiging en middels aangetekende brief door de uittredende concessionaris doen verwijderen, en de weggenomen grond doen aanvullen en nivelleren.
Veiligheidsmaatregelen
De Concessionaris is verplicht om de wettelijke veiligheidsmaatregelen te nemen om de door hem opge- richte gebouwen en installaties op het Goed te vrijwaren tegen ernstige voorvallen, zoals brand, storm- schade, bliksem, ontploffing en dergelijke, en dit vooraleer de Concessionaris overgaat tot de ingebruik- name van de door hem opgerichte gebouwen en installaties
Niet-nageleefde termijnen
Ingeval het herstel in de oorspronkelijke staat, zoals bepaald in artikel 4.3, niet voltooid is bij het beëindi- gen van de concessie of bij het verstrijken van de door DVW toegestane termijn, heeft DVW het recht, hetzij deze werken, op kosten van de in gebreke blijvende Concessionaris, zonder voorafgaande aanma- ning of waarschuwing, geheel of gedeeltelijk uit te voeren of te doen uitvoeren op de volgens haar meest geschikte manier, hetzij de gebouwen en installaties die niet tijdig afgebroken zijn, geheel of gedeeltelijk te behouden, zonder dat zij in dat geval enige vergoeding aan de Concessionaris verschuldigd is.
AANSPRAKELIJKHEDEN
Algemeenheden
§ 1. DVW kan op geen enkele wijze aansprakelijk gesteld worden voor het niet naleven van wettelijke, decretale en reglementaire verplichtingen door de Concessionaris en is evenmin aansprakelijk voor het gebruik van het Goed indien dit gebruik niet met de geldende wetten en reglementen in overeenstem- ming is of zou zijn. Evenmin kan DVW aansprakelijk worden gesteld voor een foutieve daad of nalatigheid van de Concessionaris.
De Concessionaris zal DVW en het Vlaamse Gewest te allen tijde vrijwaren tegen vastgestelde inbreuken en zal bijgevolg instaan voor alle daaruit voortvloeiende gevolgen.
§ 2. De Concessionaris is verantwoordelijk zowel tegenover derden als tegenover DVW en het Vlaamse gewest voor alle verliezen, diefstallen, averij, schade, ongevallen, waardeverlies of nadeel die rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen voortspruiten uit het gebruik van de rechten die voortvloeien uit onderhavige concessieovereenkomst, zelfs wanneer deze het gevolg zouden zijn van maatregelen voor- geschreven of uitgevoerd door DVW. De Concessionaris verzaakt in dit verband uitdrukkelijk aan alle
verhaal tegenover DVW. De Concessionaris zal DVW in dit verband tegen alle aanspraken van derden vrijwaren. De Concessionaris verbindt zich ertoe op eerste verzoek van DVW tussen te komen in alle ge- schillen in dit verband.
§ 3. De Concessionaris erkent uitdrukkelijk dat hij tegenover DVW nimmer enig bezwaar, met uit- sluiting van zware fout, grove nalatigheid of opzet in hoofde van DVW zal kunnen doen gelden tegen het gebruik dat zou kunnen gemaakt worden van de gronden, kaaivlakten, inrichtingen of werken, palend aan of gelegen in de nabijheid van het Goed, noch tegen het tot stand komen aldaar van inrichtingen, gerang- schikt als gevaarlijk, hinderlijk of ongezond.
Verzekeringen
5.2.1. Verzekering van de gebouwen en installaties opgericht door de Concessionaris
§ 1. De Concessionaris is ertoe gehouden het geheel de door hem opgerichte gebouwen en installaties (met aanhorigheden en uitrusting) op het Goed voor de volledige duur van onderhavige concessieover- eenkomst te verzekeren tegen de gevaren van brand, bliksem, ontploffing, neerstorten van vliegtuigen en stormschade. Deze verzekering dient te worden afgesloten vanaf de dag waarop met de bouwwerken begonnen wordt.
§ 2. Voormelde verzekering dient afgesloten te worden bij een in de EU gevestigde of vertegenwoor- digde verzekeringsmaatschappij aan de algemene voorwaarden en bepalingen van de Belgische brand- verzekeringspolis.
§ 3. Dit verzekeringscontract zal de clausule van de verhaalsafstand bevatten ten voordele van alle eventuele huurders, onderhuurders, onderconcessionarissen en alle eventuele andere gebruikers, van alle buren, verantwoordelijke personen en garanten, van DVW en het Vlaamse Gewest en van alle andere derden, waaronder deze die verantwoordelijkheid zouden dragen uit hoofde van diensten en werken.
GEGARANDEERDE OVERSLAG
De Concessionaris heeft in het kandidaatstellingsformulier een gemiddelde jaarlijkse overslaghoeveelheid
van ton of TEU opgegeven voor exploitatie van het ROC aan de Dender met CEMT klasse
II. Na opwaardering van de Dender heeft de Concessionaris in het kandidaatstellingsformulier een gemid-
delde jaarlijkse overslaghoeveelheid van ton of TEU opgegeven. Indien de Concessionaris
deze hoeveelheid niet behaalt zal van rechtswege het geïndexeerde concessierecht verschuldigd voor het kalenderjaar waarin de hoeveelheid diende behaald te worden met 10 procent worden verhoogd per schijf van 10 procent die minder werd overgeslagen.
In het kalenderjaar volgend op het jaar van ondertekening van onderhavige overeenkomst dient de ge- middelde jaarlijkse overslaghoeveelheid niet behaald te worden en is de verhoging bijgevolg niet van toe- passing. In het kalenderjaar daarop volgend dient 50 procent van de gemiddelde jaarlijkse overslaghoe- veelheid behaald te worden.
De verificatie van de verladen goederen gebeurt op basis van een gedetailleerde oplijsting op een digitaal formulier van DVW en ingevuld door de Concessionaris binnen een termijn van 60 kalenderdagen na af- loop van het kalenderjaar met vermelding van onder meer volgende gegevens:
- Datum van het laden/lossen van de goederen
- Naam van het schip dat de goederen heeft geladen/gelost
- Lading of lossing
- Gebruikte kade
NALEVEN VAN VERBINTENISSEN
Procedure voor de beëindiging omwille van contractuele wanprestatie
Indien een Partij een inbreuk vaststelt op de bepalingen van onderhavige concessieovereenkomst door de andere Partij, dan zal zij die andere Partij aangetekend in gebreke stellen op het adres opgegeven in onderhavige concessieovereenkomst.
Indien na voormelde ingebrekestelling geen aanvang wordt genomen door de in gebreke zijnde Partij om de vastgestelde inbreuk binnen een redelijke termijn te regelen, dan kan de niet in gebreke zijnde Partij de voortijdige beëindiging van deze concessieovereenkomst vorderen voor de bevoegde rechtbank. De in
gebreke zijnde Partij lastens wie deze concessieovereenkomst voortijdig beëindigd wordt, is een schade- vergoeding verschuldigd voor de werkelijk geleden en bewezen schade van de niet in gebreke zijnde Partij.
De niet in gebreke zijnde Partij kan ondanks de vastgestelde contractuele wanprestaties tot de voortzet- ting van onderhavige concessieovereenkomst besluiten. De voortzetting van de overeenkomst doet geen afbreuk aan het recht op schadevergoeding waarop de niet in gebreke zijnde Partij aanspraak kan maken voor haar werkelijke geleden en bewezen schade ingevolge de contractuele wanprestaties.
Faillissement – vereffening
Onderhavige concessieovereenkomst neemt van rechtswege een einde ingeval van faillissement of veref- fening van de Concessionaris en wel vanaf de datum van het vonnis waarin het faillissement wordt uitge- sproken of tot de ontbinding wordt beslist. Vanaf deze datum is het Goed opnieuw ter beschikking van DVW en worden alle gebouwen en installaties haar eigendom zonder dat zij hiervoor enige vergoeding verschuldigd is.
In afwijking van het voorgaande lid, kan onderhavige concessieovereenkomst evenwel op verzoek van de curator of de vereffenaar(s) worden verdergezet, mits voorafgaande, uitdrukkelijke en schriftelijke toe- stemming van DVW, tot de curator of de vereffenaar(s) een overnemer gevonden heeft aan wie onder- havige concessieovereenkomst en de zich op het Goed bevindende gebouwen en installaties kunnen wor- den overgedragen.
DVW zal aan deze overdracht haar voorafgaande, uitdrukkelijke en schriftelijke goedkeuring verlenen voor zover de door de curator of vereffenaar(s) voorgestelde overnemer(s):
(i) zich ertoe verbindt de activiteiten en de bestemming zoals omschreven in artikel 1.2. na te leven;
(ii) alle aan DVW verschuldigde bedragen volledig vergoeden;
(iii) voldoende waarborgen biedt voor de verdere exploitatie van het Goed voor de volledige duur van onderhavige concessieovereenkomst en de naleving van de verbintenissen die hierin ver- vat zijn. De beoordeling hiervan behoort tot de discretionaire bevoegdheid van DVW.
VERPLICHTINGEN IN HET KADER VAN HET EINDE VAN DE CONCESSIE
Ten minste twaalf maanden vóór de einddatum van onderhavige concessieovereenkomst zal de Conces- sionaris op zijn kosten de nodige initiatieven nemen voor het bekomen van een bodemattest. Wanneer de Concessionaris in gebreke blijft inzake het nemen van de nodige initiatieven tot het bekomen van de bodemattesten, kan DVW dit initiatief van hem overnemen op kosten van de Concessionaris. De Conces- sionaris zal tevens instaan voor alle andere verplichtingen die op hem rusten krachtens het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, zodat een overdracht in de zin van het Bodemdecreet vóór het einde van de concessie kan worden gerealiseerd.
In geval van beëindiging van de concessie in toepassing van artikel 7.1. t.e.m. 7.3., zal de Concessionaris dan wel curator of vereffenaar de nodige initiatieven nemen onmiddellijk na de kennisgeving van de be- eindiging.
ALGEMENE BEPALINGEN VERBONDEN AAN DE CONCESSIE
Adres
Elke adreswijziging in hoofde van een Partij wordt onverwijld meegedeeld aan de andere Partij.
Afpalingsstenen
Door de Concessionaris dienen alle maatregelen getroffen te worden opdat bestaande afpalingsstenen die ter plaatse de grenzen van het domein aanduiden, in oorspronkelijke staat behouden en niet bescha- digd worden. De afpalingsstenen, die verplaatst of verwijderd worden, moeten op kosten van de Conces- sionaris door een beëdigd landmeter, in aanwezigheid van DVW, worden teruggeplaatst.
Beschadigingen aan de waterweg en aanhorigheden
Eventuele beschadigingen aan de waterweg en zijn aanhorigheden die voortvloeien uit het gebruik van onderhavige concessieovereenkomst dienen door en op kosten van de Concessionaris te worden hersteld, volgens de aanduidingen van DVW.
Veiligheid
De Concessionaris moet te allen tijde de passende maatregelen nemen ter vrijwaring van de openbare veiligheid en de veiligheid van de scheepvaart. Hij mag de scheepvaart nooit belemmeren.
Personeel van DVW
Ten behoeve van de exploitatie van de waterweg moet aan het bevoegd personeel van DVW te allen tijde toegang worden verleend tot het Goed.
Rechtsopvolgers
Alle bepalingen en voorwaarden van onderhavige concessieovereenkomst, zijn uitvoerbaar lastens de rechtsopvolgers van de Concessionaris.
Erfdienstbaarheden van openbaar nut
De Concessionaris dient rekening te houden met de bestaande en toekomstige erfdienstbaarheden van openbaar nut die het Goed bezwaren en hij dient de uitoefening ervan ongehinderd te laten gebeuren.
REGISTRATIE
De registratiekosten, verbonden aan onderhavige concessieovereenkomst, zijn ten laste van de Concessi- onaris.
BETWISTINGEN
Alle conflicten en betwistingen m.b.t. (de geldigheid, interpretatie, toepassing of beëindiging) van deze overeenkomst zullen uitsluitend beslecht worden voor de bevoegde rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Limburg.
* *
*
Opgemaakt te [PLAATS INVULLEN] op [DATUM AANVULLEN] in 3 origineel ondertekende exemplaren, waarvan elke Partij verklaart er één ontvangen te hebben en waarvan één bestemd is voor de registratie.
BIJLAGEN
1. Plan van het Goed met de kadastrale percelen (plannummer: );
2. Plaatsbeschrijving;
3. Bodemattest(en);
4. Bieding van de Concessionaris.
Voor De Vlaamse Waterweg nv, [Naam] [Hoedanigheid] |
Voor [AANVULLEN], [Naam] [Hoedanigheid] |