INHOUDSOPGAVE
VOORWAARDEN VERMOGENSBEHEER
BELEGGINGSGIRO
GVB 10-04-14
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDENDE BEPALINGEN 2
2. BELEGGINGSDIENSTVERLENING 3
3. BELEGGINGSGIROREKENING 6
4. OVERIGE BEPALINGEN 10
5. ORDERUITVOERINGSBELEID 17
6. BELANGENCONFLICTENBELEID 20
7. KLACHTENPROCEDURE 21
8. KENMERKEN VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN EN DAARAAN VERBONDEN SPECIFIEKE RISICO’S 23
9. BELANGRIJKE ADRESSEN EN ANDERE INFORMATIE 48
1
1. INLEIDENDE BEPALINGEN
1.1 De volgende definities worden gehanteerd: Aanvangsvermogen: het bij aanvang van de relatie door de Xxxxxxxx op de Centrale Rekening ingebrachte gelden.
Beheer: het verrichten van alle beheers- en beschikkingshandelingen, waaronder aankoop, vervreemding, belegging en herbelegging, het incasseren van coupons, dividendenden en aflosbaar gestelde obligaties alsmede alle andere handelin- gen die uit het Beheer voortvloeien; een en ander behalve voor zover uitgesloten.
Xxxxxxxx: natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie Wijs & van Oostveen en de Stichting de Overeenkomst hebben gesloten;
Bank: de geregistreerde kredietinstelling, waar de Centrale Rekening wordt aangehouden; Beleggingsdienst: de dienst vermogensbeheer als omschreven in artikel 2.1.
Beleggingsgirorekening: de ten behoeve van de Xxxxxxxx bijgehouden inschrijving en/of administratie, waaruit blijkt welke vordering luidende in Financiële Instrumenten en/of gelden de Xxxxxxxx op de Stichting heeft; Beleggingstransacties: transacties in Financiële Instrumenten;
Centrale Rekening: de ten behoeve van de gezamenlijke Beleggers, die de beleggingsdienst vermogensbeheer afnemen in het kader van collectief Xxxxxx, bij een of meer kredietinstellingen aangehouden geld- en beleggingsrekeningen.
Positieve respectievelijk negatieve resultaten worden ten gunste respectievelijk ten laste van deze rekening gebracht; Belangenconflictenbeleid: de in hoofdstuk 6 en de op Internet opgenomen samenvatting van het beleid van Wijs & van Oostveen van de genomen maatregelen inzake het voorkomen en beheersen van belangenconflicten;
Financieel Instrument: een financieel instrument als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet;
Wijs & xxx Xxxxxxxx: Wijs & van Oostveen B.V., een beleggingsonderneming in de zin der Wet met vergunning van en registratie bij de Autoriteit
Financiële Markten, gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam;
Fonds: een uitgevende instelling van wie Financiële Instrumenten zijn aangewezen door Wijs & van Oostveen en welke Financiële Instrumenten kunnen worden aangehouden op de Centrale Rekening van de Stichting;
Internet: xxx.xxxx.xx, xxx.xxxxxxxxxx.xx en/of enig ander door Wijs & xxx Xxxxxxxx gebruikte website. Orderuitvoeringsbeleid: de in hoofdstuk 5 en de op Internet opgenomen samenvatting van het beleid van Wijs & van Oostveen voor een optimale orderuit- voering met betrekking tot Financiële Instrumenten; Overeenkomst: deze Voorwaarden Vermogens- beheer Beleggingsgiro, alsmede – waar dat uit de
context blijkt – de contractuele relatie tussen partijen waarop de Voorwaarden Vermogensbeheer Beleg- gingsgiro van toepassing zijn;
Mutatievoorwaarden en Tarieven: een schriftelijke opgave van nadere voorwaarden, welke van toe- passing zijn op de Beleggingstransacties die in het kader van het Beheer worden verricht, alsmede een overzicht van de van toepassing zijnde tarieven; Stichting: Stichting Nederlandse Beleggingsgiro, gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam;
Tegenrekening: een bankrekening op naam van de Belegger bij een kredietinstelling, gevestigd in Nederland;
Verklaring van Aanvaarding van Voorwaarden: een volledig ingevuld en door de Belegger rechtsgel- dig ondertekend formulier voor acceptatie van de toepasselijkheid van de Overeenkomst en andere voorwaarden (waaronder de Mutatievoorwaarden en Tarieven) en (risico)beschrijvingen;
Vermogen: de gelden en Financiële Instrumenten op de Centrale Rekening, welke ten behoeve van de Belegger geadministreerd worden op de Beleg- gingsgirorekening; en
Wet: Wet op het financieel toezicht en de hierop ge-
2 b e l e g g i n g s g i r o
baseerde regelgeving, zoals gewijzigd van tijd tot tijd, alsmede enige wet die daarvoor in de plaats treedt.
1.2 De in artikellid 1.1 gedefinieerde begrippen worden zowel in de enkelvouds- als in de meervoudsvorm gebruikt. Waar de meervoudsvorm is gebruikt, kan de enkelvoudsvorm zijn bedoeld en omgekeerd.
1.3 Waar in de Overeenkomst wordt gesproken over de bewaarneming van Financiële Instrumenten, wordt tevens bedoeld de administratie daarvan alsmede de bewaarneming van (uitkeringen in) contanten op de Centrale Rekening.
1.4 Door ondertekening door de Xxxxxxxx van de Ver- klaring van Aanvaarding van Voorwaarden hebben de onderhavige voorwaarden kracht van overeen- komst tussen de Xxxxxxxx, Wijs & van Oostveen en de Stichting.
2. BELEGGINGSDIENSTVERLENING
2.1 Opdracht en volmacht
De Xxxxxxxx geeft hierbij opdracht, last en voor zover nodig volmacht aan Wijs & van Oostveen om namens de Xxxxxxxx en voor diens rekening en risico, het Beheer over het Vermogen te voeren, welke opdracht, last en volmacht Wijs & van Oostveen hierbij aanvaardt. De Xxxxxxxx verleent hierbij Wijs
& xxx Xxxxxxxx in het bijzonder volmacht te beschik- ken over het Vermogen op de wijze als genoemd
in artikellid 2.2, een en ander uitsluitend voor zover nodig om het Beheer te voeren.
2.2 Wijze van Xxxxxx Xxxx & van Oostveen zal bij het uitoefenen van het Beheer steeds de bij of krachtens de wet vereiste zorgvuldigheid in acht nemen en daarbij naar beste kunnen met de belangen van de Belegger rekening houden. Onder voorbehoud van het overige in de Overeenkomst bepaalde zal Wijs & van Oostveen
in het kader van het Beheer vrij zijn in de wijze van belegging en herbelegging van het Vermogen en zal zij steeds bevoegd zijn om bestaande Financiële Instrumenten en/of gelden door andere te (doen)
vervangen. Het Beheer is gebaseerd op het in artikel- lid 2.4 genoemde beleggingsprofiel van de Xxxxxxxx. Afhankelijk van dit beleggingsprofiel wordt het Vermogen van de Belegger ingedeeld in een van de collectief beheerde modelportefeuilles. De transacties en daarmee posities in deze portefeuille worden toegerekend aan de Xxxxxxxx en geadministreerd op de Beleggingsgirorekening.
2.3 Classificatie van de Xxxxxxxx
2.3.1 Wijs & xxx Xxxxxxxx kan de Belegger classificeren als niet-professionele belegger en professionele be- legger. De classificatie van de Xxxxxxxx is bepalend voor het beschermingsniveau waarop de Belegger recht heeft. Wijs & van Oostveen zal bij aanvang van de beleggingsdienstverlening aan de Belegger de classificatie toekennen van ‘niet-professioneel’. Ge- durende de beleggingsdienstverlening kan de Be- legger verzoeken om een andere classificatie. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal niet verplicht zijn het verzoek van de Xxxxxxxx te honoreren. Indien het verzoek van de Xxxxxxxx wordt ingewilligd, kan Wijs & van Oostveen aan de nieuwe classificatie voorwaarden verbinden.
2.3.2 De classificatie van de Belegger kan uitsluitend schriftelijk worden gewijzigd. De Xxxxxxxx dient daartoe een met redenen omkleed verzoek in. Wijs & xxx Xxxxxxxx beslist schriftelijk op het verzoek. Zij is vrij het verzoek af te wijzen op grond van bij of krachtens de Wet gestelde criteria of op de grond dat zij het, om redenen gelegen in haar bedrijfsvoe- ring of met het oog op de belangen van de Beleg- ger om welke reden ook, niet opportuun acht om het verzoek toe te wijzen.
2.3.3 Indien het in artikellid 2.3.2 genoemde verzoek van een niet-professionele belegger een wijziging van de classificatie in ‘professioneel’ inhoudt, dan kan dat verzoek slechts worden toegewezen indien de Xxxxxxxx voldoet aan de bij of krachtens de Wet gestelde eisen en de Xxxxxxxx in dat verzoek separaat nogmaals bevestigt dat de Xxxxxxxx zich
bewust is van de gevolgen die aan het verlies van de
status van ‘niet-professioneel’ zijn verbonden. Wijs & van Oostveen kan aan de nieuwe classificatie nadere voorwaarden stellen.
2.3.4 Ook zonder verzoek van de Xxxxxxxx kan Wijs & van Oostveen de classificatie wijzigen (en daarvan schrif- telijk aan de Xxxxxxxx mededeling doen), indien
zij uit welke hoofde ook de beschikking krijgt over informatie waaruit blijkt dat de Xxxxxxxx (inmiddels) niet (meer) voldoet aan de bij of krachtens de Wet gestelde eisen voor de classificatie ‘professioneel’. De Xxxxxxxx is doorlopend verplicht om informatie als bedoeld in de vorige zin onverwijld aan Wijs & van Oostveen te verstrekken, evenals elke andere wijziging van omstandigheden die de kwalificatie van ‘professioneel’ zou kunnen beïnvloeden.
2.3.5 Indien Wijs & xxx Xxxxxxxx aan de Belegger de classificatie ’professioneel‘ toekent, komen aan hem geen rechten toe onder het Beleggerscompensatie- stelsel als genoemd in artikellid 4.8.
2.4 Beleggingsprofiel en informatieplicht van de Xxxxxxxx
2.4.1 In het belang van een adequate beleggingsdienst- verlening wint Wijs & van Oostveen bij aanvang van de relatie van de Xxxxxxxx informatie in over de financiële positie van de Xxxxxxxx, over zijn ken-
nis van en ervaring met de Beleggingsdienst en het beleggen in Financiële Instrumenten, zijn beleggings- doelstellingen en risicobereidheid. De Xxxxxxxx is verplicht Wijs & van Oostveen volledig en voldoende gedetailleerd de informatie te verschaffen die Wijs
& xxx Xxxxxxxx vraagt alsmede – ongevraagd – alle overige informatie welke in dat kader relevant is.
2.4.2 De Belegger is tijdens de duur van de relatie – ook ongevraagd – verplicht om Wijs & van Oostveen onverwijld schriftelijk op de hoogte te stellen van wijzigingen in de in dit artikel bedoelde individuele gegevens.
2.4.3 De Xxxxxxxx staat ervoor in dat alle door hem ver- strekte informatie volledig en juist is. De Xxxxxxxx is zich ervan bewust dat onjuiste en/of onvolledige
informatie ertoe kan leiden dat Wijs & xxx Xxxxxxxx
Xxxxxx voert dat niet geschikt of zelfs nadelig is voor de Xxxxxxxx.
2.4.4 Voordat de Beleggingsdienst aanvangt, zullen Wijs & van Oostveen en de Belegger een schriftelijke opgave opstellen waarin de in dit artikel bedoelde gegevens zijn vastgelegd. De Xxxxxxxx is verplicht te controleren of zijn hiervoor genoemde gegevens juist en volledig zijn opgenomen.
2.4.5 Indien de Xxxxxxxx tijdens de relatie wijzigingen wil aanbrengen in de gegevens vermeld in dit artikel, dient hij dat schriftelijk aan Wijs & van Oostveen mede te delen. Dergelijke wijzigingen worden van kracht indien en zodra Wijs & van Oostveen de ont- vangst schriftelijk heeft bevestigd en heeft verklaard dat zij de wijzigingen in acht zal nemen. Indien Wijs & van Oostveen daartoe niet bereid is, deelt zij dit aan de Xxxxxxxx mede.
2.4.4 Indien voor de Xxxxxxxx zelf of voor bepaalde personen binnen de organisatie van de Xxxxxxxx op grond van een zogenaamde prive-beleggingstrans- actieregeling of andere voorschriften bij of krachtens de Wet beperkingen gelden in de bevoegdheid
om te handelen of posities te hebben in (bepaalde) Financiële Instrumenten, gelden de in de vorige leden van dit artikel genoemde mededelingsplichten van de Belegger jegens Wijs & van Oostveen ook voor die informatie. Dergelijke beperkingen kan en zal Wijs & van Oostveen niet in acht nemen bij het Beheer, tenzij tussen partijen anders wordt overeen- gekomen. Indien door derden civielrechtelijke of bestuursrechtelijke claims tegen Wijs & van Oost- veen worden ingesteld in verband met het feit dat de Xxxxxxxx (of personen binnen diens organisatie) hebben gehandeld in strijd met die beperkingen,
is de Belegger jegens Wijs & van Oostveen tot vrijwaring gehouden voor zodanige claims inclusief redelijke kosten van rechtsbijstand van Wijs & van Oostveen.
2.5 Beleggingsreikwijdte
2.5.1 In het kader van het collectieve Xxxxxx, is het voor de Xxxxxxxx niet mogelijk om kwalitatieve en/of
kwantitatieve beperkingen te stellen ten aanzien van de Financiële Instrumenten of categorieën van
Financiële Instrumenten waarin mag worden belegd.
2.5.2 Wijs & van Oostveen zal het beleggingsprofiel, waarin onder meer de beleggingsdoelstelling is opgenomen in acht nemen bij het Beheer door het Vermogen in te delen in het bij het betreffende beleggingsprofiel behorende modelportefeuille die collectief wordt beheerd.
2.5.3 Het is Wijs & xxx Xxxxxxxx in het kader van het col- lectief Beheer toegestaan het Vermogen te beleg- gen in Financiële Instrumenten die door haarzelf zijn geïntroduceerd en/of ontwikkeld, waaronder beleg- gingsinstellingen waarover zij de directie voert en/ of als beheerder optreedt. Bij de keuze tussen deze en soortgelijke Financiële Instrumenten van andere financiële instellingen zal de voorkeur van Wijs & van Oostveen in beginsel uitgaan naar de door haar-
zelf geïntroduceerde en/of ontwikkelde Financiële Instrumenten. Voor het introduceren en/of ontwikke- len van genoemde Financiële Instrumenten kan Wijs & van Oostveen een vergoeding ontvangen.
2.6 Orderuitvoeringsbeleid
2.6.1 Het Orderuitvoeringsbeleid van Wijs & van Oost- veen beschrijft de wijze waarop Wijs & van Oostveen invulling geeft aan een optimale orderuitvoering. Wijs & van Oostveen heeft maatregelen getrof-
fen om zowel bij de eigen uitvoering van orders in Financiële Instrumenten als bij het bij derden ter uitvoering plaatsen van dergelijke orders een optimale orderuitvoering te bewerkstelligen voor de Belegger. Op verzoek kan de Xxxxxxxx nadere
informatie worden verstrekt met betrekking tot het Orderuitvoeringsbeleid.
2.6.2 Het door de Xxxxxxxx aan Wijs & van Oostveen in Beheer geven van het Vermogen wordt geacht mede instemming in te houden met het Orderuit- voeringsbeleid.
2.6.3 Op grond van het Orderuitvoeringsbeleid kunnen in bepaalde gevallen Beleggingstransacties buiten een gereglementeerde markt of multilaterale handels-
faciliteit worden uitgevoerd. Indien uit het Orderuit- voeringsbeleid blijkt dat Beleggingstransacties in een Financieel Instrument mede buiten een gereglemen- teerde markt of multilaterale handelsfaciliteit kunnen worden uitgevoerd en de beleggingsdienstverlening van Wijs & van Oostveen aan de Xxxxxxxx zich mede uitstrekt tot dat Financieel Instrument, wordt de Belegger geacht toestemming te verlenen voor de uitvoering van Beleggingstransacties buiten een gere- glementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit.
2.6.4 Een samenvatting van het beleid van Wijs & van Oostveen voor een optimale orderuitvoering met betrekking tot Financiële Instrumenten is opgeno- men in hoofdstuk 5 en op Internet.
2.7 Belangenconflicten
2.7.1 Wijs & van Oostveen is een beleggingsonderne- ming en verleent diensten als vermogensbeheerder, beleggingsadviseur, orderuitvoerder en het overne- men of plaatsen van Financiële Instrumenten en zij handelt voor eigen rekening. Wijs & xxx Xxxxxxxx verricht tevens financiële analyses, doet onderzoek op beleggingsgebied en brengt beleggingsaanbe- velingen uit. Daarnaast treedt Wijs & van Oostveen op als beheerder van beleggingsinstellingen. In die hoedanigheden kan zij betrokken zijn bij de handel in Financiële Instrumenten waarin ook in het kader van collectief Xxxxxx wordt gehandeld. Wijs & van Oost- veen is voorts onderdeel van een groep van financiële instellingen en kan bij de uitvoering van haar werkzaamheden voor de Belegger gebruikmaken van de diensten van de tot deze groep behorende instel- lingen. Wijs & van Oostveen heeft een Belangen- conflictenbeleid vastgesteld met betrekking tot het voorkomen en beheersen van belangenconflicten. Indien de Xxxxxxxx verzoekt om nadere bijzonder- heden over het Belangenconflictenbeleid, zal Wijs
& van Oostveen de Belegger van nadere informatie voorzien.
2.7.2 Vergoedingen voor de collectieve beleggingsdienst- verlening van Wijs & van Oostveen komen direct
toe aan Wijs & van Oostveen. Wijs & xxx Xxxxxxxx
betaalt hieruit haar eigen kosten en de bij de beleg- gingsdienstverlening betrokken derden, zoals order- uitvoerende derden en de Bank. De vergoedingen voor de collectieve beleggingsdienstverlening zijn opgenomen in de verslaglegging aan de Belegger.
2.7.3 In het kader van de door Wijs & van Oostveen ver- leende Beleggingsdienst kan het voorkomen dat Wijs & van Oostveen vergoedingen of provisies betaalt aan dan wel ontvangt van derden – met inbegrip van de Bank – danwel voordelen behaalt die niet uit geld bestaan, waaronder research en dergelijke.
2.7.4 Op verzoek kan de Xxxxxxxx nadere informatie ver- krijgen met betrekking tot de geldende regelingen voor vergoedingen en provisies.
2.8 Risico’s van beleggen in Financiële Instrumenten
2.8.1 De kenmerken van de Financiële Instrumenten waar de beleggingsdienstverlening betrekking op heeft, waaronder de aan die Financiële Instrumenten verbonden specifieke beleggingsrisico’s, zijn nader toegelicht in hoofdstuk 8 ‘Kenmerken van Financiële Instrumenten en daaraan verbonden specifieke ri- sico’s’. Deze toelichting is niet uitputtend. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal de Xxxxxxxx op diens verzoek aanvul- lende informatie verstrekken. De Xxxxxxxx verklaart dat hij de toelichting heeft gelezen en zich van de inhoud bewust is.
2.8.2 Aan beleggen in Financiële Instrumenten is het risico verbonden dat de waarde van de belegging geheel verloren gaat. De Xxxxxxxx verklaart dit risico te begrijpen en te aanvaarden.
2.8.3 Indien de Xxxxxxxx (mede) belegt met geleend geld, dan schept dit extra risico’s; onder meer het risico dat na liquidatie van de belegging een schuld overblijft. Ingeval de Financiële Instrumenten tot zekerheid van de lening strekken, loopt de Xxxxxxxx het risico dat de onderpandwaarde van de Finan- ciële Instrumenten door koersdaling onvoldoende wordt en hij zekerheden moet aanvullen. De Beleg- ger verklaart deze risico’s te begrijpen en te aanvaar- den en staat ervoor in dat hij in staat is deze risico’s te dragen.
2.8.4 Elke substantiële waardevermindering, maar ook elke substantiële waardevermeerdering van een belegging van de Belegger, geeft aan dat er een substantieel risico verbonden is aan die belegging. Het is voorts niet mogelijk hoge rendementen te verwerven zonder grote risico’s te nemen. De Beleg- ger verklaart dat deze basisbeginselen hem bekend zijn.
2.8.5 De Xxxxxxxx verklaart hierbij dat hij de risico’s, verbonden aan het doen van Beleggingstransacties, begrijpt en aanvaardt en staat ervoor in dat hij in staat is het verlies te dragen dat uit dergelijke Beleg- gingstransacties kan voortvloeien.
2.8.6 Indien de Xxxxxxxx de risico’s van een of meer voor zijn rekening en risico gedane Beleggingstransacties niet (meer) geheel overziet, is hij verplicht dit onmid- dellijk schriftelijk aan Wijs & van Oostveen mee te delen. Wijs & van Oostveen is bevoegd, doch niet verplicht, na ontvangst van deze kennisgeving de uitvoering van opdrachten op te schorten en/of de bedoelde Beleggingstransacties door tegengestelde Beleggingstransacties voor rekening en risico van de Belegger ongedaan te maken. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal in voornoemd kader in overleg met de Belegger eventueel een ander beleggingsprofiel vaststellen, waardoor het Vermogen wordt ingedeeld bij een bijbehorende modelportefeuille die collectief wordt beheerd. Tevens kan Wijs & van Oostveen in overleg met de Belegger de Overeenkomst beëindigen.
3. BELEGGINGSGIROREKENING
3.1 Openen van een Beleggingsgirorekening
3.1.1 Een Beleggingsgirorekening wordt geopend na ontvangst door Wijs & van Oostveen van een door de Belegger volledig ingevulde en ondertekende Verklaring van Aanvaarding van Voorwaarden en de overige door Xxxx & xxx Xxxxxxxx gevraagde bescheiden.
3.1.2 De Beleggingsgirorekening kan op naam worden gesteld van een of meer Xxxxxxxx(s), indien zij voor gezamenlijke rekening handelen. In dit geval wordt
de Beleggingsgirorekening in de zogenaamde en/ of-vorm gesteld.
3.1.3 De houders van een Beleggingsgirorekening die in de en/of vorm is gesteld, zijn ten aanzien van de
Beleggingsgirorekening zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk bevoegd alle handelingen te verrichten, met dien verstande dat in geval van opzegging
als bedoeld in artikellid 4.12 of wijziging van de adressering of de tenaamstelling van de Beleg- gingsgirorekening altijd de medewerking van alle houders vereist zal zijn. Wijs & van Oostveen kan ter bescherming van haar eigen rechtspositie bij het beschikken over de Beleggingsgirorekening ook
de medewerking van alle houders verlangen. De houders van een en/of-Beleggingsgirorekening en hun rechtsopvolgers zijn jegens Wijs & van Oostveen hoofdelijk aansprakelijk voor al hetgeen Wijs & van Oostveen en/of de Stichting ter zake de betreffende Beleggingsgirorekening van een van hen te vorde- ren mocht hebben.
3.1.4 De administratie van de Stichting ter zake de op de Beleggingsgirorekening geadministreerde Financiële Instrumenten en gelden strekt tegenover de Beleg- ger tot volledig bewijs, behoudens door de Beleg- ger te leveren tegenbewijs.
3.1.5 Wijs & xxx Xxxxxxxx zal aan de Belegger beves- tigingen en/of (dag)afschriften en/of nota’s en/of overzichten (doen) verstrekken met betrekking tot de mutaties op de Beleggingsgirorekening overeen- komstig de bepalingen van de Wet.
3.1.6 Het openen van een Beleggingsgirorekening is niet mogelijk voor ingezetenen van de Verenigde Staten van Amerika en voor een ieder (rechts)persoon die in dat land belastingplichtig is.
3.2 Tegenrekening
3.2.1. Bij de openingsbescheiden voor de opening van een Beleggersgirorekening dient de Xxxxxxxx één vaste Tegenrekening op te geven.
3.2.2. De tenaamstelling van deze vaste Tegenrekening dient exact gelijk te zijn aan de tenaamstelling van de te openen Beleggersgirorekening.
3.2.3. Wijs & xxx Xxxxxxxx heeft de mogelijkheid om zonder opgaaf van redenen een opgegeven Tegen- rekening te weigeren.
3.3 Vorderingen luidende in Financiële Instrumenten: bewaarneming door de Stichting
3.3.1 Door het openen van een Beleggingsgirorekening kunnen door de Belegger vorderingen worden verkregen op de Stichting luidende in Financiële Instrumenten en/of gelden. De op de Beleggings- girorekening geadministreerde vorderingen zijn verplichtingen van de Stichting jegens de Belegger. De Overeenkomst behelst geen aanbieding van de Financiële Instrumenten zelf.
3.3.2 De vorderingen luidende in Financiële Instrumen- ten worden door de Stichting, ten behoeve van de Belegger, geadministreerd op de Beleggingsgirore- kening in ten hoogste vier decimalen nauwkeurig, waarbij het getal voor de komma een vordering in Financiële Instrumenten vertegenwoordigt en het getal achter de komma een vordering in gelden, waarvan de waarde op enig moment wordt bepaald door de koers van de betreffende Financiële Instru- menten.
3.3.3 De Stichting zal de Financiële Instrumenten op eigen naam, doch voor rekening en risico van de Xxxxxxxx, in bewaring nemen. De Stichting zal erop toezien dat een zodanig aantal Financiële Instrumenten van ieder Fonds door haar in bewaring is genomen als overeenkomt met het totaal van alle op de Beleg- gingsgirorekeningen geadministreerde vorderin- gen met betrekking tot het betreffende Fonds. De Stichting is niet verplicht de in bewaring genomen Financiële Instrumenten per Xxxxxxxx te individuali- seren.
3.3.4 De voor- en nadelen welke voortvloeien uit of verband houden met de door de Stichting voor rekening en risico van de Belegger in bewaring genomen Financiële Instrumenten komen ten gunste dan wel ten laste van de Xxxxxxxx.
3.3.5 Alle betalingen met betrekking tot de aankoop, verkoop en ruil van Financiële Instrumenten en het
ontvangen van uitkeringen op Financiële Instrumen- ten in contanten vinden plaats door tussenkomst van de Centrale Rekening.
3.3.6 De Stichting zal ten aanzien van de Financiële Instru- menten zonder nadere opdracht van de Xxxxxxxx, althans van Wijs & van Oostveen die het Beheer voert, geen beschikkingshandelingen dan wel enig ander aan de Financiële Instrumenten verbonden recht uitoefenen, tenzij anders is overeengekomen.
3.3.7. Het is de Stichting buiten de in dit artikel beschre- ven bewaarneming niet toegestaan activiteiten te ontplooien die een commercieel risico met zich meebrengen. De Xxxxxxxx verklaart hiervan te heb- ben kennis genomen.
3.4 Verslaglegging
3.4.1 Wijs & van Oostveen zal de Xxxxxxxx eens per maand elektronisch een afschrift verstrekken waarop alle in die periode uitgevoerde Beleggingstrans- acties zijn bevestigd, onder vermelding van de relevante gegevens van de transacties. De Xxxxxxxx ontvangt zodoende niet van iedere Beleggingstrans- actie een afzonderlijke nota. De Xxxxxxxx is ervan op de hoogte dat dit tijdelijk leidt tot verminderd inzicht in de samenstelling van de beleggingsporte- feuille. Indien de Xxxxxxxx gedurende de wettelijke bewaartermijn Wijs & van Oostveen verzoekt om een (kopie van een) nota van een specifieke Beleg- gingstransactie, dan zal Wijs & van Oostveen deze onverwijld aan de Belegger verstrekken. Indien de Xxxxxxxx per uitgevoerde Beleggingstransactie de betreffende nota wenst te ontvangen, zal Wijs & van Oostveen nadat de uitvoering van de Beleggings- transactie definitief is geworden volgens de regels van de betreffende Beurs, in de meeste gevallen uiterlijk de eerste beursdag na uitvoering of indien Wijs & van Oostveen een bevestiging ontvangt van een derde partij, uiterlijk de eerste beursdag na ont- vangst van bevestiging van deze derde, elektronisch een nota zenden aan de Xxxxxxxx.
3.4.2 Wijs & xxx Xxxxxxxx verstrekt de Xxxxxxxx ten min- ste één keer per halfjaar een elektronische overzicht
van de ontwikkeling van het Vermogen. Genoemd periodiek overzicht bevat ten minste de gegevens genoemd in artikel 70 lid 2 Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen en wordt vergezeld van de tussen de Belegger en Wijs & van Oostveen overeengekomen vergelijkingsmaatstaven. Het in dit
kader opnemen van een bepaalde index of meerdere indices als vergelijkingsmaatstaf houdt niet in dat de Xxxxxxxx aanspraak kan maken op eenzelfde rende- ment in het kader van het Beheer, noch dat de Beleg- ger aanspraak kan maken op (schade) vergoeding in geval de ontwikkeling van het Vermogen achterblijft bij de ontwikkeling van de desbetreffende index of in- dices. Indien dat laatste zich voordoet, impliceert dat niet dat Xxxx & van Oostveen niet aan haar verplich- ting uit hoofde van de Overeenkomst zou hebben voldaan. Wijs & xxx Xxxxxxxx verstrekt de genoemde vergelijkingsmaatstaven tevens op Internet. Indien de Xxxxxxxx verzoekt om een afschrift van deze verge- lijkingsmaatstaven, zal Wijs & van Oostveen deze elektronisch versturen aan de Xxxxxxxx.
3.4.3 De Xxxxxxxx heeft het recht Wijs & van Oostveen schriftelijk te verzoeken om het in het vorige artikel- lid genoemde periodiek overzicht per kwartaal te ontvangen. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal aan dit verzoek voldoen.
3.4.4 Indien de Xxxxxxxx enige verslaggeving in fysieke vorm wenst te ontvangen, dient de Xxxxxxxx met Wijs & xxx Xxxxxxxx in overleg te treden. Indien Wijs & van Xxxxxxxx instemt met het verzoek van de Xxxxxxxx, zal Wijs & van Oostveen kosten voor deze vorm van verstrekking bij de Belegger in rekening brengen.
3.5 Beschikkingsmacht Belegger Partijen wensen dat Wijs & van Oostveen te allen tijde volledig inzicht en overzicht heeft in het Vermo- gen dat onder haar Xxxxxx berust en dat haar visie en de door haar toegepaste technieken en strate- gieën niet worden geschaad of belemmerd door handelingen van de Xxxxxxxx of derden. Partijen komen daarom overeen dat de Xxxxxxxx tijdens de
duur van het Beheer alleen in overleg met de Wijs & van Oostveen zelfstandig kan beschikken over het Vermogen en de Beleggingsgirorekening; alles
onverminderd de bevoegdheid van de Belegger om de Overeenkomst op te zeggen.
3.6 Uitkering op Financiële Instrumenten
3.6.1 Uitkeringen door een Fonds in Financiële Instrumenten worden, na ontvangst door de Stichting, bijgeschreven op de Beleggingsgirorekening van de Xxxxxxxx als vordering luidende in Financiële Instrumenten.
3.6.2 Uitkeringen door een Fonds in contanten worden, na ontvangst door de Stichting, bijgeschreven op de Beleggingsgirorekening van de Xxxxxxxx als vorde- ring luidende in gelden.
3.6.3 In geval van uitkeringen door een Fonds, welke ter keuze in contanten of in Financiële Instrumenten kun- nen worden ontvangen, zal de Xxxxxxxx geacht wor- den te hebben gekozen voor uitkering in contanten.
3.7 Overdracht en uitlevering van Financiële Instru- menten
3.7.1 Louter met uitdrukkelijke toestemming van Xxxx & van Oostveen kunnen Financiële Instrumenten,
welke door de Xxxxxxxx op eigen naam worden ge- houden of op zijn naam in een depot of anderszins worden bewaard, na overdracht aan de Stichting als vordering luidende in Financiële Instrumenten wor- den bijgeschreven op de Beleggingsgirorekening van de Xxxxxxxx.
3.7.2 In opdracht van de Belegger kunnen Financiële Instrumenten, welke voor rekening en risico van de Belegger door de Stichting worden gehouden, wor- den uitgeleverd aan de Xxxxxxxx, mits dit op grond van de betreffende wet- en regelgeving, prospec- tus, statuten, reglement etc. met betrekking tot het betreffende Fonds is toegestaan en het Fonds zijn medewerking hieraan verleent. Fracties van Financi- ele Instrumenten zijn slechts voor uitlevering vatbaar, indien de voorwaarden van het betreffende Fonds deze mogelijkheid bieden.
3.7.3 Een verzoek tot overdracht of uitlevering van Xxxxx-
ciële Instrumenten zal door de Belegger schriftelijk aan Wijs & van Oostveen worden gedaan, onder vermelding van het betreffende Fonds, het aan- tal Financiële Instrumenten dat overgedragen of uitgeleverd dient te worden en – bij een opdracht tot uitlevering – het depot waarnaar de Financiële Instrumenten moeten worden overgeboekt.
3.7.4 De Stichting kan bepaalde Fondsen van overdracht en/of uitlevering, als in dit artikel bedoeld, uitsluiten. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal de Xxxxxxxx hieromtrent informeren en maakt daarbij gebruik van de vorm en het (tele)communicatiemiddel (telefoon, brief, fax, dagafschrift, e-mailbericht, publicatie op Internet etc.), welke zij naar de omstandigheden van het geval rede- lijk acht. Wijs & xxx Xxxxxxxx wordt daarmee geacht de Xxxxxxxx deugdelijk te hebben geïnformeerd.
3.7.5 De kosten en aanvullende voorwaarden van over- dracht en/of uitlevering van Financiële Instrumenten en/of liquide middelen zijn gespecificeerd in de Mutatievoorwaarden en Tarieven en komen voor rekening van de Xxxxxxxx. Bij onvoldoende saldo op de Beleggingsgirorekening zullen de kosten worden voldaan door middel van verkoop van Financiële Instrumenten, welke verkoop ter uitsluitende be- oordeling van Wijs & van Oostveen zal zijn.
3.8 Vordering luidende in gelden
3.8.1 De Xxxxxxxx kan te allen tijde aan Xxxx & van Oost- veen opdracht geven gelden van zijn Beleggings- girorekening over te laten boeken naar de Tegen- rekening tot het maximum van zijn vorderingen luidende in gelden op de Stichting.
3.8.2 Over de vorderingen luidende in gelden kan rente worden vergoed aan de Xxxxxxxx. De hoogte van deze rente wordt gespecificeerd in de Mutatie- voorwaarden en Tarieven, maar kan aan wijziging onderhevig zijn. De betaalbaarstelling kan van tijd tot tijd variëren. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal de Beleg- ger over wijziging van het rentetarief informeren en maakt daarbij gebruik van de vorm en het (tele)com- municatiemiddel (telefoon, brief, fax, dagafschrift,
e-mailbericht, publicatie op Internet etc.), welke zij
naar de omstandigheden van het geval redelijk acht. Wijs & xxx Xxxxxxxx wordt daarmee geacht de Xxxxxxxx deugdelijk te hebben geïnformeerd.
3.9 Creditering onder voorbehoud
Bij creditering van de Beleggingsgirorekening door de Stichting geldt als voorbehoud dat de Stichting de tegenwaarde daarvan daadwerkelijk, definitief en on- voorwaardelijk, ontvangt. Als hieraan niet is voldaan, mag de Stichting de creditering – zonder voorafgaan- de kennisgeving aan de Belegger – met terugwerken- de kracht ongedaan maken door een gelijkluidende debitering van de Beleggingsgirorekening.
3.10 Overdraagbaarheid en pandrecht De Belegger is niet bevoegd zijn vorderingen op de Stichting over te dragen of te bezwaren met enig recht zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Wijs & van Oostveen.
3.11 Uitoefening Stemrecht
3.11.1De zeggenschapsrechten (waaronder het stemrecht) welke verband houden met de Financiële Instrumen- ten zullen worden uitgeoefend door de Stichting.
De Stichting kan in voornoemd kader (bindend) worden geïnstrueerd door Xxxx & xxx Xxxxxxxx. De Stichting zal deze rechten zodanig uitoefenen dat de belangen van alle Beleggers, die (vorderingen luidende in) deze Financiële Instrumenten bezitten, zo goed mogelijk worden gewaarborgd.
3.11.2Indien – in afwijking van het eerste artikellid – de Xxxxxxxx de Stichting verzoekt hem een stemvol- macht te verstrekken met betrekking tot de Financi- ele Instrumenten ter grootte waarvan de Belegger een vorderingsrecht heeft, zal de Stichting aan dat verzoek voldoen.
3.12 Fondsvoorwaarden
Op de verhouding tussen de Xxxxxxxx enerzijds en Wijs & van Oostveen anderzijds zijn, voor zover
relevant, onverkort van toepassing de voorwaarden van de Fondsen (‘Fondsvoorwaarden’), waarin de
Stichting voor rekening en risico van de Beleg- ger Financiële Instrumenten houdt of ten aanzien waarvan de Xxxxxxxx een opdracht aan Wijs & van Oostveen heeft verstrekt. Onder de Fondsvoor-
waarden worden ten deze verstaan de voorwaarden van de Fondsen, zoals die op enig moment gelden en blijken uit statuten, prospectus, reglement dan wel enig ander document onder welke benaming ook. Alle rechten en verplichtingen welke uit de Fondsvoorwaarden voor de Stichting voortvloeien, zijn dienovereenkomstig rechten en verplichtingen van de Belegger jegens de Stichting. Indien en voor zover het in de Overeenkomst bepaalde afwijkt van de Fondsvoorwaarden, prevaleert hetgeen in de Fondsvoorwaarden is bepaald.
4. OVERIGE BEPALINGEN
4.1 Vergoedingen en kosten
4.1.1 Wijs & xxx Xxxxxxxx zal de Xxxxxxxx ter zake de uit hoofde van de Overeenkomst door Xxxx & van Oost- veen verrichte beleggingsdienstverlening vergoe- dingen en kosten in rekening brengen op basis van de bij Wijs & van Oostveen geldende tarieven, zoals opgenomen in de Mutatievoorwaarden en Tarieven.
4.1.2 De Xxxxxxxx geeft hierbij een incassovolmacht aan Wijs & van Oostveen op grond waarvan Xxxx & van Oostveen haar facturen ter zake het op grond van dit artikel aan haar toekomende in kopie toe zal zenden aan de Stichting en de Stichting de Beleggingsgiro- rekening van de Xxxxxxxx voor de factuurbedragen zal debiteren.
4.1.3 Vergoedingen en kosten worden voldaan door mid- del van verkoop van Financiële Instrumenten, welke verkoop ter uitsluitende beoordeling van Wijs & van Oostveen zal zijn.
4.1.4 Indien de Overeenkomst eindigt, is Wijs & van Oostveen niet gehouden tot gehele of gedeelte- lijke restitutie van aan haar verschuldigde betaalde vergoedingen en kosten en blijft de Xxxxxxxx reeds vervallen, doch nog niet betaalde, vergoedingen en kosten onverminderd verschuldigd.
4.1.5 Vergoedingen en kosten, welke in verband met de uitvoering van de Overeenkomst door derden aan Wijs & van Oostveen in rekening gebracht worden, zullen door Xxxx & van Oostveen aan de Belegger afzonderlijk in rekening worden gebracht en door de Xxxxxxxx aan Wijs & van Oostveen worden betaald.
4.1.6 Wijs & xxx Xxxxxxxx heeft het recht de tarieven van de in dit artikel bedoelde vergoedingen en kosten eenzijdig te wijzigen, onverminderd het recht van de Belegger om de Overeenkomst naar aanleiding van de tariefwijziging op te zeggen. Wijs & van Oost- veen zal de Xxxxxxxx hieromtrent informeren en maakt daarbij gebruik van de vorm en het (tele)com- municatiemiddel (telefoon, brief, fax, dagafschrift,
e-mailbericht, publicatie op Internet etc.), welke zij naar de omstandigheden van het geval redelijk acht. Wijs & xxx Xxxxxxxx wordt daarmee geacht de Xxxxxxxx deugdelijk te hebben geïnformeerd.
De wijziging gaat met onmiddellijke ingang in, tenzij Wijs & van Oostveen een andere ingangsdatum bepaalt. De wijziging kan niet met terugwerkende kracht in werking treden.
4.1.7 Op Internet kan Wijs & xxx Xxxxxxxx nadere infor- matie over de in dit artikel bedoelde vergoedingen en kosten geven. De Xxxxxxxx zal daarvan kennis- nemen, onverminderd het recht van de Xxxxxxxx om ter zake informatie op te vragen bij Wijs & van Oostveen.
4.2 Informatieverstrekking en communicatie
4.2.1 Verslaglegging van Wijs & van Oostveen naar de Beleg- ger zal uitgevoerd worden overeenkomstig artikel 3.4.
4.2.2 De Xxxxxxxx geeft toestemming aan Wijs & van Oost- veen om persoonlijk tot de Belegger gerichte infor- matie, waaronder begrepen periodieke overzichten, nota’s of andere persoonlijke opgaven in plaats van in fysieke vorm tevens op een andere duurzame drager, zoals via elektronische mededelingen (waaronder begrepen maar niet beperkt tot e-mailberichten, In- ternet, etc.) te verstrekken. De Xxxxxxxx stemt ermee in dat Wijs & van Oostveen niet persoonlijk tot de Be- legger gerichte informatie verbandhoudend met de
Beleggingsdienst in plaats van in fysieke vorm tevens via elektronische mededelingen (waaronder begrepen maar niet beperkt tot e-mailberichten, Internet, etc.) kan verstrekken. Ingeval van informatieverstrekking op Internet zal Wijs & van Oostveen zorgdragen dat de informatie actueel is en, zolang dat voor de Beleg- ger van belang is, op de website toegankelijk blijft.
4.2.3 Wijs & van Oostveen communiceert met de Beleg- ger in de Nederlandse taal. De Xxxxxxxx bevestigt hierbij dat zijn kennis van de Nederlandse taal toereikend is om te begrijpen wat hij met Wijs & van Oostveen is overeengekomen en nog zal overeen- komen en dat hij elk risico draagt en aanvaardt dat voortkomt uit zijn eventuele ontoereikende kennis van de Nederlandse taal.
4.2.4 Alle communicatie van de Belegger naar Wijs & van Oostveen dient primair mondeling, telefonisch of schriftelijk te geschieden met het kantoor van Wijs & van Oostveen.
4.2.5 Ingeval de Xxxxxxxx schriftelijke instructies (waar- onder begrepen: per brief, fax of e-mailbericht) aan Wijs & van Oostveen verstrekt, brengt dat het risico met zich mee dat deze instructies niet direct worden ontvangen door de medewerker die de instructies uitvoert. Dat kan leiden tot vertraging in de uitvoe- ring van de instructies. De Xxxxxxxx accepteert dat risico. Voor uitvoering van spoedeisende, schrifte- lijke instructies dient de Xxxxxxxx met Wijs & van Oostveen vooraf nadere afspraken te maken.
4.3 Protest en reclame
4.3.1 Xx Xxxxxxxx is verplicht alle door Wijs & van Oost- veen aan hem, al dan niet langs elektronische weg, gezonden opgaven (waaronder periodieke over- zichten, (transactie)bevestigingen, (dag)afschriften, nota’s, of andere opgaven) terstond na ontvangst te controleren. Voorts dient de Xxxxxxxx te controleren of door of namens hem, althans voor zijn rekening en risico gegeven opdrachten juist en volledig zijn uitgevoerd en geen bezwaar oproepen. Bij con- statering van een onjuistheid of onvolledigheid of uitvoering van een transactie, welke naar de mening
van de Xxxxxxxx niet past binnen zijn financiële positie, beleggingsdoelstellingen of risicobereidheid of waartegen hij anderszins bezwaren heeft, is de Xxxxxxxx gehouden Wijs & van Oostveen daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis te stellen. Indien de Xxxxxxxx van mening is dat zijn gebrui- kelijke contactpersoon of andere medewerkers bij Wijs & van Oostveen niet adequaat op zijn protest of klacht hebben gereageerd, is de Xxxxxxxx verplicht de directie van Wijs & van Oostveen schriftelijk te in- formeren. De toepasselijke interne procedure inzake de afhandeling van klachten wordt nader uiteenge- zet in hoofdstuk 7.
4.3.2 Indien de Xxxxxxxx de inhoud van de in artikellid
4.3.1 genoemde opgaven niet heeft betwist respec- tievelijk zijn bezwaren tegen een Beleggingstrans- actie niet aan Wijs & van Oostveen heeft medege- deeld binnen vijf werkdagen nadat die bescheiden redelijkerwijs geacht kunnen worden de Xxxxxxxx te hebben bereikt, wordt vermoed dat de Xxxxxxxx met de verrichte Beleggingstransactie instemt, be- houdens door de Belegger te leveren tegenbewijs.
4.3.3 De Xxxxxxxx erkent en aanvaardt zijn plicht tot scha- debeperking; de Xxxxxxxx erkent en aanvaardt dat hij alles zal doen wat redelijkerwijs in zijn vermogen ligt om eventuele schade tot een minimum te be- perken. Indien de Xxxxxxxx nalaat tijdig zijn schade te beperken, erkent en aanvaardt de Xxxxxxxx dat alle schade vanaf het moment dat hij zijn schade had kunnen beperken voor zijn eigen rekening en risico is. Onder schadebeperkende maatregelen kunnen onder meer worden verstaan het verkopen van Financiële Instrumenten dan wel het terugkopen van reeds verkochte Financiële Instrumenten om een positie zonder (verder) verlies te kunnen herstel-
len. Wijs & van Oostveen is niet gehouden om – op het moment dat de Xxxxxxxx zijn schade dient te beperken – de Xxxxxxxx nogmaals uitdrukkelijk en/ of schriftelijk te wijzen op het bestaan van zijn plicht tot schadebeperking.
4.3.4 Wijs & xxx Xxxxxxxx mag en zal een mededeling van de Belegger uitsluitend als klacht aanmerken,
indien deze schriftelijk bij Wijs & van Oostveen wordt ingediend en als zodanig door de Belegger wordt gekwalificeerd en wordt voorzien van zodanige toelichting en gegevens dat Wijs & van Oostveen de aard en de omvang van de klacht kan vaststellen. De toepasselijke interne procedure inzake de afhandeling van klachten wordt nader uiteengezet in hoofdstuk 7.
4.4 Bijzondere beperkingen Alle door lokale, nationale of internationale overhe- den, toezichthouders of zelfregulerende organisaties opgelegde of op te leggen voorschriften of beper- kingen waarin in de Overeenkomst niet is voorzien en die van invloed zijn op de in de Overeenkomst bedoelde Financiële Instrumenten van de Belegger, zijn voor rekening en risico van de Belegger.
4.5 Vertegenwoordigingsbevoegdheid
4.5.1 Mededelingen van of aan een door de Xxxxxxxx aangewezen gemachtigde of contactpersoon gelden onvoorwaardelijk als mededelingen van of aan de Xxxxxxxx. Indien de Xxxxxxxx een rechtspersoon is, heeft Wijs & van Oostveen te allen tijde het recht, zonder daartoe verplicht te zijn, mededelingen of orders van de aan de Belegger verbonden bestuur- ders aan te merken als gedaan door de Xxxxxxxx. Hetzelfde geldt voor mededelingen of orders van personen binnen de organisatie van de Belegger waarvan bestuurders, gemachtigde of contactper- soon het vertrouwen hebben opgewekt dat deze daartoe bevoegd waren.
4.5.2 Wijs & xxx Xxxxxxxx mag ervan uitgaan dat een eenmaal bestaande vertegenwoordigingsbevoegd- heid als bedoeld in het vorige lid jegens haar van kracht blijft totdat de Xxxxxxxx schriftelijk aan Wijs & van Oostveen heeft bericht dat die is vervallen én zodanig bericht redelijkerwijs in de administratie
van Wijs & van Oostveen kan zijn verwerkt. Dit geldt ongeacht of de vertegenwoordigingsbevoegdheid voortkwam uit overeenkomst (volmacht) of wet en/of statuten en ongeacht of er een (wijziging in een) in- schrijving in (openbare) registers heeft plaatsgehad.
4.6 Privacy: persoonsgegevens Xxxxxxxx en bandopnamen
4.6.1 De Xxxxxxxx gaat akkoord met opneming van persoonsgegevens hem aangaande in de admini- straties van Wijs & van Oostveen en de Stichting. Deze persoonsgegevens omvatten ten minste naam, adres, woonplaats, e-mail en de overige gegevens welke bij of naar aanleiding van de Overeenkomst zijn verstrekt. Wijs & van Oostveen en de Stichting zullen deze gegevens zorgvuldig en vertrouwelijk behandelen. Wijs & van Oostveen en de Stichting gebruiken alleen die gegevens die nodig zijn voor hun dienstverlening. Zij stellen de gegevens niet aan derden ter beschikking, tenzij:
• dat voorvloeit uit verplichtingen welke de Beleg- ger jegens hen is aangegaan;
• dat voortvloeit uit de overeengekomen dienst- verlening en de waarborging van de continuïteit daarvan;
• gegevens bij of krachtens wettelijk voorschrift ter beschikking gesteld moeten worden;
• dat noodzakelijk is voor het bewaken van de inte- griteit van het financiële stelsel.
4.6.2 In afwijking van het vorige artikellid gaat de Beleg- ger ermee akkoord dat door de Belegger ver- strekte gegevens worden gebruikt door Wijs & van Oostveen en de Stichting, door aan hun gelieerde ondernemingen of door hun zorgvuldig geselec- teerde derden om de Xxxxxxxx te informeren over aanvullende en/of alternatieve financiële producten en diensten. Indien de Xxxxxxxx hiertegen bezwaar heeft, kan de Xxxxxxxx dit schriftelijk kenbaar maken aan Wijs & van Oostveen.
4.6.3 De Xxxxxxxx heeft het recht op inzage, correctie, aanvulling, afscherming en verwijdering van zijn per- soonsgegevens en voorts recht op verzet tegen het gebruik van persoonsgegevens voor marketing- en charitatieve doeleinden.
4.6.4 Wijs & van Oostveen is bevoegd om van ieder telefoongesprek tussen haar en de Xxxxxxxx een bandopname te (doen) maken, de zodanige band- opname op te slaan in een archief en deze als
bewijsmiddel te gebruiken tegen de Xxxxxxxx. Wijs & van Oostveen en de Stichting zijn niet verplicht om band opnames te bewaren en/of te archiveren dan wel aan de Xxxxxxxx ter beschikking te stellen in welke vorm dan ook.
4.7 Derden Wijs & van Oostveen en de Stichting zijn bevoegd in het kader van de Overeenkomst gebruik te maken van diensten van derden. Wijs & van Oostveen en de Stichting zijn niet aansprakelijk voor tekortkomin- gen van de in dit artikel bedoelde derden, indien
zij aantonen dat zij bij de keuze van die derden de nodige zorgvuldigheid in acht hebben genomen.
4.8 Beleggerscompensatiestelsel en Depositogaran- tiestelsel
4.8.1 Wijs & van Oostveen en de Bank zijn krachtens de Wet aangesloten bij het Beleggerscompensatiestel- sel. De Bank is daarnaast aangesloten bij het Depo- sitogarantiestelsel. Het Beleggerscompensatiestelsel en het Depositogarantiestelsel zijn bestemd om
niet-professionele beleggers en crediteuren schade- loos te stellen voor oninbare vorderingen op banken en beleggingsondernemingen die in betalingson- macht komen te verkeren door faillissement, fraude, administratief wanbeleid of andere oorzaken. Aan het Beleggerscompensatiestelsel is een maximum verbonden van € 20.000,– per cliënt per betalings- onmachtige financiële onderneming. Onder het Depositogarantiestelsel bedraagt het maximum
€ 100.000,– per persoon per instelling (ongeacht het aantal rekeningen). In het geval van een en/of rekening van twee personen geldt dit per persoon. Het Depositogarantiestelsel is van toepassing op de Stichting en niet op de Belegger. De Belegger kan dientengevolge geen aanspraak maken op het
Depositogarantiestelsel. In het geval zich bij de Bank een faillissement voordoet, zal hooguit de Stichting op grond van het Depositogarantiestelsel aanspraak kunnen maken op maximaal € 100.000,–.
4.8.2 De in artikellid 4.8.1 genoemde stelsels worden uitgevoerd door De Nederlandsche Bank, die ook van geval tot geval bepaalt welke belegger/crediteur recht heeft op vergoeding en tot welk bedrag. Deze stelsels zijn uitdrukkelijk niet bestemd voor vergoe- ding van verliezen op beleggingen. De Belegger dient de website, xxx.xxx.xx, van De Nederlandsche Bank te raadplegen voor actuele informatie omtrent beide regelingen. Xx Xxxxxxxx kan ingeval van een informatieverzoek tevens contact opnemen met de informatiedesk van De Nederlandsche Bank per e- mail, xxxx@xxx.xx, of telefonisch, 0800 - 0201068.
4.9 Aansprakelijkheid
4.9.1 Wijs & van Oostveen is niet aansprakelijk voor een eventueel negatief rendement of schade als gevolg van waardevermindering, koersfluctuaties op de financiële markten en/of door de Belegger geleden verliezen en/of schade door welke andere oorzaak dan ook, met inbegrip van storingen of capaciteits- tekortkomingen in computer-, communicatie- of andere systemen, lijnen of apparatuur. Evenmin is Wijs & van Oostveen aansprakelijk indien de beleg- gingsdoelstelling van de Xxxxxxxx of een beoogd rendement of een of meerdere vergelijkingsmaatsta- ven niet worden behaald, tenzij indien en voor zover komt vast te staan dat de schade een rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van Wijs & van Oostveen bij de uitvoering van de Overeenkomst.
4.9.2 Als Wijs & van Oostveen dan wel een door haar ingeschakelde derde, lid of contractant is van of aangesloten is bij een beurs, een handelssysteem, een clearingorganisatie of een andere organisatie, is Wijs & van Oostveen nimmer aansprakelijk jegens de Belegger voor handelen of nalaten van daaraan verbonden personen noch voor storingen of capaci- teitstekortkomingen in computer-, communicatie- of andere systemen, lijnen of apparatuur, waarvan eigendom of houderschap berust bij een derge- lijke beurs, handelssysteem, clearingorganisatie of andere organisatie.
4.9.3 In het geval waarin aansprakelijkheid van Wijs & van
Oostveen komt vast te staan, is de schadevergoe- dingsplicht van Wijs & van Oostveen te allen tijde gemaximeerd tot het werkelijk verlies. Het werkelijk verlies is het verschil tussen enerzijds de actuele waarde van het Vermogen vermeerderd met de onttrekkingen en anderzijds het Aanvangsvermogen vermeerderd met de stortingen.
4.9.4 Wijs & xxx Xxxxxxxx draagt er zorg voor dat ad- viezen van medewerkers in haar dienst naar beste kunnen en te goeder trouw worden gegeven. Onder advies wordt in dit verband verstaan: de visie die ten grondslag ligt aan Beleggingstransacties die door de medewerkers in het kader van het Beheer worden uitgevoerd. Wijs & xxx Xxxxxxxx kan niet garande- ren dat elke medewerker in haar dienst dezelfde of gelijksoortige adviezen uitbrengt of eenzelfde visie op de financiële markten in het algemeen of op individuele Fondsen naar buiten brengt. Een individu- eel advies aan de Xxxxxxxx behoeft niet overeen te stemmen met adviezen of opinies van analisten van Wijs & van Oostveen zelf of andere instellingen. Een koopadvies respectievelijk verkoopadvies van Wijs
& xxx Xxxxxxxx houdt geen garantie of toezegging in van koersstijging respectievelijk koersdaling, noch enigerlei andere garantie of toezegging, behoudens dat Wijs & van Oostveen, althans de desbetreffende medewerker, te goeder trouw in het advies gelooft.
4.9.5 Het bepaalde in de artikelleden 4.9.1, 4.9.2 en 4.9.3 is van overeenkomstige toepassing op de Stichting, voor zover dit is toegestaan op grond van de wet.
4.9.6 Niettegenstaande het bepaalde in artikellid 4.9.5 is de nakoming van de verplichtingen van de Stichting jegens de Belegger gegarandeerd door Xxxx & van Oostveen.
4.9.7 De Stichting noch Wijs & van Oostveen is aansprake- lijk voor schade als gevolg van tekortkomingen van een Fonds.
4.9.8 De Stichting en Wijs & van Oostveen zijn nimmer aansprakelijk voor indirecte schade, gevolgschade en/of gederfde winst. Voorts zijn de Stichting en Wijs & van Oostveen nimmer aansprakelijk voor enige schade voortvloeiende uit of samenhangende met
een (rechts)handeling of specifieke instructie van de Belegger, of voor schade als gevolg van maatrege- len die de Stichting of Wijs & van Oostveen op basis van enig dwingend voorschrift of onder buitenge- wone omstandigheden heeft genomen.
4.10 Omslagregeling
4.10.1Indien door een oorzaak welke niet aan de Stich- ting kan worden toegerekend de door de Stichting gehouden Financiële Instrumenten te eniger tijd ontoereikend zijn ten opzichte van of niet overeen- stemmen met het totaal van de saldi van de Beleg- gingsgirorekeningen, zal het tekort worden omge- slagen over de Beleggers welke ten aanzien van die (soort) Financiële Instrumenten rechten kunnen doen gelden jegens de Stichting aan het einde van de dag voorafgaand aan de dag waarop het verschil wordt vastgesteld en wel in verhouding tot de omvang van de betreffende vorderingsrechten van die Beleggers.
4.10.2De Stichting is in een dergelijk geval tot niet meer verplicht dan te trachten de oorzaak van het verschil, voor zover mogelijk, weg te nemen. met name is de Stichting niet verplicht Financiële Instrumenten te verwerven ter opheffing van het verschil. De kosten, gemaakt met het doel de oorzaak van het verschil weg te nemen, kunnen op dezelfde voet als in het vorige artikellid bepaald is, worden omgeslagen.
De in het vorige artikellid genoemde omslag van het tekort zal geheel of gedeeltelijk ongedaan ge- maakt worden naarmate het tekort ten gevolge van door de Stichting genomen maatregelen afneemt.
4.10.3Zodra ontdekt wordt dat er een tekort kan ontstaan of is ontstaan, kan de uitvoering van opdrachten tot verkoop, omruiling of uitlevering van Financiële Instrumenten van de betreffende (soort) Financiële Instrumenten worden opgeschort, totdat is vastge- steld dat een tekort ontstaat respectievelijk omslag
van het tekort heeft plaatsgevonden. In een dergelijk geval zal met de meeste spoed worden gehandeld en zal, indien er sprake is van een omslag, daarover terstond aan de betrokken Xxxxxxxxx mededeling worden gedaan.
4.11 Wijziging Overeenkomst
4.11.1Wijs & van Oostveen is te allen tijde bevoegd de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk te wijzigen. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal de Xxxxxxxx hieromtrent informeren en maakt daarbij gebruik van de vorm en het (tele)communicatiemiddel (telefoon, brief, fax, dagafschrift, e-mailbericht, publicatie op Internet etc.), welke zij naar de omstandigheden van het geval redelijk acht. Wijs & xxx Xxxxxxxx wordt daarmee geacht de Xxxxxxxx deugdelijk te hebben geïnformeerd. De wijziging gaat met onmiddellijke ingang in, tenzij Wijs & van Oostveen een andere ingangsdatum bepaalt. De wijziging kan niet met terugwerkende kracht in werking treden.
4.11.2Wijzigingen ten nadele van de Xxxxxxxx zullen pas ingaan dertig dagen nadat de Xxxxxxxx van deze wijzigingen in kennis is gesteld. binnen deze termijn van dertig dagen heeft de Belegger de bevoegd- heid de Overeenkomst schriftelijk op te zeggen tegen de datum van inwerkingtreding van de betref- fende wijzigingen.
4.11.3Voor zover bij of krachtens de Wet nadere eisen gesteld worden aan de Overeenkomst, zal een der- gelijke wijziging automatisch deel uitmaken van de Overeenkomst, zonder dat daarvoor de instemming van de Belegger, de Stichting of Wijs & van Oost- veen is vereist.
4.11.4Wijzigingen van de Overeenkomst aangaande de voorwaarden als bedoeld in artikel 6:17 Nadere rege- ling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft dienen vooraf ter goedkeuring aan de Autoriteit Finan- ciële Markten in Amsterdam te worden voorgelegd.
4.12 Duur en beëindiging
4.12.1De Overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaal- de tijd. Zowel de Xxxxxxxx als Wijs & van Oostveen kan de Overeenkomst zonder opgaaf van redenen opzeggen, met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. Opzegging dient te geschieden door middel van schriftelijke kennisgeving van de opzeggende partij aan de andere partij.
4.12.2De Overeenkomst kan door middel van schriftelijke kennisgeving per direct worden opgezegd, indien zich één van de volgende situaties voordoet:
• een partij voldoet niet, niet-tijdig of niet-geheel aan enige verplichting uit hoofde van de Overeenkomst;
• een partij geraakt in surseance van betaling of faillissement;
• een partij overlijdt, wordt onder curatele ge- plaatst, wordt ontbonden of staakt de activiteiten;
• de registratie, vergunning, vrijstelling of ontheffing etc. van Wijs & van Oostveen en/of de Stichting Nederlandse Beleggingsgiro bij of van de Autori- teit Financiële Markten en/of De Nederlandsche Bank vervalt.
4.12.3Indien de Xxxxxxxx in surseance van betaling of faillissement geraakt of (als rechtspersoon) wordt ontbonden of (als natuurlijk persoon) overlijdt, onder curatele wordt gesteld of zijn vermogen geheel of gedeeltelijk onder bewind wordt gesteld, danwel indien de Xxxxxxxx verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, ein- digt de relatie tussen partijen daardoor niet onmid- dellijk vanzelf. De Xxxxxxxx en diens rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel en zijn gemach- tigden zijn verplicht Wijs & van Oostveen onmid- dellijk mee te delen dat zich een van de genoemde omstandigheden voordoet. Nadat Wijs & van Oost- veen deze mededeling heeft ontvangen, wordt de beleggingsdienstverlening opgeschort (en worden reeds opgegeven maar nog niet uitgevoerde orders niet meer uitgevoerd) en zal Wijs & van Oostveen met de Xxxxxxxx in contact treden over voortzetting van de relatie, alles onverminderd de bevoegdheid van partijen om de Overeenkomst te beëindigen als bedoeld in artikellid 4.12.1.
4.12.4Beleggingstransacties, welke op de datum van beëindiging van de relatie nog niet zijn afgewikkeld, zullen door Xxxx & van Oostveen zo veel mogelijk overeenkomstig de bepalingen van deze Overeen komst worden afgewikkeld, behoudens voor zover de Xxxxxxxx en Wijs & van Oostveen schriftelijk anders overeenkomen.
4.12.5Na opzegging van de Overeenkomst zal Wijs & van Oostveen de Financiële Instrumenten, welke door de Stichting voor rekening en risico van de Belegger worden gehouden, verkopen. Deze verkopen
zullen worden uitgevoerd conform de Overeen- komst. De uit de verkoop vrijgekomen liquide middelen en eventueel overig geldsaldo op de Beleggingsgirorekening zullen worden overgeboekt naar de Tegenrekening. Gedurende de afwikkeling blijft de Overeenkomst van kracht.
4.12.6Indien de Stichting voornemens is haar werkzaam- heden te beëindigen, stemt de Xxxxxxxx er bij voorbaat mee in dat Wijs & van Oostveen een an- dere rechtspersoon kan aanwijzen welke in de plaats zal treden van de Stichting en de bewaring van de Financiële Instrumenten zal overnemen onder de voorwaarden zoals die op dat moment zullen luiden.
4.13 Toepasselijk recht /Jurisdictie, Klachten en Geschillen
4.13.1De Overeenkomst vormt, onverminderd de tussen partijen van toepassing zijnde overige voorwaarden, de uitsluitende grondslag voor de Beleggingsdienst die Wijs & van Oostveen in de uitoefening van haar bedrijf aan de Belegger verleent en wordt beheerst door Nederlands recht.
4.13.2Wijs & van Oostveen is aangesloten bij de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD). Indien de Xxxxxxxx, ondanks de inspanningen van Wijs & van Oostveen om zijn belangen zo goed mogelijk te behartigen en een adequate beleg- gingsdienstverlening te waarborgen, een klacht heeft, dient de Xxxxxxxx in de eerste plaats gebruik te maken van de interne klachtenprocedure van Wijs & van Oostveen. Indien het niet mogelijk blijkt om de klacht in onderling overleg af te handelen, kan de Xxxxxxxx zich wenden tot hetzij KiFiD, hetzij de bevoegde rechter te Amsterdam. De toepasselijke interne procedure inzake de afhandeling van klach- ten wordt nader uiteengezet in hoofdstuk 7.
4.13.3Wijs & van Oostveen is bevoegd geschillen met de Belegger in verband met de Overeenkomst aanhan-
gig te maken bij de bevoegde rechter te Amsterdam of elke andere rechter welke bevoegd is krachtens Nederlands burgerlijk procesrecht.
5. ORDERUITVOERINGSBELEID
Beleid van Wijs & van Oostveen voor een optimale order- uitvoering.
1. Inleiding In het kader van de beleggersbescherming dient een beleggingsonderneming bij het uitvoeren van orders in alle soorten financiële instrumenten alle redelijke maatregelen te nemen om voor niet-profes- sionele en professionele cliënten het best mogelijke resultaat, ook wel ‘best execution’ genoemd, te be- halen en zij dient hiertoe een orderuitvoeringsbeleid op te stellen en na te leven. In deze bijlage wordt het orderuitvoeringsbeleid van Wijs & van Oostveen uiteengezet. Wijs & van Oostveen zal haar orderuit- voeringsbeleid jaarlijks evalueren en de cliënt op
de hoogte houden van wijzigingen door het plaat- sen van de meest recente versie op de website van Wijs & van Oostveen: xxx.xxxx.xx.
2. Toepassingsbereik van dit orderuitvoeringsbeleid Dit orderuitvoeringsbeleid is van toepassing indien Wijs & van Oostveen voor rekening en risico van haar cliënten orders uitvoert of laat uitvoeren bij derden of doorgeeft aan derden. Dit orderuitvoe- ringsbeleid geldt zowel voor niet-professionele als professionele cliënten.
3. Best Execution: factoren en relevante aspecten Bij het uitvoeren van de orders dient een beleggingsonderneming alle redelijke maatregelen te treffen voor een optimale uitvoering van orders, waarbij rekening wordt gehouden met de prijs, de (uitvoerings)kosten, de snelheid, de waarschijnlijk- heid van uitvoering en afwikkeling, de omvang, de aard en alle andere voor de uitvoering van orders relevante aspecten.
De relevante aspecten bij het bepalen van het relatieve gewicht van de verschillende genoemde factoren zijn:
• de kenmerken van de plaats van uitvoering van de order (zie paragraaf 6);
• de kenmerken van de order (zie paragraaf 7);
• de kenmerken van de betreffende financiële instru- menten (zie paragraaf 8);
• de kenmerken van de belegger – of beleggings- dienst; en
• de totale tegenprestatie.
Wijs & van Oostveen houdt hierbij ook rekening met de (on)mogelijkheid van het uitvoeren van een order op een gereguleerde markt of buiten een geregu- leerde markt om (over-the-counter).
De regelgeving bepaalt niet wat in iedere denkbare situatie het best mogelijke resultaat is, maar richt zich op maatregelen die zijn genomen om de belan- gen van de cliënt zo goed mogelijk te behartigen.
Een orderuitvoerende beleggingsonderneming kan zowel Wijs & van Oostveen als orderuitvoerende derden zijn. Een orderuitvoerende derde kan meer of minder gewicht toekennen aan één of meerdere van de genoemde factoren in verhouding tot Wijs & van Oostveen zelf of een andere orderuitvoerende derde, indien dat binnen het orderuitvoeringsbeleid van die derde tot het best mogelijke resultaat leidt. Indien de cliënt,die de beleggingsdienst beleg- gingsadvies of execution only afneemt, Wijs & van Oostveen voor de uitvoering van een order speciale instructies geeft, zal Wijs & van Oostveen de order conform de instructies laten uitvoeren, tenzij Wijs
& xxx Xxxxxxxx te kennen heeft gegeven niet aan het verzoek van de cliënt te kunnen voldoen. Het laten uitvoeren van een order conform de specifieke instructies van de cliënt kan betekenen dat Wijs & van Oostveen en/of de door haar ingeschakelde derde(n) niet in staat is/zijn die handelingen te ver- richten, die genoemde partijen in hun orderuitvoe-
ringsbeleid hebben opgenomen om een optimale orderuitvoering mogelijk te maken.
4. De instrumenten waar dit orderuitvoeringsbeleid betrekking op heeft Het orderuitvoeringsbeleid heeft betrekking op de volgende financiële instrumenten:
• aandelen;
• derivaten (opties, futures, warrants en dergelijke);
• vastrentende waarden, waaronder obligaties;
• beleggingsinstellingen; en
• gestructureerde producten, waaronder notes.
5. Orderuitvoerende derden Wijs & van Oostveen kan orders ter uitvoering door- geven aan (een) derde(n). Deze orderuitvoerende derde(n) worden door Wijs & van Oostveen geselec- teerd op grond van onder andere:
• het beschikken over een eigen orderuitvoerings- beleid;
• de (uitvoerings)kosten;
• het serviceniveau;
• de kennis en ervaring; en
• de depotbank, waar de rekening van de cliënt of de centrale rekening van de beleggersgiro wordt aangehouden.
In het geval Wijs & van Oostveen dat nodig acht, kan zij Xxxxxxxx Xxxxxxxx Bankiers N.V. inschakelen als orderuitvoerende derde. Wijs & xxx Xxxxxxxx heeft in het kader van de orderuitvoering tevens de mogelijkheid om andere partijen hiervoor te selecte- ren.
Alle orderuitvoerende derden beschikken over een eigen orderuitvoeringsbeleid. Dit beleid wordt door Wijs & van Oostveen minimaal jaarlijks getoetst om te beoordelen of dit (nog) in overeenstemming is met het orderuitvoeringsbeleid van Wijs & van Oost- veen en of herziening hiervan vereist is.
6. Plaats van uitvoering Het orderuitvoeringsbeleid van Wijs & van Oostveen is erop gericht om orders uit te laten voeren op de primaire markt. De primaire markt is de markt die de beste verhandelbaarheid biedt, waarbij uitvoering plaatsvindt tegen de prijs van dat moment.
Wijs & xxx Xxxxxxxx verzendt de meeste orders elektronisch. Wijs & van Oostveen maakt hierbij ge- bruik van elektronische order routing systemen. Het elektronisch verzenden van orders draagt bij aan de snelheid van uitvoering en afwikkeling.
In het geval van een over-the-counter order zal Wijs & van Oostveen die order niet op een reguliere markt uitvoeren, maar zal zij een professionele te- genpartij zoeken die bereid is tegen goede voor- waarden voor de cliënt een contract af te sluiten.
Tevens is het mogelijk dat orderuitvoerende der- den andere plaatsen van uitvoering selecteren dan welke Wijs & van Oostveen in deze paragraaf heeft opgenomen of welke orderuitvoerende derden heb- ben opgenomen in hun orderuitvoeringsbeleid om een order uit te voeren op grond van onder meer het criterium prijs, liquiditeit of waarschijnlijkheid van uitvoering met het doel om het best mogelijke resul- taat te bereiken voor de uitvoering van die order.
7. Orderspecifieke kenmerken Door instemming met ons beleid geeft de cliënt Wijs & van Oostveen toestemming om – indien van toe- passing – orders samen te voegen met die van ande- re cliënten en om deze tegelijkertijd te verwerken of tegelijkertijd uit te (laten) voeren. Orders die op ini- tiatief van Wijs & van Oostveen worden uitgevoerd in het kader van (collectief) vermogensbeheer zullen vrijwel altijd worden samengevoegd. Het samenvoe- gen doet Wijs & van Oostveen normaliter indien het onwaarschijnlijk is dat de samenvoeging negatieve gevolgen heeft voor de cliënt. Desondanks kan het effect van het samenvoegen van orders in sommige gevallen in het nadeel werken voor de cliënt.
Indien Wijs & van Oostveen niet in de mogelijkheid verkeert om samengevoegde orders volledig uit te voeren dan worden de desbetreffende financiële instrumenten toegewezen op basis van een random toewijzingssysteem van Wijs & van Oostveen. Alle toewijzingen van orders zullen worden uitgevoerd tegen de gemiddelde koers van het uitgevoerde gedeelte.
Bij orders van een bepaalde omvang kan Wijs & van Oostveen besluiten de order uit te (laten) voeren als een zogenoemde ‘special care order’. Het gaat hier- bij om orders, waarvan de omvang – afhankelijk van het financieel instrument, de plaats van uitvoering en de marktomstandigheden – de prijsvorming op de beurs substantieel kan beïnvloeden. Het gevolg kan zijn dat er geen waarborg is voor een uitvoering tegen een billijke prijs. Door orders als ‘special care orders’ uit te (laten) voeren, beoogt Wijs & van Oost- veen de best mogelijke prijs op de geselecteerde markt te realiseren.
De wijze van aanleveren van de order, de grootte en de productsoort zijn medebepalend voor de snel- heid van uitvoering, de te bepalen primaire markt en de keuze voor de derde, door wie Wijs & van Oostveen de order – indien van toepassing – laat uitvoeren. Naast de primaire markten die door Wijs & van Oostveen zijn geselecteerd, zijn binnen het orderuitvoeringsbeleid andere derden en plaatsen van uitvoering toegankelijk, indien dit voor de cliënt voordelen biedt.
8. Productspecifieke kenmerken Voor Wijs & van Oostveen is de combinatie van verhandelbaarheid van het financieel instrument en de prijs de belangrijkste criteria voor een optimale uitvoering van orders.
Voor de orderuitvoerende derden zijn bij de uitvoe- ring van orders in aandelen en beursgenoteerde be- leggingsinstellingen prijs, snelheid, waarschijnlijkheid
van uitvoering en verhandelbaarheid in de regel de belangrijkste criteria. Aangaande de meeste beurs- genoteerde beleggingsfondsen kan niet op ieder moment gedurende de openingstijden van een beursplaats worden gehandeld. Orders kunnen wel op een willekeurig tijdstip gedurende de openings- tijden worden ingelegd. Een transactie vindt slechts plaats op één of soms meerdere tijdstippen gedu- rende de handelsdag. In het geval van niet-beurs- genoteerde beleggingsfondsen worden inschrijvings- en redemption orders verzonden aan het door de aanbieder van het fonds geselecteerde administra- tiekantoor. Aan- en verkoop geschiedt op basis van de intrinsieke waarde van het fonds. De belangrijkste criteria zijn de kosten en de prijs.
Orders met betrekking tot derivaten en warrants, die aan een gereglementeerde markt zijn genoteerd en daar worden verhandeld, worden op die markt uitgevoerd, aangezien het onwaarschijnlijk is dat de betreffende contracten op een andere beurs tegen betere voorwaarden worden verhandeld. Belangrijk- ste criteria voor de orderuitvoerende partijen zijn: prijs en waarschijnlijkheid van uitvoering. Orders in derivaten met een volume, die handel in het ‘profes- sionele circuit’ mogelijk maakt, zullen – indien dit in prijs dan wel liquiditeit voordelig is – via dit circuit worden verhandeld en vervolgens via de beurs wor- den bevestigd.
De obligatiemarkt is een andere dan de aande-
len- en derivatenmarkt. Obligatietransacties vinden veelal plaats ‘over the counter’, direct met profes- sionele tegenpartijen. Belangrijkste criteria voor
de keuze van de tegenpartij zijn prijs, snelheid en waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling. Meestal ontbreekt een efficiënt gereglementeerde markt voor obligaties. Daarom worden obligaties meestal verhandeld met ‘andere’ tegenpartijen, niet zijnde brokers. Indien er een notering is op een gereglementeerde markt, dan vindt de handel bij voorkeur daar plaats. De prijzen voor obligaties zijn
beperkt beschikbaar en slechts te vinden via enkele data vendors.
Producten die slechts één tegenpartij kennen (zoals sommige gestructureerde producten), worden bij deze tegenpartij tegen de best mogelijke prijs uitgevoerd. Belangrijkste criterium voor de order- uitvoerende partij is hierbij de waarschijnlijkheid van uitvoering. Wijs & xxx Xxxxxxxx beoordeelt de prijsvorming van dit soort orders.
Bij orders in gestructureerde producten is voor Wijs & van Oostveen naast de gebruikelijke uitgangs- criteria voor een optimale uitvoering van orders tevens van belang de van toepassing zijnde overige regels, waaronder bijvoorbeeld de regels in het prospectus van het gestructureerde product en de regelgeving van de desbetreffende beurzen.
9. Uitzonderlijke marktomstandigheden Het reguliere orderuitvoeringsbeleid van Wijs & van Oostveen is niet van toepassing in het geval van uitzonderlijke marktomstandigheden, zoals ernstige marktturbulentie, het uitvallen van interne of externe systemen, etc. In deze gevallen wordt de tijdige uit- voering van orders, voor zover mogelijk, de belang- rijkste factor. Bij storingen in systemen zal Wijs & van Oostveen en/of orderuitvoerende derden mogelijk niet in staat zijn om de in hun orderuitvoeringsbeleid geselecteerde plaatsen van uitvoering te bereiken. Indien deze uitzonderlijke marktomstandigheden zich voordoen, zal Wijs & van Oostveen de cliënt hiervan op de hoogte stellen indien de cliënt een order plaatst in het kader van de beleggingsdienst beleggingsadvies of execution only.
10. Wijziging orderuitvoeringsbeleid
Wijs & xxx Xxxxxxxx zal ervoor zorg dragen dat eventuele wijzigingen in haar orderuitvoer worden bijgewerkt in haar orderuitvoeringsbeleid, waarvan de laatste versie op de website van Wijs & van Oost- veen wordt gepubliceerd: xxx.xxxx.xx.
6. BELANGENCONFLICTENBELEID
Beleid van Wijs & van Oostveen inzake belangenconflicten.
1. Inleiding Bij de uitoefening van de dienstverlening en werk- zaamheden van Wijs & van Oostveen zouden zich mogelijkerwijs belangenconflicten voor kunnen doen tussen Wijs & van Oostveen (waaronder begrepen haar medewerkers) en haar cliënten, en tussen cliënten onderling. Wijs & xxx Xxxxxxxx heeft in eerste instantie maatregelen getroffen om belangen- conflicten te voorkomen. daarnaast zijn maatregelen getroffen om betreffende conflicten en de potenti- ele impact op de cliënten van Wijs & van Oostveen zichtbaar te maken, te beheersen en te controleren. In dit document zijn de belangrijkste zaken rond belangenconflicten samengevat.
2. Belangenconflict Van een belangenconflict is sprake, indien Wijs & van Oostveen of een persoon verbonden aan Wijs
& van Oostveen, inclusief bij Wijs & van Xxxxxxxx aangesloten derden:
• Mogelijk een financieel voordeel zou kunnen heb- ben, of een financieel nadeel zou kunnen vermij- den, ten nadele van de belegger;
• Een belang heeft bij de uitkomst van de dienst welke aan de belegger is geleverd dat verschilt van het belang van de belegger bij de uitkomst;
• Een financiële of ander soort stimulans heeft om het belang van de ene belegger te stellen boven het belang van een andere belegger;
• Hetzelfde bedrijf uitoefent als de belegger;
• Geld, goederen of diensten ontvangt van derden in relatie tot diensten verricht aan de belegger anders dan de standaard commissie of beloning voor de geleverde dienst.
3. Het beleid ten aanzien van belangenconflicten De diversiteit van de beleggingsdiensten en -activi- teiten van Wijs & van Oostveen is relatief beperkt.
Zo is bij Wijs & van Oostveen bijvoorbeeld geen sprake van een (zakelijk) kredietbedrijf en heeft zij geen bemoeienis met de clearing & settlement van transacties van de belegger. Deze activiteiten kunnen derhalve geen basis zijn voor een mogelijk belangenconflict.
Wijs & van Oostveen heeft de belangenconflicten binnen haar dienstverlening in kaart gebracht en heeft maatregelen genomen die naar het inzicht van Wijs & van Oostveen adequaat zijn om de betref- fende conflicten en de potentiële impact op de belegger zichtbaar te maken, te beheersen en te controleren. de directie van Wijs & van Oostveen draagt hiervoor de eindverantwoordelijkheid.
Op de naleving van de procedures wordt in eerste instantie toezicht gehouden door het verantwoor- delijke management van de afdeling. Daarnaast is een onafhankelijk optredende compliance-afdeling binnen Wijs & van Oostveen verantwoordelijk voor het uitvoeren van controle op de naleving van de belangrijkste maatregelen. Toezicht wordt ten slotte eveneens uitgeoefend door de toezichthouders, zoals De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.
De getroffen maatregelen bestaan onder meer uit:
• Interne richtlijnen en procedures;
• fysieke, personele en organisatorische scheidin- gen, aangebracht tussen medewerkers en afdelin- gen;
• een intern reglement met regelgeving omtrent:
• het gebruik van (koersgevoelige) informatie; en
• de uitvoering van privé-beleggingtransacties.
4. Indien een belangenconflict onvermijdelijk blijkt te zijn Indien getroffen maatregelen niet toereikend blijken en een belangenconflict onvermijdelijk is, voorziet Wijs & van Oostveen in de signalering en vastleg-
ging van het belangenconflict en treft waar mogelijk passende nieuwe maatregelen, waarbij het belang van de Belegger voor zal gaan. Als blijkt dat een be- langenconflict binnen de beleggingsdienstverlening van Wijs & van Oostveen onvoldoende kan worden beheerst en het belang van de Belegger onvol- doende kan worden gewaarborgd, kan Wijs & van Oostveen de gevraagde dienstverlening weigeren. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal in dit geval de betrokken Belegger vanzelfsprekend hiervan tijdig informeren.
5. Wijziging belangenconflictenbeleid Wijs & van Oostveen zal er voor zorg dragen dat even- tuele wijzigingen in haar belangenconflicten worden bijgewerkt in haar belangenconflictenbeleid, waarvan de laatste versie op Internet wordt gepubliceerd.
7. KLACHTENPROCEDURE
Klachtenprocedure van Wijs & xxx Xxxxxxxx.
1. Inleiding Wijs & van Xxxxxxxx zal zich inspannen om de belangen van de Xxxxxxxx zo goed en zorgvuldig mogelijk en conform de geldende voorwaarden en gemaakte afspraken te behartigen. Desondanks is het mogelijk dat de Xxxxxxxx in een enkel geval
van mening is dat Wijs & xxx Xxxxxxxx in strijd met de geldende voorwaarden en gemaakte afspraken heeft afgehandeld. In dat geval geldt onderstaande procedure.
2. Wat te doen bij een klacht? In het geval van een klacht dient de Xxxxxxxx dit zo snel mogelijk aan Wijs & van Oostveen kenbaar te maken. Dit kan door telefonisch, schriftelijk of per
e-mail contact op te nemen met de contactpersoon bij Wijs & xxx Xxxxxxxx. Indien de Xxxxxxxx niet tevreden is over de afhandeling van de klacht, dan kan de Xxxxxxxx de klacht schriftelijk indienen ter attentie van de directie van Wijs & van Oostveen.
3. Klachteninstituut Financiële Dienstverlening Wijs & van Oostveen is als financiële onderneming aangesloten bij de Stichting Klachteninstituut Finan- ciële Dienstverlening (KiFiD). Het KiFiD is bedoeld voor de beslechting van (dreigende) conflicten met financiële dienstverleners.
Gebruiken van interne klachtenprocedure
Op basis van de klachtenprocedure bij KiFiD mag de Xxxxxxxx bij KiFiD pas schriftelijk een klacht indienen met betrekking tot de dienstverlening van Wijs & van Oostveen, nadat de Xxxxxxxx de betreffende klacht eerst aan Wijs & van Oostveen heeft voorgelegd.
Ombudsman van KiFiD
Indien beide partijen niet tot een vergelijk kunnen komen en de Belegger in voornoemd kader een definitieve, schriftelijke uitspraak heeft ontvangen, kan de Xxxxxxxx zijn klacht indienen bij de Ombuds- man van KiFiD. De Xxxxxxxx dient binnen drie maan- den na ontvangst van deze schriftelijke uitspraak van Wijs & van Oostveen de klacht voor te leggen aan de Ombudsman. De Ombudsman zal proberen door bemiddeling het geschil alsnog op te lossen.
De Xxxxxxxx kan in plaats van zijn klacht neer te leggen bij de Ombudsman de klacht aanhangig maken bij de burgerlijke rechter. In dat geval zal KiFiD de klacht niet in behandeling nemen.
Geschillencommissie van KiFiD
Indien bemiddeling door de Ombudsman niet tot het gewenste resultaat leidt, kan de Xxxxxxxx de klacht binnen drie maanden, na de dagtekening van het oordeel van de Ombudsman, voorleggen aan de Geschillencommissie van KiFiD.
De Geschillencommissie neemt een klacht niet in behandeling, indien onder meer:
• meer dan een jaar is verstreken tussen het tijdstip waarop de Xxxxxxxx van de feiten waarop het geschil betrekking heeft kennis heeft genomen of redelijkerwijs kennis had kunnen nemen en het
tijdstip waarop de klacht aan Wijs & van Oostveen is voorgelegd; of
• de geclaimde waarde of het belang van de klacht beneden de € 100,– ligt; of
• het klachten of geschillen betreft die een vordering van € 1.000.000,– te boven gaan; of
• de klacht reeds bij een burgerlijke rechter aanhangig is.
De uitspraak van de Geschillencommissie is verbindend, indien zowel Wijs & van Oostveen als de Belegger vooraf verklaren de uitspraak als
bindend te aanvaarden. Indien Wijs & van Oostveen heeft verklaard zich bij voorbaat aan de oordelen van de Geschillencommissie in de vorm van een bindend advies te onderwerpen, dient de Xxxxxxxx bij het indienen van de klacht bij de Geschillen- commissie schriftelijk te verklaren dat de Xxxxxxxx de uitspraak als bindend advies zal aanvaarden.
Indien de Xxxxxxxx weigert, zal de Geschillen- commissie de klacht niet in behandeling nemen.
De uitspraak van de Geschillencommissie is niet verbindend, indien zowel Wijs & van Oostveen als de Xxxxxxxx dit niet wensen of in een uitspraak aan hoofdsom (exclusief vertragingsrente en kosten) een bedrag wordt toegewezen van meer dan € 150.000,-. Wijs & van Oostveen en de Belegger verbinden zich hierbij aan uitspraken tot een hoger bedrag
dan het plafondbedrag voor de bindendheid van uitspraken van de Geschillencommissie.
Commissie van Beroep
Indien de Xxxxxxxx het niet eens is met de bindende beslissing van de Geschillencommissie dan kan de Belegger het geschil binnen zes weken voorleggen aan de Commissie van Beroep. Het financieel belang moet wel meer zijn dan € 25.000,-.
Indien Wijs & van Oostveen het niet eens is met de bindende beslissing van de Geschillencommissie dan kan Wijs & van Oostveen ook in beroep tegen de beslissing van de Geschillencommissie. Het finan-
cieel belang moet wel meer zijn dan € 25.000,- of het belang voor de betrokken bedrijfstak bedraagt minstens 5 miljoen euro.
De Commissie van Beroep doet in laatste instantie een definitieve, bindende uitspraak.
Een uitspraak van de Commissie van Beroep is niet verbindend, indien in een uitspraak aan hoofdsom (exclusief vertragingsrente en kosten) een bedrag wordt toegewezen van meer dan € 150.000. Wijs & xxx Xxxxxxxx en de Belegger verbinden zich
hierbij aan uitspraken tot een hoger bedrag dan het plafondbedrag voor de bindendheid van uitspraken van de Geschillencommissie.
De Xxxxxxxx dient een eigen bijdrage te betalen in verband met de klachtafhandeling door KiFiD.
Actuele informatie KiFiD
Zie voor actuele informatie omtrent de KiFiD en de huidige reglementen van de Ombudsman en de Geschillencommissie, de website van KiFiD (xxx.xxxxx.xx).
4. Wijziging klachtenprocedure De laatste geldende versie van de klachtenproce- dure is op Internet gepubliceerd.
8. KENMERKEN VAN FINANCIELE INSTRUMENTEN EN DAARAAN VERBONDEN SPECIFIEKE RISICO’S
INHOUDSOPGAVE
I. Algemene beschrijving kenmerken en risico’s Finan- ciële Instrumenten
II. Opties, futures, warrants, turbo’s en het hefboom- effect
III. Bijzonderheden over de handel en overige
IV. Wijzigingen
I. Algemene beschrijving kenmerken en risico’s Financiële Instrumenten Aan alle vormen van beleggen zijn risico’s verbonden. Die risico’s zijn afhankelijk van de aard van de beleg- ging. Een belegging kan in meer of mindere mate speculatief of onderhevig aan (forse) koersschomme- lingen zijn. Bijna altijd geldt dat een belegging met een hoger verwacht rendement grotere risico’s met zich meebrengt. Zeker bij het beleggen in buiten- landse Financiële Instrumenten kan de overheidspoli- tiek in het desbetreffende land gevolgen hebben voor de waarde van de belegging en daardoor forse koersschommelingen in de belegging veroorza-
ken. Daarnaast dient bij het beleggen in de meeste buitenlandse Financiële Instrumenten rekening te worden gehouden met een additioneel valutarisico.
Hieronder worden de kenmerken van Financiële Instrumenten in het algemeen besproken, alsmede de daaraan verbonden specifieke beleggingsrisico’s.
Koersrisico
Het risico voor de belegger op een negatieve koersontwikkeling wordt niet alleen bepaald door de resultaten van het betreffende Financieel Instrument, maar ook door het algehele marktsentiment. Het koersrisico dat de belegger op zijn beleggingspor- tefeuille loopt, wordt in beginsel minder naarmate de belegger zijn investeringen spreidt over meerdere uitgevende instellingen, ondernemingen en sectoren.
Debiteuren- of kredietrisico
Dit risico is van toepassing op alle soorten beleg- gingen. In deze alinea wordt alleen beschreven wat dit risico in het kader van een obligatielening kan betekenen. De waarde van een obligatielening
wordt hoofdzakelijk bepaald door de rentestand en de verwachting over de vraag of een uitgevende instelling (de debiteur) zijn rente- en aflossingsver- plichtingen kan nakomen. In het algemeen geldt dat hoe groter de kredietwaardigheid van een uitge- vende instelling is, hoe lager het rendement op de
lening zal zijn. Obligatieleningen die ten opzichte van staatsleningen een zeer hoog rendement geven, worden High Yield bonds genoemd. Bij dergelijke leningen is het debiteurenrisico voor de belegger relatief het grootst.
Valutarisico
Dit risico speelt voor beleggers in de eurozone een belangrijke rol bij het beleggen in niet in euro’s luidende obligaties of niet in euro’s noterende aandelen. Maar ook bij in euro’s noterende aandelen kan er sprake zijn van valutarisico. In dat geval zit het eventuele valutarisico in de koers van het aandeel. De mate waarin de koers van een in euro’s noterend aandeel gevoelig is voor valutakoersschommelingen wordt namelijk bepaald door de mate waarin een
onderneming zijn activiteiten heeft, respectievelijk zijn resultaten behaalt, in landen buiten de eurozone.
Marktrisico
Dit is het risico dat samenhangt met de beweeglijk- heid (volatiliteit) van de totale markt. De markt is gevoelig voor sentimenten.
Renterisico
Dit risico is het gevolg van bewegingen in de rente. Veranderingen in de rentevoet hebben een belang- rijke invloed op zowel de koersen van aandelen als van obligaties. Het renterisico leidt dus ook tot een koersrisico. Bij aandelen en met name bij obligaties heeft een stijging van de rente in het algemeen een negatieve invloed op de koersen. Hoe langer de nog resterende looptijd van een obligatie, hoe groter de koersdaling zal zijn. Zolang de obligaties
niet worden verkocht, wordt niet direct geld verloren maar wordt wel de kans van het creëren van additio- neel rendement gemist. Immers, de belegger heeft gedurende een lange(re) periode een vaste rente- vergoeding bedongen; stijgt de rente in die periode op de kapitaalmarkt, dan profiteert de belegger daar niet van. Daar staat tegenover dat de beleg- ger in die periode ook geen nadeel ondervindt van
een daling van de rente. Renterisico bestaat dus ook gedeeltelijk uit een herbeleggingrisico.
Aandelen en certificaten van aandelen
Aandelen zijn deelnemingen in het aandelenkapitaal van een vennootschap en kunnen op naam zijn ge- steld of aan toonder luiden. De aandeelhouder mag zich – economisch gezien – beschouwen als een be- zitter van een deel van het eigen vermogen van een onderneming. Hij bezit daardoor een bepaalde zeg- genschap en het recht op een uitkering (dividend). In geval van (de angst voor) een faillissement, maar ook in andere gevallen, kan de waarde teruglopen tot nul. Bij aandelen is daarom sprake van risicodra- gend kapitaal.
Certificaten van aandelen zijn Financiële Instrumen- ten die originele aandelen vertegenwoordigen. De aandelen zelf zijn meestal in beheer bij een admini- stratiekantoor. Certificaathouders zijn als het ware deelgerechtigd in de onderliggende aandelen. Niet alle rechten die zijn verbonden aan aandelen zijn ook van toepassing op certificaten van aandelen.
Vaak is bijvoorbeeld de aan aandelen verbonden zeggenschap bij certificaten beperkt.
De waardeontwikkeling – de aandelenkoers – wordt in eerste instantie beïnvloed door de resultatenont- wikkeling en de winstvooruitzichten van de desbe- treffende onderneming, maar ook door algemene economische, politieke en emotionele factoren.
Daarnaast speelt de dividendpolitiek van de betrok- ken vennootschap een rol. Aandeelhouders komen pas voor dividend in aanmerking, nadat alle overige kapitaalverschaffers het aan hen toekomende rende- ment hebben ontvangen. Een aandelenbelegging kan onderhevig zijn aan (forse) koersschommelingen. Indien een vennootschap wordt geliquideerd, staat de aandeelhouder bij verdeling van het liquidatie- saldo achteraan in de rij en komt bijvoorbeeld in rangorde na de obligatiehouders.
De risico’s van een belegging in (certificaten van) aandelen kunnen dus zeer verschillend zijn en heb- ben betrekking op het dividend (wel of geen inko- men) en de waardeontwikkeling van de investering (forse fluctuaties van de beurswaarde van aandelen ten opzichte van de inleg).
Obligaties
Obligaties zijn schuldbrieven van een lening, uit- gegeven door een (overheids)instelling. Over de schuld wordt door die instelling over het algemeen een vooraf overeengekomen rente vergoed. Kort samengevat kan men een obligatie karakteriseren als een schuldbekentenis aan toonder voor een bepaald bedrag en een veelal vooraf bekende rente. Nagenoeg alle obligaties zijn aflosbaar. Obligaties behoren tot het zogenaamde vreemd vermogen van de uitgevende instelling.
Er bestaan bijzondere vormen van obligaties. Deze bijzondere vormen kunnen betrekking hebben op de wijze van rentebetaling, de wijze van aflossing, de wijze van uitgifte en de bijzondere lenings- voorwaarden. Het rendement op de obligatie kan bijvoorbeeld (mede) afhankelijk worden gesteld van de geldende rentestand (rente-indexobligaties of floating rate notes) of van de winst van de instelling die de obligatie heeft uitgegeven (zoals winstde- lende obligaties en inkomstenobligaties). Er bestaan ook obligaties waarop geen rente wordt uitbetaald (zerobonds). Het rendement op deze obligaties wordt verkregen uit het verschil tussen de uitgifte- koers en de latere (hogere) aflossingskoers.
Ook een belegging in obligaties draagt risico’s in zich. De waarde van een obligatielening wordt hoofdzake- lijk bepaald door de rentestand (bij rentefluctuaties kunnen (forse) koersschommelingen plaatsvinden)
en de verwachting over de vraag of een uitgevende instelling (de debiteur) zijn rente- en aflossingsver- plichtingen kan nakomen. In het algemeen houdt een lening van de Staat der Nederlanden nauwelijks een
debiteurenrisico in. Daarentegen kunnen obligaties van een onderneming wel degelijk een debiteuren- risico in zich hebben. In geval van faillissement van de uitgevende instelling gelden de obligatiehouders,
afhankelijk van het soort lening, veelal als concurrente onverzekerde crediteuren van de uitgevende instel- ling, tenzij ten behoeve van de obligatiehouder een speciale zekerheid is bedongen.
Converteerbare obligaties
De converteerbare obligatie (convertible) is een obligatie die gedurende de zogenaamde conversie- periode tegen de conversiekoers, onder bepaalde voorwaarden (meestal op verzoek van de belegger), al dan niet met een verrekening in contanten, kan worden ingewisseld voor aandelen. De keuzemoge- lijkheid om de converteerbare obligatie om te zetten in aandelen ligt bij de obligatiehouder.
Een converteerbare obligatie vertoont kenmerken van zowel een obligatie als een aandeel. Voor de risico’s wordt derhalve verwezen naar de risico’s die zijn verbonden aan deze Financiële Instrumenten.
Reverse exchangeable bonds
De reverse exchangeable bond is een bijzondere obligatievorm. De hoofdsom kan namelijk worden afgelost in contanten a pari of in aandelen van de betreffende onderliggende waarde.
Aflossing geschiedt in aandelen van de onderliggen- de waarde, indien de beurskoers van de betreffende onderliggende waarde op een vastgesteld tijdstip of gedurende een vastgestelde periode een vastgeleg- de referentiekoers raakt of neerwaarts doorbroken heeft. Deze voorwaarden worden bij uitgifte
van een reverse exchangeable bond vastgelegd en zijn onherroepbaar; de belegger heeft
hierin geen keuzemogelijkheid. De houder van een reverse exchangeable bond kan op de afloopdatum van zijn reverse exchangeable bond worden gecon- fronteerd met een aflossing in onderliggende aandelen in plaats van een uitkering van de hoofd-
som in contanten. Deze aandelen kunnen een (fors) lagere waarde hebben dan de hoofdsom.
Tegenover dit risico van een (fors) negatieve waardeontwikkeling staat een bovengemiddelde rentevergoeding.
Een reverse exchangeable bond vertoont kenmer- ken van zowel een aandeel als een obligatie en het schrijven van een putoptie. Voor de risico’s wordt derhalve verwezen naar de risico’s die zijn verbon- den aan deze Financiële Instrumenten.
Onroerend goed
Vastgoed of onroerend goed is een beleggingscate- gorie, waarbij wordt belegd in vastgoedprojecten als winkelcentra, kantoorgebouwen, bedrijfsruimtes en incidenteel in woonhuizen. Omdat rechtstreeks be- leggen in onroerend goed veelal een groot beleg- baar bedrag vergt en spreiding (daardoor) moeilijk realiseerbaar is, wordt veelal gebruik gemaakt van de mogelijkheid te beleggen in een onroerendgoed- beleggingsinstelling. Deze beleggingsinstellingen beleggen wel rechtstreeks in ‘stenen’ door bijvoor- beeld te investeren in projectontwikkeling, maar ook indirect door te investeren in bedrijven, die onroe- rendgoedprojecten tot stand brengen.
De risico’s van een (indirecte) belegging in onroerend goed hangen samen met de ontwikkeling van de ka- pitaalmarktrente, de gegoedheid van de huurders van het onroerend goed, de waardeontwikkeling en de locatie van het onroerend goed, de algemene econo- mische ontwikkelingen en de politieke stabiliteit van het land waar het onroerend goed gelegen is. Ook voor onroerend goed geldt in zijn algemeenheid dat het rendement onzeker is en dat de kans aanwezig is (een deel van de) de inleg te verliezen.
Beleggingsinstellingen
Een beleggingsinstelling (beleggingsfonds of -maat- schappij genoemd) is een organisatie die door het uitgeven van aandelen of participatiebewijzen ver- mogen aantrekt. Dit bijeengebracht vermogen kan,
afhankelijk van het in het prospectus opgenomen beleggingsbeleid, door een beheerder of directie collectief worden belegd in alle soorten Financiële Instrumenten. Alle in dit hoofdstuk genoemde risico’s kunnen, afhankelijk van de samenstelling van de por- tefeuille van de beleggingsinstelling, ook voor beleg- gingsinstellingen gelden. In beginsel worden de risico’s van beleggen relatief kleiner door de sprei- ding van de beleggingen binnen een beleggingsin- stelling. Sommige beleggingsinstellingen richten zich echter (eenzijdig) op een specifieke sector of regio, wat additionele risico’s met zich kan brengen.
Open-end beleggingsinstellingen zijn beleggingsin- stellingen waarbij toe- en uittreding door de partici- panten onbeperkt en dus eenvoudig mogelijk is. Het aantal uitstaande deelnemingsrechten (participaties) is niet begrensd en hun waarde wordt in hoofdzaak bepaald door die van de in de beleggingsinstelling berustende activa ofwel de in de beleggingsinstel- ling aanwezige beleggingen.
Closed-end beleggingsinstellingen zijn beleg- gingsinstellingen waarbij het aantal uitgereikte deelnemingsrechten wel vastligt. Tijdens de looptijd is in- en uittreden in de regel niet, of onder voor- waarden mogelijk, waardoor participaties in dit soort beleggingsinstellingen niet (gemakkelijk) verhandel- baar zijn. De belegger loopt dus het risico dat bij tegenvallende resultaten niet of niet op een door de belegger gewenst moment de beleggingen van de hand kunnen worden gedaan. Tevens kan, door deze beperkte liquiditeit, een langere periode sprake
zijn van een verschil (discount) tussen de intrinsieke waarde van de onderliggende waarde(n) en de lagere beurskoers.
De belangrijkste risico’s van een beleggingsinstelling worden inzichtelijk gemaakt door de risico-indicator. Aan de stand van de risico-indicator is te zien hoe groot het risico van een beleggingsinstelling is.
Afhankelijk van onder meer de soort beleggings- instelling en het beleggingsbeleid wordt voor de
xxxxxx’x van het beleggen in een beleggingsinstelling tevens verwezen naar de risico’s van de Financiële Instrumenten waarin de beleggingsinstelling belegt. Xxxx voor een volledig overzicht van de risico’s de risicoparagraaf in het prospectus van de betreffende beleggingsinstelling.
Exchange Traded Funds (ETF’s)
Indextrackers, of Exchange Traded Funds (ETF’s) die een index volgen, zijn beursgenoteerde, open-end beleggingsfondsen met als beleggingsdoel het zo goed mogelijk volgen van een onderliggende index. Er zijn verschillende soorten ETF’s, zoals sectorale ETF’s en ETF’s die een grondstof of valuta volgen.
Deze laatste worden ook wel Exchange Traded Commodity of Exchange Traded Currency (ETC) genoemd. De meest eenvoudige ETF’s worden samengesteld op basis van volledige replicatie van één onderliggende index en kenmerken zich door brede spreiding, passief beheer en lage kosten. De eenvoudige ETF is een transparant product. Er zijn ook complexere en risicovollere soorten ETF’s die minder transparant zijn. Deze ETF’s hebben elk hun eigen productkenmerken en specifieke risico’s. Deze kenmerken kunnen in sterke mate afwijken van de productkenmerken van de meest eenvoudige ETF’s.
1. Spreiding
Met de aankoop van een ETF koopt een belegger als het ware een gespreide belegging. Er zitten immers diverse Financiële Instrumenten in de onderliggende index en dus in de ETF. Spreiding kan zorgen voor vermindering van het specifieke risico, maar ondanks spreiding bestaat er een kans op concentratierisico. Dit ontstaat bijvoorbeeld indien er een hele specifieke onderliggende index wordt gevolgd of de onderliggende waarden allemaal uit dezelfde sector komen.
2. Methode van samenstelling
ETF’s zijn onderverdeeld in twee typen: fysieke ETF’s en synthetische ETF’s. Indien een fysieke ETF een index één op één volgt en deze ETF alle Financiële
Instrumenten uit de onderliggende index bevat, spreken we van volledige replicatie. De samenstel- ling van deze ETF’s is zeer transparant omdat deze in beginsel één op één correspondeert met de onderliggende index. De belegger kan dus aan de hand van de index op elk moment zien hoe de ETF is samengesteld. Indien volledige replicatie niet mogelijk is, omdat de onderliggende index bijvoor- beeld moeilijk te verhandelen Financiële Instrumen- ten (zoals sommige bedrijfsobligaties) bevat of er meerdere indices worden gevolgd, kan de fysieke ETF ook samengesteld worden door sampling
van de te volgen index of indices. Een fysieke ETF bevat in dit geval niet exact dezelfde aandelen als de benchmark(s). Een ETF kan ook worden opge- steld door de rendementen van de onderliggende index synthetisch te repliceren door het aangaan van één of meerdere swap(s). We spreken dan van een synthetische ETF. De belegger krijgt dan het rendement uitgekeerd wat de onderliggende index heeft behaald, maar de daadwerkelijke belegging kan echter in geheel andere Financiële Instrumenten zijn. Een synthetische ETF brengt daarom product- kenmerken met zich mee die sterk kunnen afwijken van de kenmerken van een ETF die is samengesteld op basis van volledige replicatie.
3. Verhandelbaarheid en liquiditeit
ETF’s zijn beursgenoteerd en worden intraday verhandeld op de beurs. Intraday betekent dat ETF’s, net als aandelen, gedurende de hele dag gekocht en verkocht kunnen worden, en niet in één keer per dag zoals de actief beheerde beleggings- fondsen. De verhandelbaarheid is een belangrijk kenmerk van een ETF. Informatie over de verhandel- baarheid is voor de belegger relevant om een vergelijking te kunnen maken met andere soorten beleggingen. De liquiditeit van een ETF geeft aan hoe goed de ETF te verhandelen is. De liquiditeit kan echter beïnvloed worden door onder andere de onderliggende waarden van de ETF en bepaalde elementen van het beleggingsbeleid.
4. Passief beheer
Een belangrijk kenmerk van een ETF is dat deze een passief beleggingsbeleid kent. Het doel van een ETF is immers het volgen van een index. Dit in tegenstel- ling tot actief beheerde fondsen waarbij het doel vaak het verslaan van een index is. Synthetische ETF’s kennen overigens geen volledig passief beheer en ook het gebruik van derivaten brengt vaak een stuk actief beheer met zich mee.
5. Koersvorming en dividend
De koers van trackers komt - net zoals bij andere op de beurs verhandelde Financiële Instrumenten - tot stand door vraag en aanbod. Bij ETF’s die zijn samengesteld door volledige replicatie is er sprake van een sterke correlatie met de onderliggende index en zal de ETF dus nagenoeg hetzelfde koers-
verloop laten zien. De koers kan afwijken doordat er (beheer)kosten in mindering gebracht moeten worden op de waarde van de ETF. Afhankelijk van de in de ETF opgenomen Financiële Instrumenten kan er dividend worden uitgekeerd. Dividend kan worden uitgekeerd in geld, maar ook worden herbelegd. Dit verschilt per fonds en wordt onder meer ingevuld door het gekozen dividendbeleid.
6. Tracking Error
Het begrip ‘tracking error’ drukt uit in hoeverre een ETF er in slaagt om de onderliggende index te
volgen. Indien de tracking error ‘0’ is, is de afwijking ten opzichte van de index 0%. Indien de tracking error 1% is, wijkt de ETF 1% af van de index in absolute zin. Tracking Error kan verschillende oor- zaken hebben. Zo kunnen kosten verschillen in het dividendbeleid van een ETF en de onderliggende index tracking error veroorzaken. Indien een index wordt samengesteld op basis van sampling kan er ook tracking error ontstaan. De prestatie van de alternatieve Financiële Instrumenten zal namelijk niet exact hetzelfde zijn als die van de Financiële Instru- menten uit de onderliggende index. In de praktijk worden de begrippen ‘tracking error’ en ‘tracking difference’ in sommige gevallen door elkaar gebruikt,
waarbij de ‘tracking error’ een statistische berekening van de mate van afwijking is en ‘tracking difference’ wordt gebruikt om de absolute afwijking van de ETF ten opzichte van de benchmark aan te geven.
7. Tegenpartijrisico
Indien een beleggingsinstelling besluit om te werken met derivaten of het uitlenen van aandelen ontstaat hier een tegenpartijrisico. Het risico bestaat immers dat de tegenpartij niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Bij synthetische ETF’s is er doorgaans sprake van een hoger tegenpartijrisico dan bij fysieke ETF’s.
De belangrijkste risico’s van een ETF worden inzichtelijk gemaakt door de risico-indicator. Aan de stand van de risico-indicator is te zien hoe groot het risico van een ETF is. Xxxx voor een volledig overzicht van de risico’s de risicoparagraaf in het prospectus van de betreffende ETF.
Hedge funds
Een hedge fund is een beleggingsinstelling, waarbij de nadruk ligt op het behalen van een absoluut ren- dement en niet zozeer op het beter presteren dan een index. Dit streven naar een ’absolute return‘, gecombineerd met een lage correlatie met de rest van de markt, maakt hedge funds populair onder institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen.
Een van de verschillen tussen hedge funds en klas- sieke beleggingsinstellingen is dat hedge funds gebruik maken van een breder scala aan Financiële Instrumenten en handelstechnieken. Zo kunnen derivaten worden gebruikt ter bescherming van het rendement of kunnen aandelen worden verkocht om te profiteren van dalende aandelenkoersen, zonder dat deze aandelen in het bezit zijn van het hedge fund (baisse transacties).
Aangezien het selecteren van hedge funds, die (veelal) niet zoals andere beleggingsinstellingen on- der toezicht staan, een behoorlijke inspanning vergt,
wordt vaak in hedge funds belegd door middel van een ‘fund of funds’. Zo’n fund of funds belegt zoveel als mogelijk in succesvolle hedge funds en probeert de bestendigheid van het rendement te verbeteren door verschillende strategieën en Financiële Instru- menten te combineren. Het gebrek aan toezicht maakt de sector voor hedge funds ondoorzichtig.
Het zelf beleggen in hedge funds vereist een gede- gen kennis van de strategie, het hefboomeffect en het liquiditeitsrisico van de hedge funds. Daarnaast is een goed begrip van complexe handels- en deri- vatenstrategieën van belang.
De belangrijkste risico’s van een hedgefund worden inzichtelijk gemaakt door de risico-indicator. Aan de stand van de risico-indicator is te zien hoe groot het risico van een hedgefund is. Als specifieke risico’s van hedge funds kan onder meer het volgende genoemd worden: gebrek aan transparantie in het beleid en de cijfers die gepresenteerd worden, hoge kosten, risicovolle beleggingsstrategieen en dat ze veelal offshore (gebieden waar weinig tot geen toe- zicht bestaat) gevestigd zijn. Xxxx voor een volledig overzicht van de risico’s de risicoparagraaf in het prospectus van het betreffende hedgefund.
Private equity
De term Private Equity verwijst naar investeringen uit privaat vermogen in ondernemingen die niet-
beursgenoteerd zijn. Dit soort beleggingen zijn vaak te karakteriseren als investeringen in (startende) onder- nemingen die zich nog niet hebben bewezen in de markt. In dat verband wordt ook wel gesproken over durfkapitaal. Tegenover de hoge risico’s, die met dit soort beleggingen gepaard gaan, bestaat bij winstge- vendheid van de onderneming ook kans op een zeer hoog rendement. Deze wijze van beleggen c.q. inves- teren geeft ook vaak recht op een aandelenbelang en daarmee zeggenschap over de (te voeren strategie van de) betreffende onderneming. Anderzijds kan ook worden belegd in ondernemingen die hun bestaans- recht al hebben verdiend en kapitaal zoeken om hun
bedrijfsactiviteiten uit te bouwen. Dit kan ook beteke- nen dat (delen van) beursgenoteerde ondernemingen worden opgekocht waarvan de beursnotering wordt beëindigd of juist na een sanering weer een beursno- tering krijgen. Beleggen in Private Equity kan ook door middel van beleggingsinstellingen. Bij dit soort beleg- gingen vindt niet altijd centrale prijsvorming plaats.
In tegenstelling tot een beursgenoteerde onder- neming, bestaat in het geval van een niet-beursge- noteerde onderneming een lage transparantie ten aanzien van de financiële verslaggeving. Een niet- beursgenoteerde onderneming heeft immers lage (frequentie) publicatievereisten. Binnen een Private Equity fonds kunnen, zonder voorafgaande controle door de belegger, meer risicovolle bedrijven opge- nomen worden, wat de totale ‘kredietwaardigheid’ doet afnemen. Door stijging van de rente kunnen de kosten onevenredig hard (door het hefboomef- fect) toenemen, waardoor toekomstig rendement verloren gaat en waardoor zelfs een verlies kan ont- staan. Een Private Equity fonds heeft vaak een lange termijnhorizon en een beperkte of geen liquiditeit.
Structured Products
Structured Products, waaronder notes, zijn het best te omschrijven als beleggingsproducten, die op een veelal complexe wijze in één of meer vermogensca- tegorieën beleggen (in veel gevallen met behulp van een ingewikkelde obligatie- en optiestructuur). Juridisch gezien zijn het veelal (bedrijfs)obligaties waarbij een vordering op de uitgevende instelling wordt verkregen. Echter qua werking en risico’s zijn structured products meestal niet goed vergelijk- baar met (bedrijfs)obligaties. Er bestaat een zeer grote variatie aan structured products, waarbij deze producten per categorie van elkaar verschillen door opbouw, risico’s en structuur. Een grove indeling kan worden gemaakt door een onderscheid te maken tussen producten met en zonder kapitaalsgarantie. Hierbinnen zijn weer verschillende varianten denk- baar, waarbij de verschillende elementen van deze varianten met elkaar kunnen worden gecombineerd.
Het is daarom van belang dat bij elk product de bijbehorende productinformatie, zoals brochure en prospectus, zorgvuldig wordt gelezen en een goed beeld wordt verkregen van de specifieke risico’s behorend bij het desbetreffende product.
Structured products kunnen betrekking hebben op diverse onderliggende waarden, zoals een of enkele aandelen, een of enkele indices, een of enkele grondstoffen, een of enkele valuta’s of een combina- tie daarvan. Gedurende de looptijd van een struc- tured product zal het koersverloop niet (altijd) gelijk zijn aan de ontwikkeling van de onderliggende waar- den. De koersvorming van een structured product is gedurende de looptijd onder andere afhankelijk van het koersverloop van de onderliggende waarden, de volatiliteit van de onderliggende waarden, de cor- relatie tussen de onderliggende waarden, verande- ringen in de kapitaalmarktrente en de verwachtings- waarde die de structuur heeft. De berekening van het eindresultaat en daarmee de prijsvorming van een structured product op de einddatum is volledig transparant. Een essentieel kenmerk van een struc- tured product is dat de oorspronkelijke verhouding tussen risico en rendement van de onderliggende waarden wordt gewijzigd. Dat betekent dat een structured product een ander risico en een ander perspectief op rendement heeft dan wanneer direct wordt belegd in de onderliggende waarden.
Bij structured products met een kapitaalsgarantie is (een gedeelte van) de nominale inleg beschermd, doordat (veelal) de uitgevende instelling een ga- rantie aan het eind van de looptijd afgeeft om de nominale inleg of een gedeelte daarvan terug te be- talen. Beleggen in zo een garantieproduct betekent niet dat deze belegging (geheel) vrij is van risico. De garantiewaarde geldt alleen op einddatum, waarbij het debiteuren- en kredietrisico onverminderd van toepassing is. In geval van tussentijdse verkoop wor- den de stukken echter tegen de dan geldende koers verkocht, die mogelijk onder de garantiewaarde of
de nominale waarde kan liggen waarvoor de stukken bij uitgifte zijn verkregen dan wel na uitgifte zijn gekocht. Bovendien kan afhankelijk van het soort garantieproduct worden gekozen voor een volledige bescherming of een gedeeltelijke bescherming. Het rendement van deze beleggingen is onder meer afhankelijk van de onderliggende waarden en het garantieniveau. Afhankelijk van de ontwikkeling
van de onderliggende waarden kan, naast een of meerdere vaste couponnen, een (jaarlijkse) variabele coupon worden uitgekeerd. Bij enkele producten uit deze categorie worden de rendementen vastgeklikt. Het daadwerkelijke rendement kan van jaar tot jaar verschillen en in enig jaar zelfs negatief zijn.
Structured products zonder kapitaalsgarantie ken- nen geen hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd. Sommige varianten kennen echter wel een gestaffelde vorm van bescherming tegen koersda- lingen van de onderliggende waarden. Hierdoor ontstaat een beperkte bescherming als de koersdalin- gen zich beperken tot het beschermingsniveau of tot binnen de beschermingsbandbreedte. Dit laat echter onverlet dat volledig koersrisico wordt gelopen over de hoofdsom. Zowel tijdens de looptijd als op de einddatum kan de koers van deze producten lager zijn dan de nominale waarde c.q. de uitgifteprijs.
Doordat structured products bestaan uit meerdere verschillende Financiële Instrumenten, zoals obliga- ties en opties, is voor de belegger de werking van zo een product soms moeilijk te doorgronden. Voor de risico’s wordt derhalve verwezen naar de risico’s die zijn verbonden aan aandelen, obligaties en opties. Een belangrijk risico voor beleggers in struc- tured products is het debiteuren- of kredietrisico.
De waarde van structured products wordt daarom bepaald door de verwachting over de vraag of een uitgevende instelling en/of de garantieverstrekker (de debiteur) zijn rente- en (aflossings)verplichtingen kan nakomen. Daarnaast is het tussentijds koersver- loop van structured products moeilijk in te schatten.
De marktwaarde van de structured products volgt namelijk niet volledig de koersbewegingen van de onderliggende waarden. De marktwaarde wordt door meerdere factoren bepaald. Deze is naast de koersen onder andere afhankelijk van dividenduit- keringen, volatiliteit, correlatie en renteniveaus. Zo kan een rentestijging een negatief effect hebben op de koers van de structured products. De grootte
van dit effect wordt bepaald door de hoogte van de rentestijging en de resterende looptijd. Daarnaast keren de meeste structured products geen dividend of rente uit. Het gemis aan dividend of rente kan structured products op behoorlijke achterstand zet- ten in vergelijking met een rechtstreekse investering in de onderliggende waarden.
II. OPTIES, FUTURES, WARRANTS, TUR- BO’S EN HET HEFBOOMEFFECT
1. Wat zijn opties en futures?
2. Beschrijving van opties
3. De contractspecificaties
4. Doelstellingen van de optiebelegger
5. Het kopen van opties
6. Het schrijven van opties
7. De handel in opties
8. Procedure bij uitoefening van het optierecht
9. Beschrijving van futures
10. De contractspecificaties
11. Waarvoor worden futures gebruikt?
12. De handel in futures
13. Risico’s in buitengewone omstandigheden
14. Warrants
15. Turbo’s
16. Hefboomeffect
1. Wat zijn opties en futures?
Wat is een optie?
Een optie geeft de koper het recht gedurende een vastgestelde termijn (de looptijd) een vaste hoeveel- heid van een onderliggende waarde tegen een over-
eengekomen uitoefenprijs te kopen (calloptie) of te verkopen (putoptie). Met onderliggende waarde
bedoelt men een vast aantal aandelen of obligaties, een hoeveelheid van een product of grondstof, een index of valuta.
Wat is een future?
Een future, ook wel een termijncontract genoemd, is een overeenkomst tot aankoop of verkoop van een goed of een financiële waarde die op een bepaald tijdstip in de toekomst door de verkoper aan de ko- per moet worden geleverd. Dit tegen een prijs die bij het aangaan van het contract wordt vastgelegd.
Zo bestaan er futures op diverse onderliggende waar- den, zoals bijvoorbeeld aandelen, aandelenindices, commodities (goederen) en valuta. De soorten, typen, contractgrootten en bijzonderheden van opties en futures verschillen van Beurs tot Beurs. Beurzen geven vaak informatie omtrent de bij hen genoteerde en verhandelde opties en/of futures op het internet.
2. Beschrijving van opties
Hoe werkt een optie?
Een belegger die een optie koopt, doet dat door een zogenaamde openingskoop en wordt de koper genoemd. Het bedrag dat een belegger voor de optie betaalt, heet premie. De kooppositie die nu ontstaat in call- of putopties wordt ook wel een long- positie genoemd. De koper heeft het recht geduren- de de looptijd per optie de vaste hoeveelheid van de onderliggende waarde tegen een vastgestelde prijs te kopen (calloptie) of te verkopen (putoptie).
De optie houdt ooit op te bestaan; men noemt dat de expiratie van de optie. Als de koper van zijn recht gebruik wil maken, moet hij zijn optie uitoefenen.
Dit kan alleen gedurende de looptijd. Bij sommige Beurzen en typen opties kan men dat slechts op het eind van de looptijd althans op een bepaald mo- ment doen. Na expiratie bestaat de optie en dus het recht in elk geval niet meer. Als de koper zijn recht tijdens de looptijd niet heeft uitgeoefend, loopt zijn
optie waardeloos af en heeft hij als verlies de premie die hij heeft betaald. Meer dan de betaalde premie kan de koper van een optie niet verliezen.
Als een koper zijn optie gedurende de looptijd kwijt wil, kan hij dat doen door de optie te verkopen.
Dat doet hij door een sluitingsverkoop. Tegenover de koper, die een recht heeft gekocht, staat de verkoper, die ook wel schrijver wordt genoemd. De schrijver is zijn positie aangegaan door middel van een openingsverkoop. De schrijver heeft de plicht, als de koper dat eist, de vaste hoeveelheid van de onderliggende waarde te leveren (in het geval van een calloptie) of af te nemen (in het geval van een putoptie). De verkooppositie van de schrijver noemt men ook wel een shortpositie. De schrijver ontvangt op het moment van het aangaan van de shortpositie de premie die de koper heeft betaald.
Als de schrijver gedurende de looptijd niet wordt ‘aangewezen’, bestaat de winst van de schrijver uit de ontvangen premie. Als een schrijver van een optie zijn positie gedurende de looptijd wil terug- draaien, kan hij dat doen door de optie terug te ko- pen. Dat doet hij door een sluitingsaankoop. Indien iemand een calloptie schrijft terwijl hij de onderlig- gende waarde zelf bezit, wordt de optie als ‘gedekt’ aangemerkt. Een belegger kan ook een calloptie schrijven zonder dat hij de onderliggende waarde bezit. In een betreffend geval spreekt men over ‘ongedekt’ schrijven. Geschreven putopties zijn altijd ongedekt. Aan shortposities zijn risico’s verbonden.
Om er zeker van te zijn dat een schrijver van opties aan zijn verplichtingen kan voldoen, dient de schrij- ver een zekerheid (margin) te voldoen. Als een koper een optie koopt, wordt er in economische zin een contract gesloten tussen hem en de verkopende partij. Er is echter geen directe relatie tussen de koper en de schrijver van een optie. Het Clearing- instituut administreert alle long- en shortposities die als gevolg van de handel zijn ontstaan en stelt zich
juridisch gezien op tussen koper en verkoper. Door- gaans zitten tussen koper en verkoper en het Clea- ringinstituut aan beide zijden nog meer schakels, zoals hun bank of commissionair en een zogeheten clearing member. Xxxxx en schrijver kennen elkaar dus niet.
Aan het kopen en verkopen van opties zijn risico’s verbonden. Een belegger dient niet over te gaan tot het kopen van een optie indien hij niet in staat is de betaalde premie te verliezen. Bovendien moet een belegger geen optie schrijven als hij niet in staat is een aanzienlijk financieel verlies te lijden. Het kan voorkomen dat een Beurs of toezichthouder voor
de controle op de naleving van reglementen inzage verlangt in alle gegevens die betrekking hebben op orders en transacties. Daaronder kan eventueel ook de identiteit van de belegger vallen. Dergelijke gegevens kunnen in bijzondere gevallen ook ter beschikking van de justitiële autoriteiten worden gesteld, bijvoorbeeld in geval van (verdenking van)
overtreding van bij of krachtens wet gestelde regels. Sommige Beurzen en toezichthoudende instellingen hebben met andere Beurzen en toezichthoudende instellingen overeenkomsten gesloten om te regelen dat gegevens ook kunnen worden doorgegeven
aan (buitenlandse) Beurzen of toezichthoudende instellingen, indien dit nodig of wenselijk is met het oog op opsporing en preventie van overtredingen of strafbare feiten.
3. De contractspecificaties
3.1 Standaardisatie
Opties die op Beurzen worden verhandeld, voldoen aan een aantal standaardvoorwaarden. De standaar- disatie heeft betrekking op de contractgrootte, de looptijd, de afloopdatum (expiratiedatum) en de uitoefenprijs. Deze gegevens vormen onderdeel van de contractspecificaties. De koers van de optie (de premie) is het enige variabele element en wordt genoteerd per eenheid onderliggende waarde. De
contractgrootte is de hoeveelheid onderliggende waarde waarop één optie betrekking heeft. Dat kan bijvoorbeeld zijn: 100 aandelen, de AEX-index of een andere (aandelen)index, USD 10.000,– of een andere valuta etc. De looptijd van een optie is de maximale termijn waarbinnen de optie een recht (of plicht) vertegenwoordigt. Na expiratie heeft de optie dan ook geen waarde meer. Er worden opties verhandeld met verschillende looptijden. Dat kan bijvoorbeeld een maand zijn, maar ook een aantal jaren. De uitoefenprijs, ten slotte, is de prijs waarte- gen de houder van de optie de hoeveelheid van de onderliggende waarde bij uitoefening van de optie mag kopen of verkopen; de uitoefenprijs wordt ge-
noteerd per eenheid van de onderliggende waarde.
De laatste beursdag van een optie is de laatste dag waarop handel in de betreffende, aflopende optie- series mogelijk is. In Amsterdam is dit bijvoorbeeld de derde vrijdag van de expiratiemaand, behalve wanneer deze derde vrijdag geen beursdag is. In dat geval verschuift de laatste beursdag naar de beurs- dag voorafgaand aan deze derde vrijdag. Nadat de handel in aflopende series is gestopt, is uitoefening van het recht tot aankoop respectievelijk verkoop vaak nog een aantal uren mogelijk. Dit kan per beleg- gingsonderneming en per Beurs verschillen. Het uiter- ste tijdstip van verkoop en het uiterste tijdstip waarop de belegger kan aangeven of de optie uitgeoefend wenst te worden, is vastgelegd in de toepasselijke voorwaarden. Wijs & van Oostveen geeft een eventu- ele uitoefening van een optie door aan het Clearing- instituut. Iedere instelling bepaalt zelf hoeveel eerder de orders voor uitoefening en voor transacties in aflopende series mogen worden opgeven.
Onder normale omstandigheden zal een optieserie, die eenmaal aan een Beurs is genoteerd, verhan- delbaar blijven tot de afloopdatum. Beurzen kunnen evenwel openingstransacties in deze series verbie- den of beperken.
3.2 Stijl van de optie
Er bestaan twee verschillende stijlen van opties: Amerikaanse en Europese stijl. Bij een optie met Amerikaanse stijl kan de koper op ieder moment gedurende de looptijd zijn optie uitoefenen. Bij een optie met Europese stijl is het alleen mogelijk de optie uit te oefenen op de expiratiedatum. Uiteraard kunnen openstaande posities wel tussentijds worden gesloten. Wijs & xxx Xxxxxxxx kan de Xxxxxxxx hierover nader inlichten.
3.3 De uitoefening van opties
Afwikkeling bij uitoefening is mogelijk op twee ver- schillende manieren: door fysieke levering, zoals bij aandelenopties, of door verrekening in contanten, zoals bij indexopties en valutaopties. Het verreke- nen in contanten, hetgeen cash settlement wordt genoemd, gebeurt op basis van de uitoefenprijs en de afrekeningswaarde, die ook wel settlementsprijs wordt genoemd. In het geval van contante verre- kening ontvangt de koper van een calloptie op de expiratiedatum het verschil tussen de uitoefenprijs en de settlementsprijs, maar alleen indien de uitoe- fenprijs de laagste van de twee is. De koper van een putoptie ontvangt ook het verschil tussen de uitoe- fenprijs en de settlementsprijs, maar alleen indien de uitoefenprijs de hoogste van de twee is.
3.4 Onderliggende waarden
De waarden waarop opties worden genoteerd – de onderliggende waarden – worden door de betref- fende Beurs geselecteerd. Bij deze keuze geven
zij de voorkeur aan onderliggende waarden die op ruime schaal zijn verspreid en waarin actief wordt gehandeld, voornamelijk op officiële Beurzen.
Daarbij zal rekening worden gehouden met een aantal criteria, zoals de spreiding van het bezit van de desbetreffende onderliggende waarde, de beursomzet en de fluctuaties in de beurskoers. De
uitgevende instellingen van onderliggende waarden, waarop opties worden verhandeld, worden daarover door de betreffende Beurs geïnformeerd, althans
zijn daarvan op de hoogte. Op grond van zwaarwe- gende omstandigheden kan een Beurs besluiten een optieklasse uit de notering te nemen.
3.5 Munteenheid
Als een Beurs een nieuwe optieklasse selecteert, wordt tevens bepaald wat de hoofdmarkt voor de onderliggende waarde is. In het algemeen is dit de thuismarkt, dat wil zeggen: het land van herkomst van die onderliggende waarde. De munteenheid van het land van herkomst van de onderliggende waarde zal vaak ook de munteenheid worden waarin de opties op die waarden worden genoteerd.
3.6 Premie
De premie, dat is de koers van een optie, komt tot stand door vraag en aanbod van partijen die aan de handel op de Beurs deelnemen. Partijen base- ren zich daarbij in het algemeen op de koers en de
beweeglijkheid van de onderliggende waarde en op de resterende looptijd van de optie. Maar ook het eventuele dividend op de onderliggende waarde en de rente is van invloed op de premie. Zoals bij elke marktwerking kunnen vraag en aanbod, en daarmee dus de premies, ook invloed ondervinden van irratio- nele factoren, zoals emoties bij het publiek.
3.7 Aanpassing
In geval van herkapitalisatie, splitsing, claimemissie of uitgifte van bonusaandelen en dergelijke, kan de onderliggende waarde door een Beurs worden aan- gepast. Ook de handelseenheid, de uitoefenprijs, de hoeveelheid van de onderliggende waarde en het aantal opties kunnen worden gewijzigd. Ook andere gevallen, zoals een openbaar bod op een genoteer- de onderneming, een fusie of een liquidatie, kunnen aanleiding zijn voor wijziging van de onderliggende waarde. In principe vindt geen aanpassing plaats ingeval een dividend in contanten, al of niet in de vorm van een keuzedividend, betaalbaar wordt ge- steld. Afhankelijk van de omstandigheden kan een Clearinginstituut in een dergelijke situatie beslissen dat het aandeel van de overgenomen onderneming
vanaf een bepaald moment wordt vervangen door een ander aandeel (bijvoorbeeld dat van de overne- mende onderneming). Ook kan het Clearinginstituut bepalen dat uitoefening van de optie resulteert in verrekening in contanten in plaats van in levering van het aandeel of dat een andere aanpassing van de onderliggende waarde en/of andere contractspe- cificaties plaatsvindt.
4. Doelstellingen van de optiebelegger
4.1 Het behalen van koerswinst
De koper van een optie verwacht een verandering in de koers van de onderliggende waarde. De koper van een calloptie hoopt op een stijging van de koers, de koper van een putoptie op een daling. In beide gevallen kan de belegger in opties een – in verhouding – grotere winst behalen dan wanneer hij met hetzelfde bedrag in de onderliggende waarde zelf zou handelen, omdat hij met een veel kleinere inleg, namelijk alleen de premie, kan profiteren van koersschommelingen. Dit heet het hefboomeffect van opties. Bij een stijging van de koers van de onderliggende waarde zal in het algemeen de koers van de calloptie ook stijgen. Evenzo zal bij een da- xxxx xxx xx xxxxx van de onderliggende waarde de koers van de putoptie stijgen. Hierdoor is het moge-
lijk om als belegger xxxxxxxxxx op opties te behalen.
4.2 Het verkrijgen van extra inkomen
Een belegger kan ook besluiten callopties te schrijven om op die manier premie te ontvangen. Indien de belegger de onderliggende waarde daadwerkelijk in portefeuille heeft, vormt de ontvangen premie een extra rendement op zijn portefeuille. Als hij echter wordt aangewezen om de onderliggende waarde te leveren, zal hij deze onderliggende waarde – in de regel – beneden de marktwaarde moeten verkopen. Het verlies van de schrijver kan, alhoewel geredu- ceerd door de ontvangen premie, aanzienlijk zijn als het gaat om een grote verandering in de koers van de onderliggende waarde.
4.3 Bescherming tegen koersdaling
Opties bieden beleggers tevens de mogelijkheid zich te beschermen tegen koersdalingen van de onderliggende waarde. De belegger die een derge- lijke bescherming (met een grootte naar keuze) wil, kan dat doen door het kopen van putopties. Als de houder van de putoptie zijn recht heeft uitgeoefend, zal de schrijver van die putoptie de onderliggende waarde – in de regel – boven de marktwaarde moe- ten kopen. Door het schrijven van callopties kan de belegger zich ook gedeeltelijk beschermen tegen een koersdaling. Deze bescherming beperkt zich echter tot de hoogte van de ontvangen premie.
4.4 Vastleggen van de aan- of verkoopprijs van de on- derliggende waarde
Opties bieden ook de mogelijkheid de prijs vast te leggen waarop in de toekomst de onderliggende waarde kan worden verhandeld. Zo zal een belegger die de maximumaankoopprijs wenst vast te leggen, geïnteresseerd zijn in het kopen van callopties. Een belegger die de minimumverkoopprijs wil vastleggen, zal geïnteresseerd zijn in het kopen van putopties.
5. Het kopen van opties
5.1 Het kopen van callopties
5.1.1 Principe
De koper van een calloptie kan profiteren van koers- stijgingen van de onderliggende waarde die zich gedurende de looptijd van de optie voordoen. Hij heeft met zijn calloptie namelijk het recht om de on- derliggende waarde tegen een vooraf afgesproken prijs aan te kopen.
5.1.2 Mogelijkheden
Als de koers van de onderliggende waarde stijgt, moet de houder van een calloptie zelf stappen on- dernemen om zijn mogelijke optiewinst te realiseren.
Er zijn dan twee mogelijkheden:
Hij kan zijn calloptie verkopen op de Beurs door
middel van een sluitingsverkoop. In dit geval is de houder meer geïnteresseerd in de stijging van de premie dan in het verkrijgen van de onderlig-
gende waarde. In het algemeen zal de premie van de calloptie stijgen als de koers van de onderlig- gende waarde stijgt. De winst bestaat in dit geval uit de verkoopopbrengst minus de betaalde premie en transactiekosten. Gelet op het hefboomeffect kan een kleine koersstijging van de onderliggende waarde een hoog winstpercentage op de oorspron- kelijke investering in callopties opleveren. Hij kan ook besluiten de calloptie uit te oefenen. Dit kan uiteraard alleen bij opties met Amerikaanse stijl. Hij kan een calloptie met Europese stijl immers alléén op de expiratiedatum uitoefenen. Afhankelijk van de specificaties van de optie zal bij uitoefening de onderliggende waarde aan de houder worden ge- leverd of zal worden afgerekend in contanten. Wat het voordeligst is in een specifiek geval, verkopen of uitoefenen, hangt veelal af van kosten, dividend- data, doelstellingen etc. Wijs & xxx Xxxxxxxx kan de Xxxxxxxx daarover nader adviseren.
5.1.3 Risico
Indien de koers van de onderliggende waarde gelijk blijft of juist daalt, kan de houder van een callop-
tie een gedeelte van of het gehele geïnvesteerde bedrag verliezen. In principe is het maximale verlies dat de koper van een calloptie kan lijden het geïn- vesteerde bedrag, te weten: de betaalde premie vermeerderd met de transactiekosten.
5.2 Het kopen van putopties
5.2.1 Principe
De koper van een putoptie kan profiteren van koersdalingen van de onderliggende waarde die zich gedurende de looptijd van de optie voordoen. Hij heeft met zijn putoptie namelijk het recht om de onderliggende waarde tegen een vooraf afgespro- ken prijs te verkopen.
5.2.2 Mogelijkheden
Als de koers van de onderliggende waarde daalt, moet de houder van een putoptie zelf stappen on- dernemen om zijn mogelijke optiewinst te realiseren.
Er zijn dan twee mogelijkheden:
Hij kan zijn putoptie verkopen op de Beurs door mid- del van een sluitingsverkoop. In het algemeen zal de premie van de putoptie stijgen als de koers van de on- derliggende waarde daalt. De winst bestaat in dit geval uit de verkoopopbrengst minus de betaalde premie en transactiekosten. Gelet op het hefboomeffect kan een kleine koersdaling van de onderliggende waarde een hoog winstpercentage op de oorspronkelijke investe- ring in putopties opleveren. Hij kan ook besluiten de putoptie uit te oefenen. Dit kan uiteraard alleen bij opties met Amerikaanse stijl. Hij kan een putoptie met Europese stijl immers alléén op de expiratiedatum uit- oefenen. Afhankelijk van de specificaties van de optie zal bij uitoefening de onderliggende waarde door de houder worden geleverd of zal worden afgerekend in contanten. Wat het voordeligst is in een specifiek ge- val, verkopen of uitoefenen, hangt veelal af van kosten, dividenddata, doelstellingen etc. Wijs & xxx Xxxxxxxx kan de Xxxxxxxx daarover nader adviseren.
5.2.3 Risico
Indien de koers van de onderliggende waarde gelijk blijft of juist stijgt, kan de houder van een putop-
tie een gedeelte van of het gehele geïnvesteerde bedrag verliezen. In principe is het maximale verlies dat de koper van een putoptie kan lijden het ge- investeerde bedrag, te weten: de betaalde premie vermeerderd met de transactiekosten.
6. Het schrijven van opties
6.1 Het schrijven van callopties
6.1.1 Principe
De schrijver van een calloptie neemt de verplichting op zich de onderliggende waarde tegen de uitoe-
fenprijs te verkopen, indien hij daartoe wordt aange- wezen. Hij ontvangt in ruil daarvoor de optiepremie.
6.1.2 Mogelijkheden
6.1.2.1 Callopties schrijven met onderliggende waarde Voor beleggers die callopties schrijven op een onderliggende waarde die zij al in hun bezit heb- ben (gedekt schrijven van callopties), bestaat de volgende belangrijke doelstelling: het behalen van extra rendement op een beleggingsportefeuille door het ontvangen van de premie. Een gevolg van deze doelstelling is dat de belegger het risico aanvaardt om tegen een door hem geselecteerde prijs, namelijk de uitoefenprijs, de onderliggende waarde te moeten verkopen. Indien de koers van
de onderliggende waarde beneden de uitoefenprijs daalt, zal de optie vermoedelijk aflopen zonder te worden uitgeoefend en kan de schrijver de op- brengst, te weten de ontvangen premie, behouden. Zolang de optie niet is uitgeoefend, kan de schrijver echter ook zijn positie liquideren door op de Beurs een sluitingstransactie uit te laten voeren, te weten een sluitingsaankoop. Indien de beurskoers van de onderliggende waarde echter boven de uitoefenprijs stijgt, is de kans reëel dat de calloptie zal worden uitgeoefend. Van de schrijver zal dan worden geëist dat hij de onderliggende waarde levert (verkoopt). De effectieve verkoopprijs (exclusief kosten) zal dan gelijk zijn aan de uitoefenprijs (de prijs waarvoor de schrijver de onderliggende waarde moet leveren) plus de ontvangen premie. Wat de koers van de onderliggende waarde ook doet, meer dan deze effectieve verkoopprijs zal de schrijver nooit krijgen. Men kan het behalen van extra rendement door het ontvangen van premie ook zien als het vooraf vast- leggen van de verkoopprijs van de onderliggende waarde. Die verkoopprijs is eveneens gelijk aan de uitoefenprijs vermeerderd met de premie. Indien de calloptie niet wordt uitgeoefend, zal hij de onderlig- gende waarde natuurlijk niet hoeven te leveren.
6.1.2.2 Callopties schrijven zonder onderliggende waarde Xxxxxxxxx die callopties schrijven zonder de onder-
liggende waarde te bezitten (het zogenaamde onge- dekt schrijven van callopties) moeten zich realiseren dat zij in principe een ongelimiteerd risico lopen. Als de koers van de onderliggende waarde boven de uitoefenprijs stijgt, is de kans reëel dat de calloptie zal worden uitgeoefend. Van de schrijver zal dan ge- eist worden dat hij de onderliggende waarde levert tegen de uitoefenprijs. Aangezien de schrijver de onderliggende waarde niet bezit, zal hij deze (tegen de geldende hogere beurskoers) moeten kopen. De koers van de onderliggende waarde kan in theorie onbeperkt stijgen, wat betekent dat de schrijver van een ongedekte calloptie een ongelimiteerd risico loopt. Deze belegger moet daarom voldoende financiële draagkracht hebben om de onderliggende waarde in geval van uitoefening te kunnen kopen en dan te leveren. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal daarom een zekerheid (margin) van de schrijver verlangen. De soort en de hoeveelheid van deze zekerheid wordt door Wijs & van Oostveen bepaald.
6.1.3 Risico en zekerheid
Gelet op de grote verliezen die geleden kunnen worden, is het schrijven van callopties alleen ge- schikt voor beleggers die financieel in staat zijn deze eventuele verliezen te dragen en de risico’s ken-
nen en overzien. De omvang van het risico van de schrijver hangt in belangrijke mate af van het feit of de belegger gedekte of ongedekte callopties heeft geschreven. Een schrijver van een gedekte of onge- dekte calloptie, die verwacht te moeten leveren als gevolg van een koersstijging van de onderliggende waarde, kan zich, zolang hij nog niet is aangewezen, van zijn verplichting tot levering van de onderliggen- de waarde ontdoen door op de Beurs een sluitings- aankoop te doen.
6.2 Het schrijven van putopties
6.2.1 Principe
De schrijver van een putoptie neemt de verplichting op zich de onderliggende waarde tegen de uitoe- fenprijs te kopen, indien hij daartoe wordt aangewe- zen. Hij ontvangt in ruil daarvoor de optiepremie.
6.2.2 Mogelijkheden
Voor beleggers die putopties schrijven, bestaat de volgende belangrijke doelstelling: het behalen van extra rendement op een beleggingsportefeuille door het ontvangen van de premie. Een gevolg van deze doelstelling is dat de belegger het risico aanvaardt om tegen een door hem geselecteerde prijs, name- lijk de uitoefenprijs, de onderliggende waarde te moeten kopen. Indien de koers van de onderliggen- de waarde boven de uitoefenprijs stijgt, zal de optie vermoedelijk aflopen zonder te worden uitgeoefend en kan de schrijver de opbrengst, te weten de ont- vangen premie, behouden. Zolang de optie niet is uitgeoefend, kan de schrijver echter ook zijn positie liquideren door op de Beurs een sluitingstransactie te laten uitvoeren, te weten een sluitingsaankoop.
Indien de beurskoers van de onderliggende waarde echter onder de uitoefenprijs daalt, is de kans reëel dat de putoptie zal worden uitgeoefend. Van de schrijver zal dan worden geëist dat hij de onderlig- gende waarde afneemt (koopt). Naast het behalen van rendement door het ontvangen van premie, kan de belegger met het schrijven van een putoptie tot doel hebben de aankoopprijs van de onderliggende waarde vooraf vast te leggen. Die aankoopprijs (exclusief kosten) is dan gelijk aan de uitoefenprijs verminderd met de premie. Indien de optie echter niet wordt uitgeoefend, zal hij de onderliggende waarde niet geleverd krijgen; wel kan hij de ontvan- gen premie behouden.
6.2.3 Risico en zekerheid
De schrijver van een putoptie stelt zich bloot aan het risico dat hij de onderliggende waarde moet kopen tegen een koers die veel hoger is dan de actuele beurskoers. Een geschreven putoptie wordt altijd als ongedekt aangemerkt. De schrijver van een putoptie moet daarom de financiële draagkracht hebben de onderliggende waarde in geval van uitoefening te kunnen kopen. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal daarom een zekerheid (margin) van de schrijver verlangen. De soort en de hoeveelheid van deze zekerheid wordt door Wijs & van Oostveen bepaald.
De schrijver van een putoptie, die verwacht te moe- ten kopen als gevolg van een koersdaling van de onderliggende waarde, kan zich, zolang hij nog niet is aangewezen, van zijn verplichting tot het kopen van de onderliggende waarde ontdoen door op de Beurs een sluitingsaankoop te doen.
7. De handel in opties
Een belegger die een optie wil kopen of verkopen, kan dat doen door een order te plaatsen bij Wijs & van Oostveen.
7.1 Orders
Bij een order moet de optieklasse worden vermeld, maar ook de optiesoort (put of call), de expiratie- maand, het expiratiejaar, de uitoefenprijs en het aantal opties dat moet worden gekocht of verkocht. Tevens moet worden aangegeven of het een ope- nings- of sluitingstransactie betreft. Uiteraard kan de belegger ook opgeven tegen welke limiet hij bereid is zijn opties te kopen of te verkopen. Wijs & van Oostveen kan van de belegger een zekerheid in contanten of anderszins verlangen voordat zij
van hem een order voor opties accepteert. Wijs & van Oostveen en de Beurzen kunnen niet garande- ren dat er voor elke optieserie altijd een markt van voldoende omvang zal zijn om het een belegger mogelijk te maken zijn openstaande positie (op een bepaalde prijs) te liquideren. Uiteraard kan ook niet worden gegarandeerd dat een gunstige prijsontwik- keling van de onderliggende waarde het de houder van een optie mogelijk maakt die optie met winst te doen verkopen. De premie hangt niet alleen af van de prijsverwachting ten aanzien van de onderlig- gende waarde, maar onder andere ook van de nog resterende looptijd van de optie, de beweeglijkheid van de onderliggende waarde en vraag en aanbod voor de desbetreffende optieserie.
7.2 Prof-transacties
Op NYSE Euronext Amsterdam, danwel op andere Beurzen, verhandelde opties en futures kunnen wor-
den afgesloten als ‘prof-transactie’. Een prof-trans- actie staat voor ‘professional options and futures transactie’. Prof-transacties kunnen slechts plaatsvin- den boven een bepaald door de betreffende Beurs gesteld minimum aantal contracten en worden niet via een Beurs (en dus buiten de reguliere markt om) uitgevoerd. De tot stand gekomen prijs kan derhalve afwijken van en/of niet meer te herleiden zijn tot een op de Beurs tot stand gekomen prijs.
7.3 Transactiekosten
Beleggingsondernemingen kunnen aan hun cliën- ten (transactie)kosten berekenen voor aankopen en verkopen op de Beurs. De Xxxxxxxx doet er
goed aan bij Wijs & van Oostveen na te gaan welke kosten in elk afzonderlijk geval zullen worden bere- kend en of er nog andere vergoedingen of belas- tingen zijn waarmee de Xxxxxxxx rekening dient te houden.
7.4 Transactiebevestiging (nota)
De Xxxxxxxx dient zich ervan bewust te zijn dat het voornaamste bewijs van zijn rechten en verplich- tingen wordt gevormd door een boeking in de administratie van Wijs & van Oostveen en de Bank. Daarom is de verplichting in het leven geroepen om aan de Xxxxxxxx een schriftelijke bevestiging af te geven van elke optietransactie die voor
de Belegger is uitgevoerd. De Xxxxxxxx wordt aangeraden deze nota’s zorgvuldig te controleren.
Eventuele bezwaren moeten onmiddellijk door de Xxxxxxxx aan Wijs & van Oostveen kenbaar
gemaakt worden. In sommige gevallen bepalen de voorwaarden tussen Wijs & van Oostveen, de Bank en de Xxxxxxxx dat geen nota wordt verzonden van iedere individuele transactie.
7.5 Openstaande positie(s)
De Xxxxxxxx kan aan Wijs & van Xxxxxxxx een opgave vragen waaruit alle openstaande posities in opties van de Xxxxxxxx duidelijk blijken. De Be- legger kan een sluitingstransactie en zijn recht tot
uitoefening alleen laten uitvoeren door Xxxx & xxx Xxxxxxxx. De Xxxxxxxx kan Wijs & van Oostveen en de Bank echter schriftelijk verzoeken zijn positie over te (laten) schrijven naar een andere bank, die bereid is zijn positie over te nemen, en daar zijn positie te (laten) sluiten. Raadpleeg daarvoor de toepasselijke voorwaarden. Beurzen kunnen niet garanderen dat er voor elke optie altijd een markt van voldoende omvang zal zijn om het de Belegger mogelijk te ma- ken zijn openstaande positie in opties te liquideren. Wijs & xxx Xxxxxxxx kan dat evenmin.
8. Procedure bij uitoefening van het optierecht
8.1 Het uitoefenen van opties
Indien de Xxxxxxxx een optie wil uitoefenen, moet Wijs & van Oostveen hiervan op de hoogte wor- den gesteld. Het uiterste tijdstip tot waarop dit kan gebeuren, is vastgelegd in de toepasselijke voorwaarden. In geval van cash settlement worden
geen onderliggende waarden geleverd, maar wordt bij uitoefening het verschil tussen uitoefenprijs en afrekeningswaarde contant verrekend. Het verzoek tot uitoefening wordt vervolgens doorgegeven aan het Clearinginstituut dat belast is met de afwikke- ling. Een verzoek tot uitoefening is onherroepelijk. Zodra het verzoek door het Clearinginstituut is ontvangen, is de houder van de calloptie aan Wijs & van Oostveen de uitoefenprijs (vermenigvuldigd met de contractgrootte) voor de onderliggende waarde verschuldigd. De houder die zijn putoptie uitoefent, is verplicht de onderliggende waarde te leveren, waarna hij de uitoefenprijs (vermenigvuldigd met de contractgrootte) zal ontvangen.
8.2 Uitoefenlimieten
Beurzen zijn doorgaans bevoegd limieten vast te stellen voor het aantal opties dat binnen een vastge- stelde periode door één enkele houder mag worden uitgeoefend. Alvorens een optietransactie aan te gaan, kan de Xxxxxxxx aan Wijs & van Xxxxxxxx vragen of en welke limieten gelden. Putopties en
callopties zijn aparte klassen en zullen doorgaans niet bij elkaar opgeteld worden bij het toetsen aan deze limieten.
8.3 Aanwijzingsprocedure
Indien er opties worden uitgeoefend, wordt een schrijver geselecteerd die de onderliggende waarde moet leveren (in geval er een calloptie met fysieke levering wordt uitgeoefend), moet kopen (in geval er een putoptie met fysieke levering wordt uitgeoe- fend) of die moet afrekenen in contanten. Schrijvers van opties zullen zo spoedig mogelijk door Xxxx & van Oostveen op de hoogte worden gesteld van het feit dat zij zijn aangewezen om de onderliggende waarde te leveren (in geval van geschreven callop- ties met fysieke levering) of te kopen (in geval van geschreven putopties met fysieke levering) of om in contanten af te rekenen.
8.4 Levering en betaling van onderliggende waarde Wijs & van Oostveen zal de Belegger desgevraagd uitleggen hoe de afwikkeling precies verloopt. Aan- delen die op de dag van een uitoefening inclusief dividend worden genoteerd, het zogenaamde cum- dividend, moeten meestal ook inclusief dividend worden geleverd. Aandelen die op de dag van uitoefening zonder dividend worden genoteerd, het zogenaamde ex-dividend, moeten zonder dividend worden geleverd. Het Clearinginstituut behoudt zich het recht voor, in zekere situaties, te bepalen dat uitgeoefende opties niet door levering maar door verrekening zullen worden afgehandeld. Dit gebeurt op basis van verrekenprijzen die door Het Clearing-
instituut zullen worden vastgesteld. Zolang deze situ- atie voortduurt, verliezen zowel de uitoefenaars van opties als degenen die aangewezen zijn tot nako- ming van de optie het recht afwikkeling via levering van de onderliggende waarde af te dwingen.
8.5 Provisie bij levering
Bij een levering die voortvloeit uit een uitoefening of aanwijzing, worden door Wijs & van Oostveen trans- actiekosten in rekening gebracht die gebruikelijk zijn
voor de markt van de desbetreffende onderliggende waarde. De Xxxxxxxx doet er goed aan bij Wijs & van Oostveen na te gaan welke (transactie)kosten
in elk afzonderlijk geval zullen worden berekend en of er nog andere vergoedingen of belastingen zijn waarmee de Xxxxxxxx rekening moet houden.
9. Beschrijving van futures
9.1 Hoe werkt een future?
Een future is een termijncontract. Bij het sluiten van een termijncontract komen koper en verkoper
overeen de onderliggende waarde op een tijdstip in de toekomst, op expiratie, tegen een bepaalde prijs met elkaar te verhandelen. Beiden hebben hierbij op expiratie een verplichting: de koper heeft de ver- plichting de onderliggende waarde af te nemen en de verkoper heeft de verplichting de onderliggende waarde te leveren.
De koers van een future komt tot stand door vraag en aanbod, maar heeft veelal een relatie met de onderliggende waarde. De koers van een future is niet altijd gelijk aan de koers van de onderliggende waarde. Behalve door de koers van de onderlig- gende waarde, wordt de futurekoers ook beïnvloed door onder andere het marktsentiment, de rente- stand en de eventuele dividenden of coupons die over de onderliggende waarde worden uitgekeerd. Daardoor kan het voorkomen dat een koersstijging of –daling van de onderliggende waarde niet of niet evenredig is terug te vinden in de koersontwikkeling van de future. Stijgt de koers van de onderliggende waarde, dan stijgt in de regel de koers van de future.
Een belegger kan een future kopen of verkopen. Een belegger die een future koopt, doet een ope- ningsaankoop. Hierdoor creëert hij een longpositie. In principe maakt de koper winst als de koers van zijn future stijgt en verlies als de koers van zijn future daalt. Een belegger die een future verkoopt, doet een openingsverkoop. Door de openingsverkoop
creëert de belegger een shortpositie. De verkoper maakt winst als de koers van de future die hij heeft verkocht, daalt en verlies als de koers van de ver- kochte future stijgt. Indien de koper zijn longpositie wil liquideren, kan hij dit doen door zijn future weer te verkopen. Hij verricht dan een sluitingsverkoop. Indien de verkoper zijn shortpositie wil liquideren, kan hij dit doen door een future te kopen. Hij ver- richt dan een sluitingsaankoop.
Kenmerkend voor de handel in futures is dat de investering bij het openen van de positie alleen bestaat uit een zekerheid (de initial margin). Deze zekerheid dient ter nakoming van de verplichtingen die uit het termijncontract voortvloeien. Wijs & van Oostveen bepaalt de soort en de hoeveelheid zeker- heid die zij van de Xxxxxxxx verlangt.
Winsten en verliezen kunnen van dag tot dag wor- den bijgehouden en direct in contanten worden ver- rekend op basis van de slotkoers van de betreffende future. Andere berekeningen zijn ook mogelijk.
Een belegger dient niet in futures te handelen indien hij niet in staat is om een mogelijk aanzienlijk financi- eel nadeel te lijden.
9.2 Clearing
Er is geen directe relatie tussen de koper en de ver- koper van een future. Door een openingsaankoop of openingsverkoop van futures krijgt een belegger uitsluitend een rechtsverhouding met de beleg- gingsonderneming waar hij zijn positie in futures aanhoudt.
Deze heeft op zijn beurt een rechtsverhouding met een clearing member. Een clearing member is een toegelaten instelling van het Clearinginstituut, dat zich bezighoudt met de afwikkeling en de admini- stratie van termijncontracten.
Als gevolg van deze getrapte structuur leiden open- staande posities in futures uitsluitend tot verplich- tingen van het Clearinginstituut jegens de clearing
members. De clearing members houden de posities in futures aan op eigen naam, maar voor rekening en risico van de beleggingsondernemingen. Voor de solvabiliteit van de beleggingsonderneming, die namens een belegger optreedt, staan de clearing members en het Clearinginstituut niet in. De struc- tuur die hier is beschreven, geldt van oudsher op optie- en termijnmarkten. Van Beurs tot Beurs kan de structuur afwijken.
10. De contractspecificaties
10.1 Standaardisatie
De futures die op de diverse Beurzen worden verhandeld, zijn gestandaardiseerd. Dat wil zeggen dat de specificaties van de futures door de betref- fende Beurs zijn voorgeschreven en dat daar niet van kan worden afgeweken. De standaardisatie heeft onder andere betrekking op de contractgrootte, de looptijd, de expiratiedatum, de munteenheid en de leverings- of afrekeningscondities. Deze contract- specificaties van de futures worden door de Beurzen gepubliceerd. De koers van de future is het enige variabele element.
10.2 Onderliggende waarde en contractgrootte
De waarden waarop futures worden genoteerd, zoals aandelenindices en valuta, heten – net als bij opties – de onderliggende waarden. De onderlig- gende waarden worden door de Beurs geselecteerd, waarbij zij de voorkeur zal geven aan onderliggende waarden die op ruime schaal zijn verspreid en waarin actief wordt gehandeld. De contractgrootte is de hoeveelheid onderliggende waarde waarop één future betrekking heeft.
Op grond van zwaarwegende omstandigheden kan een Beurs besluiten een future uit de notering te nemen. In geval van herkapitalisatie, splitsing, claimemissie, uitgifte van bonusaandelen of andere bijzondere omstandigheden kan de onderliggende
waarde worden aangepast. Ook de contractgrootte
van een future, en het aantal futures dat een beleg- ger in positie aanhoudt, kan worden gewijzigd.
Ook andere gevallen, zoals een openbaar bod op een genoteerde onderneming, een fusie of liquida- tie, kunnen aanleiding zijn voor wijziging van de on- derliggende waarde. In principe vindt geen aanpas- sing plaats indien een dividend in contanten, al of niet in de vorm van een keuzedividend, betaalbaar wordt gesteld.
10.3 Laatste beursdag
De laatste beursdag van een future is de laatste dag waarop de handel in de betreffende future mogelijk is. Gedurende de looptijd van een future kunnen zowel openingstransacties als sluitingstransacties worden afgesloten. In zeer bijzondere gevallen kan een Beurs echter beslissen om alle openingstransac- ties in een futureklasse te verbieden.
10.4 Afrekening
Alle termijncontracten die na afloop van de laatste beursdag nog openstaan, worden afgewikkeld. Bij contracten met fysieke levering gebeurt dit door de levering van de onderliggende waarde. Bij cash
settlement-contracten geschiedt de afwikkeling door verrekening in contanten op basis van de settlements- prijs. De settlementsprijs wordt door de Beurs vast- gesteld. Kopers en verkopers van futures die fysieke levering of cash settlement willen voorkomen, dienen hun positie uiterlijk op de laatste beursdag te sluiten.
11. Waarvoor worden futures gebruikt?
11.1 Het behalen van koerswinst
Een koper of verkoper van een future verwacht een verandering in de koers van de onderliggende
waarde. De koper van een future profiteert van een stijging van de koers, de verkoper profiteert van een daling van de koers. Hierdoor is het mogelijk om met een juiste visie op de koersontwikkeling koerswinst te realiseren. De vereiste initial margin is slechts een klein deel van de onderliggende waarde
van het termijncontract. Daardoor kan met een beperkt beginkapitaal een grote winst (of een groot verlies) worden gerealiseerd. Dit heet het hefboom- effect van een termijncontract. De hefboom werkt twee kanten op! De koers van een future kan – in theorie – vrijwel onbeperkt stijgen of dalen. Dit bete- kent dat een belegger die gebruikmaakt van futures in theorie een ongelimiteerd risico kan lopen.
11.2 Bescherming tegen prijsveranderingen
Beleggers kunnen futures ook gebruiken als bescher- ming tegen ongewenste prijsveranderingen van finan- ciële waarden of commodities. Dit gebruik van futures wordt hedging genoemd. Bij een hedgetransactie zorgt de belegger ervoor dat hij in zekere mate im- muun wordt voor de ongewenste prijsveranderingen.
12. De handel in futures
12.1 Plaatsen van een order
Een belegger kan een future, die op de derivaten- markt wordt verhandeld, kopen of verkopen door een order te plaatsen bij Wijs & van Oostveen.
12.2 Order
Een order dient te bevatten: de naam van het betreffende termijncontract, de afloopmaand en het aantal futures dat moet worden gekocht of ver- kocht. Tevens moet worden aangegeven of het een openingstransactie of een sluitingstransactie betreft. Beleggers kunnen ook een maximale of minimale prijs opgeven waartegen zij bereid zijn om futures te kopen of te verkopen.
Een order waarbij van een dergelijke prijslimiet sprake is, heet een gelimiteerde order. Uiteraard is het afhankelijk van de marktomstandigheden of een dergelijke order kan worden uitgevoerd.
12.3 Prof-transacties
Op NYSE Euronext Amsterdam, danwel andere Beurzen, verhandelde opties en futures kunnen wor- den afgesloten als ‘prof-transactie’. Een prof-trans-
actie staat voor ‘professional options and futures transactie’. Prof-transacties kunnen slechts plaatsvin- den boven een bepaald door de betreffende Beurs gesteld minimum aantal contracten en worden niet via een Beurs (en dus buiten de reguliere markt om) uitgevoerd. De tot stand gekomen prijs kan derhalve afwijken van en/of niet meer te herleiden zijn tot een op de Beurs tot stand gekomen prijs.
12.4 Margin
Indien de Xxxxxxxx een transactie in futures willen doen, dient de Xxxxxxxx zich eerst te vergewis- sen van de precieze voorwaarden die Wijs & van
Oostveen hanteert bij het berekenen van de vereiste zekerheid (initial margin).
12.5 Transactiekosten
Beleggingsondernemingen berekenen aan hun cliënten (transactie)kosten voor aankopen en verko- pen op de Beurs. De Xxxxxxxx doet er goed aan bij Wijs & van Oostveen na te gaan welke kosten in elk afzonderlijk geval zullen worden berekend en of er nog andere vergoedingen of belastingen zijn waar- mee de Xxxxxxxx rekening dient te houden.
12.6 Transactiebevestiging (nota)
De Xxxxxxxx dient zich ervan bewust te zijn, dat het voornaamste bewijs van zijn rechten en verplichtin- gen wordt gevormd door een boeking in de admini- stratie van Wijs & van Oostveen en de Bank. Daarom is de verplichting in het leven geroepen om aan de Xxxxxxxx een schriftelijke bevestiging af te geven van elke transactie in futures die voor de Xxxxxxxx
is uitgevoerd. De Xxxxxxxx wordt aangeraden deze nota’s zorgvuldig te controleren. Eventuele bezwaren moeten onmiddellijk door de Xxxxxxxx aan Wijs & van Oostveen kenbaar gemaakt worden. In sommige gevallen bepalen de voorwaarden tussen Wijs & van Oostveen, de Bank en de Xxxxxxxx dat geen nota wordt verzonden van iedere individuele transactie.
12.7 Openstaande positie(s)
De Xxxxxxxx kan aan Wijs & van Oostveen een
opgave vragen waaruit alle openstaande posities in termijncontracten van de Xxxxxxxx duidelijk blij- ken. De Belegger kan een sluitingstransactie of een opdracht tot cash settlement alleen laten uitvoeren door Wijs & van Oostveen. De Xxxxxxxx kan Wijs & van Oostveen en de Bank echter schriftelijk verzoe- ken zijn positie over te (laten) schrijven naar een an- dere bank, die bereid is zijn positie over te nemen, en daar zijn positie te (laten) sluiten. Raadpleeg daarvoor de toepasselijke voorwaarden.
Beurzen kunnen niet garanderen dat er voor elke future altijd een markt van voldoende omvang zal zijn om het de Belegger mogelijk te maken zijn openstaande positie in futures te liquideren. Wijs & xxx Xxxxxxxx kan dat evenmin.
12.8 Inzage in transactiegegevens
Gegevens omtrent orders en transacties en de iden- titeit van de Xxxxxxxx die bij de orders en transac- ties is betrokken, kunnen in bijzondere gevallen via officiële (overheids)toezichthouders (in Nederland
is dat onder meer de Autoriteit Financiële Markten) ter beschikking van justitiële autoriteiten worden gesteld, bijvoorbeeld in geval van (verdenking van) overtreding van bij of krachtens wet gestelde regels. Op grond van samenwerkingsovereenkomsten kun- nen Beurzen gegevens die betrekking hebben op orders en transacties ook doorgeven aan (buiten- landse) Beurzen of instellingen, indien dit nodig of wenselijk is met het oog op opsporing en preventie van overtredingen of strafbare feiten.
13. Risico’s in buitengewone omstandigheden
De reglementen van Beurzen bevatten veelal de mogelijkheid van maatregelen waardoor de handel in een of meer producten wordt beperkt, aan bijzon- dere voorwaarden wordt gebonden, geheel wordt gestaakt of opgeschort. Tevens kan het voorkomen dat een Beurs besluit bepaalde transacties door te halen. Uiteraard gebeurt dit alleen in buitengewone omstandigheden, indien dat door de Beurs in het
belang wordt geacht in het kader van de handhaving van een ordelijke en eerlijke marktwerking. Als er bij- zondere maatregelen worden genomen, zoals onder meer hierboven beschreven, kan de houder, maar ook de schrijver, van een optie in een situatie komen dat hij niet op ieder door hem gewenst moment zijn winst kan realiseren. In theorie kan het zich bij alle soorten opties en futures voordoen dat de handel wordt opgeschort of gestaakt als de markt waar de onderliggende waarde van zo’n optie wordt verhan- deld is verstoord of onderbroken. Bij indexproduc- ten zal de handel doorgaans worden gestaakt als de handel in de onderliggende waarden, die meetellen voor de berekening van de index, geheel of gedeel- telijk is verstoord of gestaakt, of als de Beurs niet meer ongestoord en ononderbroken de beschikking heeft over de berekende indexwaarde. Ook door storing in telefoon- of andere communicatielijnen of in computersystemen kan de handel verstoord raken en beleggers kunnen, evenals beleggingsonderne- mingen, daarvan schade ondervinden. Beurzen en Clearinginstituten – en Wijs & van Oostveen en de Bank evenmin – aanvaarden, behoudens opzet en grove schuld, geen enkele aansprakelijkheid voor schade van de Belegger als gevolg van omstandig- heden als bovenomschreven of schade uit welke andere hoofde ook. Wijs & van Oostveen voert (of laat uitvoeren) in beginsel alleen orders uit op goed gereguleerde markten waar behoorlijk toezicht is, maar dat biedt geen garantie dat onregelmatig- heden niet kunnen voorkomen. Voor eventuele schade die daaruit voortvloeit, aanvaardt Wijs & van Oostveen geen aansprakelijkheid. Op grond van Europese richtlijnen berust het toezicht op leden van de Nederlandse Beurs die in het buitenland actief zijn of niet in Nederland zijn gevestigd, ten dele bij de desbetreffende buitenlandse autoriteiten.
14. Warrants
Een warrant vertegenwoordigt het recht om gedu- rende een vastgestelde periode een bepaald aantal (certificaten van) aandelen of obligaties (of in een en-
kel geval een bepaalde hoeveelheid vreemde valuta) te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs van
de vennootschap die ze beschikbaar heeft gesteld. Een warrant lijkt op een optie met dien verstande dat een warrant een recht vertegenwoordigt jegens de betrokken onderneming. Aan een warrant zijn niet de rechten verbonden die wel aan een aandeel of obligatie toekomen. Zo heeft de houder van een warrant geen stemrecht op aandeelhoudersvergade- ringen, terwijl de houder van een warrant eveneens geen rente of dividend krijgt uitbetaald. Een andere soort warrants, de covered warrants, worden niet door de onderliggende onderneming uitgegeven, maar door een financiële instelling. Deze instellingen kopen eerst de aandelen en schrijven daar warrants op. Bij uitoefening van deze warrants worden er dus geen nieuwe aandelen gecreëerd. De prijsvorming van een (covered) warrant komt sterk overeen met die van een optie. De beurskoers en beweeglijkheid van bijvoorbeeld de onderliggende aandelen, het dividend op deze aandelen, de uitoefenprijs en de resterende looptijd van de (covered) warrant zijn van doorslaggevende betekenis voor de beurskoers van een (covered) warrant. Net als bij opties werken de koersfluctuaties van bijvoorbeeld de onderliggende aandelen in versterkte mate door in de beurskoers van de (covered) warrant. Alle soorten warrants kun- nen dus erg beweeglijk zijn.
De risico’s die zijn verbonden aan (covered) warrants zijn vergelijkbaar met de risico’s die zijn verbonden aan het kopen van opties. Voor de risico’s wordt der- halve verwezen naar de risico’s die zijn verbonden aan opties.
15. Turbo’s
Een turbo (ook bekend als speeder of als mini- future call) is een beleggingsproduct dat beleggers de mogelijkheid geeft met een hefboomeffect te beleggen in verschillende onderliggende waarden zoals aandelen, beursindices of valuta. Turbo’s vallen formeel onder structured products, maar zij worden
in dit onderdeel besproken omdat de kenmerken en risico’s beter te vergelijken zijn met die van derivaten.
Werking van een turbo
Een turbo is gebaseerd op één of meerdere onder- liggende waarden. Dit kunnen aandelen zijn maar ook grondstoffen, obligaties of indices. Men kan met een turbo speculeren op stijgingen en dalingen. Een turbo long stijgt als de onderliggende waarde stijgt, bij een turbo short is het omgekeerde het geval.
Concreet ziet een turboconstructie er als volgt uit. Een deel van de turbo wordt gefinancierd door een bank. Het andere deel moet de belegger zelf finan- cieren. Op het deel van de bank betaalt de belegger rente, wat turbo’s interessant maakt voor de bank.
Stijgt de onderliggende waarde, dan zal door het hefboomeffect de turbo sneller stijgen dan het aan- deel en vice versa. Het kan dus ook zijn dat de in- vestering van de bank in gevaar zou komen. Daarom heeft de bank een veiligheidsmaatregel ingebouwd. Dit heet de stoploss. Een stoploss (voluit stoploss order) is een order om een belegging te kopen (of verkopen) op het moment dat die is gestegen (of gedaald) boven een bepaalde prijs. Op het moment dat de belegging wordt verkocht, gebeurt dat tegen bestens (wat de markt ervoor geeft). Deze maatregel wordt toegepast om het verlies van de belegger te beperken.
Voorbeeld
Een bank brengt een turbo op de markt die
€ 30,00 kost en die gebaseerd is op het aandeel XYZ. Hiervan financiert de bank € 25,00. De beleg- ger dient € 5,00 zelf te financieren. Op de door de bank gefinancierde € 25,00 betaalt de belegger op jaarbasis 11%. Stel dat de koers van XYZ stijgt tot € 35,00. Een aandeelbezitter maakt 16,7% winst. Een turbobezitter heeft echter € 5,00 geïnvesteerd en als hij de turbo verkoopt, krijgt hij € 35,00 - € 25,00 =
€ 10,00 op een investering van € 5,00. Dat is een winst van 100%. De rentekosten zijn in dit voorbeeld niet meegenomen.
Het kan ook mis gaan. Stel dat de stoploss van de turbo bepaald is op € 27,50. Daalt de koers van XYZ tot dat niveau, dan zal de bank automatisch de turbo verkopen. Haar schade blijft beperkt. De belegger krijgt € 27,50 - € 25,00 is € 2,50 terug indien de bank de aandelen kan verkopen op € 27,50. Op een deelname van € 5,00 is dat een verlies van 50%. Een aandeelbezitter zou een verlies hebben gemaakt van 8,3%. Ook hier speelt het hefboomeffect met factor 6 een rol. De winst óf verlies is immers 6 keer groter dan de normale koersen.
Verschil met opties
Een turbo is in de praktijk niets anders dan beleggen met geleend geld met een beschermingsconstruc- tie. Door het hefboomeffect vertonen turbo’s enige gelijkenissen met opties. De winstmogelijkheden
zijn onbegrensd terwijl het risico beperkt is. Er zijn enkele duidelijke verschillen:
• Tijdswaarde. Een optie heeft een beperkte loop- tijd en verliest waarde gedurende de tijd.
• Raakt de turbo de stoploss, dan wordt hij auto- matisch verkocht. Daarmee wordt dan meteen definitief verlies gerealiseerd. Opties lopen echter gewoon door en kunnen tot de afloopdatum nog profiteren van koersherstel.
• Uitgevende instelling. Een turbo is geïntroduceerd door een bank die er aan wil verdienen door de spread en de rente. Bij een optiecontract hoeft men geen winst voor een bank te genereren. Men doet namelijk rechtstreeks zaken met een andere belegger.
Turbo’s vertonen kenmerken van opties. Voor de risico’s wordt derhalve verwezen naar de risico’s die zijn verbonden aan opties.
16. Het hefboomeffect
De meeste derivaten worden gekenmerkt door het hefboomeffect. Dit geldt in ieder geval voor opties, futures en turbo’s. De mogelijke winst van dit soort
transacties kan procentueel hoger zijn dan de mo- gelijke winst op de onderliggende waarde, omdat kan worden volstaan met een geringere investering, terwijl de winstkansen gelijk zijn. U heeft dus relatief meer voordeel van een beweging in de onderlig- gende waarde, dan wanneer u direct in de onderlig- gende waarde belegt. Tegenover de hoge winsten die kunnen worden bereikt door dit ‘hefboomeffect’ staan uiteraard ook grote verliezen, die onder om- standigheden zelfs meer kunnen bedragen dan de ingelegde investering.
III. Bijzonderheden over de handel en overige
OTC-handel
Naast de handel op de Beurs vindt op schaal van betekenis ook handel plaats buiten de Beurs om. Deze buitenbeurshandel (ook wel ‘over-the-counter’ of afgekort ‘OTC’ genaamd) heeft haar specifieke eigenschappen. Indien sprake is van plaatsing c.q. handel in Financiële Instrumenten, die niet zullen worden toegelaten tot een beursnotering (ook wel private placements genaamd), zal de markt minder of niet liquide zijn. De liquiditeit van de handel in niet-beursgenoteerde Financiële Instrumenten kan (afhankelijk van de aard van het Financieel Instru- ment) lager zijn dan bij beursgenoteerde Financiële Instrumenten. Dat kan ertoe leiden dat er een groot verschil ontstaat tussen bied- en laatprijs en dat geli- miteerde orders en zelfs bestensorders tot aankoop of verkoop niet kunnen worden uitgevoerd. De koers van een niet-beursgenoteerd Financieel Instrument wordt veelal slechts eenmaal per dag vastgesteld
en soms nog minder vaak (eens per week, maand en zelfs jaar). Bij niet-beursgenoteerde Financiële Instrumenten bestaat voorts het risico dat restricties zijn opgelegd ten aanzien van de verhandelbaarheid van het betreffende Financieel Instrument. Dat kan inhouden dat het Financieel Instrument in bepaalde perioden niet kan worden gekocht en verkocht. Af-
wikkeling van transacties in niet-beursgenoteerde Fi- nanciële Instrumenten vindt doorgaans niet plaats via
een centraal clearingsysteem, hetgeen een tegen- partijrisico oplevert (het risico dat de tegenpartij van de transacties de Financiële Instrumenten niet betaalt of niet levert). De afwikkeling van transacties in niet- beursgenoteerde Financiële Instrumenten (zowel bij eerste inschrijving als daarna) kan voorts geruime tijd in beslag nemen, waardoor – indien de betreffende Financiële Instrumenten in een andere valuta dan de euro luiden – de Xxxxxxxx een valutarisico loopt.
Ook voor wat betreft opties en futures kan het voorkomen dat de specificaties niet zijn gestandaar- diseerd. Als de Xxxxxxxx met Wijs & van Oostveen afspreekt dat hij een optie (of future) wil kopen of verkopen met bijzondere specificaties die afwijken van de beursgenoteerde opties (bijvoorbeeld ten aanzien van onderliggende waarde, contractgrootte of valuta), dan spreekt men van een over-the-counter (OTC) optie. Wijs & xxx Xxxxxxxx zal die order dan niet op de Beurs uitvoeren, maar zal een professione- le tegenpartij zoeken die bereid is tegen een goede prijs een dergelijk optiecontract met hem te sluiten, uiteraard voor rekening en risico van de Xxxxxxxx.
Xxxxxx in ‘traded-but-not-listed’ Financiële Instrumenten
Traded-but-not-listed Financiële Instrumenten zijn Financiële Instrumenten die veelal een buitenlandse (wel binnen Europa) beursnotering hebben en
daar onderdeel uitmaken van een (aandelen)index, maar die geen notering hebben op NYSE Euronext Amsterdam. De Xxxxxxxx kan niettemin via NYSE Euronext Amsterdam transacties uit (laten) voeren in deze traded-but-not-listed Financiële Instrumen- ten. Wijs & xxx Xxxxxxxx wijst de Xxxxxxxx in dit
verband op de volgende bijzonderheden die aan de handel in deze categorie Financiële Instrumenten verbonden zijn:
• de Listing and Issuing Rules van NYSE Euronext Amsterdam zijn niet van toepassing;
• NYSE Euronext Amsterdam en Wijs & van Oostveen staan er niet voor in dat (koersgevoelige) informatie (tijdig) in Nederland wordt gepubliceerd en, indien de informatie wel in Nederland (tijdig) wordt gepubliceerd, dat deze informatie niet afwijkt van de informatie die wordt gepubliceerd in het land waar de Financiële Instrumenten wel een beursnotering hebben;
• NYSE Euronext Amsterdam en Wijs & van Oost- veen hebben geen verplichting om (koersgevoe- lige) informatie te publiceren en zij staan er niet voor in dat de instellingen waarvan de Financiële Instrumenten zijn genoteerd deze informatie pu- bliceren en/of dat de informatie uniform en tijdig wordt vrijgegeven.
Overige
Dit hoofdstuk kan niet alle kenmerken van alle (com- binaties van) Financiële Instrumenten en de daaraan verbonden risico’s beschrijven. Ingeval de kenmer- ken van de Financiële Instrumenten die hiervoor zijn beschreven (en waarin wordt belegd) afwijken, zal de Xxxxxxxx op diens aanvraag schriftelijk van deze afwijkende kenmerken en specifieke beleggings- risico’s op de hoogte worden gesteld. Ook in het geval voor de Xxxxxxxx wordt gehandeld in Financi- ele Instrumenten die hierboven niet zijn beschreven, zal de Xxxxxxxx op diens verzoek schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de kenmerken van deze Financiële Instrumenten en de daaraan verbonden specifieke risico’s.
Bij het kiezen van Financiële Instrumenten dient de Xxxxxxxx een goede afweging te maken welke Financiële Instrumenten binnen zijn of haar beleg-
gingsdoelstelling vallen. Aan alle vormen van beleg- gen zijn in meer of mindere mate risico’s verbonden. Met name het schrijven van ongedekte opties en termijncontracten (en opties op termijncontracten) kunnen zeer risicovol zijn. De Xxxxxxxx dient alleen
in deze risicovolle Financiële Instrumenten te (doen) handelen indien Cliënt het (eventuele) verlies kan en wil dragen en zich terdege bewust is van de risico’s.
IV. Wijziging kenmerken en risico’s van Financiële Instrumenten
Wijs & van Oostveen zal er voor zorg dragen dat eventuele wijzigingen in de kenmerken en risico’s van Financiële Instrumenten worden bijgewerkt in dit document, waarvan de laatste versie op Internet wordt gepubliceerd.
9. BELANGRIJKE ADRESSEN EN ANDERE INFORMATIE
1. Wijs & van Oostveen B.V. Wijs & van Oostveen is in het kader van haar beleg- gingsdiensten in het bezit van een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 van de Wet op het financieel toezicht en is als beleggingsonderneming geregi- streerd bij de Stichting Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam. Wijs & xxx Xxxxxxxx is lid van of aangesloten bij de volgende instellingen:
• NYSE Euronext N.V.
• Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs
• Dutch Securities Institute
• Klachteninstituut Financiële Dienstverlening
Wijs & van Oostveen B.V. Herengracht 493
1017 BT Amsterdam
Telefoon: 020 - 000 00 00
Fax: 020 - 000 00 00
Internet: Wijs & xxx Xxxxxxxx zal informatie aangaande haar beleggingsdienstverlening onder andere vermelden op Internet, waaronder xxx.xxxx.xx, xxx.xxxxxxxxxx.xx en/of enig ander door haar gebruikte website.
Handelsregister Amsterdam nr. 33.235.337 IBAN: XX00XXXX0000000000
2. Stichting Nederlandse Beleggingsgiro
In het kader van het voeren van een beleggersgiro is de Stichting Nederlandse Beleggingsgiro in het bezit van een ontheffing van het verbod op het aantrekken van opvorderbare gelden als bedoeld in artikel 3:5, vierde lid, van de Wet op het financieel toezicht en de stichting is geregistreerd bij de Stich- ting Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.
Stichting Nederlandse Beleggingsgiro Xxxxxxxxxxx 000
1017 BT Amsterdam
Handelsregister Amsterdam nr. 34.220.720 IBAN: XX00XXXX0000000000
3. Stichting Autoriteit Financiële Markten
Autoriteit Financiële Markten (AFM) Xxxxxxxxxxxx 00
Postbus 11723
1001 GS Amsterdam
Telefoon: 020 - 797 20 00 Internet: xxx.xxx.xx
4. De Nederlandsche Bank N.V.
De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) Westeinde 1
Postbus 98
1000 AB Amsterdam
Telefoon: 020 - 524 91 11 Internet: xxx.xxx.xx
5. NYSE Euronext N.V.
NYSE Euronext N.V. Postbus 19163
1000 GD Amsterdam
Telefoon: 020 - 550 44 44 Internet: xxx.xxxxxxxx.xxx
6. Stichting Dutch Securities Institute
Dutch Securities Institute (DSI) Postbus 3861
1001 AR Amsterdam
Telefoon: 020 - 620 12 74 Internet: xxx.xxx.xx
7. Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD) Postbus 93257
2509 AG Amsterdam
Telefoon: 0900 - 355 22 48 Internet: xxx.xxxxx.xx
Wijs & xxx Xxxxxxxx
Herengracht 493
1017 BT Amsterdam
T 020 638 82 26
F 020 639 15 16