AANSLUITINGSOVEREENKOMST SWV V(S)O Eemland, versie 4 d.d. 8 juli 2013
AANSLUITINGSOVEREENKOMST SWV V(S)O Eemland, versie 4 d.d. 8 juli 2013
A. Stichting samenwerkingsverband V(S)O Eemland, gevestigd te Amersfoort, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur, de xxxx X. Xxxxxxxxx,
hierna te noemen: het samenwerkingsverband of de stichting
B (naam schoolbestuur)
………………………………………………………………………………………(adres schoolbestuur) te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door
…………………………………………………….(naam) (functie)
hierna ook te noemen: het bevoegde gezagsorgaan of de aangeslotene
overwegende dat:
- het bevoegde gezagsorgaan zich wenst aan te sluiten bij voornoemd samenwerkingsverband om te voldoen aan de wettelijke verplichting van artikel 17a WVO;
- de aansluiting betrekking heeft op scholen van aangeslotenen binnen de regio van het samenwerkingsverband, zoals deze regio is vastgesteld bij ministeriële regeling (VO 26 02) dan wel, ingeval van voorgezet speciaal onderwijs, de aansluiting betrekking heeft op scholen van aangeslotenen waar leerlingen uit de regio onderwijs volgen;
- het samenwerkingsverband haar statuten integraal heeft gewijzigd om aan de verplichtingen te voldoen uit de “wet Passend Onderwijs”;
- dat met statuten de nieuwe integraal gewijzigde statuten worden bedoeld, een en ander zoals vermeld in de akte houdende statutenwijziging d.d. 26 juni 2013;
- het samenwerkingsverband gedurende de termijn dat de “wet Passend Onderwijs” nog niet in werking is getreden, binnen de kaders van de geldende onderwijswetgeving fungeert als regionaal samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 10h respectievelijk 53b WVO;
- het bestuur van het samenwerkingsverband het bevoegde gezagsorgaan als aangeslotene van de stichting wenst toe te laten krachtens de bestuursvergadering van 4 november 2013;
komen overeen:
• Artikel 1 - Algemeen
1. Het bevoegde gezagsorgaan sluit zich aan als bedoeld in artikel 5 van de statuten van de stichting en onderwerpt zich daarmee aan de in deze overeenkomst geregelde verplichtingen jegens het samenwerkingsverband, mede voorvloeiend uit de statuten van het samenwerkingsverband.
2. Het samenwerkingsverband accepteert het bevoegde gezagsorgaan als aangeslotene als bedoeld in artikel 5 van de statuten van het samenwerkingsverband en onderwerpt zich daarmee aan de in deze overeenkomst geregelde verplichtingen jegens de aangeslotene, een en ander op basis van de statuten.
3. De aangeslotenen van de stichting zijn geen leden. Aan de aangeslotenen komen niet de bevoegdheden toe die bij een vereniging toekomen aan de algemene ledenvergadering. De bevoegdheden van een aangeslotene worden nader bij de statuten van de stichting en deze overeenkomst bepaald.
• Artikel 2 - Rechten jegens het samenwerkingsverband
1. De onder de aangeslotene ressorterende (vestigingen van) scho(o)l(en) heeft/hebben het recht gebruik te maken van/deel te nemen aan het samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen dat het samenwerkingsverband binnen en tussen de scholen realiseert.
2. De aangeslotene heeft het recht deel te nemen in de besluitvorming binnen het samenwerkingsverband door de afvaardiging in het bestuur van de stichting, een en ander zoals is geregeld in de statuten van het samenwerkingsverband.
3. De aangeslotene heeft het recht deel te nemen in de besluitvorming binnen het samenwerkingsverband door een natuurlijk persoon plaats te laten nemen in het Directieberaad, een en ander zoals is geregeld in de statuten van het samenwerkingsverband en in het Directieberaadreglement.
4. De aangeslotene heeft het recht bij het samenwerkingsverband het verzoek neer te leggen een leerling te beoordelen op toelaatbaarheid tot het voortgezet speciaal onderwijs.
5. De aangeslotene heeft het recht het samenwerkingsverband om advies te vragen over de ondersteuningsbehoefte van een leerling.
6. De aangeslotene heeft het recht om de permanente commissie leerlingenzorg van het samenwerkingsverband om advies te vragen over het aanbod en de invulling van leerwegondersteunend onderwijs en over het aanbieden van dat onderwijs aan leerlingen voor wie de regionale verwijzingscommissie heeft bepaald dat zij toelaatbaar zijn tot het praktijkonderwijs.
7. De aangeslotene heeft het recht op een rekening en verantwoording door het bestuur van het samenwerkingsverband en in dat kader recht op ontvangst van de jaarrekening en het jaarverslag van het samenwerkingsverband.
• Artikel 3 - Plichten jegens het samenwerkingsverband
1. De aangeslotene draagt er zorg voor dat uit zijn organisatie een persoon met de functie bestuur dan wel een gemandateerde bestuursfunctie de functie van bestuurslid van het samenwerkingsverband vervult conform de statuten van het samenwerkingsverband.
2. De aangeslotene draagt er zorg voor dat de hiervoor bedoelde afgevaardigde steeds in staat is casu quo in de gelegenheid wordt gesteld om bij de vergaderingen van het bestuur van het samenwerkingsverband aanwezig te zijn.
3. De aangeslotene draagt er zorg voor dat uit de organisatie van de onder hem ressorterende scholen een persoon aan het Directieberaad
deelneemt, een en ander zoals geregeld in de statuten van het samenwerkingsverband en het Directieberaadreglement, en dat deze persoon in staat is casu quo in de gelegenheid wordt gesteld om bij de vergaderingen van het Directieberaad aanwezig te zijn.
4. De aangeslotene draagt er zorg voor dat de medezeggenschapsraden van de onder hem ressorterende scholen in de gelegenheid worden gesteld advies uit te brengen over het vast te stellen schoolondersteunings- profiel dan wel de wijziging daarvan.
5. De aangeslotene draagt er zorg voor dat de onder hem ressorterende scholen een schoolondersteuningsprofiel aanleveren aan de directeur van het samenwerkingsverband.
6. De aangeslotene bevordert dat de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden van de onder hem ressorterende scholen leden afvaardigen ten behoeve van de ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband, een ander conform de statuten van het samenwerkingsverband.
7. De aangeslotene voorziet het bestuur en de directeur van het samenwerkingsverband tijdig van alle informatie welke nodig is voor een goede uitvoering van de taken van het samenwerkingsverband.
8. De aangeslotene houdt zich aan het privacyreglement van het samenwerkingsverband.
9. De aangeslotene houdt zich aan afspraken in het ondersteuningsplan die medewerking vereisen van aangeslotene.
10. De aangeslotene is verplicht om deel te nemen aan de activiteiten van het samenwerkingsverband als scholing e.d.
11. De aangeslotene is verplicht verantwoording af te leggen aan het samenwerkingsverband en daarmee aan de overige aangeslotenen omtrent de besteding van de door het samenwerkingsverband aan hem uitgekeerde ondersteuningsmiddelen.
12. De aangeslotene is verplicht wijzigingen in bestuurssamenstelling, adressering, telefoon, e-mail, bankrekeningnummers en dergelijk aan het samenwerkingsverband door te geven. Het verzuim van het niet tijdig doorgeven van wijzigingen is voor rekening en risico van de aangeslotene.
13. De aangeslotene is verplicht de bepalingen in de statuten van de stichting en deze overeenkomst steeds na te komen. De aangeslotenen verplicht zich de besluiten die door het bestuur van de stichting worden genomen steeds na te leven en voor zover nodig uit te voeren binnen haar eigen organisatie.
• Artikel 4 - Duur en beëindiging aansluitingsovereenkomst
1. Deze aansluiting geldt voor onbepaalde tijd doch eindigt van rechtswege indien:
a. de aangeslotene wordt ontbonden of ophoudt te bestaan als gevolg van fusie;
b. de aangeslotenen niet langer bevoegd gezag is als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;
c. onder het aangesloten bevoegd gezag geen school meer in de regio ressorteert, dan wel indien het betreft een school voor (speciaal
en) voortgezet speciaal onderwijs welke geen onderwijs meer geeft aan leerlingen uit de regio.
2. In geval van beëindiging van de aansluiting zullen na onderling overleg de juridische, organisatorische, personele en financiële gevolgen voortvloeiende uit de beëindiging naar de beginselen van de redelijkheid en billijkheid door het bestuur van de stichting worden vastgesteld, in overleg met de aangeslotene. De gemaakte afspraken zullen schriftelijk in een afzonderlijk document worden vastgelegd en aan het bevoegd gezag dat niet meer aangesloten is worden opgelegd.
3. Voorts kan de aansluiting eindigen doordat:
a. de aangeslotene de aansluitingsovereenkomst opzegt;
b. de stichting de aansluitingsovereenkomst opzegt.
Opzegging van de aansluitingsovereenkomst is slechts mogelijk indien opzegging schriftelijk geschiedt tegen het einde van het lopende schooljaar, met in achtneming van tenminste een termijn van zes maanden. De opzegging dient derhalve uiterlijk éénendertig januari van het lopende schooljaar te geschieden.
4. Aansluiting bij het samenwerkingsverband en beëindiging van aansluitingsovereenkomst gaan in per één augustus van het (volgende) schooljaar.
5. Als de opzegging door een Aangeslotene niet tijdig of niet schriftelijk heeft plaatsgehad, loopt de aansluitingsovereenkomst door tot het einde van het eerstvolgende schooljaar, tenzij het bestuur anders besluit.
6. Opzegging door de stichting als hiervoor bedoeld is niet mogelijk indien en zolang op grond van artikel 17a van de Wet op het voortgezet onderwijs de wettelijke verplichting tot oprichting en instandhouding van een samenwerkingsverband passend onderwijs geldt.
7. Het bestuur kan een schorsing in lassen indien de aangeslotene indien de aangeslotene in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de stichting handelt, of de stichting op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende de schorsing is de aangeslotene niet bevoegd de rechten als vermeld in de aansluitingsovereenkomst uit te oefenen en is de stichting niet gehouden prestaties jegens de aangeslotene te verrichten.
De schorsing kan slechts gelden voor een periode van ten hoogste drie maanden. De schorsing kan worden verlengd met een nieuwe periode voor ten hoogste drie maanden. Verlening van de schorsing is onbeperkt mogelijk, indien en zolang de aangeslotene gedurende schorsing in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de stichting blijft handelen, of de stichting op onredelijke wijze blijft benadelen. In geval van benadeling van de stichting door de aangeslotenen als gevolg waarvan de stichting schade leidt, kan de stichting de schade bij de aangeslotene verhalen.
• Artikel 5 – Geschillenregeling
1. Elke partij heeft het recht om het geschil voor te leggen aan de landelijke arbitragevoorziening die de Minister heeft ingesteld en waarbij het samenwerkingsverband is aangesloten.
2. De aangeslotene kan zich binnen zes weken na een door of namens het bestuur genomen besluit en/of andere handeling in het kader van het
samenwerkingsverband wenden tot de arbitragevoorziening als hiervoor bedoeld. De arbitragevoorziening hoort partijen en doet een voor alle partijen bindende uitspraak.
• Artikel 6 - Slotbepalingen
1. Indien enige bepaling in deze overeenkomst nietig is, respectievelijk nietig wordt verklaard, blijft deze overeenkomst voor het overige in stand.
2. Indien zich omstandigheden voordoen waarin deze overeenkomst niet voorziet (zoals wijziging of vervanging van wet- of regelgeving), en die om een aanpassing vragen op onderdelen, treden partijen met elkaar in overleg om tot een wijziging van de overeenkomst te komen die zoveel mogelijk aansluit bij de oorspronkelijke bedoeling van partijen.
3. Indien van toepassing zijnde wet- en regelgeving op relevante onderdelen wordt gewijzigd c.q. wordt vervangen door een andere regeling zullen ondergetekenden overleg voeren over eventuele aanpassing van de onderhavige overeenkomst.
4. Geen van de Partijen bij deze overeenkomst zal haar rechten onder deze overeenkomst aan een derde overdragen, zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de andere partij, behoudens voor zover uit hoofde van deze overeenkomst anders voortvloeit.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend te Amersfoort op ….november 2013.
R. Poortstra Samenwerkingsverband V(S)O Eemland
………………………………………………… (naam)
………………………………………………….(naam schoolbestuur)