Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen / Stichting Curamus
Aanvraagformulier zorgspecifieke concentratietoets
Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen / Stichting Curamus
Ten behoeve van de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring voor een concentratie als bedoeld in artikel 49a, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg.
In deze openbare versie van de aanvraag voor goedkeuring zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken […] aangegeven.
Hierbij verklaren de rechtsgeldig vertegenwoordigers van de in dit document genoemde betrokken organisaties dat dit document naar waarheid is ingevuld.
Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen […], voorzitter Raad van Bestuur Terneuzen, 19 september 2016 Handtekening […], lid Raad van Bestuur Terneuzen, 19 september 2016 Handtekening | Stichting Curamus […], voorzitter Raad van Bestuur Hulst, 19 september 2016 Handtekening […], lid Raad van Bestuur Hulst, 19 september 2016 Handtekening |
Indien de aanvraag namens de betrokken organisaties wordt ingediend door een gemachtigde, verklaart deze gemachtigde namens de betrokken organisaties dat dit document volledig en naar waarheid is ingevuld.
Handtekening
Mr. X.X. Xxxxxxxxxxx
Advocaat Xxxxx Xxxxxx Princen
Rotterdam, 19 september 2016
Mr. X.X. Xxxxxxxxxxx is met recht van substitutie door beide partijen gemachtigd tot melding van de concentratie. De schriftelijke volmachten zijn bij deze melding gevoegd als bijlage 1, samen met uittreksels uit het handelsregister waaruit blijkt dat de ondertekenaars van de volmachten bevoegd zijn de organisatie te vertegenwoordigen.
ONDERDEEL I – Bij de concentratie betrokken organisaties
I.1 Organisatie 1
(statutaire) naam organisatie: Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen |
Nummer Kamer van Koophandel: 22046232 |
Zorgaanbieder: Ja |
Indien zorgaanbieder: deze zorgaanbieder doet door omstreeks 2.000 personen zorg verlenen. |
Contactpersoon
De heer/mevrouw | Mr. X.X. Xxxxxxxxxxx |
Initialen | F.W. |
Naam | Barendrecht |
E-mailadres | |
Postadres | Xxxxx Xxxxxx Princen | Postbus 711 | 3000 AS Rotterdam |
Telefoonnummer | 010 – 404 1186 | 06 – 23 22 07 98 |
Voorzitter ondernemingsraad ZorgSaam Zeeuw-Vlaanderen
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | |
Postadres | OR – ZorgSaam | p/a Xxxxxxxxxxxxx 0 x 0000 XX Xxxxxxxxx |
Telefoonnummer | 0115 - 688 479 |
Voorzitter cliëntenraad
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailailadres | […] |
Postadres | CR – ZorgSaam | p/a Xxxxxxxxxxxxx 0 x 0000 XX Xxxxxxxxx |
Telefoonnummer | […] |
Geef een beschrijving van de bedrijfsactiviteiten van deze organisatie en in welke zorgsector de organisatie actief is.
ZorgSaam levert met name ziekenhuiszorg, ambulancezorg, intramurale ouderenzorg en thuiszorg (wijkverpleging, huishoudelijke hulp en begeleiding individueel en in groep). Daarnaast is ZorgSaam via (klein)dochterondernemingen Prosano B.V. en Zorgnetwerk B.V. actief op het gebied van o.a. bedrijfsfysiotherapie, bedrijfsmaatschappelijk werk en verzuimbegeleiding, respectievelijk ICT-diensten.
Geef aan in welke regio(‘s) de organisatie actief is en welke locatie(s) de organisatie heeft.
ZorgSaam is actief in de gehele regio Zeeuws-Vlaanderen. ZorgSaam heeft daar de volgende
locaties: “De Honte” – Terneuzen (hoofdlocatie) | “Antonius” – Oostburg (Sluis) | “Liduina” – Hulst
| “Bachten Dieke” – Terneuzen | “Coensdike”- Terneuzen | “Emmaus” – Xxxxxxxxxx (Xxxxx) | “Vremdieke”- Hoek (Terneuzen). Daarnaast is ZorgSaam aandeelhouder van het “Cardiologie Centrum Zeeland” te Middelburg.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Beschrijf in het antwoord op vraag 1.1 en 1.2 de locaties waar partijen de zorg verlenen. Geef daarbij ook aan welke zorg op welke schaal wordt geleverd.
ZorgSaam Ziekenhuis heeft zo'n 260 bedden. Ongeveer 1.300 medewerkers en 115 specialisten leveren de medische- en verpleegkundige zorg.
Elk jaar zijn er circa 200.000 bezoeken aan de poliklinieken, circa 12.500 meerdaagse ziekenhuisbehandelingen en ca. 10.000 dagbehandelingen.
In Terneuzen (locatie De Honte) wordt het volledige pakket basis-medisch specialistische zorg geleverd, waaronder acute zorg, met een aantal specialiteiten zoals cardiologische interventies. In Hulst (locatie Liduina) is een poli-kliniek met beperkte onderzoeksmogelijkheden en in Oostburg (locatie Xxxxxxxx) naast een poliklinische functie ook een dagbehandelingscentrum met een tweetal operatiekamers.
ZorgSaam Care verleent ouderenzorg in Terneuzen (Bachten Dieke), Hoek (Vremdieke), IJzendijke (Emmaus) en Aardenburg (Coensdike). Binnen de ouderenzorg van ZorgSaam worden de volgende zorgvormen geleverd; lage zzp zonder behandeling (1 t/m 3), hoge zzp zonder behandeling (4 en verder), hoge zzp met behandeling (PG zorg), VPT zorg, Beschermd wonen (GGZ-c), Kortdurend Eerstelijnsverblijf. In onderstaand overzicht de bijbehorende capaciteit:
ZorgSaam | Lage ZZP 1 t/m 3 | Hoge ZZP>3 | PG | ELV | Huur | VPT | Beschermd wonen |
Bachten Dieke | 6 | 42 | 24 | 1 | 5 | 2 | 1 |
Coensdike | 16 | ||||||
Emmaus | 8 | 23 | 8 | 1 | 9 | 1 | 1 |
Vremdieke | 9 | 25 | 8 | 4 | 17 |
ZorgSaam levert het volledige thuiszorgpakket door de gehele regio Zeeuws-Vlaanderen. Hieronder vallen alle WLZ, ZVW(wijkverpleging, met uitzondering van IKZ) en WMO(met uitzondering van Jeugdzorg) gebonden activiteiten. De zorgactiviteiten worden geleverd door teams VVT, huishoudelijke hulp, begeleiding en het instructieteam.
I.2 Organisatie 2
(statutaire) naam organisatie: Stichting Curamus |
Nummer Kamer van Koophandel: 21020311 |
Zorgaanbieder: Ja |
Indien zorgaanbieder: deze zorgaanbieder doet door 523 personen zorg verlenen. |
Contactpersoon
De heer/mevrouw | Mr. X.X. Xxxxxxxxxxx |
Initialen | F.W. |
Naam | Barendrecht |
E-mailadres | |
Postadres | Xxxxx Xxxxxx Princen | Postbus 711 | 3000 AS Rotterdam |
Telefoonnummer | 010 – 404 1186 | 06 – 23 22 07 98 |
Voorzitter ondernemingsraad
De heer/mevrouw […] |
Initialen […] |
Naam […] |
E-mailadres […] |
Postadres […] |
Telefoonnummer […] |
Voorzitter cliëntenraad Hulst (Woonzorgcentrum De Blaauwe Hoeve en Bellingstraat)
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | […] |
Postadres | […] |
Telefoonnummer | […] |
Voorzitter cliëntenraad Koewacht (Woonzorgcentrum De Lange Akkers)
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | […] |
Postadres | […] |
Telefoonnummer | […] |
Voorzitter cliëntenraad Kloosterzande (Woonzorgcentrum Xxxxxxxx)
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | […] |
Postadres | […] |
Telefoonnummer | […] |
Voorzitter cliëntenraad Verpleeghuis (De Blaauwe Hoeve, Binnenstad Hulst De Korenmarkt en St. Jansteen)
De heer/mevrouw | […] |
Initialen | […] |
Naam | […] |
E-mailadres | […] |
Postadres | […] |
Telefoonnummer | […] |
Xxxxxxx heeft een dagelijks bestuur voor haar vier cliëntenraden. […], hierboven genoemd als voorzitter van de cliëntenraad in Koewacht, is hiervan de voorzitter.
Geef een beschrijving van de bedrijfsactiviteiten van deze organisatie en in welke zorgsector de organisatie actief is.
Xxxxxxx levert intramurale ouderenzorg, thuiszorg (wijkverpleging, huishoudelijke hulp en begeleiding individueel en in groep, e.e.a. in of rond haar woonzorgcomplexen), geriatrische revalidatiezorg, palliatief terminale zorg, kortdurend verblijf en crisisopname, dagverzorging en dagbehandeling, maaltijdvoorziening (open tafel), sociaal culturele activiteiten en alarmering en alarmopvolging.
Geef aan in welke regio(‘s) de organisatie actief is en welke locatie(s) de organisatie heeft.
Curamus heeft het merendeel van haar activiteiten in de gemeente Hulst op de volgende locaties: “De Blaauwe Hoeve”- Hulst | “Binnenstad Hulst” – Hulst | “Xxxxxxxx” - Kloosterzande (Hulst) | “Sint Jansteen” – Sint Jansteen (Hulst). Daarnaast heeft Curamus een locatie in de gemeente Terneuzen: “De Lange Akkers” – Koewacht (Terneuzen).
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Beschrijf in het antwoord op vraag 1.1 en 1.2 de locaties waar partijen de zorg verlenen. Geef daarbij ook aan welke zorg op welke schaal wordt geleverd.
Curamus levert Ouderenzorg op diverse locaties in de gemeente Hulst en een locatie in de gemeente Terneuzen. De zorg wordt verleend in de volgende plaatsen; Hulst (De Blaauwe Hoeve en locatie Binnenstad), Kloosterzande (Antonius), Koewacht (De Lange Akkers) en Sint-Jansteen. Xxxxxxx levert het volledige pakket aan ouderenzorg en heeft tevens een volledige behandeldienst.
Het zorgpakket is als volgt verdeeld:
Curamus | Lage ZZP 1 t/m 3 | Hoge ZZP>3 zonde r bh | PG | Kors akoff | Som zorg | Bijz. Zorg | Sen. klinie k | Revali datie | Huur | Revali datie | VPT | GGZ- C |
Xxxxxxx Xxxxx | 64 | 8 | 32 | 16 | 8 | 20 | 20 | |||||
Binnenstad | 24 | |||||||||||
Xxxxxxxx | 7 | 35 | 24 | 10 | 2 | 2 | ||||||
Lange Akkers | 7 | 26 | 8 | 11 | 2 | |||||||
Xxxx-Xxxxxxxx | 00 |
Naast de verpleeg- en verzorgingshuiszorg levert Xxxxxxx ook de extramurale zorg in geclusterde woonvormen rond de locaties Binnenstad en Blaauwe Hoeve door extramurale teams.
I.3 Beschrijf het karakter van de concentratie en vermeld de overeenkomsten en andere documenten waar de concentratie op berust (voeg deze overeenkomsten en andere documenten bij).
a. De voorgenomen concentratie betreft een concentratie in de zin van:
☒ artikel 27, eerste lid, onder a, van de Mededingingswet (fusie).
☐ artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet (wijziging van zeggenschap).
☐ artikel 27, tweede lid, van de Mededingingswet (gemeenschappelijke onderneming).
b. Beschrijf het karakter in de zin van artikel 27 van de Mededingingswet.
ZorgSaam en Curamus hebben het voornemen om juridisch te fuseren en gezamenlijk door te gaan onder de naam Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen. De activiteiten op het gebied van cure en care en de ondersteunende diensten worden vervolgens afgesplitst in drie aparte dochtervennootschappen. Het voornemen is om de juridische fusie per 1 januari 2017 tot stand te brengen. De splitsing zal zo snel mogelijk daarna worden geëffectueerd.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. vragen NZa:
Het bij het fusiedocument gevoegde voorgenomen besluit tot juridische fusie (p. 57, bijlage 2) is ondertekend door de raden van bestuur. Geef bij 1.3b aan of de toezichthoudende organen eveneens hun goedkeuring aan de voorgenomen concentratie hebben verleend.
Beide Raden van Toezicht hebben hun Xxxxx xxx Xxxxxxx mandaat verleend om het voorgenomen besluit tot fusie te nemen; De RvT van ZorgSaam op 25 april 2016 en de RvT van Xxxxxxx op 12 mei 2016. Zie ook bijlage 3. Formele goedkeuring door de Raden van Toezicht kan pas op een later moment in het proces.
c. Op welke documenten berust de concentratie.
☐ Intentieovereenkomst (bijvoegen).
☐ Koopovereenkomst (bijvoegen).
☐ Statuten(wijziging) (bijvoegen).
☒ Xxxxxx, namelijk: “Fusievoorstel ZorgSaam en Curamus” (bijlage 2)); voorgenomen besluit raden van bestuur, daartoe gemandateerd door raden van toezicht ZorgSaam en Curamus (bijlage 3
ONDERDEEL II – Effectrapportage
II.1 Vermeld de doelstellingen van de voorgenomen concentratie.
Wat willen de betrokken organisaties bereiken met de concentratie?
Op verschillende plekken aan de randen van Nederland is sprake van aanzienlijke vergrijzing, ontgroening en bevolkingskrimp. Gebieden waar de bevolkingskrimp het sterkst is (minimaal 16% tot 2040), zoals Noord-Oost Nederland, Zuid-Limburg en ook Zeeuws-Vlaanderen, heeft de
overheid gedefinieerd als ‘krimpgebied’.
Genoemde vergrijzing, ontgroening en bevolkingskrimp zorgen in het algemeen voor een krimp in zorgvolume in de toekomst en een verschuiving van het accent in de zorgvraag naar meer laag complexe (chronische) zorg voor ouderen. Daarnaast geldt specifiek voor Zeeland dat het bestaat uit eilanden en gebieden met een lage bevolkingsdichtheid, met verschillende culturen en een sub regionale gebondenheid van inwoners. Dit uit zich in een versnippering van de infrastructuur en de organisatie van de zorg. Verder wordt Zeeuws-Vlaanderen specifiek gekenmerkt door nabijgelegen grote (academische) Belgische ziekenhuizen die vergeleken met Nederlandse aanbieders sneller toegang bieden, waardoor zij een aantrekkelijk alternatief voor een deel van de Zeeuws-Vlaamse bevolking zijn.
Bovenstaande, in combinatie met trends op het gebied van sociale waarden (meer behoefte aan maatwerk en zelfregie in de zorg), technologie (o.a. EPD) en aanhoudende veranderingen in wetgeving & beleid (zorgkosten die onder druk staan, decentralisatie van de zorg vanuit de voormalige AWBZ en de jeugdzorg naar gemeenten en hogere kwaliteitseisen (waaronder toenemende volumecriteria)), leidt tot een kwetsbare integrale zorgketen (van 1e lijn tot en met 3e lijn). De kwetsbaarheid neemt, naar verwachting, in de loop van de komende jaren verder toe.
De huidige situatie in Zeeuws-Vlaanderen vereist actie van beide organisaties teneinde kwaliteit van zorg in continuïteit te kunnen waarborgen. Deze actie gaat verder dan de reeds bestaande vormen van samenwerking. Stichting ZorgSaam en Stichting Curamus willen samengaan in één juridische structuur, genaamd Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen. Het alles overstijgende doel van deze fusie is het in continuïteit organiseren en borgen van een kwalitatief goed werkende en goed bereikbare (keten)zorg, ten dienste van de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen. De ketenzorg gaat verder dan de zorgprocessen die binnen de huidige structuur van ZorgSaam en Curamus vallen. Het werken aan en behouden van een goede relatie met ketenpartners in de eerste lijn (o.a. huisartsen) en derde lijn (o.a. academische ziekenhuizen) is hierbij essentieel. Met goed op elkaar afgestemde transparante integrale zorgprocessen en uitwisseling van expertise onderling en met collega’s in de eerste, tweede en derde lijn, wil Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen een aantoonbare meerwaarde zijn voor zowel cliënt, ketenpartners als financiers.
Op basis van ervaringen elders in Nederland is het de verwachting dat er zowel kwaliteitsverbetering als efficiencywinst behaald kan worden door gebruik van één patiëntenlogistiek concept waarmee gestuurd kan worden op zowel kwalitatief als kwantitatief optimale inzet van (mensen) deskundigheid en middelen. Voor cliënten betekent dit kwaliteitstoename en een vermindering van behandelduur en wachttijden. De efficiencywinst hoeft zich overigens niet te vertalen in financieel voordeel. Het gaat erom dat procesmatig efficiënter en effectiever gewerkt wordt, waardoor op andere plaatsen in de organisatie meer aandacht besteed kan worden aan de cliënt dan wel patiënt en behandelduur en wachttijden afnemen.
II.2 Vermeld de redenen om te kiezen voor een concentratie.
Welke alternatieven zijn in beschouwing genomen? Waarom heeft de concentratie de voorkeur gekregen?
ZorgSaam en Xxxxxxx hebben de overtuiging dat de beide organisaties elkaar versterken, zowel nu als in de toekomst, waardoor uiteindelijk meer mensen betere zorg kunnen krijgen. De reeds
bestaande vormen van samenwerking tonen dit ook al aan, maar moeten worden versterkt en geborgd.
ZorgSaam Thuis- en Ouderenzorg heeft veel kennis en expertise op het gebied van ambulante geïndividualiseerde thuiszorg. Xxxxxxx heeft daarbij veel kennis en expertise op het gebied van intramurale zorg en behandeling. De samenwerking tussen de thuis- en ouderenzorg moet ertoe leiden dat op termijn nieuwe concepten worden ontwikkeld om “langer thuis te wonen” mogelijk te maken, bijvoorbeeld op het gebied van domotica. Dit is gezien de trends van vergrijzing en de verschuiving van de zorgvraag van groot belang. Hierbij is de ruime ervaring van XxxxXxxx in de thuiszorg en de kennis van Xxxxxxx op het gebied van extramuralisering ondersteunend.
Daarnaast zullen zowel zorg- als bedrijfsondersteunende processen worden geoptimaliseerd om verspilling te minimaliseren.
Om de eerdergenoemde ambities waar te maken is het zaak om de transmurale brugfunctie te verbeteren door de aansluiting tussen ziekenhuis, thuis- en ouderenzorg en andere partners te optimaliseren en daarmee de patiënt en professional zo min mogelijk hinder te laten ondervinden. Essentieel zijn hierbij aspecten als lokale maatschappelijke inbedding en draagvlak, toegankelijkheid, betaalbaarheid, ruimte voor innovatie en inventiviteit, een aantrekkelijk waardebod ten opzichte van Belgische zorgaanbieders en bestuurlijke slagkracht. Vanuit breder maatschappelijk oogpunt is ook het behoud van werkgelegenheid voor de leefbaarheid in Zeeuws- Vlaanderen zeer relevant. Daarnaast biedt de grotere omvang en diversiteit van de organisatie meer ontwikkelingsmogelijkheden voor medewerkers en daarmee neemt de aantrekkingskracht als werkgever toe.
ZorgSaam en Curamus hebben de organisatie van het primaire proces vanaf 2013 steeds meer met elkaar in lijn gebracht. Om nu nog verdergaand samen te werken en de bovenstaande doelstellingen te kunnen bereiken, is het belangrijk om eenheid van leiding over de beide organisaties te creëren. Om die reden wordt gekozen voor een juridische fusie.
II.3 Beschrijf de structuur van de organisatie, voor en na de concentratie. Voeg organogrammen toe van de oude en de nieuwe structuur.
Vanuit het uitgangspunt van maximale focus op het primaire proces en daarnaast synergie in de ondersteunende processen wordt gekozen voor twee sterke resultaat verantwoordelijke eenheden gericht op de Thuis- en Ouderenzorg en het Ziekenhuis. De eenheid-doorsnijdende zorgprocessen worden via horizontale mechanismen (gedeelde en aansluitende zorgconcepten, één patiëntenlogistiek. werkafspraken, vaste contactpunten) met elkaar en in bredere zin met ketenpartners buiten de organisatie verbonden.
Naast de twee resultaat verantwoordelijke eenheden in de zorg komt er een resultaat verantwoordelijk Dienstencentrum dat, op basis van scherpe dienstverleningsovereenkomsten, de zorg eenheden en de Stichting ondersteunt en daardoor een toegevoegde waarde levert aan de kwaliteit van de gehele Zorggroep. Het Dienstencentrum wordt in een aparte entiteit georganiseerd met als doel vermindering van kwetsbaarheid, verdere professionalisering en werken voor derden. De ambitie is om op basis van een marktconforme prijs en kwaliteit diensten te leveren aan de Zorggroep en aan andere zorgpartijen in Zeeland.
De Stichting wordt ondersteund door een hoogwaardig bedrijfsbureau. Het (beheer van het) vastgoed wordt ten behoeve van verdere professionalisering van het assetmanagement apart georganiseerd op groepsniveau.
Het Medisch Specialistisch Bedrijf is en blijft samenwerkingspartner van het Ziekenhuis.
Juridische structuur
De Zorggroep zal worden georganiseerd vanuit een stichting. De eenheden krijgen (in verband met financieel risicomanagement en het mogelijk maken van samenwerkingsvormen met aandelenparticipatie) de BV-vorm. Indien noodzakelijk kunnen ook specifieke clusters worden ondergebracht in BV’s (intra- en extramurale thuis- en ouderenzorg), maar op dit moment is dat nog niet aan de orde.
Zie bijlagen 4, 5 en 6 voor organogrammen van de beoogde structuur van de zorggroep, alsmede van de huidige structuur van ZorgSaam resp. Curamus.
Statutaire bevoegdheden
De Stichting kent twee statutaire bestuurders en voorts zijn er vijf (statutaire) directiefuncties bij drie resultaatverantwoordelijke eenheden. De RVE Dienstencentrum kent één statutair directeur. Gezien de omvang van de RVE Ziekenhuis en de RVE Thuis- en Ouderenzorg en gezien de te verwachten toekomstige samenwerkingen wordt bij die RVE’s (vooralsnog) gekozen voor twee statutair directeuren (waarvan één voorzitter). Bij de start van de Zorggroep vormen de statutair directeuren van de RVE Ziekenhuis tevens het bestuur van de Zorggroep. Afhankelijk van de ontwikkeling van de Zorggroep kan bij de evaluatie (uiterlijk na twee jaar) worden gekozen voor een andere balans.
De (statutaire) bevoegdheden op alle posities worden vastgelegd in statuten van de Stichting en de verschillende RVE’en, en de wijze van besluitvorming, inclusief de positie van de directieraad, in een formeel directiereglement (voor de verschillende entiteiten). Vaststelling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden geschiedt door de Raad van Toezicht.
Zie in bijlagen 7 t/m 11 de beoogde statuten voor de Stichting Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen, de drie RVE’en en het directiereglement.
Verantwoordelijkheden
De basis voor de verdeling van verantwoordelijkheden ligt in focus op het primair proces en dus op sterke zelfstandige uitvoerende eenheden, waardoor slagkracht en wendbaarheid binnen een groter geheel worden gewaarborgd. Het functioneren van de zorggroep als totaal is gericht op het creëren van toegevoegde waarde voor de eenheden door het toevoegen en bundelen van bestuurlijke slagkracht, onderlinge synergie en kwaliteit. De beleidsbepaling op het niveau van de Zorggroep vindt plaats met en voor de uitvoerende eenheden.
De directies cq. directeuren Thuis- en Ouderenzorg en Ziekenhuis zijn, binnen de afgesproken en vastgelegde kaders en op basis van een goedgekeurd jaarplan, verantwoordelijk voor:
• Primair proces Thuis- en Ouderenzorg respectievelijk Ziekenhuis
• Zorgkwaliteit
• Leefbaarheid en veiligheid
• Behandelmethoden
• Certificering
• Zorginnovatie
• Zorgbeleving
• Klachten
• RVE-strategie binnen het strategisch kader van de Zorggroep, Marketing, Sales en Communicatie (o.a. commerciële ontwikkeling en materiële zorgcontractering)
• Capaciteitsplanning
• Zorgzwaartebekostiging
• HRM
• Organisatie inrichting en doorontwikkeling (o.a inrichting en ontwikkeling clusters)
• Lokale inbedding en draagvlak
• Medezeggenschap (OR en CR op RVE-niveau)
• Het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten met het dienstencentrum ZZV voor benodigde ondersteunende diensten (PIOFACH )
• Vrijwilligers en Mantelzorg.
De Zorggroep is overkoepelend (eind-) verantwoordelijk voor de volgende onderwerpen:
• Bestuurlijke vertegenwoordiging en maatschappelijke inbedding
• Marktwerking en mededinging
• Strategisch Beleid op groepsniveau (vaststellen zorgprofielen, meerjarenbeleidsplan, fusies & overnames en strategische samenwerking)
• Goedkeuring jaarplannen
• Financieel Beleid (budgettaire kaders, grote investeringen, financiering/treasury, decharge jaarrekening)
• Marketing, Sales en Communicatie Beleid (o.a. formele zorgcontractering)
• HR-control en Management Development
• Informatiebeleid
• Vastgoedbeleid
• Risk- en Compliance
Directieraad
De directieraad is het integrerend mechanisme. In de directieraad vindt de beleidsvoorbereiding plaats op de onderwerpen die behoren tot de verantwoordelijkheid van de Zorggroep. Het is geen besluitvormend orgaan met een statutaire bevoegdheid. De directieraad wordt gevormd door de directeuren van de uitvoerende eenheden en een voorzitter. Uitgangspunt in het functioneren van de directieraad is collegialiteit en samenwerking gericht op het optimaal functioneren van de Zorggroep en de zorgketens. Alle leden van de directieraad zijn daarop aanspreekbaar (onderling en door de voorzitter). Onverlet het voorafgaande worden in de directieraad als volgt te onderscheiden rollen en posities ingenomen. De verschillende leden (Thuiszorg en Ouderenzorg, Ziekenhuis en Dienstencentrum) van de directieraad hebben naast hun specifieke verantwoordelijkheid voor hun uitvoerende eenheid ook een portefeuille die doorsnijdend is binnen de Zorgroep, bijvoorbeeld: Ketensturing en -ontwikkeling (o.a. transmurale brugfunctie en verbinding met 1e en 3e lijn), Ontwikkeling Vastgoed en HRM: opleiding en arbeidsmarkt. De voorzitter stuurt op samenhang en verbinding en bewaakt het evenwicht tussen de verschillende deelbelangen. Ook wordt de voorzitter door de directies van de onderdelen nauw betrokken bij de besturing van die onderdelen en kan hij vanuit zijn rol deelnemen aan de management overleggen van de uitvoerende eenheden.
De voorzitter is tevens voorzitter van het management-overleg Ziekenhuis en is lid van de directie van de eenheid Thuis- en Ouderenzorg.
De wijze van werken en samenwerken met de Raad van Bestuur is nader uitgewerkt in het directiereglement.
Raad van Bestuur
De formele besluitvorming op het niveau van de zorggroep wordt voorbereid in de directieraad en wordt formeel bekrachtigd in de Raad van Bestuur. Indien er ten aanzien van bepaalde thema’s geen sprake is van consensus in de directieraad en er een zwaarwegend verschil van inzicht is tussen de Raad van Bestuur en (één van) de directies RVE Thuis- en Ouderenzorg/ Ziekenhuis/ Dienstencentrum, wordt dit ter advies voorgelegd aan de Raad van Toezicht.
De Raad van Bestuur, in de zin van de Zorgbrede Governance Code, wordt gevormd door de twee statutaire bestuurders van de stichting Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen.
Raad van Toezicht
Het toezicht wordt, conform de Zorgbrede Governance Code, ingevuld door middel van een Raad van Toezicht op koepelstichtingniveau met in ieder geval de commissies Audit, Remuneratie en
Kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid. Bij bijeenkomsten van de commissie Kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid zijn, vanuit hun verantwoordelijkheid voor kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid in ieder geval de betreffende RVE-directeuren aanwezig, naast de voorzitter Raad van Bestuur ten behoeve van de borging van de verbinding. Een en ander verder uit te werken in reglementen, profielen, een informatieprotocol en een toezichtkader.
Andere vormen van zeggenschap
De belangrijke betrokkenheid van en de relatie met de medische staf wordt geborgd op RVE Ziekenhuis niveau. Betekenisvolle stichtingsbesluiten die het Ziekenhuis raken worden daar ook voorgelegd.
Medezeggenschap (Ondernemingsraden en Cliëntenraden) wordt, vanuit het uitgangspunt van maximale focus op het primaire proces en medezeggenschap dicht bij de werknemers (OR) en cliënten (CR), georganiseerd op RVE-niveau. Daarnaast zullen een centrale ondernemingsraad en een centrale cliëntenraad worden ingesteld voor RVE-overstijgende besluiten. De precieze invulling daarvan zal dit najaar in overleg met de gremia worden bepaald.
De cliëntenraden hebben op basis van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ) de bevoegdheid om 1 RvT-lid (bindend) voor te dragen ter benoeming.
Evaluatie en doorontwikkeling
De werkwijze en formele statuten en reglementen van Raad van Toezicht, Raad van Bestuur, Directieraad, RVE-directies en Medezeggenschap worden uiterlijk 2 jaar na aanvang geëvalueerd, en zoveel eerder als de doorontwikkeling daar aanleiding toe geeft. De belangrijkste elementen voor de evaluatie zijn:
• De integrale benadering van de zorg
• Accommodatie van samenwerkingsverbanden in netwerken en ketens
• Toegevoegde waarde van de Zorggroep
• Kracht en slagvaardigheid resultaatverantwoordelijke eenheden
• Bestuurlijke structuur c.q. bestuurbaarheid in relatie tot de strategie van de Zorggroep en de onderdelen
II.4 Beschrijf onder a t/m i de gevolgen van de concentratie voor de cliënt en het integratie-
/veranderproces met betrekking tot de zorgverlening.
a. Geef aan wat er verandert in het aanbod van zorg en welke gevolgen dit heeft voor de zorgverlening aan de cliënt.
De fusie heeft geen gevolgen voor het aanbod van zorg. De zorggroep zal na de fusie dezelfde vormen van zorg aanbieden.
b. Geef aan of zorgprocessen worden (her)ingericht en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
De fusie heeft als zodanig geen gevolgen voor de zorgprocessen.
Voor het ziekenhuis geldt dat het weliswaar organisatorisch wordt afgesplitst van de care- activiteiten, maar dat laat de zorgprocessen in het ziekenhuis onverlet. Nu Curamus geen ziekenhuiszorg levert, hoeft op dat vlak ook geen integratie plaats te vinden.
Voor de care-activiteiten geldt dat ZorgSaam en Curamus de organisatie van het primaire proces in het kader van de in 2013 beoogde fusie al steeds meer met elkaar in lijn hebben gebracht. Zij hebben daartoe in hoofdlijnen de volgende maatregelen getroffen:
- ZorgSaam en Curamus hebben voor hun activiteiten in het care-segment een gelijksoortige eerste managementlaag, die bestaat uit twee managers resp. één manager ZWO (Zorg,
Welzijn en Ondersteuning). De managers ZWO van ZorgSaam zijn ieder verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning in een eigen gemeente, te weten Sluis en Terneuzen. De manager ZWO van Curamus is verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van Xxxxxxx in Hulst, maar verricht op basis van een overeenkomst van opdracht ook gelijksoortige werkzaamheden voor ZorgSaam.
- ZorgSaam en Xxxxxxx werken beide met Resultaat Verantwoordelijke Teams, die lokaal opereren. De leidinggevenden van deze teams rapporteren aan de managers ZWO van de gemeente waarin zij actief zijn en vormen als zodanig de tweede managementlaag in beide instellingen. Als bijlage 12 wordt een gezamenlijke Notitie Resultaat Verantwoordelijke Teams VVT bijgevoegd, waarin e.e.a. nader is uitgewerkt.
Het voorgaande verklaart dat en waarom na de fusie geen integratieproces voor de eerste lijn nodig is.
Overigens zal de organisatiestructuur van de eerste lijn na de fusie wel worden aangepast, namelijk van gebiedsgericht naar productgericht. Dit is echter meer een verschuiving in takenpakket van managers dan in zorgproces. Bovendien is het een ontwikkeling die als zodanig los staat van de fusie. In het bijgevoegde fusievoorstel (bijlage 2, par. 3.2.3) is uitgewerkt hoe de nieuwe structuur zal zijn.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Onder vraag II.2 wordt aangegeven dat de zorgprocessen zullen worden geoptimaliseerd. Licht in het antwoord op vraag II.4 toe wat optimalisering inhoudt, mede gezien in het licht van uw antwoord op II.4b, waar vermeld is dat de fusie geen gevolgen heeft voor de zorgprocessen. Geef aan hoe deze optimalisering zal worden uitgevoerd.
Het uitgangspunt van de Zorggroep is dat zorg wordt gegeven zoals een professional deze dient te geven, hier verandert ook na fusie niets aan. Het leveren van zorg is een onderdeel van een proces, het zorgproces. Onafhankelijk van de fusie, maar afhankelijk van de externe factoren wordt de Zorggroep, naast het leveren van kwalitatief goede zorg, gedwongen bezig te zijn met een efficiënte bedrijfsvoering. Het optimaliseren van de huidige bedrijfsvoering is hier onderdeel van, zo ook de zorgprocessen binnen de thuis- en ouderenzorg.
Binnen de thuis- en ouderenzorg zullen de komende periode de volgende projecten worden uitgevoerd (ook als de fusie niet door zou gaan):
- Optimalisatie Cliënt- en Routeplanning in de extramurale zorg. De zorgverlening als zodanig zal hier niet door veranderen, wel zal er een nieuwe planningsmethodiek worden ingevoerd met daarbij vaste en flexibele routes om verstoringen minimaal te houden voor cliënt en medewerkers.
- Uniformeren van het Basis Diensten Rooster voor de inzet in de langdurige (verpleeghuis)zorg. Inzet van dit rooster garandeert dat altijd de juiste deskundigheid aanwezig is en in de juiste mate. De zorg als zodanig verandert niet.
- Optimalisering inzet benaderingsmethodieken. Zowel binnen de verpleeghuiszorg van Xxxxxxx als die van ZorgSaam wordt gewerkt met benaderingsmethodieken als BOM, PDL en methodieken rondom onbegrepen gedrag. Optimalisering van deze inzet betekent betere zorg voor onze cliënten.
c. Geef aan of het aantal locaties waar zorg wordt verleend wijzigt en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Het werkgebied zal niet wijzigen, noch zullen er locaties bijkomen of worden gesloten als gevolg van de fusie.
d. Geef aan welke verplaatsingen van zorgaanbod zijn voorzien en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
De fusie leidt niet tot verplaatsing van het zorgaanbod.
e. Geef aan of er wijzigingen van de schaalgrootte van de zorgverlening op de locaties worden voorzien en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
De fusie leidt niet tot wijzigingen van de schaalgrootte van de zorgverlening.
f. Beschrijf de veranderingen in de organisatie van zorgverlening.
Zoals onder b is opgemerkt, zal de organisatiestructuur van de eerste lijn in care worden aangepast van gebiedsgericht naar productgericht. In het bijgevoegde fusievoorstel (bijlage 2, par. 3.2.3) is uitgewerkt hoe de nieuwe structuur zal zijn. Dit heeft echter geen gevolgen voor de cliënt.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Licht in de aanvraag nader toe in welke mate de care-activiteiten van ZorgSaam en Curamus zullen worden geïntegreerd. In de aanvraag wordt beschreven dat de fusie 'als zodanig' geen gevolgen heeft voor de zorgprocessen. Licht in de aanvraag nader toe welke gevolgen het onderbrengen van de activiteiten van partijen in drie verschillende Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE) heeft voor zowel cliënten als personeel. Ga hierbij specifiek in op het organiseren van de RVE Thuis- en Ouderenzorg in clusters, aangepast van gebiedsgericht naar productgericht (p. 16 aanvraag onder j). Licht toe wat dit inhoudt. Beschrijf wat de effecten van deze aanpassing zijn voor de zorg aan cliënten. Ga daarnaast ook nader in op de stelling dat deze aanpassing los staat van de voorgenomen fusie.
Voor het antwoord op deze vraag willen wij u verwijzen naar de notitie “Implementatieplan Thuis- en Ouderenzorg” (toegezonden aan de NZa op 7 oktober 2016). In de notitie is beschreven in welke mate de care- activiteiten worden geïntegreerd. Zoals reeds aangegeven in het antwoord van vraag 3 [antwoord opgenomen onder II.4b] zal gekeken worden hoe de organisatie van de zorg geoptimaliseerd kan worden, de zorg en het daadwerkelijke proces van xxxxxxxxxxxxx als zodanig zal niet veranderen. In het implementatieplan zijn de uitdagingen voor de Thuis- en Ouderenzorg beschreven.
Het onderscheiden en onderbrengen van de activiteiten in drie aparte RVE’s heeft tot gevolg dat deze de sturing zullen krijgen die ze behoeven (meer focus). Directeuren worden aangesteld voor de specifieke bedrijfsonderdelen en behartigen in gelijke mate de belangen in de directieraad, onafhankelijk van omzet of positie. Het doel is dat dit moet leiden tot een cultuurontwikkeling, het creëren van een Wij-gevoel in plaats van wij-zij. Naast bovengenoemde argumentatie is de juridische aanpassing ook gemaakt in het kader van risicospreiding. Negatieve resultaten in de ene RVE kunnen de andere RVE niet beïnvloeden. Specifieke directe gevolgen voor de cliënt zullen uitblijven. De specifieke toelichting op dit punt ten aanzien van Thuis- en Ouderenzorg wordt gegeven in het implementatieplan Thuis- en Ouderenzorg.
De stelling dat de keuze voor Product Markt Combinaties los staat van de voorgenomen fusie kan als volgt worden toegelicht:
De keuze voor gebiedsgericht werken is destijds gemaakt op basis van (verwachte) ontwikkelingen in het financieringssysteem. Uitgangspunt was dat financiering van huishoudelijke hulp, begeleiding en persoonlijke verzorging allemaal door de gemeenten zouden worden gaan uitgevoerd. Daarop is de strategische keuze gemaakt het management ook naar gemeente in te delen. Daarnaast werd er met gebiedsgerichte aansturing uitgegaan van flexibiliteit als aanbieder binnen een regio.
De veranderingen in het stelsel (waarbij minder zorgvormen door gemeenten worden gefinancierd dan verwacht), met de daarbij behorende complexiteit en de behoefte aan eenduidige aansturing vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering, hebben er toe geleid dat een overgang naar Product Markt Combinaties noodzakelijk is. Dit staat dus los van een fusie.
Nadere aanvulling per 15 november n.a.v. bovenstaande vraag NZa:
Voor zover in het voorgaande ter toelichting op de integratie van de care-activiteiten van ZorgSaam en Curamus wordt verwezen naar de notitie “Implementatieplan Thuis- en Ouderenzorg” (toegezonden aan de NZa op 7 oktober 2016, bijlage 36), geldt dat daarmee wordt gedoeld op de volgende passage uit die notitie.
“Teams De voorgenomen reorganisatie van de topstructuur heeft als zodanig geen gevolgen voor de inrichting, samenstelling en organisatie van de teams en hun relatie tot de leidinggevende.
ReVeT teams blijven werken volgens de beschikbare kaders. Teams die nu niet werken als resultaatverantwoordelijke teams blijven ook bij deze reorganisatie vooralsnog buiten de scope van ReVeT.”
Dit is in lijn met de ook onder vraag II.4.b opgenomen toelichting dat en waarom na de fusie geen integratieproces voor de eerste lijn nodig is. Ter nadere toelichting daarop geldt het volgende.
Xxxxxxx levert zorg in haar woonzorgcomplexen en een zeer beperkte ring daaromheen. Die woonzorgcomplexen zijn gelegen in de verschillende woonkernen van de gemeente Hulst en in woonkern Koewacht van de gemeente Terneuzen. Buiten de eerste ring om haar woonzorgcomplexen levert Curamus dus geen (thuis)zorg. De woonzorgcomplexen van ZorgSaam zijn alle gelegen in de gemeenten Sluis en Terneuzen, maar niet in woonkern Koewacht. Anders dan Xxxxxxx verleent ZorgSaam wel thuiszorg in de wijk, ook in de gemeente Hulst, maar niet of nauwelijks in de eerste ring rond de woonzorgcomplexen van Curamus. Dit omdat mensen in de eerste ring bijna vanzelfsprekend thuiszorg van Xxxxxxx afnemen. Al met al overlappen de werkgebieden van ZorgSamen en Curamus dus niet. Dat betekent dat er ook geen reden is de teams samen te voegen. Dezelfde medewerkers kunnen in dezelfde complexen en in dezelfde wijken zorg blijven verlenen.
Als aangegeven betekent dat niet dat er niks verandert, want de gebiedsgerichte aansturing wordt losgelaten en er wordt overgestapt naar Product Markt Combinaties. Dit zijn echter veranderingen op managementniveau en niet in de eerste lijn. Hierover is in de notitie “Implementatieplan Thuis- en Ouderenzorg” o.a. het volgende opgemerkt:
“Binnen de Thuis- en Ouderenzorg van Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen is gekozen de organisatie in te richten op basis van Product Markt Combinaties, met andere woorden naar vorm van dienstverlening. Kwaliteits-overwegingen, regelgeving en financiering geven de doorslag om af te stappen van de gebiedsgerichte aansturing en over te gaan naar organiseren van de zorg in clusters. Met dit inrichtingsprincipe is ook de keuze gemaakt te werken met clustermanagers in plaats van gebiedsgerichte managers. De keuze voor de aansturing in clusters heeft ook implicaties voor de aansturing in de tweede lijn. Deze implicaties zullen echter minimaal zijn, daar de aansturing al reeds grotendeels is georganiseerd naar specialisme. Met de inrichting van clusters kan er uniform leiding gegeven worden aan het primair proces.”
g. Geef aan of andere wijzigingen worden voorzien met gevolgen voor de cliënt en welke gevolgen deze wijzigingen hebben voor de cliënt.
Er worden geen wijzigingen voorzien met gevolgen voor de cliënt.
h. Beschrijf per kwartaal de te zetten stappen om de veranderingen zoals beschreven onder a tot en met f hierboven te realiseren en welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Niet van toepassing, aangezien geen sprake is van veranderingen met gevolgen voor de cliënt.
i. Beschrijf de belangrijke risico’s die zich tijdens en na het integratie-/veranderproces kunnen voordoen en geef per risico aan op welke wijze deze risico’s zullen worden ondervangen. Geef aan welke gevolgen dit heeft voor de cliënt.
Omdat de concentratie niet tot veranderingen in de dienstverlening leidt, is ook geen sprake van risico’s voor de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Geef aan hoe de cultuurverschillen tussen ZorgSaam en Curamus zijn onderzocht. Licht ook toe hoe naar aanleiding van dit onderzoek de risico's die eventuele cultuurverschillen met zich brengen worden ondervangen.
De cultuur als zodanig is niet specifiek onderzocht in het licht van de fusie, wel is er op verschillende vlakken aandacht voor cultuur. Zowel bij medewerkers van ZorgSaam als bij medewerkers van Curamus wordt er periodiek gemonitord. Voor ZorgSaam is dit het Medewerkerskompas, voor Curamus de medewerkersmonitor. Met deze instrumenten worden diverse HRM kenmerken van medewerkers in kaart gebracht.
Hiernaast werken ZorgSaam en Curamus al vele jaren steeds intensiever samen, waarmee elkaars cultuur grotendeels bekend is bij betrokkenen (inclusief het management en RvB).
Algemeen beeld:
ZorgSaam Care is van origine een thuiszorgaanbieder en door overnames aangevuld met verzorgingshuizen. Curamus is van origine een verpleeghuiszorgaanbieder waar in de loop der jaren verzorgingshuizen en extramurale zorg is bijgekomen. Beide organisaties kunnen veel van elkaar leren, ZorgSaam van Xxxxxxx op het gebied van Verpleeghuiszorg en Curamus van ZorgSaam op het gebied van de Thuiszorg. Het is voor medewerkers nog steeds wennen wanneer de ene partij haar expertise overbrengt aan de andere partij. In den beginne zijn medewerkers soms argwanend, al wordt dit zichtbaar beter. Meer en meer ontstaan natuurlijke verbanden.
Fusie en primair proces TOZ
Qua cultuur is er met name van medewerkers werkzaam in het primair proces een goed beeld van hoe medewerkers er voor staan en hoe deze tegen een fusie aankijken. De invoering van Resultaat Verantwoordelijke Teams heeft er toe bijgedragen dat teams, leidinggevenden, management en ondersteuning op regelmatige basis met elkaar te maken hebben. Zij het in overleggen, zij het bij directe zorgverlening. Elkaar versterken is iets wat al geruime tijd gebeurt. De fusie is daardoor voor de medewerkers niets nieuws, maar meer een logisch gevolg van een goede en inmiddels lange samenwerking. De daadwerkelijke samenvoeging van de organisaties zal naar verwachting niet leiden tot verandering in cultuur (beide bedrijven blijven Zeeuws-Vlaams, met ruimte voor meer locale aspecten op de verschillende locaties).
Nadere aanvulling per 15 november n.a.v. bovenstaande vraag NZa:
In aanvulling op het voorgaande geldt dat ZorgSaam en Curamus de risico’s van eventuele cultuurverschillen als zeer laag inschatten, nu zowel in het ziekenhuis als in de thuis- en ouderenzorg geen integratieproces nodig is en dezelfde medewerkers in dezelfde complexen en in dezelfde wijken zorg kunnen blijven verlenen. Bij de veranderingen op managementniveau in de thuis- en ouderenzorg worden ook geen risico’s van cultuurverschillen voorzien, omdat de managers van beide organisaties elkaar in belangrijke mate al enige tijd kennen. Voor zover er evenwel toch risico’s van cultuurverschillen zijn, worden die ondervangen doordat ieder kwartaal per cluster bijeenkomsten zullen worden georganiseerd met steeds een afvaardiging van ieder team en de directie. De medewerkers kunnen de agenda voor die bijeenkomsten bepalen, zodat de directie door die bijeenkomsten naar verwachting een goed beeld zullen krijgen van wat er leeft in de organisatie. Aldus zullen ook consequenties van eventuele cultuurverschillen naar boven kunnen komen. Voorts worden de eventuele risico’s van cultuurverschillen ondervangen door in overleg met de vakbonden en de ondernemingsraden een goed sociaal plan en een goed overdrachtsprotocol af te spreken, zodat helderheid is over de personele consequenties.
II.5 Beschrijf het integratie-/veranderproces met betrekking tot de ondersteunende afdelingen/processen (onder meer HR, ICT, (zorg)administratie, facilitair bedrijf, financiën).
a. Beschrijf de belangrijke veranderingen die gaan plaatsvinden na de concentratie.
Zie bijlagen 13 en 6 voor organogrammen van de structuur van de huidige ondersteunende diensten van ZorgSaam en Curamus. Het voornemen is om deze ondersteunende diensten na de fusie grotendeels onder te brengen in het Dienstencentrum. Dit met uitzondering van een beperkt team dat het bedrijfsbureau zal gaan vormen en als zodanig onderdeel zal uitmaken van de stichting.
De beoogde inrichting van het Dienstencentrum is dat er vijf service-eenheden zijn en een ondersteunend team klantsupport. De vijf service-eenheden zijn:
• Inkoop en Administratie
• Personeel en organisatie
• Verblijf en service
• Huisvesting/ techniek
• Informatietechnologie (IT)
Het dienstencentrum omvat grofweg 320 FTE. Zie bijlage 14 voor een organogram van de beoogde structuur.
De beoogde inrichting van het bedrijfsbureau is dat er drie teams zijn, een directie- en ambtelijk secretariaat en een hoofd. De drie teams zijn:
• Beleid & Advies
• Control
• Communicatie (marketing) & zorgcontractering
Het bedrijfsbureau omvat grofweg 40 FTE. Zie bijlage 15 voor een organogram van de beoogde structuur.
b. Beschrijf de belangrijke keuzes die nog moeten worden gemaakt in het kader van het integratie-/veranderproces.
De vorming en inrichting van het dienstencentrum en het bedrijfsbureau zullen dit najaar nog voorwerp zijn van een adviestraject bij het Bestuur Medische Staf van ZorgSaam en bij de ondernemingsraden van beide instellingen. De definitieve keuze voor de inrichting van deze onderdelen zal worden gemaakt met inachtneming van de adviezen van deze organen.
Uitgangspunt is evenwel de inrichting zoals hierboven in hoofdlijnen is omschreven.
Overigens staat de inrichting van het dienstencentrum en het bedrijfsbureau als zodanig los van de fusie, omdat het onderdeel vormt van de interne reorganisatie die op de fusie volgt. Daarmee is het geen onderdeel van de ‘concentratie’ in de zin van artikel 49a Wmg en staat het nog moeten doorlopen van een adviestraject niet in de weg aan uw goedkeuring van de concentratie (die tot stand komt door de juridische fusie). In dit verband zij ook verwezen naar het bepaalde in artikel 49b, tweede lid, onder g, Wmg en in artikel 49c, tweede lid, Wmg, waaruit volgt dat betrokkenen voldoende voorgelicht moeten zijn over het voornemen tot concentratie en in dit geval dus over het voornemen tot fuseren.
Voorafgaand aan de fusie moet nog een tweetal belangrijke keuzes worden gemaakt met betrekking tot te gebruiken systemen. Het gaat dan om het volgende:
- De cliëntadministraties voor de thuis- en ouderenzorg zitten bij ZorgSaam en Curamus in dezelfde applicatie (NEDAP), maar in een aparte database. Onderzocht zal moeten worden op welk tempo deze databases (en daarbij behorende processen) geüniformeerd kunnen worden. Voorafgaand aan de fusie wordt hiervoor nog een haalbaarheidsstudie uitgevoerd.
- De personeels- en salarisadministratie (PSA) zit bij ZorgSaam en Curamus in twee verschillende applicaties (Curamus: SDB, ZorgSaam: Afas). Hier moet een keuze voor een van beide systemen worden gemaakt. Voorafgaand aan de fusie wordt hiervoor nog een haalbaarheidsstudie uitgevoerd.
Na de fusie moet voorts nog een tweetal belangrijke keuzes worden gemaakt met betrekking tot andere systemen. Deze keuzes worden pas na de fusie gemaakt, omdat deze applicaties eenvoudiger extracomptabel te verbinden zijn en/of complexer in een korte periode (doorlooptijd van > 6 maanden) te implementeren zijn. Het gaat dan om het volgende:
- Op de financiële administratie wordt er momenteel gewerkt met twee verschillende applicaties (Exact Globe en Exact Financials). Voorafgaand aan de fusie zal een haalbaarheidsonderzoek gestart worden met betrekking tot impact op proces en aanpalende applicaties.
- Op het gebied van inkoop en facilitair wordt ook met verschillende applicaties gewerkt (Topdesk, T-Blox en Axxerion), zodat ook hier een keuze gemaakt moet worden. Na de fusie zal hiervoor een haalbaarheidsonderzoek gestart worden.
c. Beschrijf het afwegingskader op grond waarvan de in onder b genoemde keuzes zullen worden gemaakt.
Voor de vorming en inrichting van het dienstencentrum en het bedrijfsbureau geldt dat ZorgSaam en Curamus de belangrijke keuzes over de beoogde inrichting al hebben gemaakt. Het hangt nu af van de adviezen van BMS en de beide ondernemingsraden of daar nog wijzigingen in aangebracht zullen worden. Als zodanig wordt het afwegingskader derhalve gevormd door de inhoud van de nog te verkrijgen adviezen van voornoemde organen.
Bij het afwegen van de opties tijdens de integratie van de onder II.5.B genoemde systemen is het primair proces leidend. Met dit laatste wordt de thuis- en ouderenzorg van zowel ZorgSaam als Curamus bedoeld. Beide organisatie worden tijdens de concentratie in elkaar geschoven en medewerkers worden over en weer uitgewisseld over de bestaande teams. De applicaties waarin de cliënten en medewerkers worden vastgelegd, zijn voor deze integratie van essentieel belang.
Daarom wordt bij de integratie primair gekeken naar de zorgvuldigheid van de integratie.
Naast een goede integratie van de applicaties is een volledige en juiste overgang binnen de gestelde termijn (op 01.01.2017) van belang. Zonder een volledige en juiste overgang komen de uiteindelijke administratieve verwerkingen (registratie en declaratie van zorg en verloning naar de medewerkers) in het geding waardoor er financiële risico's worden gelopen. Daarbij zal steeds de afweging zijn wat het ongemak is in het primair proces systeem om een periode met twee applicaties te werken, het (financieel) risico voor de organisatie en de verandercapaciteit van de ondersteuning.
d. Beschrijf per kwartaal de te zetten stappen om de veranderingen zoals beschreven onder a te realiseren en/of tot de keuzes te komen zoals beschreven onder b.
Voor de vorming en inrichting van het dienstencentrum en het bedrijfsbureau geldt de volgende tijdlijn:
Periode | Activiteit |
Q4-16 | Adviestrajecten bij BMS en ondernemingsraden |
Q4-16 | Definitieve beslissing over vorming en inrichting Dienstencentrum en bedrijfsbureau |
Q1-16 | Plaatsing medewerkers |
Q1-16 | Uniformering functieomschrijvingen |
Voor de integratie van de onder II.5.B genoemde systemen geldt de volgende tijdlijn, waarbij de beslissing en vervolgens implementatie vanzelfsprekend steeds volgen op afronding van de haalbaarheidsstudie:
Periode | Activiteit |
Q3-16 | Haalbaarheidsstudie applicatie (AFAS / SDB) |
Q3-16 | Haalbaarheidsonderzoek applicatie NEDAP |
Q3-16 | Haalbaarheidsonderzoek Exact Globe / Exact Financials |
Q1-17 | Haalbaarheidsstudie voor inkoopsynchronisatie (T-blox / axxerion) |
e. Beschrijf de belangrijke risico’s die zich tijdens en na het integratie-/veranderproces kunnen voordoen en geef per risico aan op welke wijze deze risico’s zullen worden ondervangen.
Voor het nog te doorlopen adviestraject met betrekking tot de vorming en inrichting van het dienstencentrum bestaat een risico dat negatieve adviezen worden afgegeven. ZorgSaam en Xxxxxxx schatten dit risico in als beperkt, maar als het zich onverhoopt verwezenlijkt, zullen zij naar bevind van zaken handelen. ZorgSaam en Curamus zullen dit risico onder meer proberen te ondervangen door in overleg met de vakbonden en de ondernemingsraden een goed sociaal plan en een goed overdrachtsprotocol af te spreken, zodat helderheid is over de personele consequenties. Het overleg hierover staat gepland voor 22 september a.s. Verder zullen ZorgSaam en Curamus het risico op negatieve adviezen proberen te ondervangen door blijvend open met de adviesorganen te communiceren.
Ten aanzien van de integratie op IT-gebied geldt dat er op dat vlak al een aantal jaren goed wordt samengewerkt door gebruik te maken van dezelfde infrastructuur en hetzelfde platform waarop gewerkt wordt. Iedere medewerker logt daardoor in op hetzelfde platform en kan gebruik maken van veelal dezelfde applicaties. Tevens is voor zowel Xxxxxxx als ZorgSaam een frontoffice ingericht waar gebruikers vragen kunnen stellen. Ook dit werkt al enkele jaren naar tevredenheid van beide partners. Afstemming over ontwikkelingen op het gebied van IT worden besproken tussen de beide Raden van Bestuur en zijn hierdoor altijd door beide organisaties gedragen. In het kader van de reeds bestaande samenwerking was het ook het streven om op applicatieniveau te gaan standaardiseren. Door de concentratie wordt dit proces vereenvoudigd. Gelet hierop zijn de
risico’s van de concentratie op IT-gebied beperkt.
Bij de personele integratie worden ook geen grote risico’s voorzien, aangezien er over en weer veel bekendheid is met de manier van werken binnen de beide organisaties. Bovendien is de insteek van de concentratie het verbeteren van de ketensamenwerking in Zeeuws-Vlaanderen en is deze niet ingestoken als bezuiniging. Er is onder het personeel dan ook geen onrust over de concentratie dan wel wijziging van arbeidsvoorwaarden. Voor zover er wel risico’s zouden zijn, worden die ondervangen doordat per vakgebied koppels worden geformeerd die vanuit de beide organisaties de integraties begeleiden. Aldus wordt kennis en ervaring vanuit beide organisaties ingebracht.
Waar nodig zullen die koppels ook aandacht hebben voor eventuele cultuurverschillen. Voorts worden de risico’s ondervangen door in overleg met de vakbonden en de ondernemingsraden een goed sociaal plan en een goed overdrachtsprotocol af te spreken, zodat helderheid is over de personele consequenties. Het overleg hierover staat gepland voor 22 september a.s.
Een risico dat bij de concentratie wel ontstaat, is vertrek van ondersteunend personeel als gevolg van extra reisbewegingen. Medewerkers zullen door het beter aansluiten op het werkproces soms van plaats van tewerkstelling moeten veranderen. In het nog af te spreken sociaal plan wordt hier rekening mee gehouden, maar specifieke kennis kan hierdoor vertrekken. De beide instellingen schatten dit risico echter in als beperkt omdat de reisafstand maximaal vijftig kilometer enkele reis bedraagt en het aantal mensen dat zal moeten bewegen ook overzichtelijk is.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
In het antwoord op vraag II.5c geeft u aan dat zonder een volledige en juiste overgang op / voor 1 januari 2017 er financiële risico's worden gelopen. Deze risico's worden niet bij II.5e genoemd. Hoe worden deze risico's ondervangen?
In paragraaf II.5c wordt ten onrechte de nadruk gelegd op financiële risico’s, hetgeen bedoeld wordt is het mogelijke financiële voordeel dat wordt behaald wanneer systemen eerder worden geïntegreerd. Te denken valt aan licentiekosten en applicatiebeheer. De belangrijkste softwarepakketten waar het hier over gaat zijn:
- Nedap (elektronisch cliëntendossier) Dit dossier wordt door ZorgSaam en Curamus gezamenlijk ontwikkeld, met een gezamenlijke implementatie die momenteel gaande is.
- AFAS-SDB (personeelsinformatiesysteem): Er is voor gekozen het huidige personeelsinformatiesyteem van ZorgSaam (AFAS) voor de volledige zorggroep te gaan gebruiken. De uitdaging is de personeelsgegevens van Curamus op een verantwoorde manier in het over te zetten.
- Exact (financiële administratie). Zowel ZorgSaam als Xxxxxxx werken met exact. Wel gaat dit om en andere versie. De risico’s van gescheiden zijn beperkt, de financiële gegevens kunnen op een verantwoorde manier achteraf gekoppeld worden.
Al deze dossiers worden projectmatig aangepakt voor zorgvuldige en correcte overgang.
II.6 Beschrijf de verwachte financiële gevolgen van de voorgenomen concentratie voor de betrokken zorgaanbieders na de concentratie.
Zie bijlagen 16 t/m 19 voor financiële meerjarenprognoses voor de verschillende onderdelen van de zorggroep. In het als bijlage 2 bijgevoegde fusievoorstel worden deze nader toegelicht.
Samengevat blijkt daaruit dat de volgende financiële beleidsdoelstellingen van de fusie grotendeels worden gehaald:
• ZorgSaam Ziekenhuis: tot en met 2017 een financieel resultaat van 4% van de opbrengsten. Na 2017 minimaal 1,5%.
• Thuis- en Ouderenzorg zorggroep Zeeuws-Vlaanderen: een financieel resultaat van minimaal 1% van de opbrengsten.
• De stichting Zorggroep en het Dienstencentrum dienen kostendekkend te werken.
• De ‘debt service coverage ratio’(DSCR) bedraagt minimaal 1,5.
• Het eigen vermogen van de Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen bedraagt minimaal 19% van de omzet.
De verwachte voorbereidings- en integratiekosten van de fusie worden geschat op €[…] over de periode 2016-2021 (zie in bijlage 20). De kosten die gemaakt worden voor de integratie bestaan op de korte termijn voornamelijk uit begeleiding, inhuur en communicatiekosten en op de langere termijn uit uniformeringskosten in o.a. applicaties, cao-effecten. De totale voordelen uit synergie worden geschat op € […] over de periode 2016-2021. Voordelen zullen, naast de kwalitatieve effecten, ontstaan in het ontdubbelen van applicaties, uniformering van processen, het behalen van inkoopvoordeel en besparingen op het gebied van huisvesting. Per saldo is de cumulatieve marge in 2019 positief.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
De financiële prognose is gebaseerd op concept cijfers 2015. Is er inmiddels een definitieve jaarrekening en definitieve prognose vastgesteld over 2015?
De jaarrekeningen 2015 van ZorgSaam en van Curamus zijn definitief. ZorgSaam heeft deze gepubliceerd op 31 mei 2016 en Curamus op 7 juni 2016. Beide zijn gedeponeerd op en toegankelijk via xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Het geprognotiseerde beeld van de eindejaarssituatie 2016 is inmiddels dat zowel XxxxXxxx (+ circa […].) als Curamus (+ circa […]) boven de begroting 2016 uitkomen.
II.7 Waar blijken de verwachte financiële gevolgen uit, zoals beschreven bij randnummer
II.6 (meerdere antwoorden mogelijk)?
☒ Prognose van de balans (bijvoegen).
☒ Prognose van de winst en verliesrekeningen (bijvoegen).
☒ Analyse synergievoordelen (bijvoegen).
☒ Integratiekosten (bijvoegen).
☐ Businessplan (bijvoegen).
☐ Begroting van de organisatie na concentratie (bijvoegen).
☒ Prognose van de financiële ratio’s (bijvoegen).
☒ Xxxxxx, namelijk: Staat van herkomst en besteding van middelen (bijvoegen).
II.8 Beschrijf de wijze waarop de cliënten, personeel en andere stakeholders zijn betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Geef aan of, en zo ja, in welke mate, de medezeggenschapsorganen gebruik hebben kunnen maken van externe adviseurs.
Alle medezeggenschapsorganen kunnen, zoals bij alle complexere adviesaanvragen, een beroep doen op externe adviseurs. De ondernemingsraden hebben hier ook actief gebruik van gemaakt. Dit beroep heeft bestaan uit het verschillende malen consulteren van een adviseur/jurist naast het in de periodieke training van het medezeggenschapsorgaan voorbereiden van deze adviesaanvraag. In de periodieke trainingen laten de respectievelijke adviesorganen zich bij staan door een externe trainer om als orgaan te ontwikkelen in het medezeggenschapswerk, mede aan de hand van actuele dossiers.
a. Beschrijf de wijze waarop cliënten zijn betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen. Voeg de adviesaanvragen, de adviezen, reacties op de adviezen en andere relevante documenten als bijlagen toe aan dit formulier.
Bij brieven van 18 mei 2016 hebben XxxxXxxx en Xxxxxxx hun cliëntenraden conform artikel 3, lid 1, sub b, Xxxx verzocht om te adviseren over het volgende:
a) Het voornemen om een nieuwe onderneming te vormen die de naam Zorggroep Zeeuws- Vlaanderen krijgt;
b) Het voornemen om de stichting Curamus en de stichting ZorgSaam op te laten gaan in de nieuw op te richten stichting Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen.
c) Het voornemen om stichting ZZV onder het bestuur te plaatsen van een tweehoofdige Raad van Bestuur;
d) Het voornemen om de Raad van Bestuur onder toezicht te plaatsen van een Raad van Toezicht, samengesteld uit de huidige Raad van Toezicht van stichting ZorgSaam aangevuld met twee leden van de Raad van Toezicht van Xxxxxxx;
e) Het voornemen om respectievelijk de Thuis- en Ouderenzorg en het Ziekenhuis onder te brengen in 2 afzonderlijke vennootschappen (“Resultaat Verantwoordelijke Eenheden”, hierna: “ RVE’s”)
f) Het voornemen om het bestuur over deze RVE’s op te dragen aan door de stichting ZZV te benoemen statutair directeuren;
g) Het voornemen om de het cluster bedrijfsondersteuning aangevuld met de staf-afdelingen van ZorgSaam en het facilitair bedrijf en de staf van Curamus (met uitzondering van team welzijn) onder te brengen in een afzonderlijke RVE, die zal fungeren als Dienstencentrum
h) Het voornemen om vanuit de onder g genoemde groepen in de RVE’s Ziekenhuis en Thuis- en Ouderenzorg een Bedrijfsbureau te positioneren waarin opgenomen:
• Directiesecretaris
• Directiesecretariaat
• Business Controller
• Beleidsmedewerkers Kwaliteit & Veiligheid
De omvang van het bedrijfsbureau is naar verwachting 5 FTE.
Naast bovengenoemde deskundigheden wordt de afdeling marketing en sales voor de thuis-en ouderenzorg bij aanvang geplaatst in het bedrijfsonderdeel Thuis- en Ouderenzorg. Gezien de voorliggende ontwikkelopdracht, bestaat de mogelijkheid op termijn een centrale zorggroepbrede afdeling Marketing & Sales te realiseren.
i) Het voornemen om vanuit de onder g genoemde groepen een bestuursbureau in de zorggroep te formeren met een omvang van ca. 10 fte, voor de volgende taken:
• Ondersteuning Raad van Bestuur en Directieraad
• Compliance & Legal (onder andere mededinging en gegevensbescherming)
• Strategische HR
• Financieel beleid en control
• Treasury beleid
• Risicomanagement
• Marktonderzoek
• Ketensamenwerking, keteninnovatie en ketenlogistiek
• Klachtenafhandeling
• Assetmanagement vastgoed
j) Het voornemen om de RVE Thuis- en Ouderenzorg te gaan organiseren in clusters die zijn gebaseerd op het principe van product-marktcombinaties, daar waar tot op heden gekozen is voor een ordening naar gebiedsindeling (pagina 22 en volgende);
Voorwaardelijk, te weten onder de voorwaarde dat advies is verleend ten aanzien van de hierboven vermelde organisatiewijzingen:
k) Het voornemen om […] te benoemen als statutair bestuurders van de Zorggroep Zeeuws- Vlaanderen.
l) Het voornemen om […] te benoemen als statutair directeuren van de BV Ziekenhuis.
m) Het voornemen om […] te benoemen als statutair directeuren van de BV Thuis- en Ouderenzorg
n) Het voornemen om […] te benoemen als statutair directeur van de BV Dienstencentrum Kernachtig samengevat is de correspondentie met de cliëntenraden vervolgens als volgt verlopen:
Op 24 mei heeft Xxxxxxx haar adviesaanvraag nader toegelicht aan het Dagelijks Bestuur van haar cliëntenraden. Bij brief van 26 mei 2016 heeft het Dagelijks Bestuur vervolgens positief geadviseerd over de voorgenomen fusie, met de kanttekening dat zij nog duidelijkheid wilde over de financiële positie van ZorgSaam en dat een negatief oordeel over die positie een ontbindende voorwaarde voor haar advies kon zijn. In reactie daarop heeft Xxxxxxx het Dagelijks Bestuur de uitkomst van een due diligence-onderzoek gestuurd. Naar aanleiding daarvan heeft het Dagelijks Bestuur Curamus op 10 juli geïnformeerd dat zij op basis van de financiële positie van ZorgSaam niet anders kon dan negatief adviseren over de voorgenomen fusie. In reactie daarop heeft Xxxxxxx het Dagelijks Bestuur een notitie gestuurd waarin de plannen worden toegelicht om de financiële positie van XxxxXxxx te verbeteren. Die notitie is op 18 augustus met het Dagelijks bestuur besproken. Op basis daarvan heeft het Dagelijks Bestuur Curamus bij brief van 15 september geïnformeerd dat haar advies over de fusie alsnog positief is. Zie voor de correspondentie in meer detail bijlage 21, waarin de correspondentie met het Dagelijks Bestuur van de cliëntenraden van Xxxxxxx is opgenomen.
Op 13, 24 en 27 juni heeft ZorgSaam haar adviesaanvraag nader toegelicht aan haar cliëntenraad. Bij brief van 30 juni heeft de cliëntenraad vervolgens aangegeven negatief over de fusie te adviseren, tenzij er per 1 januari 2017 slechts één centrale cliëntenraad zou zijn. Verder verzocht zij om de statuten en informatie met betrekking tot het due diligence onderzoek. In reactie daarop heeft XxxxXxxx aangegeven dat er, anders dan aanvankelijk beoogd, een centrale cliëntenraad zal worden ingericht. Voorts heeft XxxxXxxx de gevraagde stukken verstrekt, waarop de cliëntenraad bij brief van 26 juli 2016 haar reactie heeft gegeven. Bij brief van 29 juli heeft de cliëntenraad vervolgens positief geadviseerd over de fusie, mits tegemoet wordt gekomen aan haar standpunt met betrekking tot de centrale cliëntenraad en haar opmerkingen over de fusiedocumenten. Zie voor de correspondentie in meer detail bijlage 22, waarin de correspondentie met de cliëntenraad van ZorgSaam is opgenomen.
Op 24 augustus hebben ZorgSaam en Curamus in een gezamenlijk overleg met hun cliëntenraden gesproken over de inrichting van te vormen centrale cliëntenraad. In dat overleg bleek enkel nog discussie te bestaan over de vraag of er naast de centrale cliëntenraad nog cliëntenraden per RVE moeten komen. De cliëntenraad van ZorgSaam wil dat niet, terwijl de cliëntenraad van Xxxxxxx en de beide raden van bestuur dat wel willen. Bij brief van 16 september, opgenomen in de bovengenoemde correspondentie, hebben beide instellingen hun cliëntenraden geïnformeerd dat er cliëntenraden per RVE zullen komen.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Hoe kan het dat de cliëntenraad van ZorgSaam in zijn advies over de fusie aangeeft niet over cruciale stukken te beschikken?
Een aantal stukken (due dilligence en concept statuten) was bij de eerste adviesaanvraag niet gereed. Deze zijn gaande het traject nagestuurd en hebben hierbij het eerste advies van de CR gekruist. In de latere correspondentie heeft de CR van ZorgSaam alsnog aangegeven wat deze informatie betekende en welke conclusies zij daaraan verbond ten aanzien van de fusie. Deze correspondentie is meegestuurd met de aanvraag.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Neem de geactualiseerde stand van zaken met betrekking tot de betrokkenheid van de medezeggenschapsorganen in de aanvraag op.
De cliëntenraad van ZorgSaam heeft bij brief van 3 oktober in reactie op de laatste brief van XxxxXxxx van 16 september schriftelijk te kennen gegeven dat zij haar negatieve advies handhaaft (zie bijlage 37) De cliëntenraad blijft bij haar voorstel om met één centrale cliëntenraad te werken en is gegriefd door de suggestie van ZorgSaam dat zij dat voorstel niet zou hebben onderbouwd. Verder wijst zij op de opmerkingen die zij heeft gemaakt bij de statuten.
ZorgSaam heeft bij brief van 18 oktober gereageerd op de brief van de cliëntenraad voor wat de statuten betreft (zie bijlage 38).
ZorgSaam en Curamus hebben op 7 oktober gesproken met de voorzitters van hun cliëntenraden en daarbij de eerder al ingeslagen weg voortgezet, inhoudende dat zij in gezamenlijkheid aan de nieuwe inrichting vorm willen geven. Complicerende factor daarbij is dat de beide cliëntenraden niet op één lijn zitten als het gaat om de inrichting van de medezeggenschap na fusie, zodat uiteindelijk één van beide cliëntenraden noodzakelijkerwijs teleurgesteld zal worden. Op dit moment lijkt dat de cliëntenraad van ZorgSaam te worden. In het kader van de onderhavige aanvraag is van belang te onderkennen het mogelijk niet tegemoet komen aan de wensen van de cliëntenraad van ZorgSaam onverlet laat dat zij veelvuldig is (en nog zal worden) geïnformeerd over en betrokken bij het inrichtingsproces, dat alle betrokken partijen wel positief tegenover de fusie staan en dat de inrichting van de medezeggenschap geen verband houdt met de zorg aan cliënten en als zodanig dus ook geen onderdeel hoeft te vormen van de fusie-effectrapportage. Zie verder de op 7 oktober toegezonden bijlagen 35a t/m c voor een concept verslag van het overleg van 7 oktober en voor een notitie over het verdere inrichtingsproces, zoals toegezonden aan de cliëntenraden op 14 oktober (zie bijlage 39).
Nadere aanvulling per 14 december n.a.v. bovenstaande vraag NZa:
Op 27 oktober heeft de cliëntenraad van Curamus aangegeven dat de voorgelegde adviesaanvragen en implementatieplannen geen aanleiding geven haar eerdere positieve advies over de fusie te herzien (zie bijlage 47a).
Op 14 november heeft de cliëntenraad van ZorgSaam aangegeven dat de meeste van haar bezwaren zijn weggenomen en dat zij unaniem heeft besloten het eerdere voorwaardelijk negatief advies in te trekken en positief te adviseren over de voorgenomen fusie.
b. Beschrijf de wijze waarop het personeel is betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen. Voeg adviesaanvragen, de adviezen, reacties op de adviezen en andere relevante documenten als bijlage toe aan dit formulier.
Bij brieven van 18 mei 2016 hebben ZorgSaam en Curamus hun ondernemingsraden conform artikel 25, lid 1, sub b, Xxx verzocht om te adviseren over de punten a t/n als voornoemd.
Kernachtig samengevat is de correspondentie met de ondernemingsraden vervolgens als volgt verlopen:
Op 23 mei, 20 juni en 4 juli heeft Curamus haar adviesaanvraag nader toegelicht aan haar ondernemingsraad. Op 12 juli heeft de ondernemingsraad vervolgens aangegeven de meerwaarde van de fusie te zien, maar nog vragen en opmerkingen te hebben bij met name de personele consequenties, de medezeggenschap en de financiële positie van ZorgSaam. Bij brief van 8 augustus heeft Xxxxxxx daarop inhoudelijk gereageerd en daarbij ondersteund dat de ondernemingsraad aansluit bij het nog te voeren overleg met de vakbonden over de personele consequenties, aangegeven dat zij graag in overleg treedt over de inrichting van de medezeggenschap en een notitie toegestuurd over de financiële positie van ZorgSaam. Bij brief van 15 september heeft de ondernemingsraad Curamus vervolgens positief geadviseerd over het voorgenomen besluit tot fusie. Zie voor de correspondentie in meer detail bijlage 23, waarin de correspondentie met de ondernemingsraad van Curamus is opgenomen.
Op 16 juni 2016 heeft ZorgSaam haar adviesaanvraag nader toegelicht aan haar ondernemingsraad. Op 4 juli heeft de OR vervolgens aangegeven positief tegenover de fusie te staan, maar overall negatief te adviseren vanwege met name het beoogde besturingsmodel, het ontbreken van zicht op de personele consequenties en de medezeggenschap. Verder heeft de OR in overleg met ZorgSaam haar advies ten aanzien van het dienstencentrum opgeschort, omdat daarvoor nog een nadere adviesaanvraag volgt. Bij brief van 2 augustus heeft XxxxXxxx daarop inhoudelijk gereageerd, waarbij ze onder meer heeft aangegeven het advies als opgeschort te beschouwen tot het overleg met de vakbonden is afgerond en heeft toegelicht dat en waarom zij het beoogde besturingsmodel handhaaft. Bij brief van 23 augustus heeft de ondernemingsraad vervolgens bevestigd dat haar advies over de personele consequenties is opgeschort tot na het overleg met de vakbonden (dat staat gepland voor 22 september) en benoemd dat haar advies in de tussentijd noodzakelijkerwijs negatief is. Bij brief van 6 september heeft de ondernemingsraad aangegeven dat zij positief adviseert over de voorgelegde statuten en het voorgelegde directiereglement. Zie voor de correspondentie in meer detail bijlage 24, waarin de correspondentie met de ondernemingsraad van ZorgSaam is opgenomen.
Beide instellingen zijn van mening dat het feit dat nog overleg met de vakbonden moet plaatsvinden over het sociaal plan en het overdrachtsprotocol, onverlet laat dat de ondernemingsraden tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte te zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen en/of aanbevelingen hierover kenbaar worden gemaakt. Bovendien hebben beide instellingen de aanbevelingen van de ondernemingsraden over de personele gevolgen overtuigend en beargumenteerd in de besluitvorming meegewogen door toe te zeggen in overleg met de vakbonden een sociaal plan en een overdrachtsprotocol op te stellen. Het feit dat nog overleg met de vakbonden moet plaatsvinden, hoeft daarom volgens beide instellingen niet in de weg te staan aan het verlenen van uw goedkeuring.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Waarom is er voor gekozen om, zoals de OR ZorgSaam op pagina 7 van zijn advies van 4 juli 2016 beschrijft, "versneld een voorgenomen besluit tot fusie in te zetten en pas daarna de uitwerking in beeld te brengen"?
Anders dan deze woordkeuze van de OR ZorgSaam wellicht suggereert, hebben de beide raden van bestuur niet een voorgenomen besluit tot fusie genomen voordat zij een uitwerking van de door hen beoogde organisatie hadden gemaakt. De beide raden van bestuur hebben het voorgenomen besluit genomen op basis van het als bijlage 2 bij de aanvraag gevoegde fusievoorstel, wat een vergaande uitwerking van de beoogde organisatie omvat. ZorgSaam begrijpt de woorden van haar OR zo dat zij doelt op de ten tijde van haar advies nog uit te werken inrichting van het dienstencentrum en het bedrijfsbureau. ZorgSaam had begin 2016 reeds het voornemen (en een
concreet plan) de ondersteunende diensten te reorganiseren als onderdeel van het reorganisatieplan ziekenhuis. Halverwege het adviestraject hierover kreeg het fusievoornemen vastere vormen en heeft de OR de RvB gevraagd de reorganisatie van de ondersteunende diensten samen te voegen met de integratie van de ondersteunende diensten. Dit vroeg een aanvullende analyse waarmee de inrichting van de ondersteunende diensten niet integraal in het fusievoornemen kon worden opgenomen (zonder de fusiedatum van 1 januari in gevaar te brengen). Dit is destijds met de OR afgestemd en akkoord bevonden.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Neem de geactualiseerde stand van zaken met betrekking tot de betrokkenheid van de medezeggenschapsorganen in de aanvraag op.
Op 22 september hebben Zorgsaam en Xxxxxxx een constructief overleg met de vakbonden gehad, in aanwezigheid van (een afvaardiging van) hun beide ondernemingsraden. Daarin is gebleken dat men het in grote lijnen eens is over het Sociaal Plan en het Overdrachtsprotocol. Op dit moment vindt nog afstemming plaats over de laatste punten. Op 20 oktober staat een nieuw overleg met de vakbonden gepland, waarbij het streven is om dan tot definitieve afstemming te komen.
Aansluitend op het overleg met de vakbonden hebben ZorgSaam en Curamus gesproken met (een afvaardiging van) hun beide ondernemingsraden over het proces van verdere inrichting van de medezeggenschap na fusie. Zie de op 7 oktober toegezonden bijlagen 34a t/m c voor een concept verslag van het overleg van 22 september en voor een notitie over het verdere inrichtingsproces, zoals toegezonden aan de ondernemingsraden op 14 oktober (zie bijlage 40).
Het fusie-implementatieplan voor de thuis- en ouderenzorg en de adviesaanvragen voor vorming en inrichting van het Dienstencentrum en het Bedrijfsbureau zijn gereed en inmiddels ter informatie respectievelijk als uitvoeringsbesluit aan de ondernemingsraden voorgelegd (zie de op 7 oktober toegezonden concepten in bijlagen 32a t/m c, 33 a t/m c en 36a en b, alsmede de uiteindelijk verzonden stukken in bijlagen 41, 42 en 43).
Nadere aanvulling per 14 december n.a.v. bovenstaande vraag NZa:
Op 30 oktober heeft de ondernemingsraad van Xxxxxxx aangegeven dat de voorgelegde adviesaanvragen en implementatieplannen geen aanleiding geven haar eerdere positieve advies over de fusie te herzien (zie bijlage 47b).
Op 18 november heeft ZorgSaam een overleg gehad met (het dagelijks bestuur van) de ondernemingsraad van ZorgSaam. Daarin is in de eerste plaats gesproken over de ervaringen in het fusietraject in het algemeen en de beleving daarvan. Hoewel de ondernemingsraad op momenten in het adviestraject druk heeft ervaren, hebben beide partijen geconcludeerd dat het verloop van het proces zorgvuldig is geweest. Het gesprek als zodanig is van beide kanten ook als positief ervaren, waarbij de conclusie was dat goede afspraken voor de toekomst moeten worden gemaakt en gedane zaken moeten worden losgelaten. In dat kader is onder meer afgesproken dat het trainingsprogramma van de ondernemingsraad komend jaar gedeeltelijk gezamenlijk zal worden ingevuld met het oog op het thema samenwerking RvB-OR.
In het overleg met de OR van ZorgSaam zijn verder de adviesaanvragen voor het dienstencentrum en het bedrijfsbureau aan de orde geweest. Daarbij heeft de OR zorgen geuit over de communicatie over implementatie en impact voor medewerkers van het dienstencentrum. In reactie hierop heeft ZorgSaam toegezegd de medewerkers actiever te betrekken rondom de veranderingen in het dienstencentrum. Als aftrap hiervoor is op 13 december een bijeenkomst geweest voor alle medewerkers van het dienstencentrum om hen persoonlijk te vertellen wat de veranderingen rondom het dienstencentrum betekenen en vragen te beantwoorden. Voor het overige heeft de OR aangegeven met enkele aandachtspunten of verbetervoorstellen te zullen komen. De OR heeft die aandachtspunten en verbetervoorstellen inmiddels verwerkt in een zogenoemd algemeen advies en ZorgSaam is daarmee aan de slag.
Ten slotte is inmiddels definitieve overeenstemming bereikt met de vakbonden over het sociaal plan en het sociaal overdrachtsplan.
c. Geef aan welke andere stakeholders bij de concentratie zijn betrokken, vermeld hierbij ook de contactgegevens.
Andere stakeholders bij de voorgenomen fusie zijn:
CZ zorgkantoor: […] (zorginkoper Verpleging en Verzorging) Postbus 5310
5004 EC Tilburg
0113 – 274529 | […]
[…]
CZ zorgverzekeraar: […] (manager xxxxxxxxxx V&V-Zvw) Postbus 5310
5004 EC Tilburg
013 – 5949640
[…]
CZ Zorgverzekeraar: […] (zorginkoper, sector Medisch Specialistische Zorg) CZ kantoor Goes
Xxxxxxxxxxxxxx 00
4461 HS GOES
0113 - 274524
[…]
Zilveren Kruis: […] (Zorginkoper Regio Zuidwest Nederland) Postbus 444
2300 AK LEIDEN
[…]
[…]
Gemeente Hulst: […] (ambtenaar afdeling samenleving) Postbus 49
4560 AA Hulst
0114 – 389331
[…]
Gemeente Terneuzen: […] (ambtenaar afdeling samenleving) Postbus 35
4530 AA Terneuzen
0115 - 445 000 (alg.nummer)
[…]
Gemeente Sluis: […]
Postbus 27
4500 AA Oostburg
0117 - 457151
[…]
ING-bank (bank ZorgSaam): […] (Credit & Trading Risk) Bijlmerdreef 98
1102 CT Amsterdam
020 - 6523110 | […]
[…]
Rabobank Zeeuws-Vlaanderen (bank Curamus): […]
Xxxxxxxxxxx 0
4531 GM Terneuzen
0115 - 678500
Bestuur Medische Staf: […] (voorzitter) p/a ZorgSaam Zeeuws-Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx 0
4535 PA TERNEUZEN
0115 - 688527
[…]
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Neem in het aanvraagformulier de betrokkenheid van het Waarborgfonds voor de zorg (WfZ) als stakeholder op en licht toe hoe het WfZ betrokken is bij de voorgenomen fusie.
Waarborgfonds voor de Zorgsector: […]
Xxxxxxx 0
2315 GA Utrecht
030 – 2739607
[…]
d. Beschrijf de wijze waarop de bij c genoemde stakeholders zijn betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen. Voeg de correspondentie, gespreksverslagen, et cetera, toe aan dit formulier.
Bij brieven van 18 mei hebben ZorgSaam en Curamus de bovengenoemde stakeholders geïnformeerd over hun fusievoornemen.
Gemeenten:
Bij brief van 9 augustus hebben de gemeenten Terneuzen en Sluis gezamenlijk laten weten de fusie te steunen, mits de te vormen zorggroep blijft kijken naar wat van belang is voor de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen. Daarbij gaat het de gemeenten om goede zorg met een goede ketensamenwerking, alsmede om het betrekken van diensten en producten uit de streek. Zie voor de correspondentie bijlage 25.
Bij brief van 7 september heeft de gemeente Hulst aangegeven de fusie als toegevoegde waarde te zien om het aanbod en de kwaliteit van zorg op niveau te houden. De gemeente heeft daarbij de aanbevelingen gedaan om ketensamenwerking te borgen, kleinschalige zorgvoorzieningen in de woonkernen te behouden en in de raad van toezicht vertegenwoordiging vanuit de Zeeuws- Vlaamse regio te verzorgen. Zie voor de correspondentie bijlage 26.
Zorgverzekeraars:
CZ heeft geen schriftelijke reactie gestuurd op de brief van 18 mei. Naar aanleiding van een telefonische toelichting op 18 mei hebben zowel een contactpersoon van het zorgkantoor als een zorginkoper aan Xxxxxxx aangegeven dit een goede stap te vinden. Ook de bestuurders van ZorgSaam hebben in hun regelmatige contacten met de verschillende geledingen van CZ steeds vernomen dat CZ positief t.o.v. de fusie staat. Zie voor de brief aan CZ bijlage 27. Zie voor een korte weergave van de reacties op de telefonische toelichting bijlage 28, dat een door Curamus bijgehouden overzicht van reacties op haar belronde van 18 mei bevat.
Banken:
Op 15 juli heeft een delegatie van ZorgSaam met vertegenwoordigers van ING gesproken. Een verslag van dat gesprek is bijgevoegd als bijlage 29, samen met de brief aan ING. De aanwezigen namens ING waren een medewerker en leidinggevende van Xxxxxxxxx Xxxxxx” ([…]) en een medewerker en leidinggevende van relatiebeheer ([…]). In aan dit overleg voorafgaande gesprekken hebben deze heren ZorgSaam mondeling aangegeven dat zij de fusie met Curamus begrijpen en voor ZorgSaam een stap voorwaarts vinden. Dat staat als zodanig niet in het verslag, maar aan de eerdere gesprekken wordt wel gerefereerd. Verder blijk impliciet uit het verslag dat
ING positief t.o.v. de fusie staat, bijvoorbeeld doordat ING een voorstel doet voor een financieringsaanvraag gebaseerd op de situatie na de fusie en rekening houdend met de beoogde constructie (zie punt 8). Overigens zijn de contacten met ING met name gericht geweest op het normaliseren van de verhoudingen. Uit het bijgevoegde verslag blijkt dat hierin op 15 juli een doorbraak is bereikt. […]
Rabobank, de huisbankier van Curamus, is op 18 mei mondeling geïnformeerd over de voorgenomen fusie. Uit het als bijlage 28 opgenomen overzicht van reacties op het fusievoornemen blijkt dat de reactie van Rabobank positief was. Rabobank heeft aangegeven het een logische stap te vinden, met een heldere opzet en mooi perspectief.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
In bijlage 29, correspondentie met ING, spreekt ING van 3 punten die voor hen belangrijk zijn. Kunt u aangeven wat de huidige status is omtrent deze 3 punten?
- De ING bank heeft inzage gekregen in het DD-onderzoeksrapport, (na ondertekening van een geheimhoudingsverklaring). Op basis van het verkregen extra inzicht in de financiële stand van zaken van beide fusiepartners is vastgesteld dat fusie-organisatie financiële ratio's heeft die (ruim) voldoende zijn voor de ING. Daarmee is ook het punt loan to value van Curamus ook afgedaan.
[…]- Inzake de timing van de financieringsaanvraag is op dinsdag 4 oktober jl. tussen ING-bank en ZorgSaam door […] (relatiebeheerder ING) en […] afgesproken dat XxxxXxxx begin december een financieringsaanvraag doet. ING heeft daarmee in de maand december voldoende tijd om
e.e.a. technisch te regelen qua rekeningnummers en tenaamstelling betreffende entiteiten etc.. De huidige leningen zullen moeten worden omgezet.
[einde aanvulling]
Medisch specialisten:
Van belang om vooraf op te merken is dat de medisch specialisten van ZorgSaam al naar gelang de hun arbeidsrelatie met Zorgsaam zijn verenigd in de Coöperatie Vrijgevestigde Medisch Specialisten (CVMS) en de Vereniging Medisch Specialisten in Dienstverband (VMSD). Daarnaast zijn alle medisch specialisten lid van de (nu nog informele) vereniging medische staf. Het bestuur van die vereniging wordt gevormd door het Bestuur Medische Staf (BMS), die bestaat uit afgevaardigden van zowel de CVMS als de VMSD. XxxxXxxx heeft haar adviesaanvraag gestuurd aan het BMS en ter informatie tevens aan de CVMS en de VMSD.
Bij brief van 25 mei 2016 heeft de CVMS gereageerd op het fusievoorstel. Daarbij heeft zij gevraagd aan te geven wat de juridische consequenties van de fusieplannen zijn voor haar samenwerkingsovereenkomst met ZorgSaam en hoe de inbreng van de coöperatie in belangrijke strategische en beleidsbepalende onderwerpen wordt geborgd. Bij brief van 22 juni 2016 het BMS mede namens de CVMS en de VMSD verzocht om antwoord op de vraag van de CVMS. Bij brief van 5 juli heeft XxxxXxxx dat antwoord aan het BMS, de CVMS en de VMSD gestuurd. Op basis daarvan heeft het BMS ZorgSaam bij brief van 12 juli bericht dat de medische staf geen bezwaar heeft tegen de voorgenomen fusie en de beoogde structuur. Daarbij heeft zij wel enkele kanttekeningen geplaatst bij de inrichting van de ondersteunende diensten. Bij brief van 30 augustus heeft ZorgSaam op die brief gereageerd met een voorstel om de positie van de vertegenwoordigende organisaties van medisch specialisten te borgen en met het bericht dat het BMS zal worden betrokken in de adviesaanvraag voor de vorming van het dienstencentrum en het bedrijfsbureau. Zie voor de correspondentie in meer detail bijlage 30.
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Neem de geactualiseerde stand van zaken met betrekking tot de betrokkenheid van de medezeggenschapsorganen in de aanvraag op.
De adviesaanvragen voor vorming en inrichting van het Dienstencentrum en het Bedrijfsbureau zijn gereed en inmiddels aan het BMS voorgelegd (zie de op 7 oktober toegezonden concepten in bijlagen 32a t/m c en 33 a t/m c , alsmede de uiteindelijk verzonden stukken in bijlagen 44 en 45 ).
Aanvulling per 17 oktober n.a.v. volgende vraag NZa:
Neem in het aanvraagformulier de betrokkenheid van het Waarborgfonds voor de zorg (WfZ) als stakeholder op en licht toe hoe het WfZ betrokken is bij de voorgenomen fusie.
In de periode februari '16 - mei '16 is het WfZ telefonisch op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen aangaande de fusie voornemens van ZorgSaam en Curamus. Dit mede vanwege een koerswijziging t.o.v. van eerdere plannen waarbij sprake zou zijn dat het Care-deel van ZorgSaam zou worden afgesplitst en er daarna een fusie van het afgesplitste Care deel met Curamus zou plaatsvinden. Voor het WfZ is dit mede van belang ter bepaling van het aantal WfZ- deelnemers dat de voornemens zouden betreffen inclusief de daarbij behorende beoordelingen.
Vastgesteld is dat met de fusie het WfZ één deelnemer minder krijgt. De fusie-organisatie inclusief onderliggende BV's zal door het WfZ als één geheel worden beschouwd. Tot aan fusiedatum zijn ZorgSaam en Curamus voor het WfZ zelfstandige deelnemers.
- Het WfZ is op 18 mei schriftelijk geïnformeerd (zie bijlage 46). Hen is het fusieplan d.d. 17 mei toegezonden. Voorts heeft er op 18 mei een bestuurlijk gesprek plaatsgevonden tussen ZorgSaam en het WfZ waarbij het WfZ e.e.a. mondeling is toegelicht. Vanuit ZorgSaam zij betrokken de heren […] (vz RvB) en H[…] (clustermanager bedrijfsondersteuning ZorgSaam, tevens gemachtigd woordvoerder namens Xxxxxxx richting WfZ), vanuit het WfZ […] (plaatsvervangend dir. WfZ) en […].
- In de zomermaanden is het WfZ telefonisch op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen inzake het fusie proces, de verstrekte Due Dilligence opdracht aan EY. Per mail is en wordt het WfZ maandelijks op de hoogte gehouden van de financiële ontwikkelingen.
- Op 16 september heeft een vervolg gesprek tussen WfZ en ZorgSaam plaatsgevonden. Het WfZ is uitvoerig geïnformeerd en mondeling op de hoogte gebracht van de stand van zaken. In dit overleg is onder andere gesproken over de financiële posities van beide organisaties, de businesscase van de fusie, de governance van de nieuwe zorggroep, stand van zaken besluitvorming en externe trajecten en de verdere tijdsplanning. Tevens is er afstemming geweest over de timing van WfZ-beoordeling en de daarvoor benodigde informatie. Afgesproken is dat onze cijfers (alleen ZorgSaam) over 8 maanden door een accountant worden beoordeeld. Dit door onze huisaccountant uit te voeren proces is inmiddels opgestart. Mede op basis van deze bevindingen/uitkomsten van de accountant, de financiële maandrapportages, etc. pakt het WfZ de financiële beoordeling op. Het WfZ hecht belang aan zoveel mogelijk onderbouwing dat het financiële herstel van ZorgSaam duurzaam is. Onze maandrapportages tonen maandelijks aan dat we onze begroting overtreffen en ook dit jaar op een substantiële winst over 2016 afkoersen.
- Momenteel vindt er redelijk frequent telefonische afstemming plaats tussen het WfZ en ZorgSaam/Curamus ([…]) alles gericht op het tijdig kunnen afhandelen van de WfZ beoordeling. Laatste telefonisch overleg was van woensdag 5 oktober. Naast het financiële aspect speelt voor het WfZ uiteraard ook de structuur van de fusie organisatie en de bijbehorende statuten van de stichting en overige entiteiten. Op dit moment vindt de WfZ- beoordeling van de (concept) statuten van de fusie-stichting en de onderliggende BV's plaats.
ONDERDEEL III – Cruciale zorg
Door de beantwoording van de vragen in dit onderdeel kan de NZa beoordelen of de continuïteit van de cruciale zorg met de voorgenomen concentratie in gevaar komt.
III.1 Geef aan welke vormen van cruciale zorg door de betrokken organisaties worden aangeboden.
☒ ambulancezorg
☒ spoedeisende hulp
☒ acute verloskunde
☐ crisisopvang geestelijke gezondheidszorg
☒ Wlz-zorg
☐ geen cruciale zorg
III.2 Beschrijf, indien de betrokken organisaties ambulancezorg aanbieden, de verandering bij ambulancezorg van spreiding en capaciteit per locatie en geef aan of de ambulancezorg na de concentratie binnen de daarvoor geldende normen blijft. Motiveer uw antwoord met onder andere een reistijdenanalyse.
De fusie brengt geen veranderingen in de ambulancezorg met zich mee. Op dat vlak hoeft ook geen integratie plaats te vinden, nu Curamus geen ambulancezorg aanbiedt.
III.3 Beschrijf, indien de betrokken organisaties spoedeisende hulp (SEH) aanbieden, de verandering bij SEH van spreiding en capaciteit per locatie en geef aan of de SEH na de concentratie binnen de daarvoor geldende normen blijft. Motiveer uw antwoord met onder andere een reistijdenanalyse.
De fusie brengt geen veranderingen in de SEH met zich mee. Op dat vlak hoeft ook geen integratie plaats te vinden, nu Curamus geen SEH aanbiedt.
III.4 Beschrijf, indien de betrokken organisaties acute verloskunde aanbieden, de verandering bij acute verloskunde van spreiding en capaciteit per locatie en geef aan of de acute verloskunde na de concentratie binnen de daarvoor geldende normen blijft. Motiveer uw antwoord met onder andere een reistijdenanalyse.
De fusie brengt geen veranderingen in de acute verloskunde met zich mee. Op dat vlak hoeft ook geen integratie plaats te vinden, nu Curamus geen acute verloskunde aanbiedt.
III.5 Indien de betrokken organisaties crisisopvang geestelijke gezondheidszorg aanbieden, geef dan aan wat na de concentratie regionaal wordt vastgelegd met betrekking tot de borging van de geestelijke gezondheidszorg in crisissituaties.
N.v.t.
III.6 Geef aan, indien de betrokken organisaties Wlz-zorg aanbieden, welke gevolgen de concentratie heeft voor de sociale context van de Wlz-zorg.
De concentratie leidt niet tot verandering in de sociale context van de Wlz-zorg. ZorgSaam en Curamus zetten hun activiteiten na de fusie op dezelfde wijze voort.
ONDERDEEL IV – Overige informatie en bijlagen
IV.1 Welke overige informatie die hiervoor nog niet is genoemd, is voor de NZa relevant voor de beoordeling?
ZorgSaam en Curamus hebben aan de ACM de vraag voorgelegd of de voorgenomen fusie bij haar nog moet worden gemeld, gelet op het feit dat zij hun eerdere fusievoornemen in 2013 al hebben gemeld. Bij fax van 3 juni heeft de ACM beide instellingen laten weten dat dat niet hoeft, waarbij de ACM heeft aangegeven ervan uit te gaan dat de fusie uiterlijk per 1 januari 2017 wordt geëffectueerd. Deze fax is als bijlage 31 bijgevoegd. Om iedere verdere discussie met de ACM te vermijden, hechten beide instellingen sterk aan het halen van de beoogde fusiedatum van 1 januari. Met het oog daarop verzoeken zij u vriendelijk, maar dringend om de onderhavige aanvraag met de benodigde voortvarendheid te behandelen.
IV.2 Geef een genummerde opsomming van de bijlagen die aan dit formulier zijn toegevoegd.
1. Schriftelijke machtigingen en uittreksels handelsregister Stichting ZorgSaam Zeeuws- Vlaanderen en Stichting Curamus
2. Fusievoorstel ZorgSaam en Curamus
3. Voorgenomen besluiten raden van bestuur en raden van toezicht
4. Organogram beoogde structuur ZorgGroep Zeeuws-Vlaanderen
5. Organogram huidige structuur ZorgSaam
6. Organogram huidige structuur Curamus
7. Concept statuten Stichting Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen
8. Concept statuten B.V. Ziekenhuis
9. Concept statuten B.V. Thuis- en ouderenzorg
10. Concept statuten B.V. Dienstencentrum
11. Concept Directiereglement
12. Notitie Resultaat Verantwoordelijke Teams VVT
13. Organogram huidige structuur ondersteunende diensten ZorgSaam
14. Organogram beoogde structuur Dienstencentrum
15. Organogram beoogde structuur Bedrijfsbureau
16. Financiële meerjarenprognose Stichting Zorggroep Zeeuws-Vlaanderen
17. Financiële meerjarenprognose B.V. Ziekenhuis
18. Financiële meerjarenprognose B.V. Thuis- en ouderenzorg
19. Financiële meerjarenprognose B.V. Dienstencentrum
20. Overzicht Integratiekosten en synergievoordelen
21. Adviesaanvraag en daaropvolgende correspondentie met dagelijks bestuur cliëntenraden Curamus over fusievoornemen
22. Adviesaanvraag en daaropvolgende correspondentie met cliëntenraad ZorgSaam over fusievoornemen
23. Adviesaanvraag en daaropvolgende correspondentie met ondernemingsraad Curamus over fusievoornemen
24. Adviesaanvraag en daaropvolgende correspondentie met ondernemingsraad ZorgSaam over fusievoornemen
25. Correspondentie met gemeenten Terneuzen en Sluis over fusievoornemen
26. Correspondentie met gemeente Hulst over fusievoornemen
27. Correspondentie met zorgverzekeraar/zorgkantoor CZ over fusievoornemen
28. Reacties n.a.v. bellijst voorgenomen besluit tot fusie d.d. 18 mei 2017
29. Correspondentie met ING over fusievoornemen
30. Correspondentie met BMS over fusievoornemen
31. Fax ACM d.d. 3 juni 2016
Aanvulling n.a.v. vragen NZa:
32. Concept adviesaanvraag uitvoeringsbesluit dienstencentrum (B32a t/m c)
33. Concept adviesaanvraag uitvoeringsbesluit bedrijfsbureau (B33a t/m c)
34. Beschrijving proces naar medezeggenschapsstructuur medewerkers en concept verslag van overleg met beide ondernemingsraden (B34a t/m c)
35. Beschrijving proces naar medezeggenschapsstructuur cliënten en concept verslag van overleg met beide cliëntenraden (B35a t/mc)
36. Implementatieplan Thuis- en ouderenzorg (B36a en b)
37. Brief cliëntenraad ZorgSaam d.d. 3 oktober 2016
38. Brief Raad van Bestuur ZorgSaam aan cliëntenraad ZorgSaam d.d. 18 oktober 2016
39. Brief aan cliëntenraad ZorgSaam met beschrijving proces naar nieuwe inrichting medezeggenschap
40. Brief aan ondernemingsraad ZorgSaam met beschrijving proces naar nieuwe inrichting medezeggenschap
41. Brief aan ondernemingsraad ZorgSaam met implementatieplan thuis- en ouderenzorg
42. Adviesaanvraag OR ZorgSaam inrichting Dienstencentrum
43. Adviesaanvraag OR ZorgSaam inrichting Bedrijfsbureau
44. Adviesaanvraag BMS ZorgSaam inrichting Dienstencentrum
45. Adviesaanvraag BMS ZorgSaam inrichting Bedrijfsbureau
46. Brief aan Waarborgfonds voor de zorgsector d.d. 18 mei 2016
47. Verklaringen ondernemingsraad en cliëntenraad Curamus
IV.3 Geef aan welke van de onder IV.2 genoemde bijlagen verstrekt zijn aan de ondernemingsraden, cliëntenraden en/of overige stakeholders van de betrokken organisaties voordat zij hun oordelen en aanbevelingen hebben kunnen geven.
De bijlagen 2 t/m 11, 13 en 16 t/m 20 zijn alle verstrekt aan de ondernemingsraden, de cliëntenraden en het BMS.
Aan ING zijn de bijlagen 2 t/m 6, 13 en 16 t/m 20 verstrekt.
CZ, de gemeenten en Rabobank zijn enkel geïnformeerd over het fusievoornemen. Zij hebben geen van de bijlagen ontvangen.
Aanvulling n.a.v. vragen NZa:
De bijlagen 32 en 33 zijn (d.m.v. bijlagen 42 t/m 45) verstrekt aan de ondernemingsraden en het BMS.
De bijlagen 34 en 36 zijn (d.m.v. bijlagen 40 en 41) verstrekt aan de ondernemingsraden. Bijlage 35 is (d.m.v. bijlage 39) verstrekt aan de cliëntenraden.