Artikel 1 - Definities
Algemene voorwaarden
Artikel 1 - Definities
In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
Startdatum van de opvang: De overeengekomen datum waarop de kinderopvang start. Ingangsdatum: De datum waarop de overeenkomst is aangegaan/getekend.
Kindercentrum: De voorziening waar kinderopvang plaatsvindt
Kinderopvang: Het bedrijfsmatig opvangen, verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de vierde verjaardag, de dag waarop het voortgezet onderwijs voor de kinderen begint.
Dagopvang: Kinderopvang verzorgd door een kindercentrum voor kinderen tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.
Geschillencommissie: De geschillencommissie kinderopvang
Ondernemer: Natuurlijke of rechtspersoon die een kindercentrum exploiteert.
Oudercommissie: Advies- en overlegorgaan ingesteld door de ondernemer, bestaande uit een vertegenwoordiging van ouders van de geplaatste kinderen.
Overeenkomst: De overeenkomst van de kinderopvang tussen de ouder en de ondernemer. Partijen: De ondernemer en de ouder.
Schriftelijk: Onder schriftelijk wordt ook ‘elektronisch’ verstaan, tenzij de wet zich daartegen verzet.
Artikel 2 – Toepasselijkheid
1. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op de totstandkoming en uitvoering van de overeenkomst.
2. De overeenkomst wordt gesloten tussen de ondernemer en de ouder.
Artikel 3 – Aanmelding
1. De ouder meldt zich via een inschrijfformulier aan bij de ondernemer als geïnteresseerde voor dagopvang voor zijn kind(eren) voor een bepaalde tijdsduur.
2. Op het inschrijfformulier geeft de ouder aan of hij ermee instemt dat het in artikel 4 bedoelde aanbod en/of de Algemene Voorwaarden eventueel elektronisch aan hem worden verstrekt.
3. De ondernemer bevestigt schriftelijk de ontvangst van de aanmelding.
4. Op de aanmelding zijn de inschrijfvoorwaarden van de ondernemer van toepassing.
5. De aanmelding verplicht noch de ouder noch de ondernemer tot het aangaan van
een overeenkomst. De aanmelding moet slechts worden gezien als het verzoek van de ouder aan de ondernemer om een aanbod te doen met betrekking tot een overeenkomst tot het verlenen van Kinderopvang.
6. Na ontvangst van de aanmelding kan de ondernemer de ouder direct een aanbod doen. Het is ook mogelijk dat de ondernemer de ouder op een wachtlijst plaatst.
7. Bij plaatsing op een wachtlijst stelt de ondernemer de ouder hiervan schriftelijk in kennis. Zodra een ouder in verband met zijn rang op de wachtlijst daarvoor in aanmerking komt, zal de ondernemer de ouder alsnog een aanbod als bedoeld in artikel 4 doen.
Artikel 4 – De overeenkomst
1. De overeenkomst komt tot stand op het moment dat de ondernemer een exemplaar van het aanbod, voorzien van de handtekening van de ouder, retour ontvangen heeft. Hiermee aanvaardt de ouder het door de ondernemer gedane aanbod.
2. De datum waarop het ondertekende aanbod door de ondernemer is ontvangen, is de ingangsdatum van de overeenkomst.
3. Binnen het kader van de overeenkomst komt de ondernemer de vrijheid toe de kinderopvang naar eigen inzicht in te vullen.
Artikel 5 – Annulering
1. De ouder heeft het recht de overeenkomst te annuleren vanaf de ingangsdatum tot de startdatum van de opvang.
2. De ouder is voor annulering kosten verschuldigd. Indien de annulering gebeurt meer dan 2 maanden voor de startdatum zijn de annuleringskosten €150. Indien de annulering binnen 2 maanden vóór aanvang van de opvang is dan is Kikeboo genoodzaakt een maand opvang bij u in rekening te brengen.
3. De hoogte van de annuleringskosten bedraagt nooit meer dan de verschuldigde betaling over de voor de ouder geldende opzegtermijn als bedoeld in artikel 7 lid 4 sub a.
Artikel 6 – Duur en verlenging van de overeenkomst
1. De overeenkomst wordt aangegaan voor maximaal de vierde verjaardag van het kind.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen partijen een kortere duur overeenkomen van maximaal één jaar.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen partijen schriftelijk overeenkomen dat er sprake is van verlenging van de overeenkomst na het vierde jaar.
4. Na afloop van de overeenkomst die conform lid 2 is aangegaan voor een kortere duur dan de maximale termijn, kunnen partijen de overeenkomst verlengen. Verlenging vindt niet stilzwijgend plaats.
Artikel 7 – Einde van de overeenkomst
1. De overeenkomst eindigt van rechtswege door het verstrijken van de in de overeenkomst opgenomen termijn.
2. Daarnaast eindigt de overeenkomst door (tussentijdse) opzegging door één van partijen.
3. De ondernemer is slechts bevoegd de overeenkomst op te zeggen op grond van een
zwaarwegende reden. Als zwaarwegende redenen worden in ieder geval aangemerkt:
a) De situatie dat de ouder gedurende één maand in verzuim is ten aanzien van zijn betalingsverplichting. Deze beëindiging van de overeenkomst ontslaat de ouder niet van zijn verplichting tot betaling.
b) Voortduring van situatie als genoemd in artikel 9 lid 2 sub a en c;
c) De situatie genoemd in artikel 9 lid 2 sub b;
d) De omstandigheid dat de ondernemer vanwege een niet aan hem toerekenbare oorzaak langdurig of blijvend niet meer in staat is de overeenkomst uit te voeren;
e) Een bedrijfseconomische noodzaak die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengt.
4. Indien ondernemen haar verplichtingen uit de overeenkomst met de afnemer niet of slechts gedeeltelijk kan nakomen als gevolg van overmacht, is ondernemer gerechtigd de uitvoering van de overeenkomst op te schorten voor de duur der overmacht, zonder dat ondernemer schadeplichtig is.
a). Indien de overmachttoestand twee maanden heeft geduurd, hebben beide partijen het recht de overeenkomst door een schriftelijke verklaring buitengerechtelijk geheel of gedeeltelijk te ontbinden, zonder dat ondernemer schadeplichtig is, ook niet in het geval dat ondernemer als gevolg van de overmacht enig voordeel mocht hebben.
b). Onder overmacht wordt te dezen verstaan iedere omstandigheid buiten de macht van ondernemer al of niet voorzienbaar, waardoor de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk wordt verhinderd of zodanig bemoeilijkt dat deze redelijkerwijs niet van ondernemer gevergd kan worden en deze daardoor niet toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van de overeenkomst. Onder de hiervoor bedoelde feiten en omstandigheden zullen onder andere begrepen zijn stakingen, algemene vervoersproblemen en het optreden van besmettelijke ziekten onder de kinderen.
c). Indien ondernemer bij het intreden van de overmacht al gedeeltelijk aan haar verplichtingen heeft voldaan of slechts gedeeltelijk aan de verplichtingen heeft kunnen voldoen, is ondernemer gerechtigd hetgeen zij reeds hebben uitgevoerd afzonderlijk aan afnemer in rekening te brengen. Afnemer is alsdan gehouden hetgeen in rekening is gebracht te voldoen als betrof het een afzonderlijke overeenkomst.
5. Opzegging vindt plaats door middel van een aan de andere partij gerichte gemotiveerde schriftelijke verklaring en
a) met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, in geval van opzegging door de ouder;
b) met inachtneming van een redelijke termijn, welke minimaal één maand bedraagt, in geval van opzegging door de ondernemer;
c) met onmiddellijke ingang in geval van opzegging door de ondernemer op grond van artikel 7 lid 3 onder a.
6. Gedurende de opzegtermijn duurt de betalingsverplichting van de ouder voort. De opzegtermijn gaat in op de datum waarop de ouder of de ondernemer de verklaring van opzegging heeft ontvangen. De verklaring wordt geacht te zijn ontvangen op de datum van het poststempel op de opzeggingsbrief, of op de datum waarop de elektronische verklaring is verstuurd, tenzij in de verklaring een latere datum is genoemd.
7. Anders dan door het verstrijken van de overeengekomen termijn en anders dan door opzegging, eindigt de overeenkomst met onmiddellijke ingang in geval van overlijden van het kind.
Artikel 8 – Plaatsingsgesprek
1. De ondernemer nodigt de ouder op de startdatum uit voor een kennismakingsgesprek.
2. In dit gesprek komt het volgende aan de orde:
a. De voor de kinderopvang benodigde specifieke gegevens van de ouder en zijn kind;
b. De aanvang en duur van de wenperiode;
c. De algemene of tijdelijke aandachtspunten en bijzonderheden voor de specifieke opvang van het kind (dagritme, voeding, ziekte, medicatie, ontwikkeling en dergelijke);
d. De individuele wensen van de ouder en dat daarmee rekening gehouden wordt voor zover dit redelijk mogelijk is;
e. De wijze van communicatie;
f. Het maken van uitstapjes;
g. Het maken van foto’s en/of video’s van het kind;
h. De wettelijke aansprakelijkheid van de ouder voor schade veroorzaakt door zijn kind.
3. De ondernemer bevestigt de tijdens het kennismakingsgesprek gemaakte afspraken schriftelijk aan de ouder.
Artikel 9- Toegankelijkheid
1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen ondernemer en ouder.
2. De ondernemer heeft het recht het kind en/of de ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat:
a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is;
b. Het kind en/of de ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de ondernemer mag worden verwacht;
c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert.
3. Ingeval de ondernemer het kind en/of de ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de ondernemer met de ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle partijen acceptabele oplossing voor de situatie.
4. Indien de ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 9 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. Tijdens de verkorte procedure mag de ondernemer de plaats niet opzeggen en blijft voor de ouder de verplichting in stand om te betalen voor de opvang.
Artikel 10 – Wederzijdse verplichtingen
1. Partijen dragen samen zorg voor een adequate informatie-uitwisseling over het kind.
2. Partijen dragen de verantwoordelijkheid voor het kind op de volgende wijze aan elkaar over:
a. de ouder is bij het brengen verantwoordelijk voor het kind en de ondernemer bij het ophalen, tot het moment dat partijen er redelijkerwijs van uit mogen gaan dat de overdracht van verantwoordelijkheid daadwerkelijk heeft plaats gevonden.
3. De ondernemer en consument zijn verplicht in het geval dat het kind voor langere tijd op de kinderopvang afwezig is in overleg te treden over het beschikbaar houden van de opvangplaats.
Artikel 11 – Verplichtingen van de ondernemer
1. De ondernemer is op grond van de overeenkomst gehouden om kinderopvang te leveren onder de overeengekomen voorwaarden.
2. De ondernemer staat er voor in dat:
a) De kinderopvang die onder zijn verantwoordelijkheid plaatsvindt:
- overeenstemt met de geldende wet- en regelgeving;
- verricht wordt overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap en met gebruikmaking van deugdelijk materiaal;
b) Een kindercentrum dat onder zijn verantwoordelijkheid valt, geschikt is voor een verantwoorde opvang van kinderen, zowel wat betreft personele als materiële voorzieningen. Een nadere regeling van de wijze waarop de ondernemer voldoet aan zijn verplichtingen genoemd in artikel 11 lid 1 is vastgelegd in bijlage 1. Deze bijlage maakt integraal onderdeel uit van deze Algemene Voorwaarden.
c) De ondernemer houdt rekening met de individuele wensen van de ouder voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is.
Artikel 12 – Verplichtingen van de ouder
1. De ouder meldt bijzonderheden van medische aard of in de ontwikkeling van het kind reeds bij de aanmelding.
2. De ouder draagt zorg dat de ondernemer beschikt over alle gegevens die van belang zijn voor de bereikbaarheid van de ouder.
3. De ouder houdt zich aan de geldende regels.
4. De ouder onthoudt zich van enige gedraging die de uitvoering van de overeenkomst van de zijde van de ondernemer verzwaart en draagt zorg dat zijn kind zich hiervan ook onthoudt.
5. De ouder brengt en haalt het kind op tijd en draagt zorg voor de nakoming van deze verplichting door anderen die het kind namens hem brengen en halen.
6. De ondernemer legt de bevoegdheid van anderen dan de ouders om het kind van de kinderopvang te halen schriftelijk vast indien de ouder daarom verzoekt.
7. De ouder betaalt de ondernemer conform de daarover gemaakte afspraken en binnen de betalingstermijn, althans draagt hiervoor de verantwoordelijkheid.
8. In het geval dat de ouder de aangeboden plek(ken) die met de ondernemer zijn overeengekomen niet daadwerkelijk benut, is desondanks het volledig overeengekomen bedrag voor deze plek verschuldigd.
Artikel 13 – Wijzigingen van de overeenkomst
1. De ondernemer heeft het recht om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Zwaarwegende redenen zijn in ieder geval wijziging van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen.
2. Wijzigingen van de overeenkomst kondigt de ondernemer tijdig van te voren aan, met een termijn die minimaal één maand bedraagt.
3. In het geval dat de wijziging van de overeenkomst leidt tot een wezenlijke wijziging van de te verlenen kinderopvang, dan heeft de ouder de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden met ingang van de dag waarop de wijziging in werking treedt.
Artikel 14 – De prijs en wijziging van de prijs
1. De prijs die de ouder voor de kinderopvang moet betalen wordt vooraf overeengekomen.
2. De ondernemer is bevoegd om de overeengekomen prijs na drie maanden na de ingangsdatum aan te passen, waaronder te verhogen. De ondernemer kondigt een dergelijke prijswijzigingen van te voren aan. De prijswijziging gaat niet eerder in dan één kalendermaand, vermeerderd met één week na de aankondiging.
Artikel 15 – De betaling / niet-tijdige betaling
1. De ouder verleent aan de ondernemer volmacht de kosten voor de kinderopvang per doorlopende machtiging van zijn bank/girorekening af te schrijven.
2. De ouder is verantwoordelijke voor tijdige betaling aan de ondernemer, dan wel voor voldoende saldo op zijn bank/girorekening op de maandelijkse datum van de machtiging. De factuur wordt kosteloos verstrekt.
3. Indien een ouder betaalt aan een door de ondernemer aangewezen derde geldt dit voor de ouder als bevrijdende betaling. De aanwijzing door de ouder van een derde die voor het doen van betalingen dient zorg te dragen, staat niet aan de aansprakelijkheid van de ouder voor (tijdige) betaling in de weg. Een eventuele betaling door een derde voor de ouder geldt wel als een bevrijdende betaling door die ouder.
4. Bij gebreke van volledige en tijdige betaling is de ouder van rechtswege in verzuim.
5. De ondernemer zendt na het verstrijken van de betalingsdatum een schriftelijke betalingsherinnering en geeft de ouder de gelegenheid, om zo spoedig mogelijk, maar binnen 14 dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering alsnog te betalen. Verder waarschuwt de ondernemer de ouder in deze betalingsherinnering voor de opzeggingsbevoegdheid van de ondernemer op grond van artikel 7 lid 3 sub a. Deze betalingsherinnering moet minimaal 14 dagen vóór de datum waarop die bevoegdheid ontstaat zijn verzonden.
6. Als na het verstrijken van de termijn genoemd in de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, brengt de ondernemer rente in rekening vanaf het verstrijken van de in de factuur genoemde uiterste betalingsdatum. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente.
7. Door de ondernemer gemaakte buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld van de ouder af te dwingen, kunnen aan de ouder in rekening worden gebracht. De hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten is onderworpen aan wettelijke grenzen.
8. Een gedane betaling strekt in de eerste plaats ter voldoening van de verschuldigde kosten en rente en vervolgens ter voldoening van de oudst openstaande schulden.
Artikel 16 – Toepasselijk recht en bevoegde rechter
1. Nederlands recht is van toepassing op de overeenkomst.
2. De bevoegde Nederlandse rechter is bevoegd te oordelen over de overeenkomst, niet tegenstaande de bevoegdheid van de Geschillencommissie, zoals bedoeld in artikel 18 om van een in dat artikel genoemd geschil kennis te nemen.
Artikel 17 – Klachtenprocedure
1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten schriftelijk, volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij de ondernemer én tijdig, doch uiterlijk binnen twee maanden nadat de ouder de gebreken heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren. De ouder moet de klacht indienen binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek in prestatie heeft ontdekt of redelijkerwijze had behoren te ontdekken, waarbij een klacht binnen een termijn van twee maanden na ontdekking tijdig is.
2. De ondernemer behandelt de klacht overeenkomstig haar interne klachtenprocedure. Bij het opstellen of wijzigen van deze procedure heeft de oudercommissie adviesrecht conform het bepaalde in de Wet Kinderopvang.
3. Indien de klacht niet in der minne kan worden opgelost ontstaat een geschil dat vatbaar is voor de geschillenregeling van artikel 18
Artikel 18 – Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang
1. de ouder/oudercommissie dient de klacht eerst bij de ondernemer in te dienen.
2. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de ouder/oudercommissie de klacht bij de ondernemer indiende, schriftelijk of in een ander door de Commissie te bepalen vorm bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen (hierna: geschillencommissie) aanhangig worden gemaakt.
3. Geschillen kunnen zowel door de ouder/oudercommissie als door de ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
4. Wanneer de ouder/oudercommissie een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de ondernemer een geschil aanhangig wil maken, moet hij de ouder/oudercommissie schriftelijk of in een andere passende vorm vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de gewone rechter aanhangig te maken.
5. De geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil door de Geschillencommissie is een vergoeding verschuldigd.
6. Uitsluitend de hierboven genoemde Geschillencommissie dan wel de gewone rechter is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
Artikel 19 – Nakominggarantie
1. De Brancheorganisatie Kinderopvang staat volgens de nadere regeling nakominggarantie (bijlage 2) garant voor de nakoming van de bindende adviezen van de Geschillencommissie Kinderopvang, die betrekking hebben op geschillen met een bij hen aangesloten ondernemer, tenzij deze het bindend advies binnen twee maanden na verzending daarvan ter toetsing voorlegt aan de rechter en het vonnis, waarbij de rechter het bindend advies onverbindend verklaart, in kracht van gewijsde gegaan is.
2. Deze nakominggarantie van Brancheorganisatie Kinderopvang geldt alleen voor uitspraken jegens haar leden.
Artikel 20 – Verzekeringen
Kikeboo heeft voor de in haar kinderdagverblijf verblijvende kinderen een collectieve ongevallen verzekering afgesloten, welke bij overlijden maximaal €5000,- uitkeert en bij blijvende gehele invaliditeit maximaal €25.000,- uitkeert. Tevens heeft Kikeboo een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. De aansprakelijkheid van Kikeboo is nadrukkelijk beperkt tot het bedrag dat uit hoofde van haar bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering wordt uitgekeerd
Artikel 21 – Aanvullingen
1. Individuele aanvullingen dan wel uitbreidingen van deze Algemene Voorwaarden, moeten schriftelijk tussen de ondernemer en de ouder overeengekomen worden.
Bijlage 1: Xxxxxx regeling van de verplichtingen van de ondernemer uit artikel 11 van de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang.
De Ondernemer voldoet aan zijn verplichtingen genoemd in artikel 11 lid 2 door er onder meer voor zorg te dragen dat de onderneming beschikt over:
1. Een pedagogisch beleidsplan dat de kenmerkende wijze van omgang met kinderen en hun ouders omschrijft;
2. Reglementen/stukken die het beleid weergeven met betrekking tot hygiëne, veiligheid, kindermishandeling, medisch handelen, ziekte en privacy;
3. Een reglement dat het functioneren van de oudercommissie regelt;
4. Een reglement dat de klachtenprocedure regelt;
5. Een overzicht van, dan wel informatie over, de volgende elementen van de kinderopvang:
a. soort opvang, mogelijkheden voor flexibele opvang en eventuele extra diensten;
b. informatie aangaande de groep, de getalsverhouding tussen groepsleiding en het aantal
kinderen per leeftijdscategorie, en de beschikbare ruimte;
c. informatie-uitwisseling, vorm en frequentie, waaronder het aantal oudergesprekken dat in
principe per jaar plaatsvindt;
d. de te verstrekken voeding;
e. mogelijkheden voor het maken van specifieke afspraken over ontwikkeling, verzorging en
voeding;
f. openingstijden en -dagen en eventueel verplichte minimumafname;
g. de tijden waarop de kinderen worden ontvangen en de opvang verlaten;
h. de plaatsingsprocedure;
i. de aard en omvang van de wenperiode;
j. een eventueel reglement waarin de huisregels van het Kindercentrum zijn vastgelegd;
x. xx xxxxxxxx prijs;
l. de wijze van betaling en eventuele meerkosten bij afwijkende betalingswijzen;
m. de annuleringsvoorwaarden en de annuleringskosten;
n. de inschrijfvoorwaarden, waaronder de inschrijfkosten;
o. de geldende opzegtermijnen.
Bijlage 2: Nadere regeling van de nakominggarantie uit artikel 19 van de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang.
Brancheorganisatie Kinderopvang heeft een geschillenregeling tot stand willen brengen met een nakominggarantie die enerzijds aangeeft welke zekerheden de consument uit die regeling mag verwachten en die anderzijds de continuïteit van de brancheorganisatie niet in gevaar brengt. Als uitgangspunt geldt dat de consument een beroep kan doen op de nakominggarantie van de Brancheorganisatie Kinderopvang indien de ondernemer door een uitspraak van de Geschillencommissie in het ongelijk is gesteld en tot betaling aan de consument moet overgaan, maar dit om welke reden dan ook niet doet. Deze nakominggarantie van Brancheorganisatie Kinderopvang geldt alleen jegens haar leden.
1. Er wordt een maximumbedrag gesteld voor de nakoming per uitspraak van 10.000 euro. Ook wordt een maximumbedrag van de nakoming gesteld voor een totaal van
meerdere uitspraken bij één ondernemer, die hetzelfde inhoudelijk geschil naar aanleiding van dezelfde gebeurtenis betreffen. Het gaat dus om individuele geschillen als gevolg van eenzelfde gebeurtenis bij dezelfde ondernemer. De maximale financiële nakoming in die situatie bedraagt 50.000 euro per ondernemer.
2. Als de uitspraak van de Geschillencommissie een hoger bedrag toekent dan het maximumbedrag van de nakominggarantie, zal Stichting Nakoming Kinderopvang (SNK) actie ondernemen om in het kader van de nakominggarantie voor het resterend deel van het bedrag (het meerdere) een incassoprocedure c.q. gerechtelijke procedure te starten ten behoeve van de consument. Het incassotraject dat ten behoeve van de consument wordt uitgevoerd en de mogelijk daarop volgende juridische stappen komen voor rekening van SNK. De incassokosten en andere juridische kosten zullen door SNK verhaald worden op de ondernemer.
3. Bij het van start gaan van de Geschillencommissie geldt de nakominggarantie voor alle geschillen binnen de twee hiervoor genoemde voorwaarden (maximumbedrag en garantie van een invorderingsverplichting bij een hoger bedrag). In die gevallen behoudt SNK een vordering op het desbetreffende lid. Het is aan SNK deze vordering te innen. Het hiermee gepaard gaande incassotraject en de mogelijk daarop volgende juridische stappen komen voor rekening van SNK. De incassokosten en andere juridische kosten zullen door SNK verhaald worden op de ondernemer.
4. Indien de situatie van faillissement, surseance van betaling en/of bedrijfsbeëindiging zich voordoet, is de nakominggarantie niet van kracht zolang het geschil nog niet ter zitting is behandeld. Dus: indien vóór indiening van het geschil of vóór de zitting sprake is van één van deze situaties, dan doet de Geschillencommissie geen uitspraak. Als deze situatie ontstaat nadat het geschil ter zitting is behandeld, dan geldt de nakominggarantie zoals geformuleerd onder 1 en 2.
5. Als aantoonbaar is gebleken dat de ondernemer het bindend advies niet zelf nakomt, noch het bindend advies binnen twee maanden na de verzending ervan ter toetsing voorlegt aan de rechter, dan kan de consument een beroep doen op de nakominggarantie. De uitbetaling door SNK tot het maximaal door haar uit te keren bedrag (zie punt 1) geschiedt binnen een termijn van één kalendermaand. Het verhaal traject voor het eventueel resterende bedrag wordt binnen diezelfde termijn van één kalendermaand gestart en zo spoedig mogelijk afgerond