De ondergetekenden:
De ondergetekenden:
1. HSB Bouw B.V., gevestigd en kantoorhoudende te (1131 AB) Volendam op het adres Slobbeland 10, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 36004923, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C.A. Honselaar, hierna te noemen: “de Ondernemer”
2. ……………, gevestigd en kantoorhoudende te (……) ……. op het adres ………, ingeschreven in het handelsregister onder nummer ……., te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de , hierna te noemen: “de Verkrijger”
De ondergetekenden 1 en 2 hierna gezamenlijk te noemen: “Partijen” en ieder afzonderlijk te noemen: “Partij”
Nemen in aanmerking:
- De Ondernemer is betrokken bij de ontwikkeling van de locatie ‘Tolhuiskade te Amsterdam’, Partijen genoegzaam bekend (hierna: “de Locatie”);
- Synchroon B.V. (hierna: “Synchroon”) heeft voor een deel van de Locatie een gebouw ontwikkelt dat 3 commerciële ruimten omvat;
- De Ondernemer is door Synchroon geselecteerd als aannemer voor de bouw van die BOG;
- Xx Xxxxxxxxxx heeft haar interesse voor verwerving van 1 van de commerciële ruimten (hierna: “de BOG”) uitgesproken op basis van het Uitvoeringsontwerp zoals hierna gedefinieerd, de daarvoor geldende turnkey aanneemsom en de daarvoor geldende termijnregeling;
- Synchroon zal het appartementsrecht dat ziet op de BOG (hierna: “de Grond”) rechtstreek verkopen en leveren aan de Verkrijger;
- Aangezien de Verkrijger overeenstemming met de Ondernemer (bouw) respectievelijk Synchroon (koop) heeft bereikt, zal zij de bouw van de BOG aan de Ondernemer opdragen;
- Partijen wensen hun afspraken met betrekking tot de bouw van de BOG bij dezen vast te leggen.
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
I BOUW EN OPLEVERING VAN DE BOG
De Verkrijger geeft opdracht en de Ondernemer neemt aan, conform de documenten als genoemd in de Documentenlijst (Bijlage 1, hierna gezamenlijk aan te duiden als: “het Uitvoeringsontwerp”), de BOG (af) te bouwen naar de eis van goed en deugdelijke werk, met inachtneming van de voorschriften van overheid en nutsbedrijven.
De bouw en oplevering van de BOG door de Ondernemer aan de Verkrijger geschiedt op basis van "Turnkey". Onder Turnkey verstaan Partijen te dezen:
(i) bij oplevering is sprake van een casco ruimte conform de technische omschrijving.
(ii) de BOG is gerealiseerd in overeenstemming met het Uitvoeringsontwerp. De Verkrijger is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de bestemmings- en gebruiksregels en voor het verkrijgen van de eventueel benodigde vergunningen bij het bevoegd gezag;
(iii) bij oplevering is de BOG bezemschoon en ontdaan van alle bouwafval.
De overeenkomst is voorts aangegaan onder de volgende bepalingen:
II TERMIJNEN EN BETALINGSREGELING
Artikel 1
1.1 De ter zake van de bouw van de BOG overeengekomen turnkey aanneemsom (hierna: “de Aanneemsom”) bedraagt € ,- incl. BTW (zegge:
……………………………..euro incl. BTW).
Betaling van de Aanneemsom geschiedt volgens het Termijnenschema dat als Bijlage 2 aan deze akte is gehecht. Indien de levering van de Grond door Synchroon aan de Verkrijger plaats vindt na wegens het niet tijdig vervuld zijn van de
opschortende voorwaarde genoemd in artikel 16 lid 1, wordt de Aanneemsom over de periode gerekend vanaf tot aan de datum start bouw van de BOG verhoogd met
een enkelvoudige rente groot 3% op jaarbasis.
De in de Aanneemsom begrepen BTW is berekend naar een percentage van 21%, conform de bepalingen van de Wet op de Omzetbelasting 1968.
Indien van overheidswege het percentage van de BTW wordt gewijzigd, zal tussen Partijen doorberekening plaatsvinden overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake.
1.2 De in lid 1 van dit artikel bedoelde termijnen worden steeds opeisbaar dertig dagen na de dagtekening van een door of vanwege de Ondernemer gedaan betalingsverzoek. De bewijslast van de ontvangst van bedoeld betalingsverzoek ligt bij de Ondernemer.
Een betalingsverzoek geeft aan op grond van welk feit de Ondernemer recht heeft op betaling, welke termijn het betreft en dat de betaling uiterlijk dertig dagen na de dagtekening door de Ondernemer ontvangen dient te zijn.
1.3 Al hetgeen dat ingevolge artikel 1 van deze akte aan vergoeding, rente en termijnen van de Aanneemsom en eventueel meerwerk vóór de datum van de levering van de Grond vervalt, wordt door Synchroon aan de Verkrijger gefactureerd aan wie de Verkrijger bevrijdend betaalt. De Ondernemer vrijwaart de Verkrijger voor betalingsaanspraken ter zake van vergoeding, rente, termijnen van de Aanneemsom en eventueel meerwerk, indien en voor zover de Verkrijger deze betalingen rechtens juist aan Synchroon heeft verricht.
De termijnen van de Aanneemsom, eventuele rente, eventueel meerwerk die na de levering van de Grond vervallen, zullen wel door de Ondernemer aan de Verkrijger worden gefactureerd en zullen door de Verkrijger aan de Ondernemer worden voldaan, mits verschuldigd en met inachtneming van overige gestelde in artikel 1 van deze akte.
Het feit dat Synchroon de werkzaamheden betreffende reeds vervallen termijnen van de Aanneemsom als nagetrokken onderdeel van de BOG aan de Verkrijger levert (bij de levering van de Grond), leidt niet tot enige aansprakelijkheid van Synchroon voor de door de Ondernemer uitgevoerde werkzaamheden. De ten tijde van de levering
xxx xx Xxxxx reeds vervallen termijnen van de Aanneemsom worden geacht werkzaamheden te betreffen die door de Ondernemer jegens de Verkrijger zijn verricht en waarvoor (enkel) de Ondernemer jegens de Verkrijger aansprakelijk is op de voet van het bepaalde in deze turnkey aannemingsovereenkomst.
1.4 Indien en voor zover de Verkrijger een eventueel reeds opeisbaar gedeelte van de Aanneemsom niet op de daarvoor gestelde vervaldag heeft voldaan, is de Verkrijger over het opeisbare gedeelte van de Aanneemsom aan de Ondernemer een rente groot 5% op jaarbasis verschuldigd, vanaf de dag van opeisbaarheid tot die van de voldoening, zulks onverminderd de verdere rechten en verplichtingen van Partijen uit deze overeenkomst en/of tussen Partijen nader te maken afspraken.
1.5 De rente als bedoeld in lid 4 van dit artikel wordt vermeerderd met omzetbelasting (BTW).
1.7 De Ondernemer vrijwaart de Verkrijger voor aanspraken van de belastingdienst en de bedrijfsvereniging in verband met ketenaansprakelijkheid.
III SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE AANNEMING
Toezicht en kwaliteitscontrole
Artikel 2
2.1 Het toezicht op de kwaliteit en voortgang van de bouw en de oplevering van de BOG zal worden uitgevoerd door de Ondernemer.
2.2 De Verkrijger is gerechtigd een deskundige aan te wijzen die het recht heeft om:
a. met toestemming van de Ondernemer - al dan niet onder het stellen van door de Ondernemer te bepalen voorwaarden - de bouwplaats te betreden;
b. toezicht te houden op de uitvoering van de BOG, mits de voortgang van de bouw niet wordt belemmerd en zonder daarbij dwingende aanwijzingen ter zake van de uitvoering van de bouw van de BOG op te kunnen leggen;
c. overleg te voeren met de Ondernemer over de voortgang van de bouw.
Naam en functie van de deskundige dient de Verkrijger tijdig aan de Ondernemer kenbaar te maken.
2.3 De aanwezigheid van de deskundige als bedoeld in artikel 2.2 vermindert op geen enkele wijze de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de Ondernemer voor een goede en deugdelijke uitvoering van de BOG, en schept geen acceptatie, mede- aansprakelijkheid of eigen schuld voor de Verkrijger met betrekking tot fouten in het ontwerp van de BOG en/of uitvoeringsfouten (voor risico) van de Ondernemer die door de deskundige wellicht onderkend hadden kunnen of moeten worden, maar niet onderkend zijn. Uitgangspunt in de relatie tussen de Ondernemer en de Verkrijger is en blijft dat de Ondernemer verantwoordelijk en aansprakelijk is voor het ontwerp en de juiste uitvoering van de BOG.
Wijzigingen in de BOG op initiatief van de Ondernemer
Artikel 3
De Ondernemer is gerechtigd tijdens de (af)bouw die wijzigingen in de BOG aan te brengen, waarvan de noodzakelijkheid bij de uitvoering blijkt, mits deze wijzigingen geen afbreuk doen aan waarde, kwaliteit, uiterlijk, aanzien en bruikbaarheid van de BOG. Deze wijzigingen zullen geen der Partijen enig recht geven tot het vragen van vergoeding van mindere of meerdere kosten.
Wijzigingen op initiatief van de Ondernemer behoeven de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Verkrijger. De Verkrijger zal deze goedkeuring niet op onredelijke gronden weigeren.
De Ondernemer zal de wijzigingen registreren op een lijst die op de bouwplaats ter inzage van de Verkrijger zal liggen.
Wijzigingen in de BOG op initiatief van de Verkrijger
Artikel 4
4.1 De Verkrijger kan de Ondernemer verzoeken wijzigingen in afwijking van het Uitvoeringsontwerp aan te brengen. Zodanig verzoek dient gepaard te gaan met het vragen van een kostenopgave van die wijzigingen. Voor ruwbouwaspecten geldt voor wijzigingsverzoeken een sluitingsdatum van … maanden vóór start bouw. Voor
afbouwaspecten geldt voor wijzigingsverzoeken een sluitingsdatum van …. maanden na start bouw.
4.2 De Ondernemer is gerechtigd een verzoek als bedoeld in lid 1 van dit artikel van de hand te wijzen, indien naar zijn oordeel:
a. de gevraagde wijziging, gezien het stadium van de bouw , ongewenst is te achten. Daarvan is in ieder geval sprake indien een sluitingsdatum als bedoeld in lid 1 van dit artikel is gepasseerd;
b. die wijziging strijdig is met de opzet van de BOG of met de normen waaraan de BOG en het gebouw waarvan de BOG uitmaakt moeten voldoen.
4.3 Doet zich geen der gevallen in het vorig lid van dit artikel vermeld voor, dan verstrekt de Ondernemer binnen drie weken na het verzoek schriftelijk opgave van de prijs van de verzochte wijziging en het tijdstip van betaling daarvan, en, indien daartoe aanleiding is, opgave van het aantal werkbare werkdagen waarmee de termijn voor oplevering daardoor zal worden verlengd. De wijziging maakt deel uit van de opdracht indien de Verkrijger binnen een week na ontvangst van de opgave zich schriftelijk daarmee akkoord verklaart. De eventuele uit de wijziging voortvloeiende verlenging van de termijn voor oplevering is voor risico van de Verkrijger.
4.4 Het is de Verkrijger niet toegestaan vóór de oplevering bijwerk of wijzigingen door derden te doen uitvoeren, dan na verkregen toestemming van de Ondernemer.
Bouwtijd
Artikel 5
5.1 De Ondernemer verbindt zich de BOG binnen 485 werkbare werkdagen na het leggen van de eerste begane grondvloer voor de BOG op te leveren aan de Verkrijger.
5.2 De Ondernemer zal binnen acht dagen na het ingaan daarvan de aanvangsdatum van de in lid 1 van dit artikel genoemde termijn schriftelijk aan de Verkrijger meedelen.
5.3 De Ondernemer verplicht zich te starten met de bouw van het gebouw waarvan de BOG deel uitmaakt binnen 6 maanden nadat de opschortende voorwaarden van artikel 16 zijn vervuld.
5.4 Werkdagen worden als onwerkbaar beschouwd wanneer daarop door omstandigheden buiten de schuld van de Ondernemer gedurende tenminste vijf uren door het grootste deel van de werknemers of machines niet kan worden gewerkt. Onder ‘omstandigheden buiten de schuld van de Ondernemer’ wordt mede begrepen werkstakingen die zich niet uitsluitend tegen de Ondernemer richten of uitsluitend aan de Ondernemer kunnen worden toegerekend. Niet als werkdagen worden beschouwd de algemeen erkende, door de overheid dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven rust- en feestdagen, vakantiedagen en andere vrije dagen. De registratie van onwerkbare werkdagen vindt plaats door het wekelijks schriftelijk melden door de Ondernemer aan de Verkrijger van de dagen in de voorafgaande kalenderweek die naar het oordeel van de Ondernemer als onwerkbaar dienen te worden beschouwd, onder opgave van de omstandigheden die tot het verlet hebben geleid en de disciplines die door de betreffende omstandigheden zijn belemmerd in de uitvoering van hun werkzaamheden. De Verkrijger zal de Ondernemer binnen 5 werkdagen berichten of en in hoeverre hij de melding van de Ondernemer accepteert. Een acceptatie als hiervoor bedoeld wordt in het verslag van de eerstvolgende bouwvergadering vastgelegd. Indien Partijen geen overeenstemming bereiken over de door de Ondernemer als onwerkbaar opgevoerde werkdagen, wordt dat aangemerkt als een geschil dat op de voet van het bepaalde in artikel 16 door de meest gerede Partij ter beslechting kan worden voorgelegd.
5.5 De oplevering van de BOG geschiedt op de wijze zoals voorzien in paragraaf 9 en 10 van de UAV 2012, welke bepalingen als Bijlage 3 aan deze akte zijn gehecht. De UAV 2012 zijn voor het overige niet van toepassing op de rechtsverhouding tussen Partijen. Onder datum van oplevering wordt in deze overeenkomst verstaan de datum waarop de Verkrijger, nadat een rapport van bevindingen en eventuele tekortkomingen is opgemaakt en door of namens Partijen is getekend, de sleutels van de BOG in ontvangst heeft genomen. De datum van oplevering moet door de Ondernemer tenminste 4 weken van tevoren schriftelijk aan de Verkrijger worden meegedeeld. De Verkrijger is bevoegd uiterlijk 2 weken voor de opgegeven datum
van oplevering een vooropname van de Ondernemer te verlangen teneinde te kunnen vaststellen of de BOG op de opgegeven datum van oplevering daadwerkelijk oplever gereed zal zijn.
5.6 Bij overschrijding van het aantal werkbare werkdagen als omschreven in lid 1 van dit artikel zal de Ondernemer zonder ingebrekestelling aan de Verkrijger een gefixeerde schadevergoeding van € 25,- per kalenderdag verschuldigd zijn. Deze schadevergoeding kan worden verrekend met de nog verschuldigde termijn(en).
5.7 De Ondernemer verplicht zich de Verkrijger regelmatig te informeren omtrent de voortgang van de bouw.
5.8 Omstandigheden die de Ondernemer niet kan beïnvloeden en die de voortgang van de bouw belemmeren (zoals bij voorbeeld de Corona-crisis en de effecten die dat heeft op de inzetbaarheid en beschikbaarheid van personeel van de Ondernemer en diens onderaannemers) worden niet geacht tot het normale bedrijfsrisico van de Ondernemer te behoren, en geven recht op bouwtijdverlenging.
Partijen willen de gevolgen van omstandigheden als hiervoor bedoeld voor de goede uitvoering van de bouw zoveel mogelijk beperken en zullen daartoe met elkaar in overleg blijven tijdens de uitvoering van de bouw.
Met het oog daarop zal de Ondernemer de Verkrijger regelmatig informeren over de voortgang van de bouw, de eventuele verstorende en vertragende omstandigheden die zich hebben voorgedaan en de mogelijke gevolgen daarvan voor het verdere verloop van de bouw.
Herstel tekortkomingen
Artikel 6
De Ondernemer verbindt zich de eventuele tekortkomingen, zoals opgenomen in het rapport als vermeld in artikel 5 lid 5 onverwijld, maar uiterlijk binnen 1 maand na de datum van oplevering te herstellen. In verband met de weersomstandigheden niet onverwijld uit te voeren werkzaamheden zullen zo spoedig mogelijk, wanneer de weersomstandigheden het toelaten, worden voltooid.
Onderhoudsperiode met garantie en aansprakelijkheid van de Ondernemer na oplevering
Artikel 7
7.1 De Ondernemer is gehouden om gedurende een periode van 6 maanden (bouwkundige onderhoudsperiode) na de datum van oplevering de bouwkundige gebreken aan de BOG die gedurende die periode aan de dag treden voor eigen rekening en risico op eerste schriftelijke verzoek van de Verkrijger te (doen) herstellen.
7.2 Na de in het eerste lid van dit artikel genoemde perioden is de Ondernemer niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan de BOG,
a. tenzij de BOG of enig onderdeel daarvan een ernstig gebrek bevat en aan de Ondernemer van zodanig ernstig gebrek binnen een redelijke periode na de ontdekking mededeling is gedaan;
b. tenzij de BOG of enig onderdeel daarvan een verborgen gebrek bevat en aan de Ondernemer van zodanig verborgen gebrek binnen een redelijke periode na de ontdekking mededeling is gedaan;
c. tenzij er sprake is van een garantie als bedoeld in artikel 8.
7.3 Een gebrek als bedoeld in lid 2 van dit artikel onder a is slechts dan als ernstig gebrek aan te merken, indien het de hechtheid van de constructie of een wezenlijk onderdeel daarvan aantast of in gevaar brengt, hetzij de BOG of enig onderdeel daarvan ongeschikt maakt voor zijn bestemming.
7.4 Een gebrek als bedoeld in lid 2 van dit artikel onder b is slechts dan als verborgen gebrek aan te merken, indien het door de Verkrijger redelijkerwijs niet bij de oplevering van de BOG onderkend had kunnen worden.
7.5 De rechtsvordering uit hoofde van een ernstig gebrek is niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van tien jaren na de oplevering van de BOG.
7.6 De rechtsvordering uit hoofde van een verborgen gebrek is niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van vijf jaren na het einde van de bouwkundige onderhoudsperiode als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
Garantie
Artikel 8
De Ondernemer garandeert de onderdelen van BOG gedurende de termijnen zoals per onderdeel opgenomen als opgenomen in Bijlage A van de Woningborg Garantie- en waarborgregeling Nieuwbouw 2021. (Bijlage 4). De Woningborg Garantie- en waarborgregeling 2021 zelf is niet van toepassing op de BOG.
Risico’s tijdens de bouw en verzekering
Artikel 9
9.1 Gedurende de (af)bouw blijft de BOG voor risico van de Ondernemer. De Ondernemer is verplicht de BOG tot de datum van oplevering genoegzaam verzekerd te (doen) houden door middel van een CAR-verzekering.
9.2 De Ondernemer vrijwaart de Verkrijger voor aanspraken van derden wegens schade die tijdens de bouw aan derden mocht worden toegebracht door handelen of nalaten van de Ondernemer en/of diens aannemer, van personen voor wie zij aansprakelijk zijn of die in hun opdracht de bouw of een onderdeel daarvan uitvoeren.
Aanleg en gebruik nutsleidingen
Artikel 10
10.1 De aanleg- en aansluitkosten en eventuele kosten van ingebruikstelling met betrekking tot elektrische energie, water, riolering, kabelaansluitingen, telefoonaansluitingen en dergelijke zijn niet in de Aanneemsom begrepen.
Risico overgang
Artikel 11
Op de dag waarop de Verkrijger de sleutels van de BOG in ontvangst heeft genomen dan wel de BOG in gebruik heeft genomen, gaan voor de BOG - onverminderd de verplichtingen van de Ondernemer uit hoofde van deze overeenkomst - alle risico's, waaronder begrepen die van brand- en stormschade, over op de Verkrijger.
Opzegging aannemingsovereenkomst
Artikel 12
Opzegging van deze overeenkomst op grond van artikel 7:764 van het Burgerlijk Wetboek is uitgesloten.
VII OVERIGE BEPALINGEN
Zekerheidstelling
Artikel 13
Tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen jegens de Ondernemer zal de Verkrijger een zekerheid aan de Ondernemer verstrekken in de vorm van een direct opeisbare (on first demand) bankgarantie ten bedrage van 5% van de Aanneemsom conform een door Ondernemer ter goedkeuring voor te leggen model. De bankgarantie dient te zijn verstrekt binnen 1 week nadat de opschortende voorwaarden van artikel 16 lid 1 zijn vervuld.
Overdracht contractpositie
Artikel 14
De Ondernemer noch de Verkrijger is gerechtigd om zijn rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst over te dragen aan een derde zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de wederpartij. De vorderingen uit deze overeenkomst zijn onoverdraagbaar als bedoeld in artikel 3:83 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze bepaling heeft goederenrechtelijke werking.
Ontbinding van de overeenkomst / Koppelbepaling
Artikel 15
15.1 Indien een der Partijen in gebreke blijft aan zijn verplichtingen te voldoen of indien reeds vóór de oplevering waarschijnlijk wordt, dat een der Partijen niet aan zijn verplichtingen zal voldoen of in de nakoming van deze overeenkomst ernstig te kort zal schieten, zal de andere Partij het recht hebben de ontbinding van deze overeenkomst in te roepen of te vorderen.
15.2 Indien op grond van lid 1 van dit artikel de ontbinding van deze overeenkomst wordt gevorderd en bedoelde vordering wordt toegewezen, bepaalt de rechter de gevolgen daarvan.
15.3 Deze overeenkomst vormt, tot het moment waarop de bouw van de BOG start, een onverbrekelijk geheel met de koopovereenkomst die Verkrijger ter zake van de Grond met Synchroon dient te sluiten dan wel heeft gesloten, zonder dat evenwel sprake is van hoofdelijkheid. Het niet in werking treden, ontbinden, beëindigen, vernietigen dan wel het succesvol inroepen van de nietigheid van een van voornoemde overeenkomsten vóór start bouw van de BOG leidt derhalve automatisch tot het niet in werking treden, ontbinding, beëindiging, vernietiging dan wel de nietigheid van de andere overeenkomst.
15.4 Indien deze overeenkomst wegens het niet in werking treden, ontbinding, beëindiging, vernietiging dan wel de nietigheid van de koopovereenkomst niet ten uitvoer wordt gebracht, kan de Verkrijger ter zake geen vergoeding van schade en/of kosten van de Ondernemer vorderen.
Opschortende en ontbindende voorwaarden
Artikel 16
16.1 Deze overeenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde, dat uiterlijk binnen 6 maanden na ondertekening van deze overeenkomst:
a) voor het gebouw, waarvan de BOG deel uitmaakt, de vereiste omgevingsvergunning is afgegeven, formele rechtskracht heeft verkregen en derhalve niet meer vernietigd kan worden;
b) de Ondernemer voor ten minste 26 van de in totaal 37 appartementen met bestemming wonen in het gebouw een aannemingsovereenkomst heeft gesloten waarvan de bedenktijd is verstreken, tenzij de Ondernemer de Verkrijger binnen de in aanhef genoemde termijn schriftelijk informeert, dat ondanks het niet vervuld zijn van deze voorwaarde de verbintenissen voortvloeiende uit deze overeenkomst toch hun werking hebben verkregen;
c) het bouwterrein waarop het gebouw waarvan de BOG onderdeel uitmaakt bouwrijp is en ter vrije beschikking staat van de Ondernemer.
16.2 De Verkrijger is bevoegd deze overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst en zonder gehoudenheid tot vergoeding van kosten en nadeel van de Ondernemer te ontbinden indien de Ondernemer niet uiterlijk op ……. met de bouw van het gebouw waarvan de BOG deel uitmaakt is gestart.
Geschillenbeslechting
Artikel 17
Alle geschillen, welke ook - waaronder begrepen die, welke slechts door een van de Partijen als zodanig wordt beschouwd – die naar aanleiding van de onderhavige overeenkomst of van overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen de Verkrijger en de Ondernemer mochten ontstaan worden beslecht door de bevoegde rechter te Amsterdam.
Aldus in 2-voud opgemaakt en ondertekend te …………….
HSB Bouw B.V. | |
Voor deze: C.A. Honselaar | Voor deze: |
BIJLAGEN:
1. Documentenlijst (Uitvoeringsontwerp) (zie I)
2. Termijnenschema (zie art. 1.1)
3. Tekst paragraaf 9 en 10 van de UAV 2012 (zie artikel 5.5)
4. Bijlage A van Garantie en Waarborgregeling Nieuwbouw 2021 (zie artikel 8)
DOCUMENTENLIJST | |||
Buiksloterham plot C14 BOG | |||
Projectmanager Projectleider Werkvoorbereider(s) | N. Xxxxxxxx X. Koning n.t.b. | ||
Uitvoerder(s) | n.t.b. | Project: | Buiksloterham plot C14 BOG |
Projectnummer: | 797 | ||
Opdrachtgever | Synchroon | Printdatum: | 28-09-21 |
Architect | Studio Ninedots | Datum recenste tek.: | 03-09-21 |
Constructeur | Xxx Xxxxxx | Projectfase: | UO |
Map 30 Gemeente - Amsterdam | |||||||||
Nr. | Omschrijving | Datum | Gew. A | B | C | D | E | F | Status |
HSB Bouw B.V. | |||||||||
Technische omschrijving C14 Tolhuiskade - BOG | 3-9-2021 | Definitief | |||||||
Verkoop contact tekeningen Tolhuiskade plot C gebouw C14 BOG | |||||||||
C14.VK.001 | Situatie | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.100 | Begane grond | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.101 | Eerste verdieping | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.102 | Tweede verdieping | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.103 | Derde verdieping | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.104 | Vierde verdieping | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.105 | Vijfde verdieping | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.106 | Zesde verdieping | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.107 | Dakverdieping | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.200 | Noord & zuidgevel | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.201 | Westgevel | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.202 | Oostgevel | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.300 | Doorsnede | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
C14.VK.BOG | Plattegrond | 16-7-2021 | Definitief | ||||||
1 van 1
28-9-2021
Bijlage 1 797 documentenlijst 01-07-2020
Turnkey aannemingsovereenkomst Commerciële ruimte(n) (Project Tolhuiskade te Amsterdam)
Versie 24.09.2021
Bijlage 2 termijnschema
De termijnen van de aanneemsom zijn de volgende:
1. 15% te declareren bij start bouw
2. 25% te declareren na het gereedkomen van de ruwe vloer van het BOG-gedeelte
3. 25% te declareren zodra het binnenspouwblad van het BOG-gedeelte is aangebracht
4. 25% te declareren zodra het dak van het gebouw waterdicht is
5. 10% te declareren bij de oplevering van het privé-gedeelte, te voldoen vóór oplevering van het BOG-gedeelte mits het BOG-gedeelte op redelijke wijze bereikbaar is
Voorgaande termijnregeling heeft betrekking op werkzaamheden die op de bouwlocatie zijn verricht
1
Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012)
§ 9. Opneming en goedkeuring
1. De opneming van het werk geschiedt op schriftelijke, tot de directie gerichte aanvrage van de aannemer, waarin deze mededeelt op welke dag het werk naar zijn oordeel voltooid zal zijn. De directie kan genoegen nemen met een mondelinge mededeling, welke in het dagboek of weekrap- port, bedoeld in § 27, wordt aangetekend.
2. De opneming geschiedt zo spoedig mogelijk en in de regel binnen acht dagen na de in het eerste lid bedoelde dag. De dag en het tijdstip van opneming worden aan de aannemer tijdig en zo mogelijk ten minste drie dagen tevoren schriftelijk medegedeeld. De directie kan verlangen, dat de aannemer of zijn gevolmachtigde bij de opneming tegenwoordig is.
3. Nadat het werk is opgenomen, wordt aan de aannemer binnen acht dagen schriftelijk medege- deeld, of het al dan niet is goedgekeurd, in het laatste geval met opgaaf van de gebreken, die de redenen voor de onthouding van de goedkeuring zijn. Xxxxx het werk goedgekeurd, dan wordt als dag van goedkeuring aangemerkt de dag waarop de desbetreffende mededeling aan de aannemer is verzonden.
4. Met toestemming van de aannemer kan, in plaats van de schriftelijke mededeling bedoeld in het vorige lid, worden volstaan met een overeenkomstige aantekening in het dagboek of weekrapport, met vermelding van de datum der aantekening. Alsdan wordt, indien het werk wordt goedgekeurd, als dag van goedkeuring aangemerkt de dag waarop de desbetreffende aantekening is geplaatst.
5. Wordt niet binnen acht dagen na de opneming een schriftelijke mededeling, of het werk al dan niet is goedgekeurd, aan de aannemer verzonden dan wel, in het geval bedoeld in het vierde lid, een overeenkomstig aantekening in het dagboek of weekrapport geplaatst, dan wordt het werk geacht op de achtste dag na de opneming te zijn goedgekeurd.
6. Geschiedt de opneming niet binnen vijftien dagen na de in het eerste lid bedoelde dag, dan kan de aannemer bij aangetekende brief een nieuwe aanvrage tot de directie richten, met verzoek het werk binnen acht dagen op te nemen. Voldoet de directie niet aan dit verzoek, dan wordt het werk geacht op de achtste dag na de verzending van die brief te zijn goedgekeurd.
7. Kleine gebreken, die gevoeglijk vóór een nog volgende betalingstermijn kunnen worden hersteld, zullen geen reden tot onthouding van goedkeuring mogen zijn, mits zij een eventuele ingebruikne- ming niet in de weg staan. De aannemer is gehouden de in dit lid bedoelde gebreken zo spoedig mogelijk te herstellen.
8. Met betrekking tot een heropneming na onthouding van goedkeuring vinden de bovenvermelde bepalingen overeenkomstige toepassing.
9. Bij een heropneming zullen andere gebreken dan die, welke overeenkomstig het zevende lid aan de aannemer zijn opgegeven, alleen dan reden tot hernieuwde onthouding van goedkeuring kunnen zijn, indien zij eerst na de voorafgegane opneming aan de dag zijn getreden.
§ 10. Oplevering
1. Het werk wordt als opgeleverd beschouwd, indien het overeenkomstig het bepaalde in § 9 is of geacht wordt te zijn goedgekeurd.
De dag, waarop het werk is of geacht wordt te zijn goedgekeurd, geldt als dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd.
1a. Indien in het bestek is voorgeschreven dat de aannemer de opdrachtgever bedienings- en onderhoudsvoorschriften zal verstrekken met betrekking tot het technische installatiewerk, overhandigt hij deze op het tijdstip van ingebruikneming van het technische installatiewerk, of van het desbetreffende onderdeel daarvan, dan wel uiterlijk op de dag waarop het technische installatiewerk als opgeleverd wordt beschouwd. Indien in het bestek is voorgeschreven dat de
aannemer de opdrachtgever revisietekeningen met betrekking tot het technische installatiewerk zal verstrekken, overhandigt hij deze uiterlijk drie maanden na de dag waarop het technische installatiewerk als opgeleverd wordt beschouwd.
2. Indien de aannemer niet een aanvrage om opneming als bedoeld in § 9, eerste lid, tot de directie heeft gericht, doch de opdrachtgever het werk voltooid acht, kan deze de aannemer zulks schriftelijk mededelen. De vijfde dag na de verzending van deze mededeling geldt dan als dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd.
3. De opdrachtgever kan het werk, voordat dit voltooid is, of een al dan niet voltooid onderdeel daarvan, in gebruik nemen of doen nemen mits de ingebruikneming een voldoende voortgang van het werk niet in gevaar brengt. De opdrachtgever gaat hiertoe niet over dan nadat hij dit schriftelijk aan de aannemer heeft medegedeeld en hij deze heeft gehoord en een opneming, dan wel – indien het een technisch installatiewerk betreft – een beproeving en opneming als bedoeld in § 8a van het in gebruik te nemen werk of onderdeel daarvan heeft plaatsgevonden. Indien door de ingebruikne-ming meer wordt verlangd van de aannemer dan redelijkerwijs van hem kan worden gevergd, zal
dit worden verrekend als meer werk. Indien door de ingebruikneming schade aan het werk ontstaat komt deze schade niet voor rekening van de aannemer. Door de in dit lid bedoelde ingebruikneming en opneming wordt het werk, dan wel dat onderdeel, niet als opgeleverd beschouwd. Voor technische installatiewerken geldt dat indien in het bestek een onderhoudstermijn als bedoeld in § 11 is voorgeschreven, door de in dit lid bedoelde ingebruikneming de onderhoudstermijn onmiddellijk ingaat na de dag van ingebruikneming.
Staatscourant 2012 nr. 1567 30 januari 2012
Bijlage A
(als bedoeld in artikel 9 van de Woningborg Garantie- en waarborgregeling Nieuwbouw 2021)
Versie 01-07-2021
Voor de definitie van ‘Certificaat’, ‘Huis’, ‘Garantiegerechtigde’, ‘Garantienormen’, ‘Gebouw’, ‘Gemeenschappelijke gedeelten’, ‘Ondernemer’, ‘Overeenkomst’, ‘Privé-gedeelte’ en ‘Regeling’ wordt verwezen naar de Woningborg Garantie- en waarborgregeling Nieuwbouw 2021 (officiële tekst). Waar in deze Bijlage A geen beperkingen
zijn opgenomen, geldt de inhoud van de navolgende artikelen voor zowel Huizen als Privé-gedeelten en Gemeenschappelijke gedeelten van Gebouwen.
Garantienormen
Artikel 1
Het Huis of het Privé-gedeelte en het Gebouw voldoet/voldoen aan de toepasselijke eisen uit het Bouwbesluit1 en, onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden, aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Een en ander voor zover er in de voor het Huis c.q. Gebouw verleende vergunning(en), het Certificaat, de Regeling en/of deze Bijlage A geen beperkingen zijn opgenomen en/of er geen andere afspraken zijn gemaakt tussen Ondernemer en Garantiegerechtigde ter zake van minderwerk en/of cascobouw.
Garantietermijnen
Artikel 2
2.1 Met uitzondering van de in dit artikel onder 2.3 vermelde kortere termijnen, bedraagt de garantietermijn zes
(6) jaar.
2.2 In het geval er zich ernstige gebreken voordoen, geldt een termijn van tien (10) jaar. Een ernstig gebrek is slechts als ernstig aan te merken, indien het de hechtheid van de constructie of een wezenlijk onderdeel daarvan aantast of in gevaar brengt en/of het Huis, het Privé-gedeelte en/of het Gebouw ongeschikt maakt voor zijn bestemming.
2.3 De duur van de garantie is voor de onderstaande onderdelen beperkt:
a. Tegen het kromtrekken van beweegbare delen in binnen- en buitenkozijnen tot één (1) jaar. Deze termijn gaat in één (1) jaar na ingang van de garantietermijn, echter onverminderd de garantietermijn van zes (6) jaar voor het herstel van hinderlijke gevolgen van het kromtrekken.
b. Voor het schilderwerk (silicaatverf op metselwerk of betonwerk daaronder begrepen) tot één (1) jaar na ingang van de garantietermijn c.q. één (1) jaar na voltooiing van het schilderwerk. Indien de schade aan het schilderwerk een bouwkundige oorzaak heeft geldt de garantietermijn van zes (6) jaar.
c. Voor hang- en sluitwerk, inclusief rol- en/of schuifmechanismen, tochtstrippen en/of -borstels, brievenbussen en postkasten behorend bij het Huis c.q. Privé-gedeelte, tot één (1) jaar.
d. Voor de buitenriolering (vanaf vijftig (50) cm buiten de gevellijn tot aan de erfgrens), tot twee (2) jaar.
e. Voor liften, tot twee (2) jaar, mits in deze garantieperiode het voor liftinstallaties noodzakelijke onderhoud (de verplichte periodieke keuringen daaronder begrepen) is uitgevoerd, anders zijn de liften uitgesloten van de garantie.
f. Voor de huistelefoon annex videofooninstallatie, belinstallatie, deuropener en alarminstallatie, tot zes (6) maanden.
g. Alle overige installatietechnische voorzieningen, inclusief ventilatie toevoerroosters, leidingwerk (waaronder ook begrepen loze leidingen en/of leidingen en voorzieningen voor datacommunicatie) en tappunten, maar met uitzondering van de binnenriolering waarvoor de garantietermijn van zes (6) jaar geldt, tot twee (2) jaar.
h. Voor sanitair (inclusief bevestigingsmiddelen), tot één (1) jaar.
i. Voor wand-, vloer-, trap- en plafondafwerkingen binnen het Gebouw die geen constructieve functie hebben en behoren tot de Gemeenschappelijke gedeelten, tot twee (2) jaar, indien en voor zover niet uitgezonderd in artikel 3 dan wel zoveel korter als geldt ingevolge artikel 2.3 letter b.
j. Voor garagedeuren, garage-afsluitbomen en (toegangs)hekken, trap-, balkon- en galerijhekken behorend tot de Gemeenschappelijke gedeelten, tot twee (2) jaar.
k. Voor zonweringen, tot twee (2) jaar (tot een maximale gemiddelde uurlijkse windsnelheid van 8 m/sec).
l. Voor kitwerk zonder waterkerende functie, tot twee (2) jaar.
m. Voor de vloerafwerking op een constructief met het Huis, het Privé-gedeelte en/of het Gebouw verbonden buitenruimte, tot twee (2) jaar.
2.4 Schade die rechtstreeks en onvermijdbaar het gevolg is van een onder de Regeling vallend gebrek (of het herstel daarvan) valt eveneens onder de garantie van de Regeling.
Artikel 3
De navolgende onderdelen zijn uitgesloten van de garantie:
a. Gemeenschappelijke en centrale antenne-inrichtingen.
b. Dakbedekking van niet aangebouwde bijgebouwen en/of andere opstallen bij een Huis c.q. Gebouw die niet één geheel vormen met het Huis c.q. Gebouw en/of niet op het erf van het Huis c.q. Gebouw zijn gesitueerd.
c. Geringe scheurvorming die het gevolg (of mede het gevolg) is van droog- of verhardingskrimp van het materiaal, van invloeden van buitenaf, dan wel van normale zetting van het Huis c.q. het Gebouw, tenzij deze scheurvorming afbreuk doet aan de degelijkheid van de constructie.
d. Alle voorzieningen buiten het Huis c.q. Gebouw met uitzondering van die onderdelen die op hetzelfde erf gesitueerd zijn en constructief met het Huis c.q. Gebouw verbonden zijn door middel van fundering, metselverband of metalen verankering. Alle op zichzelf staande en op hetzelfde erf gesitueerde opstallen (zoals bergingen, garages en xxxxxxxx0) worden in dit kader niet aangemerkt als voorziening buiten het Huis
c.q. Gebouw.
e. Inventaris, legplanken, stoffering, meubilering en keukenopstelling (inclusief apparatuur voor zover deze apparatuur niet ingevolge de Garantienormen is vereist en/of voor zover niet in de Garantienormen ter zake een garantie wordt vereist).
f. Scheurvorming in het vuurvast materiaal van open haarden.
g. Behangwerk.
h. Oppervlakteverwering, vlekvorming en/of verkleuring van materialen.
i. Tocht die uitsluitend het gevolg is van technisch vereiste ventilatie.
j. Condensvorming en de schadelijke gevolgen ervan, voor zover niet veroorzaakt door een technisch onjuiste constructie.
k. Gebreken aan enkel- en isolatieglas (inclusief thermische breuk), tenzij veroorzaakt door een technisch onjuiste constructie en voor zover niet anders bepaald.
l. Aanrechtbladen, hang- en sluitwerk, inclusief rol- en/of schuifmechanismen, tochtstrippen en/of -borstels, brievenbussen en postkasten in of aan de Gemeenschappelijke gedeelten.
m. Schaden die het gevolg zijn van:
• brand, als omschreven in de beurs-brandpolis, waarmee is gelijkgesteld blikseminslag, ontploffing, brand en ontploffing door eigen gebrek en zogenaamde koude vliegtuigschade;
• atoomkernreacties;
• overstroming en/of voor de Ondernemer redelijkerwijs niet te voorziene veranderingen in de grond- waterstand;
• extreme weersinvloeden, onverminderd de eis van goed en deugdelijk werk ten aanzien van de bouwkundige constructie;
• van buiten komend onheil;
• molest3;
• aardbeving of vulkanische uitbarsting;
• stuifsneeuw;
• storm4;
• asbest.
n. Gebreken en schade, die het gevolg zijn van het niet of niet op de juiste wijze onderhouden van het Huis/het Privé-gedeelte en/of de Gemeenschappelijke gedeelten.
o. Gebreken en schade ontstaan ten gevolge van het feit, dat het Huis/het Privé-gedeelte en/of de Gemeenschappelijke gedeelten niet normaal of niet overeenkomstig de bestemming is/zijn gebruikt.
p. Gebreken aan materialen, constructies en indeling van het Huis/het Privé-gedeelte en/of de Gemeenschappelijke gedeelten welke niet onder de verantwoordelijkheid van de Ondernemer zijn toegepast, alsmede gebreken en/of schaden die van het voorgaande het gevolg zijn. Deze uitsluiting geldt niet voor gebreken aan materialen die door de Verkrijger aan de Ondernemer ter beschikking zijn gesteld ter zake waarvan de Ondernemer niet tijdig voor de aanwending schriftelijk aan de Verkrijger heeft meegedeeld, dat de Regeling daarop niet van toepassing zal zijn.
q. Leveringen door derden van warmte en/of van warm (tap)water (bijvoorbeeld stadsverwarming) alsmede door derden (bijvoorbeeld energiebedrijven) geleverde en geïnstalleerde verwarmings- en/of warmtap- waterinstallaties (bijvoorbeeld warmtepompen, WKO-installaties). Deze uitsluiting geldt niet voor bronnen die eigendom zijn van de Verkrijger(s) en zich op en/of onder het perceel van het Huis c.q. Gebouw bevinden (bodemwisselaars of open bronnen) indien er warmtepompen worden toegepast.
r. Onderdelen van het Huis, het Privé-gedeelte en/of de Gemeenschappelijke gedeelten die zijn gehuurd of geleased of anderszins geen deel uitmaken van de leveringsomvang van de Ondernemer.
s. Esthetische kwesties.
t. Geschillen op grond van de Overeenkomst (zoals bijvoorbeeld geschillen met betrekking tot perceelsgrootte, termijnregeling, betalingsverplichtingen, verzoeken om wijziging, bouwtijd, 5%-regeling en leverings- geschillen).
u. (Mechanische) beschadigingen.
Verwarmingsinstallatie, tapwaterinstallatie en ventilatie
Artikel 4
In aanvulling op afdeling II van de Woningborg Garantie- en waarborgregeling Nieuwbouw 2021 garandeert de Ondernemer het volgende:
Verwarmingsinstallatie
De verwarmingsinstallatie5, al dan niet gecombineerd met een warmwaterinstallatie, van het Huis c.q. Privé- gedeelte, moet - bij gelijktijdig functioneren van alle onder verantwoordelijkheid van de Ondernemer geplaatste verwarmingselementen of inblaasroosters ten behoeve van luchtverwarming met gesloten ramen en deuren en in gebruik zijn van de minimaal vereiste ventilatievoorzieningen - voldoen aan de volgende voorwaarden:
a) Voor de volgende ruimten, voor zover daarin door de Ondernemer een verwarmingselement of inblaasrooster ten behoeve van luchtverwarming is aangebracht6, dient de te behalen en te handhaven temperatuur, tot een buitentemperatuur van -10°C, ten minste te zijn:
Ruimte | Temperatuur in °C |
Verblijfsgebied in de zin van het Bouwbesluit dat niet is ingedeeld in verblijfs-, verkeers- en/of bergruimte. Verblijfsruimten in de zin van het Bouwbesluit, zoals woonkamer, overige kamers en keuken. | 22°C |
Verkeersruimten in de zin van het Bouwbesluit, zoals gang, hal, trap en overloop. | 18°C |
Zolder in open verbinding met een verkeersruimte, zoals gang, hal, trap en overloop. | 18°C |
Toiletruimte. | 18°C |
Douche- en/of badruimte. | 22°C |
Inpandige bergruimte. | 15°C |
b) Ruimten waarin bevriezing kan optreden van aanwezige waterleidingen en waarin een opstelplaats is voor wasapparatuur, cv-ketels en/of sanitair, dienen onder ontwerpcondities vorstvrij (5°C) te zijn. Een enkele wa- terleiding in een onverwarmde ruimte moet tegen vorst beschermd worden (of door de ruimte te verwarmen of door een zogenaamd thermolint).
c) De berekening van het vermogen dient te geschieden overeenkomstig de ISSO publicatie 517 – Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen’.8
Tapwaterinstallatie van een Huis c.q. Privé-gedeelte
Het vermogen van de warmwaterinstallatie dient zodanig gedimensioneerd te zijn dat gedurende 24 uur per etmaal warmwater geleverd kan worden om te voorzien in een redelijke behoefte.
Met een redelijke behoefte wordt bedoeld (gebaseerd op landelijke gemiddelden):
- bij toepassing van een douche: 1 douchebeurt per persoon per dag van 8 minuten met een waterbesparende douchekop;
- bij toepassing van een bad: een badinhoud van 200 liter hetgeen gevuld is met 114 liter gemengd water van 40°C.
Om hieraan te voldoen dient tevens uitgegaan te worden van de onderstaande uitgangspunten.
De tapwaterinstallatie (inclusief de kranen)9 van het Huis c.q. Privé-gedeelte dient per afzonderlijk tappunt, voor zover aangebracht, te voldoen aan het volgende.
A. Bij een doorstroomtoestel
Doorstroomtoestellen zijn combiketels, alsmede toestellen met een relatief groot vermogen inclusief een boiler met kleine inhoud, ten behoeve van het continu tappen van warmwater. Indien een doorstroomtoestel wordt toegepast gelden de volgende uitgangspunten:
a) Warmwatertemperatuur: minimaal 55°C10, te bereiken binnen 120 seconden.
b) Wachttijd tussen het opendraaien van de warmwaterkraan en het bereiken van een warmwatertemperatuur van 45°C: maximaal 30 seconden.
c) De waarden voor de hoeveelheid te onttrekken warmwater in liters per minuut, alsmede voor het product van de hoeveelheid in liters per minuut en de temperatuur in graden Celsius van het aan het tappunt onttrokken warmwater, moeten bij afzonderlijk gebruik11 van de tappunten ten minste zijn:
Tappunt | Ltr/min (minimale tapcapaciteit bij 70ºC) | Ltr/min (minimale tapcapaciteit bij minimale temperatuur van 55°C) | Product (temperatuur in ºC x tapcapaciteit in ltr/min) |
Bad | 5 | 6,4 | 350 |
Douche | 2,5 | 3,2 | 175 |
Wastafel | 2,5 | 3,2 | 175 |
Aanrecht | 2,5 | 3,2 | 175 |
B. Bij een voorraadboiler
Indien een warmwatervoorraadboiler wordt toegepast gelden naast het gestelde onder A. (sub a, b en c) tevens de volgende uitgangspunten:
a. De minimale inhoud van een boiler dient te voldoen aan de in onderstaande tabel vermelde hoeveelheid (in liters) en is gebaseerd op een warmwatertemperatuur van 55°C en een nuttige inhoud van 80%.
Bij een afwijkende nuttige inhoud van de boiler mogen de waarden voor de boilerinhoud in de tabel worden gecorrigeerd.
De nuttige inhoud kan desgewenst ook worden bepaald door een aaneensluitende tapping uit te voeren met een mengtemperatuur van 40°C, bij een koudwatertemperatuur van 10°C en een minimale tap- hoeveelheid van 5 ltr./min. Door de getapte hoeveelheid boven de 40°C te vermenigvuldigen met 30/45 (omrekening naar 55°C) en vervolgens te vermenigvuldigen met 100/80 (omrekening nuttige inhoud) kan de uitkomst worden getoetst aan de bruto inhoud in de tabel.
Bruto boilerinhoud in liters | |||
Aantal | Geen douche-WTW | Toepassing douche-goot WTW | Toepassing douche-pijp WTW |
douche bad | douche bad | douche bad | |
personen |
1 en 2 | 107 | 162 | 83 | 150 | 66 | 142 |
3 | 148 | 203 | 111 | 179 | 87 | 162 |
4 | 192 | 247 | 143 | 210 | 110 | 185 |
5 | 239 | 295 | 178 | 246 | 137 | 213 |
6 | 287 | 343 | 214 | 281 | 164 | 240 |
De tabel is gebaseerd op:
• Het aantal personen per woning is gelijk aan het aantal slaapkamers +1;
• Bij grotere woningen (> 6 personen) dienen de waarden bepaald te worden middels extrapolatie;
• Bij toepassing van douche en bad uitgaan van een boilerinhoud gebaseerd op een bad;
• Een tweede badkamer heeft geen invloed op de grootte van het boilervat; de capaciteit is afgeleid van het aantal personen;
• Indien een afwijkende temperatuur wordt ingesteld dienen de waarden in de tabel te worden gecorrigeerd;
• Een opwarmtijd van de boiler tussen 1 en 8 uur (ofwel de dagvoorraad). Voor elke minuut dat het opladen korter duurt dan 1 uur mag de inhoud van de boiler éénmalig 1% kleiner worden. Als oplaadtijd moet het opwarmen van 10°C naar 55°C worden gehanteerd (bij een warmtepomp exclusief elektrisch element).
Meting wachttijd warm tapwater
Binnen 30 seconden na het opendraaien van de warmwaterkraan dient aan het tappunt een watertemperatuur bereikt te zijn van 70% van de maximum temperatuurstijging met een minimum van 45°C.
Voor warmwateraansluitingen voor (vaat)wasmachines en badmengkranen (zonder douchemogelijkheid) geldt de wachttijdeis niet.
Voor het meten van de wachttijden gelden de volgende voorwaarden:
• Meten bij ten minste de warmwaterhoeveelheden zoals vermeld in voorgaande tabel, welke hoeveelheden zijn gebaseerd op een gebruiksdruk van ten minste 100 kPa.
• De warmwaterinstallatie dient in bedrijf te zijn / de boiler op temperatuur / de naverwarmer ingeschakeld, zodanig dat aan het tappunt ten minste een warmwatertemperatuur conform de eisen in de NEN 1006 (zie voetnoot 10) gerealiseerd kan worden.
• Meten zonder perlators en waterbesparende douchekoppen.
• Meting uitvoeren nadat er ten minste 30 minuten geen warmwater getapt is.
• Meting uitvoeren bij een, op ontwerptemperatuur, verwarmde woning.
• Per afzonderlijk tappunt de wachttijd meten.
• Geen metingen uitvoeren aan thermostatische mengkranen.
Ventilatie
Aanvullend op de ventilatie-eisen zoals vermeld in het van toepassing zijnde Bouwbesluit dienen onderstaande ruimten voorzien te zijn van een natuurlijke of mechanische ventilatievoorziening met een capaciteit van ten minste 7 dm³/s:
• (een) opstelruimte(n) voor wasautomaat en/of wasdroger;
• (een) bergruimte(n) (niet zijnde een trapkast).
1 Bedoeld wordt de versie van het Bouwbesluit die van toepassing is op de op het Huis c.q. Gebouw verkregen vergunning(en). Het Bouwbesluit is te raadplegen via de website van de Rijksoverheid.
2 Onder carport wordt verstaan een op zich zelf staande overdekte vorstvrij gefundeerde constructie zonder wanden danwel een constructief aan een huis en/of garage verbonden afdak, beide met zodanige afmetingen en situering dat deze geschikt is om daaronder een personenauto te stallen.
3 Onder molest wordt verstaan de omschrijving gegeven in de tekst die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter griffie van de Rechtbank ’s-Gravenhage is gedeponeerd onder nummer 136/1981. Indien deze tekst gewijzigd wordt, is de gewijzigde tekst van toepassing op gevallen waarvoor het certificaat is afgegeven op of na de datum waarop die tekst van kracht geworden is.
4 Onder storm wordt verstaan wind met een gemiddelde uurlijkse snelheid van meer dan 14 m/sec.
5 Zie artikel 3 sub q van deze Bijlage A.
6 Het aanbrengen van een warmte-afgiftesysteem in enige ruimte is een zaak tussen partijen, de aanwezigheid van een verwarmingsinstallatie in een Huis/Privé-gedeelte en/of in een gemeenschappelijke ruimte is geen minimum eis op grond van het Bouwbesluit en/of de Woningborg Garantie- en waarborgregeling.
7 Waar gesproken wordt van ISSO publicatie 51 wordt gedoeld op de versie van deze norm, zoals luidend op het tijdstip dat ligt drie maanden voor de datum van de aanvraag van de verkregen (omgevings)vergunning.
8 Zekerheidsklasse A toepassen, tenzij aangetoond kan worden dat een andere zekerheidsklasse verantwoord is.
9 Geldt niet voor thermostatische mengkranen.
10 Conform de NEN 1006 dient de warmwatertemperatuur aan het mengtoestel of tappunt in een woninginstallatie zonder circulatie ten minste 55°C te zijn. Indien er wel sprake is van circulatie of van een collectief leidingnet dan geldt een minimale temperatuur van ten minste 60°C.
Bij installaties met circulatie dient de temperatuur van het water in de retourleidingen ten minste 60°C te zijn.
11 In het geval er sprake is van twee of meer badruimten gelden de genoemde waarden voor bad en douche ook bij gelijktijdig gebruik van maximaal twee tappunten voor de in afzonderlijke ruimten gelegen bad- en/of douchevoorzieningen, tenzij dit uitdrukkelijk is uitgesloten.