OVEREENKOMST
II
(Niet-wetgevingshandelingen)
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, over de deelname van Oekraïne aan Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2021-2025) ter aanvulling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie
De Europese Commissie (hierna „de Commissie” genoemd), namens de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna „Euratom” genoemd),
enerzijds,
en
Oekraïne (hierna „Oekraïne” genoemd),
anderzijds,
hierna „de partijen” genoemd,
OVERWEGENDE dat in de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (1) (hierna „de associatieovereenkomst” genoemd) is bepaald dat de partijen hun samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie moeten ontwikkelen en versterken teneinde bij te dragen tot de ontwikkeling van de wetenschappelijke zelf en hun mogelijkheden te vergroten om op wetenschapsgebied bij te dragen tot de oplossing van nationale en mondiale problemen;
OVERWEGENDE dat de associatieovereenkomst specifiek voorziet in de bevordering van civiel wetenschappelijk onder zoek op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging, onder meer door gezamenlijke activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, en de opleiding en mobiliteit van wetenschappers, en bepaalt dat de samenwerking in de civiele kernenergiesector moet plaatsvinden via de tenuitvoerlegging van specifieke overeenkomsten op dit gebied;
OVERWEGENDE dat in protocol III bij de associatieovereenkomst is bepaald dat de specifieke voorwaarden betreffende de deelname van Oekraïne aan de verschillende programma’s, met name de verschuldigde financiële bijdrage en de rap portage- en evaluatieprocedures, worden vastgesteld in een memorandum van overeenstemming tussen de Commissie en de bevoegde autoriteiten van Oekraïne, op basis van de criteria die in de betrokken programma’s zijn vastgesteld (2);
(1) PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.
(2) Deze overeenkomst heeft dezelfde rechtsgevolgen als het memorandum van overeenstemming dat is opgenomen in protocol III bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, inzake een kaderover eenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne inzake de algemene beginselen voor deelname van Oekraïne aan EU-programma’s.
OVERWEGENDE dat het programma van de Europese Unie voor onderzoek en innovatie, „Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (hierna „het Horizon Europa-programma ” genoemd) is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad (3);
OVERWEGENDE dat het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2021-2025) ter aanvulling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (hierna „het Euratom-programma ” genoemd) is vastgesteld bij Verordening (Euratom) 2021/765 van de Raad (4);
GEZIEN de inspanningen van de Europese Unie om het voortouw te nemen door de krachten te bundelen met haar internationale partners om mondiale uitdagingen aan te pakken in overeenstemming met het actieplan voor mens, planeet en welvaart in de agenda van de Verenigde Naties „Onze wereld transformeren: Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling”, en erkennend dat onderzoek en innovatie belangrijke aanjagers en essentiële instrumenten zijn voor innovatiegedreven duurzame groei, voor het economisch concurrentievermogen en voor de aantrekkelijkheid van de economie;
INSTEMMEND MET de algemene beginselen van Verordening (EU) 2021/695 en Verordening (Euratom) 2021/765;
OVERWEGENDE dat de algemene doelstelling van het Euratom-programma erin bestaat onderzoeks- en opleidingsactivi teiten op het gebied van kernenergie uit te voeren, met de nadruk op de voortdurende verbetering van de nucleaire veiligheid, beveiliging en stralingsbescherming, alsmede op de ondersteuning van de verwezenlijking van de doelstellin gen van Horizon Europa, onder meer in het kader van de energietransitie;
MET INACHTNEMING VAN de doelstellingen van de vernieuwde Europese Onderzoeksruimte om een gemeenschappelijke wetenschappelijke en technologische ruimte en een eengemaakte markt voor onderzoek en innovatie tot stand te brengen, de samenwerking tussen universiteiten, de uitwisseling van beste praktijken en aantrekkelijke onderzoeks loopbanen te bevorderen en te faciliteren, de mobiliteit van onderzoekers tussen landen en sectoren te vergemakkelijken, het vrije verkeer van wetenschappelijke kennis en innovatie te bevorderen, de eerbiediging van de academische vrijheid en vrij wetenschappelijk onderzoek te stimuleren, wetenschapsonderwijs en -communicatie te ondersteunen, en het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van deelnemende economieën te bevorderen, evenals het feit dat geas socieerde landen hierbij belangrijke partners zijn;
DE NADRUK LEGGEND op de rol van de Europese partnerschappen, waarmee enkele van de meest dringende uitdagingen van Europa door middel van gezamenlijke onderzoeks- en innovatie-initiatieven worden aangepakt, en aanzienlijk wordt bijgedragen tot de prioriteiten van de Europese Unie en Euratom op het gebied van onderzoek en innovatie waarvoor kritische massa en langetermijnvisie nodig zijn, en op het belang van de betrokkenheid van geassocieerde landen bij die partnerschappen;
VOORNEMENS ZIJNDE wederzijds voordelige voorwaarden tot stand te brengen om fatsoenlijke banen te scheppen, de innovatie-ecosystemen van de Partijen te versterken en te ondersteunen door ondernemingen op de markten van de Partijen te helpen innoveren en opschalen, en zowel de toepassing, de uitrol als de toegankelijkheid van innovatie te bevorderen, onder meer door middel van capaciteitsopbouw;
(3) Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).
(4) Verordening (Euratom) 2021/765 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de periode 2021-2025 ter aanvulling van Horizon Europa — het kader programma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Verordening (Euratom) 2018/1563 (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 81).
ERKENNEND dat deelname aan elkaars onderzoeks- en innovatieprogramma ’s wederzijdse voordelen moet opleveren, maar dat de Partijen zich ook het recht voorbehouden om de deelname aan hun onderzoeks- en innovatieprogramma ’s te beperken of aan voorwaarden te onderwerpen, met name voor acties die verband houden met hun strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid;
MET INACHTNEMING VAN de gemeenschappelijke doelstellingen, waarden en sterke banden van de Partijen op het gebied van onderzoek en innovatie, ook in de nucleaire sector, zoals eerder vastgesteld door middel van de overeenkomsten over de deelname van Oekraïne aan Horizon 2020 en het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014- 2018) en de opvolger daarvan, en talrijke andere internationale overeenkomsten die de betrekkingen tussen de partijen (5) schragen, en erkennende de gemeenschappelijke wens van de partijen om hun betrekkingen en samen werking op dat gebied verder te ontwikkelen, te versterken, te stimuleren en uit te breiden,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Reikwijdte van de associatie
1. Oekraïne neemt als geassocieerd land deel aan en draagt bij aan alle onderdelen van het programma „Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (hierna „het Horizon Europa-programma ” genoemd) als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2021/695 en uitgevoerd door middel van het specifieke programma dat is vastgesteld bij Besluit (EU) 2021/764 van de Raad (6), in de meest recente versies daarvan, en door middel van een financiële bijdrage aan het Europees Instituut voor innovatie en technologie. Oekraïne neemt als geassocieerd land deel aan en draagt bij aan alle onderdelen van het programma voor onderzoek en opleiding van Xxxxxxx (het Euratom- programma) dat is vastgesteld bij Verordening (Euratom) 2021/765, in de meest recente versie daarvan.
2. Verordening (EU) 2021/819 van het Europees Parlement en de Raad (7) en Besluit (EU) 2021/820 (8) zijn, in de meest recente versies daarvan, van toepassing op de deelname van Oekraïense juridische entiteiten aan de kennis- en innovatiegemeenschappen.
Artikel 2
Voorwaarden voor deelname aan het Horizon Europa-programma en het Euratom-programma
1. Oekraïne neemt deel aan het Horizon Europa-programma en het Euratom-programma overeenkomstig de voor waarden die zijn vastgesteld in protocol III bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, alsmede overeenkomstig de voorwaarden van deze overeenkomst, de in artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde rechtshandelingen, en andere regelgeving met betrekking tot de uitvoering van die pro gramma’s, in de meest recente versies daarvan.
2. Tenzij anders bepaald in de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden, met inbegrip van die tot uitvoering van artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695, mogen in Oekraïne gevestigde juridische entiteiten deelnemen aan indirecte acties van het Horizon Europa-programma en het Euratom-programma onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden voor in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten, met inbegrip van de eerbiediging van de beperkende maatregelen van de EU (9).
3. Voordat zij beslist of in Oekraïne gevestigde juridische entiteiten in aanmerking komen voor een actie met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Europese Unie als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695, kan de Commissie om specifieke informatie of toezeggingen verzoeken, bij voorbeeld:
a) informatie over de vraag of in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten toegang hebben gekregen of zullen krijgen tot bestaande en geplande programma’s, projecten en activiteiten van Oekraïne die equivalent zijn aan de desbetreffende actie van Horizon Europa;
(5) De Overeenkomst betreffende samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het kabinet van ministers van Oekraïne op het gebied van beheerste kernfusie (PB L 322 van 27.11.2002, blz. 40), de Overeenkomst betreffende samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het kabinet van ministers van Oekraïne inzake nucleaire veiligheid (PB L 322 van 27.11.2002, blz. 33) en de Overeenkomst betreffende samenwerking inzake het vreedzame gebruik van kernenergie tussen de Europese Gemeenschap voor Xxxxxxxxxxxx en het kabinet van ministers van Oekraïne (PB L 261 van 22.9.2006, blz. 27).
(6) Besluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 1).
(7) Verordening (EU) 2021/819 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking) (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 61).
(8) Besluit (EU) 2021/820 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) 2021-2027: Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren, en tot intrekking van Besluit nr. 1312/2013/EU (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 91).
(9) De beperkende maatregelen van de EU worden vastgesteld op grond van artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie of artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
b) informatie over de vraag of Oekraïne beschikt over een nationaal screeningmechanisme voor investeringen en waarborgen dat de Oekraïense autoriteiten bij de Commissie verslag uitbrengen en advies vragen over alle mogelijke gevallen waarbij zij, bij de toepassing van een dergelijk mechanisme, kennis hebben gekregen van een voorgenomen buitenlandse investering of overname door een entiteit die buiten Oekraïne is gevestigd of waarover vanuit het buitenland zeggenschap wordt uitgeoefend, in een Oekraïense juridische entiteit die financiering vanuit Horizon Europa heeft ontvangen in het kader van acties met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Europese Unie, voor zover de Commissie na de ondertekening van subsidieovereenkomsten met deze entiteiten aan Oekraïne de lijst van de relevante in Oekraïne gevestigde juridische entiteiten verstrekt; en
c) waarborgen dat geen van de resultaten, technologieën, diensten en producten die door in Oekraïne gevestigde entiteiten in het kader van de desbetreffende acties zijn ontwikkeld, gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie aan beperkingen worden onderworpen wat betreft de uitvoer daarvan naar de lidstaten van de EU. Oekraïne deelt gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie jaarlijks een bijgewerkte lijst met zaken die aan nationale uitvoerbeperkingen onderworpen zijn.
4. In Oekraïne gevestigde juridische entiteiten kunnen deelnemen aan de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden voor in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten, tenzij beperkingen noodzakelijk zijn om coherentie met de reikwijdte van de deelname te waarborgen in verband met de uitvoering van de leden 2 en 3 van dit artikel.
5. Indien de Europese Unie het Horizon Europa-programma uitvoert door de artikelen 185 en 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie toe te passen, kunnen Oekraïne en Oekraïense juridische entiteiten deelnemen aan de uit hoofde van deze bepalingen tot stand gebrachte juridische structuren, in overeenstemming met de rechtshandelingen van de Europese Unie die voor de totstandbrenging van die structuren zijn of zullen worden vastgesteld.
6. Deze overeenkomst verleent Oekraïne geen recht op lidmaatschap van de Europese gemeenschappelijke onder neming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, noch op deelname aan de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.
7. Vertegenwoordigers van Oekraïne hebben het recht als waarnemers deel te nemen aan de vergaderingen van het in artikel 14 van Besluit (EU) 2021/764 bedoelde comité en het in artikel 16 van Verordening (Euratom) 0000/000 xxxxxxxx xxxxxx, zonder stemrecht en enkel voor kwesties die Oekraïne betreffen.
De vertegenwoordigers van Oekraïne mogen echter niet aanwezig zijn bij de stemmingen in de comités. Oekraïne wordt in kennis gesteld van het resultaat.
8. De in het vorige lid bedoelde deelname geschiedt in dezelfde vorm als de deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie, met inbegrip van de procedures voor het ontvangen van informatie en documentatie. De rechten van Oekraïne om te worden vertegenwoordigd in en deel te nemen aan het Comité Europese onderzoeksruimte en de subgroepen ervan, zijn de rechten die van toepassing zijn op geassocieerde landen.
9. Vertegenwoordigers van Oekraïne hebben het recht als waarnemer deel te nemen aan de raad van beheer van het JRC, zonder stemrecht. Onder die voorwaarde gelden voor die deelname dezelfde regels en procedures als de regels en procedures die gelden voor vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie, met inbegrip van de spreek rechten en de procedures voor de ontvangst van informatie en documentatie met betrekking tot kwesties die Oekraïne betreffen.
10. Oekraïne kan deelnemen aan een consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC), overeenkom xxxx Xxxxxxxxxxx (EG) nr. 723/2009 van de Raad (10), in de meest recente versie, en overeenkomstig de rechtshandeling tot oprichting van het ERIC.
11. Reis- en verblijfkosten van vertegenwoordigers en deskundigen van Oekraïne in verband met hun deelname, als waarnemers, aan de werkzaamheden van het in artikel 14 van Besluit (EU) 2021/764 bedoelde comité en het in artikel 16 van Verordening (Euratom) 0000/000 xxxxxxxx comité, of aan andere vergaderingen in verband met de uitvoering van het Horizon Europa-programma of het Euratom-programma, worden door de Europese Unie vergoed op dezelfde grondslag als en volgens de procedures die gelden voor vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie.
(10) Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad van 25 juni 2009 betreffende een communautair rechtskader voor een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) (PB L 206 van 8.8.2009, blz. 1).
12. De Partijen stellen in het kader van de bestaande bepalingen alles in het werk om het vrij verkeer en verblijf van wetenschappers die aan de onder deze overeenkomst vallende activiteiten deelnemen, alsook het grensoverschrijdend verlenen van diensten en vervoeren van goederen die bestemd zijn om in het kader van die activiteiten te worden gebruikt, te vergemakkelijken.
13. Oekraïne neemt alle passende maatregelen die nodig zijn ervoor te zorgen dat in Oekraïne aangekochte of naar Oekraïne ingevoerde goederen en diensten die geheel of gedeeltelijk worden gefinancierd uit hoofde van subsidieover eenkomsten en/of contracten voor de uitvoering van de activiteiten overeenkomstig deze overeenkomst worden vrij gesteld van in Oekraïne geldende douanerechten, invoerrechten en andere fiscale heffingen, met inbegrip van btw.
Artikel 3
Financiële bijdrage
1. De financiële bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma en het Euratom-programma en aan de kosten voor het beheer, de uitvoering en het functioneren daarvan in het kader van de algemene begroting van de Europese Unie (hierna „de Uniebegroting” genoemd) is een voorwaarde voor de deelname van Oekraïne of Oekraïense juridische entiteiten aan die programma’s.
2. De financiële bijdrage van Oekraïne aan elk programma bestaat uit de som van:
a) een operationele bijdrage, en
b) een vergoeding voor deelname.
3. De financiële bijdrage van Oekraïne aan elk van beide programma’s neemt de vorm aan van een jaarlijkse betaling in twee termijnen, die ten laatste in juni en september verschuldigd zijn.
4. De operationele bijdrage van Oekraïne aan elk programma dekt de operationele en ondersteunende uitgaven van dat programma en is, zowel wat vastleggingen als wat betalingskredieten betreft, aanvullend aan in de definitieve Uniebegroting voor de respectieve programma’s opgenomen bedragen, met inbegrip van kredieten die overeenkomen met vrijmakingen die opnieuw ter beschikking zijn gesteld, zoals bedoeld in artikel 15, lid 3, van de meest recente versie van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (11) (hierna „het Financieel Regle ment” genoemd), en verhoogd met de externe bestemmingsontvangsten die niet voortvloeien uit financiële bijdragen van andere donoren aan de respectieve programma’s (12).
De verhoging voor externe bestemmingsontvangsten die overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad (13) zijn toegewezen, komt overeen met de jaarlijkse kredieten in de documenten bij de ontwerpbegroting van de Commissie voor het Horizon Europa-programma.
5. De aanvankelijke operationele bijdrage van Oekraïne aan elk programma wordt gebaseerd op een verdeelsleutel die wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het bruto binnenlands product (bbp) van Oekraïne tegen marktprijzen en het bbp van de Europese Unie tegen marktprijzen. De toe te passen bbp’s tegen marktprijzen worden door de daarvoor bestemde diensten van de Commissie vastgesteld op basis van de meest recente statistische gegevens die beschikbaar zijn voor begrotingsberekeningen in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de betaling verschuldigd is. Bij wijze van uitzondering wordt de aanvankelijke operationele bijdrage van Oekraïne aan elk programma voor 2021 gebaseerd op het bbp van het jaar 2019 tegen marktprijzen. In bijlage I is bepaald hoe deze verdeelsleutel wordt aangepast.
6. De aanvankelijke operationele bijdrage van Oekraïne aan elk programma wordt berekend door toepassing van de aangepaste verdeelsleutel op de aanvankelijke vastleggingskredieten die zijn opgenomen in de definitieve begroting van de Unie voor het respectieve programma van het desbetreffende jaar, verhoogd overeenkomstig lid 4.
(11) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(12) Dit omvat met name met betrekking tot het Horizon Europa-programma de middelen uit het herstelinstrument voor de Europese Unie, zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstru ment van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23).
(13) Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23).
7. De vergoeding voor deelname van Oekraïne bedraagt voor elk programma 4 % van de jaarlijkse aanvankelijke operationele bijdrage aan het respectieve programma, zoals berekend overeenkomstig de leden 5 en 6, en wordt over eenkomstig bijlage I ingefaseerd. De vergoeding voor deelname wordt achteraf niet aangepast of gecorrigeerd.
8. De aanvankelijke operationele bijdrage van Oekraïne aan elk programma voor een jaar N kan met terugwerkende kracht in een of meer daaropvolgende jaren naar boven of naar beneden worden bijgesteld op basis van de vastlegging van vastleggingskredieten in de begroting van dat jaar N, verhoogd overeenkomstig lid 4, van de uitvoering van de vastleggingen door middel van juridische verbintenissen en van de vrijmakingen ervan. Bijlage I bevat nadere bepalingen voor de uitvoering van dit artikel.
9. De Europese Unie verstrekt Oekraïne informatie over zijn financiële deelname, die is opgenomen in de informatie met betrekking tot de begroting, boekhouding, prestaties en evaluatie die is voorgelegd aan de begrotings- en kwijtings autoriteiten van de Europese Unie met betrekking tot het Horizon Europa-programma en het Euratom-programma. Die informatie wordt verstrekt met inachtneming van de regels van de Europese Unie, Euratom en Oekraïne inzake ver trouwelijkheid en gegevensbescherming en laat de informatie die Oekraïne overeenkomstig bijlage III moet ontvangen, onverlet.
10. Alle bijdragen van Oekraïne of betalingen van de Europese Unie en de berekening van verschuldigde of te ontvangen bedragen, worden in euro’s verricht.
Artikel 4
Regels voor de toepassing van het automatische correctiemechanisme op de operationele bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma
1. Op de operationele bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma is een automatisch correctieme chanisme van toepassing.
2. Er is een automatisch correctiemechanisme van de aanvankelijke operationele bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma voor het jaar N, zoals aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8, van toepassing, dat in het jaar N+2 wordt berekend. Dit mechanisme wordt gebaseerd op de prestaties van Oekraïne en Oekraïense juridische entiteiten in de onderdelen van het Horizon Europa-programma die door middel van subsidies op basis van mededin ging worden gefinancierd uit vastleggingskredieten voor het jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4.
Het bedrag van de automatische correctie wordt berekend op basis van het verschil tussen:
a) het aanvankelijke bedrag aan juridische verbintenissen voor subsidies van het Horizon Europa-programma op basis van mededinging die daadwerkelijk met Oekraïne of Oekraïense juridische entiteiten zijn aangegaan en die gefinan cierd zijn uit vastleggingskredieten voor het jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4, en
b) de bijbehorende, door Oekraïne betaalde operationele bijdrage voor het jaar N, zoals aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8, met uitzondering van de niet-interventiekosten die zijn gefinancierd uit vastleggingskredieten voor het jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4.
3. Indien het in lid 2 bedoelde bedrag, of dat nu positief of negatief is, meer dan 8 % van de bijbehorende aan vankelijke operationele bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma, zoals aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8, bedraagt, wordt de aanvankelijke operationele bijdrage van Oekraïne aan dat programma voor jaar N gecorrigeerd. Het door of aan Oekraïne verschuldigde bedrag als aanvullende bijdrage of verlaging van de bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma in het kader van het automatische correctiemechanisme, is het bedrag waarmee de drempel van 8 % wordt overschreden, waarbij het bedrag onder deze drempel van 8 % niet wordt mee gerekend in de aanvullende bijdrage die verschuldigd is of wordt gecompenseerd.
4. Bijlage I bevat gedetailleerde voorschriften met betrekking tot het automatische correctiemechanisme dat van toepassing is op de operationele bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma.
Artikel 5
Wederkerigheid
1. In de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten kunnen deelnemen aan programma’s, projecten en activiteiten van Oekraïne die equivalent zijn aan het Horizon Europa-programma of het Euratom-programma, overeenkomstig de wetgeving van Oekraïne.
2. De lijst van equivalente programma’s, projecten of activiteiten van Oekraïne die openstaan voor deelname van in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten is opgenomen in deel I van bijlage II. Oekraïne stelt alles in het werk om zijn in deel II van bijlage II genoemde programma’s, projecten en activiteiten geleidelijk open te stellen voor deel name door in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten.
3. Op de financiering van in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten door Oekraïne is de wetgeving van Oekraïne van toepassing waarin de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma ’s, -projecten en -activiteiten is geregeld. Indien geen financiering wordt verstrekt, kunnen in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten met hun eigen middelen deelnemen.
Artikel 6
Open wetenschap
De Partijen bevorderen en stimuleren openwetenschapspraktijken in hun programma’s, projecten en activiteiten weder zijds, overeenkomstig de voorschriften van het Horizon Europa-programma en het Euratom-programma, en de wetge ving van Oekraïne.
Artikel 7
Toezicht, evaluatie en verslaglegging
1. Onverminderd de verantwoordelijkheden van de Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en de Rekenkamer van de Europese Unie met betrekking tot het toezicht op en de evaluatie van het Horizon Europa- programma en het Euratom-programma wordt de deelname van Oekraïne aan die programma’s continu gemonitord op basis van partnerschap tussen de Commissie en Oekraïne.
2. Bijlage III bevat de voorschriften inzake goed financieel beheer, met inbegrip van financiële controle, invordering en andere fraudebestrijdingsmaatregelen met betrekking tot financiering van de Europese Unie in het kader van deze overeenkomst.
Artikel 8
Gezamenlijk comité voor onderzoek en innovatie EU/Euratom-Oekraïne
1. Hierbij wordt het Gezamenlijk comité voor onderzoek en innovatie EU/Euratom-Oekraïne (hierna „het Gezamen lijk comité EU/Euratom-Oekraïne ” genoemd) opgericht. Het Gezamenlijk comité EU/Euratom-Oekraïne is onder andere belast met:
a) het beoordelen, evalueren en herzien van de uitvoering van deze overeenkomst, met name wat betreft:
i) de deelname aan en prestaties van de juridische entiteiten van Oekraïne in het kader van het Horizon Europa- programma en het Euratom-programma;
ii) de mate waarin deelname aan de programma’s, projecten en activiteiten van een Partij (wederzijds) openstaat voor de in elke Partij gevestigde juridische entiteiten;
iii) de uitvoering van het mechanisme voor financiële toewijzing en het automatische correctiemechanisme over eenkomstig de artikelen 3 en 4;
iv) de uitwisseling van informatie en bestudering van eventuele vragen over de exploitatie van resultaten, met inbegrip van intellectuele-eigendomsrechten;
b) op verzoek van een van de Partijen, het bespreken van de door de Partijen toegepaste of geplande beperkingen van de toegang tot hun respectieve onderzoeks- en innovatieprogramma ’s, met name voor acties in verband met hun strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid;
c) het onderzoeken hoe de samenwerking kan worden verbeterd en ontwikkeld;
d) het samen bespreken van de toekomstige oriëntaties en prioriteiten van beleid met betrekking tot onderzoek en innovatie, en het plannen van onderzoek van gemeenschappelijk belang; en
e) het uitwisselen van informatie, onder meer over nieuwe wetgeving, besluiten of nationale onderzoeks- en innova tieprogramma’s die relevant zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst.
2. Het Gezamenlijk comité EU/Euratom-Oekraïne, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Unie, Euratom en Oekraïne, stelt zijn reglement van orde vast.
3. Het Gezamenlijk comité EU/Euratom-Oekraïne kan besluiten om op ad-hocbasis een werkgroep of adviesorgaan van deskundigen op te zetten, die/dat kan bijdragen tot de uitvoering van deze overeenkomst.
4. Het Gezamenlijk comité EU/Euratom-Oekraïne komt ten minste eenmaal per jaar bijeen en, indien dat vanwege bijzondere omstandigheden nodig is, op verzoek van een van de Partijen. De Europese Unie en Oekraïne organiseren de vergaderingen beurtelings en treden beurtelings als gastheer op.
5. Het Gezamenlijk comité EU/Euratom-Oekraïne voert zijn werkzaamheden doorlopend uit door middel van de uitwisseling van relevante informatie via alle communicatiemiddelen, met name met betrekking tot de deelname en prestaties van de juridische entiteiten van Oekraïne. Het Gezamenlijk comité EU/Euratom-Oekraïne kan zijn taken met name schriftelijk uitvoeren wanneer dat nodig is.
Artikel 9
Slotbepalingen
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de Partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van hun interne daartoe vereiste procedures.
2. Deze overeenkomst is van toepassing met ingang van 1 januari 2021. Zij blijft van kracht zolang dat nodig is voor de afronding van alle projecten, acties en activiteiten, of delen daarvan, die vanuit het Horizon Europa-programma en het Euratom-programma worden gefinancierd, van alle acties die nodig zijn om de financiële belangen van de Europese Unie te beschermen, en van alle financiële verplichtingen tussen de Partijen die voortvloeien uit de uitvoering van deze overeenkomst.
3. Deze overeenkomst wordt verlengd en is voor de periode 2026-2027 onder dezelfde voorwaarden van toepassing voor de opvolger van het Euratom-programma, tenzij een van de partijen binnen 3 maanden na de bekendmaking van dat vervolgprogramma in het Publicatieblad van de Europese Unie kennis geeft van haar besluit om deze overeenkomst niet tot dat vervolgprogramma uit te breiden. In geval van een dergelijke kennisgeving is deze overeenkomst met ingang van 1 januari 2026 niet van toepassing op de opvolger van het Euratom-programma.
4. De Europese Unie of Euratom kan de toepassing van deze overeenkomst met betrekking tot het Horizon Europa- programma of het Euratom-programma opschorten indien Oekraïne de in het kader van deze overeenkomst verschul digde financiële bijdrage aan het respectieve programma niet of slechts ten dele betaalt.
Indien de niet-betaling de uitvoering en het beheer van het Horizon Europa-programma of het Euratom-programma aanzienlijk in gevaar brengt, verzendt de Europese Commissie een formele aanmaningsbrief. Indien binnen twintig werkdagen na de formele aanmaningsbrief geen betaling is verricht, stelt de Europese Commissie Oekraïne in kennis van de opschorting van de toepassing van deze overeenkomst voor het desbetreffende programma door middel van een formele kennisgevingsbrief, die 15 dagen na ontvangst van deze kennisgeving door Oekraïne van kracht wordt.
Indien de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig de eerste alinea van dit lid wordt opgeschort, komen in Oekraïne gevestigde juridische entiteiten niet in aanmerking voor deelname aan aanbestedingsprocedures in het kader van het desbetreffende programma die nog niet zijn afgerond op het moment dat de opschorting van kracht wordt. Een aanbestedingsprocedure wordt geacht te zijn voltooid wanneer als gevolg van die procedure juridische verbintenissen zijn aangegaan.
De opschorting laat de juridische verbintenissen die in het kader van het desbetreffende programma zijn aangegaan met in Oekraïne gevestigde juridische entiteiten voordat de opschorting van kracht werd, onverlet. Deze overeenkomst blijft van toepassing op dergelijke juridische verbintenissen.
De Commissie, handelend namens de Europese Unie en Euratom, stelt Oekraïne onmiddellijk in kennis zodra zij het volledige bedrag van de voor het desbetreffende programma verschuldigde financiële bijdrage heeft ontvangen. De opschorting van dat programma wordt onmiddellijk na deze kennisgeving opgeheven.
Vanaf de datum waarop de opschorting wordt opgeheven, komen juridische entiteiten van Oekraïne weer in aanmerking voor aanbestedingsprocedures in het kader van het desbetreffende programma die vóór en na die datum van start zijn gegaan en waarvoor de uiterste termijn voor het indienen van aanvragen nog niet is verstreken.
5. Elk van beide Partijen kan deze overeenkomst te allen tijde opzeggen door een schriftelijke kennisgeving van zijn voornemen daartoe.
De opzegging wordt drie maanden na de datum waarop de schriftelijke kennisgeving de geadresseerde bereikt, van kracht. De datum waarop de opzegging van kracht wordt, is de opzeggingsdatum voor de toepassing van deze over eenkomst.
6. Indien deze overeenkomst overeenkomstig lid 5 wordt opgezegd, komen de Partijen overeen dat:
a) projecten, acties, activiteiten of delen daarvan waarvoor na de inwerkingtreding van deze overeenkomst en voordat deze overeenkomst niet meer van toepassing is of wordt opgezegd juridische verbintenissen zijn aangegaan, onder de voorwaarden van deze overeenkomst worden voortgezet totdat zij zijn voltooid;
b) de in artikel 3, lid 1, van deze overeenkomst bedoelde jaarlijkse financiële bijdrage voor elk van beide programma’s voor het jaar N waarin deze overeenkomst wordt opgezegd, volledig wordt betaald overeenkomstig artikel 3. De operationele bijdrage van het jaar N voor het Horizon Europa-programma wordt aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8, en gecorrigeerd overeenkomstig artikel 4 van deze overeenkomst. De operationele bijdrage van het jaar N voor het Euratom-programma wordt aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8, van deze overeenkomst. De vergoeding voor deelname die voor het jaar N wordt betaald als onderdeel van de financiële bijdrage voor elk van beide programma’s, wordt niet aangepast of gecorrigeerd.
c) na het jaar waarin deze overeenkomst wordt opgezegd, worden de aanvankelijke operationele bijdragen die voor elk van beide in artikel 3, lid 1, bedoelde programma’s zijn betaald voor de jaren waarin deze overeenkomst van toepassing was, aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8. Wat het Horizon Europa-programma betreft, worden deze bijdragen automatisch gecorrigeerd overeenkomstig artikel 4.
De Partijen regelen in onderlinge overeenstemming eventuele andere gevolgen van de opzegging van deze overeenkomst.
7. Deze overeenkomst kan alleen schriftelijk worden gewijzigd met wederzijdse instemming van de Partijen. Bij de inwerkingtreding van de wijzigingen wordt dezelfde procedure gevolgd als voor de inwerkingtreding van deze over eenkomst.
8. De bijlagen bij deze overeenkomst vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.
Gedaan te Kiev op twaalf oktober tweeduizend eenentwintig, in tweevoud, een in het Engels en een in het Oekraïens, zijnde beiden teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie tussen deze talen geldt de Engelse tekst.
Voor de Europese Commissie, namens de Europese Unie en Euratom,
Xxxxx XXXXXXX
Vicevoorzitter van de Europese Commissie
Voor Oekraïne,
Serhii SHKARLET
Minister van Onderwijs en Wetenschap van Oekraïne
BIJLAGE I
Voorschriften voor de financiële bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma (2021- 2027) en het programma voor onderzoek en opleiding van Xxxxxxx (2021-2025)
I. Berekening van de financiële bijdrage van Oekraïne
1. De financiële bijdragen van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma en het Euratom-programma staan los van elkaar. De financiële bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma respectievelijk het Euratom-pro gramma wordt jaarlijks vastgesteld evenredig aan en als aanvulling op het bedrag dat elk jaar in de algemene begroting van de Europese Unie beschikbaar is voor vastleggingskredieten die nodig zijn voor het beheer, de uitvoering en het functioneren van het Horizon Europa-programma respectievelijk het Euratom-programma.
2. De in artikel 3, lid 7, van deze overeenkomst bedoelde vergoeding voor deelname voor elk van beide programma’s wordt als volgt ingefaseerd:
— 2021: 0,5 %;
— 2022: 1 %;
— 2023: 1,5 %;
— 2024: 2 %;
— 2025: 2,5 %;
— 2026: 3 %;
— 2027: 4 %.
3. Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van deze overeenkomst wordt de aanvankelijke operationele bijdrage die Oekraïne voor zijn deelname aan het Horizon Europa-programma respectievelijk het Euratom-programma moet betalen voor de respectieve begrotingsjaren berekend door de verdeelsleutel aan te passen.
De verdeelsleutel wordt als volgt aangepast:
Aangepaste verdeelsleutel = Verdeelsleutel × Coëfficiënt
De coëfficiënten die voor de bovenstaande berekening worden gebruikt om de verdeelsleutel aan te passen, zijn 0,07 voor het Horizon Europa-programma en 0,21 voor het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding.
4. Overeenkomstig artikel 3, lid 8, van deze overeenkomst vindt de eerste aanpassing van de financiële bijdrage aan elk in artikel 3, lid 1, bedoeld programma met betrekking tot de uitvoering van de begroting voor het jaar N plaats in het jaar N+1, wanneer de aanvankelijke operationele bijdrage voor dat programma voor het jaar N naar boven of naar beneden wordt bijgesteld met het verschil tussen:
a) een aangepaste bijdrage die wordt berekend door de aangepaste verdeelsleutel voor het jaar N toe te passen op de som van:
i. de vastleggingen in de begroting die zijn gedaan voor vastleggingskredieten die in jaar N voor het respectieve programma zijn toegestaan uit hoofde van de goedgekeurde begroting van de Europese Unie en voor vastleggings kredieten die overeenstemmen met vrijmakingen die opnieuw ter beschikking zijn gesteld; en
ii. eventuele vastleggingskredieten op basis van externe bestemmingsontvangsten die niet voortvloeien uit financiële bijdragen van andere donoren aan het respectieve programma en die aan het einde van het jaar N beschikbaar waren;
b) en de aanvankelijke operationele bijdrage aan dit programma voor jaar N.
De Unie berekent vanaf het jaar N+2 en elk jaar daarna totdat alle in het kader van vastleggingskredieten uit het jaar N gefinancierde budgettaire vastleggingen zijn betaald of vrijgemaakt, en ten laatste drie jaar na het einde van het Horizon Europa-programma of het Euratom-programma, een aanpassing van de operationele bijdrage voor elk van de respectieve programma’s voor het jaar N door van de operationele bijdrage van Oekraïne het bedrag af te trekken dat wordt verkregen door de aangepaste verdeelsleutel voor het jaar N toe te passen op de vrijmakingen van elk jaar op vastleggingen van het jaar N die zijn gefinancierd uit de goedgekeurde begroting van de Unie of uit vrijmakingen die opnieuw ter beschikking zijn gesteld.
Indien vastleggingskredieten afkomstig van externe bestemmingsontvangsten van het jaar N die niet voortvloeien uit financiële bijdragen van andere donoren aan het respectieve programma worden geannuleerd, wordt de operationele bijdrage van Oekraïne aan dit programma verminderd met het bedrag dat wordt verkregen door de voor het jaar N aangepaste verdeelsleutel toe te passen op het geannuleerde bedrag.
II. Automatische correctie van de operationele bijdrage van Oekraïne die van toepassing is op het Horizon Europa-programma
1. Voor de berekening van de in artikel 4 van deze overeenkomst bedoelde automatische correctie, die uitsluitend op het Horizon Europa-programma van toepassing is, gelden de volgende regels:
a) “subsidies op basis van mededinging”: door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen toegekende subsidies, waarvan de eindbegunstigden kunnen worden geïdentificeerd wanneer de automatische correctie wordt berekend. Financiële steun aan derden in de zin van artikel 204 van het Financieel Reglement is uitgesloten;
b) indien een juridische verbintenis met een consortium wordt aangegaan, zijn de bedragen die worden gebruikt om de aanvankelijke bedragen van de juridische verbintenis vast te stellen de cumulatieve bedragen die zijn toegewezen aan begunstigden die Oekraïense entiteiten zijn, overeenkomstig de indicatieve verdeling van de begroting van de subsidieovereenkomst;
c) alle bedragen van juridische verbintenissen in het kader van subsidies op basis van mededinging worden vastgesteld met behulp van het elektronische systeem “eCorda” van de Europese Commissie en worden op de tweede woensdag van februari van het jaar N+2 opgenomen;
d) “niet-interventiekosten ”: andere kosten van het programma dan subsidies op basis van mededinging, met inbegrip van ondersteunende uitgaven, programmaspecifiek beheer en andere acties (1);
e) de bedragen die aan internationale organisaties worden toegewezen als juridische entiteiten die de eindbegunstigde zijn (2), worden beschouwd als niet-interventiekosten.
2. Het mechanisme wordt als volgt toegepast:
a) automatische correcties voor het jaar N in verband met de betaling van vastleggingskredieten voor het jaar N worden in het jaar N+2 toegepast op basis van gegevens uit eCorda over het jaar N en het jaar N+1 als bedoeld in deel II, punt 1, c), van deze bijlage, nadat eventuele aanpassingen overeenkomstig artikel 3, lid 8, van deze overeenkomst zijn toegepast op de bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma. Het in aanmerking te nemen bedrag is het bedrag van subsidies op basis van mededinging waarvoor gegevens beschikbaar zijn wanneer de correctie wordt berekend;
b) met ingang van het jaar N+2 en tot en met 2029 wordt het bedrag van de automatische correctie voor het jaar N berekend door het verschil te nemen tussen:
i. het totale bedrag van de subsidies op basis van mededinging dat aan juridische entiteiten van Oekraïne of Oekraïense juridische entiteiten is toegewezen als vastleggingen voor begrotingskredieten van het jaar N; en
(1) Andere acties omvatten met name aanbestedingen, prijzen, financiële instrumenten, directe acties van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, contributies (OESO, Eureka, Ipeec, IEA enz.), deskundigen (beoordelaars, toezichthouders op projecten) enz.
(2) Internationale organisaties worden alleen als niet-interventiekosten beschouwd als zij eindbegunstigden zijn. Dat is niet van toepassing als een internationale organisatie een project coördineert (toewijzing van middelen aan andere coördinatoren).
ii. het bedrag van de aangepaste operationele bijdrage van Oekraïne voor het jaar N, vermenigvuldigd met de verhouding tussen:
A. het bedrag van de subsidies op basis van mededinging voor vastleggingskredieten van het jaar N; en
B. het totaal van alle goedgekeurde vastleggingskredieten in de begroting voor het jaar N, met inbegrip van niet- interventiekosten.
III. Betaling van de financiële bijdrage van Oekraïne aan elk programma, betaling van de aanpassingen van de operationele bijdrage van Oekraïne aan elk programma, en betaling van de automatische correctie die op de operationele bijdrage van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma van toepassing is
1. De Commissie deelt Oekraïne zo spoedig mogelijk en uiterlijk bij de ondertekening van het eerste verzoek tot storting van het begrotingsjaar voor elk respectief programma als bedoeld in artikel 3, lid 1, van deze overeenkomst, de volgende informatie mee:
a. de bedragen aan vastleggingskredieten in de definitief goedgekeurde Uniebegroting van het jaar in kwestie voor de begrotingsonderdelen die betrekking hebben op de deelname van Oekraïne aan het Horizon Europa-programma respectievelijk het Euratom-programma, indien van toepassing, het bedrag aan externe bestemmingskredieten die niet voortvloeien uit de financiële bijdrage van andere donoren op die begrotingsonderdelen;
b. het bedrag van de vergoeding voor deelname als bedoeld in artikel 3, lid 7, van deze overeenkomst voor elk respectievelijk programma;
c. vanaf het jaar N+1 van de uitvoering van het Horizon Europa-programma en het Euratom-programma, de uitvoering van vastleggingskredieten voor begrotingsjaar N en het niveau van vrijmaking voor elk respectief programma;
d. uitsluitend wat het Horizon Europa-programma betreft en voor het deel van het Horizon Europa-programma waar voor dergelijke informatie nodig is om de automatische correctie te berekenen: het niveau van de vastleggingen ten behoeve van Oekraïense juridische entiteiten, uitgesplitst naar het desbetreffende jaar van begrotingskredieten en het daarmee samenhangende niveau van de totale vastlegging.
Wat elk van beide programma’s betreft, zal de Commissie op basis van haar ontwerpbegroting zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 1 september van het begrotingsjaar een raming van informatie verstrekken voor het volgende jaar uit hoofde van de punten a) en b).
2. De Commissie doet Oekraïne in april en juli van elk begrotingsjaar een verzoek tot storting in verband met de bijdrage van Oekraïne in het kader van elk van beide in artikel 3, lid 1, van deze overeenkomst bedoelde programma’s.
In elk verzoek tot storting moet zijn bepaald dat Oekraïne uiterlijk zestig dagen nadat het verzoek tot storting is gedaan zes twaalfden van zijn voor de respectieve programma’s verschuldigde bijdrage moet betalen.
3. In afwijking van lid 2 wordt de financiële bijdrage voor 2021 opgesplitst in tranches die worden verdeeld over meerdere verzoeken tot storting volgens het volgende betalingsschema:
— 50 % van de financiële bijdrage voor 2021 moet in 2022 worden betaald;
— 50 % van de financiële bijdrage voor 2021 moet in 2023 worden betaald.
De overeenkomstige bedragen worden opgenomen in het verzoek tot storting van het desbetreffende jaar.
3. Het verzoek tot storting dat elk jaar in april wordt gedaan kan ook aanpassingen omvatten van de door Oekraïne betaalde financiële bijdrage voor de uitvoering, het beheer en het functioneren van het vorige kaderprogramma voor onderzoek en innovatie of het programma voor onderzoek en opleiding van Xxxxxxx, waaraan Oekraïne heeft deel genomen.
4. Wat het Horizon Europa-programma betreft, zal vanaf 2023 en in elk jaar daarna in de verzoeken tot storting ook rekening worden gehouden met het bedrag van de automatische correctie die op de in het jaar N-2 betaalde operationele bijdrage voor het Horizon Europa-programma van toepassing is.
Voor elk van de begrotingsjaren 2028, 2029 en 2030 is het bedrag dat voortvloeit uit de automatische correctie die wordt toegepast op de in 2026 en 2027 voor het Horizon Europa-programma door Oekraïne betaalde operationele bijdragen of uit de overeenkomstig artikel 3, lid 8, van deze overeenkomst gedane aanpassingen verschuldigd aan of door Oekraïne.
5. Oekraïne betaalt zijn financiële bijdrage in het kader van deze overeenkomst voor elk van beide programma’s overeenkomstig punt III van deze bijlage. Indien Oekraïne op de vervaldatum niet heeft betaald, stuurt de Commissie een aanmaningsbrief.
Bij te late betaling van de financiële bijdrage voor een programma betaalt Oekraïne achterstandsrente op het resterende bedrag vanaf de vervaldatum.
De rentevoet voor op de vervaldatum niet voldane schuldvorderingen is het door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringsoperaties toegepaste percentage dat geldt op de eerste kalenderdag van de maand van de vervaldag, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie, vermeerderd met anderhalf procentpunt.
BIJLAGE II
Niet-uitputtende lijst van equivalente programma’s, projecten en activiteiten van Oekraïne Deel 1
Programma’s van Oekraïne die openstaan voor deelname van in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten
De volgende programma’s van Oekraïne staan open voor deelname van in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten:
— Oproepen tot mededinging van de Oekraïense nationale onderzoeksstichting
— Concurrerende selectie van wetenschappelijke en technische (experimentele) ontwikkelingen onder staatstoezicht, goedgekeurd bij besluit van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen van Oekraïne
— Concurrerende selectie van wetenschappelijke en wetenschappelijk-technische werken en projecten die worden gefinancierd door het externe instrument voor bijstand van de Europese Unie met het oog op de vervulling van de verplichtingen van Oekraïne in het kader van het kaderprogramma van de Europese Unie inzake wetenschappelijk onderzoek en innovatie “Horizon 2020”
— Concurrerende selectie van het Oekraïense startersfonds
Deel 2
Programma’s waarvoor Oekraïne zich ertoe verbindt deze geleidelijk open te stellen voor deelname van in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten
De volgende programma’s van Oekraïne worden geleidelijk opengesteld voor deelname van in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten
— Stichting van de president van Oekraïne ter ondersteuning van onderwijs, wetenschap en sport
BIJLAGE III
Goed financieel beheer
Bescherming van financiële belangen en terugvordering
Artikel 1
Evaluaties en controles
1. De Europese Unie heeft het recht om, overeenkomstig de toepasselijke handelingen van een of meer instellingen of organen van de Unie en zoals bepaald in desbetreffende overeenkomsten en/of contracten, technische, wetenschappe lijke, financiële of andere evaluaties en controles uit te voeren in de gebouwen en op de terreinen van natuurlijke personen of andere juridische entiteiten die in Oekraïne woonachtig of gevestigd zijn en die financiering van de Europese Unie ontvangen, alsook van in Oekraïne woonachtige of gevestigde derden die bij de besteding van de middelen van de Unie betrokken zijn. Die evaluaties en controles kunnen worden uitgevoerd door functionarissen van de instellingen en organen van de Europese Unie, met name van de Europese Commissie en de Europese Reken kamer, of door andere personen die daartoe door de Europese Commissie zijn gemachtigd.
2. De functionarissen van de instellingen en organen van de Europese Unie, met name van de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer, en de andere door de Europese Commissie gemachtigde personen hebben passende toegang tot plaatsen, werken en documenten (zowel elektronische als papieren versies) en tot alle informatie die nodig is om deze controles uit te voeren, met inbegrip van het recht om een fysieke of digitale kopie en uittreksels van documenten of de inhoud van een gegevensdrager te verkrijgen die de gecontroleerde natuurlijke of rechtspersoon of de gecontroleerde derde in zijn bezit heeft.
3. Oekraïne zal het recht op toegang tot Oekraïne en tot de gebouwen en op de terreinen van de in lid 2 bedoelde functionarissen en andere personen niet weigeren of op enige wijze belemmeren vanwege de uitvoering van hun in dit artikel bedoelde taken.
4. De evaluaties en controles kunnen ook na de opschorting van de toepassing van deze overeenkomst overeen komstig artikel 9, lid 5, daarvan, of de opzegging van deze overeenkomst worden uitgevoerd onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de toepasselijke handelingen van een of meer instellingen of organen van de Europese Unie en in de relevante overeenkomsten en/of contracten met betrekking tot eventuele juridische verbintenissen tot besteding van de begroting van de Europese Unie die de Europese Unie vóór de datum waarop de opschorting van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 9, lid 5, van deze overeenkomst, of de opzegging van deze overeenkomst van toepassing wordt, is aangegaan.
Artikel 2
Bestrijding van onregelmatigheden en fraude en andere strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad
1. De Europese Commissie en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) zijn gemachtigd om op het grondgebied van Oekraïne administratieve onderzoeken, waaronder controles en verificaties ter plaatse, te verrichten. Deze onderzoeken worden uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld bij de toepasselijke han delingen van een of meer instellingen van de Unie.
2. De bevoegde autoriteiten van Oekraïne stellen de Europese Commissie of het OLAF binnen een redelijke termijn in kennis van elk feit of elk vermoeden waarvan zij kennis hebben gekregen in verband met een onregelmatigheid, fraude of een andere onwettige activiteit waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad.
3. Controles en verificaties ter plaatse kunnen worden uitgevoerd op de terreinen van natuurlijke personen of andere juridische entiteiten die in Oekraïne woonachtig of gevestigd zijn en die financiering van de Europese Unie ontvangen, alsook van in Oekraïne woonachtige of gevestigde derden die bij de besteding van de middelen van de Unie betrokken zijn.
4. De controles en verificaties ter plaatse worden door de Europese Commissie of het OLAF voorbereid en uitgevoerd in nauwe samenwerking met de door de regering van Oekraïne aangewezen bevoegde Oekraïense autoriteit. De aange wezen autoriteit wordt tijdig in kennis gesteld van het voorwerp, het doel en de rechtsgrondslag van de controles en verificaties, zodat zij bijstand kan verlenen. Te dien einde kunnen functionarissen van de bevoegde Oekraïense autori teiten aan de controles en verificaties ter plaatse deelnemen.
5. Op verzoek van de Oekraïense autoriteiten kunnen de controles en verificaties ter plaatse samen met de Europese Commissie en het OLAF worden uitgevoerd.
6. Functionarissen van de Commissie en het OLAF hebben toegang tot alle informatie en documentatie over de desbetreffende verrichtingen die nodig zijn voor de passende uitvoering van controles en verificaties ter plaatse, met inbegrip van computergegevens. Zij mogen met name kopieën maken van relevante documenten.
7. Wanneer de persoon, entiteit of andere derde zich verzet tegen een controle of verificatie ter plaatse, staan de Oekraïense autoriteiten overeenkomstig de nationale wet- en regelgeving de Europese Commissie of het OLAF bij om hen in staat te stellen hun taken met betrekking tot de controle of verificatie ter plaatse uit te voeren. Die steun omvat het nemen van passende voorzorgsmaatregelen uit hoofde van het nationale recht, met name ter bescherming van bewijsstukken.
8. De Europese Commissie of het OLAF stelt de Oekraïense autoriteiten van het resultaat van deze controles en verificaties in kennis. De Europese Commissie of het OLAF stelt de bevoegde Oekraïense autoriteit met name zo spoedig mogelijk in kennis van elk feit of vermoeden met betrekking tot een onregelmatigheid waarvan zij in het kader van de controle of verificatie ter plaatse kennis hebben gekregen.
9. Onverminderd de toepassing van het Oekraïense strafrecht, kan de Europese Commissie overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie administratieve maatregelen en sancties opleggen aan Oekraïense natuurlijke of rechts personen die deelnemen aan de uitvoering van een programma of activiteit.
10. Met het oog op een goede uitvoering van dit artikel wisselen de Europese Commissie of het OLAF en de bevoegde Oekraïense autoriteiten regelmatig informatie uit, en plegen zij overleg indien een van de Partijen bij deze overeenkomst daarom verzoekt.
11. Om doeltreffende samenwerking en informatie-uitwisseling met het OLAF te faciliteren, wijst Oekraïne een contactpunt aan.
12. Bij de informatie-uitwisseling tussen de Europese Commissie of het OLAF en de bevoegde Oekraïense autoriteiten worden de vertrouwelijkheidseisen naar behoren in acht genomen. Persoonsgegevens die in de uitgewisselde informatie zijn opgenomen, worden beschermd overeenkomstig de toepasselijke regels.
13. De Oekraïense autoriteiten werken samen met het Europees Openbaar Ministerie om het in staat te stellen daders van en medeplichtigen aan strafbare feiten die de financiële belangen van de Europese Unie schaden overeenkomstig de toepasselijke wetgeving te onderzoeken, te vervolgen en voor de rechter te brengen.
Artikel 3
Invordering en tenuitvoerlegging
1. Besluiten van de Europese Commissie waarbij een geldelijke verplichting wordt opgelegd aan natuurlijke of rechtspersonen die geen staten zijn met betrekking tot vorderingen uit hoofde van het Horizon Europa-programma zijn uitvoerbaar in Oekraïne. Het bevel van tenuitvoerlegging wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van het besluit, aangebracht door de nationale autoriteit die daartoe door de regering van Oekraïne is aangewezen. De regering van Oekraïne maakt zijn aangewezen nationale autoriteit bekend aan de Commissie en het Hof van Justitie van de Europese Unie. Overeenkomstig artikel 4 heeft de Europese Commissie het recht dergelijke uitvoer bare beslissingen rechtstreeks ter kennis te brengen van in Oekraïne wonende personen en aldaar gevestigde juridische entiteiten. De tenuitvoerlegging vindt plaats overeenkomstig de Oekraïense wetgeving en procedurele voorschriften.
2. Arresten en beschikkingen van het Hof van Justitie van de Europese Unie op basis van de toepassing van een arbitragebeding in een contract of overeenkomst met betrekking tot programma’s, activiteiten, acties of projecten van de Unie zijn in Oekraïne uitvoerbaar op dezelfde wijze als de in lid 1 bedoelde besluiten van de Europese Commissie.
3. Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd om de rechtsgeldigheid van het in lid 1 bedoelde besluit van de Commissie te toetsen en de tenuitvoerlegging ervan te schorsen. De rechterlijke instanties van Oekraïne zijn echter bevoegd voor klachten over onrechtmatige uitvoering.
Artikel 4
Communicatie en uitwisseling van informatie
De instellingen en organen van de Europese Unie die betrokken zijn bij de uitvoering van het Horizon Europa-pro gramma of bij het toezicht op dat programma, hebben het recht rechtstreeks te communiceren met in Oekraïne wonende natuurlijke personen of aldaar gevestigde juridische entiteiten die middelen van de Unie ontvangen en met in Oekraïne wonende of gevestigde derden die betrokken zijn bij de besteding van middelen van de Unie, onder meer via systemen voor elektronische informatie-uitwisseling. Die personen, entiteiten en derden kunnen alle informatie en documentatie die zij moeten indienen op grond van de wetgeving van de Europese Unie die van toepassing is op het programma van de Unie en op grond van de contracten of overeenkomsten die voor de uitvoering van dat programma zijn gesloten rechtstreeks bij de instellingen en organen van de Europese Unie indienen.