Artikel 1 – Naam en zetel
MAP/VvdM/60019511
Concept 23 februari 2022
Artikel 1 – Naam en zetel
1. De Coöperatie draagt de naam Energiecoöperatie KetelhuisWG UA.
2. Gevestigd in de gemeente Amsterdam.
Artikel 2 – Doel
1. De coöperatie heeft als doel te voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden, krachtens overeenkomsten gesloten tussen haar leden en de coöperatie of een rechtspersoon die het bedrijf van de coöperatie feitelijk uitoefent, in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent of doet uitoefenen, met betrekking tot:
(i) het doen opwekken van, transporteren en leveren van warmte aan woningen en bedrijven in de WG-buurt te Amsterdam;
(ii) het stimuleren van het gebruik van duurzame, lokaal opgewekte energie in de WG-buurt te Amsterdam;
(iii) het direct of indirect ten behoeve van haar leden doen opwekken van duurzame energie in de WG-buurt te Amsterdam;
(iv) het ten behoeve van haar leden collectief inkopen van energie en/of daaraan gerelateerde producten en/of diensten;
(v) het bevorderen van energiebesparing door haar leden;
(vi) het oprichten van, als enig aandeelhouder deelnemen in, besturen en financieren van het energiebedrijf ondergebracht in de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KetelhuisWG B.V. ten behoeve van warmte levering aan haar leden;
(vii) het verwerven, oprichten en exploiteren van duurzame energie-, opwekkingsmiddelen, waaronder zonne-energiesystemen, wind- en waterkrachtsystemen;
(viii) het sluiten of door KetelhuisWG B.V. doen sluiten van overeenkomsten met haar leden teneinde te voorzien in hun behoefte aan duurzame, lokaal geproduceerde energie;
(ix) het oprichten van, deelnemen in of samenwerken met organisaties, Als fat voor het bereiken van het doel van de coöperatie bevorderlijk kan zijn;
(x) het geven van voorlichting over de lokale opwekking en gebruik van duurzame energie;
(xi) het geven van externe voorlichting en trainingen over de ervaringen en lessen van XxxxxxxxxXX; en
(xii) het verrichten van al hetgeen in de ruimste zin met het bovenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
2. De coöperatie kan de overeenkomsten die zij met haar leden sluit ook met derden aangaan, mits niet in zodanige mate dat de overeenkomsten met de leden van ondergeschikte betekenis zijn.
Artikel 3 – Aanvraag en toelating lidmaatschap; het ledenregister
1. Leden van de coöperatie kunnen zijn natuurlijke personen en rechtspersonen die warmte (zullen) afnemen van de coöperatie en die in de WG-buurt of haar directe omgeving: (i) aldaar eigenaar zijn van een registergoed en aldaar woonachtig of gevestigd zijn, of (ii) aldaar een registergoed huren, of (iii)
aldaar eigenaar zijn van een registergoed. In een huishoudelijk reglement kunnen nadere vereisten voor het lidmaatschap worden gesteld.
2. De coöperatie kent aspirant-leden, aspirant-leden zijn geen leden van de coöperatie in de zin van de wet. Aspirant-leden hebben het recht om de algemene vergadering bij te wonen (vergaderrecht) maar geen stemrecht in de algemene vergadering.
Aspirant-leden van de coöperatie kunnen zijn natuurlijke personen en rechtspersonen die in het gebied tussen de Eerste Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, de Overtoom, de Xxxxx xxx Xxxxxxxxxx en de Xxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx: (i) aldaar eigenaar zijn van een registergoed en aldaar woonachtig of gevestigd zijn, of (ii) aldaar een registergoed huren, of (iii) aldaar eigenaar zijn van een registergoed.
Artikel 5 van deze statuten is overeenkomstig van toepassing op aspirant-leden.
3. De aanvraag van het lidmaatschap van de coöperatie geschiedt door een schriftelijk verzoek aan het bestuur onder verstrekking van alle door het bestuur verlangde gegevens. Het ondertekenen van een warmteleveringsovereenkomst met de Coöperatie of KetelhuisWG BV geldt als een schriftelijk verzoek als bedoeld in de vorige volzin van dit artikellid.
Het bestuur beslist binnen één maand na ontvangst van het verzoek over de toelating en deelt de beslissing schriftelijk aan de aanvrager mee. Xxxxxxx van niet toelating door het bestuur kan de algemene vergadering niet alsnog tot toelating besluiten.
De aanvraag van het aspirant-lidmaatschap geschiedt door een schriftelijk verzoek aan het bestuur onder verstrekking van alle door het bestuur verlangde gegevens.
Het bestuur beslist binnen een maand na ontvangst van het verzoek over de toelating en deelt de beslissing schriftelijk aan de aanvrager mee. Xxxxxxx van niet toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
4. Het bestuur houdt een ledenregister bij waarin de namen en adressen van de leden en aspirant-leden zijn vermeld. Het register ligt voor de leden en aspirant-leden ter inzage.
Artikel 4 – Overdracht en overgang lidmaatschap
1. Het lidmaatschap is vatbaar voor overgang door fusie, splitsing, contractsoverneming of erfopvolging met dien verstande dat de eerste volzin van artikel 3 lid 1 van deze statuten van overeenkomstige toepassing is en de lidmaatschapsrechten pas kunnen worden uitgeoefend nadat de overgang is goedgekeurd door het bestuur.
2. Het bestuur verwerkt de overgang van het lidmaatschap op de wijze als bedoeld in artikel 4 lid 1 van deze statuten in het ledenregister als bedoeld in artikel 3 lid 4 van deze statuten.
Artikel 5 – Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap eindigt:
(i) door overlijden van het lid. Is een rechtspersoon lid van de coöperatie dan eindigt zijn lidmaatschap wanneer hij ophoudt te bestaan, tenzij dit ophouden te bestaan het gevolg is van fusie of splitsing en het lidmaatschap vatbaar is voor overgang;
(ii) door opzegging door het lid;
(iii) door opzegging door de coöperatie;
(iv) door ontzetting.
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar, mits schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken.
Niettemin is onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging mogelijk:
(i) indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
(ii) binnen een maand nadat een besluit waarbij anders dan geldelijk de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard aan een lid bekend is geworden of medegedeeld;
(iii) binnen een maand nadat een lid een besluit is medegedeeld tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm of tot fusie, dan wel splitsing. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.
3. Opzegging van het lidmaatschap door de coöperatie kan eveneens slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar. De opzegging geschiedt door het bestuur, schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken.
Opzegging van het lidmaatschap door de coöperatie kan slechts plaatsvinden:
(i) wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten - door de statuten en/of het huishoudelijk reglement aan het lidmaatschap gesteld - te voldoen;
(ii) wanneer redelijkerwijs van de coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
(iii) ingeval van opzegging met onmiddellijke ingang is de beroepsprocedure in lid 4 van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar met dien verstande dat opzegging kan geschieden met onmiddellijke ingang in het geval onder (ii) hiervoor vermeld.
4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der coöperatie handelt of wanneer een lid de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen in kennis stelt.
De betrokkene is bevoegd binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
5. Het bestuur kan een lid dat handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt, schorsen voor een door het bestuur te bepalen periode van maximaal zes (6) maanden. De derde volzin van artikel 5 lid 4 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 – Geldmiddelen; heffingen en aansprakelijkheid
1. De geldmiddelen van de coöperatie bestaan uit: de jaarlijkse contributies van de aspirant-leden, giften, erfstellingen, subsidies en het door de algemene vergadering gereserveerde deel van een eventueel batig saldo en andere inkomsten. Jaarlijks wordt door de algemene vergadering de hoogte van de contributie vastgesteld.
Het niet-gestorte gedeelte van het inleggeld is steeds opeisbaar.
Indien in de loop van het boekjaar het aspirant-lidmaatschap eindigt, blijft de contributie voor het geheel verschuldigd.
Artikel 7 – Wijziging in de overeenkomsten
1. Het bestuur is met voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het, al dan niet door XxxxxxxxxXX BV doen, wijzigen van de met de leden in de uitoefening van haar
bedrijf aangegane overeenkomsten, mits de coöperatie deze bevoegdheid in de overeenkomst op duidelijke wijze heeft voorbehouden.
Artikel 8 – Benoeming, schorsing en ontslag van het bestuur
1. De algemene vergadering bepaalt het aantal bestuurders met een minimum van drie – niet zijnde personen benoemd op bindende voordracht als bedoeld onder (i) en (ii) – en een maximum van negen en de periode waarvoor de bestuurders worden benoemd, de periode van benoeming kan door het bestuur eventueel worden verlengd overeenkomstig lid 4. De bestuurders worden uit de leden benoemd met dien verstande dat en twee bestuurders uit niet-leden worden benoemd. Bestuurders die tevens lid van de coöperatie zijn worden door de algemene vergadering benoemd. Bestuurders die niet tevens lid van de coöperatie zijn worden door de algemene vergadering benoemd als volgt:
(i) één bestuurder wordt benoemd uit een gezamenlijke bindende voordracht van de bedrijfsgrootverbruikers actief in de WG-buurt of haar directe omgeving; en
(ii) één bestuurder wordt benoemd uit een gezamenlijke bindende voordracht van de verhuurders van woningen actief in de WG-buurt of haar directe omgeving.
Het bindende karakter kan aan de voordrachten bedoeld onder (i) en (ii) worden ontnomen door een besluit daartoe van de algemene vergadering, genomen in een vergadering met een meerderheid van tenminste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
2. Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester en eventueel plaatsvervangers voor hen. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd. De functie van voorzitter kan niet worden vervuld door een bestuurder benoemd uit een bindende voordracht als bedoeld in lid onder (i) en (ii).
3. Tot bestuurder kunnen niet worden benoemd:
(i) leden van de raad van commissarissen en werknemers van het energiebedrijf KetelhuisWG BV;
(ii) De echtgenoten, geregistreerde partners, bloed- en aanverwanten in rechte lijn van de personen onder (i).
4. Het bestuur stelt aan de hand van de voorgeschreven zittingsduur een rooster van aftreden vast. Daarbij moet worden voorkomen dat het periodiek aftreden een evenwichtig functioneren van het bestuur in gevaar brengt, om welke reden het bestuur van geval tot geval de zittingsduur van een bestuurder mag verlengen met ten hoogste één jaar.
5. Bestuurders kunnen te allen tijde zonder opgave van redenen door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen. Een besluit tot schorsing en ontslag behoeft dezelfde meerderheid van stemmen en hetzelfde quorum als een besluit tot statutenwijziging.
6. Als ingeval van schorsing van een bestuurslid de algemene vergadering niet binnen drie maanden daarna tot zijn ontslag heeft besloten, eindigt de schorsing. De geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan.
7. Als één of meer bestuurders ontbreken (ontstentenis) of verhinderd (belet) zijn, dan wordt de coöperatie bestuurd door de overgebleven bestuurder(s). Als alle bestuurders ontbreken (ontstentenis) of verhinderd (belet) zijn, dan wordt de coöperatie tijdelijk bestuurd door een persoon die daartoe door de algemene vergadering is aangewezen. Als alle bestuurders ontbreken (ontstentenis) zijn, dan neemt deze persoon zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen om een definitieve voorziening te treffen.
Onder verhinderd (belet) wordt in deze statuten verstaan, de situatie dat de bestuurder tijdelijk zijn functie niet kan uitoefenen als gevolg van:
(i) schorsing;
(ii) ziekte; of
(iii) onbereikbaarheid.
Artikel 9 – Bestuursbevoegdheid
1. Het bestuur is belast met het besturen van de coöperatie. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de coöperatie en de met haar verbonden onderneming.
Het bestuur kan uit zijn midden een dagelijks bestuur benoemen. Het bestuur kan, tot wederopzegging, taken en bevoegdheden delegeren aan het dagelijks bestuur.
2. De volgende besluiten van het bestuur zijn onderworpen aan de goedkeuring van de algemene vergadering:
(i) het opstellen van een begroting, van een voortschrijdend meerjaren- en jaarbeleidsplan en een aansluitend financieel-economisch meerjarenplan voor de financiering van de coöperatie, alsmede een herziening daarvan;
(ii) het verkrijgen, vervreemden, bezwaren, huren, verhuren, en op andere wijze in gebruik of genot nemen en geven van registergoederen;
(iii) het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de coöperatie een krediet wordt vertrekt;
(iv) duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met een andere onderneming en het verbreken of aanmerkelijk wijzigen van zodanige samenwerking;
(v) het rechtstreeks of middellijk deelnemen in een andere rechtspersoon of vennootschap en het aanbrengen van een wijziging in of het afstoten van zodanige deelneming;
(vi) het uitbreiden van de zaken van de coöperatie met een nieuwe tak van bedrijf;
(vii) het overdragen of, anders dan voor korte tijd, sluiten van het door de coöperatie uitgeoefende bedrijf of een deel daarvan; en
(viii) het aangaan van overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor derden sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
3. De algemene vergadering is, bij een daartoe strekkend besluit, bevoegd ook andere besluiten van het bestuur dan die in lid 2 van dit artikel zijn vermeld, aan haar goedkeuring te onderwerpen, mits de algemene vergadering zodanige besluiten van het bestuur nauwkeurig omschrijft en aan het bestuur meedeelt.
Artikel 10 – Bestuursvergaderingen
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter van het bestuur of een meerderheid van de leden van het bestuur dat nodig acht, echter in ieder geval ten minste twee keer per jaar en onmiddellijk voorafgaande aan de jaarlijkse algemene vergadering van de coöperatie.
2. De [voorzitter][secretaris] is belast met de oproeping van de vergaderingen van het bestuur. Voorts kan elke bestuurder een vergadering oproepen indien hij zo verlangt en indien de [voorzitter][secretaris] geen vergadering kan oproepen. De oproepingstermijn bedraagt ten minste drie dagen.
3. Besluiten van het bestuur mogen alleen worden genomen indien de meerderheid van de leden van het bestuur in een vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
Indien oproeping niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden kan het bestuur besluiten nemen indien alle bestuurders in die vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
4. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben uitgesproken. Van besluiten op deze wijze tot stand gekomen wordt in de eerstvolgende bestuursvergadering mededeling gedaan.
5. Vergaderingen van het bestuur kunnen worden gehouden door middel van een telefonische conferentie, videoconferentie, of iedere andere vorm van (digitale) communicatie.
6. Bestuursbesluiten worden vastgelegd in een besluitenlijst of register.
7. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang bedoeld in artikel 9 lid 1 van deze statuten. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
Artikel 11 – Coöperatieraad (Raad van Advies)
1. De algemene ledenvergadering kan overgaan tot het instellen van een coöperatieraad.
2. Lid van de coöperatieraad kan niet een persoon zijn:
(i) die in dienst is van de coöperatie, ten behoeve van de coöperatie bepaalde diensten verricht of een belangrijke zakelijke relatie heeft met de coöperatie;
(ii) die in een periode van 3 jaar voorafgaand aan de benoeming in dienst was van de coöperatie of lid was van haar bestuur;
(iii) die lid is van het bestuur van de coöperatie;
(iv) die verwant, gehuwd of samenwoont met een zittend lid van het bestuur van de coöperatie.
3. Leden van de coöperatieraad worden benoemt door de algemene vergadering, al dan niet op voordracht van een lid van de coöperatie.
Leden van de coöperatieraad kunnen te allen tijde zonder opgave van redenen door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen. Een besluit tot schorsing en ontslag behoeft dezelfde meerderheid van stemmen en hetzelfde quorum als een besluit tot statutenwijziging.
Als ingeval van schorsing van een lid van de coöperatieraad de algemene vergadering niet binnen drie maanden daarna tot zijn ontslag heeft besloten, eindigt de schorsing. Het geschorste lid van de coöperatieraad wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan.
Artikel 12 – Vertegenwoordigingsbevoegdheid
1. Het bestuur vertegenwoordigt de coöperatie.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders.
3. Het bestuur kan na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de algemene vergadering aan één of meer personen procuratie of op andere wijze al dan niet doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid toekennen. De algemene vergadering stelt de hoogte van de procuratie vast in haar besluit tot schriftelijke goedkeuring.
Artikel 13. – Algemene vergaderingen
1. De algemene vergaderingen worden gehouden in Amsterdam.
2. Jaarlijks, binnen zeven (7) maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, wordt een algemene vergadering gehouden. In deze algemene vergadering komen onder andere de volgende onderwerpen aan de orde:
(i) vaststelling van de jaarrekening;
(ii) indien van toepassing, het bestuursverslag;
(iii) indien van toepassing, het verslag van de in artikel 16 van deze statuten bedoelde commissie;
(iv) decharge aan de leden van het bestuur voor het door hun in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur van de coöperatie;
(v) tenzij voor het volgende boekjaar reeds aan een accountant een opdracht als bedoeld in artikel
16 van deze statuten is verleend, de benoeming van een accountant of commissie overeenkomstig artikel 16 van deze statuten; en
(vi) indien van toepassing, benoeming van leden van het bestuur.
3. Het bestuur roept de algemene vergadering bijeen, zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt of wanneer het daartoe volgens deze statuten verplicht is.
4. De bijeenroeping van de algemene vergadering geschiedt door schriftelijke mededeling aan de vergadergerechtigden met in achtneming van een termijn van ten minste veertien (14) dagen. Het bestuur kan voorwaarden stellen aan het gebruik van elektronische communicatiemiddelen.
5. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld en de daarmee verbonden vergaderstukken meegezonden. Vanaf de schriftelijke mededeling als bedoeld in lid 4 tot met de opening van de betreffende algemene vergadering kunnen leden onderwerpen aandragen voor behandeling tijdens de betreffende algemene vergadering. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder leden onderwerpen kunnen aandragen voor behandeling ter vergadering, kan nader worden geregeld in een reglement.
6. Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in een voltallige algemene vergadering, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Aan de eis van dit schriftelijke verzoek is niet voldaan als het verzoek slechts elektronisch is vastgelegd.
7. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de algemene vergadering overgaan op de wijze als in lid 3 van dit artikel bepaald. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuurders belasten met de leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.
8. Indien geen schriftelijke bijeenroeping van de algemene vergadering heeft plaatsgevonden in de zin van artikel 13 lid 4, kan de algemene vergadering niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle stemgerechtigden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn, tenzij een zodanig aantal der aanwezigen als gerechtigd is tot het uitbrengen in die vergadering van een tiende gedeelte der stemmen zich daartegen verzet.
Het bepaalde in de eerste zin van dit lid is van overeenkomstige toepassing op besluitvorming door de algemene vergadering indien bijeenroeping van de algemene vergadering geschiedde op een kortere dan termijn dan voorgeschreven in artikel 13 lid 4 of indien onderwerpen worden behandeld die niet op de agenda zijn vermeld.
Artikel 14 – Toegang en stemrecht
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben de leden die niet geschorst zijn, de personen die deel uitmaken van de organen van de coöperatie, aspirant-leden en degenen, die daartoe door het bestuur en/of de algemene vergadering zijn uitgenodigd. Een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren.
De voorzitter van de vergadering kan besluiten dat de aspirant-leden geen toegang krijgen tot de vergadering
2. Stemgerechtigd in de algemene vergadering zijn de leden die niet geschorst zijn. Ieder van hen heeft één stem. Iedere stemgerechtigde kan aan een andere stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Het bestuur kan voorwaarden stellen aan het gebruik van elektronische communicatiemiddelen. Deze voorwaarden worden bij de oproeping bekend gemaakt. Een stemgerechtigde kan voor ten hoogste twee personen als gevolmachtigde optreden.
3. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
4. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de algemene vergadering worden gehouden.
5. Alle besluiten waarvoor bij de wet of bij deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
6. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
Artikel 15 – Vergaderorde
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur of, bij diens afwezigheid, door een andere aanwezige bestuurder.
Zijn geen bestuurders aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. Het door de voorzitter ter algemene vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Van het ter algemene vergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon. Deze notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende algemene vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.
Artikel 16 – Boekjaar, jaarstukken
1. Het boekjaar van de coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier (4) maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op en legt deze voor de leden ter inzage. Binnen deze termijn legt het bestuur ook het bestuursverslag ter inzage van de leden, tenzij de artikelen 2:396 lid 6 of 2:403 Burgerlijk Wetboek voor de coöperatie gelden. De leden kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.
3. De coöperatie kan, en indien wettelijk vereist zal, aan een accountant opdracht geven tot controle van de jaarrekening, welke opdracht zal worden verleend door de algemene vergadering en indien de algemene vergadering nalaat de opdracht te verlenen zal het bestuur daartoe bevoegd zijn.
De accountant zal het onderzoek verrichten als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek en zal omtrent zijn onderzoek rapporteren aan het bestuur en het resultaat van zijn onderzoek weergeven in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening.
Indien geen accountantsverklaring als bedoeld in de vorige volzin van dit artikel 16 lid 2 beschikbaar komt, dan zal de algemene vergadering jaarlijks een commissie benoemen van ten minste twee (2) leden die geen deel uitmaken van het bestuur. Deze commissie zal de jaarrekening onderzoeken en verslag uitbrengen aan het bestuur van haar bevindingen zoals bedoeld in artikel 2:48 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
4. De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
5. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering in de jaarlijkse algemene vergadering als bedoeld in artikel 13 lid 2 van deze statuten.
Artikel 17 – Winst
1. De winst wordt gereserveerd en ondergebracht in een winstreserve.
Het bestuur kan alleen besluiten tot uitkering danwel betaling uit de winstreserve overeenkomstig het doel van de coöperatie en na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering.
Artikel 18 – Statutenwijziging, Ontbinding en Juridische Fusie of Splitsing
1. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld, genomen in een vergadering met een meerderheid van tenminste drie/vierde van het aantal uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste veertien (14) dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Het bestuur is verplicht de statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen.
4. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en een volledige doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen bij het handelsregister.
5. Het bepaalde in lid 1 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene vergadering tot ontbinding van de coöperatie, tot juridische fusie en tot juridische splitsing.
Artikel 19 – Vereffening
1. De algemene vergadering stelt bij haar besluit tot ontbinding de bestemming vast voor het batig saldo.
2. De vereffening geschiedt door het bestuur tenzij de algemene vergadering andere vereffenaars benoemt.
3. Indien de coöperatie op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgaaf aan het handelsregister.
4. Na de ontbinding blijft de coöperatie voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de coöperatie uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’.
5. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.
6. De coöperatie houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het handelsregister.
7. De boeken en bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden coöperatie blijven nadat de coöperatie heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door de vereffenaars aangewezen persoon, gedurende de door de wet gestelde termijnen. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister.
Artikel 20 – Reglement
1. De algemene vergadering kan een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.
2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.