Onderwijs- en examenreglement KASK &
Onderwijs- en examenreglement KASK &
Conservatorium
Academiejaar 2023-2024
Ombudspersonen en vertrouwenspersonen 8
Opleidingsonderdelen buiten de opleiding of de eigen afstudeerrichting 11
Buitenlandse onderwijsactiviteiten 11
Inschrijving voor opleidingen en opleidingsonderdelen 13
Inschrijving voor keuze-opleidingsonderdelen 14
Procedure toelating op basis van buitenlandse studiebewijzen 19
Artistieke toelatingsproef bij de academisch gerichte opleidingen 20
Beroep inzake artistieke toelatingsproefbeslissing 22
Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef bij de masteropleidingen en de master-na-masteropleidingen 24
Aanmeldingsprocedure en artistieke toelatingsproef voor een schakelprogramma of een voorbereidingsprogramma 24
Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef voor de postgraduaatsopleidingen 25
Voorwaarden inzake leerkrediet 26
Contract opleidingsprogramma 29
Gelijktijdige inschrijving voor studieprogramma’s van
verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen en
Inschrijving voor eenzelfde opleiding waarvoor men reeds het diploma bezit 32
Inschrijving in de master Xxxxxx voor kandidaten die reeds een masterdiploma muziek behaalden 32
Inschrijving in de educatieve master 33
Inschrijving in het traject afstandsonderwijs van de opleiding interieurvormgeving 36
Samenstelling geïndividualiseerd traject (GIT) 38
Studiegelden en bijzondere studiekosten 39
Bijzonder statuut en Individuele onderwijs- en examenmaatregelen 42
Wijzigingen van het contract opleidingsprogramma 43
Stopzetten van contract en uitschrijven 43
Deelname aan de onderwijsactiviteiten 43
Algemene bepaling voor het indienen van werkstukken en opdrachten 45
Algemene regelingen m.b.t. beschikbaarheid voor producties
Opleidingsonderdeel stage, bachelorproef, masterproef,
scriptie, kunst in het werkveld 46
Ontlening van materiaal en instrumenten door studenten 47
Deel 1. Organisatie van de evaluatie 49
Openbaarheid van evaluaties 51
Bekendmaking van examenresultaten 51
Deel 2. Verloop van de evaluatie 53
Samenstelling examenjury’s en algemene bepalingen voor een
Examenrecitals op verwante instrumenten van de opleiding Muziek 54
Identificatie van de student 56
Deel 3. Afwezigheid bij evaluatie 57
Deel 4. Examenresultaten en hun gevolgen 59
Jury Masterproef in de master Audiovisuele Kunsten,
Quotering ‘Bachelorproef’ in de bachelor Interieurvormgeving 62
Incentives voor organisatie en/of medewerking aan niet opgelegde producties van de opleiding Muziek 62
Materiële vergissing inzake examenresultaat 64
Deel 5. Attestering en diplomering 66
Deel 7. Betwisting studievoortgangsbeslissingen 73
Intern beroep bij de interne beroepscommissie 73
Terugvorderen van leerkrediet omwille van overmacht 75
Gedragscode en tuchtregeling 76
Hoofdstuk 5. Intellectuele eigendomsrechten 82
Inleidend
KASK & Conservatorium is de school of arts van de HOGENT en de Howest. Dit onderwijs-en examenreglement is van toepassing op en bindend voor alle studenten van KASK & Conservatorium die aan de HOGENT zijn ingeschreven. Studenten van KASK & Conservatorium die zijn ingeschreven aan de Howest kunnen het onderwijs-en examenreglement dat voor hun van toepassing is, raadplegen via xxx.xxxxxx.xx.
Dit onderwijs- en examenreglement is opgesteld in uitvoering van de Codex Hoger Onderwijs. De studiegids en de richtlijnenbundels m.b.t. stage en bachelor- en masterproeven, maken integraal deel uit van het onderwijs- en examenreglement.
Door de inschrijving van de student sluiten HOGENT en de student een toetredingsovereenkomst af. Deze bestaat uit:
▪ dit onderwijs- en examenreglement;
▪ de studiegids met de opleidings- en studiefiches;
▪ de richtlijnenbundels m.b.t. stage, bachelor- en masterproeven;
▪ het contract opleidingsprogramma van de student.
Het HOGENT e-mailadres, de digitale leeromgeving Chamilo, Teams, de webapplicatie iBaMaFleX!, de HOGENT-website en de website van KASK & Conservatorium worden gebruikt als officieel communicatiekanaal.
Ombudspersonen en vertrouwenspersonen
§1. De ombudspersonen
De ombudspersoon treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen een student en één of meerdere personeelsleden van HOGENT. Deze geschillen kunnen zowel verband houden met de toepassing van het onderwijs- en examenreglement, de rechtspositieregeling van de student, alsook met onbillijk ervaren handelingen en beoordelingen. De ombudspersoon is tot discretie verplicht bij de behandeling van de klacht.
Het onderzoek van de ombudspersoon wordt opgeschort wanneer en zolang naar aanleiding van de feiten een intern beroep, een tuchtprocedure of een gerechtelijke procedure is ingesteld.
§2. De vertrouwenspersonen
De vertrouwenspersoon studenten treedt op wanneer een student grensoverschrijdend gedrag ervaart dat gesteld is door een andere student, HOGENT-personeel of externen. Gedrag wordt als grensoverschrijdend beschouwd als het een persoonlijke grens overschrijdt en de persoonlijke integriteit aantast. Grensoverschrijdend gedrag omvat o.a. pesten, seksueel grensoverschrijdend gedrag, agressie of geweld en alle vormen van discriminatie.
Het meldpunt grensoverschrijdend gedrag kan gecontacteerd worden door iedere partij: de student die getroffen werd door het gedrag, de persoon die meent de grenzen van een student te hebben overschreden, een omstaander of een derde die in vertrouwen werd genomen.
De vertrouwenspersoon studenten werkt onafhankelijk, onpartijdig en is gebonden aan het beroepsgeheim. De vertrouwenspersoon informeert en/of geeft advies over hoe met de situatie kan worden omgegaan. In samenspraak kunnen er ook verdere stappen ondernomen worden zoals een rechtstreekse of onrechtstreekse bemiddeling.
Informatie over het proces en de manier van werken vind je terug op xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxxxxxx-xxx-xxxx/
Vóór de start van het academiejaar worden meerdere ombudspersonen en vertrouwenspersonen aangesteld door de Raad van de School of Arts, na overleg met en op positief advies van de studentenraad. De student kan zich richten tot een andere ombudspersoon wanneer de student oordeelt dat de ombudspersoon verbonden aan de opleiding de taken niet objectief kan uitvoeren.
De onderwijstaal van het opleidingsonderdeel wordt vermeld in de studiefiche van het opleidingsonderdeel.
1° Initiële bachelor- en masteropleidingen
De taal van het onderwijs in de initiële bacheloropleidingen is het Nederlands. De initiële masteropleidingen hebben een Nederlandstalige en een Engelstalige variant. De Engelstalige masteropleidingen zijn specifiek ontworpen voor buitenlandse studenten of voor studenten waarbij de meerwaarde voor hen en het afnemend veld, en de functionaliteit voor de opleiding op voldoende wijze aangetoond kan worden. Nederlands of Engels als onderwijstaal sluit niet uit dat anderstalig studiemateriaal gebruikt kan worden en anderstalige gastsprekers in de lessen optreden.
Een opleidingsonderdeel van een initiële opleiding kan in de volgende gevallen in een andere taal dan de onderwijstaal van de opleiding gedoceerd worden:
▪ het opleidingsonderdeel wordt door een anderstalige gastprofessor gedoceerd;
▪ het opleidingsonderdeel wordt, op initiatief van de student en met instemming van KASK & Conservatorium, gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs;
▪ het opleidingsonderdeel waarbij de meerwaarde van de anderstaligheid voor de student en het afnemend veld en de functionaliteit voor de opleiding blijkt uit een gemotiveerde beslissing.
2° Vervolgopleidingen
KASK & Conservatorium bepaalt de onderwijstaal in de bachelor-na- bacheloropleidingen, de master-na-masteropleidingen en de postgraduaatsopleidingen. De onderwijstaal van de bachelor-na- bacheloropleidingen en master-na-masteropleidingen is het Nederlands en voor de postgraduaatsopleidingen is de onderwijstaal het Engels.
Taal van de evaluatie
De evaluatie van opleidingsonderdelen verloopt in de onderwijstaal van het opleidingsonderdeel. Een werkstuk verbonden aan een opleidingsonderdeel kan in een andere taal dan de onderwijstaal worden opgesteld en/of verdedigd. De student heeft hiervoor de toestemming nodig van de titularis van het opleidingsonderdeel. Als de tekstcomponent van de bachelorproef van de professioneel gerichte bacheloropleiding in een andere taal dan het Nederlands wordt opgesteld, is een samenvatting in het Nederlands verplicht.
Voor een anderstalig opleidingsonderdeel waarvoor in dezelfde opleiding geen equivalent in het Nederlands wordt ingericht, kan de student vragen om de evaluatie in het Nederlands af te leggen. De student richt zijn schriftelijke aanvraag aan de studietrajectbegeleider van zijn opleiding uiterlijk twee weken voor het geplande evaluatiemoment. Deze regeling is niet van toepassing voor evaluaties van opleidingsonderdelen opgenomen in een andere instelling en evaluaties van anderstalige opleidingen.
Taalbegeleidingsmaatregelen
KASK & Conservatorium voorziet taalbegeleidingsmaatregelen in het opleidingsprogramma van initiële bachelor- of masteropleidingen met anderstalige opleidingsonderdelen of van anderstalige initiële bachelor- of masteropleidingen. Deze taalbegeleidingsmaatregelen kunnen bestaan uit:
▪ taalopleidingsonderdelen (met inbegrip van taalvakken) die aangeboden worden binnen het pakket van verplichte opleidingsonderdelen of als een verplicht keuzeopleidingsonderdeel;
▪ taalbegeleidingsmaatregelen die geïntegreerd worden in de anderstalige opleidingsonderdelen. Deze taalbegeleidingsmaatregelen voorzien in een actieve begeleiding van de studenten en zijn als dusdanig voor de studenten duidelijk herkenbaar in het opleidingsonderdeel. Dit kan betekenen dat, met het oog op het vermijden van een zwaardere studielast, er voorzien kan worden in bijvoorbeeld nadere toelichtingen in het Nederlands, woordenlijsten met termen uit het anderstalig vakjargon, gebruik van vertaalwoordenboek, of anderstalige vakliteratuur.
Van deze voorwaarde kan afgeweken worden in de volgende gevallen:
▪ als in het geval van een aansluitende masteropleiding de taalbegeleidingsmaatregelen opgenomen zijn in de voorafgaande bacheloropleiding;
▪ als in het geval van een niet-aansluitende masteropleiding de taalbegeleidingsmaatregelen opgenomen zijn in het voorbereidingsprogramma of in het schakelprogramma.
Een studietraject heeft betrekking op de wijze waarop de student het opleidingsprogramma doorloopt. Het soort studietraject wordt bepaald bij inschrijving. De student volgt een modeltraject of een geïndividualiseerd traject.
Opleidingsonderdelen buiten de opleiding of de eigen afstudeerrichting
Het opleidingsprogramma kan de mogelijkheid bieden om opleidingsonderdelen buiten de eigen opleiding of de eigen afstudeerrichting te kiezen. De student die hierbij één of meerdere keuzeopleidingsonderdelen wenst te volgen in een andere opleiding binnen HOGENT, een instelling van de AUGent of een andere Vlaamse hogeronderwijsinstelling, vraagt dit aan via de studietrajectbegeleider van de opleiding. Hierbij is zowel het akkoord van de zendende als de ontvangende opleiding nodig.
Buitenlandse onderwijsactiviteiten Afbakening
Alle onderwijs- en evaluatieactiviteiten in het buitenland of in België maar buiten de Vlaamse Gemeenschap worden hierna als ‘buitenlandse onderwijsactiviteit’ benoemd.
Registratie en aanvraag
De student die in het kader van de opleiding naar het buitenland gaat voor onderwijsactiviteiten, volgt de richtlijnen zoals door KASK & Conservatorium gepubliceerd op de digitale leeromgeving.
Toelating
Een inschrijving aan KASK & Conservatorium met diplomacontract voor het academiejaar waarin de buitenlandse onderwijsactiviteit plaats zal vinden én de toelating vanuit KASK & Conservatorium zijn hierbij vereist. De student verbindt zich ertoe tijdig een visum aan te schaffen en de aanbevolen maatregelen ter preventie van gezondheidsrisico’s te nemen.
De toelating tot een buitenlandse onderwijsactiviteit wordt op zorgvuldige wijze getoetst, onder meer op basis van het dossier van de student, minstens rekening houdend met het leerkrediet, de volgtijdelijkheid en de gelijktijdigheid.
De toelating wordt zo spoedig mogelijk aan de student gecommuniceerd. Tegen deze beslissing kan intern beroep worden aangetekend bij de interne beroepscommissie (art. 66).
Studieprogramma
Voor de student die opleidingsonderdelen opneemt bij een buitenlandse partnerinstelling, worden een learning agreement en een interne HOGENT- leerovereenkomst opgesteld.
Evaluatie
De student wordt voor vertrek naar het buitenland geïnformeerd over de wijze van evaluatie van de buitenlandse onderwijsactiviteit. Bij beoordeling van het opleidingsonderdeel door de partnerinstelling in het kader van een learning agreement krijgt de student informatie over het daar geldende evaluatiesysteem en de omzetting van het in het buitenland behaalde examencijfer in een eindresultaat.
De examencijfers die behaald werden aan de partnerinstelling, worden aan de student bekendgemaakt op de door KASK & Conservatorium voorziene datum van bekendmaking van de punten. Indien de examencijfers behaald aan de partnerinstelling niet tijdig beschikbaar zijn, worden ze alsnog ingevoerd uiterlijk voor de start van de volgende examenperiode.
Indien de student voor een opleidingsonderdeel door de partnerinstelling beoordeeld wordt en geen credits verwerft, geldt de regeling inzake een tweede examenkans voor het niet geslaagde opleidingsonderdeel zoals opgenomen in de interne HOGENT-leerovereenkomst.
Beurzen
Om in aanmerking te komen voor een beurs, verbindt een student er zich toe een volledig aanvraagdossier in te dienen conform de richtlijnen zoals door KASK & Conservatorium gepubliceerd op de digitale leeromgeving.
De academische kalender is het overzicht van start en einde academiejaar, de semesters, de onderwijs- en examenperiodes, vakanties en vrije dagen. De academische kalender is opgenomen in bijlage 1 en raadpleegbaar op de website van KASK & Conservatorium.
KASK & Conservatorium hanteert twee academische kalenders. Eén academische kalender is van toepassing op de professioneel gerichte opleidingen (inclusief de bachelor-na-bachelor). Een andere academische kalender is van toepassing op de academisch gerichte bachelor-en masteropleidingen (inclusief de postgraduaatsopleidingen en de master-na- master).
Inschrijving voor opleidingen en opleidingsonderdelen
§1. Inschrijving per academiejaar
De inschrijving is gebonden aan een bepaald academiejaar. Een student kan zich binnen één academiejaar voor meerdere opleidingen inschrijven (zie artikel 24 ‘Gelijktijdige inschrijving voor studieprogramma’s van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen en afstudeeropties’). Een aanvraag hiervoor kan bij de studietrajectbegeleider worden ingediend. De bepalingen over het inschrijven zijn niet van toepassing op inkomende uitwisselingsstudenten.
Een student kan zich binnen één academiejaar voor eenzelfde opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding, masteropleiding en postgraduaatsopleiding niet meer dan één keer inschrijven ongeacht het soort contract.
§2. Eerste inschrijving in een bacheloropleiding
Een student die zich voor de eerste keer inschrijft in een initiële bacheloropleiding met het oog op het behalen van een diploma, schrijft zich in voor het modeltraject van 60 studiepunten.
Er kan worden afgeweken van deze verplichting voor:
- Een student die op grond van het dossier een geïndividualiseerd traject verkreeg.
- Een student met een bijzonder statuut voor wie een modeltraject wordt aangeboden met een afwijkende studieomvang.
- Een student die reeds een bachelor- of masterdiploma (of gelijkwaardig) heeft behaald
§3. Inschrijving voor een geïndividualiseerd traject
De opportuniteit van het doorlopen van een geïndividualiseerd traject wordt op zorgvuldige wijze getoetst op basis van het dossier van de student,
minstens rekening houdend met het leerkrediet, de volgtijdelijkheid, de gelijktijdigheid en desgevallend het bijzonder statuut. Verdere bepalingen omtrent het geïndividualiseerd traject zijn opgenomen in artikel 30 ‘Samenstelling geindividualiseerd traject’.
De student die een geïndividualiseerd traject wenst te volgen, vraagt hiervoor de toelating via de studietrajectbegeleider van de opleiding. Als een student geen toelating krijgt om in te schrijven voor bepaalde opleidingsonderdelen, geldt deze beslissing voor alle soorten contracten.
Tegen de beslissing om bepaalde opleidingsonderdelen al dan niet op te nemen in het geïndividualiseerd traject kan intern beroep worden aangetekend bij de interne beroepscommissie (art. 66) .
§4. Inschrijving voor niet geslaagde opleidingsonderdelen
Een student die niet voor alle opgenomen opleidingsonderdelen een creditbewijs of deliberatiecijfer heeft verworven, schrijft zich bij een volgende inschrijving met het oog op het behalen van een diploma in dezelfde opleiding ten minste opnieuw in voor alle opleidingsonderdelen waarvoor deze geen creditbewijs of deliberatiecijfer heeft verworven.
Indien één van deze opleidingsonderdelen een keuzeopleidingsonderdeel is, kan de student opteren voor een vervangend keuzeopleidingsonderdeel.
Inschrijving voor keuze-opleidingsonderdelen
Studenten kunnen zich inschrijven voor opleidingsonderdelen uit keuzepakketten tot maximaal één week na de start van de onderwijsactiviteiten van de betrokken opleidingsonderdelen. De aanvraag tot inschrijving voor keuze-opleidingsonderdelen meer dan één week na de start van de onderwijsactiviteiten kan geweigerd worden.
Studenten die zich na 1 november uitschrijven voor opleidingsonderdelen van semester 1 of jaarvakken behorende tot een verplicht keuzepakket binnen de opleiding, kunnen zich datzelfde academiejaar niet meer inschrijven voor opleidingsonderdelen van het tweede semester die behoren bij hetzelfde keuzepakket.
Een student die een uitzondering wenst aan te vragen ten aanzien van deze regeling, richt een schriftelijke gemotiveerde aanvraag aan de studietrajectbegeleider.
Om in te schrijven moet de student voldoen aan voorwaarden inzake diploma, taal, leerkrediet en studievoortgang. De inschrijvingsvoorwaarden gelden zowel voor de inschrijving voor een opleiding als voor een opleidingsonderdeel of meerdere opleidingsonderdelen, ongeacht het contract.
Als er wordt vastgesteld dat men niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden is de inschrijving nietig.
Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden. De aanmeldingsprocedures zijn consulteerbaar via de website van KASK & Conservatorium.
Er zijn drie soorten studiecontracten: diplomacontract, creditcontract en examencontract.
De student die wenst in te schrijven met een creditcontract of examencontract, vraagt dit schriftelijk aan via de studietrajectbegeleider. De toestemming wordt uitsluitend verleend voor opleidingsonderdelen waarvoor inschrijving met creditcontract/examencontract mogelijk is zoals vermeld op de studiefiche van het opleidingsonderdeel. De gemotiveerde beslissing van KASK & Conservatorium wordt schriftelijk meegedeeld aan de student. Tegen de beslissing kan de student intern beroep aantekenen (art. 66).
Diplomavoorwaarde voor initiële bacheloropleiding
Voor inschrijving voor een initiële bacheloropleiding geldt één van volgende diplomavoorwaarden:
1° een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt in de Vlaamse Gemeenschap;
2° een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan uitgereikt in de Vlaamse Gemeenschap;
3° een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid uitgereikt in de Vlaamse Gemeenschap;
4° een graduaatsdiploma uitgereikt in de Vlaamse Gemeenschap;
5° een in de Franse of Duitstalige Gemeenschap uitgereikt studiebewijs dat als gelijkwaardig erkend wordt met één van de voorgaande diploma’s;
6° een buitenlands studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig erkend wordt met één van de voorgaande diploma’s;
7° een buitenlands studiebewijs, behaald in een land binnen of buiten de Europese Unie dat toelating verleent tot het universitair onderwijs in dat land.
De kandidaat-student die wenst te studeren op grond van een buitenlands studiebewijs (6° en 7°), volgt de gepubliceerde richtlijnen. De niet-EER- kandidaat-student voor een professionele opleiding betaalt een aanvraagkost, overeenkomstig de gepubliceerde richtlijnen bij indienen van het aanvraagdossier. De gemotiveerde beslissing (toelating of weigering) wordt
schriftelijk meegedeeld aan de student. Tegen de beslissing kan de student intern beroep aantekenen (art. 66).
Diplomavoorwaarden voor inschrijving in een initiële masteropleiding De toegang tot de master kan via volgende wegen:
1° rechtstreeks: afgestudeerden van academisch gerichte bacheloropleidingen in de kunsten met specifieke opleidingskenmerken dewelke aansluiten bij de masteropleiding waarvoor men kandideert;
2° een voorbereidingsprogramma: afgestudeerden van academisch gerichte bacheloropleidingen in de kunsten met specifieke opleidingskenmerken xxxxxxx niet aansluiten bij de masteropleiding waarvoor men kandideert;
▪ ten aanzien van de master Autonome Vormgeving: afgestudeerden van academisch gerichte bacheloropleidingen in of buiten de kunsten met specifieke opleidingskenmerken dewelke aansluiten bij de opleiding
3° een schakelprogramma: afgestudeerden in een professioneel gerichte bacheloropleiding.
▪ ten aanzien van de opleiding Beeldende Kunsten: professioneel gerichte bacheloropleidingen Design and Development, Interieurvormgeving, Beeldende Vormgeving, Audiovisuele Kunsten, Audiovisuele Technieken, Modetechnologie, bachelor Textieltechnologie, Landschaps-en Tuinarchitectuur en Grafische-en Digitale Media.
▪ Ten aanzien van de master Autonome Vormgeving: professioneel gerichte bacheloropleidingen met specifieke opleidingskenmerken die niet aansluiten bij autonome vormgeving in combinatie met het certificaat van een succesvolle deelname aan Open Design Course
▪ ten aanzien van de opleiding Audiovisuele Kunsten: professioneel gerichte bacheloropleidingen Audiovisuele Kunsten, Audiovisuele Technieken en Beeldende Vormgeving.
▪ ten aanzien van de opleiding Drama: professioneel gerichte bacheloropleiding Dans.
▪ ten aanzien van de opleiding Muziek: professioneel gerichte bacheloropleidingen Pop-en Rockmuziek en Musical.
4° een buitenlands niveaugelijkwaardig bachelordiploma waarbij KASK & Conservatorium op basis van het diploma en de diplomasupplementen bepaalt of de toegang tot een master rechtstreeks verloopt of via een voorbereidingsprogramma of via een schakelprogramma.
Diplomavoorwaarden voor de inschrijving in de bachelor-na-bachelor in de Landschapsontwikkeling
Een kandidaat-student die wenst in te stromen in de bachelor-na-bachelor in de Landschapsontwikkeling dient te beschikken over een diploma dat rechtstreeks toegang geeft tot deze opleiding. Indien een kandidaat student niet beschikt over een diploma dat rechtstreeks toegang geeft tot de opleiding dient de student de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de aanmeldingsprocedure worden bekend gemaakt via de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Volgende diploma’s geven rechtstreeks toegang tot de opleiding
landschapsontwikkeling:
▪ Bachelor in de Agro-en Biotechnologie (afstudeerrichting groenmanagement)
▪ Bachelor in de Landschaps-en tuinarchitectuur
▪ Bachelor in de Toegepaste Architectuur
▪ Bachelor of Science in de Architectuur
▪ Master of Science in de Architectuur
▪ Bachelor of Science in de Ingenieurwetenschappen Architectuur
▪ Master of Science in de Ingenieurswetenschappen Architectuur
▪ Bachelor of Science in de Geografie en de Geomatica
▪ Bachelor of Science in de Geografie
▪ Master of Science in de Geografie
▪ Master of Science in de Stedenbouw en de Ruimtelijke Planning
▪ Een aan één van bovenstaande opleidingen buitenlands gelijkwaardig verklaard bachelor-of masterdiploma
Diplomavoorwaarden voor de inschrijving in de master na master Hedendaagse Muziek
De Master-na-masteropleiding Hedendaagse Muziek staat alleen open voor kandidaat-studenten die in het bezit zijn van een diploma van master in de Muziek of over een daarmee gelijkgesteld diploma.
Diplomavoorwaarden voor de inschrijving in de postgraduaatsopleidingen Een kandidaat die wenst in te schrijven voor het postgraduaat dient te voldoen aan de volgende diplomavoorwaarden:
▪ Music Performance Practice: diploma master in de muziek of gelijkwaardig.
▪ Curatorial Studies: Diploma bachelor of gelijkwaardig.
Diplomavoorwaarden voor de inschrijving in de educatieve masteropleidingen
De vereiste toelatingsvoorwaarde is steeds het bachelordiploma (voor de initiële educatieve masteropleiding in de kunsten) of masterdiploma (voor het
verkort traject van de educatieve masteropleiding) dat correspondeert met de opleiding én de afstudeerrichting van de educatieve master waarvoor men inschrijft.
Voor de educatieve masteropleiding in de muziek-en podiumkunsten, afstudeerrichting muziek kan een inschrijving in de masteropleiding, waarbij men aan de toelatingsvoorwaarde voldoet, gekoppeld worden aan het volgen van een voorbereidingsprogramma van maximaal 15 studiepunten. Dit is het geval indien de 15 studiepunten van de educatieve component dewelke in de bacheloropleiding georganiseerd worden, door de kandidaat-student nog niet (volledig) verworven zijn.
Diplomavoorwaarde voor opeenvolgende opleidingen
Aan een student die toelating krijgt om zich tegelijk in te schrijven voor twee opleidingen die elkaar opvolgen, kan slechts het diploma van de vervolgopleiding uitgereikt worden als het diploma van de vooropleiding behaald is.
Inschrijving zonder te voldoen aan de diplomavoorwaarden
Als de kandidaat-student niet voldoet aan de diplomavoorwaarde voor inschrijving in de opleiding, kan de kandidaat-student inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen met een credit- of examencontract voor het behalen van credits op voorwaarde dat uit een onderzoek blijkt dat de student beschikt over de bekwaamheid om het opleidingsonderdeel of de opleidingsonderdelen goed te kunnen volgen. De student vraagt dit schriftelijk aan via de studietrajectbegeleider.
Volgende specifieke aanvragen worden onderscheiden:
▪ Studenten die het laatste jaar secundair volgen en die met een creditcontract voor maximaal 10 studiepunten ingeschreven zijn in het hoger onderwijs;
▪ Studenten die in het kader van het ‘voortraject hoger onderwijs’
met een creditcontract opleidingsonderdelen wensen op te nemen.
Dergelijke aanvragen tot het volgen van vakken in de professionele opleidingen worden steeds door de studietrajectbegeleider besproken met de docent van het opleidingsonderdeel en de OC-voorzitter alvorens deze goed te keuren. We gaan niet in op dergelijke aanvragen ten aanzien van de opleidingen waar slagen voor de artistieke toelatingsproef een decretale toelatingsvoorwaarde is.
De kandidaat-student die niet voldoet aan de inschrijvingsvoorwaarden inzake diploma kan toelating krijgen om zich in te schrijven voor een initiële bacheloropleiding met een diplomacontract na het slagen voor het toelatingsonderzoek. De kandidaat-student meldt zich aan bij de HOGENT- begeleider van het toelatingsonderzoek via xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx
om de procedure zoals goedgekeurd door de Associatie UGent te bespreken. Tegen de weigering tot inschrijving na het toelatingsonderzoek kan de kandidaat-student beroep aantekenen bij de Associatie UGent.
Procedure toelating op basis van buitenlandse studiebewijzen
Een kandidaat-student die wenst te studeren op grond van een buitenlands diploma of getuigschrift, dat niet is opgenomen in de lijst van buitenlandse studiebewijzen (cfr. gepubliceerde richtlijnen artikel 12) moet een aanvraagdossier indienen.
De kandidaat-student meldt zich met het aanvraagdossier aan bij de dienst Studentenaangelegenheden van de School of Arts rekening houdend met de procedures en deadlines zoals vermeld op de website.
Een volledig aanvraagdossier dient te omvatten:
1° Een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier.
2° Een geldig verblijfsdocument voor België of documenten die het verblijfsstatuut of de verblijfsprocedure van de student aantonen, of bij ontstentenis hiervan een internationaal paspoort. In het laatste geval krijgt de kandidaat-student bij goedkeuring van het aanvraagdossier een document waarmee via de Belgische ambassade of een Belgisch consulaat het studentenvisum voor België kan worden aangevraagd.
3° Een kopie van de behaalde diploma’s, getuigschriften of studiebewijzen en addenda (diplomasupplement, vakinhoud voor aanvraag vrijstellingen). Deze kopieën dienen gelegaliseerd te zijn of voor eensluidend verklaard, al naargelang het land van herkomst.
▪ Bij aanvraag op grond van een buitenlands diploma secundair onderwijs waarvan de gelijkwaardigheid niet is erkend in Vlaanderen dient er een originele verklaring aan het dossier te worden toegevoegd, opgemaakt door het Ministerie van Onderwijs in het land van herkomst waaruit blijkt dat het diploma van secundair onderwijs toegang verleent tot universitaire studies in het land waar het werd uitgereikt;
▪ Bij aanvraag op grond van een diploma hoger onderwijs moet het dossier een verklaring bevatten die de aard, de studieomvang en de studieduur van dat buitenlands einddiploma hoger onderwijs vermeldt.
4° Een overzicht van alle niet beëindigde studies in het Hoger Onderwijs in binnen- en buitenland met de examenresultaten.
5° Een APS–certificaat (Akademische Prüfstelle) conform de bepalingen van de Vlaamse Gemeenschap voor kandidaat-studenten uit de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx. De Chinese kandidaat-studenten bekomen het
certificaat na het succesvol doorlopen van een screening met betrekking tot het academisch niveau van de student (nazicht documenten, interview en testen) via het academisch evaluatiecentrum gelinkt aan de Duitse ambassade in Beijing (China). Het APS-certificaat is ook een vereiste voor het krijgen van een studentenvisum.
6° Een attest waaruit blijkt dat de kandidaat-student voldoet aan de opleidingsspecifieke taalvoorwaarden.
Vertalingen, door een beëdigd vertaler via de Rechtbank van Eerste Aanleg in België of via de Belgische ambassade of het consulaat in het land van herkomst van de documenten, zijn noodzakelijk indien de documenten van het dossier niet in het Xxxxxx, Xxxxx, Duits of Nederlands zijn opgemaakt.
Naast de goedkeuring van het dossier moet de kandidaat, om zich te kunnen inschrijven, ook voldoen aan de eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat zich wenst in te schrijven.
Artistieke toelatingsproef bij de academisch gerichte opleidingen De artistieke toelatingsproef
Niemand wordt toegelaten, ongeacht het contract waarmee men wenst in te schrijven, tot de bacheloropleidingen, schakelprogramma’s en voorbereidingsprogramma’s in het Drama, in de Muziek, in de Audiovisuele en in de Beeldende kunsten, zonder geslaagd te zijn voor een artistieke toelatingsproef eigen aan deze opleidingen/opleidingsonderdelen. Deze artistieke toelatingsproef wordt georganiseerd door KASK & Conservatorium. Het slagen in de artistieke toelatingsproef maakt deel uit van de bijzondere toelatingsvoorwaarden. De geslaagde artistieke toelatingsproef is voor twee aansluitende academiejaren rechtsgeldig binnen KASK & Conservatorium.
Een student die in de loop van de studies aan KASK & Conservatorium gedurende één academiejaar de studies stopzet kan de studies hervatten zonder opnieuw aan de artistieke toelatingsproef te participeren.
Organisatie van de toelatingsproeven
1° De artistieke toelatingsproeven voor de studies in de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek van KASK & Conservatorium worden ieder academiejaar georganiseerd vóór de aanvang van het nieuwe academiejaar. Een kandidaat-student kan aan de proeven van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen, specialisaties of instrumenten deelnemen.
2° De kandidaat-studenten moeten zich vooraf inschrijven voor de proef.
Alle informatie, inhoud en organisatiemodaliteiten over de artistieke toelatingsproef is raadpleegbaar op de website van KASK & Conservatorium.
3° Om toegelaten te worden tot de artistieke toelatingsproef dient de kandidaat-student een inschrijvingsgeld te betalen van 10 euro.
Kandidaat-studenten die aan verschillende toelatingsproeven deelnemen dienen slechts één maal het bedrag aan inschrijvingsgeld te betalen.
4° Een kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar niet herkansen voor dezelfde toelatingsproef.
5° Voor de opleiding Muziek geldt dat indien de kandidaat-student tijdens een eerste sessie van de toelatingsproef slaagde voor het praktisch gedeelte maar niet slaagde voor het onderdeel theorie (Solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer), dit theoretisch deel van de toelatingsproef wel kan herkansen in een tweede sessie. Kandidaten die deelnemen aan de laatst georganiseerde sessie van het betreffende academiejaar kunnen niet herkansen voor het onderdeel theorie.
6° Voor kandidaten voor een schakelprogramma of voorbereidingsprogramma geldt de werkwijze zoals beschreven in artikel 17.
De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven
De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven bestaat uit:
▪ de decaan of afgevaardigde die ambtshalve voorzitter is
▪ een secretaris die belast is met het examensecretariaat
▪ de leden van de examenjury
De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De examenjury bestaat uit minstens twee interne juryleden en één externe deskundige. Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding, afstudeerrichting of specialisatie. Naast de interne en externe leden kan de voorzitter van de artistieke toelatingsproeven beslissen om ook een student toe te voegen aan de commissie.
De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de artistieke toelatingsproef worden, in overleg met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, jaarlijks vastgelegd. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd.
Deliberatie en feedback
Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten geproclameerd. Er wordt vóór de proclamatie aan de kandidaten geen informatie verstrekt over het al dan niet geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op de proclamatie aanwezig zijn. Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de proclamatie een gelegenheid voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen aanwezig zijn. Nadien kunnen
kandidaten op geen enkele wijze nog aanspraak maken op feedback. Indien de artistieke toelatingsproef uit twee fasen bestaat waarbij reeds na de eerste fase een selectie gebeurt, ontvangen de niet-geslaagde kandidaten na de eerste fase hun resultaat en kunnen zij op dat moment feedback vragen.
Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden
In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan.
Heroriëntering
Een student die in de loop van zijn studies binnen dezelfde opleiding van afstudeerrichting of -optie wenst te veranderen, moet geen nieuwe artistieke toelatingsproef afleggen. De wijziging wordt gezien als een heroriëntering waarbij er een goedkeuring is door een commissie van betrokken titularissen van de ontvangende afstudeerrichting of -optie. De beoordeling gebeurt op basis van het voorgelegde werk, een motivatiegesprek en/of een praktische proef.
Instroom met een bewijs van bekwaamheid op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) of eerder verworven competenties (EVC)
1° Kandidaat-studenten die instromen met EVK dienen de volledige toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef. Op basis van deze inschaling én de toegekende EVK wordt het studietraject bepaald.
2° Bij instroom met EVC, eventueel gekoppeld aan EVK, zal KASK & Conservatorium het EVC-dossier onderzoeken. Indien uit het onderzoek blijkt dat de competenties die getoetst worden op de artistieke toelatingsproef bewezen zijn, wordt het EVC-dossier als artistieke toelatingsproef beschouwd. Indien dit niet het geval is, dient de kandidaat de artistieke toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef.
Beroep inzake artistieke toelatingsproefbeslissing Indienen van een beroep
De kandidaat-student die oordeelt dat een zichzelf betreffende ongunstige artistieke toelatingsproefbeslissing aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure.
De kandidaat-student stelt een verzoek tot heroverweging van een artistieke toelatingsproefbeslissing in binnen een vervaltermijn van 7 kalenderdagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving van de genomen beslissing aan de
kandidaat-student.
De kandidaat-student dient hiertoe een gemotiveerd beroep te richten ter attentie van de decaan. Het beroep moet op straffe van niet-ontvankelijkheid aangetekend verstuurd worden (de datum van de poststempel telt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de decaan, waarbij een exemplaar wordt afgestempeld en ondertekend door het secretariaat en terugbezorgd wordt aan de kandidaat-student.
Wanneer het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de kandidaat- student wordt het verzoekschrift – op straffe van niet-ontvankelijkheid – vergezeld van de volmacht van de kandidaat-student aan de raadsman, behalve als deze raadsman ingeschreven is als advocaat bij de balie. Het individueel beroep vermeldt op straffe van niet-ontvankelijkheid de naam en de handtekening van de kandidaat-student, en het voorwerp van beroep met de feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren.
Bewijsstukken/documenten ter staving van het beroep kunnen toegevoegd worden.
Bevoegdheid tot behandelen van een beroep
Het beroep wordt behandeld door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven.
Behandeling van het beroep
De interne beroepsprocedure leidt tot:
1° De gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid ervan. De voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven oordeelt over de ontvankelijkheid van het beroep. De voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven brengt de betrokkene onverwijld op de hoogte van de gemotiveerde beslissing.
2° Een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of herziet.
In geval het beroep door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven of een daartoe gemachtigde, een dossier samen waarbij alle informatie omtrent de klacht wordt ingewonnen.
De examencommissie artistieke toelatingsproeven in bijzondere zitting neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, of herziet. De kandidaat-student kan op verzoek gehoord worden in de buitengewone zitting van de commissie artistieke toelatingsproeven of door de decaan. De kandidaat-student kan zich laten bijstaan.
3° De bedoelde beslissingen worden aan de kandidaat-student ter kennis gebracht binnen een vastgelegde termijn van twintig kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld.
Extern beroep bij onregelmatigheden
(zie Voorstelling van de Raad voor betwistingen inzake (xxxx.xx))
Er werd een Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen opgericht bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De Raad doet als administratief rechtscollege uitspraak over het beroep tegen studievoortgangsbeslissingen dat door kandidaat-studenten wordt ingesteld, na uitputting van de interne beroepsprocedure.
Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef bij de masteropleidingen en de master-na-masteropleidingen
Externe kandidaten die niet binnen KASK & Conservatorium rechtstreeks doorstromen van de bacheloropleiding naar de master alsook kandidaten die rechtstreeks doorstromen maar van opleiding, afstudeerrichting of afstudeeroptie wensen te veranderen, dienen tijdig een aanmeldingsdossier in te dienen.
De oriënteringscommissie van de gekozen opleiding of afstudeerrichting behandelt het aanmeldingsdossier en geeft na een gesprek met de kandidaat advies over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website van KASK & Conservatorium.
In afwijking hiervan gebeurt de aanmelding en oriënteringsproef voor het studietraject International Master in Composition for Screen (InMICS) in samenwerking met de partnerinstellingen. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website van InMICS.
Kandidaat-studenten die wensen in te schrijven voor een schakelprogramma of voorbereidingsprogramma, volgen dezelfde aanmeldingsprocedure zoals vastgelegd voor kandidaten voor de masteropleidingen (zie artikel 16 ‘Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef bij de masteropleidingen en de master-na-masteropleidingen’). Voor kandidaten die in aanmerking komen voor een voorbereidingsprogramma of schakelprogramma zal de artistieke toelatingscommissie van de gekozen opleiding of afstudeerrichting het aanmeldingsdossier behandelen en een beslissing nemen over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website van KASK & Conservatorium. Op basis van de procedure alsook bewijzen van bekwaamheid geeft de artistieke toelatingscommissie bij toelating tevens
advies over de samenstelling van het schakelprogramma of voorbereidingsprogramma.
Kandidaat-studenten met een bachelordiploma uit het buitenland die geen gelijkwaardigheidserkenning academisch niveau kunnen voorleggen, dienen eveneens de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek. Kandidaat-studenten van wie het buitenlands bachelordiploma in de kunsten als academisch wordt ingeschaald maar met onvoldoende inhoudelijke verwantschap met de initiële bacheloropleiding die voorafgaat aan de masteropleiding waarvoor men kandideert, dienen eveneens de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd in artikel 16 ‘Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef bij de masteropleidingen en de master-na-masteropleidingen’.
Bovenstaande bepalingen zijn niet van toepassing voor het voorbereidingsprogramma op de educatieve masteropleidingen waarbij maximaal 15 studiepunten van de educatieve component dient opgenomen te worden. Voor de instroom in het voorbereidingsprogramma op de educatieve masteropleiding waarbij maximaal 15 studiepunten van de educatieve component dienen gevolgd te worden, is de artistieke toelatingsproef niet van toepassing.
Aanmeldingsprocedure en oriënteringsproef voor de postgraduaatsopleidingen
Kandidaten doorlopen in de periode voorafgaand aan de start van het academiejaar een toelatingsprocedure. Voor elk postgraduaat is er een oriënteringscommissie die verantwoordelijk is voor deze toelatingsprocedure en een advies geeft met betrekking tot instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en organisatiemodaliteiten met betrekking tot deze procedure worden bekend gemaakt via de website van KASK & Conservatorium.
KASK & Conservatorium behoudt zich het recht om het postgraduaat gedurende een bepaald academiejaar niet te organiseren indien er onvoldoende aanmeldingen zijn en/of te weinig kandidaten met een positief advies vanwege de oriënteringscommissie.
Professioneel gerichte opleidingen en educatieve masteropleidingen
Bij de inschrijving bewijst de kandidaat-student voldoende kennis te hebben van de Nederlandse taal:
▪ of door het afleveren van een bewijs van minstens één met vrucht voltooid leerjaar in het Nederlandstalig secundair onderwijs;
▪ of door het afleveren van een bewijs van geslaagd zijn voor een opleiding of één of meer opleidingsonderdelen, met een totale
studieomvang van minstens 60 studiepunten in het Nederlandstalig hoger onderwijs;
▪ of door het afleggen van een taaltest. Het behaalde taalattest moet het bewijs leveren dat de student een niveau ‘Vantage’ conform het Europees referentiekader voor talen (ERK B2) bezit.
Deze taalvoorwaarden gelden tevens voor kandidaat-studenten die inschrijven voor een voorbereidingsprogramma of schakelprogramma met het oog op een inschrijving in een educatieve masteropleiding.
Nederlandstalige academisch gerichte domeinopleidingen
Bij de inschrijving voor een Nederlandstalige academisch gerichte opleiding, uitgezonderd de educatieve masteropleidingen, geldt dat het taalniveau van anderstalige kandidaat-studenten wordt beoordeeld als onderdeel van de artistieke toelatingsproef of oriënteringsproef. Anderstalige kandidaat- studenten die zich willen inschrijven en waarvan de kennis van de onderwijstaal tijdens de artistieke toelatingsproef/oriënteringsproef onvoldoende blijkt, kunnen geweigerd worden. Anderstalige kandidaat- studenten die slagen op de artistieke toelatingsproef of oriënteringsproef kunnen inschrijven met een diplomacontract. Zij moeten een cursus Nederlands volgen indien ze niet beschikken over een certificaat taalniveau 5 van het Universitair Centrum voor Talenonderwijs of een gelijkwaardig certificaat in het Europees Referentie Framework (voor de Nederlandstalige opleidingen) of over het specifiek taalbewijs zoals in §1 beschreven. De taalvorderingen worden door KASK & Conservatorium geëvalueerd. Op basis daarvan kunnen jaarlijks bindende voorwaarden opgelegd worden in het kader van studievoortgangsbewaking.
Engelstalige masteropleidingen en postgraduaatsopleidingen Bij de inschrijving voor een Engelstalige master of een
postgraduaatsopleiding waarvoor een oriënteringsproef georganiseerd wordt, kan het taalniveau van anderstalige kandidaat-studenten worden beoordeeld als onderdeel van de oriënteringsproef. Studenten die niet voldoende kennis van het Engels bij de oriënteringsproef kunnen aantonen, moeten zich tegelijkertijd met de studies inschrijven voor een cursus Engels. De taalvorderingen worden door KASK & Conservatorium geëvalueerd. Op basis daarvan kunnen jaarlijks bindende voorwaarden opgelegd worden in het kader van studievoortgangsbewaking.
Voorwaarden inzake leerkrediet
Toelating tot een professioneel gerichte bacheloropleiding met diplomacontract
Een student kan niet meer studiepunten opnemen dan het resterende leerkrediet. Uitzonderlijk kan een student zich toch inschrijven voor een professioneel gerichte bacheloropleiding met een diplomacontract voor meer
studiepunten dan het resterende krediet. De student moet dan aan één van deze voorwaarden voldoen:
- De student behaalde al een masterdiploma
- De student was zonder onderbreking in de twee voorafgaande academiejaren in dezelfde bacheloropleiding in de HOGENT ingeschreven en moet nog ten hoogste 30 studiepunten afwerken
Voor de student die zich wil inschrijven voor een bachelor-na- bacheloropleiding met een diplomacontract is het leerkrediet niet van toepassing.
Toelating tot een academisch gerichte bachelor of een initiële master met diplomacontract
Een student kan zich inschrijven ten belope van het nog voorhanden zijnde leerkrediet.
Bij tekort aan leerkrediet binnen een academisch gerichte opleiding kan éénmalig een inschrijving worden toegestaan. Studenten dienen daartoe een gemotiveerde aanvraag in. Indien de student uitzonderlijk wordt toegelaten, dient de student minstens 80% van de studiepunten te verwerven om het daaropvolgende academiejaar opnieuw te kunnen inschrijven in dezelfde opleiding, tenzij de student geen tekort aan leerkrediet meer heeft.
Voor de student die zich wil inschrijven voor het verkorte traject van de educatieve masteropleiding, master-na- masteropleiding of postgraduaatsopleiding met een diplomacontract is het leerkrediet niet van toepassing.
Uitzonderingen
In uitzondering van §2 kan de inschrijving in een initiële master van een student met een leerkrediet kleiner of gelijk aan 0 niet geweigerd worden als de student nog niet eerder een masterdiploma behaalde.
Voor studenten die inschrijven met een tekort aan leerkrediet wordt het studieprogramma vastgelegd door de studietrajectbegeleider in overleg met de student.
Toelating met creditcontract
Studenten die inschrijven voor een bachelor- of een masteropleiding met een creditcontract kunnen zich inschrijven ten belope van hun leerkrediet.
Vervolgopleidingen
Er zijn geen voorwaarden inzake leerkrediet voor de postgraduaatsopleidingen, bachelor-na-bacheloropleidingen, master-na- masteropleidingen alsook de verkorte trajecten van educatieve masteropleidingen.
§1. Algemeen
HOGENT kan een inschrijving van een student met het oog op het behalen van een diploma in een bepaalde opleiding weigeren omwille van beperkte studievoortgang.
Bij een weigering van een inschrijving voor dezelfde opleiding met een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma, kan ook niet meer ingeschreven worden via een creditcontract of examencontract voor het behalen van een creditbewijs binnen diezelfde opleiding.
§2. Minder dan 20% studierendement na eerste inschrijving
Als een student na een eerste inschrijving in een bepaalde initiële bacheloropleiding een studierendement behaalt van minder dan 20% wordt een volgende inschrijving voor dezelfde opleiding geweigerd.
§3. Niet geslaagd of gedelibereerd voor het drempelpakket
Als een student na een tweede inschrijving in een bepaalde initiële bacheloropleiding geen creditbewijs of deliberatiecijfer heeft verworven voor alle opgenomen opleidingsonderdelen uit het drempelpakket, dan kan die zich niet opnieuw inschrijven in de desbetreffende opleiding, ongeacht de afstudeerrichting.
§4. Minder dan 60% studierendement bij twee opeenvolgende inschrijvingen
Als vastgesteld wordt dat de student bij twee opeenvolgende inschrijvingen voor dezelfde opleiding, ongeacht afstudeerrichting, telkens voor minder dan 60% van de opgenomen studiepunten credits heeft behaald, wordt de student geweigerd voor een hierop volgende inschrijving voor deze opleiding. Uitzonderlijk geldt voor het academiejaar 2019-2020 30% in plaats van 60%.
Deze inschrijvingen voor eenzelfde opleiding moeten niet noodzakelijk tijdens aaneensluitende academiejaren gebeuren. De weigiring tot inschrijving kan van toepassing zijn op alle opleidingen, met uitzondering van de postgraduaatsopleidingen.
§5. Gemotiveerde weigering op basis van individueel dossier
Als uit de gegevens van het individueel dossier van een student blijkt dat een volgende inschrijving in het hoger onderwijs geen positief resultaat zal opleveren, dan kan HOGENT de inschrijving van de student op gemotiveerde wijze weigeren.
§6. Gemotiveerde aanvraag na weigering
Omwille van overmacht of bijzondere individuele omstandigheden kan de student na een weigering tot inschrijving, een gemotiveerde schriftelijke aanvraag om zich alsnog in te schrijven indienen bij de studietrajectbegeleider van de opleiding, met uitzondering van een weigering op basis van het niet behalen van het drempelpakket.
De student motiveert de aanvraag grondig door de overmacht of bijzondere individuele omstandigheden uitvoerig toe te lichten en de nodige bewijsstukken toe te voegen. Deze schriftelijke gemotiveerde aanvraag moet
voor inschrijving eerste semester en jaaropleidingsonderdelen vóór 15 oktober, of voor inschrijving tweede semester vóór 15 februari ingediend zijn.
De gemotiveerde beslissing KASK & Conservatorium (handhaving weigering of uitzonderlijke toelating) wordt schriftelijk meegedeeld aan de student binnen 30 kalenderdagen na aanvang van het academiejaar, of binnen 30 kalenderdagen na indiening van de aanvraag bij aanvraag na de start van het academiejaar of na de start van het tweede semester.
De student kan slechts éénmaal per academiejaar binnen dezelfde opleiding een gemotiveerde aanvraag tot inschrijving indienen. Bij weigering geldt deze voor de volledige duur van het betreffende academiejaar. Tegen de weigeringsbeslissing na gemotiveerde aanvraag kan de student intern beroep aantekenen (art. 66).
§7. Toelating tot inschrijving na weigering
De student van wie de inschrijving in een bepaalde opleiding geweigerd is, kan zich opnieuw inschrijven in dezelfde opleiding als die na de weigering tot inschrijving via een gemotiveerde aanvraag alsnog toelating krijgt, een diploma van het hoger onderwijs heeft verworven of na een wachttijd van zes jaar.
Inschrijvingsdata voor initiële bacheloropleidingen, masteropleidingen,
schakelprogramma’s en voorbereidingsprogramma’s
De student die opleidingsonderdelen van het eerste semester of jaaropleidingsonderdelen wil opnemen via diploma- en/of creditcontract, schrijft zich uiterlijk in op 1 december. De student kan zich voor opleidingsonderdelen van het tweede semester inschrijven tot en met 15 maart. Voor een examencontract schrijft de student zich uiterlijk in op 15 maart.
Omwille van praktische, organisatorische en inhoudelijke redenen kan een nieuwe inschrijving voor praktijkgerichte opleidingsonderdelen na de tweede lesweek geweigerd worden. Dit geldt zowel voor studenten die starten in september, als voor studenten die instromen in het tweede semester.
Inschrijvingsdata voor vervolgopleidingen
Alle vervolgopleidingen (postgraduaatsopleidingen, verkorte trajecten van de educatieve masteropleidingen, bachelor-na-bacheloropleidingen en master- na masteropleidingen) volgen dezelfde inschrijfdata dan deze van de initiële bachelor en masteropleidingen.
Zodra de student ingeschreven is, ondertekent de student het opleidingsprogramma. Bij elke wijziging van dit programma moet de student dit opnieuw goedkeuren en ondertekenen. Indien de student geen melding maakt van materiële vergissingen voor de uiterste datum van (wijziging van)
inschrijving, wordt de student geacht zijn opleidingsprogramma te aanvaarden.
Een voorlopige inschrijving is niet mogelijk.
§1. Gelijktijdige inschrijvingen
Een student kan zich binnen één academiejaar voor meerdere opleidingen inschrijven. Voor het combineren van meerdere inschrijvingen van opleidingsonderdelen uit verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen en/of afstudeeropties/instrumenten binnen de academisch gerichte opleidingen is de toelating van de decaan vereist. De student dient ten laatste 14 dagen voor aanvang van het academiejaar een aanvraag bij de studietrajectbegeleider in voor een tweede bijkomende inschrijving in een andere opleiding/afstudeerrichting/afstudeeroptie/instrument. De student kan ten vroegste in het tweede academiejaar van inschrijving aan KASK & Conservatorium een aanvraag indienen.
Het aanvraagdossier omvat:
1. Een motivatie vanwege de student en een voorstel van opleidingsonderdelen die de student wenst te volgen in het komende academiejaar in de tweede bijkomende inschrijving.
2. Een gemotiveerd inhoudelijk positief advies tav een gecombineerde inschrijving vanwege de praktijkdocent (instrumentdocent of coördinator) van de eerste initiële inschrijving.
3. De puntenbriefjes van de laatste inschrijving van de student waarbij zowel hoofdpraktijk als theorievakken werden opgenomen. Criterium is dat de student over alle studiepunten heen een sterk jaarpercentage behaalt dat aantoont dat de student excelleert in zijn initiële traject. Het noodzakelijke minimum jaarpercentage is afhankelijk van de ingeschreven studiepunten en wordt als volgt berekend:
Som(Si x Ci)/Som(Ci) > (15 x 60 + 10 x (Ci-60)) / som(Ci)
Hierin is Si en Ci de score en de credits van vak i. Het linkergedeelte is dus de formule voor het gewogen gemiddelde over alle vakken van het beschouwde jaar. In het rechtergedeelte wordt het opgenomen volume afgewogen t.o.v. het modeltraject van 60 credits. Er wordt dus geëist dat de student op 60 studiepunten gemiddeld 15/20 moet behalen (jaarpercentage van 75%), en op wat de student meer neemt, dus het surplus, gemiddeld 10. Dit geeft volgende indicatieve tabel:
opgenomen | 30 | 35 | 40 | 45 | 50 | 55 | 60 | 65 | 70 | 75 | 80 | 85 | 90 |
te behalen | 20,0 | 18,6 | 17,5 | 16,7 | 16,0 | 15,5 | 15,0 | 14,6 | 14,3 | 14,0 | 13,8 | 13,5 | 13,3 |
opgenomen | 95 | 100 | 105 | 110 | 115 | 120 |
te behalen | 13,2 | 13,0 | 12,9 | 12,7 | 12,6 | 12,5 |
Het aanvraagdossier wordt door de studietrajectbegeleider verder aangevuld met:
1. Een check van de toelatingsvoorwaarden en in het bijzonder of de student voldoet aan het slagen op de artistieke toelatingsproef of oriënteringsproef indien dit van toepassing is voor de tweede bijkomende inschrijving.
2. Een (positief / negatief) advies vanwege de praktijkdocent (instrumentdocent of coördinator) van de tweede bijkomende inschrijving. Dit advies beperkt zich tot het oordeel of de combinatie ten aanzien van de te volgen onderwijs- en evaluatieactiviteiten praktisch- organisatorisch mogelijk is.
3. Een (positief / negatief) advies vanwege de vakgroepvoorzitter verantwoordelijk voor de organisatie van de praktijk van de 2e bijkomende inschrijving. Dit advies beperkt zich tot het oordeel of de 2e bijkomende inschrijving mogelijk is op vlak van organisatie en personeelsformatie. Een positief advies betekent dat de school zich verder engageert voor de volledige studieduur van de aangevraagde combinatie.
Indien aan voorwaarden 1, 2, 3 en 4 is voldaan en indien 5 en 6 een positief advies behelst, wordt het dossier ter goedkeuring aan de decaan voorgelegd.
Indien op de deadline aanvraag meerdere dossiers voorliggen kan vanuit criterium 5 en 6 een gedifferentieerd advies gegeven worden (maw. er kan een maximum van gecombineerde inschrijvingen ingesteld worden). De behaalde resultaten op de artistieke toelatingsproef van de 2e discipline worden gehanteerd om tot een rangschikking te komen.
§2. Gelijktijdige inschrijvingen voor vervolgopleidingen
Een student die nog niet in het bezit is van een bachelordiploma, masterdiploma, getuigschrift voorbereidingsprogramma of getuigschrift schakelprogramma kan toegelaten worden tot de inschrijving voor deze opleiding én tot de inschrijving van de hieraan gekoppelde vervolgopleiding. Voor het behalen van het diploma van de vervolgopleiding is evenwel het behaald hebben van het onderliggende diploma of getuigschrift noodzakelijk.
Een gelijktijdige inschrijving is mogelijk onder volgende voorwaarden:
▪ De kandidaat-student schrijft zowel voor de onderliggende opleiding als de vervolgopleiding in aan KASK & Conservatorium.
▪ Voor de combinatie van een bachelor-na-bachelor of een master- na-master met de onderliggende opleiding kan de kandidaat- student een gemotiveerde aanvraag indienen bij de studietrajectbegeleider van de opleiding.
▪ De som van de opgenomen studiepunten in beide inschrijvingen is maximaal 72 studiepunten.
▪ Bij een gelijktijdige inschrijving in een initiële bachelor-én masteropleiding houdt de student in de samenstelling van het studieprogramma rekening met de bepalingen van het artikel samenstelling geïndividualiseerd traject.
▪ Bij een gelijktijdige inschrijving in een initiële masteropleiding (domeinopleiding) én het verkorte traject van de educatieve masteropleiding geldt bijkomend dat in een niet-diploma-jaar van de initiële masteropleiding maximaal 15 studiepunten kunnen opgenomen worden uit het verkort traject van de educatieve masteropleiding.
Inschrijving voor eenzelfde opleiding waarvoor men reeds het diploma
bezit
Bij de inschrijving voor een bachelor- of masteropleiding waarvan een student reeds het diploma bezit, geldt de voorwaarde dat de student nog opleidingsonderdelen voor een studieomvang van ten minste 30 studiepunten moet volgen. De student dient een schriftelijke aanvraag in bij de studietrajectbegeleider.
Inschrijving in de master Xxxxxx voor kandidaten die reeds een masterdiploma muziek behaalden
Diplomacontract
Kandidaten die reeds aan een Vlaamse hoger onderwijsinstelling een masterdiploma Xxxxxx hebben behaald kunnen enkel een tweede diplomacontract aangaan voor de masteropleiding Muziek indien men bij een tweede masteropleiding in de Muziek een andere afstudeerrichting of een ander instrument of een andere instrumentenfamilie kiest.
Creditcontract
Kandidaten die binnen dezelfde instrumentenfamilie xxxxxx een tweede masteropleiding te volgen, kunnen enkel verder studeren via creditcontract. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt rekening gehouden met artikel 11 dat verwijst naar het studiecontract. Xxxxxxxxxx het reeds gevolgde curriculum kan een kandidaat-student een pakket van opleidingsonderdelen krijgen waarvoor die dient in te schrijven met een creditcontract. In elk geval dient de student binnen de afstudeerrichting uitvoerende muziek steeds de opleidingsonderdelen betreffende klein ensemble en/of orkest als bijkomende opleidingsonderdelen op te nemen.
Er wordt tevens rekening gehouden met de motivatie en beweegredenen van de kandidaat. Indien wordt vastgesteld dat motivatie en profiel van de kandidaat beter aansluiten bij een master na master Hedendaagse Muziek of een postgraduaatsopleiding in de Muziek kan de kandidaat geweigerd worden voor de masteropleiding Muziek.
Volgende instrumenten worden gedefinieerd als behorende tot dezelfde instrumentenfamilie:
▪ Klarinet en basklarinet;
▪ Trombone en bastrombone
▪ Fagot en contrafagot
▪ Hobo en althobo
▪ Fluit en piccolo
Inschrijving in de educatieve master
§1. Initiële educatieve master en het verkort traject
Kandidaat-studenten die wensen in te schrijven voor de educatieve masteropleiding in de kunsten én in het bezit zijn van het corresponderende masterdiploma van de domeinopleiding, kunnen enkel inschrijven voor het verkort traject van de educatieve masteropleiding. Deze bepaling is niet van toepassing indien de kandidaat-student in de initiële educatieve masteropleiding kiest voor een andere afstudeerrichting, afstudeeroptie, instrument of instrumentfamilie dan deze van het reeds behaalde masterdiploma.
Kandidaat-studenten die wensen in te schrijven voor de educatieve masteropleiding in de kunsten én reeds in het bezit zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs kunnen enkel inschrijven in het verkort traject van de educatieve masteropleiding.
Deze bepaling is niet van toepassing indien de kandidaat-student nog niet in het bezit is van een masterdiploma in de kunsten of indien de kandidaat- student in de initiële masteropleiding kiest voor een andere afstudeerrichting, afstudeeroptie, instrument of instrumentfamilie dan deze van het reeds behaalde masterdiploma.
§2. Inschrijving voor de opleidingsonderdelen vakdidactieken
1° Rechtstreekse inschrijving voor de opleidingsonderdelen vakdidactiek zijn mogelijk met ofwel het onderliggend bachelordiploma ofwel het onderliggend masterdiploma zoals hieronder verder gespecificeerd:
Toegang vanuit volgende opleidingen / afstudeerrichtingen: | |
Domeinoverschrijdende vakdidactiek | Bachelor-of masterdiploma in de kunsten |
Algemene vakdidactiek muziek | Alle afstudeerrichtingen in de muziek uitgezonderd de afstudeerrichting instrumentenbouw |
Specifieke vakdidactiek muziek: creatie | Volgende afstudeerrichtingen in de muziek: - Muziektheorie /schriftuur - Directie |
- Compositie - Scheppende muziek - Muziekpedagogie - Muziektherapie | |
Specifieke vakdidactiek muziek: groepsmusiceren | Volgende afstudeerrichtingen in de muziek: - Uitvoerende muziek - Scheppende muziek - Compositie - Instrument/Zang - Jazz / Lichte muziek - Directie - Muziektheorie/Schriftuur - Muziekpedagogie - Muziektherapie |
Specifieke vakdidactiek muziek: instrument/zang | Volgende afstudeerrichtingen in de muziek: - Uitvoerende muziek - Instrument/Zang - Jazz / Lichte muziek |
Specifieke vakdidactiek muziek: instrumentenbouw | Volgende afstudeerrichtingen in de muziek: - Instrumentenbouw |
Algemene vakdidactiek drama | Bachelor-of masterdiploma in het drama |
Specifieke vakdidactiek: spelen | Bachelor-of masterdiploma in het drama |
Specifieke vakdidactiek: tekst en creatie | Bachelor-of masterdiploma in het drama |
Algemene vakdidactiek audiovisuele kunsten | Bachelor-of masterdiploma in de audiovisuele kunsten |
Specifieke vakdidactiek audiovisuele kunst: beeldende vorming en creatie | Volgende afstudeerrichtingen in de audiovisuele kunsten: - Film - Animatiefilm - Documentaire - Televisie - Schrijven - Televisie/Film - Communicatie-en mediadesign |
Xxxxxxxx vakdidactiek beeldende kunsten | Bachelor-of masterdiploma in de beeldende kunsten |
Specifieke vakdidactiek beeldende kunst: design, ontwerp en vormgeving | Volgende afstudeerrichtingen in de beeldende kunsten: - Grafisch ontwerp - Mode - Theaterkostuum - Juweelontwerp en edelsmeedkunst - Textielontwerp - Autonome vormgeving |
Specifieke vakdidactiek beeldende kunst: vrije kunsten | Volgende afstudeerrichtingen in de beeldende kunsten: - Grafisch ontwerp - Vrije kunsten - Fotografie |
2° In uitzondering op 1° kan een kandidaat-student uitzonderlijk worden toegelaten tot een vakdidactiek op voorwaarde dat uit onderzoek blijkt dat de student reeds voldoende vakinhoudelijke competenties heeft verworven om zich binnen de gekozen vakdidactiek van een bepaalde discipline verder te vervolmaken.
De aanvrager dient te voldoen aan volgende voorwaarden:
o De kandidaat-student kan aantonen dat die minstens 30 studiepunten domeinspecifieke kennis t.a.v. de verschillende deeldomeinen van het vakgebied verworven heeft in het hoger kunstonderwijs.
o De kandidaat-student kan aan de hand van een artistiek portfolio aantonen dat die over voldoende domeinspecifieke kennis t.a.v. de verschillende deeldomeinen van het vakgebied beschikt.
De kandidaat-student dient het aanvraagformulier met daarbij een oplijsting van de verworven studiepunten (aangevuld met creditbewijzen of puntenbrief) én een artistiek portfolio in bij de studietrajectbegeleider van de opleiding, gelinkt aan de gewenste vakdidactiek.
De beoordeling van een toelatingsaanvraag gebeurt door een specifieke commissie, samengesteld door de decaan. Na het onderzoek omschrijft de commissie de uitkomst van de toelatingsaanvraag in een duidelijk advies naar de kandidaat-student.
3° In uitzondering op 1° kan een student binnen de bacheloropleiding muziek reeds inschrijven voor de domeinoverschrijdende vakdidactiek (alle afstudeerrichtingen) en de algemene vakdidactiek muziek (alle afstudeerrichtingen uitgezonderd instrumentenbouw). Dit op voorwaarde dat de student deze opleidingsonderdelen volgt binnen het ingedaalde pakket van opleidingsonderdelen van 15 studiepunten.
§3. Het LIO statuut
- Om in aanmerking te komen voor het LIO statuut moet een student het volledige schooljaar aangesteld zijn als leraar in het officiële onderwijs. Het volwaardige LIO-traject impliceert een onderwijsopdracht van minimaal 500 uren (= 12 lestijden per lesweek). Een deeltijds LIO-statuut geldt reeds vanaf een lesopdracht van 200 uur op jaarbasis (= 6 lestijden per lesweek). De lesopdracht voldoet aan volgende voorwaarden:
▪ De student geeft les in een onderwijsniveau waarvoor in de educatieve masteropleiding onderwijsbevoegdheid wordt verworven. Concreet betekent dit dat de lesopdracht minstens 150
uren in het secundair onderwijs, en/of het Deeltijds Kunstonderwijs en/of het Volwassenonderwijs plaatsvindt;
▪ De student geeft minimaal 125 uren vakken waarvoor een vereiste bekwaamheid wordt verworven, en die dus gelinkt zijn aan de opgenomen vakdidactiek(en);
Heeft de student een opdracht die niet voldoet aan 1 of meerdere van bovenstaande voorwaarden, dan krijgt de student een beperkte extra stage op een andere werkplek.
- Voor de educatieve masteropleiding van het initiële traject moet de student aan bepaalde extra voorwaarden voldoen om het LIO-statuut aan te vragen:
▪ De student volgt simultaan de vakken Krachtige Leeromgevingen, Algemene Vakdidactiek, Specifieke Vakdidactiek en Stage I of is voor deze vakken vrijgesteld;
▪ De student heeft minstens 2/3 van de studiepunten van de domeincomponent voltooid.
- Voor het verkorte traject van de educatieve masteropleiding kan iedereen die voldoet aan de algemene regels het LIO-statuut aanvragen. De student dient wel ook simultaan Stage 1, Algemene Vakdidactiek en Specifieke Vakdidactiek op te nemen in het curriculum.
Inschrijving in het traject afstandsonderwijs van de opleiding interieurvormgeving
Kandidaat-studenten die wensen in te schrijven in het traject afstandsonderwijs van de opleiding interieurvormgeving dienen steeds een intakegesprek af te leggen vooraleer te kunnen inschrijven voor de opleiding. Een intakegesprek vindt plaats conform de richtlijnen zoals gepubliceerd op de website van KASK & Conservatorium.
Voor een student die tijdens de studies interieurvormgeving (contactonderwijs) wenst over te stappen naar het traject afstandsonderwijs geldt dat de student voldoet aan de criteria op basis waarvan individuele onderwijs-en examenmaatregelen kunnen toegekend worden (functiebeperking, medische redenen, uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden, werkstudent, bijzonder statuut) én waar bijkomend uit het dossier blijkt dat noodzakelijke aanpassingen op vlak van het studietraject, onderwijs- en/of examenorganisatie niet realiseerbaar zijn binnen het contactonderwijs maar wel binnen het traject afstandsonderwijs.
Eerder verworven kwalificaties
De student kan vrijstellingen aanvragen voor (deel)opleidingsonderdelen van de opleiding waarvoor die inschrijft. Daartoe moet de student een creditbewijs, studiebewijs of getuigschrift van slagen behaald hebben voor
een opleidingsonderdeel dat overeenstemt met het opleidingsonderdeel waarvoor die een vrijstelling aanvraagt. Vrijstellingen op basis van vakken uit het secundair onderwijs zijn niet mogelijk.
De student vraagt na inschrijving vrijstelling(en) aan via iBaMaFlex! Dossiers die na de uiterlijke indiendata worden ingediend, kunnen geweigerd worden.
Wanneer?
▪ Uiterlijk op 15 oktober van het lopende academiejaar voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen. Bij inschrijving na 1 oktober, binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving;
▪ Voor 1 maart van het lopende academiejaar voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De aanvraag wordt behandeld in functie van de welomschreven competenties, de inhouden en de studieomvang van het (deel)opleidingsonderdeel. KASK & Conservatorium kan oordelen dat naast het onderzoek op stukken een bijkomend onderzoek vereist is.
De student ontvangt een gemotiveerde beslissing waarin is opgenomen welke vrijstellingen worden toegekend en/of geweigerd. In de beslissing zijn de redenen voor toekenning en/of weigering opgenomen.
Wanneer?
▪ Binnen 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar;
▪ Binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 15 maart indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
De termijn van 30 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is en indien geen bijkomend bekwaamheidsonderzoek vereist is.
Tegen de beslissing kan de student intern beroep aantekenen (art. 66). Als een vrijstelling op basis van EVK toegekend wordt voor een (deel)opleidingsonderdeel zal geen examencijfer van het creditbewijs overgenomen worden bij de inschrijving noch bij de examenbeslissing. De student kan niet verzaken aan een toegekende vrijstelling.
Eerder verworven competenties
Op basis van eerder verworven competenties (EVC) kan de student een bewijs van bekwaamheid verkrijgen na het volgen van de EVC-procedure. De aanvraag van de EVC-procedure gebeurt bij de studietrajectbegeleider. Op basis van een bewijs van bekwaamheid kan de student bij de studietrajectbegeleider van de opleiding (deel)vrijstellingen aanvragen voor bepaalde (deel)opleidingsonderdelen. Tegen het resultaat van de EVC- procedure kan de student beroep aantekenen bij de Associatie UGent.
Samenstelling geïndividualiseerd traject (GIT) Aantal studiepunten GIT
Een geïndividualiseerd traject behelst maximum 72 studiepunten.
GIT bij combinatie bachelor- en masteropleiding
Bij het combineren van een inschrijving voor een bachelor- en masteropleiding, zijn volgende bepalingen van toepassing:
1° Studenten die nog één of meerdere hoofdpraktijkopleidingsonderdelen uit de bacheloropleiding dienen af te leggen, kunnen niet inschrijven voor hoofdpraktijkopleidingsonderdelen alsook de scriptie uit de master.
2° Studenten die enkel nog theoretische opleidingsonderdelen uit de bacheloropleiding dienen af te leggen, kunnen inschrijven in de masteropleiding. KASK & Conservatorium kan wel restricties opleggen ten aanzien van het maximaal op te nemen studiepunten binnen het geïndividualiseerd programma.
3° Voor studenten van wie de studievoortgang in de bacheloropleiding niet optimaal was, en die nog opleidingsonderdelen dienen af te leggen waarvoor zij voor een derde keer inschrijven, zal de inschrijving in de masteropleiding worden geweigerd.
4° Voor studenten die nog voor meer dan 27 studiepunten opleidingsonderdelen moeten afleggen uit de bacheloropleiding, zal de inschrijving in de masteropleiding worden geweigerd.
5° Studenten die voor een tweede opeenvolgend academiejaar wensen in te schrijven voor een combinatie van opleidingsonderdelen uit de bachelor- en de masteropleiding, zal de inschrijving voor de masteropleiding geweigerd worden. Deze studenten kunnen slechts weer inschrijven voor de masteropleiding indien alle credits uit de bacheloropleiding verworven zijn.
6° Voor kandidaat-studenten die hun bachelor alsnog dienen te behalen aan een andere onderwijsinstelling, zal de inschrijving in de masteropleiding worden geweigerd.
7° Uitzonderingen op 1° tot en met 6° van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze aangevraagd worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt een beslissing in het dossier.
GIT in de opleiding Drama
Voor studenten uit de bacheloropleiding drama die opleidingsonderdelen uit het 1e en/of 2e modeldeeltraject willen combineren met opleidingsonderdelen uit het 3e modeldeeltraject geldt: een aanvraag waarin de opleidingsonderdelen dramaproject I, dramaproject II en/of dramaproject III worden opgenomen, zal slechts goedgekeurd worden indien de student zich binnen het lessenrooster vrij kan maken voor deze opleidingsonderdelen
én indien een inschrijving voor één van deze opleidingsonderdelen noodzakelijk is om minstens 27 studiepunten te kunnen opnemen.
GIT en concordantie
Bij programmawijzigingen wordt door de respectievelijke opleidingscommissie de concordantie vastgesteld, qua inhoud en studieomvang, tussen de opleidingsonderdelen uit het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ programma. Studenten die met een geïndividualiseerd traject herinschrijven dienen de concordantietabel te respecteren bij het samenstellen van hun geïndividualiseerd studieprogramma.
§5. GIT en volgtijdelijkheid
Naast gelijktijdigheid en zachte volgtijdelijkheid hanteert KASK & Conservatorium, omwille van risico- en/of veiligheidsproblemen, strakke volgtijdelijkheid voor de artistieke hoofddiscipline. De opleidingsonderdelen die vallen onder deze volgtijdelijkheid zijn opgenomen in bijlage van dit onderwijs- en examenreglement.
Studiegelden en bijzondere studiekosten Studiegeld
De studiegelden en terugbetalingsmodaliteiten voor de opleidingen aan KASK & Conservatorium zijn door het bestuurscollege van HOGENT vastgelegd zoals opgenomen in bijlage 3.
Het studiegeld bestaat steeds uit een vast gedeelte en een variabel gedeelte op basis van het aantal ingeschreven studiepunten op niveau van het enkelvoudig of samengesteld opleidingsonderdeel.
Bij meerdere inschrijvingen geldt als algemene regel dat het vaste gedeelte van het studiegeld slechts eenmaal per academiejaar verschuldigd is aan dezelfde instelling voor hoger onderwijs. Voor de berekening van het studiegeld worden alle inschrijvingen van een student voor één of meerdere opleidingen en/of voor één of meerdere opleidingsonderdelen onder diploma- en/of creditcontract dan ook beschouwd als één inschrijving.
In afwijking van deze algemene regel worden de inschrijvingen in bachelor- na-bacheloropleidingen, master-na-masteropleidingen en postgraduaatsopleidingen steeds beschouwd als afzonderlijke inschrijvingen. Inschrijvingen met examencontract zijn eveneens afzonderlijke inschrijvingen.
Bijzondere studiekosten
Studenten die zich inschrijven voor de opleidingen Audiovisuele Kunsten, Beeldende Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur, Landschapsontwikkeling en de educatieve masteropleidingen van KASK & Conservatorium betalen naast het studiegeld een bedrag voor bijzondere studiekosten. Deze studiekosten zijn verbonden
met specifieke gebruiks- en verbruikskosten voor studenten aan KASK & Conservatorium als geheel en in de diverse afstudeerrichtingen. Een raming van de bijzondere studiekosten wordt vermeld op de studiefiche en in de bijlagen.
KASK & Conservatorium beslist over de besteding van dit geld. Het wordt aangewend voor:
▪ fotokopieën, waaronder ook extra opdrachten en oefeningen, toelichting bij opdrachten, tekstfragmenten, partituren, plannen enz.
▪ de basisgebruiks- en verbruiksmiddelen in ateliers
▪ afvalverwerking van specifiek ateliergebonden activiteiten
▪ gezamenlijke studie-uitstappen
▪ aankoop, beheer, onderhoud en herstelling van ontlenings- en gebruiksapparatuur, inclusief instrumenten, voor studenten in de lokalen, ateliers of in de diverse uitleendiensten
▪ gezamenlijke kosten bij projecten
▪ uitrusten en beheren van zelfstudie- en repetitielokalen, ook buiten de lesuren en de normale openingsuren
▪ enz.
De bijdrage wordt per traject (opleiding, afstudeerrichting en afstudeeroptie) bepaald op basis van de kosten. De lijst met de bijdrage en de kosten per traject is te vinden in de bijlagen.
De bijzondere studiekosten bestaan uit een vast en een variabel deel.
Het vaste deel is verschuldigd voor alle inschrijvingen samen en dekt de kosten voor de studenten-software-licenties verdeeld via het digitale platform.
Het variabele gedeelte wordt berekend per inschrijving op basis van de desbetreffende opgenomen studiepunten (SP). Voor een inschrijving in een bachelor- of masteropleiding wordt Tabel 1 gebruikt om het variabele deel te berekenen:
opgenomen praktijk-SP ≥ 21 | 100% |
12 ≤ opgenomen praktijk- SP < 21 | 50% |
0 < opgenomen praktijk-SP < 12 | 25% |
opgenomen praktijk-SP = 0 | 0% |
Tabel 1: berekening variabele deel bijzondere studiekosten bachelor- opleidingen
Voor studenten die gelijktijdig ingeschreven zijn in een schakel- of voorbereidingsprogramma en een masteropleiding wordt ook het variabele deel maar 1 keer berekend en dit door de studiepunten van beide inschrijvingen samen te tellen.
Studiepunten opgenomen in het kader van internationale studentenuitwisseling worden bij de berekening van de bijzondere studiekosten niet in rekening gebracht.
Studenten krijgen na inschrijving een voorlopige aanrekening gebaseerd op de opgenomen studiepunten. Na het definitief vastleggen van de individuele trajecten in het tweede semester, wordt er een definitieve berekening gemaakt die aanleiding kan zijn voor gedeeltelijke terugbetaling of een bijkomende betaling.
Bij overmachtsituaties kan een aanpassing aan de bedragen van de bijzondere studiekosten gebeuren bij beslissing van de Raad van de school of arts na advies van de studentenparticipatieraad.
Terugbetaling van de bijzondere studiekosten bij uitschrijving:
▪ Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór de start van het academiejaar zijn geen bijzondere studiekosten verschuldigd.
▪ Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór 1 november zijn het vaste deel en een vierde van het variabele deel verschuldigd als deelname in de kosten.
▪ Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding tussen 1 november en 31 december zijn het vaste deel en de helft van het variabele deel verschuldigd als deelname in de kosten.
▪ Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding na 31 december zijn zowel het vaste als het variabele deel volledig verschuldigd.
Registratiekosten voor het toekennen van een diploma
Een student registreert zich voor het toekennen van een diploma als:
▪ die een diploma wenst te verwerven uitsluitend op grond van EVK’s en/of EVC’s;
▪ die zich heeft ingeschreven voor twee opleidingen die elkaar opvolgen en hij het diploma van de vereiste vooropleiding niet behaalt in hetzelfde academiejaar als het diploma van de vervolgopleiding. De student moet zich registreren voor het toekennen van het diploma van de vervolgopleiding ten vroegste in het semester waarin het diploma van de vooropleiding kan worden behaald.
De student betaalt een administratieve kost voor de registratie met het oog op het verwerven van een diploma.
Bijzonder statuut en Individuele onderwijs- en examenmaatregelen
§1. Bijzonder statuut
Een student heeft een bijzonder statuut op basis van:
▪ een geattesteerde functiebeperking;
▪ een geattesteerde medische reden;
▪ een statuut werkstudent;
▪ een geadviseerde aanvraag bijzonder statuut: topsporter AUGent, student-ondernemer, student-kunstbeoefenaar en student met een mandaat.
▪ uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden;
Een bijzonder statuut kan worden toegekend op het ogenblik dat de student:
▪ individuele onderwijs- en examenmaatregelen aanvraagt;
▪ de toelating vraagt om zich in te schrijven in een specifiek modeltraject met afwijkende studieomvang;
▪ de toelating vraagt om zich in te schrijven in een geïndividualiseerd traject.
§2. Individuele onderwijs- en examenmaatregelen
Een individuele onderwijs- en examenmaatregel is een redelijke aanpassing op maat om de gelijkheid van kansen voor de student te waarborgen, zodat die volwaardig kan participeren aan onderwijs- en examenactiviteiten. Deze maatregel voldoet aan de criteria van noodzakelijkheid, uitvoerbaarheid, verdedigbaarheid en competentiebewaking.
De student met een bijzonder statuut vraagt individuele onderwijs- en examenmaatregelen aan bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. Onderwijs-en examenmaatregelen zijn steeds pas van kracht na goedkeuring. De aanvraag voor onderwijsmaatregelen gebeurt zo spoedig mogelijk na inschrijving. De aanvraag van examenmaatregelen gebeurt steeds tijdig voor aanvang van de evaluatie. De student vraagt uiterlijk op 1 december maatregelen aan voor examens in de eerste examenperiode en uiterlijk op 1 mei voor examens in de tweede examenperiode. Maatregelen voor examens van de derde examenperiode worden aangevraagd voor het zomerreces. In geval van overmacht kan de aanvraag later gebeuren. KASK & Conservatorium beslist over de toekenning van de aangevraagde maatregelen op basis van het advies van de studietrajectbegeleider.
Tegen de beslissing kan de student intern beroep aantekenen (art. 66). Individuele onderwijs- en examenmaatregelen moeten jaarlijks opnieuw aangevraagd worden bij de studietrajectbegeleider. De individuele onderwijs- en examenmaatregelen gaan in op het ogenblik van de bekendmaking ervan aan de student.
Wijzigingen van het contract opleidingsprogramma Wijziging van het soort contract
Een wijziging van het soort studiecontract (diplomacontract, creditcontract, examencontract) kan slechts eenmaal per academiejaar en gebeurt in overleg met de studietrajectbegeleider. Bij dergelijke wijziging blijft de student ingeschreven voor dezelfde opleiding of opleidingsonderdelen. Voor opleidingsonderdelen waarvan examen werd afgelegd, kan de contractsoort niet meer gewijzigd worden.
Wijziging van de inhoud van het contract
De student kan extra opleidingsonderdelen opnemen in het contract of opleidingsonderdelen uit het jaarprogramma laten verwijderen of bijkomende vrijstellingen aanvragen. De student kan ook van opleiding, afstudeerrichting of optie veranderen (zgn. heroriënteren). Dit gebeurt in overleg met de studietrajectbegeleider.
De student kan enkel uitschrijven voor opleidingsonderdelen uit het drempelpakket of voor opleidingsonderdelen die worden hernomen na niet slagen, mits toelating van de studietrajectbegeleider voor het volgen van een geïndividualiseerd traject (art. 32).
Wijzigingsdata
Wijzigingen van het contract opleidingsprogramma kunnen uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het tweede semester. De student vraagt dit schriftelijk aan bij de studietrajectbegeleider van de opleiding.
Stopzetten van contract en uitschrijven
Een student die één of meerdere contracten wenst stop te zetten, doet dit via de stopzettingsmodule in het elektronisch studentendossier in iBamaFlex!.
Het contract wordt beëindigd op de datum waarop de stopzetting door de student via iBamaFlex! wordt aangevraagd.
Een student die alle contracten in de loop van het academiejaar stopzet, schrijft zich uit en levert de studentenkaart in.
Deelname aan de onderwijsactiviteiten Verplichte onderwijsactiviteiten
De student neemt deel aan de onderwijsactiviteiten in het kader van de opleiding. Voor verplichte onderwijsactiviteiten zoals omschreven in de studiefiche moet de student de afwezigheid melden via iBaMaFlex! ten laatste op de dag van de verplichte onderwijsactiviteit. Een afwezigheid kan enkel worden gewettigd bij tijdige melding en omwille van een geattesteerde
medische reden, overmacht, een toegekende individuele onderwijsmaatregel of een feestdag van de erkende levensbeschouwelijke overtuiging van de student (zie ook §6).
Aanvraag (deel)vrijstelling en deelname aan de onderwijsactiviteiten
In afwachting van een goedkeuring van (deel)vrijstelling neemt de student deel aan alle onderwijsactiviteiten waarvan die nog niet formeel vrijgesteld is. Een student die na verloop van tijd verneemt dat die geen vrijstelling krijgt, kan voor de periode voorafgaand aan deze mededeling geen overmacht inroepen.
Geïndividualiseerd traject en deelname aan de onderwijsactiviteiten De student die een geïndividualiseerd traject aanvraagt, volgt alle
Inschrijving via examencontract
De student ingeschreven met een examencontract kan niet deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en kan geen gebruik maken van de onderwijsondersteunende faciliteiten of van de begeleiding die KASK & Conservatorium én HOGENT biedt, met inbegrip van alle begeleiding op afstand
Afwezigheid onderwijzend personeel
Wanneer een onderwijzend personeelslid of diens vervanger, zich binnen 15 minuten na het aanvangsuur niet heeft aangeboden, vraagt een afgevaardigde van de studenten bij het studentensecretariaat inlichtingen of instructies. Indien geen bevestiging verkregen wordt over de aanwezigheid van het onderwijzend personeelslid, wordt de onderwijsactiviteit uitgesteld. De studenten melden op het studentensecretariaat dat ze, na 15 minuten te wachten, de plaats van de onderwijsactiviteit verlaten.
Aan- en afwezigheden
De studenten moeten deelnemen aan de onderwijsactiviteiten zoals omschreven in de studiefiches. Met betrekking tot de aanwezigheid van studenten tijdens onderwijsactiviteiten geldt:
1° Voor extra-muros activiteiten en opleidingsonderdelen die vallen onder het systeem van permanente evaluatie of niet-periodegebonden evaluatie, is de aanwezigheid verplicht.
2° De student zorgt ervoor dat die voldoet aan het verwachtingspatroon van actieve deelname aan het onderwijsgebeuren. Iedere student draagt de verantwoordelijkheid om op regelmatige basis contact te onderhouden met de titularissen en ten aanzien van de praktijkopleidingsonderdelen titularissen op de hoogte te houden van de werkzaamheden. Regelmatig werk ter bespreking voorleggen is hierbij noodzakelijk.
3° Aanwezigheid kan worden vastgesteld door de handtekening van de student in de aanwezigheidslijst. De door de studenten getekende aanwezigheidslijsten worden door betrokken docenten tot minstens 90 dagen na de bekendmaking van de examenresultaten bewaard.
4° Voor opleidingsonderdelen met niet-periodegebonden evaluaties kan een ongewettigde afwezigheid van meer dan 25% aanleiding geven tot de quotatie ‘afwezig’ voor het volledige opleidingsonderdeel. Voor de bachelor- en masteropleiding in het Drama kan voor deze opleidingsonderdelen een ongewettigde afwezigheid van meer dan 10% aanleiding geven tot de quotatie ‘afwezig’ voor het volledige opleidingsonderdeel.
5° De student moet de afwezigheid op verplichte activiteiten omwille van gegronde redenen of in geval van overmacht (bijv. ziekte) legitimeren door middel van een attest en meedelen volgens de KASK & Conservatorium richtlijnen op Ibamaflex. Enkel de melding ervan is geen erkenning als gewettigde afwezigheid. Een post factum-attest of dixitattesten worden niet aanvaard.
Aanwezigheid op projectweek / projecten
De aanwezigheid van studenten is verplicht tijdens projectmatige activiteiten
o.a. tijdens de ‘projectweken’. De projectweken worden jaarlijks in de academische kalender vastgelegd.
Aanwezigheid op infomomenten en onthaalweek
De studenten zijn geacht om aanwezig te zijn op de onthaalactiviteiten en op andere momenten waarbij belangrijke informatie wordt verstrekt. Deze momenten worden via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt.
Werkstukken en/of artistieke realisaties die ter bespreking of ter beoordeling voorliggen, zijn altijd het resultaat van een onderwijsproces dat in samenspraak of in overleg met de lesgevers is gevoerd.
Algemene regelingen m.b.t. beschikbaarheid voor producties van de opleiding Muziek
Volgende regeling is geldig voor elke student van de opleiding Muziek: Tijdens het academiejaar, maar ook tijdens de vakantieperiodes, de introductieweek en de projectweken worden de studenten geacht zich ter beschikking te houden van KASK & Conservatorium voor eventuele deelname aan de voorbereiding en uitvoering van concerten (o.a. orkest en kamermuziek) of grote producties. Deze producties worden steeds tijdig en in overleg met de studenten vastgelegd.
De studenten kunnen ook opgeroepen worden voor activiteiten die KASK & Conservatorium inricht tijdens het academiejaar en die de uitstraling van HoGent en KASK & Conservatorium ten goede komen. Deze activiteiten worden steeds tijdig en in overleg met de studenten vastgelegd.
Xxxxxxx de inschrijving in de opleiding alsook de ondertekening van het jaarprogramma verklaart de student zich bereid om zich te engageren in de producties van de opleiding en de projectmatige aanpak hierbij. In het bijzonder in de afstudeeroptie Klassieke muziek dient de student zich jaarlijks minstens in de opleidingsonderdelen Kamermuziek en Orkest te engageren ook als de student hier niet voor is ingeschreven.
Eventuele afwezigheden wegens ziekte of overmacht tijdens de voorbereiding of uitvoering van producties en/of concerten moeten steeds gestaafd worden door een attest en dit tijdig volgens de gangbare regeling binnen KASK & Conservatorium. Een tijdige bekendmaking betekent nog niet de erkenning van een gewettigde afwezigheid. Post-factum-attesten en
dixit-attesten worden daarbij in geen geval aanvaard. Elke afwezigheid kan aanleiding geven tot een quotering ’Afwezig’ voor betrokken opleidingsonderdelen.
Opleidingsonderdeel stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunst in het werkveld
KASK & Conservatorium kan, in bijzondere gevallen en op objectieve gronden, de stage of een ander praktisch opleidingsonderdeel vroegtijdig beëindigen, als de student door diens gedragingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een beroep waartoe de opleiding opleidt.
De student van wie de stage of het praktische opleidingsonderdeel vroegtijdig is beëindigd, heeft voor het betreffende opleidingsonderdeel geen recht op een tweede examenkans tenzij aan de opgelegde dwingende voorwaarden is voldaan.
De masterproef, scriptie, het opleidingsonderdeel ‘onderzoek en ontwikkeling’ bij film en bachelorproef zijn als geheel uitgesloten van studentenuitwisseling omwille van de finaliteit van deze opleidingsonderdelen. Deze opleidingsonderdelen kunnen wel gedeeltelijk (als deelmobiliteit) opgenomen worden in studentenuitwisseling. Voor de bachelorproef binnen de bacheloropleidingen Landschaps-en tuinarchitectuur en Interieurvormgeving kan het uitzonderlijk onder volgende voorwaarden, wel toegestaan worden om deze opleidingsonderdelen als geheel in studentenuitwisseling te volgen:
▪ De student volgt in het kader van studentenuitwisseling elders een equivalent opleidingsonderdeel op vlak van studiepunten, doelstellingen en eindcompetenties.
▪ Indien mogelijk worden in het kader van de jurering van het equivalent opleidingsonderdeel in het buitenland ook personeelsleden van de opleiding aan KASK & Conservatorium betrokken.
▪ De betrokken student engageert zich om de bachelorproef te presenteren tijdens het afstudeerevent van KASK & Conservatorium.
§4. Een student die het opleidingsonderdeel ‘kunst in het werkveld’ wil volgen of opnemen in het zomerreces voorafgaand aan het academiejaar waarvoor ingeschreven, richt hiervoor een aanvraag tot de coördinator ‘kunst in het werkveld’.
Ontlening van materiaal en instrumenten door studenten
Een student kan materiaal of instrumenten ontlenen in het kader van de opleiding aan de KASK & Conservatorium of voor pedagogische, onderzoeksgerelateerde of artistiek-culturele activiteiten ondersteund of geïnitieerd door KASK & Conservatorium.
KASK & Conservatorium legt de bepalingen rond het ontlenen vast in een ontleningsreglement, dat integraal online gepubliceerd wordt en in elke uitleendienst beschikbaar is.
Meer in het bijzonder zijn volgende afspraken van toepassing:
▪ De betrokken vakgroep kan extra uitleenvoorwaarden bepalen, zoals het akkoord van de betrokken titularis, ingeschreven zijn in een bepaalde opleiding en/of afstudeerrichting, het verplicht gevolgd hebben van een specifieke opleiding over het gebruik, enz.
▪ Voor instrumenten en een selecte lijst materiaal dient er een kleine huurprijs betaald te worden.
▪ Een student die materiaal of een instrument ontleent, moet de werking en het gebruik ervan voldoende kennen, het beheren tijdens de ontlening volgens de principes van de goede huisvader en het niet ter beschikking stellen van derden.
▪ Tijdens de ontlening is de student verantwoordelijk voor het materiaal of het instrument en zal die moeten instaan voor een schadevergoeding bij schade of diefstal. De waarde wordt bepaald op basis van een gepaste herstelling of vernieuwing. Indien het voorwerp verzekerd is binnen de HOGENT-verzekeringspolis, dan staat de student in voor het vrijstellingsbedrag.
▪ Een student die het ontleningsreglement niet respecteert, kan worden uitgesloten van ontlening.
Deel 1. Organisatie van de evaluatie
KASK & Conservatorium organiseert ieder academiejaar drie examenperiodes vastgelegd in de academische kalender
▪ een eerste examenperiode na de onderwijsactiviteiten van het eerste semester;
▪ een tweede examenperiode na de onderwijsactiviteiten van het tweede semester;
▪ een derde examenperiode na het zomerreces.
Ook tijdens de periode van onderwijsactiviteiten kan een opleiding evaluaties organiseren. Binnen een opleidingsonderdeel kunnen zowel periodegebonden als niet-periodegebonden evaluaties plaatsvinden. Deze examens worden dan beschouwd als zijnde georganiseerd in een examenperiode. De studenten worden bij het begin van het academiejaar hiervan op de hoogte gebracht.
Opleidingsonderdelen waarvoor het leerproces of de onderwijsorganisatie een continuïteit of opbouw vereist die niet binnen de tijdspanne van één semester kan worden gerealiseerd, kunnen als jaaropleidingsonderdeel georganiseerd worden. In dat geval vinden de periodegevonden evaluaties van deze opleidingsonderdelen plaats in de tweede examenperiode.
Een student heeft voor ieder opleidingsonderdeel waarvoor ingeschreven, recht op 2 examenkansen in de loop van het academiejaar om een creditbewijs van het opleidingsonderdeel te behalen: een eerste examenkans in de eerste of de tweede examenperiode en bij niet slagen een tweede examenkans in de derde examenperiode.
Indien de aard van het (deel)opleidingsonderdeel niet toelaat dat tweemaal wordt geëxamineerd, kan het recht voor een tweede examenkans voor het behalen van een creditbewijs niet worden uitgeoefend tijdens hetzelfde academiejaar. Dit wordt opgenomen in de studiefiche van het opleidingsonderdeel. Voor het behalen van het creditbewijs moet de student zich voor het betreffende opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw inschrijven.
Binnen eenzelfde academiejaar kan een student zich niet meer dan tweemaal voor hetzelfde examen of examengedeelte aanmelden ongeacht het contract.
Binnen eenzelfde examenperiode kan een student slechts éénmaal beoordeeld worden over hetzelfde (deel)opleidingsonderdeel of examengedeelte.
Uitzonderlijk kan een student die in de eerste examenperiode niet slaagde voor één of meerdere opleidingsonderdelen waarvoor in de studiefiche vermeld staat dat er geen examenmogelijkheid is in de derde examenperiode, eventueel wel een tweede examenkans krijgen in de tweede examenperiode indien dit volgens KASK & Conservatorium verdedigbaar en organisatorisch uitvoerbaar is met het oog op een examenbeslissing. De student krijgt bij niet slagen geen derde examenkans.
Uitzonderlijk kan een student die in de eerste of tweede examenperiode niet slaagde voor één of meerdere opleidingsonderdelen waarvoor in de studiefiche vermeld staat dat er geen examenmogelijkheid is in de derde examenperiode, eventueel wel een examenkans krijgen in de derde examenperiode. Het betreft evaluaties van praktijkgebonden opleidingsonderdelen met permanente evaluatie en/of jury’s waarbij de examencommissie van de opleiding dit inhoudelijk verdedigbaar en organisatorisch uitvoerbaar vindt met het oog op een examenbeslissing.
Voor elke examenperiode stelt KASK & Conservatorium een examenregeling op. Minstens 5 weken vóór het begin van elke examenperiode wordt de examenregeling aan de studenten bekendgemaakt. Deze examenregeling is bindend en omvat:
▪ het examenrooster, de plaats, het tijdstip (datum en uur) van het examen en eventueel de naam van de examinator;
▪ plaats, telefoonnummer, bereikbaarheid van het studentensecretariaat;
▪ naam van de decaan of een door hem aangeduide vervanger;
▪ naam, e-mailadres en bereikbaarheid van de ombudspersonen;
▪ de data waarop de examenbeslissingen bekendgemaakt worden en de feedback georganiseerd wordt.
De examenroosters van elk modeltraject worden zo opgesteld dat een redelijke spreiding van de examens over de totaliteit van een examenperiode wordt bekomen. Na opmaak van de examenroosters kan de student opmerkingen op de voorlopige examenroosters onder meer formuleren via de studentenraad.
Voor studenten met een geïndividualiseerd traject kunnen 2 (of meerdere) examens op hetzelfde ogenblik gepland zijn. Overlappende examens moeten door de student gemeld worden aan het studentensecretariaat.
Bij mondelinge evaluaties (mondelinge examens, presentaties, verdedigingen, e.d.) veronderstelt de openbaarheid dat derden aanwezig kunnen zijn. De beraadslaging over de evaluatie is niet openbaar.
De student kan een waarnemer de evaluatie laten bijwonen. De waarnemer mag geen persoonlijke betrokkenheid hebben (bijv. partnerschap) noch een bloed- of aanverwant tot in de vierde graad zijn, noch ingeschreven zijn voor het opleidingsonderdeel. Een waarnemer mag op geen enkele wijze tussen komen bij de evaluatie. De waarnemer kan enkel notities nemen op een papieren drager. De student vraagt een waarnemer op de evaluatie schriftelijk aan via de studietrajectbegeleider van de opleiding, ten laatste 2 weken voor het geplande evaluatiemoment voor niet-periodegebonden evaluatie, en uiterlijk voor de aanvang van de examenperiode voor periodegebonden evaluatie.
De student heeft het recht op inzage in de examenkopij en toelichting bij de afgelegde examens tijdens een feedbackmoment.
De student heeft geen recht op inzage in gegevens over andere studenten. De student mag zelf geen kopie of foto maken van de evaluatiedocumenten die ter inzage worden voorgelegd. De student die een kopie van een evaluatiedocument wenst, vraagt dit schriftelijk aan via het studentensecretariaat, binnen de 7 dagen na deelname aan het feedbackmoment. Deze kopie moet persoonlijk en vertrouwelijk behandeld worden en mag enkel gebruikt worden in functie van de eigen studieloopbaan. HOGENT zal het recht op examenkopie niet toepassen voor examenvragen waarvoor het auteursrecht overduidelijk geldt. De schriftelijke examens worden door KASK & Conservatorium tot 4 maanden na de bekendmaking van de punten bewaard.
Bekendmaking van examenresultaten
De examenresultaten worden bekendgemaakt op het einde van of kort na elke examenperiode. Uiterlijk de dag voor de feedback kan de student via iBaMaFlex! het overzicht met de examenresultaten raadplegen.
De feedback van de eerste examenperiode valt ten laatste aan het einde van de eerste lesweek van het tweede semester. De feedback van de tweede en derde examenperiode vindt plaats binnen deze examenperiodes. Wie uitleg wenst over de examenresultaten, is verplicht aanwezig op de geplande
feedbackmomenten. Afwezigheid op de stageplaats of tijdens verplichte georganiseerde lessen is toegestaan voor deelname aan het feedbackmoment.
Als de student gewettigd afwezig is op de feedback, kan in overleg met de examinator of de titularis van het opleidingsonderdeel een nieuw feedbackmoment worden vastgelegd als dit organisatorisch mogelijk is.
Op de feedback staan de examinatoren ter beschikking van de student om de resultaten van de afgelegde examens te bespreken. De student krijgt uitleg over de totstandkoming van het examenresultaat. De examinator geeft aanwijzingen om de studieprestaties te bevorderen bij een volgende examenkans.
Tijdens de bespreking van de examenresultaten op de feedback heeft de student recht op inzage in de kopij. Er wordt geen feedback verleend aan derden. Op vraag van de student of van de examinator kunnen derden aanwezig zijn als waarnemer. De waarnemer kan niet tussenkomen in het feedbackgesprek.
Deel 2. Verloop van de evaluatie
De examinator is het onderwijzend personeelslid belast met het evalueren van de student.
De examinator kan bij evaluatie van een bepaald opleidingsonderdeel externen betrekken. Dit wordt samen met de overige evaluatiemodaliteiten vooraf meegedeeld aan de student. Deze externe persoon kan mee de resultaten van de student bepalen.
Als de examinator verhinderd is of om persoonlijke redenen niet kan examineren, zal de decaan een andere lesgever aanstellen als examinator. De examinator mag geen persoonlijke betrokkenheid hebben (bijv. partnerschap) noch een bloed- of aanverwant tot in de vierde graad zijn.
De examinator kan bij elke evaluatie de aanwezigheid van een tweede lid van het onderwijzend personeel als waarnemer vragen.
Samenstelling examenjury’s en algemene bepalingen voor een
jurybeoordeling
Voor praktijkgerichte opleidingsonderdelen kan beslist worden om de evaluatie via een jury te organiseren. Dit is steeds het geval voor de hoofdpraktijkopleidingsonderdelen waarin artistiek werk van de student (mee) onderwerp is van de evaluatie. Bepalingen omtrent de organisatie en werkwijze van jury’s wordt jaarlijks vastgelegd in een jurygids.
De samenstelling van de examenjury’s, de organisatie en coördinatie van de jureringen gebeurt onder verantwoordelijkheid en goedkeuring van de decaan.
Jureringen kunnen slechts plaatsvinden buiten de gebouwen van KASK & Conservatorium mits goedkeuring van de decaan.
Een examenjury bestaat uit een voorzitter, de titularis en leden van het onderwijzend personeel die al dan niet mede betrokken zijn bij de studie- en onderwijsactiviteiten van het opleidingsonderdeel. De leden van het onderwijzend personeel vormen de groep van ‘interne juryleden’. Een examenjury kan aangevuld worden met één of meerdere ‘externe juryleden’, zoals dit zeker het geval is voor de jurering van de afstudeer- of eindprojecten in de afstudeerjaren van de professioneel gerichte bachelors en academisch gerichte masters.
De samenstelling van een examenjury in een examenperiode wordt via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt uiterlijk 2 weken vóór de aanvang van de desbetreffende jurering.
De voorzitter bakent voor iedere student een moment af waarbij de student de gelegenheid krijgt om het werk te presenteren, uit te voeren,
toe te lichten en/of te verdedigen. De voorzitter zorgt ervoor dat dit moment correct en sereen verloopt, waarbij alleen de betrokken juryleden aan de beoordeling deelnemen.
Het moment van de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting is openbaar. Ook medestudenten ingeschreven voor het opleidingsonderdeel kunnen, in uitzondering op artikel 44, het jurymoment bijwonen. Het publiek mag tijdens het jurymoment niet tussenbeide komen en mag de beoordeling niet beïnvloeden.
Bij de beoordeling van werkstukken door een examenjury is het niet altijd noodzakelijk dat de studenten aanwezig zijn op het moment van de jurering. In voorkomend geval worden de studenten hiervan op de hoogte gebracht. Aangezien de examens openbaar zijn, kan een student altijd op voorhand vragen om toch aanwezig te zijn en diens werk te verdedigen tegenover de examenjury.
De examenjury trekt zich na de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting terug om te beraadslagen. Deze beraadslaging is niet openbaar.
Een gedeelte van de examenrecitals kan op verwante instrumenten afgelegd worden zoals in onderstaande tabel weergegeven; hiertoe vraagt de student schriftelijk de toestemming aan de decaan. De decaan beslist in overleg met de voorzitter van de opleidingscommissie.
Instrumentale hoofddiscipline | Een deel van het examen mag afgelegd worden op: |
Fluit | traverso |
Blokfluit | alle types |
Hobo | historisch verwante instrumenten |
Althobo | historisch verwante instrumenten |
Klarinet | historisch verwante instrumenten |
Fagot | historisch verwante instrumenten |
Hoorn | historisch verwante instrumenten |
Trompet | historisch verwante instrumenten |
Trombone | historisch verwante instrumenten |
Bastrombone | historisch verwante instrumenten |
Tuba | alle types |
Saxofoon | alle types |
Slagwerk | andere slagwerkinstrumenten |
Drums | andere slagwerkinstrumenten |
Gitaar | historisch verwante instrumenten |
Basgitaar | contrabas |
Luit | alle types |
Harp | historisch verwante instrumenten |
Piano | historisch verwante instrumenten |
Accordeon | bandoneon |
Viool | historisch verwante instrumenten |
Altviool | historisch verwante instrumenten |
Cello | historisch verwante instrumenten |
Contrabas | historisch verwante instrumenten |
De decaan kan in uitzonderlijke gevallen en in samenspraak met de voorzitter van de opleidingscommissie een hoofddiscipline toevoegen aan de eerste kolom voor een individuele student; dit op voorwaarde dat er voldoende artistiek hoogstaand repertoire voor dit instrument bestaat.
§1. Een opleidingsonderdeel kan verschillende evaluatievormen kennen. De evaluatievormen zijn vastgelegd in de studiefiche van elk opleidingsonderdeel. De evaluatievormen van de eerste examenkans en tweede examenkans kunnen verschillen.
§2. Bij elke evaluatie op afstand kan de student gevraagd worden om zichzelf in beeld te brengen om identiteitsfraude tegen te gaan en/of om voorafgaand aan, alsook tijdens of na de evaluatie een 360° beeld te geven van de ruimte waarin de student zich bevindt op het ogenblik van de evaluatie. Elke evaluatie op afstand kan ook worden opgenomen (video en/of geluidsopname) door de examinator of examentoezichthouder of door de student op vraag van de examinator. Over deze en andere mogelijke maatregelen ter voorkoming van fraude wordt de student ingelicht vooraleer de evaluatie van start gaat. De student is ertoe gehouden de instructies van de examinator en de examentoezichthouders ter zake strikt op te volgen. De opname van een evaluatie kan enkel worden gebruikt met het oog op de beoordeling en voor feedback.
§3. In het geval dat de student en/of de ruimte waarin de evaluatie plaatsvindt wordt gefilmd dan zijn deze beelden op het ogenblik zelf te zien of te raadplegen door de examinator of de examentoezichthouders.
Uitzonderlijk kunnen evenwel bij in groep georganiseerde evaluaties deze beelden tijdens de evaluatie ook worden gezien door derden, zoals andere deelnemers aan de evaluatie, zonder dat dit door de student kan worden ingeroepen als reden om niet deel te nemen aan de evaluatie. Bij elke evaluatie en in het bijzonder bij in groep georganiseerde evaluaties nemen de examinator, de examentoezichthouders en al de deelnemers steeds de nodige zorg in acht om zoveel als mogelijk elkaars privacy te respecteren.
§4. Voor evaluatie op afstand zorgt de student ervoor te beschikken over een PC of laptop met een (ingebouwde) camera, microfoon en luidspreker en een zo stabiel en veilig mogelijke (internet)verbinding. Technische of andere problemen die de evaluatie op afstand onmogelijk maken worden door de student onmiddellijk telefonisch gemeld aan het examensecretariaat. Zo ook ingeval de student er niet in slaagt om online verbinding te maken met de examinator of ingeval de verbinding buiten de wil van de student om wordt verbroken. Het niet of niet tijdig melden van het onderliggende probleem kan resulteren in de vermelding ‘afwezig’.
Bij elke vorm van evaluatie moet de student diens identiteit kunnen bewijzen door het voorleggen van de studentenkaart of identiteitskaart. Indien dit niet mogelijk is, moet de student zich voor de aanvang van de evaluatie melden op het studentensecretariaat om een bewijs van inschrijving te krijgen.
De student moet bij evaluatie de aanwezigheidslijst persoonlijk handtekenen. Als dit niet gebeurt, wordt de student als afwezig beschouwd.
Deel 3. Afwezigheid bij evaluatie
De student moet een afwezigheid melden via iBaMaFlex! ten laatste op de dag van het evaluatiemoment. Dit geldt zowel voor niet-periodegebonden als periodegebonden evaluaties.
Een afwezigheid kan enkel worden gewettigd bij tijdige melding en omwille van een geattesteerde medische reden, overmacht of een feestdag van de erkende levensbeschouwelijke overtuiging van de student. De student moet de nodige bewijsstukken binnen 48 uren na de datum van de geplande evaluatie bezorgen aan het studentensecretariaat (opladen via iBaMaFlex!). Het studentensecretariaat zal de afwezigheid wettigen bij tijdige melding en tijdige correcte attestering of een verklaring op eer in verband met het vieren van een erkende religieuze feestdag. Via iBaMaFlex! wordt de student geïnformeerd over het al dan niet gewettigd zijn van de afwezigheid. De student volgt dit zelf op.
De student moet de originele bewijsstukken van het lopende academiejaar bewaren en op elke vraag vanuit HOGENT voorleggen. Laattijdig opgeladen attestering geeft geen recht op wettigen van de afwezigheid. Post factum- of dixit-attesten worden niet aanvaard. Bij twijfel over de nodige attestering neemt de student contact op met het studentensecretariaat van de opleiding.
Voor niet-periodegebonden evaluaties die binnen de onderwijsactiviteiten worden georganiseerd, verwijzen we naar het artikel 35 ‘Deelname aan de onderwijsactiviteiten’. Indien de student voor een niet-periodegebonden evaluatie binnen een (deel)opleidingsonderdeel in die mate afwezig is dat binnen het (deel)opleidingsonderdeel het verworven hebben van alle eindcompetenties, conform de evaluatiewijze vermeld in de studiefiche niet meer ten volle bewezen kan worden krijgt de student de vermelding ‘afwezig’ voor het (deel)opleidingsonderdeel.
Enkel bij gewettigde afwezigheid kan de student een inhaalkans krijgen. Een inhaalkans is een gunst en kan enkel indien deze organisatorisch mogelijk is. Studenten die de gecommuniceerde procedure niet volgen, kunnen niet in aanmerking komen voor een inhaalexamen. KASK & Conservatorium kan het inhalen van examens beperken tot vastgelegde inhaalmomenten. Het aantal mogelijke inhaalexamens per student per examenperiode kan beperkt en/of geweigerd worden op basis van de praktische en organisatorische uitvoerbaarheid. Voor een geplande inhaalkans wordt nooit een tweede inhaalkans georganiseerd, ook niet bij gewettigde afwezigheid. Bij een
inhaalkans kan omwille van praktisch-organisatorische redenen het examen in een andere vorm of op een andere locatie georganiseerd worden dan voorgeschreven.
Volgende principes zijn van toepassing voor de organisatie van inhaalkansen tijdens de examenperiodes:
1° de student ontvangt de dag en het uur van het inhaalexamen via iBaMaFlex! van het studentensecretariaat. Dit is het enige moment waarop het inhaalexamen kan worden afgelegd;
2° de oorspronkelijke examentijd wordt steeds gerespecteerd. De student kan dus nooit twee inhaalexamens op hetzelfde ogenblik afleggen;
3° indien meerdere inhaalexamens op hetzelfde ogenblik zijn geroosterd, kan de student enkel deelnemen aan het inhaalexamen van het laagste modeltraject. Bij inhaalexamens uit hetzelfde modeltraject geeft de student aan aan welk inhaalexamen zal deelgenomen worden.
Volgende principes zijn van toepassing voor de organisatie van inhaalkansen van niet-periode gebonden evaluatie:
1° In geval van een gewettigde afwezigheid voor een niet- periodegebonden evaluatie neemt de student ten laatste binnen de 8 kalenderdagen na de datum van de oorspronkelijke niet- periodegebonden evaluatie zelf contact op met de betrokken lesgever(s)/evaluator(en) om na te gaan of een inhaalactiviteit mogelijk is en indien dit het geval is, hierover concrete afspraken te maken. Een inhaalactiviteit wordt georganiseerd op een ander tijdstip en/of in een andere vorm. Studenten die de gecommuniceerde procedure niet volgen kunnen niet in aanmerking komen voor een inhaalactiviteit. De lesgever kan de inhaalactiviteiten beperken tot vastgelegde momenten. Het aantal mogelijke inhaalactiviteiten per student kan beperkt en/of geweigerd worden op basis van de praktische en organisatorische uitvoerbaarheid. Voor een ingeplande inhaalactiviteit kan geen nieuwe inhaalactiviteit aangevraagd worden.
2° Indien de student ‘ongewettigd’ afwezig is heeft de student geen recht
op een inhaalactiviteit.
Deel 4. Examenresultaten en hun gevolgen
Beoordelingskader voor toekennen van een examencijfer
Per (deel)opleidingsonderdeel wordt één geheel examencijfer toegekend op een totaal van twintig punten door de titularis van het opleidingsonderdeel.
19 - 20 | uitmuntend | voldoet op uitmuntende wijze aan de beoordelingscriteria |
17 - 18 | uitstekend | voldoet in zeer ruime mate aan de beoordelingscriteria |
15 - 16 | zeer goed | voldoet in ruime mate aan de beoordelingscriteria |
13 - 14 | goed | voldoet op bevredigende wijze aan de beoordelingscriteria |
10 - 11 - 12 | voldoende | voldoet aan de minimale beoordelingscriteria |
7 - 8 - 9 | niet geslaagd | voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria |
< 7 | niet geslaagd | totaal onvoldoende |
Bepaling van het examencijfer
Bij de bepaling van het examencijfer voor een (deel)opleidingsonderdeel (geheel cijfer op 20) wordt de volgende afrondingsregel gehanteerd: een decimaal cijfer wordt afgerond tot een geheel cijfer naar beneden voor een cijfer kleiner dan 0.50 en naar boven voor een cijfer gelijk aan of groter dan 0.50.
Als een opleidingsonderdeel bestaat uit deelopleidingsonderdelen worden voor het bepalen van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel volgende regels gevolgd:
1° Bij de berekening van het eindresultaat voor een samengesteld opleidingsonderdeel wordt rekening gehouden met de wegingsfactor per deelopleidingsonderdeel zoals vermeld op de studiefiche;
2° Bij een deelvrijstelling op basis van EVK (creditbewijs) of EVC wordt voor het bepalen van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel enkel rekening gehouden met de behaalde examencijfers van de deelopleidingsonderdelen waarvoor geen EVK of EVC werd toegekend;
3° Indien de student op alle deelopleidingsonderdelen minstens de helft behaalt wordt het eindcijfer het rekenkundig gemiddelde, rekening houdend met de wegingsfactor.
4° Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft behaalt en indien het rekenkundig gemiddelde, rekening houdende met de wegingsfactor, na afronding groter of gelijk is aan 10/20 wordt de som van de absolute tekorten over de deelopleidingsonderdelen mee in rekening gebracht:
▪ Indien de som van de absolute tekorten niet groter is dan 1, wordt het eindcijfer bepaald door het rekenkundig gemiddelde, rekening houdende met de wegingsfactor.
▪ Indien de som van de absolute tekorten groter is dan 1, wordt het eindcijfer van het opleidingsonderdeel vastgelegd op 8/20.
5° Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft behaalt en indien het rekenkundig gemiddelde, rekening houdende met de wegingsfactor, na afronding minder is dan 10/20 wordt het eindcijfer als volgt bepaald:
▪ Het eindcijfer wordt het mathematisch gemiddelde indien het rekenkundig gemiddelde kleiner is dan 9/20.
▪ Het eindcijfer wordt vastgelegd op 8/20 indien het rekenkundig gemiddelde 9/20 is.
Geslaagd opleidingsonderdeel
De student slaagt voor een (deel)opleidingsonderdeel als die minstens 10 op 20 behaalt. De student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor geslaagd. De student kan niet verzaken aan een creditbewijs. Voor deelopleidingsonderdelen worden geen creditbewijzen afgeleverd.
Overdracht van examencijfer van een geslaagd deelopleidingsonderdeel Als de student niet slaagt voor een samengesteld opleidingsonderdeel, wordt een examencijfer van minstens 10 op 20 voor een deelopleidingsonderdeel overgedragen naar de volgende examenkans in hetzelfde academiejaar of naar het volgende academiejaar.
Bij overdracht van een examencijfer van een deelopleidingsonderdeel wordt voor het bepalen van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel het examencijfer van het overgedragen deelopleidingsonderdeel meegerekend rekening houdend met de wegingsfactor.
De student kan de overdracht van een geslaagd deelopleidingsonderdeel van een niet geslaagd samengesteld opleidingsonderdeel weigeren en een volgende examenkans opnemen voor dat deelopleidingsonderdeel. De student vraagt dit schriftelijk aan bij de studietrajectbegeleider van de
opleiding binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag na de bekendmaking van de punten.
Niet geslaagd opleidingsonderdeel
Bij een examencijfer van minder dan 10 op 20 of de vermelding ‘afwezig’, slaagt de student niet voor het (deel)opleidingsonderdeel. Een examencijfer van een opleidingsonderdeel van minder dan 10 op 20 wordt niet overgedragen naar een volgend academiejaar.
Bij de tweede examenkans kan de student alle niet geslaagde opleidingsonderdelen hernemen. Wanneer het organiseren van een tweede examenkans niet of slechts deels mogelijk is, is dit vermeld op de studiefiche van het opleidingsonderdeel.
§6. Deliberatie van het drempelpakket
Een student kan gedelibereerd worden voor de niet geslaagde opleidingsonderdelen uit het drempelpakket als voldaan is aan volgende cumulatieve voorwaarden:
▪ de student heeft voor elk opleidingsonderdeel van het drempelpakket een examencijfer behaald bij de eerste of tweede examenkans;
▪ de student heeft voor alle opleidingsonderdelen minimaal 8 op 20 behaald bij eerste of tweede examenkans;
▪ de student heeft geen enkel tekort op een niet-delibereerbaar opleidingsonderdeel;
▪ het tekort is beperkt tot 12 gewogen buispunten voor een drempelpakket van 60 studiepunten:
o hierbij wordt het hoogst behaalde xxxxxx van de eerste of tweede examenkans van het lopende academiejaar in overweging genomen
o de studiepunten van het samengesteld of enkelvoudig opleidingsonderdeel worden als wegingsfactor gebruikt.
Het aantal gewogen buispunten wordt pro rato volgens het aantal opgenomen studiepunten berekend. Vrijstellingen tellen niet mee bij de berekening van het aantal opgenomen studiepunten.
Deliberatie van het drempelpakket vindt plaats van zodra is voldaan aan bovenstaande cumulatieve voorwaarden en ten laatste na de tweede examenkans van het tweede inschrijvingsjaar. Gedeeltelijke deliberatie is niet mogelijk.
Bij bepaalde opleidingsonderdelen wordt een examencijfer van minder dan 10 op 20 nooit gedelibereerd. Als een opleidingsonderdeel nooit delibereerbaar is, staat dit vermeld in de studiefiche. Op niveau van een deelopleidingsonderdeel wordt nooit gedelibereerd.
Voor een gedelibereerd opleidingsonderdeel krijgt de student geen credits.
De student die niet akkoord gaat met de deliberatie van een opleidingsonderdeel, meldt dit schriftelijk aan de studietrajectbegeleider van de opleiding binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag na de bekendmaking van de punten. Door deze schriftelijke melding, vervalt de deliberatie voor dit opleidingsonderdeel en kan de student
deelnemen aan de tweede examenkans of dit opleidingsonderdeel hernemen in het volgende academiejaar.
Jury Masterproef in de master Audiovisuele Kunsten, Beeldende Kunsten en Drama
De mastercoördinator is de voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt aangeduid. De jury omvat zowel interne als externe juryleden. De interne juryleden zijn de beide mentoren van de student.
Het accent van de beoordeling van de jury ligt bij de productevaluatie. De externe juryleden beoordelen het product en kennen adviserend een cijfer toe.
Quotering ‘Bachelorproef’ in de bachelor Interieurvormgeving
De quotering van het eindwerk ‘Bachelorproef’ is het resultaat van de procesevaluatie en de productevaluatie en telt respectievelijk voor 1/3 en 2/3 van de punten.
Voor de samenstelling van de examenjury onderscheiden we per student:
▪ de ‘interne jury’: de verantwoordelijke titularis en de toegevoegde interne juryleden
▪ de ‘externe jury’: de groep van externe juryleden
De ‘interne jury’ kent de punten toe voor de ‘procesevaluatie’ en de ‘externe jury’ kent de punten toe voor de ‘productevaluatie’.
Bij aanvang van de beraadslaging kan het gemiddelde van de individuele cijfers van de leden gehanteerd worden als uitgangscijfer voor de gesprekken en het bepalen van de consensuscijfers.
Tijdens die beraadslaging moeten de juryleden de gelegenheid krijgen om hun opmerkingen te formuleren. Het is de bedoeling dat de groep van interne juryleden en de groep van externe juryleden elk een consensus bereiken over hun cijfer op 20.
De titularis noteert de definitieve punten in de twee kolommen van de lijst. Wanneer alle punten op de lijst staan genoteerd, ondertekenen alle juryleden deze definitieve puntenlijst.
Incentives voor organisatie en/of medewerking aan niet opgelegde producties van de opleiding Muziek
Een muziekproject dat niet studietrajectgebonden is en dat door de student zelf georganiseerd wordt of waaraan de student meewerkt kan onder de hieronder beschreven voorwaarden gehonoreerd worden met incentives.
Criteria voor het in aanmerking komen voor toekenning van incentives aan een project
1° De student die zelf het initiatief neemt voor een muziekproject, verschaft de decaan een projectdossier met alle nuttige gegevens: artistieke
doelstellingen, beschrijving van het verwachte verloop, duur, eventuele benodigdheden op infrastructureel gebied, aantal deelnemers (eventueel van andere faculteiten van HoGent), naam van de docent die de productie begeleidt.
2° Na afloop van het project wordt van alle deelnemers een beknopt verslag verwacht, waarin het totale project alsook de eigen deelname beschreven en geëvalueerd wordt.
Criteria voor de evaluatie van het gerealiseerde artistieke project
1° Betekent deelname aan het project een aftasten van voor de deelnemers van onbekende terreinen?
2° Is er sprake van kruisbestuiving en genrevermenging?
3° Overschrijdt het project de grenzen van de eigen specialiteit, opleiding of van de School of Arts?
4° Wordt er gestreefd naar een kwaliteitsvol product? 5° Hoeveel deelnemers worden erbij betrokken?
6° Is er sprake van een uitvoering in concertvorm? Tot welk publiek richt het project zich?
7° Kan het project bijdragen tot een grotere uitstraling van HoGent en/of van de opleiding?
Berekening van de incentives en referentieopleidingsonderdelen
1° De incentives worden als volgt berekend: S/n +Q waarbij ‘S’ de som is van alle behaalde quotaties in de loop van het academiejaar en ‘n’ het aantal producties waaraan de student deelnam. Het referentieopleidingsonderdeel telt in de berekening als de eerste productie.
Q= n - 1 De punten voor de permanente evaluatie van dit opleidingsonderdeel worden in de berekening opgenomen als de eerste productie.
2° De incentives worden toegekend aan volgende referentieopleidingsonderdelen:
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor de orkestinstrumenten zijn
de opleidingsonderdelen ‘Orkest / Grote ensembles’’
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor de zangstudenten zijn de opleidingsonderdelen ‘Projecten Zang’ en ‘Muziektheatrale vorming’.
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor de toetsinstrumenten en tokkelinstrumenten is ‘Begeleidingspraktijk’.
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor Muziekproductie zijn de
opleidingsonderdelen ‘Producing & Soundlab’ en ‘Producing’
▪ het referentieonderdeel voor compositie is ‘Compositie’
▪ het referentieopleidingsonderdeel voor muziektheorie zijn de
opleidingsonderdelen ‘Schriftuur’
Voorwaarde tot toekenning van incentives en procedure afhandeling
1° De incentives kunnen slechts toegekend worden op voorwaarde dat de student(e) voor het referentieopleidingsonderdeel ten minste 10/20 behaalde.
2° De docent die de productie begeleidt is verantwoordelijk voor het schriftelijk en gemotiveerd overmaken van de quotaties aan de decaan; dit ten laatste in de week voorafgaand aan de betreffende examenperiode.
Voor opleidingsonderdelen met betrekking tot ‘Orkest / grote ensembles’, ‘Kamermuziek’, ‘Koor’ en ‘Begeleidingspraktijk / begeleiden’ wordt rekening gehouden met de producties waaraan de student heeft deelgenomen.
Aanvullend op de quotering voor deze respectievelijke opleidingsonderdelen wordt er à rato van het aantal producties waaraan de student deelnam, een progressief stijgende quotering toegekend. Als producties komen in aanmerking: de orkestproducties ingericht door de opleiding en alle producties die vooraf als dusdanig door de decaan erkend zijn.
Studenten die participeren aan de orkestbegeleiding van de operaproducties kunnen hiervoor, indien ingeschreven, gequoteerd worden binnen de opleidingsonderdelen ‘Orkest / Grote ensembles’ of ‘begeleidingspraktijk’ / ‘begeleiden’. Indien deze prestaties boventallig zijn, geschiedt de verrekening van de quotatie conform dit artikel.
De vermelding ‘afwezig’ voor een (deel)opleidingsonderdeel wordt toegekend
indien de student in die mate afwezig was dat beoordeling niet mogelijk is. De eindcompetenties van het (deel)opleidingsonderdeel kunnen niet worden geëvalueerd door de afwezigheid van de student.
Wanneer het examen van een (deel)opleidingsonderdeel bestaat uit een combinatie van (verschillende) periodegebonden en/of niet-periodegebonden evaluatie(s) geldt bij een vermelding ‘afwezig’ bij één van de evaluaties, de vermelding ‘afwezig’ voor het geheel.
Voor een samengesteld opleidingsonderdeel leidt een vermelding ‘afwezig’ voor één of meerdere deelopleidingsonderdelen automatisch tot de vermelding ‘afwezig’ voor het samengestelde opleidingsonderdeel.
Materiële vergissing inzake examenresultaat
Onderwijzende personeelsleden of studenten melden vastgestelde materiële vergissingen inzake examenresultaten onmiddellijk na vaststelling van de vergissing en steeds vóór de afsluitingsdatum van het academiejaar door de
Databank Hoger Onderwijs aan het studentensecretariaat. De decaan of de aangeduide vervanger beslist over de rechtzetting.
Aan de student kunnen volgende bindende voorwaarden opgelegd worden als maatregel van studievoortgangsbewaking.
Studievoortgangsbewaking is van toepassing op alle opleidingen, met uitzondering van de postgraduaatsopleidingen.
§1. Niet geslaagd voor de opleidingsonderdelen uit het drempelpakket
Als een student na de eerste inschrijving in een bepaalde bacheloropleiding geen creditbewijs of deliberatiecijfer heeft verworven voor alle opgenomen opleidingsonderdelen uit het drempelpakket, dan moet die deze bij de tweede inschrijving in een volgende academiejaar in dezelfde opleiding verwerven.
Deze opeenvolgende inschrijvingen voor eenzelfde opleiding moeten niet noodzakelijk tijdens aaneensluitende academiejaren gebeuren. Deze bepaling blijft gelden als een student een keuzeopleidingsonderdeel bij de tweede inschrijving heeft vervangen door een ander keuzeopleidingsonderdeel.
Bovenstaande geldt niet wanneer een student van afstudeerrichting verandert.
§2. Minder dan 60% studierendement bij twee opeenvolgende inschrijvingen voor dezelfde opleiding
Als de student ingeschreven met een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor minder dan 60% van de opgenomen studiepunten, credits heeft behaald, wordt de volgende bindende voorwaarde opgelegd: de student moet tijdens de hierop volgende inschrijving met diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor dezelfde opleiding voor minstens 60% van de opgenomen studiepunten credits verwerven. Deze opeenvolgende inschrijvingen voor eenzelfde opleiding moeten niet noodzakelijk tijdens aaneensluitende academiejaren gebeuren.
De decaan kan bij deze volgende inschrijving bijkomende bindende voorwaarde(n) in het kader van studievoortgangsbewaking opleggen.
§3. Wanneer een student niet aan deze bindende voorwaarde(n) voldoet, zal een volgende inschrijving binnen dezelfde opleiding geweigerd worden.
Deel 5. Attestering en diplomering
Voor een bacheloropleiding, een masteropleiding, een bachelor na bacheloropleiding en een master na masteropleiding wordt bij slagen een diploma afgeleverd. Voor een schakelprogramma en een voorbereidingsprogramma wordt bij slagen een getuigschrift afgeleverd. Het getuigschrift vermeldt ‘met goed gevolg’. Voor een postgraduaatsopleiding wordt bij slagen een getuigschrift afgeleverd. Voor een permanente vorming wordt een attest afgeleverd.
Studenten verwerven automatisch een diploma of getuigschrift van een opleiding als ze voldoen aan de vereiste inschrijvingsvoorwaarden en als ze voor elk opleidingsonderdeel van hun opleidingsprogramma een creditbewijs hebben behaald (uitgezonderd EVK en EVC).
Diplomadeliberatie
In afwijking van §2 worden studenten automatisch geslaagd verklaard en verwerven zij een bachelordiploma, een masterdiploma of een postgraduaatgetuigschrift als voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
▪ de student voldoet aan de vereiste toelatingsvoorwaarden;
▪ de student heeft voor elk opleidingsonderdeel van de opleiding een examencijfer behaald (uitgezonderd EVK en EVC en deliberaties uit het drempelpakket);
▪ de student heeft geen enkel terkot op een niet-delibereerbaar opleidingsonderdeel;
▪ de student heeft voor alle opleidingsonderdelen minimaal 8 op 20 behaald bij de eerste of tweede examenkans;
▪ het tekort is beperkt tot 6 gewogen buispunten voor een opleiding:
o hierbij wordt het hoogst behaalde xxxxxx van de eerste of tweede examenkans van het lopende academiejaar in overweging genomen
o de studiepunten van het samengesteld of enkelvoudig opleidingsonderdeel worden als wegingsfactor gebruikt).
Bij bepaalde opleidingsonderdelen wordt een examencijfer van minder dan 10 op 20 nooit gedelibereerd. Als een opleidingsonderdeel nooit delibereerbaar is, staat dit vermeld in de studiefiche. Op niveau van een deelopleidingsonderdeel wordt nooit gedelibereerd.
Voor een gedelibereerd opleidingsonderdeel krijgt de student geen credits. In afwijking van de inschrijvingsdata- en bepalingen kan een student die in de eerste of tweede examenperiode een diploma behaalt mits deliberatie van een opleidingsonderdeel zich in hetzelfde academiejaar voor het
gedelibereerde opleidingsonderdeel inschrijven met een examencontract om toch dit creditbewijs te behalen in de derde examenperiode. De student dient hiertoe een aanvraag in bij de studietrajectbegeleider van de opleiding binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag na de bekendmaking van de punten van de tweede examenperiode.
Voor opleidingsonderdelen waarvoor in de derde examenperiode geen examen kan afgelegd worden én voor opleidingsonderdelen waarvoor niet met een examencontract kan ingeschreven worden, is deze inschrijving niet mogelijk.
De student die niet akkoord gaat met de deliberatie van een opleidingsonderdeel, meldt dit schriftelijk aan de studietrajectbegeleider van de opleiding binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag na de bekendmaking van de punten. Door deze schriftelijke melding, vervallen de deliberatie van het gedelibereerde opleidingsonderdeel, het geslaagd zijn voor de opleiding en de toegekende graad van verdienste.
In afwijking van de inschrijvingsdata kan een student die een diploma behaalt na eerste examenkans mits deliberatie, zich in hetzelfde academiejaar voor het gedelibereerde opleidingsonderdeel inschrijven met een examencontract om toch dit creditbewijs te behalen in tweede examenkans. De student dient hiertoe een aanvraag in bij de studietrajectbegeleider van de opleiding binnen een termijn van zeven kalenderdagen na puntenbekendmaking. Voor opleidingsonderdelen waarvoor in de examenperiode na het zomerreces geen examen kan afgelegd worden, is deze inschrijving met een examencontract niet mogelijk.
Een graad van verdienste voor een diploma wordt automatisch toegekend volgens volgende algemene principes:
▪ geslaagd met de grootste onderscheiding met 82,5 % of meer;
▪ geslaagd met grote onderscheiding met 75,0% of meer;
▪ geslaagd met onderscheiding met 67,5 % of meer;
▪ geslaagd op voldoende wijze indien minder dan 67,5%.
Bij het bepalen van de graad van verdienste worden de examencijfers van alle opleidingsonderdelen van het volledige opleidingsprogramma in aanmerking genomen, rekening houdend met de wegingsfactor per samengesteld of enkelvoudig opleidingsonderdeel. Het aantal studiepunten wordt als wegingsfactor toegepast. Het totaal van de gewogen examencijfers wordt uitgedrukt in een percentage.
Voor een getuigschrift na afronding van een schakelprogramma, voorbereidingsprogramma of postgraduaatsopleiding wordt geen graad van verdienste toegekend.
Bijzondere omstandigheden voor het toekennen van een diploma
1° Als de student een tweede diploma van dezelfde opleiding behaalt zullen uitsluitend de examenresultaten van de nieuw opgenomen studiepunten (minstens 30 studiepunten) in rekening worden gebracht voor de toekenning van een graad van verdienste.
2° De student kan een diploma verwerven uitsluitend op basis van bewijzen van bekwaamheid en/of EVK’s. De student moet zich registreren voor het toekennen van het diploma en de registratiekosten betalen. De decaan of een aangeduide vervanger beslist tot het uitreiken van het diploma. Er wordt hierbij geen graad van verdienste toegekend.
3° De student ingeschreven met een diplomacontract of een examencontract met het oog op het behalen van een graad of diploma kan een diploma verwerven op basis van bewijzen van bekwaamheid, EVK’s en/of creditbewijzen van een opleidingsprogramma van HOGENT. De graad van verdienste wordt toegekend voor zover er voor minstens 30 studiepunten examencijfers werden behaald.
Materiële vergissing inzake een examenbeslissing voor het toekennen van een diploma/getuigschrift
Materiële vergissingen die door onderwijzende personeelsleden of studenten worden vastgesteld, worden meegedeeld aan de decaan.
De decaan oordeelt over de ontvankelijkheid van de materiële vergissing. Als de melding van de materiële vergissing door de decaan als ontvankelijk wordt beoordeeld, behandelt de decaan het dossier. De gemotiveerde beslissing ten gronde wordt zo snel mogelijk bekendgemaakt aan de student.
Examencommissie Oprichting en samenstelling
De representatieve samenstelling van de examencommissie wordt door de raad van de School of Arts beslist en bekendgemaakt aan de studenten voor aanvang van de eerste examenperiode.
De examencommissie wordt samengesteld per opleiding en bestaat uit alle titularissen betrokken bij de opleidingsonderdelen van de opleiding. De studietrajectbegeleider van de opleiding en de ombudspersoon kunnen als niet-stemgerechtigde leden deelnemen aan de examencommissie. De decaan is voorzitter van de examencommissie, de opleidingscommissievoorzitter is desgevallend plaatsvervangend voorzitter. Het diensthoofd studentenaangelegenheden is secretaris van de examencommissie, de studietrajectbegeleider is desgevallend plaatsvervangend secretaris. De secretaris is niet stemgerechtigd.
Bevoegdheid
De examencommissie kan een student voor het geheel van de opleiding geslaagd verklaren als die op gemotiveerde wijze van oordeel is dat de student de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal verwezenlijkt heeft. Dit gebeurt enkel op voorwaarde dat de student kan aantonen dat er sprake is van bijzondere persoonlijke of familiale omstandigheden en op voorwaarde dat de student kan aantonen dat de doelstellingen globaal genomen behaald werden.
De examencommissie heeft volgende verdere bevoegdheden:
▪ een niet-bindend studieadvies geven aan studenten;
▪ bijkomende bindende studievoortgangsmaatregelen formuleren bij studenten die vallen onder studievoortgangsbewaking;
▪ de verdere inschrijving van een student weigeren conform de reglementering inzake studievoortgangsbewaking;
▪ beslissen om uitzonderlijke redenen voor een student toe te staan dat er voor opleidingsonderdelen waar geen 2e examenkans is voorzien, alsnog een 2e examenkans aan te bieden.
Werkwijze vóór het moment van puntenbekendmaking
De examencommissie kan op vraag van de voorzitter worden bijeengeroepen. Dit gebeurt als er gemeld wordt dat één of meerdere studenten die niet voldoen aan de deliberatievoorwaarden, toch de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal genomen behaald zouden hebben. Deze melding vóór het moment van puntenbekendmaking kan gebeuren door een opleidingscommissievoorzitter, een ombudspersoon of een studietrajectbegeleider.
Werkwijze na het moment van puntenbekendmaking
Een student die niet voldoet aan de deliberatievoorwaarden kan de examencommissie vragen geslaagd te worden verklaard voor het geheel van de opleiding. Deze vraag kan enkel worden gesteld indien de student de behaalde resultaten per opleidingsonderdeel niet betwist.
De student stelt de vraag in een gemotiveerd verzoekschrift dat via e-mail wordt bezorgd aan de voorzitter van de examencommissie. De datum van verzending van de e-mail geldt als indiendatum.
De student toont in het verzoekschrift aan dat er sprake is van bijzondere persoonlijke of familiale omstandigheden en dat de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal genomen behaald werden. De student kan overtuigingsstukken toevoegen.
Het gemotiveerd verzoekschrift tot het geslaagd verklaren van een student voor het geheel van de opleiding moet worden ingediend binnen een vervaltermijn van zeven kalenderdagen die ingaat op de dag na officiële bekendmaking van de punten.
Beslissing
De examencommissie handelt enkel op stukken.
De voorzitter van de examencommissie beoordeelt of de vraag van de student ontvankelijk is. Indien de vraag niet ontvankelijk is, wordt de student hiervan op de hoogte gebracht.
Indien de vraag ontvankelijk is, gaat de examencommissie na of er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden en beslist of de student de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal genomen behaald heeft. De examencommissie neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of herziet.
De beraadslagingen van de examencommissies zijn geheim.
Om geldig te kunnen beslissen, moet ten minste de helft van de commissieleden deelnemen. Er wordt bij consensus beslist. Bij gebrek aan unanimiteit wordt er beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen geldt het voor de student gunstigste voorstel.
Van de beraadslaging wordt een proces-verbaal opgesteld. Dit proces-verbaal vermeldt de genomen beslissing met inbegrip van de motivering voor afwijking van de algemene deliberatieprincipes zoals opgenomen in het onderwijs- en examenreglement.
De beslissing van de examencommissie wordt meegedeeld aan de student binnen een termijn van twintig kalenderdagen die ingaat op de dag na die waarop de vraag tot geslaagd verklaren van een student voor het geheel van de opleiding is gesteld. De examencommissie kan binnen deze termijn aan de student meedelen dat zij uitspraak zal doen op latere datum.
Tegen een gemotiveerde beslissing van de examencommissie kan intern beroep worden aangetekend bij de interne beroepscommissie (art. 66).
Examenfraude is elk gedrag van een student in het kader van een examen of een deel ervan (periodegebonden of niet-periodegebonden evaluatie) waardoor een objectief oordeel over zijn competenties of die van andere studenten, geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt.
Elke vorm van fraude met attestering met het oog op het verkrijgen van een inhaalkans wordt aangezien als examenfraude.
Plagiaat is een vorm van examenfraude die bestaat uit elke overname van werk (ideeën, teksten, structuren, beelden, plannen, …) van anderen of door artificiële intelligentie gegenereerd, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm zonder adequate bronvermelding. Ook de overname van (deels) eigen werk zonder bronvermelding wordt als plagiaat beschouwd.
Elk vermoeden van examenfraude kan aanleiding geven tot een examentuchtprocedure.
De examentuchtcommissie wordt voor het begin van het academiejaar samengesteld en bekendgemaakt aan de studenten. De examentuchtcommissie bestaat ten minste uit:
▪ de decaan als voorzitter van de examentuchtcommissie;
▪ twee leden van het onderwijzend personeel van KASK & Conservatorium.
Bij vermoeden van examenfraude bij een schriftelijk of mondeling examen wordt de student op het moment van de vaststelling hiervan in kennis gesteld. Alle documenten en eventuele hulpmiddelen die de student ten onrechte gebruikte, kunnen in tijdelijke bewaring genomen worden. Het examen kan worden stopgezet. Als achteraf blijkt dat de fraude niet bewezen is, wordt het examen hernomen als behorend tot dezelfde examenperiode.
Bij vermoeden van fraude met attestering met het oog op het verkrijgen van een inhaalkans, wordt de inhaalkans geweigerd in afwachting van de beslissing door de examentuchtcommissie. Als achteraf blijkt dat de fraude niet bewezen is, wordt de inhaalkans alsnog georganiseerd als behorend tot dezelfde examenperiode.
In afwachting van de beslissing door de examentuchtcommissie mag de student deelnemen aan verdere examens en evaluaties.
Na vaststelling van vermoeden van examenfraude wordt de voorzitter van de examentuchtcommissie zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht van het vermoeden van examenfraude. De voorzitter start een
examentuchtonderzoek en motiveert of de feiten aanleiding geven tot seponering of samenkomst van de examentuchtcommissie.
Binnen een termijn van tien kalenderdagen na melding van het vermoeden van examenfraude aan de voorzitter van de examentuchtcommissie , nodigt deze de student uit om gehoord te worden en deelt hierbij de ten laste gelegde feiten mee.
De student wordt gehoord door de examentuchtcommissie, eventueel in aanwezigheid van de betrokken personeelsleden en eventueel in aanwezigheid van de ombudspersoon. De student kan zich laten bijstaan door een raadsman. De examentuchtcommissie onderzoekt de ten laste gelegde feiten en oordeelt of het vermoeden van examenfraude effectief als examenfraude wordt beschouwd. De examentuchtcommissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste de helft van de leden aanwezig is. Ieder lid beschikt over één stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
Als de examentuchtcommissie oordeelt dat de ten laste gelegde feiten bewezen zijn, wordt dit beschouwd als examenfraude en kan de examentuchtcommissie één of een combinatie van volgende sancties opleggen:
▪ Een nul voor de evaluatie of een deel ervan;
▪ Een nul voor een deel van het opleidingsonderdeel;
▪ Een nul voor één of meerdere of alle opleidingsonderdelen voor één of meerdere of alle examenkansen van het lopende academiejaar.
Het proces-verbaal van de beraadslaging van de examentuchtcommissie vermeldt de samenstelling van de commissie, de genomen beslissing en de motivering van deze beslissing. De voorzitter ondertekent het proces- verbaal. De gemotiveerde beslissing van de examentuchtcommissie wordt bij aangetekend schrijven verstuurd naar de student. Tegen een examentuchtbeslissing kan intern beroep worden aangetekend bij de interne beroepscommissie (art. 66).
Deel 7. Betwisting studievoortgangsbeslissingen
Intern beroep bij de interne beroepscommissie Voorwerp van een intern beroep
Studenten hebben toegang tot de interne beroepsprocedure wanneer ze van oordeel zijn dat hun rechten werden geschonden bij het nemen van een ongunstige beslissing over hun studievoortgang:
▪ een examenbeslissing die een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een deelopleidingsonderdeel, een opleidingsonderdeel, een opleiding als geheel of de toekenning van een graad van verdienste;
▪ een weigering tot inschrijving na een gemotiveerde aanvraag;
▪ een weigering om bepaalde opleidingsonderdelen al dan niet op te nemen in het geïndividualiseerd traject of om de inhoud van het opleidingsprogramma te wijzigen;
▪ een weigering tot een buitenlandse onderwijsactiviteit;
▪ een weigering van een vrijstelling op basis van eerder verworven kwalificaties;
▪ een weigering van individuele onderwijs- en examenmaatregelen;
▪ een genomen examentuchtbeslissing of opgelegde examentuchtsanctie.
Indienen van een intern beroep
De student meldt een intern beroep via een gemotiveerd verzoekschrift dat wordt gedateerd en ondertekend. Dit verzoekschrift wordt op straffe van onontvankelijkheid aangetekend verstuurd aan de algemeen directeur of in tweevoud afgegeven op het algemeen directiesecretariaat (Xxxxxxx de Xxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxx). De datum van het postmerk of de datum van persoonlijke afgifte op het secretariaat geldt als indiendatum. Een kopie van de brief wordt tezelfdertijd via e-mail bezorgd aan de secretaris van de interne beroepscommissie via xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx.
Het verzoekschrift vermeldt op straffe van onontvankelijkheid de naam van de student, de opleiding van de student en de feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. De student kan de overtuigingsstukken toevoegen die de student nodig acht. Als het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de student wordt de door de student ondertekende volmacht aan die raadsman toegevoegd. Deze volmacht is niet nodig indien een advocaat optreedt als raadsman. Wanneer woonplaatskeuze wordt gedaan bij de raadsman van de verzoeker, wordt dit in het verzoekschrift aangegeven.
De student kan na het indienen van een verzoekschrift slechts bijkomende overtuigingsstukken aan het dossier laten toevoegen, voor zover deze bij de opmaak van het verzoekschrift nog niet aan de student bekend waren en
voor zover de zitting van de interne beroepscommissie nog niet heeft plaatsgevonden. De verzoeker bezorgt deze stukken onverwijld aan de secretaris van de interne beroepscommissie via xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx.
Het beroep moet worden ingesteld binnen een vervaltermijn van zeven kalenderdagen die ingaat op:
▪ in het geval van een examenbeslissing: de dag na officiële bekendmaking van examenbeslissing
▪ in het geval van een andere beslissing: de dag na de schriftelijke kennisgeving van deze beslissing aan de student.
Interne beroepscommissie
De interne beroepscommissie wordt ad hoc samengesteld en bestaat uit:
1. de algemeen directeur of diens afgevaardigde als voorzitter;
2. de directeur onderwijsaangelegenheden of diens afgevaardigde;
3. een departementshoofd of diens afgevaardigde van een andere faculteit dan deze van de student;
4. twee leden van het onderwijzend personeel van een andere opleiding dan deze van de student.
De interne beroepscommissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste de helft van de leden aanwezig is. Ieder lid beschikt over één stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
Een secretaris kan de zittingen van de interne beroepscommissie bijwonen zonder stemrecht.
Behandeling van het intern beroep
De interne beroepscommissie behandelt het intern beroep uitsluitend op stukken.
De voorzitter van de interne beroepscommissie beoordeelt of het beroep ontvankelijk is. Indien het beroep niet ontvankelijk is, wordt de student hiervan op de hoogte gebracht.
De voorzitter van de interne beroepscommissie kan beslissen om een ingediend verzoekschrift rechtstreeks te verwijzen naar de examencommissie in volgende situatie: De student betwist de behaalde cijfers niet, maar wil met het verzoekschrift aantonen dat er sprake is van bijzondere omstandigheden en dat de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal genomen behaald werden. De examencommissie heeft hierover vóór bekendmaking van de punten nog geen uitspraak gedaan.
Indien het beroep ontvankelijk is, stelt de voorzitter of een daartoe gemachtigde een dossier samen waarbij alle informatie omtrent het intern beroep wordt ingewonnen.
De interne beroepscommissie neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, herziet of vernietigt. In geval van vernietiging wordt het oorspronkelijk beslissingsorgaan verzocht om binnen de door de interne beroepscommissie opgelegde termijn een nieuwe studievoortgangsbeslissing te nemen, rekening houdende met de voormelde beslissing van de interne beroepscommissie.
Van de behandeling ten gronde van dit intern beroep wordt een proces- verbaal opgesteld.
De beslissing van de interne beroepscommissie wordt meegedeeld aan de student binnen een termijn van twintig kalenderdagen die ingaat op de dag na die waarop het beroep is ingesteld. De interne beroepscommissie kan binnen deze termijn aan de student meedelen dat zij uitspraak zal doen op latere datum.
Na uitputting van de interne beroepsprocedure kan de student extern beroep aantekenen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen.
Terugvorderen van leerkrediet omwille van overmacht
De student die oordeelt dat een ongunstige beslissing inzake de vaststelling van het leerkrediet aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een procedure bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Het leerkrediet van de student die zich in een overmachtssituatie bevindt, kan aangepast worden. De student richt zich hiervoor rechtstreeks tot de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen.
De student laat zich in gedragingen en sociale betrekkingen, zowel binnen als buiten de hogeschoolgemeenschap, leiden door eerbied voor de menselijke persoon en de mensenrechten, voor dieren, voor het milieu en voor goederen. De student heeft respect voor de missie en reglementen van HOGENT en KASK & Conservatorium.
De student leeft alle reglementeringen die van toepassing zijn in HOGENT en KASK & Conservatorium na.
§3. De student kan enkel handelen in naam van HOGENT of van KASK & Conservatorium met toestemming van de decaan.
§4. Een student mag nooit HOGENT-studiemateriaal (syllabi, presentaties, oefeningen, examenvragen, e.d.) verspreiden of te koop aanbieden.
§5. De student mag geen geluids- of beeldopnamen maken van onderwijsactiviteiten, tenzij hieromtrent specifieke afspraken zijn gemaakt met de lesgever. Opnamemateriaal kan enkel gebruikt worden voor didactische doeleinden voor de student zelf of voor de studentengroep waarmee de lesgever vooraf afspraken heeft gemaakt. Het is nooit toegelaten om opnames te maken van een examen of feedbackmoment. Commercieel gebruik van opnames is verboden.
§6. De student kan zich niet verzetten tegen het maken van opnames van onderwijs- en examenactiviteiten. De student kan wel vragen niet persoonlijk in beeld te worden gebracht.
§7. De student respecteert bij het gebruik en eventueel kopiëren van computerprogramma’s, waarvoor HOGENT of KASK & Conservatorium met een derde een licentiecontract heeft afgesloten, de inhoud van het bedoelde licentiecontract. De ICT-infrastructuur mag niet gebruikt worden om ongeoorloofde informatie te verwerven, te verwerken, te verspreiden of op te slaan.
§8. Het is verboden te roken in de HOGENT-gebouwen. Roken is enkel toegelaten in de rookzones en rookpaviljoenen. Bij het niet naleven van het rookverbod is de tuchtregeling van toepassing.
Inbreuken tegen bovenvermelde gedragsregels, inbreuken op de regels inzake intellectueel eigendomsrecht, bedrog, identiteitsfraude, fraude met diploma’s en attesten (uitgezonderd fraude met attesten om een inhaalkans te bekomen, zie art. 41), diefstal, beledigend gedrag, discriminatie, steaming, stalking, alcoholmisbruik, drugsgebruik door studenten worden niet getolereerd en kunnen aanleiding geven tot tuchtrechtelijke vervolging. De schending of niet-naleving van de principes van het Vlaams kader doop- en andere studentikoze activiteiten door studenten en het Gentse doopdecreet kunnen aanleiding geven tot tuchtrechtelijke vervolging. Elke vorm van fysieke of verbale agressie, intimidatie, geweld of dreiging met geweld maakt het voorwerp uit van een tuchtprocedure.
Los van elke gerechtelijke procedure geven alle strafrechtelijke feiten die verband houden met de opleiding aan HOGENT of zich voordoen in en rond de gebouwen van HOGENT aanleiding tot tuchtrechtelijke vervolging.
Elke beschadiging van gebouwen, meubilair of materiaal binnen het HOGENT-domein, in gebouwen waar onderwijs-of evaluatieactiviteiten in het kader van een HOGENT opleiding plaatsvinden, op de stageplaats of werkplek, in de organisatie of het bedrijf waar bachelorproef-onderzoek, masterproef-onderzoek of projecten wordt uitgevoerd, tijdens extra-muros activiteiten of inkomende of uitgaande mobiliteit moedwillig of door grove onachtzaamheid, maakt het voorwerp uit van een tuchtprocedure.
De bepalingen van dit tuchtreglement doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van alle personeelsleden van HOGENT om in alle omstandigheden, ook buiten een tuchtzaak, met onmiddellijke werking alle nodige maatregelen te treffen om de orde en de veiligheid aan HOGENT te beschermen en te garanderen. Dit kan inhouden dat de student tijdelijk de toegang tot bepaalde ruimtes of gebruik van bepaalde faciliteiten wordt ontzegd.
Tuchtorganen De tuchtorganen zijn
1° in eerste aanleg: de Tuchtcommissie;
2° in hoger beroep: de Tuchtcommissie in beroep.
De Tuchtcommissie en de Tuchtcommissie in beroep bestaan elk uit vijf leden. Beide tuchtorganen kunnen rechtsgeldig beslissen bij aanwezigheid van drie van haar leden. Zij beslissen bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
Bij aanvang van het academiejaar wordt de tuchtcommissie in eerste aanleg voor KASK & Conservatorium samengesteld door de raad van de school of arts en bekend gemaakt aan de studenten. De tuchtcommissie wordt als volgt samengesteld voor studenten die op grond van hun hoofdinschrijving tot het KASK & Conservatorium behoren:
1° de decaan van KASK & Conservatorium, of diens afgevaardigde, als voorzitter van de Tuchtcommissie;
2° het diensthoofd Studentenaangelegenheden of diens afgevaardigde; 3° twee leden van het onderwijzend personeel van KASK &
Conservatorium;
4° een vertegenwoordiger student zetelend in de Raad van de School of Arts of een student zetelend in de studentenraad, afgevaardigd door de voorzitter van de Hogeschool Gent Studentenraad.
De twee leden van het onderwijzend personeel alsook de vertegenwoordiger student worden aangeduid door de Raad van de School of Arts. De secretaris van de Tuchtcommissie is een personeelslid van KASK & Conservatorium.
De Tuchtcommissie in beroep wordt als volgt samengesteld:
1° de algemeen directeur, als voorzitter van de Tuchtcommissie in beroep; 2° de directeur onderwijsaangelegenheden of diens afgevaardigde;
3° twee leden van het bestuurscollege;
4° de voorzitter van de Algemene Studentenraad, of diens afgevaardigde.
De twee leden van het bestuurscollege en de secretaris worden aangeduid door de voorzitter van de Tuchtcommissie in beroep. De secretaris van de Tuchtcommissie is een personeelslid van de faculteit of School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort.
Indien er aanleiding is tot het opstarten van een tuchtprocedure, onderzoekt de decaan – op eigen initiatief of na ontvangst van een klacht – de feiten die tot tuchtsancties aanleiding kunnen geven. De decaan laat zich hiervoor bijstaan door onderwijzend of administratief personeel die geen (effectief of plaatsvervangend) lid mogen zijn van de Tuchtcommissie noch van de Tuchtcommissie in beroep. Zo spoedig mogelijk stelt de decaan de student bij aangetekend schrijven in kennis van de ten laste gelegde feiten en van het feit dat een tuchtonderzoek is gestart.
Het onderzoek van het tuchtdossier door de decaan geeft aanleiding tot: 1° seponering;
2° verwijzing naar de Tuchtcommissie.
Volgende tuchtsancties, of een combinatie van volgende tuchtsancties, kunnen worden opgelegd:
1° de schriftelijke berisping;
2° een alternatieve sanctie in de vorm van een individuele gedragsremediërende tuchtmaatregel samen met een voorwaardelijke tuchtsanctie. Indien de student niet kan aantonen gevolg te hebben gegeven aan de voorgestelde alternatieve sanctie, wordt de voorwaardelijke tuchtsanctie effectief;
3° het tijdelijk verbod dat een verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van bepaalde diensten, of deel te nemen aan bepaalde onderwijsactiviteiten, of te genieten van bepaalde onderwijsondersteunende faciliteiten. Het tijdelijk verbod kan uitgesproken worden voor een termijn van ten hoogste één half jaar;
4° de gewone tuchtschorsing die een algemeen verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van de diensten van HOGENT én KASK & Conservatorium én deel te nemen aan onderwijsactiviteiten. De student behoudt het recht om deel te nemen aan de examens. De gewone tuchtschorsing kan uitgesproken worden voor een termijn van ten hoogste één jaar;
5° de tuchtschorsing met inbegrip van de schorsing van de examens die een algemeen verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van de diensten van HOGENT én KASK & Conservatorium, deel te nemen aan onderwijsactiviteiten én examens af te leggen. Ze kan uitgesproken worden voor een termijn van ten hoogste één jaar;
6° de uitsluiting die leidt tot het onmiddellijke verlies van de hoedanigheid van student en het verbod om zich opnieuw in te schrijven aan HOGENT.
De tuchtprocedure is vertrouwelijk. De leden van de tuchtorganen en de secretaris zijn in deze hoedanigheid door de geheimhouding gebonden. De hoorzitting(en) en de zitting(en) van de tuchtorganen vinden plaats achter gesloten deuren.
In geval van verwijzing van het dossier door de decaan naar de Tuchtcommissie wordt de student tegen wie een tuchtsanctie wordt overwogen (hierna ‘de student’ genoemd) door de Tuchtcommissie gehoord. De student moet minstens tien kalenderdagen vóór de hoorzitting bij aangetekend schrijven opgeroepen worden door de voorzitter van de Tuchtcommissie. In dit schrijven wordt melding gemaakt van:
▪ alle ten laste gelegde feiten;
▪ het feit dat een tuchtsanctie opgelegd kan worden en een dossier aangelegd wordt;
▪ plaats, dag en uur van de hoorzitting;
▪ het recht van de student zich te laten bijstaan of zich te laten vertegenwoordigen door een raadsman;
▪ de plaats waar het dossier ingezien kan worden;
▪ het recht om het horen van getuigen te vragen;
▪ de lijst van de getuigen die door de Tuchtcommissie opgeroepen worden;
▪ de lijst van de leden van de Tuchtcommissie.
De student en/of diens raadsman heeft/hebben, vanaf de oproeping om voor het tuchtorgaan te verschijnen tot en met de dag vóór de hoorzitting, het recht het dossier in te kijken en een afschrift van het dossier te vragen.
De student bezorgt ten laatste de dag voor de hoorzitting een lijst van getuigen die de student wenst op te roepen. De student zorgt er zelf voor dat deze getuigen aanwezig zijn op de hoorzitting.
De student mag zich op de hoorzitting(en) laten bijstaan door een raadsman.
Van de hoorzitting en in voorkomend geval van het getuigenverhoor wordt door de secretaris van het tuchtorgaan een proces-verbaal opgemaakt, dat de leden van het tuchtorgaan en de secretaris ondertekenen.
Na de zitting(en) waarin de student en eventueel de getuigen gehoord werden, doet de Tuchtcommissie uitspraak over een tuchtsanctie.
De gemotiveerde beslissing van de Tuchtcommissie wordt door de voorzitter bij aangetekend schrijven meegedeeld aan de student. De voorzitter bezorgt een afschrift van deze beslissing aan de algemeen directeur.
Binnen tien kalenderdagen vanaf de dag na de kennisgeving van de uitspraak van de Tuchtcommissie kan de student een gemotiveerd beroep indienen bij de voorzitter van de Tuchtcommissie in beroep bij aangetekend schrijven.
Het gemotiveerd beroep wordt binnen een maand na ontvangst van het verzoekschrift behandeld door de Tuchtcommissie in beroep. De student wordt door de Tuchtcommissie in beroep gehoord. De student moet minstens tien kalenderdagen vóór de hoorzitting bij aangetekend schrijven op de hoogte gesteld worden van de hoorzitting en van de lijst van de leden van de Tuchtcommissie in beroep. De student heeft het recht zich op de hoorzitting(en) te laten bijstaan door een raadsman.
Het beroep bij de Tuchtcommissie in beroep schorst de uitvoerbaarheid van de bestreden beslissing.
Na de hoorzitting doet de Tuchtcommissie in beroep uitspraak. De gemotiveerde beslissing van de Tuchtcommissie in beroep wordt door de voorzitter bij aangetekend schrijven meegedeeld aan de student.
In geval van ernstige verstoring van de goede werking van HOGENT, van KASK & Conservatorium of van de stageplaats of werkplek, e.d., of bij een ernstige strafrechtelijke of tuchtrechtelijke vervolging, kan de decaan een preventieve schorsing van ten hoogste drie maanden opleggen. Deze preventieve schorsing gaat onmiddellijk in. Zij wordt opgelegd voor een periode van ten hoogste drie maanden maar kan voor dezelfde duur bij gemotiveerde beslissing van de decaan herhaaldelijk vernieuwd worden.
Binnen vijf kalenderdagen na het opleggen van de preventieve schorsing, wordt de student bij aangetekend schrijven opgeroepen om gehoord te worden door de decaan. De oproepingsbrief dient minstens tien kalenderdagen vóór de datum van de hoorzitting naar de student verstuurd te worden. Na de hoorzitting dient de decaan te beslissen tot handhaving of opheffing van de preventieve schorsing. De decaan bezorgt zijn beslissing tot het nemen, het verlengen, het handhaven of het opheffen van de preventieve schorsing binnen vijf kalenderdagen na de beslissing bij aangetekend schrijven aan de student.
Hoofdstuk 5. Intellectuele eigendomsrechten
§1. Algemeen
De student dient tijdens de studie/opleiding de intellectuele rechten van derden te respecteren.
Het is de student in het bijzonder verboden om tijdens de redactie van de bachelorproef of andere projectwerken het auteursrecht van derden te schenden. Indien een student auteursrechtelijk beschermde werken van derden gebruikt zal de student ofwel de toestemming van de auteursrechthebbende verkrijgen (en dit ook vermelden in het werk) dan wel, indien de student toepassing maakt van een uitzondering op het auteursrecht, er voor zorgen dat aan alle voorwaarden van de uitzondering is voldaan.
Indien wordt vastgesteld dat een student de intellectuele rechten van derden schendt, dan kan dit aanleiding geven tot het instellen van een tuchtprocedure tegen deze student, onverminderd het feit dat de student zich blootstelt aan schadeclaims of strafrechtelijke vervolging.
§2. Het auteursrecht
1° Het auteursrecht op de tijdens de studie/opleiding gecreëerde auteursrechtelijk beschermde werken komt toe aan de student. De student verbindt zich ertoe om bij het gebruik van deze werken steeds te vermelden dat deze tot stand gekomen zijn tijdens de opleiding bij HOGENT met toevoeging van het betrokken departement.
2° Indien meerdere personen een eigen originele bijdrage hebben geleverd tot de creatie van het werk dan is de student mede-auteur en dient voor alle vormen van exploitatie van het werk het schriftelijk akkoord van alle mede-auteurs te worden verkregen.
3° De student kent aan de HOGENT een kosteloze, wereldwijde, niet- exclusieve licentie toe op het werk voor de resterende duurtijd van het auteursrecht.
Deze licentie omvat de volgende exploitatievormen en -wijzen:
(i) het recht tot grafische reproductie, geheel of gedeeltelijk, in om het even welke vorm (vb. affiches, foto’s, dia’s), en de verspreiding van de tot stand gebrachte exemplaren;
(ii) het recht tot opname van een geheel of een gedeelte van het werk in een documentatiemap, boek, catalogus, databank (grafisch en/of elektronisch), of anderszins, en de verspreiding van de laatstgenoemde creaties;
(iii) het recht tot publicatie van het werk, geheel of gedeeltelijk, in een krant, weekblad, informatiebrochure, tijdschrift, of anderszins, en de verspreiding van de laatstgenoemde creaties;
(iv) het recht tot vastlegging op de onder punt (v) bepaalde dragers van een gedeelte of van het gehele werk;
(v) het recht tot verveelvoudiging van een gedeelte of van het gehele werk via geluids- en/of beelddragers (o.a. via geluidscassettes, beeldcassettes, C.D.-rom, C.D.-i, DVD, Blue-Ray, internet, informatiesnelwegen, [elektronische] netwerken, elke andere elektronische exploitatie), en het recht tot openbaarmaking en verspreiding van de aldus tot stand gebrachte verveelvoudigingen.
(vi) het recht tot publieke mededeling en ter beschikking stelling (bvb. via film, televisie, intranet, of internet zoals open repositories) van een gedeelte of het gehele werk;
(vii) het recht om, indien het werk geëxploiteerd wordt overeenkomstig één van de hierboven onder (i) tot en met (vi) genoemde exploitatiewijzen, en hierdoor exemplaren van dit werk tot stand komen, deze exemplaren te verhuren en/of uit te lenen.
(viii) het recht tot tentoonstelling in de gebouwen, instellingen en inrichtingen van HOGENT
HOGENT zal bij het gebruik van het werk steeds de naam van de student vermelden.
4° Het auteursrecht op computerprogramma’s in de zin van art. XI.295
WER, wordt geregeld door §4.
§3. Vindingen
1° De vermogensrechten op vindingen die, in het kader van hun studie/opleiding, gedaan worden door studenten, komen uitsluitend toe aan HOGENT.
2° De studenten hebben de plicht om hun vinding vóór elke andere vorm van bekendmaking aan de bevoegde dienst binnen HOGENT aan te melden. Met het oog op de bescherming van haar rechten kan HOGENT op een redelijke wijze en gedurende een termijn van maximum 12 maanden, de vrijheid van openbaarmaking van de student beperken.
3° HOGENT heeft het uitsluitende recht tot exploitatie van de vinding. Bij die exploitatie ziet HOGENT er op toe dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid tot gebruik van de onderliggende onderzoeksresultaten voor doeleinden van onderwijs en onderzoek. Bij de exploitatie neemt zij tevens de mogelijke aantrekking van activiteiten naar HOGENT of haar regio in overweging.
De student heeft het recht om geïnformeerd te worden over de stappen die HOGENT onderneemt met betrekking tot de juridische bescherming en exploitatie van de vinding.
De student heeft het recht op een bij een overeenkomst vastgesteld billijk aandeel in de geldelijke opbrengsten die HOGENT verwerft uit de exploitatie van de vinding.
4° HOGENT kan haar rechten op vindingen op een algemene of individuele basis overdragen aan de student doch zij behoudt steeds
een onvervreemdbaar, niet-exclusief en kosteloos recht tot gebruik ervan voor onderwijskundige of wetenschappelijke doeleinden.
HOGENT kan eveneens een aandeel bedingen in de opbrengsten die de student uit de exploitatie van die rechten verwerft.
Met behoud van de toepassing van punt 5, beschikt de student over de mogelijkheid om de rechten op de vinding op te eisen indien HOGENT, zonder geldige reden, nalaat de vinding binnen een redelijke termijn en uiterlijk binnen de 3 jaar na de datum van aanmelding bedoeld in punt 2 te exploiteren.
5° Indien voor het verwerven van een bescherming van de vinding, formaliteiten moeten vervuld worden of termijnen moeten nageleefd worden en HOGENT nalaat daartoe de nodige stappen te zetten binnen een termijn van 6 maanden te rekenen vanaf de aanmelding, komen, behoudens andersluidende afspraken tussen de student en HOGENT, de rechten op de vinding, met inbegrip van de exploitatierechten, toe aan de student, met behoud van de toepassing van het in punt 4 omschreven wetenschappelijk gebruiks- en vergoedingsrecht van HOGENT.
Indien HOGENT tijdig de vereiste formaliteiten vervult, streeft zij nadien een geografische bescherming en exploitatie van de vinding na. In voorkomend geval deelt zij uiterlijk 2 maanden voor het verstrijken van het Unionistisch recht van voorrang (Verdrag van Parijs) schriftelijk aan de student mee voor welke landen bescherming wordt gevraagd. In de overblijvende landen verkrijgt de student onmiddellijk het recht om zelf bescherming aan te vragen alsook om, overeenkomstig de gemaakte afspraken tussen HOGENT en de student, de vinding te exploiteren.
§4. Samenwerkingen met externe partner
1° Indien een student in het kader van stage, bachelorproef, projectwerk etc. samenwerkt met een externe partner, dan blijven §3 en 4 in principe gelden.
2° Indien de externe partner evenwel aandringt op het verkrijgen van de intellectuele eigendomsrechten op werken en vindingen, dan zal de student zich inspannen om enkel een niet-exclusieve licentie op de werken aan de externe partner toe te kennen en zal HOGENT eveneens een niet-exclusieve licentie op de vindingen aan de externe partner toestaan.
3° Indien de student genoodzaakt is om de intellectuele eigendomsrechten over te dragen aan de externe partner, dan dient de student zich in te spannen om er voor te zorgen dat de externe partner aan de student en HOGENT een niet-exclusieve licentie toekent, zodat HOGENT het werk of de vinding kan blijven gebruiken voor doeleinden van onderwijs en wetenschap.
Bijlage 1. Academische kalenders
1.1 Academische kalender professioneel gerichte opleidingen
1.2 Academische kalender academisch gerichte opleidingen en postgraduaten
Bijlage 2. Volgtijdelijkheidstabellen KASK & Conservatorium Bijlage 3. Studiegelden
Bijlage 4. Bijzondere studiekosten Bijlage 5. Glossarium
Bijlage 1 Academische kalenders
1.1 Academische kalender professioneel gerichte opleidingen
1.2 Academische kalender academisch gerichte opleidingen en postgraduaten
89
Bijlage 2. Volgtijdelijkheidstabellen KASK & Conservatorium
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Illustratie 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Atelier Grafisch Ontwerp / Grafiek I Atelier Grafisch Ontwerp / Grafische vormgeving I Atelier Grafisch Ontwerp / Illustratie I Grafische Technieken Typografie | Atelier Grafisch Ontwerp / Illustratie II Projectatelier Grafisch Ontwerp I | |
Atelier Grafisch Ontwerp / Illustratie II Projectatelier Grafisch Ontwerp I | Atelier Grafisch Ontwerp / Illustratie II | |
Projectatelier Grafisch Ontwerp I | Projectatelier Grafisch Ontwerp II | |
Atelier Grafisch Ontwerp / Grafiek I Atelier Grafisch Ontwerp / Grafische vormgeving I Atelier Grafisch Ontwerp / Illustratie I Grafische Technieken | Minor | |
Tekenen 1 | Tekenen 2 | |
Theorie en geschiedenis van de illustratie 1 | Theorie en geschiedenis van de illustratie 2 | |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten: avant-garde tot heden | Overzicht van de kunsten: renaissance tot avant-garde |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Grafiek 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Atelier Grafisch Ontwerp / Grafiek I Atelier Grafisch Ontwerp / Grafische vormgeving I Atelier Grafisch Ontwerp / Illustratie I Grafische Technieken Typografie | Atelier Grafisch Ontwerp / Grafiek II Projectatelier Grafisch Ontwerp I | |
Atelier Grafisch Ontwerp / Grafiek II Projectatelier Grafisch Ontwerp I | Atelier Grafisch Ontwerp / Grafiek III | |
Projectatelier Grafisch Ontwerp I | Projectatelier Grafisch Xxxxxxx XX | |
Atelier Grafisch Ontwerp / Grafiek I Atelier Grafisch Ontwerp / Grafische vormgeving I Atelier Grafisch Ontwerp / Illustratie I Grafische Technieken | Minor | |
Tekenen 1 | Tekenen 2 | |
Theorie van de grafiek 1 | Theorie van de grafiek 2 | |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten: avant-garde tot heden | Overzicht van de kunsten: renaissance tot avant-garde |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Grafisch Ontwerp – Grafische Vormgeving 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Atelier Grafisch Ontwerp / Grafiek I Atelier Grafisch Ontwerp / Grafische vormgeving I Atelier Grafisch Ontwerp / Illustratie I Grafische Technieken Typografie | Atelier Grafisch Ontwerp / Grafische Vormgeving II Projectatelier Grafisch Ontwerp I | |
Atelier Grafisch Ontwerp / Grafische Vormgeving Projectatelier Grafisch Ontwerp I | Atelier Grafisch Ontwerp / Grafische Vormgeving III | |
Projectatelier Grafisch Ontwerp I | Projectatelier Grafisch Xxxxxxx XX | |
Atelier Grafisch Ontwerp / Grafiek I Atelier Grafisch Ontwerp / Grafische vormgeving Atelier Grafisch Ontwerp / Illustratie I Grafische Technieken | Minor | |
Tekenen 1 | Tekenen 2 | |
Theorie en geschiedenis van de grafische vormgeving 1 | Theorie en geschiedenis van de grafische vormgeving 2 | |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten: avant-garde tot heden | Overzicht van de kunsten: renaissance tot avant-garde |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Fotografie 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Studie van het fotografisch proces II | Functionele Fotografie | |
Studie van het fotografische proces I Documentaire fotografie I | Studie van het fotografisch proces II Documentaire fotografie II | |
Studie van het fotografisch proces I I Fotografie & concept I | Studie van het fotografisch proces II Fotografie & concept II | |
Studie van het fotografisch proces I I Documentaire fotografie I Fotografie & concept I | Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 2 | |
Onderzoek persoonlijk artistiek dossier 2 Fotografie & concept II Documentaire fotografie II Studie van het fotografisch proces I II | Atelier Fotografie I Atelier Fotografie II Dossier | |
Studie van het fotografisch proces I I Documentaire fotografie I Fotografie & concept I | Minor | |
Geschiedenis van de fotografie 1 | Geschiedenis van de fotografie 2 | Fotogeschiedenis: Actuele fotografie |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten: avant-garde tot heden | Overzicht van de kunsten: renaissance tot avant-garde |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Mode 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Atelier mode I | Atelier mode II | Atelier mode III Dossier |
Metier I | Metier II | Metier III |
Atelier mode I | Transversaal atelier I | Transversaal atelier II |
Xxxxxxxxx, voorstellen, verhaal I | Xxxxxxxxx, voorstellen, verhaal II | Waarnemen, voorstellen, verhaal III |
Atelier mode I Metier I Xxxxxxxxx, voorstellen, verhaal I | Minor | |
Designtheorie 1 | Designtheorie 2 | Designtheorie 3 |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten: avant-garde tot heden | Overzicht van de kunsten: renaissance tot avant-garde |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Textielontwerp 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Atelier textiel I Atelier textiel II Textiel technologie Styling | Atelier textiel III Atelier textiel IV | Atelier textiel V Atelier textiel VI Duurzaam ontwerpen Dossier |
Tekenen | Archieftekenen | |
Atelier textiel I Atelier textiel II | Minor | |
Culturele textielstudies | Designtheorie 2 | |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot het onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten: avant-garde tot heden | Overzicht van de kunsten: renaissance tot avant-garde |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Schilderkunst 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Atelier schilderkunst I Atelier schilderkunst II | Atelier schilderkunst III Atelier schilderkunst IV | Atelier schilderkunst V Atelier schilderkunst VI Dossier |
Atelier schilderkunst I Atelier schilderkunst II | Minor | |
Tekenen 1 | Tekenen 2 | Tekenen 3 |
Technologie van de schilderkunst 1 | Technologie van de schilderkunst 2 | |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten 1 | Overzicht van de kunsten 2 |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Tekenkunst 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Atelier tekenkunst I Atelier tekenkunst II | Atelier tekenkunst III Atelier tekenkunst IV | Atelier tekenkunst V Atelier tekenkunst VI Dossier |
Atelier tekenkunst I Atelier tekenkunst II | Minor | |
Tekenen | ||
Analyse van de tekening 1 | Analyse van de tekening 2 | |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten 1 | Overzicht van de kunsten 2 |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Beeldhouwkunst 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Atelier beeldhouwkunst I Atelier beeldhouwkunst II | Atelier beeldhouwkunst III Atelier beeldhouwkunst IV | Atelier beeldhouwkunst V Atelier beeldhouwkunst VI Dossier |
Atelier beeldhouwkunst I Atelier beeldhouwkunst II | Minor | |
Tekenen 1 | Tekenen 2 | Tekenen 3 |
Theorie & actualiteit van de sculptuur | Theorie & geschiedenis van de sculptuur | |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten 1 | Overzicht van de kunsten 2 |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.
VOLGTIJDELIJKHEIDSTABEL
Bachelor en Master Beeldende Kunsten – Vrije Kunsten – Installatie 2023-2024
Bachelor 1 | Bachelor 2 | Bachelor 3 |
Atelier beeld & installatie I Atelier beeld & installatie II | Atelier beeld & installatie III Atelier beeld & installatie IV | Atelier beeld & installatie V Atelier beeld & installatie VI Dossier |
Atelier beeld & installatie I Atelier beeld & installatie II | Minor | |
Tekenen 1 | Tekenen 2 | |
Theorie en geschiedenis van de installatiekunst | Theorie en actualiteit van de installatiekunst | |
Overzicht van de wijsbegeerte | Kunstfilosofie 1 | Kunstfilosofie 2 |
Kunstenaarsteksten 1 Inleiding tot onderzoek in de kunsten | Kunstenaarsteksten 2 | Kunstenaarsteksten 3 |
Inleiding tot onderzoek in de kunsten | Semiotiek | |
Overzicht van de kunsten 1 | Overzicht van de kunsten 2 |
Zwart: strakke volgtijdelijkheid
Grijs: aan te raden volgtijdelijkheid
Opmerking: Regels van volgtijdelijkheid bij het opnemen van opleidingsonderdelen in het masterprogramma zijn beschreven in de facultaire aanvullingen van het onderwijs-en examenreglement.