Toelichting op het gebruik van de ARIV-2018
Rijksoverheid
Toelichting op het gebruik van de ARIV-2018
Deze Toelichting is openbaar maar maakt geen onderdeel uit van de Overeenkomst. Bij twijfel over de betekenis of uitleg van de ARIV-2018 kan wat in deze Toelichting staat mede bepalend zijn. De Toelichting doet geen afbreuk aan wat Partijen in een concreet geval zijn overeengekomen.
1. Algemene inleiding
1.1 Doel van de ARIV
De Algemene Rijksinkoopvoorwaarden (ARIV) zijn voor het eerst vastgesteld bij besluit van 1 september 1993, door de Minister-president. De ARIV bieden een eenvormige set van algemene voorwaarden voor koop- en leveringsovereenkomsten tussen de Staat der Nederlanden (alle ministeries en daaronder ressorterende diensten) en derden. In het kader van deze Toelichting worden de ARIV-2018 kortheidshalve als ARIV aangeduid.
1.2 Wijzigingen in de versie 2018 t.o.v. de versie 2016
De ARIV-2016 zijn herzien in verband met de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) per 25 mei 2018. Voor het geval er bij een koop-en leveringsovereenkomst persoonsgegevens worden verwerkt, is de bepaling inzake de verwerking van persoonsgegevens ook in de ARIV opgenomen en is de bepaling met betrekking tot aansprakelijkheid aangepast. Daarnaast is een aantal bepalingen uit oogpunt van begrijpelijkheid anders geformuleerd of verbeterd.
1.3 Gebruik van de ARIV
De ARIV worden van toepassing verklaard in de bijbehorende Overeenkomst. Daartoe zijn modelovereenkomsten opgesteld die beschikbaar zijn voor rijksambtenaren. De modellen dienen als basis bij het opstellen van de conceptovereenkomst en dienen op verschillende onderdelen nader te worden uitgewerkt of ingevuld door de gebruiker.
Zowel bij een aanbesteding als bij een onderhandse offerteprocedure verdient het aanbeveling het concept van de Overeenkomst met een exemplaar van de ARIV en de overige aanbestedingsdocumenten naar de inschrijvers of geselecteerde aanbieder(s) te sturen.
De ARIV zijn bedoeld voor de aankoop van roerende zaken (dat zijn alle stoffelijke/tastbare zaken die zich kunnen verplaatsen of verplaatsbaar zijn). De ARIV zijn uitdrukkelijk niet van toepassing indien het om ICT-projecten gaat, en dus ook niet bij het leveren van (standaard) software. Voor het leveren van (standaard) software wordt aanbevolen gebruik te maken van de speciaal daarvoor bedoelde Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (ARBIT). Voor alle vormen van dienstverlening wordt in beginsel gebruik gemaakt van de Algemene Rijksvoorwaarden voor het verstrekken van opdrachten tot het verrichten van Diensten (ARVODI).
Bij twijfel welke inkoopvoorwaarden dienen te worden gebruikt, wordt aangeraden contact op te nemen met de eigen juridische afdeling.
1.4 Afwijking van de ARIV
In uitzonderingsgevallen kan van de ARIV worden afgeweken, waarbij de afwijkingsmogelijkheden zoals aangegeven in deze toelichting en in de bijbehorende modelovereenkomst als uitgangspunt gelden. Het verdient aanbeveling om in een dergelijk geval contact op te nemen met de juridische afdeling.
1.5 Suggesties / Vragen
Het blijft van belang de ARIV actueel te houden en waar nodig verder aan te passen aan nieuwe inzichten van de gebruikers. Voor daarmee verband houdende suggesties of vragen kunt u terecht bij het secretariaat van de CBA (xxx@xxxxxx.xx), ondergebracht bij het directoraat-generaal Overheidsorganisatie (DGOO) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2 Artikelsgewijze toelichting Hoofdstuk I – Algemeen Artikel 1 Begrippen
In de ARIV worden begrippen die in artikel 1 gedefinieerd zijn, steeds met een beginhoofdletter aangeduid. Daarmee wordt aangegeven dat waar in de voorwaarden een dergelijke aanduiding wordt gehanteerd, daaraan de betekenis moet worden toegekend zoals in artikel 1 is omschreven. Hetzelfde geldt voor het gebruik van deze begrippen in deze toelichting en de modelovereenkomsten.
Het begrip “Bijlage” wordt gedefinieerd als een aanhangsel bij de Overeenkomst
dat door parafering door de bij de Overeenkomst betrokken Partijen daarvan deel uitmaakt. Er moet dan ook goed op worden gelet dat bijlagen daadwerkelijk door de Partijen worden geparafeerd.
Het begrip “Partij” kan zowel betrekking hebben op Koper als Leverancier. De context waarin het begrip wordt gebruikt dient daarom zorgvuldig te worden bezien.
Hoofdstuk II – Uitvoering van de overeenkomst
Artikel 3 Levering
Uitgangspunt is dat de Producten door Leverancier worden afgeleverd op de overeengekomen plaats van bestemming en dat Leverancier alle kosten en risico’s draagt die verbonden zijn met het vervoer van de Producten daarheen. Daarin zijn dan begrepen - indien van toepassing - het vervullen van douaneformaliteiten alsmede de betaling van daaraan verbonden kosten en belastingen (zoals BTW) en overige heffingen voor invoer in het land van bestemming. In de terminologie van de internationale kamer van koophandel (ICC) heet een dergelijke Levering “franco inclusief rechten” (ook wel afgekort als DDP, “Delivered Duty Paid”). Een Levering DDP geeft de maximaal mogelijke verplichtingen van Leverancier aan.
Indien bepaalde kosten echter niet in de koopprijs zijn begrepen en separaat worden doorberekend aan Xxxxx, moet dit expliciet in de modelovereenkomst worden opgenomen (zie artikel 3.1 modelovereenkomst). Hetzelfde geldt indien Leverancier niet in staat is voor het vervoer van de Producten zorg te dragen en de organisatie daarvan aan Koper wenst over te laten. In een dergelijk geval zal Leverancier waarschijnlijk “af fabriek” (ook wel afgekort als EXW, “Ex Works”) willen leveren. Levering EXW betekent dat Leverancier juridisch gezien heeft geleverd wanneer hij in zijn fabriekspand de Producten ter beschikking stelt van Koper. Levering EXW behelst aldus minimale verplichtingen voor Leverancier en Koper moet alle kosten, en risico’s, dragen die verbonden zijn aan het ophalen van de Producten bij het fabriekspand van Leverancier. Aangezien Koper dan ook de risico’s voor schade of diefstal van de Producten tijdens het vervoer draagt, moet terughoudend worden omgegaan met het accepteren van een Levering EXW.
Alle leveringstermijnen voor de Levering van de Producten zijn aan te merken als "fatale" termijnen. Dat wil zeggen dat binnen die termijnen moet zijn geleverd, bij gebreke waarvan een afzonderlijke ingebrekestelling niet meer nodig is.
Artikel 4 Garantie
Van belang is dat het niet nakomen van een garantie onmiddellijk leidt tot een toerekenbare tekortkoming. Leverancier is verplicht tot vergoeding van de schade die geleden wordt als gevolg van het niet nakomen van de garantie.
Koper moet tijdig verklaren dat het Product niet aan de Overeenkomst beantwoordt. In lijn met het bepaalde in artikel 7:23 van het Burgerlijk Wetboek beoogt deze bepaling Leverancier te beschermen tegen late en daardoor moeilijk te betwisten klachten. Koper moet binnen 30 dagen nadat het gebrek is ontdekt, dit schriftelijk aan Leverancier mee delen.
Bij grote en complexe leveringen kan op grond van artikel 4.5 van de ARIV worden verlangd dat Leverancier als zekerheid voor het goed functioneren van het Product een kredietinstellingsgarantie afgeeft. Daartoe is een model beschikbaar. Bij kleinere en minder complexe leveringen gaat het te ver om een garantie te vragen; de modelovereenkomsten bieden dan ook in artikel 6.2 de mogelijkheid om de toepasselijkheid van artikel 4.5 uit te sluiten.
Artikel 5 Keuring
Desgewenst kan Koper het Product voorafgaande aan de Levering (laten) keuren bij Leverancier. Dit zal met name het geval zijn bij grote en complexe leveringen. Indien Koper het Product afkeurt heeft Leverancier juridisch gezien nog niet geleverd en is er sprake van een toerekenbare tekortkoming indien Leverancier binnen de overeengekomen leveringstermijn niet alsnog Product(en) aanbiedt die wel voldoen aan de overeengekomen eisen. Overigens betekent het feit dat Koper het Product goedgekeurd heeft niet dat Leverancier alsdan van zijn garantieverplichting ontslagen is. Immers, de Keuring van het Product behelst een controle op met het oog waarneembare gebreken (zie artikel 1.4 van de ARIV). Indien die er niet zijn betekent dat dus niet dat het Product vrij is van eventuele intrinsieke gebreken die zich na Levering door het gebruik van het Product eventueel kunnen openbaren.
Bij kleinere en minder complexe leveringen is een Keuring voorafgaande aan de Levering veelal niet nodig; Koper hoeft dan ook geen gebruik te maken van het recht dat hem in artikel 5.1 van de ARIV wordt toegekend om het Product te keuren. Indien Koper het Product niet wenst te keuren
kan hij altijd terugvallen op de garantiebepaling van artikel 4 indien het Product na Levering niet blijken te voldoen.
Hoofdstuk III – Verhouding tussen partijen
Artikel 6 Contactpersonen
Contactpersonen mogen alle handelingen (feitelijke en rechtshandelingen) verrichten die noodzakelijk zijn in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst. Wijzigingen van de Overeenkomst kunnen echter alleen worden overeengekomen tussen de personen die de Overeenkomst hebben ondertekend dan wel door hun rechtsopvolgers en/of daartoe specifiek gevolmachtigde personen.
Artikel 7 Wijze van kennis geven
Kennisgevingen van Partijen op grond van de Overeenkomst worden schriftelijk gedaan. Het is meer en meer gebruikelijk dat in het berichtenverkeer tussen Partijen gebruik wordt gemaakt van elektronische middelen. In het bijzonder is daarbij e-mail een steeds meer gehanteerd medium. Kennisgevingen kunnen dan ook door middel van e-mail worden gedaan, mits wordt voldaan aan de eisen zoals neergelegd in lid 2. De tekst van dit artikellid is gebaseerd op artikel 6:227a van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 8 Geheimhouding
In het kader van de Overeenkomst kan informatie aan Leverancier worden verstrekt die niet in de openbaarheid mag komen. In dit artikel wordt Leverancier daarom een geheimhoudingsverplichting opgelegd. Leverancier moet die geheimhoudingsverplichting ook opleggen aan diegenen die hij inschakelt bij de uitvoering van de Overeenkomst. Om misverstanden te voorkomen is het goed om als Koper vooraf duidelijk aan te geven welke informatie in ieder geval als vertrouwelijk moet worden aangemerkt.
In de Overeenkomst kan een boete worden gesteld op schending van de geheimhoudingsverplichting, hiermee kan aan Leverancier een extra incentive worden opgelegd om de geheimhoudingsverplichting na te leven.
Artikel 9 Verwerking persoonsgegevens
Lid 1
Lid 1 geeft Partijen een contractuele basis om elkaar aan te spreken op de naleving van verplichtingen die ook al op grond van wet- en regelgeving op hen rusten.
Lid 2
Als Leverancier in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst ten behoeve van Koper persoonsgegevens verwerkt dan eist de wet dat deze verwerking in een verwerkersovereenkomst wordt geregeld. In de regel zal ondertekening van de verwerkersovereenkomst samenvallen met die van de Overeenkomst. Mocht evenwel pas gedurende de looptijd van de Overeenkomst aanleiding ontstaan om een verwerkersovereenkomst te sluiten dan geeft lid 2 Partijen een contractuele basis om elkaar aan te spreken op de totstandkoming van een verwerkersovereenkomst.
Hoofdstuk IV – Financiële bepalingen
Artikel 10 Prijzen
Uitgangspunt is dat de prijs voor het Product alle kosten omvat tot en met de aflevering, zodat Xxxxx naderhand niet voor verrassingen komt te staan. Dit uitgangspunt sluit aan bij de leveringsbepaling van artikel 3.1 van de ARIV (zie de toelichting in dat verband). In voorkomende gevallen kan van artikel 3.1 en 10.1 van de ARIV in de Overeenkomst worden afgeweken.
Artikel 11 Facturering en betaling
De overheid wil bevorderen dat facturen zoveel mogelijk elektronisch worden ingediend en verwerkt. In dit kader heeft de overheid gekozen voor het uitgangspunt dat facturering elektronisch dient plaats te vinden. Indien dit, in voorkomend geval, niet mogelijk of onwenselijk is, dan bieden de modelovereenkomsten de mogelijkheid om van dit uitgangspunt af te wijken en het factureren schriftelijk te laten plaatsvinden.
Het recht op betaling ontstaat na Levering (zie artikel 3.5) en ontvangst van de (juiste) factuur die voldoet aan de gestelde eisen.
Betaling dient op zo kort mogelijke termijn te geschieden, doch uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur. De betalingstermijn van 30 dagen is een wettelijke termijn (zie artikel 6:119b, lid 2 en lid 5 van het Burgerlijk Wetboek), waarvan alleen in uitzonderingsgevallen kan worden afgeweken. Indien de factuur niet voldoet aan het bepaalde in de Overeenkomst, dan moet er met bekwame spoed een nieuwe factuur worden opgevraagd. De betalingstermijn vangt dan aan op het moment van ontvangst van de juiste factuur.
Xxxxx is de wettelijke rente verschuldigd over het na het verstrijken van de betalingstermijn nog openstaande bedrag, en wel met ingang van de dag volgend op de dag die is overeengekomen als de uiterste dag van betaling. Het gaat hier om de rentevoet voor handelstransacties.
Daarnaast is Xxxxx bij niet-tijdige betaling een kostenvergoeding verschuldigd. Het gaat hier om kosten ter vergoeding van verkrijging van voldoening buiten rechte (incassokosten). Op grond van het Burgerlijk Wetboek is dit een bedrag van (ten minste) € 40. Dit bedrag is zonder aanmaning verschuldigd door Xxxxx vanaf de dag volgende op de dag waarop de genoemde 30 dagen zijn verstreken. Leverancier moet deze kosten wel zelf vorderen en hij dient Koper daarvoor een (aparte) factuur te verzenden.
Betaling door Koper betekent niet dat Xxxxx zich daarna niet meer zou kunnen
beroepen op een schending van de garantieverplichting (lid 4). Immers, gebreken aan het Product kunnen zich ook in een later stadium openbaren.
Leverancier kan met instemming van Xxxxx zijn rechten op betaling overdragen (= cederen) aan derden. Het verrekenen van bedragen die Leverancier aan Xxxxx verschuldigd is, bijvoorbeeld een vervallen boete, met de contractueel verplichte betalingen aan Leverancier, kan in dat geval problematisch zijn. Daarom is zeker gesteld dat Xxxxx het recht heeft die bedragen in mindering te brengen op betalingen van door Leverancier ingediende facturen, zelfs als het recht op de uitbetaling daarvan aan een derde is overgedragen (lid 5).
Artikel 12 Voorschot
Uitgangspunt is dat er geen betalingen worden gedaan voordat het Product door Leverancier is geleverd. Hierop kan een uitzondering gemaakt worden wanneer Leverancier voorafgaande aan de Levering aantoonbaar aanzienlijke investeringen moet doen. In een dergelijk geval dient door Leverancier bij vooruitbetalingen van meer dan € 500.000,- steeds een kredietinstellingsgarantie “op afroep” te worden afgegeven. Dit is een verklaring die door een kredietinstelling op verzoek en op kosten van Xxxxx wordt opgesteld, waarmee de kredietinstelling garandeert een bepaald maximumbedrag te betalen, indien daar aanspraak op wordt gemaakt.
Een dergelijke garantie wordt met name gebruikt als er tussen het betalen van een factuurbedrag door Xxxxx en het leveren van het Product een lange(re) periode zit. Indien in de periode waarin Xxxxx een voorschot heeft betaald Leverancier bijvoorbeeld failliet gaat of niet levert, dan kan Xxxxx een beroep doen op de garantie. De kredietinstelling betaalt het voorschot dan aan Xxxxx terug en zal dit bedrag vervolgens (proberen te) verhalen op Leverancier. De kredietinstelling eist in de meeste gevallen dat het bedrag ter grootte van de garantie op het tegoed van Leverancier wordt geblokkeerd, en loopt daardoor weinig risico. Dat brengt wel met zich dat Leverancier niet bij de gelden kan en bovendien nog een bedrag zal moeten betalen voor afgifte van de garantie. Het is dan ook aan te raden alleen bij risicovolle voorschotten een garantie te verlangen.
In de bijlage bij de ARIV is een model van een kredietinstellingsgarantie op afroep opgenomen.
Hoofdstuk V – Tekortschieten in de nakoming, ontbinding
Artikel 13 Tekortschieten in de nakoming
Iedere tekortkoming in het nakomen van een verbintenis (ook wel "wanprestatie"
genoemd) verplicht de Partij die niet nakomt de schade die de andere Partij daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de eerste Partij niet kan worden toegerekend. Van een tekortkoming kan pas sprake zijn wanneer een Partij in verzuim is. In het algemeen moet hij daarvoor eerst door de andere Partij in gebreke zijn gesteld.
Stappenplan in geval van toerekenbare tekortkoming:
1. Wanneer sprake is van het niet nakomen door Leverancier van een contractuele verplichting, dient Xxxxx hem zo spoedig mogelijk schriftelijk in gebreke te stellen. Daarbij moet hij Leverancier een redelijke termijn gunnen om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Ingebrekestellen is niet nodig als nakoming op dat moment al niet meer mogelijk is of wanneer sprake is van overschrijding van een zogenoemde "fatale termijn" (zie artikel 3.2).
2. Indien Leverancier na het verstrijken van de gestelde redelijke termijn nog steeds niet heeft gedaan wat hij zou moeten doen, is hij in verzuim.
3. Komt Leverancier zijn verplichtingen dan alsnog niet onmiddellijk na, dan kan Koper het gebrekkige Product door een derde laten vervangen of herstellen op kosten van Leverancier of de Overeenkomst ontbinden en de koopprijs terugvorderen. Daarnaast kan Xxxxx schadevergoeding vorderen wegens vertraging in de nakoming gedurende de tijd dat Leverancier in verzuim is.
4. Wanneer Leverancier in verzuim is, kan Koper nakoming vorderen (eventueel met vergoeding van de schade die hij door de niet tijdige nakoming heeft geleden) of de oorspronkelijke verbintenis omzetten in een verbintenis tot (vervangende) schadevergoeding. Koper kan er ook voor kiezen de Overeenkomst in dat geval, al dan niet samen met een vordering tot vergoeding van de geleden en nog te lijden schade, te ontbinden (zie artikel 16).
Artikel 14 Aansprakelijkheid
Schade
Onder schade wordt hier verstaan vermogensschade en ander nadeel (immateriële schade), dit laatste voor zover de wet op vergoeding daarvan recht geeft. Vermogensschade omvat zowel geleden verlies als gederfde winst. Vaststelling van de te vergoeden schade gebeurt aan de hand van het zogenoemde 'positief contractsbelang'. Hiervoor wordt de situatie waarin de schadelijdende Partij verkeert vergeleken met die waarin hij zou hebben verkeerd als de verbintenis correct was nagekomen. Voor alle duidelijkheid wordt er verder nog op gewezen dat het begrip gebeurtenis hier niet in verzekeringstechnische zin is bedoeld.
Omvang van de aansprakelijkheid
Op grond van de wet zijn Partijen in beginsel onbeperkt aansprakelijk voor schade die zij veroorzaken. In de huidige versie van de ARIV is er desalniettemin voor gekozen de aansprakelijkheid van Partijen te beperken. Daartoe is een limitering in de vorm van een staffel opgenomen. Deze methode is flexibel; de limiet voegt zich naar de overeengekomen opdrachtwaarde met inbegrip van wijzigingen die zich in de looptijd van de Overeenkomst kunnen voordoen. De limitering komt ruwweg neer op driemaal de opdrachtwaarde. Daarbij is geen onderscheid gemaakt in soorten schade (bijvoorbeeld zogenoemde directe en indirecte of gevolgschade). De wet maakt dit onderscheid namelijk niet en bovendien vindt de Staat het niet opportuun de aansprakelijkheid nog verder te beperken. De beperking van de aansprakelijkheid brengt immers al met zich dat de Staat een deel van de door Leverancier veroorzaakte schade zelf moet dragen en/of moet bekostigen uit gemeenschapsgeld. Een verdere beperking in de ARIV is daarom niet aan de orde.
In bepaalde gevallen kan er aanleiding zijn om andersluidende afspraken te maken over de hoogte van de aansprakelijkheid. Daarvoor is in de modelovereenkomst een optionele bepaling opgenomen (artikel 6.3). Het verdient aanbeveling in dat geval advies in te winnen bij de juridische afdeling.
Het artikel bevat een aantal (gebruikelijke) uitzonderingen op de maximalisering van de aansprakelijkheid. De onder b opgenomen uitzondering heeft niet alleen betrekking op opzet of grove schuld van de leiding van de onderneming van Leverancier maar ook op die van het Personeel. Dat is van belangrijk omdat meestal het Personeel en niet de leidinggevenden, worden ingezet voor de uitvoering van de werkzaamheden.
De onder c opgenomen uitzondering heeft betrekking op schade als gevolg van schending van wet- en regelgeving op het terrein van de bescherming van persoonsgegevens. De bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens is een grondrecht. Schending van dit grondrecht kan natuurlijke personen ernstige schade toebrengen en leiden tot substantiële schade aan de zijde van de verwerkingsverantwoordelijke. Deze laatste kan bijvoorbeeld worden geconfronteerd met kosten ter voorkoming of beperking van door betrokkenen te lijden schade of door de toezichthoudende autoriteit aan de verwerkingsverantwoordelijke opgelegde boetes.
Als Leverancier in het kader van de Overeenkomst ten behoeve van Koper persoonsgegevens verwerkt regelen partijen deze verwerking in een verwerkersovereenkomst. Handelt Leverancier in strijd met deze verwerkersovereenkomst door bijvoorbeeld de persoonsgegevens niet te beveiligen, dan is het niet disproportioneel hem - volgens het adagium ‘de vervuiler betaalt’ - aansprakelijk te houden voor de daardoor ontstane schade.
Ook omdat verwerker het risico op die schade het best kan beheersen geldt te dien aanzien een uitzondering op de algemene aansprakelijkheidsbeperking van artikel 14. Als daar in een concreet
geval naar het oordeel van Koper aanleiding toe is kan in de Overeenkomst van dit uitgangspunt worden afgeweken.
Artikel 15 Overmacht
"Overmacht" is geen wettelijk begrip. De wet gaat uit van een al dan niet toerekenbare tekortkoming. Een tekortkoming kan de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet te wijten is aan zijn schuld en ook niet volgens de wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. In het spraakgebruik hanteert men daarvoor het begrip "overmacht".
Partijen kunnen "overmacht" bij Overeenkomst nader invullen. Uitgangspunt daarbij moet echter zijn dat dit begrip zo beperkt mogelijk wordt uitgelegd. In de ARIV worden de omstandigheden opgesomd die in ieder geval géén beroep op overmacht rechtvaardigen.
Artikel 16 Ontbinding
Op grond van artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek geeft iedere tekortkoming van een Partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. De tekst van artikel 16.1 ARIV volgt de tekst van de wet. Voor zover nakomen niet al direct blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas wanneer de schuldenaar in verzuim is.
Degene die wil ontbinden moet kunnen aantonen dat sprake is van een tekortkoming van de andere Partij in het nakomen van haar verplichtingen zoals neergelegd in de Overeenkomst. Die bewijslast dat niet is nagekomen ligt dus bij hem. Daarnaast moet de tekortkoming zodanig ernstig zijn dat ze ontbinding ook rechtvaardigt. Het bewijs dat de tekortkoming ontbinding niet rechtvaardigt, rust op de Partij die tekort is geschoten.
Het kan zijn dat een Partij als gevolg van overmacht haar verplichtingen niet kan nakomen. Daarmee wordt bedoeld dat sprake is van een niet-toerekenbare tekortkoming. Een tekortkoming kan de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet te wijten is aan zijn schuld en ook niet volgens de wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Daarnaast zijn in de ARIV meer omstandigheden opgenomen op grond waarvan de Overeenkomst kan worden ontbonden, zoals ingeval van faillissement van Leverancier (lid 3).
De Overeenkomst kan eventueel gedeeltelijk ontbonden worden. Een deel van de Levering kan dan toch door Leverancier worden uitgevoerd. Soms is het vertrouwen in elkaar echter zo verminderd dat ook een gedeeltelijke ontbinding geen reële optie meer is. Omdat dit in het algemeen een complexe zaak is, verdient het aanbeveling in een dergelijk geval contact op te nemen met de juridische afdeling.
Door ontbinding van de Overeenkomst worden Partijen voor de toekomst bevrijd van hun verplichtingen en ontstaat een verbintenis tot het ongedaan maken voor hetgeen in het verleden al gepresteerd is (zie artikel 6:271 van het Burgerlijk Wetboek). In beginsel is de ontvanger verplicht tot teruggave van de prestatie in de staat waarin zij zich bij ontvangst bevond. Is het ongedaan maken door de aard van de prestatie niet mogelijk, dan kan de ontvanger verplicht zijn tot schadevergoeding.
Hoofdstuk VI – Diversen
Artikel 19 Overdracht rechten en verplichtingen uit de Overeenkomst
Het komt voor dat Leverancier gedurende de looptijd van de Overeenkomst wordt overgenomen door of fuseert met een ander bedrijf. Als de rechtspersoon waarmee is gecontracteerd een andere wordt, is de vraag wat er met de lopende Overeenkomst gebeurt. Zonder schriftelijke toestemming van de ene Partij is het de andere niet toegestaan rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de Overeenkomst aan een derde over te dragen. Indien deze toestemming niet wordt gegeven, dan heeft een overdracht geen effect en blijven beide Partijen gebonden aan de Overeenkomst.
In lid 2 is uitdrukkelijk een uitzondering opgenomen op het toestemmingsvereiste bij de vestiging van beperkte rechten. Dit om zeker te stellen dat de algemene voorwaarden niet in de weg staan aan de mogelijkheid voor Leverancier om zijn huidige en toekomstige vorderingen aan een kredietinstelling te verpanden, in ruil voor kredietfaciliteiten.
Artikel 20 Verzekering
Uitgangspunt is dat Leverancier verplicht is zich op een naar verkeersnormen passende en gebruikelijke wijze te verzekeren. Veelal is dat bij de contractsluiting al het geval, maar ook een aparte, door Leverancier af te sluiten verzekering ten behoeve van de Overeenkomst met Koper behoort tot de mogelijkheden. Het adequaat verzekerd zijn door Leverancier biedt uiteraard meer zekerheid tot verhaal van eventuele schade.
In de praktijk (zeker bij contracten met buiten Nederland gevestigde multinationals) blijkt het tonen van polissen en bewijzen van premiebetaling soms op bezwaren te stuiten. In dat geval kan genoegen genomen worden met een schriftelijke verklaring van de verzekeraar dat Leverancier genoegzaam verzekerd is.
Artikel 21 Omkoping en belangenverstrengeling
Corruptiebestrijding en integriteit in het algemeen zijn voor de rijksoverheid van groot belang. In het tweede lid wordt daarom de basis gelegd voor een integriteitsverklaring die als modelbepaling in de Overeenkomst is opgenomen.
De gedragingen genoemd in dit artikel zijn strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht en vormen voldoende grondslag om de Overeenkomst met Leverancier te ontbinden.