Bestuurlijke afspraken jeugdzorg Caribisch Nederland
Bestuurlijke afspraken jeugdzorg Caribisch Nederland
Gesloten op 7 juni 2023 op Bonaire, Saba en Sint Eustatius
Bestuurlijke afspraken jeugdzorg Caribisch Nederland per 07-06-2023
Partijen:
1. De Staat der Nederlanden vertegenwoordigd door staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn (VWS) en Sport X. xxx Xxxxxx;
2. Het openbaar lichaam Bonaire vertegenwoordigd door de eilandgedeputeerde J. Kroon;
3. Het openbaar lichaam Sint Eustatius vertegenwoordigd door de regeringscommissaris X. Xxxxxxx;
4. Het openbaar lichaam Saba vertegenwoordigd door de eilandgedeputeerde X. Xxxxxxxx;
Gezamenlijk te noemen ‘partijen’, waarbij partij 1 afzonderlijk wordt aangeduid als ‘ZJCN’ - wat verwijst naar de programmadirectie Zorg en Jeugd Caribisch Nederland, onderdeel van het ministerie van VWS - en partijen 2 t/m 4 worden aangeduid als ‘het openbaar lichaam’,
Overwegende dat:
A. Partijen de ambitie hebben uitgesproken om de jeugdzorg voor kinderen en hun ouders1 in Caribisch Nederland te versterken en tot een integrale aanpak te komen waarbij de samenhang en afstemming met zorg, maatschappelijke ondersteuning en onderwijs wordt bevorderd;
B. Volgens artikel 18.4.7a van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onder jeugdzorg wordt verstaan: ondersteuning van en hulp aan jeugdigen, hun ouders, stiefouders of anderen, die een jeugdige als behorende tot hun gezin verzorgen en opvoeden, bij opgroei- en opvoedingsproblemen of bij dreigende zodanige problemen;
C. Sinds 2020 op elk eiland de verantwoordelijkheden ten aanzien van jeugdzorg zijn verdeeld tussen de openbare lichamen en ZJCN;
D. Partijen - op het openbaar lichaam Bonaire na - zowel beleidsmatig als uitvoerend verantwoordelijk zijn voor jeugdzorg;
E. Deze bestuurlijke afspraken ertoe dienen om die verantwoordelijkheidsverdeling te verduidelijken en partijen handvatten te bieden bij de uitvoering van die beleidsmatige en uitvoerende verantwoordelijkheid;
F. Het effect van de uitvoering van deze bestuurlijke afspraken wordt benut voor de uitwerking van een juridische regeling voor jeugdzorg;
Partijen komen daarbij overeen:
Verantwoordelijkheden Artikel 1: Jeugdzorg
1.1. Het openbaar lichaam is verantwoordelijk voor:
a) de beschikbaarheid van een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van preventieve en eerstelijns jeugdzorg op hun eiland (zie de uitgewerkte definities in de toelichting)2;
b) het op een laagdrempelige en herkenbare manier aanbieden van deze jeugdzorg en,
c) het aanbieden van deskundig advies aan degenen die beroepsmatig met jeugdigen werken over vragen en problemen met betrekking tot opgroei- en opvoedingsproblemen
1.2. ZJCN is er verantwoordelijk voor:
a) dat een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van tweede- en derdelijns jeugdzorg beschikbaar is in Caribisch Nederland;
1 In deze afspraken wordt voor de leesbaarheid ‘ouders’ gebruikt, maar hier wordt bedoelt ouders/verzorgers omdat het ook situaties kan betreffen waarbij kinderen niet door hun ouders worden opgevoed.
2 Uitzondering hierop is de Kindertelefoon, zie voor de uitwerking van de verantwoordelijkheidsdeling artikel 4.
b) dat de tweede- en derdelijns jeugdzorg te allen tijde bereikbaar en beschikbaar is in situaties waar onmiddellijke uitvoering van deze jeugdzorg geboden is;
c) dat degenen die beroepsmatig met jeugdigen werken deskundig advies kunnen krijgen over vragen en problemen met betrekking tot opgroei- en opvoedingsproblemen, en
d) dat de taken zoals beschreven in het Besluit Pleegzorg BES worden uitgevoerd.
1.3. Partijen richten de jeugdzorg in volgens de uitgangspunten zoals beschreven in de toelichting van deze bestuurlijke afspraken.
Artikel 2: Beleidsplan
2.1. Partijen stellen een beleidsplan op dat de hoofdzaken bevat van het door hen uit te voeren beleid betreffende jeugdzorg en geven daarin in elk geval aan:
a) wat de visie en doelstellingen zijn van dit beleid;
b) hoe dit beleid zal worden uitgevoerd in samenhang met de verantwoordelijkheid van de andere partij;
c) welke concrete resultaten het openbaar lichaam in de door het plan bestreken periode wenst te behalen;
d) hoe gemeten zal worden of deze resultaten zijn behaald en welke outcome-criteria gehanteerd worden ten aanzien van de uitvoerende jeugdzorgaanbieder(s);
e) hoe gewaarborgd wordt dat de eerstelijns jeugdzorg verantwoord wordt verleend, zoals opgenomen in artikel 7.
f) op welke wijze partijen zich hebben vergewist van de behoeften van de doelgroep, en
g) hoe partijen invulling zullen geven aan de bedoeling van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
2.2. Het beleidsplan wordt, voor zover het de afstemming van en effectieve samenwerking met het onderwijs betreft, vastgesteld in overeenstemming met het Samenwerkingsverband.
Artikel 3: Inzet jeugdzorgvoorzieningen
3.1. Het openbaar lichaam weegt zorgvuldig af of er een hulpvraag is in verband met opgroei- en opvoedproblematiek en welke ondersteuning daarvoor passend is voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn, waardoor de jeugdige in staat wordt gesteld:
a) gezond en veilig op te groeien;
b) te groeien naar zelfstandigheid, en
c) voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren, rekening houdend met zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau.
3.2. Het openbaar lichaam zal op basis van de afweging zoals in 3.1. beschreven, de passende ondersteuning voor de jeugdige en zijn ouders organiseren. Als het naar de inschatting van het openbaar lichaam ondersteuning in de vorm van tweedelijns of derdelijns jeugdzorg betreft, draagt het openbaar lichaam de zorg in overleg over aan ZJCN3.
Artikel 4: Kindertelefoon
4.1. ZJCN is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van een Kindertelefoon voor Caribisch Nederland, waarmee kinderen kosteloos en anoniem een telefonisch/online gesprek kunnen voeren.
4.2. Het openbaar lichaam draagt zorg voor bekendheid van de Kindertelefoon op hun eiland en benut de geanonimiseerde informatie over het gebruik van de Kindertelefoon voor het beleid gericht op preventie.
Samenwerking
Artikel 5: Samenwerking
5.1. Partijen zijn verantwoordelijk voor het faciliteren van een integrale aanpak waarmee de overgang tussen de verschillende lijnen jeugdzorg wordt overbrugd.
3 Hierbij dienen de afspraken rondom gegevensuitwisseling in acht te worden genomen.
5.2. Partijen leggen afspraken vast over:
a) de voorwaarden voor op- of afschaling/doorverwijzen (wijze van beoordeling en afwegingsfactoren), en
b) de wijze waarop inzet van jeugdzorg wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen.
5.3. ZJCN stemt - met het oog op de verantwoordelijkheden die samenhangen met het Besluit zorgverzekering BES en het voorgenomen Besluit maatschappelijke ondersteuning en bestrijding huiselijk geweld en kindermishandeling BES - intern de wijze waarop het haar verantwoordelijkheden uitvoert, af
5.4. Als een jeugdige verhuist binnen Caribisch Nederland, zet het betrokken openbaar lichaam zich in om de ingezette eerstelijns jeugdzorg voort te zetten op het nieuwe wooneiland.
Artikel 6: Beleidsinformatie en gegevensuitwisseling
6.1. Partijen sturen er op dat vóór 1 juli 2024 bij de jeugdzorgaanbieder(s):
a) een toereikende data -infrastructuur (clientvolgsysteem) voor de verzameling van gegevens over de jeugdzorg in Caribisch Nederland is ingericht, zodat kan worden voldaan aan de kwaliteitsnorm zoals beschreven in artikel 7.4 en 7.5, en
b) een beveiligde emailverbinding is gerealiseerd, zodat gegevensverwerking en - uitwisseling efficiënt en veilig kan plaatsvinden.
6.2. ZJCN laat een handreiking over gegevensverwerking en -uitwisseling ontwikkelen, zodat de jeugdzorgaanbieder(s) weten wat hun rechten en plichten zijn aangaande gegevensverwerking en – uitwisseling.
6.3. Partijen maken met elkaar en met relevante ketenpartners nadere afspraken over de wijze waarop gegevensuitwisseling van cliënten plaatsvindt en welke informatie – onder welke voorwaarden - met elkaar gedeeld wordt.
Waarborgen van kwaliteit Artikel 7: Kwaliteitsnorm
7.1. ZJCN en door ZJCN gesubsidieerde jeugdzorgaanbieders zijn reeds gebonden aan de kwaliteitsnorm van artikel 18.4.7b van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna invoeringswet BES).
7.2. Het openbaar lichaam committeert zich ten aanzien van de eerstelijns jeugdzorg aan de norm voor verantwoorde jeugdzorg zoals opgenomen in de Invoeringswet BES. Daaronder wordt verstaan dat eerstelijns jeugdzorg van goed niveau is, en in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend.
7.3. Het openbaar lichaam draagt er zorg voor dat de jeugdzorgaanbieder(s) in de eerste lijn zich op zodanige wijze organiseren zodat het resulteert in het leveren van verantwoorde jeugdzorg.
7.4. Het openbaar lichaam draagt er zorg voor dat de jeugdzorgaanbieder(s) in de eerste lijn verantwoordelijkheid dragen voor:
a) het op systematische wijze verzamelen en registreren van gegevens betreffende de kwaliteit van de jeugdzorg;
b) het aan de hand van de gegevens, bedoelt onder a, op systematische wijze toetsen of de wijze waarop de jeugdzorg wordt uitgevoerd verantwoord is en
c) het op basis van de uitkomst van de toetsing, bedoeld onder b, zo nodig veranderen van de wijze waarop jeugdzorg wordt uitgevoerd.
7.5. Partijen dragen er zorg voor dat de jeugdzorgaanbieder(s) structureel en nauwkeurig clientgegevens registreren conform geldende privacywetgeving en de voortgang van het hulpverleningstraject in beeld te brengen.
7.6. Partijen dragen er zorg voor dat:
a) de jeugdzorgaanbieder(s) in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag van personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouders aan wie de jeugdzorgaanbieder jeugdzorg verleent is opgelegd, en
b) een verklaring als bedoeld in a is niet eerder afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de jeugdzorgaanbieder ging werken.
Artikel 8: Verbetercyclus
8.1. Partijen halen gegevens op bij de - onder hun verantwoordelijkheid vallende - uitvoerende jeugdzorgorganisatie(s)(onderdelen)4. Op basis van deze gegevens maken het openbaar lichaam en ZJCN beleidsaanpassingen die erin resulteren dat de jeugdzorgaanbieders het aanbod dusdanig aanpassen/aanscherpen zodat het jeugdzorgaanbod toereikend blijft voor de betreffende doelgroep.
Artikel 9: Hulpverleningsplan
9.1. Partijen zien er op toe dat er binnen zes tot uiterlijk acht weken na het eerste gesprek met een jeugdige en/of diens ouder een hulpverleningsplan is opgesteld in afstemming met jeugdige en diens de ouders, en idealiter samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren.
9.2. Tenzij het de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering of gesloten jeugdzorg betreft, kan het plan mondeling overeen worden gekomen met de jeugdige en diens ouders. Indien de jeugdige, een van de ouders of de jeugdzorgaanbieder dat wenst, wordt het plan binnen veertien dagen op schrift gesteld.
TOELICHTING bij de BESTUURLIJKE AFSPRAKEN JEUGD
Inleiding
Sinds de staatkundige hervorming van 10-10-2010 zijn er verschillende stappen gezet om de jeugdzorg in Caribisch Nederland te verbeteren. Enerzijds is er de afgelopen jaren geïnvesteerd in de professionalisering en verbetering van de uitvoering van de ambulante jeugdzorg en de kinderbeschermingsmaatregelen. Anderzijds is er met de openbare lichamen ingezet op de versterking van de eerstelijns teams die onder hun verantwoordelijk nu op elk eiland taken uitvoeren op het gebied van preventie, opvoedondersteuning, maatschappelijke ondersteuning en schuldhulpverlening. Daarvoor zijn op de Bovenwindse eilanden (Sint Eustatius en Saba) de preventieve en eerstelijns taken overgedragen aan de openbare lichamen. En is op Bonaire begin 2022 Sentro Akseso opgericht, welke als zelfstandige uitvoeringsorganisatie - onder contract van het openbaar lichaam Bonaire – functioneert.
Om het jeugdzorgstelsel in Caribisch Nederland nog beter aan te laten sluiten bij de behoeften van jeugdige en diens ouders, is het belangrijk dat er meer duidelijkheid komt over verantwoordelijkheden, toegankelijkheid en kwaliteit. Anders dan in Europees Nederland is er in Caribisch Nederland geen sprake van een Jeugdwet, maar van een beperkte regeling in de Invoeringswet BES en bijbehorend Besluit Pleegzorg BES. Om in de toekomst de stap naar een meer uitgebreide regeling te zetten, is het nodig om eerst beleidsmatig jeugdzorg in Caribisch Nederland verder uit te werken. Daartoe dient deze toelichting die als bijlage fungeert bij de bestuurlijke afspraken over jeugdzorg in Caribisch Nederland tussen het ministerie van VWS en de drie openbare lichamen.
Zowel voor de bestuurlijke afspraken als de toelichting is de Europees Nederlandse Jeugdwet richtinggevend geweest, maar zijn er waar nodig aanpassingen gemaakt ten behoeve van de Caribische context. Specifiek zijn er afspraken gemaakt over de uitgangspunten van jeugdzorg, de verantwoordelijkheidsverdeling tussen ZJCN en de openbare lichamen, toegankelijkheid en
4 De openbare lichamen zijn verantwoordelijk voor de promotie van deze voorziening. Bovendien dient het openbaar lichaam de managementinformatie van de kindertelefoon te gebruiken bij de doorontwikkeling van de preventieve- en eerstelijns ondersteuning.
verwijzingen, integrale ketensamenwerking, het waarborgen van kwaliteit, de invulling van beleidsplannen en gegevensverwerking- en uitwisseling. Afgesproken is dat het inwerkingtreden van de bestuurlijke afspraken gezien dient te worden als de start van een proefperiode waarin zowel ZJCN als de openbare lichamen monitoren en evalueren in hoeverre het haalbaar en wenselijk is om de gemaakte afspraken uiteindelijk in wetgeving vast te leggen.
Doel jeugdzorg
Kinderen hebben het recht om gezond en veilig op te groeien en zich goed te ontwikkelen. Ouders zijn hier als eerste verantwoordelijk voor. De overheid bevordert de goede ontwikkeling van kinderen en komt in beeld als het ouders niet meer voldoende lukt om hun kind gezond en veilig op te laten groeien. Het jeugdzorgstelsel moet dan tijdig passende hulp en ondersteuning bieden aan kinderen en hun ouders. De jeugdzorg is erop gericht om de eigen kracht van de jongere en het zorgend en probleemoplossend vermogen van diens gezin en sociale omgeving te versterken. De familie- en gemeenschapsbanden op de eilanden van Caribisch Nederland zijn sterk. Van oudsher kunnen jongeren, gezinnen en ouderen voor hulp en steun terecht bij familieleden of hun sociale netwerk. Deze cohesie staat echter onder druk door de sociaaleconomische situatie van veel inwoners van Caribisch Nederland. Door te zorgen voor goede hulp en ondersteuning kan de overheid gezinnen en families ontlasten. Tegelijkertijd is het belangrijk om de zorgtaken niet over te nemen maar juist faciliterend en ondersteunend te zijn aan een jeugdige, diens gezin en sociale omgeving. Juist om de sterke gemeenschapsbanden van de eilanden te versterken. En om ervoor te zorgen dat een jeugdige en diens gezin na de geboden jeugdzorg weer zelfredzaam worden.
Met deze afspraken wordt beoogd om een passend en kwalitatief goede jeugdzorgaanbod te realiseren voor jeugdigen en diens ouders in Caribisch Nederland die dat nodig hebben, gelijkwaardig aan het voorzieningenaanbod in Europees Nederland. Aan de hand van de afspraken kan enerzijds de kwaliteitsnorm voor verantwoorde jeugdzorg verder geïmplementeerd worden en kan anderzijds op basis van beleidsinformatie beter worden gestuurd op een passend aanbod. Daarmee bieden de afspraken een kader waarbinnen de term gelijkwaardigheid met de openbare lichamen en jeugdzorgaanbieders verder geconcretiseerd wordt.
Uitgangspunten jeugdzorg
Voor de jeugdzorg in Caribisch Nederland hanteren ZJCN en de openbare lichamen de volgende uitgangspunten aangaande de wijze waarop de jeugdzorg georganiseerd dient te worden:
a Er wordt ingezet op het inschakelen, herstellen en versterken van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en de personen die tot hun sociale omgeving behoren, waarbij voor zover mogelijk wordt uitgegaan van hun eigen inbreng.
b Er wordt ingezet op preventie, d.w.z. het voorkomen en de vroege signalering van en vroege interventie bij opgroei- en opvoedingsproblemen.
c Er wordt ingezet op het versterken van het opvoedkundige klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen, kinderopvang en buitenschoolse activiteiten.
d Er wordt ingezet op het bevorderen van de opvoedvaardigheden van de ouders, opdat zij in staat zijn hun verantwoordelijkheid te dragen voor de opvoeding en het opgroeien van jeugdigen.
e Er wordt ingezet op het bevorderen van de veiligheid van de jeugdige in de opvoedsituatie waarin hij opgroeit.
f Er wordt zoveel mogelijk ingezet op zorg binnen de eigen context van de jeugdige, waarbij de jeugdige zo ‘thuis mogelijk’ opgroeit en uithuisplaatsing als laatste redmiddel wordt ingezet, welke het liefst op of nabij het eigen eiland plaatsvindt.
Definities
Vanwege de verantwoordelijkheidsverdeling (zie hierna) is jeugdzorg in Caribisch Nederland onderverdeeld in preventieve jeugdzorgtaken, eerstelijns jeugdzorgtaken, tweedelijns jeugdzorgtaken en derdelijns jeugdzorgtaken. De openbare lichamen en ZJCN zijn de volgende definities overeen gekomen:
• Preventie is gericht op het voorkomen van opgroei- en opvoedproblematiek bij kinderen en ouders. Met preventie wordt voorkomen dat jeugdige in de problemen raken en/of verder in de zwaardere vormen van (jeugd)zorg zullen belanden. Daarnaast kan preventie worden ingezet om de ontwikkeling van kinderen en jongvolwassenen te bevorderen. Deze vorm van jeugdzorg is outreachend, doelgroepgericht, vrij toegankelijk en vindt plaats op vrijwillige basis. Preventie kan o.a. vorm krijgen middels bewustwordingscampagnes en/of naschoolse activiteiten.
• 1e-lijns jeugdzorg ondersteunt en begeleidt kinderen en hun ouders bij (dreigende) opgroei- en opvoedingsproblemen. Deze vorm is laagdrempelig toegankelijk en vindt altijd plaats op basis van vrijwilligheid. Onder eerstelijns jeugdzorg kan ook intensieve en/of langdurige ondersteuning/begeleiding voor gezinnen met (meerdere) complexe problemen vallen. Vroeg-signalering is binnen de eerstelijns jeugdzorg een belangrijk middel om vroegtijdig te kunnen interveniëren.
• 2e-lijns jeugdzorg is de ambulante begeleiding van kinderen en hun ouders in het geval er sprake is van onveilig opgroeien5. Deze vorm van jeugdzorg is niet vrij toegankelijk en kan enkel worden ingezet na opschaling vanuit de eerstelijns jeugdzorg, na verwijzing vanuit het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (hierna AMHK), of een kinderbeschermingsmaatregel. Het betreffen zowel wel vrijwillig (maar niet vrijblijvend) of niet-vrijwillig trajecten; respectievelijk drang- of dwang trajecten.
• 3e-lijns jeugdzorg bestaat uit pleeg- en jeugdzorg met verblijf. Xxxxxxxxx met verblijf is een vorm van jeugdzorg die jeugdigen met een combinatie van problemen (ook problemen gerelateerd aan ouders en/of het gezinssysteem) een thuis biedt in een voorziening met 24/7 verblijf met mogelijkheden voor specialistische begeleiding en behandeling op maat . De derdelijns jeugdzorg is niet vrij toegankelijk maar verloopt via de tweede lijn. Het kunnen zowel vrijwillige (maar niet vrijblijvend) of niet-vrijwillige trajecten betreffen; respectievelijk drang- of dwang trajecten.
Deze definiëring is van belang om onduidelijkheid over de verantwoordelijkheidsverdeling te voorkomen. Bovendien kunnen ZJCN en de openbare lichamen op basis van deze definities jeugdbeleid (verder) ontwikkelen.
Verantwoordelijkheidsverdeling
Net als Europees Nederlandse gemeenten, dragen de openbare lichamen de verantwoordelijkheid voor taken op het gebied van preventie en eerstelijns jeugdzorg. Doordat de openbare lichamen dichterbij de inwoners van de eilanden staan, kunnen zij preventie activiteiten en algemene eerstelijns voorzieningen gerichter laten aansluiten bij de lokale behoefte en in samenhang organiseren met bijvoorbeeld het maatschappelijk werk, de jeugdgezondheidszorg en het zorg- en veiligheidshuis waarvoor zij ook verantwoordelijk zijn.
ZJCN en de openbare lichamen streven echter niet naar volledige decentralisatie van de jeugdzorg in Caribisch Nederland. Volledige decentralisatie zoals in Europees Nederland is niet uitvoerbaar vanwege de beperkte uitvoeringskracht van de openbare lichamen, de kleinschaligheid en het insulaire karakter van Caribisch Nederland. ZJCN blijft daarom de verantwoordelijkheid dragen voor de tweede- en derdelijns jeugdzorg en is daarnaast ook verantwoordelijk voor het gehele (jeugd)zorgstelsel.
De uitvoering van jeugdzorg is op dit moment als volgt georganiseerd6. Het openbaar lichaam Bonaire besteedt de preventieve en eerstelijns taken op dit moment uit aan de uitvoeringsorganisatie Sentro Akseso, en bekostigt de taken met middelen die in de vrije uitkering beschikbaar zijn gesteld en aangevuld met middelen van ZJCN via een bijzondere uitkering. Op de Bovenwinden zijn de
5 Zoals bepaald middels de veiligheidstaxatie van XXXX.
6 De situatieschets betreft een beschrijving van het jeugdzorg veld in begin 2023, de precieze (uitvoering van) jeugdzorgtaken/aanbieders kunnen uiteraard wijzigen.
preventieve en eerstelijns taken in 2019 overgedragen naar de openbare lichamen van Sint Eustatius en Saba. ZJCN financiert de uitvoering van deze taken middels een bijzondere uitkering. ZJCN voert daarnaast op alle drie de eilanden zelf de tweedelijns jeugdzorg uit. Hieronder valt ook de uitvoering van pleegzorg7, de kinderbeschermingsmaatregelen en de begeleiding in het kader van jeugdreclassering. Tevens biedt ZJCN begeleid wonen aan voor jongeren vanaf 16 jaar. Voor het leveren van derdelijns jeugdzorg ontvangen de – op Bonaire gevestigde – residentiele instellingen subsidie van ZJCN.
Verder is ZJCN in 2021 een samenwerking gestart met de Kindertelefoon Aruba gericht op de uitvoering van de kindertelefoon in Caribisch Nederland. ZJCN draagt de (financiële) verantwoordelijkheid voor deze preventieve voorziening omdat de Kindertelefoon BES geen lokale voorziening is, maar CN-breed beschikbaar is. Met de openbare lichamen is afgesproken dat zij in samenwerking met de Kindertelefoon Aruba verantwoordelijk zijn voor de promotie van de Kindertelefoon BES op hun eiland. Bovendien zal Aruba jaarlijks geanonimiseerde informatie per eiland delen over het gebruik van de Kindertelefoon BES, zodat het openbaar lichaam deze informatie kan benutten voor het beleid gericht op preventie.
Toegang, doorverwijzing en gegevensuitwisseling
Het jeugdzorgstelsel in Caribisch Nederland is een gelaagd stelsel waarbij enkel de preventieve- en eerstelijns jeugdzorg voor iedereen vrij toegankelijk zijn. De tweedelijns jeugdzorgvoorzieningen zijn enkel beschikbaar via opschaling vanuit de eerste lijn. In het geval een jeugdige jeugdzorg met verblijf of pleegzorg (derdelijns) nodig heeft, is de tweedelijns organisatie ZJCN/Jeugdzorg altijd betrokken. Jeugdzorg met verblijf kan ingezet worden vanuit crisis, het drang- of gedwongen kader. In alle gevallen is ZJCN/Jeugdzorg degene die de jongere, in overleg met de residentie, plaatst. Xxxxxxxxx CN is als tweedelijns jeugdzorgaanbieder en pleegzorgaanbieder (met expertise op veiligheid) de aangewezen instantie om deze afweging te maken. Momenteel worden er in de keten specifieke samenwerkingsafspraken gemaakt over de procedure van doorverwijzen.
ZJCN en de openbare lichamen dienen erop toe te zien dat de voorwaarden op basis waarvan een doorverwijzing plaatsvindt en het proces van doorverwijzen, door (jeugd)zorgaanbieders8 zijn verankerd in afspraken. Essentieel bij het opstellen van deze verwijzingsafspraken, is dat er aandacht is voor veilige en efficiënte gegevensuitwisseling.
Indien een jeugdige (en diens ouders) verhuist naar een ander eiland binnen Caribisch Nederland, dan dienen de betrokken openbare lichamen (wanneer er sprake is van eerstelijns jeugdzorg) of ZJCN (in het geval van tweede- of derde lijn jeugdzorg) ervoor te zorgen dat de eerder toegewezen jeugdzorg – binnen de mogelijkheden van de nieuwe woonplaats – zoveel mogelijk voortgang blijft vinden. De realisatie van een veilige en efficiënte overdracht van clientgegevens is daarvoor essentieel.
Integrale aanpak
Meestal komen problemen in de ontwikkeling of opvoeding voort uit problemen op andere leefgebieden, zoals schulden of relatieproblemen. Het is daarom belangrijk dat het openbaar lichaam zorgvuldig afweegt óf er een hulpvraag is in verband met opgroei- en opvoedproblematiek en welke ondersteuning passend is. De openbare lichamen hebben de eerstelijns jeugdzorg momenteel alle drie georganiseerd binnen teams waarbinnen ook maatschappelijk werk en schuldhulpverlening beschikbaar is. Als een inwoner in Caribisch Nederland zich bij het eilandelijk team meldt, vindt een intake plaats waarin de medewerker van het eilandelijk team breed en op verschillende leefgebieden informeert hoe het gaat. Op die manier kan de oorzaak achter de hulpvraag gevonden worden en de ondersteuning worden georganiseerd die daarvoor passend is.
Het zal ook voorkomen dat hiervoor integraal gekeken dient te worden. D.w.z. dat de samenwerking moet worden gezocht met school of het Expertisecentrum Onderwijszorg of met zorgprofessionals
7 Dit omvat het screenen van pleeggezinnen, sluiten van een pleegovereenkomst, bieden van pleegzorgbegeleiding en het uitkeren van een pleegvergoeding.
8 ZJCN is er voor verantwoordelijk dat gecontracteerde zorgaanbieders – zoals MHC – ook aansluiting vinden bij de afspraken die er tussen jeugdzorgaanbieders worden gemaakt, zodat de informatieoverdracht tussen alle aanbieders die betrokken zijn bij de jeugdige goed verloopt.
zoals de huisarts, kinderarts, de logopedist of de kinderpsycholoog. In Caribisch Nederland maken jeugdigen aanspraak op curatieve zorg, geestelijke gezondheidszorg of gehandicaptenzorg via het Besluit Zorgverzekering BES. Zolang een casus in begeleiding is bij de eerste lijn, heeft de medewerker van het eilandelijk sociaal team de regie en verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de inzet van de verschillende partijen die betrokken zijn bij een gezin, onderling is afgestemd. Bij overdracht naar ZJCN/Jeugdzorg neemt Xxxxxxxxx de regie op zich.
De afstemming vindt plaats door (vroegtijdig) een multidisciplinair overleg (MDO) te organiseren. In een MDO zitten alle (jeugd)zorgaanbieders als gelijken aan tafel en brengt iedereen zijn eigen expertise in, om zo gezamenlijk tot een besluit te komen in het belang van het kind. In een MDO wordt ook expliciet besproken wie regievoerder is.
Naast het bijeenroepen van een MDO kan afstemming ook plaatsvinden binnen het zorg- en veiligheidshuis. Het zorg- en veiligheidshuis is een netwerksamenwerking tussen partners uit de straf- en zorgketen en overige partijen zoals scholen. Het doel van het bespreken van casuïstiek binnen het zorg- en veiligheidshuis is samen te werken aan een integrale aanpak waarin complexe problematiek in een gezamenlijk proces wordt opgepakt en uitgevoerd. De zorg- en veiligheidshuizen richten zich op het bestrijden van ernstige overlast en criminaliteit, door recidive en maatschappelijke uitval te voorkomen. Daarnaast wordt het overleg ingezet voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. De verantwoordelijkheid voor de zorg- en veiligheidshuizen is belegd bij de openbare lichamen. Respectievelijk heten deze organen op Saba het ‘Safety Network’ en op St. Eustatius ‘MDO’. Op Bonaire zal op korte termijn ook een Family Justice Centre worden geopend.
Voor gezinnen die te maken hebben met meerdere complexe problemen en waar grote zorgen zijn om de veiligheid, ontwikkelt ZJCN nu samen met Sentro Akseso, Mental Health Caribbean en het Expertisecentrum Onderwijszorg Bonaire een intensief ambulant hulpverleningsaanbod (IAH). Binnen IAH werken verschillende partijen integraal samen om uithuisplaatsing van het betrokken kind(eren) te voorkomen en de veiligheid wordt hersteld.
Ook tussen de verschillende lijnen van jeugdzorg is een goede samenwerking van groot belang om te voorkomen dat jeugdigen en hun ouders niet tijdig en passend geholpen worden. De verantwoordelijkheidsverdeling voor het aanbod van jeugdzorg in Caribisch Nederland tussen de openbare lichamen en ZJCN brengt daarmee ook een belangrijke taak met zich mee om te zorgen voor een sluitende jeugdzorgketen. Dit zal in de eerste plaats vorm en inhoud gaan krijgen met goede op- en afschaalafspraken tussen de eilandelijke sociale teams en ZJCN/Jeugdzorg.
Tot slot is ten behoeve van de integrale aanpak nog van belang om te benoemen dat het kan voorkomen dat vanuit de eerstelijns jeugdzorg (eventueel in afstemming met de jeugdige, diens ouders en/of met samenwerkende partijen) wordt ingeschat dat een (tijdelijke) plaatsing in een vorm van derdelijns jeugdzorg passend is. Dit zijn dus situaties waarbij de jeugdige qua doelgroep of problematiek niet direct in aanmerking komt voor derdelijns jeugdzorg en het gezin ook niet in zorg of bekend is bij ZJCN/Jeugdzorg. In die specifieke gevallen is het wenselijk dat er maatwerk geleverd kan worden. In de praktijk betekent dit dat er een MDO wordt georganiseerd waarbij ZJCN/Jeugdzorg wordt uitgenodigd. ZJCN/Jeugdzorg kan dan besluiten de jeugdige te plaatsen binnen een derdelijns jeugdzorgvoorziening zonder dat de casus wordt opgeschaald en in begeleiding komt bij de tweedelijns jeugdzorg. Dit kan bij wijze van uitzondering en alleen als dit in het belang van de jeugdige is. Hiervoor dienen er werkafspraken te komen en duidelijke criteria voor de plaatsing
Alle ketenpartners kunnen – wanneer zij het vermoeden van een onveilige opgroeisituatie hebben - een verzoek tot onderzoek doen bij de Voogdijraad. De organisatie Jeugdzorg CN wordt betrokken bij een dergelijk verzoek en heeft een adviserende rol ten aanzien van de Voogdijraad aangaande het al dan niet aannemen van dit onderzoek. De Voogdijraad en Jeugdzorg hebben afgesproken dat altijd eerst bekeken wordt of Jeugdzorg het gezin binnen het vrijwillige kader voldoende kan ondersteunen. De Voogdijraad bepaald uiteindelijk zelf of zij daadwerkelijk onderzoek gaat doen.
Hulpverleningsplan
Wanneer een client zich bij een jeugdzorgaanbieder meldt, wordt in samenspraak met de jeugdige en diens sociale omgeving een hulpverleningsplan opgesteld. Een hulpverleningsplan is een plan waarover is overlegd met de jeugdige en diens ouders en dat is afgestemd op de behoeften van de jeugdige. En waarbij - zover als redelijkerwijs mogelijk is – keuzevrijheid wordt geboden met betrekking tot het aanbod van jeugdzorg. Bovendien wordt bij het opstellen van een hulpverleningsplan zoveel mogelijk rekening gehouden met de behoeften, persoonskenmerken, godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders.
Indien het plan betrekking heeft op pleegzorg, dan moet ook de pleegouder betrokken te worden. Deze dient in te stemmen met de omschrijving waarin zijn/haar van de rol in het hulpverleningsproces en van de wijze waarop de begeleiding door de pleegzorgaanbieder plaatsvindt, beschreven wordt.
Het streven is dat er binnen 6 tot 8 weken na het eerste gesprek met de jeugdzorgaanbieder een hulpverleningsplan vastgesteld. Het hulpverleningsplan kan mondeling overeengekomen worden, maar als de jeugdige, een van de ouders of de jeugdzorgaanbieder dat wenst, of wanneer er sprake is van de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of gesloten jeugdzorg, dan wordt het hulpverleningsplan binnen 14 dagen nadat besloten is om af te zien van een mondeling hulpverleningsplan, schriftelijk vastgesteld.
Randvoorwaarden kwalitatief goede jeugdzorg
Het is belangrijk dat jeugdzorgaanbieders jeugdzorg van kwalitatief goed niveau leveren, wat in elk geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en dat het is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige en diens ouder(s). Om de kwaliteit en veiligheid van de geleverde jeugdzorg te garanderen en te borgen dat jeugdzorg efficiënt en doelmatig wordt ingezet, is het belangrijk om de randvoorwaarden voor kwalitatief goede jeugdzorg met elkaar vast te leggen. In de Invoeringswet BES is de norm ‘verantwoorde jeugdzorg’ opgenomen. Deze kwaliteitsnorm is nu enkel van toepassing op tweede- en derdelijns jeugdzorg, welke valt onder de verantwoordelijkheid van ZJCN en waarop door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd wordt toegezien. Nu de openbare lichamen ook belast zijn met de verantwoordelijkheid voor een deel van de jeugdzorg, is het logisch dat deze kwaliteitsnorm op de eerstelijns jeugdzorg van toepassing wordt. Het openbaar lichaam wordt daarom geadviseerd om de jeugdhulpaanbieder(s) die preventieve en eerstelijns jeugdzorgtaken uitvoeren ook een kwaliteitskader uit te laten werken. Het ‘Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland’ en het ‘JIJ-kader’ uit Europees Nederland kunnen hiervoor ter inspiratie dienen.
ZJCN en de openbare lichamen zien erop toe dat de onder hun verantwoordelijkheid vallende jeugdzorgaanbieders een kwaliteitscyclus doorlopen. Zij spreken af dat jeugdzorgaanbieders in elk geval op systematische wijze gegevens betreffende de kwaliteit van zorg verzamelen en registreren. Op basis van deze gegevens toetsen de jeugdzorgorganisaties op structurele wijze of de wijze van uitvoering leidt tot het leveren van verantwoorde jeugdzorg. Als de gegevens daartoe aanleiding geven, wordt de wijze van uitvoering aangepast zodat jeugdzorg alsnog op verantwoorde wijze wordt uitgevoerd.
Beleidsplan
Zowel ZJCN als de openbare lichamen werken - voor het deel van de jeugdzorg waar zij verantwoordelijkheid voor dragen – het beleid (verder) uit. In een dergelijk beleidsplan dient duidelijk te worden wat de visie en doelstellingen zijn van het beleid, hoe er uitvoering wordt gegeven aan het beleid in samenhang met de andere verantwoordelijke partij, welke resultaten men wenst te behalen en hoe deze gemeten worden. Daarbij dienen de partijen aan te geven hoe zij op
de hoogte worden gebracht van de behoefte van hun doelgroep en hoe uitvoering wordt gegeven aan het Verdrag Handicap en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
Belangrijk om in het beleidsplan te beschrijven is hoe de verantwoordelijke partij waarborgt dat de ingeschakelde jeugdzorgaanbieders verantwoorde jeugdzorg levert, die behoren bij de verantwoordelijkheidstoedeling en zoals verder uitgewerkt in ‘Randvoorwaarden goede jeugdzorg’.
Het beleidsplan wordt uiteraard afgestemd met de uitvoerende partij, maar ook afstemming met andere belangrijke ketenpartners zoals met het onderwijs, de justitieketen en zorgaanbieders is essentieel. Op Bonaire dient het directieberaad Jeugd - onder voorzitterschap van het openbaar lichaam Bonaire - als gremium om de beleidstukken van alle betrokken partijen met elkaar af te stemmen en met elkaar te stroomlijnen. Voor Sint Eustatius en Saba zal worden onderzocht of soortgelijke structuur wenselijk is en kan worden opgetuigd.
Proefperiode
De periode waarin ZJCN en de openbare lichamen op basis van de voorliggende bestuurlijke afspraken werken, is tevens bedoeld als proefperiode waarin bekeken wordt hoe de bestuurlijke afspraken werken in de praktijk. Om de werking van de bestuurlijke afspraken te monitoren, wordt er een beleidsoverleg jeugd tussen ZJCN en de openbare lichamen ingericht dat elk kwartaal plaatsvindt. En wordt de voortgang besproken in een directeurenoverleg in november 2023 en vervolgens juni 2024. De uitkomsten kunnen vervolgens worden benut op het moment dat er een juridische regeling voor jeugdzorg wordt uitgewerkt.
Gedurende het eerste jaar dat de bestuurlijke afspraken van kracht zijn, zal de monitoring zich richten op de beleidsmatige en organisatorische inrichting onder de bestuurlijke afspraken. Zie onderstaande tabel voor de stand van zaken per eiland anno mei 2023.
Per ingang van het tweede jaar – nadat de beleidsmatig een organisatorische inrichting is afgerond
- zal de aandacht per 1 juli 2024 verschuiven naar de werking van de bestuurlijke afspraken in de zin van passend aanbod en effect van geboden jeugdzorg. De beleidsinformatie die kan worden opgehaald via de cliëntvolgsystemen en output van de interne kwaliteitscycli leveren daar de input voor. Het is mogelijk om de bestuurlijke afspraken tussentijds te wijzigen en aan te vullen. Zo zouden onderwerpen als medezeggenschap, klachtenregeling, maatschappelijke verantwoording en meewerken aan toezicht op termijn ook nog onderdeel kunnen gaan uitmaken van de afspraken.
In de zomer van 2025 zullen de afspraken worden geëvalueerd. Afhankelijk van de uitkomsten zal worden besloten of de afspraken doorgang vinden, al dan niet in een aangepaste vorm. Na overeenstemming dient er een nieuwe looptijd en evaluatiemoment vast te worden gesteld.
Aldus overeengekomen en in viervoud ondertekend
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum: 7 juni 2023
Welzijn en Sport
13
Het Openbaar Lichaam Bonaire Datum: 7 juni 2023
Te: Bonaire
14
Het openbaar Lichaam Sint Eustatius Datum: 7 juni 2023
Te: Sint Eustatius
Regeringscommissaris
15
Het Openbaar Lichaam Saba Datum: 7 juni 2023
Te: Saba
Gedeputeerde
16
Bijlage: monitoringsoverzicht beleidsmatige en organisatorische voortang (tot 1 juli 2024)
ZJCN | Bonaire | Sint Xxxxxxxxx | Xxxx | |
Welke aanbod is beschikbaar? (Kwantitatief aanbod) | ZJCN/Jeugdzorg: tweedelijns ambulante jeugdzorg, pleegzorg, begeleid wonen (Bonaire). Naast deze vormen van jeugdzorg voert ZJCN/Jeugdzorg de kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering uit. Stichting Project (subsidie): naschoolse opvang en residentiele zorg voor jeugdigen tussen 8 en 18 jaar met gedrags- en/of hechtingsproblematiek (16 plekken). Xxxx xx Xxxxxx (subsidie): residentiële jeugdzorg voor kwetsbare meisjes tussen 14 en 18 jaar (7 plekken) | Stichting Sentro Akseso Boneiru biedt preventieve activiteiten gericht op het bevorderen van gezonde en veilige ontwikkeling en opvoeding van kinderen en jongeren. Denk hierbij aan cursussen zoals ‘Konose bo Kurpa’ (Ken je lichaam) voor jongeren vanaf 6 jaar en de diensten van de Jeugdgezondheidszorg, schoolgezondheidszorg, Stevig Ouderschap etc. Afdeling Publieke Gezondheid biedt tevens een preventief aanbod aan een brede doelgroep, waarbij er ook aandacht is voor jongeren. Hierbij worden thema’s zoals seksuele gezondheid, voorkomen van misbruik van genotsmiddelen, voorkomen van obesitas etc. belicht. Het eerstelijnsaanbod bij Sentro Akseso wordt nader uitgebreid. Momenteel bieden maatschappelijk werkers ondersteuning en begeleiding aan jeugdigen en hun ouders, verzorgers, opvoeders en anderen bij (beginnende) problemen. Het aanbod wordt nader uitgewerkt, waarbij er mogelijk | Er zijn jongerenwerkers en een pedagoog actief vanuit de social support unit. Er is goedkeuring voor het aanstellen van een tweede pedagogisch werker en binnenkort volgt de officiële opening van de opvoedwinkel. | De Community Development Department (Het Sociaal Domein) en de Public Health Department (Jeugd)Gezondheidszorg) bieden gezamenlijk de preventieve zorg voor jeugdigen op Saba. Dit aanbod in zowel voorlichting, begeleiding, financiële hulp, advies en sociale ondersteuning van jeugdigen en gezinnen. |
ZJCN | Bonaire | Sint Xxxxxxxxx | Xxxx | |
gespecialiseerde gezinscoaches en jongerenwerkers worden ingezet. | ||||
Wat is de stand van zaken met betrekking tot kwaliteit? (Kwalitatief aanbod) | Er is een kwaliteitskader jeugdzorg beschikbaar. Stichting Project: er loopt een actieonderzoek gericht op de ontwikkeling van een kwalitatief residentieel behandelaanbod. | Kwaliteit wordt momenteel bevorderd aan de hand van maatregelen zoals procesverduidelijking en - vastlegging en faciliteren van scholingsmogelijkheden voor uitvoerende professionals. | - | Het aanbod van preventieve zorg is op maat gericht en laagdrempelig waarbij de jongere en het gezin centraal staan in de vaststelling van de plan van aanpak en begeleidingsplan. Gemaakte afspraken en gevoerde gesprekken worden digitaal vastgelegd en gedeeld met de jongere en of gezin. Via evaluatieformulieren wordt sporadisch getoetst hoe cliënten de geboden dienstverlening ervaren. |
Is er een jeugdbeleidsplan? | ZJCN beschikt over een jaarplan waar zowel de beleidsmatige als uitvoerende kant onderdeel van zijn. | Het Integraal Jeugdbeleidsplan 2021-2026 is in concept klaar en wordt aangeboden voor vaststelling door het Bestuur. | Er is akkoord gegeven voor het ontwikkelen van een integraal jeugdbeleid | In ontwikkeling |
Zijn er op- en afschaalafspraken tussen OL en ZJCN? | Zie per eiland. | Afspraken zijn informeel/mondeling en niet breed bekend bij alle betrokken professionals. | Ja. | Er zijn mondelinge afspraken waar de partijen zich aan houden. Ook hebben zowel de ZJCN als het Sociaal Domein een verwijsformulier dat organisaties kunnen invullen voor doorverwijzing van cliënten. |
ZJCN | Bonaire | Sint Xxxxxxxxx | Xxxx | |
Is er een cliëntvolgsysteem? | ZJCN/Jeugdzorg heeft SAFE als cliëntvolgsysteem. Stichting Project werkt op dit moment aan de implementatie van een cliëntvolgsysteem. Xxxx di Xxxxxx heeft geen cliëntvolgsysteem gezien het kleine aantal cliënten dat zij opvangen. | Stichting Sentro Akseso bereidt momenteel de invoering van een nieuwe clientvolgsysteem voor. Naar verwachting is de implementatie per eind 2023 gereed, | Statia haakt aan op de ontwikkelingen op dit gebied bij Akseso | Nee maar er is wel een processchema dat maatschappelijk werk aanhoudt bij de kwalificatie of een gezin in aanmerking komt voor financiële hulp. |
Handreiking gegevensuitwisseling | Nog niet gestart. | Nvt | Nvt | Nvt |
Kwaliteitskader eerste lijn | Nog niet gestart. | Nog geen officieel kwaliteitskader van toepassing. OLB onderzoekt mogelijkheden om een kwaliteitskader voor de eerstelijn te ontwikkelen. | Er moeten nog afspraken gemaakt worden t.a.v. kwalitatieve zorg. | - |