MODELOVEREENKOMST TOT UITGIFTE IN ERFPACHT
MODELOVEREENKOMST TOT UITGIFTE IN ERFPACHT
Ondergetekenden,
1. de Gemeente Utrecht, kantoorhoudende te Utrecht (3512 GG), Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0 (postadres: Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxx), te dezer zake vertegenwoordigd door de heer Ä.X.X. xxx Xxxxx, hoofd afdeling Grondzaken van Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling,
hierna te noemen "de gemeente";
en
2. de ondergetekende(n) als genoemd in het Inschrijfformulier welke bij inschrijving door ondergetekende(n) is overlegd en als bijlage aan deze overeenkomst zal worden gehecht
hierna te noemen "de erfpachter";
Overwegende dat:
1. De gemeente eigenaar is van het hierna te noemen registergoed en het registergoed via een inschrijvingsprocedure voor onbepaalde tijd in erfpacht heeft aangeboden;
2. De erfpachter door het indienen van het bij deze overeenkomst als bijlage aangehechte Inschrijfformulier een bod heeft gedaan op het verkrijgen in erfpacht van het registergoed, en wel onder de voorwaarden en bepalingen, zoals vermeld op het inschrijfformulier (bijlage);
3. Erfpachter kennis heeft genomen van en akkoord is met de Inschrijvingsleidraad als genoemd in het Inschrijfformulier.
Verklaren dat deze overeenkomst wordt aangegaan onder de volgende bepalingen en bedingen:
Voorbehoud van bestuurlijke goedkeuring.
Deze overeenkomst komt niet tot stand (ook niet voorwaardelijk) tot het moment dat het bevoegde orgaan van de gemeente Utrecht daartoe heeft besloten.
I. DE OVEREENKOMST
1. Aanduiding registergoed
1.1 Op het aan deze overeenkomst gehechte Inschrijfformulier is de aanduiding van het registergoed (hierna: het registergoed) opgenomen dat in de notariële akte van vestiging moet worden vermeld. De gemeente zal het registergoed voor onbepaalde tijd in erfpacht uitgeven aan de erfpachter, welk registergoed schetsmatig is aangegeven met een lijnarcering op de uitgiftetekening die als bijlage aan deze overeenkomst zal worden gehecht.
2. Grondprijs/afkoopsom en kosten
2.1 Bij de uitgifte in erfpacht is de erfpachter een grondprijs (de afkoopsom voor de erfpachtcanon) voor het registergoed (hierna te noemen "de afkoopsom") verschuldigd als genoemd in het Inschrijfformulier, welke bij inschrijving door de erfpachter is overgelegd en als bijlage aan deze overeenkomst zal worden gehecht.
2.2 Alle kosten, rechten en belastingen die betrekking hebben op de onderhavige uitgifte in erfpacht, waaronder de bij de uitgifte in erfpacht over de afkoopsom verschuldigde overdrachtsbelasting, zijn voor rekening van de erfpachter. Hiertoe behoren tevens de kosten van de aktetekening van €107,10 (bij particuliere erfpachter)/ € 548,00 (bij niet-particuliere erfpachter (inclusief BTW, per aktetekening
/adres).
2.3 De betaling van de afkoopsom en van de rechten, kosten en belastingen vindt plaats bij het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht. De gemeente stemt er mee in, dat de notaris het bedrag onder zich houdt totdat zeker is dat het registergoed wordt geleverd vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.
2.4 Alle baten en lasten met betrekking tot het registergoed komen met ingang van de datum van het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht voor rekening van de erfpachter. De dan lopende baten en lasten zullen tussen partijen naar rato van tijd worden verrekend. Deze verrekening vindt plaats gelijktijdig met de betaling van de afkoopsom.
3. Waarborgsom
3.1 Tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst, waaronder onder andere de verplichting tot medewerking aan het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht en tot betaling van de afkoopsom, is de erfpachter aan de gemeente een waarborgsom verschuldigd ter hoogte van 10% van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom, exclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting.
De waarborgsom moet door de erfpachter binnen veertien dagen na verzending van een daartoe strekkende nota aan de gemeente worden voldaan.
3.2 De waarborgsom wordt bij het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht verrekend met de afkoopsom als genoemd in artikel 2.1.
3.3 De waarborgsom vervalt aan de gemeente, indien de erfpachter niet of niet tijdig heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst en de naleving daarvan, nadat de erfpachter schriftelijk in gebreke is gesteld en gedurende acht dagen, de dag van ingebrekestelling daaronder begrepen, uitblijft, een en ander onverminderd het recht van de gemeente op verdere schadevergoeding en/of nakoming en/of ontbinding van de overeenkomst als bedoeld in artikel 17.1. Bij het vervallen van de waarborgsom aan de gemeente is de erfpachter over de waarborgsom omzetbelasting verschuldigd.
3.4 Onder waarborgsom wordt in dit verband eveneens verstaan een ten gunste van de gemeente gestelde bankgarantie, verstrekt door een in Nederland gevestigde bankinstelling, die valt onder de controle van De Nederlandsche Bank. De bankgarantie dient:
a. onvoorwaardelijk te zijn en geen voorbehoud - hoe ook genaamd - te bevatten;
b. in te houden dat het bedrag op eerste vordering van de gemeente, zonder opgaaf van redenen, zal worden uitgekeerd door storting op een door de gemeente aan te geven bankrekening.
3.5 Over de waarborgsom wordt door de gemeente geen rente vergoed.
4. Rentevergoeding
4.1 Indien de akte van vestiging van het erfpachtrecht wordt gepasseerd na de overeenkomstig artikel
5.1 van toepassing zijnde (uiterste) datum - hetgeen alleen na voorafgaande toestemming van de gemeente mogelijk is - is de erfpachter vanaf laatstgemelde datum tot en met de datum van het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht een vergoeding verschuldigd op jaarbasis gelijk aan 8% van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom, tenzij voormelde uiterste datum wordt opgeschort op grond van het in artikel 7.3 bepaalde.
4.2 De vergoeding moet telkens voor een periode van zes maanden bij vooruitbetaling worden voldaan. Bij het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht zal eventueel teveel betaalde vergoeding met het door de erfpachter verschuldigde worden verrekend.
4.3 Over een betaalde c.q. nog te betalen vergoeding is slechts omzetbelasting verschuldigd indien de uitgifte in erfpacht geen doorgang vindt.
5. Datum van vestiging van het erfpachtrecht
5.1 De erfpachter draagt er zorg voor dat de notariële akte van vestiging van het erfpachtrecht uiterlijk twee maanden na het besluit van het college tot het aangaan van deze overeenkomst (definitieve gunning) wordt gepasseerd.
5.2 De notariële akte van vestiging van het erfpachtrecht zal worden gepasseerd ten overstaan van een notaris ten kantore van Hermans en Schuttevaer te Utrecht.
6. Ondeelbaarheid en hoofdelijkheid
6.1 De uit deze overeenkomst voor beide partijen jegens elkaar voortvloeiende verbintenissen zijn ondeelbaar en hoofdelijk.
7. Risico-overgang, beschadiging door overmacht
7.1 Het registergoed is vanaf het moment van het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht voor rekening en risico van de erfpachter, tenzij de feitelijke ingebruikneming door de erfpachter met toestemming van de gemeente eerder plaats heeft, in welk geval het risico met ingang van die dag overgaat.
7.2 Indien het registergoed voor het tijdstip van risico-overgang door overmacht wordt beschadigd dan wel geheel of gedeeltelijk verloren gaat, is de gemeente verplicht zo spoedig mogelijk nadat het onheil haar bekend is geworden, de erfpachter hiervan in kennis te stellen.
7.3 Indien het registergoed voor het in lid 1 vermelde en van toepassing zijnde tijdstip van
risico-overgang door overmacht wordt beschadigd dan wel geheel of gedeeltelijk verloren gaat, is deze overeenkomst van rechtswege ontbonden, zonder dat partijen ten opzichte van elkaar tot enige schadevergoeding zijn gehouden, en is de gemeente niet tot nakoming van haar verplichtingen gehouden, tenzij:
a. de erfpachter nakoming verlangt van deze overeenkomst, in welk geval de gemeente aan de erfpachter in erfpacht uitgeeft het registergoed (met opstallen) in de staat waarin het zich dan bevindt, met alle rechten die de gemeente dientengevolge tegenover derden kan uitoefenen; dan wel,
b. de gemeente verklaart de schade binnen drie maanden na het onheil voor haar rekening te zullen herstellen in welk geval het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht zal worden opgeschort tot na herstel van de schade; vindt herstel binnen genoemde termijn niet ten genoegen van de erfpachter plaats dan is deze overeenkomst alsnog ontbonden.
7.4 Bij ontbinding van deze overeenkomst op grond van lid 3, is het bepaalde in artikel 17.2 van deze overeenkomst niet van toepassing.
8. Informatie- en onderzoeksplicht
8.1 De gemeente heeft aan de erfpachter met betrekking tot het registergoed al die inlichtingen verschaft die ter kennis van de erfpachter behoren te worden gebracht, met dien verstande dat inlichtingen over feiten die aan de erfpachter bekend zijn of hem uit eigen onderzoek bekend hadden kunnen zijn
- voor zover een dergelijk onderzoek naar de geldende verkeersopvattingen van de erfpachter verlangd mag worden - door de gemeente niet behoeven te worden verstrekt voorzover de erfpachter daar de gemeente niet uitdrukkelijk om heeft gevraagd, dan wel die uit onderzoek van de door de erfpachter daartoe aangewezen adviseur(s) / deskundige(n) bekend hadden kunnen zijn of redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn.
9. Bevoegde rechter
9.1 Alle geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst hoe ook genaamd zullen in eerste aanleg bij uitsluiting worden beslist door de bevoegde rechter in het Arrondissement Midden-Nederland, locatie Utrecht.
II. DE UITGIFTE IN ERFPACHT
10. Toepassing Algemene voorwaarden
10.1 De uitgifte in erfpacht zal geschieden onder de Algemene Voorwaarden voor de uitgifte van gronden in erfpacht van de Gemeente Utrecht 1989 (AV 1989). De AV 1989 maken onverbrekelijk deel uit van deze overeenkomst, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken danwel ter aanvulling op de AV 1989 bijzondere bedingen en/of voorwaarden worden gesteld. De AV 1989 zijn bij de afdeling Grondzaken van Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling van de Gemeente Utrecht, gevestigd aan de Ravellaan 1 te Utrecht, te verkrijgen.
11. Staat van het registergoed
11.1 De erfpachter aanvaardt uitdrukkelijk alle lijdende erfdienstbaarheden, bijzondere lasten en beperkingen, afzonderlijke zakelijke rechten, kettingbedingen en kwalitatieve verplichtingen, blijkend en/of voortvloeiend uit de akte(n) van eigendomsoverdracht en/of afzonderlijke akte(n), welke met betrekking tot het registergoed zijn ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers als bedoeld in artikel 16 van boek 3 van het burgerlijk wetboek. De erfpachter verklaart kennis te hebben genomen van de inhoud van de hiervoor bedoelde akte(n). Te dezen wordt mede verwezen naar het bepaalde in artikel 14 van deze overeenkomst in verband met de aanwezigheid van de werfkelder Xxxxxxxxxx xxx xx xxxx 000X onder het pand aan de Xxxxx Xxxxxxxxxxx 0.
11.2 Het erfpachtrecht betreffende het registergoed zal worden geleverd in de staat waarin het zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt (behoudens normale slijtage), met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken (zie ook lid 3), heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.
11.3 Het is de gemeente bekend dat zich in het registergoed asbesthoudende elementen bevinden. De gemeente heeft hiernaar onderzoek laten en verwijst hiervoor naar het aan deze overeenkomst als bijlage gehechte rapport afkomstig van het bureau Checkpoint Milieu Consultancy B.V. van 31 januari 2013 (nr. CMC-1301-162).
Het registergoed zal worden geleverd in de staat zoals het zich bevindt met de hierboven omschreven asbest. De sanering hiervan en de daarmee gepaard gaande kosten zijn voor rekening en risico van de erfpachter.
De erfpachter is bevoegd om voor de vestiging van het erfpachtrecht voor haar rekening een asbestonderzoek te (laten) uitvoeren.
Indien naderhand blijkt dat er zich asbest in het registergoed bevindt, welke asbest niet blijkt uit bovengenoemd het in opdracht van de gemeente uitgevoerde onderzoek, wordt de gemeente hierbij gevrijwaard van claims en/of aanspraken terzake. Vorenstaande zal in de vorm van een kwalitatieve verplichting in de notariële akte van vestiging erfpachtrecht worden opgenomen.
11.4 De gemeente heeft geen bodemonderzoek laten plaatsvinden omdat het te verkopen perceel geheel bebouwd is.
De erfpachter is bevoegd om voor de vestiging van het erfpachtrecht voor haar rekening een onderzoek te (laten) uitvoeren naar de gesteldheid van de bodem.
Indien blijkt dat er zich in de grond verontreiniging bevindt is het bepaalde in artikel 19 van toepassing.
11.5 In afwachting van de definitieve meting van het registergoed als bedoeld in art. 2.4 van de AV 1989, zullen de grenzen van het registergoed, indien nodig en op verzoek van de erfpachter, door of vanwege de gemeente ter plaatse voorlopig worden afgepaald.
11.6 Verschil tussen de opgegeven en de werkelijke grootte van het registergoed verleent aan geen der partijen enig recht.
11.7 De erfpachter heeft het recht voor het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht het registergoed van binnen en buiten te inspecteren.
11.8 De gemeente is tot niet meer verplicht dan voortvloeit uit het in deze overeenkomst bepaalde
11.9 Behoudens het bepaalde in deze overeenkomst staat de gemeente er op geen enkele wijze voor in dat het registergoed de feitelijke eigenschappen bezit die nodig zijn voor het door de erfpachter beoogde gebruik, noch staat de gemeente in voor de afwezigheid van gebreken die dit beoogde gebruik belemmeren. De gemeente heeft de erfpachter geattendeerd op het feit dat zij het registergoed niet zelf feitelijk heeft gebruikt en dat zij de erfpachter derhalve niet heeft kunnen informeren over eigenschappen van c.q. gebreken aan het registergoed waarvan zij op de hoogte zou zijn geweest als zij het registergoed zelf feitelijk had gebruikt. In dit kader zijn partijen overeengekomen dat dergelijke eigenschappen c.q. gebreken voor risico en rekening van de erfpachter komen. Om dit risico voor de erfpachter te beperken, stelt de gemeente de erfpachter in de gelegenheid om zelf nadere onderzoeken uit te (laten) voeren.
11.10 Het registergoed is niet beschermd als Rijksmonument en niet beschermd als gemeentelijk monument. Het registergoed bezit echter wel hoge monumentale waarden.
12. Bijzondere erfpachtvoorwaarde: privaatrechtelijke bestemming en gebruik
12.1 In het aan deze overeenkomst gehechte Inschrijfformulier zijn de privaatrechtelijke bestemming en het gebruik opgenomen die in de notariële akte van vestiging moeten worden vermeld.
12.2 Indien de erfpachter in afwijking van artikel 12.1 wijzigingen wil aanbrengen ten opzichte van de situatie bij aanvang van het erfpachtrecht aan de bebouwing, de bebouwing wil uitbreiden (wijziging van het aantal vierkante meters vloeroppervlakte), danwel het gebruik van het registergoed en/of de bebouwing geheel of gedeeltelijk wijzigt, is het gestelde in artikel 7 van de AV 1989 van toepassing.
13. Huurovereenkomst.
13.1 De gemeente staat er voor in dat het registergoed bij de feitelijke levering vrij is van eventuele voorkeursrechten en/of koopopties en wordt geleverd onder gestanddoening van de lopende huurovereenkomsten, waarnaar in de inschrijfleidraad wordt verwezen.
Erfpachter huurt het registergoed op basis van bijgevoegd huurovereenkomst. Deze huurovereenkomst eindigt als gevolg van de vestiging van het erfpachtrecht ten behoeve van erfpachter. De huurprijs en eventuele overige kosten met betrekking tot de huurovereenkomst zullen per datum van vestiging erfpachtrecht worden verrekend. Deze verrekening vindt plaats gelijktijdig met de betaling van de grondprijs/afkoopsom.
14. Bepalingen in verband met de aanwezigheid van een (werf)kelder
14.1 Onder andere in de grond onder het uit te geven registergoed dat in erfpacht wordt uitgegeven, bevindt zich een (werf)kelder, Oudegracht aan xx xxxx 000X, xxxxx (xxxx)xxxxxx eigendom is van de gemeente.
14.2 De erfpachter is er mee bekend, dat de gemeente de (werf)kelder, die zich onder meer bevindt in de grond onder het registergoed en waarvan een toegang zich bevindt op de begane grond aan de voorgevel van het registergoed en gelegen in het hof (hierna tezamen te noemen: (werf)kelder), vervreemdt en/of hiervoor een zakelijk/beperkt recht ten behoeve van (een) derde(n) vestigt.
In dit kader verklaart de erfpachter nadrukkelijk bekend te zijn met de voorwaarden waaronder genoemde vervreemding/vestiging zakelijk recht plaatsvindt en de beperkingen die deze ten aanzien van het erfpachtrecht met zich meebrengen.
14.3 In verband met de aanwezigheid van genoemde (werf)kelder zal bij de notariële akte van vestiging van het erfpachtrecht die erfdienstbaarheden worden gevestigd ter bestendiging van de situatie waarin het registergoed en de (werf)kelder zich ten opzichte van elkaar bevinden, speciaal voor wat betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen en kabels ten behoeve van telefoon, radio en/of televisie aansluitingen, de erfdienstbaarheden voor de afvoer van hemelwater, gootwater en faecaliën door rioleringswerken, drainagebuizen, of anderzins, van rookafvoer, door middel van schoorsteen, van uitzicht, licht, inbalking en inankering, van over- en onderbouw en overpad. In verband met voormelde te vestigen erfdienstbaarheden is geen retributie over en weer verschuldigd.
De gemeente zal als grondeigenaar met de vestiging van voormelde erfdienstbaarheden instemmen
overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:84 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek.
15. Bepaling ivm de constructieve delen van het registergoed en de (werf)kelder.
15.1 De erfpachter is verplicht het registergoed in stand te houden in de staat waarin het registergoed zich bevindt ten tijde van vestiging van het erfpachtrecht en daarin geen wijzigingen aan te brengen voor zover deze wijzigingen van invloed kunnen zijn op de gesteldheid van de totale bebouwing van het registergoed en )werf)kelder. Vorenstaande zal eveneens opgenomen worden in de voorwaarden waaronder de (werf)kelder door de gemeente wordt vervreemd/zakelijk recht wordt gevestigd.
15.2 Indien en voor zover de gemeente of diens rechtsopvolger(s) in de eigendom van de (werf)kelder dan wel de erfpachter voornemens is wijzigingen aan te brengen in de bebouwing waarvan wordt verondersteld dan wel kan worden verondersteld dat deze van invloed kunnen zijn op de gesteldheid van de totale bebouwing (registergoed en (werf)kelder) op het perceel, treden partijen (gemeente of diens rechtsopvolger(s) in de eigendom van de (werf)kelder en de erfpachter) met elkaar in overleg.
15.3 De gemeente (of diens rechtsopvolger(s)) dient voor haar rekening en risico zorg te dragen voor het volledige onderhoud van de (werf)kelder, daaronder begrepen de gehele bouwkundige constructie van de (werf)kelder.
15.4 Alle werken of eigendommen van de erfpachter, waaraan door het gebruik van de (werf)kelder schade wordt toegebracht, moeten door en op kosten van gemeente (of diens rechtsopvolger(s) van de (werf)kelder op de eerste aanschrijving van de erfpachter, binnen de daarbij bepaalde redelijke termijn, worden hersteld.
15.5 De erfpachter dient voor zijn rekening en risico zorg te dragen voor het volledige onderhoud van het registergoed, daaronder begrepen de gehele bouwkundige constructie van het registergoed.
15.6 Alle werken of eigendommen, uitsluitend betrekking hebbend op de (werf)kelder, waaraan door het gebruik van het registergoed schade is toegebracht, moeten door en op kosten van de erfpachter op de eerste aanschrijving van de gemeente (of diens rechtsopvolger(s)), binnen de daarbij bepaalde redelijke termijn, worden hersteld.
15.7 De erfpachter en de gemeente (of diens rechtsopvolger(s)) zijn jegens elkaar aansprakelijk conform de wettelijke regeling inzake opstalaansprakelijkheid.
15.8 De erfpachter en de gemeente (of diens rechtsopvolger(s)) zijn verplicht zich voldoende te verzekeren tegen wettelijke aansprakelijkheid.
15.9 Het gestelde in dit artikel wordt bij deze door partijen tevens aanvaard als een kwalitatieve verplichting en zal (tezamen met de hierna te noemen te vestigen erfdienstbaarheden op grond van de artikelen 14, 15, en 16) bij de notariële akte tot vestiging van het erfpachtrecht worden vastgelegd. Deze verplichting zal als een kwalitatieve verplichting vervolgens worden ingeschreven in de openbare registers en zal overgaan op degenen, die het goed onder bijzondere titel zullen verkrijgen, en zal tevens gelden voor degenen, die van de betreffende rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen.
16. Algemene (bouw)erfdienstbaarheden.
16.1 Ter gelegenheid van de ondertekening van de akte van uitgifte in erfpacht zullen de navolgende (bouw)erfdienstbaarheden, over en weer, worden gevestigd, ten laste van het erfpachtperceel en het in eigendom aan de Gemeente toebehorende perceel Oudegracht aan de werf 230A, 3511 NT te Utrecht, uitmakende een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie B, nummer 4966 en 4535, ter grootte van circa 310 vierkante meter (310 m2) bruto vloeroppervlakte, zoals met een grijze kleur is aangegeven op een aan deze akte gehechte tekening:
a. de erfdienstbaarheid tot legalisering van de bouwkundige situatie, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om te dulden dat de toestand waarin die percelen na (af)bouw van de daarop gebouwde opstallen zich ten opzichte van elkaar bevinden of zullen bevinden, blijft gehandhaafd, ook al mocht deze toestand in strijd zijn met het burenrecht en/of het eigendomsrecht, speciaal wat betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen, kabels ten behoeve van telecommunicatieaansluitingen, de afvoer van hemelwater, gootwater, rook en faecaliën (door goten, schoorstenen, rioleringswerken, drainagesystemen of anderszins), eventuele inbalking, inankering en in-, onder- en overbouw, licht en uitzicht, waaronder begrepen voor de uitspringende muren het recht tot inankering bij eventuele uitbouw, een en ander onder de volgende bepalingen:
a. deze erfdienstbaarheden houden niet in een verbod om te bouwen of te verbouwen;
b. deze erfdienstbaarheden worden niet geacht te zijn verzwaard door bebouwing, meerdere bebouwing of verandering van aard of bestemming van de heersende erven;
c. alle kosten van onderhoud en vernieuwing van de zich op het heersend en dienend erf bevindende werken worden gedragen door de rechthebbenden die daarvan profiteren;
d. de rechthebbenden van het heersend erf zijn bevoegd het dienend erf te betreden indien dit voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig is, zoals voor het plegen van onderhoud en vernieuwing;
b. de erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de verplichting van de rechthebbende van het dienend erf om het overlopende water van de volgens de ten tijde van het passeren van de oplevering gerealiseerde opstallen bestaande toestand overeenkomstig de aanwezige daken, goten, leidingen en putten te ontvangen.
III. SLOTBEPALINGEN
17. Ontbindende voorwaarde I; Financiering
17.1 Deze overeenkomst kan door de erfpachter worden ontbonden, indien de erfpachter voor de financiering van het registergoed uiterlijk twee maanden na voorlopige gunning geen hypothecaire geldlening of het aanbod daartoe zal hebben ontvangen van een in Nederland gevestigde en erkende geldverstrekkende instelling, zulks onder de gebruikelijke condities en tegen het op dat moment geldende rentepercentage en voor een bedrag van maximaal het saldo van de in artikel 2.1 overeengekomen afkoopsom met bijkomende kosten, rechten en belastingen ("kosten koper", maximaal 10% van afkoopsom).
17.2 Indien de erfpachter deze overeenkomst op basis van dit artikel wenst te ontbinden, dient de erfpachter er voor zorg te dragen dat de mededeling hiertoe uiterlijk op de eerste werkdag na de in het vorige lid vermelde datum door de gemeente is ontvangen. Deze mededeling dient te geschieden bij aangetekende brief met bericht "handtekening retour" of een telefaxbericht met "verzendbevestiging". Ten bewijze van de geldigheid van deze ontbinding, dient de erfpachter bij deze mededeling tenminste twee aanvragen met bewijzen van afwijzing hiervan te overleggen.
17.3 Bij ontbinding van deze overeenkomst door de erfpachter op grond van het bepaalde in dit artikel, zijn partijen van deze overeenkomst bevrijd zonder tot enige vergoeding van schade jegens elkander gehouden zijn. De door erfpachter verschuldigde waarborgsom zal bij ontbinding van de overeenkomst op grond van dit artikel voor 50% aan erfpachter worden gerestitueerd (van de totale waarborgsom), indien reeds betaald, danwel voor 50 % alsnog in rekening worden gebracht.
18. Ontbindende voorwaarde II; Asbest
18.1 De erfpachter is zelf bevoegd om tot één maand na definitieve gunning voor rekening van de erfpachter een asbestonderzoek te (laten) uitvoeren en de resultaten binnen die periode aan de gemeente te overleggen.
18.2 Indien uit het in lid 1 genoemde onderzoek blijkt dat de noodzakelijke verwijderingkosten van de asbest minder dan EUR 25.000,- exclusief btw, bedragen, dan is de asbestsanering voor rekening en risico van de erfpachter. Indien naderhand blijkt dat er zich asbest in het registergoed bevindt, welke asbest niet blijkt uit het onderzoek van de erfpachter noch uit het onderzoek van de gemeente, wordt de gemeente hierbij gevrijwaard van claims en/of aanspraken terzake. De (kosten van een) eventuele sanering is alsdan geheel voor rekening en risico van de erfpachter. Vorenstaande zal in de vorm van een kwalitatieve verplichting in de notariële akte van vestiging erfpachtrecht worden opgenomen.
18.3 Indien uit het in lid 1 genoemde onderzoek blijkt dat de noodzakelijke verwijderingskosten van de asbest meer dan EUR 25.000,- exclusief btw, bedragen, welke kosten vervolgens dienen te worden bevestigd door de gemeente, heeft de gemeente de volgende mogelijkheden:
a. de overeenkomst te ontbinden tot uiterlijk één (1) maand na het overleggen van de onderzoeksresultaten aan de gemeente;
of
b. de asbest binnen negen maanden na het overleggen van de onderzoeksresultaten aan de gemeente, te saneren.
of
c. het meerdere boven EUR 25.000.- van het geraamde bedrag voor de asbestsanering dat door de gemeente bevestigd is, in mindering te brengen op de afkoopsom voor het registergoed.
Indien naderhand blijkt dat er zich asbest in het registergoed bevindt, welke asbest niet blijkt uit voormelde onderzoeken, wordt de gemeente hierbij gevrijwaard voor claims en/of aanspraken terzake. De (kosten van een) eventuele sanering is alsdan geheel voor rekening en risico van de erfpachter. Vorenstaande zal in de vorm van een kwalitatieve verplichting in de notariële akte van vestiging erfpachtrecht worden opgenomen.
18.4 Indien de erfpachter niet overgaat tot een asbestonderzoek, wordt de gemeente hierbij gevrijwaard van claims en/of aanspraken terzake van de thans zichtbare en eventueel later te constateren aanwezigheid van asbest. De (kosten van een) eventuele sanering is alsdan geheel voor rekening en risico van de erfpachter. Vorenstaande zal in de vorm van een kwalitatieve verplichting in de notariële akte van vestiging erfpachtrecht worden opgenomen.
18.5 De mededeling tot ontbinding als bedoeld in lid 2 sub a dient goed gedocumenteerd te geschieden bij “aangetekende brief met bericht handtekening retour” of “telefaxbericht met verzendbevestiging”. Alsdan zijn beide partijen van deze overeenkomst bevrijd.
18.6 De datum van vestiging van het erfpachtrecht zoals genoemd in artikel 5 zal bij artikel 18.3 sub b worden opgeschort tot een door partijen in overleg nader te bepalen datum.
18.7 De situaties als genoemd in dit artikel leiden er niet toe dat partijen tot enige vergoeding van schade jegens elkander verschuldigd zijn.
18.8 De door de erfpachter verschuldigde waarborgsom zal bij ontbinding van de overeenkomst op grond van dit artikel aan erfpachter worden gerestitueerd, danwel niet in rekening worden gebracht.
19. Ontbindende voorwaarde III; Bodemonderzoek
19.1 Indien uit het voor rekening en risico van de erfpachter uit te voeren onderzoek (zie artikel 11 lid 4) blijkt dat de grond niet voldoet aan het gestelde in artikel 5.3 van de AV 1989, heeft de gemeente de mogelijkheid om:
a. binnen twee weken na het overleggen van de onderzoeksresultaten door de erfpachter, doch uiterlijk voor het passeren van de notariële akte tot vestiging van het erfpachtrecht, de overeenkomst te ontbinden;
of
b. de grond uiterlijk binnen negen (9) maanden na het overleggen van de onderzoeksresultaten door de erfpachter alsnog in overeenstemming te brengen met het bepaalde in artikel 5.2 van de AV 1989. De datum van vestiging van het erfpachtrecht zoals genoemd in artikel 5 zal alsdan worden opgeschort tot een door partijen in overleg nader te bepalen datum.
19.2 De mededeling tot ontbinding als bedoeld in lid 1 sub a dient goed gedocumenteerd te geschieden bij “aangetekende brief met bericht handtekening retour” of “telefaxbericht met verzendbevestiging”. Alsdan zijn beide partijen van deze overeenkomst bevrijd.
19.3 De datum van vestiging van het erfpachtrecht zoals genoemd in artikel 5 zal bij artikel 19.1 sub b worden opgeschort tot een door partijen in overleg nader te bepalen datum.
19.4 De situaties als genoemd in lid 1 leiden er niet toe dat partijen tot enige vergoeding van schade jegens elkander verschuldigd zijn. De door erfpachter verschuldigde waarborgsom zal bij ontbinding van de overeenkomst op grond van dit artikel aan de erfpachter worden gerestitueerd, danwel niet in rekening worden gebracht.
20. Ontbindende voorwaarde IV; bouwkundige keuring
20.1 De erfpachter is bevoegd om tot één (1) maand na de definitieve gunning voor rekening van de erfpachter een bouwkundige keuring te (laten) uitvoeren en de resultaten binnen die periode aan de gemeente te overleggen.
20.2 Indien uit de in lid 1 genoemde bouwkundige keuring blijkt dat er sprake is van ernstige constructieve gebreken (aan dragende delen, het dak en/of fundering) en de herstelkosten minder dan € 25.000.-, exclusief btw, bedragen, dan zijn de herstelkosten voor rekening en risico van de erfpachter. Indien naderhand blijkt dat er sprake is van meer ernstige constructieve gebreken in het registergoed, welke niet blijken uit voormeld onderzoek, wordt de gemeente hierbij gevrijwaard van claims en/of aanspraken terzake. De (kosten van een) eventueel herstel is alsdan geheel voor rekening en risico van de erfpachter. Vorenstaande zal in de vorm van een kwalitatieve verplichting in de notariële akte van vestiging erfpachtrecht worden opgenomen.
20.3 Indien uit de in lid 1 genoemde bouwkundige keuring blijkt dat er sprake is van ernstige constructieve gebreken (aan dragende delen, het dak en/of fundering) en de herstelkosten voor het betreffende object meer dan € 25.000.-, exclusief btw, bedragen, welke kosten vervolgens dienen te worden bevestigd door de gemeente, heeft de gemeente de volgende mogelijkheden:
a. de overeenkomst te ontbinden tot uiterlijk één (1) maand na het overleggen van de onderzoeksresultaten aan de gemeente ;
of
b. binnen negen (9) maanden na het overleggen van de onderzoeksresultaten aan de gemeente, de ernstige constructieve gebreken te herstellen.
of
c. het meerdere boven € 25.000.- van het geraamde bedrag aan herstelkosten dat door de gemeente bevestigd is, in mindering te brengen op de afkoopsom voor het registergoed.
Indien naderhand blijkt dat er sprake is van meer ernstige constructieve gebreken in het registergoed, welke niet blijken uit voormeld onderzoek, wordt de gemeente hierbij gevrijwaard van claims en/of aanspraken terzake. De (kosten van een) eventueel herstel is alsdan geheel voor rekening en risico van de erfpachter. Vorenstaande zal in de vorm van een kwalitatieve verplichting in de notariële akte van vestiging erfpachtrecht worden opgenomen.
20.4 Indien de erfpachter niet overgaat tot een bouwkundige keuring, wordt de gemeente hierbij gevrijwaard van claims en/of aanspraken terzake van de eventueel later te constateren aanwezigheid van ernstige constructieve gebreken in het registergoed. De herstelkosten zijn alsdan geheel voor rekening en risico van de erfpachter. Vorenstaande zal in de vorm van een kwalitatieve verplichting in de notariële akte van vestiging erfpachtrecht worden opgenomen.
20.5 De mededeling tot ontbinding als bedoeld in lid 3 dient goed gedocumenteerd te geschieden bij “aangetekende brief met bericht handtekening retour” of “telefaxbericht met verzendbevestiging”. Alsdan zijn beide partijen (voor het betreffende object) van deze overeenkomst bevrijd.
20.6 De datum van vestiging van het erfpachtrecht zoals genoemd in artikel 5 zal bij artikel 20.3 sub b worden opgeschort tot een door partijen in overleg nader te bepalen datum.
20.7 De situaties als genoemd in dit artikel leiden er niet toe dat partijen tot enige vergoeding van schade jegens elkander verschuldigd te zijn.
20.8 De door erfpachter verschuldigde waarborgsom zal bij ontbinding van de overeenkomst op grond van dit artikel aan erfpachter worden gerestitueerd, danwel niet in rekening worden gebracht.
21. Ontbindende voorwaarde V (Wanprestatie).
21.1 Indien de erfpachter bij deze overeenkomst met de nakoming van één of meer van zijn verplichtingen nalatig is en de naleving daarvan - nadat de erfpachter door de gemeente schriftelijk in gebreke is gesteld - gedurende acht dagen, de dag van ingebrekestelling daaronder begrepen, uitblijft, is de erfpachter in verzuim. De gemeente kan in dat geval:
a. nakoming van de overeenkomst vorderen, dan wel
b. de overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst, uiterlijk op de overeengekomen datum van het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht ontbinden.
Ontbinding geschiedt door een mededeling daarvan via aangetekend schrijven aan de wederpartij, een en ander onverminderd het recht tot het vorderen van volledige schadevergoeding met rente en kosten.
21.2 In het geval de overeenkomst is ontbonden, verbeurt de erfpachter ten behoeve van de andere partij, ongeacht of de tekortkoming toerekenbaar is of niet, een zonder nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete, gelijk aan 10% van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom.
In het geval nakoming wordt gevorderd en de nakoming ook na acht dagen na ingebrekestelling - de dag van ingebrekestelling daaronder begrepen - uitblijft, verbeurt de erfpachter ten behoeve van de
andere partij een zonder nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete gelijk aan 3 promille van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom voor elke dag na het verstrijken van die acht dagen, tot en met de dag van nakoming, onverminderd het recht tot het vorderen van volledige schadevergoeding met rente en kosten.
21.3 In het geval de overeenkomst is ontbonden en de feitelijke ingebruikname reeds heeft plaatsgevonden, is de erfpachter verplicht het registergoed onmiddellijk terug te leveren in de staat waarin het zich op het moment van feitelijke ingebruikname bevond. Partijen zullen deze staat in een door partijen ondertekend proces-verbaal van oplevering vastleggen.
22. Bekendheid met de inhoud van de overeenkomst
22.1 De erfpachter verklaart dat hij voordat hij deze overeenkomst ondertekend heeft, kennis heeft genomen van de bepalingen van deze overeenkomst en zodanige informatie van de gemeente heeft ontvangen, dat de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst hem voldoende voor ogen staan.
23. Bijlagen
De onderstaande bijlagen maken een onverbrekelijk onderdeel uit van deze overeenkomst:
1. Uitgiftetekening (partijen genoegzaam bekend, zoals nader aangeduid in het Inschrijfformulier, na inschrijving aan te hechten door gemeente)
2. Inschrijfformulier (partijen genoegzaam bekend, na inschrijving aan te hechten door gemeente)
3. Inschrijfleidraad (partijen genoegzaam bekend, zoals nader aangeduid in het Inschrijfformulier aan te hechten door gemeente)
4. Brochure makelaar met bijlagen (partijen genoegzaam bekend, zoals nader aangeduid in het Inschrijfformulier)
5. Nota('s) van Inlichtingen (partijen genoegzaam bekend, zoals nader aangeduid in het Inschrijfformulier)
6. Asbestrapport 31 januari 2013 (nr. CMC-1301-162)
Aldus overeengekomen,
te Utrecht, te __________________________
De gemeente, d.d. ____________ De erfpachter, d.d. _____________
____________________________ ___________________________
(handtekening) (handtekening(en))