PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST
PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST
tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000
INHOUDSOPGAVE
Blz.
PREAMBULE ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... .... ..... 5
DEEL 1 ALGEMENE BEPALINGEN . . .... ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... .... 6
Titel I Doeleinden, beginselen en actoren ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ... 6
Hoofdstuk 1 Doelstellingen en beginselen . . . ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... 6
Hoofdstuk 2 De actoren van het partnerschap . . . ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... . 7
Titel II De politieke dimensie . ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... .... 8
DEEL 2 INSTITUTIONELE BEPALINGEN . . . ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... . 11
DEEL 3 SAMENWERKINGSSTRATEGIEE¨ N . ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... . 13
Titel I Ontwikkelingsstrategieën 13
Hoofdstuk 1 Algemeen kader . .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... .... ..... .... . 13
Hoofdstuk 2 Gebieden waarop steun wordt verleend 14
Deel 1 Economische ontwikkeling 14
Deel 2 Sociale en humane ontwikkeling . . . ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... . 16
Deel 3 Regionale samenwerking en integratie . . . ..... .... .... ..... .... ..... .... .... ..... . 17
Deel 4 Thematische en algemene vraagstukken 18
Titel II Economische en commerciële samenwerking 20
Hoofdstuk 1 Doelstellingen en beginselen 20
Hoofdstuk 2 Nieuwe handelsregelingen 20
Hoofdstuk 3 Samenwerking in de internationale fora 22
Hoofdstuk 4 De handel in diensten 22
Hoofdstuk 5 Met de handel verband houdende terreinen 23
Hoofdstuk 6 Samenwerking op andere gebieden . ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... . 26
DEEL 4 SAMENWERKING INZAKE ONTWIKKELINGSFINANCIERING 27
Titel I Algemene bepalingen 27
Hoofdstuk 1 Doelstellingen, beginselen, richtsnoeren en begunstigden .... ..... .... ..... .... .... . 27
Hoofdstuk 2 Toepassingsgebied en aard van de financiering 28
Titel II Financiële samenwerking 29
Hoofdstuk 1 Financiële middelen 29
Hoofdstuk 2 Xxxxx voor schuldverlichting en structurele aanpassing 30
Hoofdstuk 3 Steun bij fluctuerende exportopbrengsten 31
Hoofdstuk 4 Steun voor sectoraal beleid 32
Hoofdstuk 5 Microprojecten en gedecentraliseerde samenwerking 32
Hoofdstuk 6 Humanitaire bijstand en spoedhulp . ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... . 33
Hoofdstuk 7 Steun voor investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector 33
Titel III | Technische samenwerking . . .... ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... .... | 35 |
Titel IV | Procedures en beheerssystemen . . . .... .... ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ... | 36 |
DEEL 5 | ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE DE MINST ONTWIKKELDE, NIET AAN ZEE GRENZENDE EN INSULAIRE ACS-STATEN . .... ..... .... ..... .... .... ..... .... .. | 37 |
Hoofdstuk 1 | Algemene bepalingen . ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... .... | 37 |
Hoofdstuk 2 | Minst ontwikkelde ACS-staten . ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... .... . | 37 |
Hoofdstuk 3 | Niet aan zee grenzende ACS-staten . ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... . | 38 |
Hoofdstuk 4 | Insulaire ACS-staten . .... .... ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... . | 38 |
DEEL 6 | SLOTBEPALINGEN .... .... .... ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... .... | 38 |
PREAMBULE
GELET OP het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap enerzijds, en de Overeenkomst van Georgetown tot oprichting van de groep van Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, anderzijds;
VASTBESLOTEN samen te werken teneinde de doeleinden van uitroeiing van de armoede, duurzame ontwikkeling en geleidelijke integratie van de ACS-landen in de wereldeconomie te verwezenlijken;
VASTBESLOTEN door middel van hun samenwerking een aanmerkelijke bijdrage te leveren tot de economische, sociale en culturele ontwikkeling van de ACS-staten en tot lotsverbetering van hun volkeren, door hen te helpen de uitdaging van de globalisering het hoofd te bieden en het partnerschap tussen ACS en EU te intensiveren, teneinde de sociale dimensie van het globaliseringsproces te versterken;
OPNIEUW BEVESTIGENDE dat zij hun bijzondere betrekkingen een nieuw elan wensen te geven en ter versterking van hun partnerschap een brede geïntegreerde benadering tot stand wensen te brengen, gebaseerd op politieke dialoog, ontwikkelingssamenwerking en economische en handelsbetrekkingen;
ERKENNENDE dat een politiek klimaat dat vrede, veiligheid en stabiliteit, eerbiediging van de mensenrech- ten, de democratische beginselen en de rechtsstaat en goed bestuur waarborgt, een integrerend onderdeel van de ontwikkeling op lange termijn dient te zijn; erkennende dat de verantwoordelijkheid voor de totstandbrenging van een dergelijk klimaat allereerst berust bij de betrokken landen;
ERKENNENDE dat een gezond en duurzaam economisch beleid een essentiële voorwaarde is voor ontwikkeling;
VERWIJZENDE naar de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en herinnerende aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de conclusies van de Conferentie van Wenen van 1993 over de mensenrechten, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, de Overeenkomst inzake de rechten van het kind, het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, de Verdragen van Genève van 1949 en andere instrumenten van het internationale humanitaire recht, het Verdrag betreffende de status van staatlozen (Genève 1954), het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (Genève 1951) en het Protocol betreffende de status van vluchtelingen (New York 1967);
IN AANMERKING NEMENDE het Verdrag inzake de mensenrechten en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa, het Afrikaanse Handvest van de rechten van de mens en de volkeren en het Amerikaanse Verdrag inzake de rechten van de mens als positieve regionale bijdragen tot de eerbiediging van de mensenrechten in de Europese Unie en in de ACS-staten;
VERWIJZENDE naar de verklaringen van de staatshoofden en regeringsleiders, afgelegd tijdens de topontmoetingen van Libreville in 1997 en van Xxxxx Xxxxxxx in 1999;
IN OVERWEGING NEMENDE dat de doelstellingen en beginselen van de ontwikkeling, zoals overeengeko- men door de Conferenties van de Verenigde Naties, en het streven om het deel van de bevolking dat in extreme armoede leeft tegen 2015 met de helft terug te brengen, zoals bepaald door de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de OESO, een duidelijke visie bieden en aan de samenwerking tussen ACS en EU in het kader van de Overeenkomst ten grondslag moeten liggen;
BIJZONDERE AANDACHT SCHENKENDE aan de verbintenissen die op de VN-conferenties van Xxx, Xxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxxx en Rome zijn aangegaan, en erkennende dat verdere maatregelen nodig zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen en de uitvoering van de actieprogramma’s die in die fora zijn vastgesteld;
WENSENDE de fundamentele arbeidsrechten te eerbiedigen, rekening houdende met de beginselen die in de desbetreffende verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie zijn neergelegd;
WIJZENDE OP hun verbintenissen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie,
HEBBEN BESLOTEN DEZE OVEREENKOMST TE SLUITEN:
DEEL 1
ALGEMENE BEPALINGEN
TITEL I
DOELEINDEN, BEGINSELEN EN ACTOREN
HOOFDSTUK 1 van een democratische samenleving en een markteconomie en voor het ontstaan van een actieve, georganiseerde civiele samenleving. De situatie van vrouwen en gendervraagstukken
Doelstellingen en beginselen worden systematisch in aanmerking genomen op alle gebieden
— politiek, economisch en sociaal. De beginselen van duur- zaam beheer van natuurlijke rijkdommen en het milieu worden
Artikel 1
Do els tel l ingen van h et par tners chap
De Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de ACS- staten anderzijds, hierna „de partijen” genoemd, sluiten deze
op elk niveau van het partnerschap geïntegreerd toegepast.
Artikel 2
Gro n dbe g i n se len
Overeenkomst om de economische, culturele en maatschappe- De samenwerking tussen ACS en EG, die gegrondvest is op lijke ontwikkeling van de ACS-staten te bevorderen en te een bindende rechtsregeling en gezamenlijke instellingen, is versnellen, teneinde tot vrede en veiligheid bij te dragen en een gebaseerd op de volgende grondbeginselen:
xxxxxxx en democratisch politiek klimaat te bevorderen.
De kern van het partnerschap wordt gevormd door de doelstelling armoede terug te dringen en uiteindelijk uit te roeien, overeenkomstig de doelstellingen van duurzame ontwikkeling en geleidelijk integratie van de ACS-landen in de wereldeconomie.
Aan alle ontwikkelingsstrategieën liggen deze doelstellingen
— gelijkheid van de partners en van de inbreng in de ontwikkelingsstrategieën: ter uitvoering van de doelstel- lingen van het partnerschap bepaalt iedere ACS-staat de ontwikkelingsstrategie voor zijn economie en zijn samenleving in volledige soevereiniteit, daarbij alle in artikel 9 genoemde essentiële elementen in aanmerking nemende; het partnerschap stimuleert de inbreng van de betrokken landen en volkeren in de eigen ontwikkelings- strategie;
en de internationale verbintenissen van de partijen ten grond- — deelname: naast de centrale overheid als belangrijkste slag; zij worden verwezenlijkt volgens een geïntegreerde bena- partner, staat het partnerschap open voor andere actoren, dering, die de politieke, economische, maatschappelijke, cul- teneinde de integratie in de hoofdstroom van het politie- turele en milieuaspecten van de ontwikkeling tegelijkertijd in ke, economische en maatschappelijke leven te bevorderen aanmerking neemt. Het partnerschap biedt een samenhangend van alle geledingen van de samenleving, waaronder kader voor de ondersteuning van de ontwikkelingsstrategieën de particuliere sector en organisaties van de civiele van elke ACS-staat. samenleving;
Elementen van dit kader zijn duurzame economische groei, ontwikkeling van de particuliere sector, stimulering van de werkgelegenheid en verbetering van de toegang tot productie- middelen. Xxxxx wordt verleend ter bevordering van de eerbiediging van de rechten van het individu en de vervulling van basisbehoeften, de bevordering van sociale ontwikkeling
— centrale rol voor dialoog en naleving van wederzijdse
verplichtingen: de verplichtingen die de partijen in het kader van hun dialoog zijn aangegaan vormen een kernpunt van hun partnerschaps- en samenwerkingsbe- trekkingen;
en de vervulling van de voorwaarden voor rechtvaardige — differentiëring en regionalisering: de regelingen en prio-
verdeling van de vruchten van de groei. Regionale en subre- riteiten voor samenwerking worden afgestemd op het
gionale integratieprocessen die de integratie van de ACS- ontwikkelingsniveau, de behoeften, de prestaties en de
landen in de wereldeconomie bevorderen, zowel wat handel ontwikkelingsstrategie voor de lange termijn van de
als wat particuliere investeringen betreft, worden aangemoe- partner. Bijzondere nadruk ligt daarbij op de regionale
digd en gesteund. Integrerende onderdelen van deze benade- dimensie. De minst ontwikkelde landen krijgen een
ring zijn de opbouw van de capaciteit van de actoren van het bijzondere behandeling. Rekening wordt gehouden met
ontwikkelingsproces en de verbetering van het institutionele de kwetsbaarheid van niet aan zee grenzende en insulaire
kader dat vereist is voor sociale cohesie, voor het functioneren landen.
Artikel 3 Artikel 5
Verw ez enlij k in g v a n de do el ste llinge n va n d e Ov er eenko m s t
Elke partij neemt, voor zover het bepaalde in de Overeenkomst haar aangaat, alle algemene of bijzondere maatregelen waar- door de nakoming van de uit de Overeenkomst voortvloeiende
Voo r lichti ng
De samenwerking ondersteunt maatregelen ten behoeve van voorlichting over de belangrijkste aspecten van het partner- schap tussen ACS en EU. De samenwerking is bovendien gericht op:
verplichtingen kan worden gewaarborgd en het nastreven van — aanmoediging van partnerschap en contacten tussen de doelstellingen ervan kan worden vergemakkelijkt. De actoren in de ACS en in de EU;
partijen zien af van maatregelen die deze doelstellingen in
gevaar kunnen brengen. — versterking van netwerkvorming en uitwisseling van deskundigheid en ervaring onder de actoren.
HOOFDSTUK 2 Artikel 6
De actoren van het partnerschap
De f ini ties
1. De actoren van de samenwerking zijn:
Artikel 4 a) overheden (plaatselijk, regionaal en nationaal); A l gem e ne b e nade ring
b) buiten de overheid:
De ACS-staten bepalen de beginselen, strategieën en modellen — de particuliere sector; voor de ontwikkeling van hun economie en hun samenleving
in volledige soevereiniteit. Zij stellen samen met de Gemeen- — de economische en sociale partners, onder andere schap de samenwerkingsprogramma’s vast waarin de Overeen- vakverenigingen;
komst voorziet. De partijen erkennen echter dat niet-over-
heidsactoren in het ontwikkelingsproces een complementaire rol kunnen spelen en dat zij daartoe een bijdrage kunnen leveren. Niet-overheidsactoren worden daartoe in voorkomend
— de civiele samenleving in al haar verschijningsvor- men, overeenkomstig de nationale kenmerken.
geval, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de Overeen- 2. Erkenning door de partijen van niet-overheidsactoren is komst, bij het proces op de volgende wijze betrokken: afhankelijk van de mate waarin zij beantwoorden aan de
behoeften van de bevolking, hun specifieke deskundigheid
— zij worden ingelicht en betrokken bij overleg over en het democratisch gehalte en de transparantie van hun samenwerkingsbeleid en samenwerkingsstrategie, over organisatie en beheer.
samenwerkingsprioriteiten, met name op terreinen die
hen aangaan of rechtstreeks betreffen, en over de politieke
dialoog;
— hun worden, op de voorwaarden als in de Overeenkomst
Artikel 7
Capa citeitsopbo u w
vastgesteld, financiële middelen ter beschikking gesteld De bijdrage van de civiele samenleving tot het ontwikkelings- om het proces van plaatselijke ontwikkeling te steunen; proces kan worden gestimuleerd door versterking van maat-
— zij worden betrokken bij de tenuitvoerlegging van samen- werkingsprojecten en -programma’s op terreinen die hen aangaan of waarop zij een relatief voordeel hebben;
schappelijke organisaties en niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk op alle terreinen van de samenwerking. Dit houdt in dat:
— de totstandkoming en ontwikkeling van dergelijke organi-
— hun wordt op kritieke gebieden steun verleend ter saties moet worden gestimuleerd; versterking van hun capaciteiten en vermogens, met
name ten aanzien van organisatie en representatie en de — regelingen moeten worden getroffen om dergelijke or-
instelling van mechanismen voor overleg, met inbegrip ganisaties te betrekken bij de opzet, de uitvoering en de
van communicatielijnen en dialoog, alsmede ter bevorde- evaluatie van ontwikkelingsstrategieën en ontwikkelings-
ring van strategische allianties. programma’s.
TITEL II
DE POLITIEKE DIMENSIE
Artikel 8 6. De dialoog wordt op flexibele wijze gevoerd. De dialoog verloopt naargelang de behoefte formeel of informeel, en
P o l itieke dia l oo g
wordt gevoerd zowel binnen als buiten het institutionele kader, in een passende vorm en op passend niveau, onder meer op regionaal, subregionaal en nationaal niveau.
1. De partijen gaan regelmatig een brede, evenwichtige en
diepgaande politieke dialoog aan, die tot verbintenissen van 7. Regionale en subregionale organisaties en vertegenwoor- beide zijden leidt. digers van organisaties van de civiele samenleving worden bij
de dialoog betrokken.
2. Het doel van deze dialoog is het uitwisselen van informa-
tie, het bevorderen van het wederzijds begrip en het vereenvou- Artikel 9
digen van de totstandkoming van overeengekomen prioritei-
ten, met name door te erkennen dat de verschillende aspecten Ess e nt iële e lem enten e n f und a ment eel van de betrekkingen tussen de partijen onderling verband elem ent
houden, evenals de diverse samenwerkingsterreinen waarin
deze Overeenkomst voorziet. De dialoog dient het overleg tussen de partijen in internationale fora te vereenvoudigen. De
dialoog moet tevens voorkomen dat situaties ontstaan waarin een partij het noodzakelijk acht een beroep te doen op de niet- uitvoeringsclausule.
3. De dialoog heeft betrekking op alle doelstellingen van de Overeenkomst, alsmede alle vraagstukken van gemeenschap- pelijk, algemeen, regionaal of subregionaal belang. Door middel van de dialoog dragen de partijen bij tot vrede, veiligheid en stabiliteit, en bevorderen zij de totstandkoming van een stabiel en democratisch politiek klimaat. De dialoog omvat samenwerkingsstrategieën en wereldwijde en sectorale
1. De samenwerking is gericht op duurzame ontwikkeling,
waarin de mens, de stuwende kracht en voornaamste begun- stigde ervan, centraal staat; dit houdt in dat alle rechten van de mens dienen te worden geëerbiedigd en bevorderd.
Eerbiediging van alle mensenrechten en fundamentele vrijhe- den, onder meer inhoudende eerbiediging van de fundamentele sociale rechten, op de rechtsstaat berustende democratie en transparant en verantwoordelijk bestuur, is een integrerend aspect van duurzame ontwikkeling.
beleidsvraagstukken, zoals milieu, gendervraagstukken en mi- 2. De partijen verwijzen naar hun internationale verplich- gratie en vraagstukken in verband met het cultureel erfgoed. tingen en verbintenissen betreffende de eerbiediging van de
mensenrechten. Zij verklaren opnieuw bijzonder gewicht te hechten aan de waardigheid en de rechten van de mens, waarnaar individuen en volkeren rechtmatig streven. De
4. De dialoog concentreert zich onder meer op specifieke mensenrechten zijn universeel, ondeelbaar en onderling ver- politieke vraagstukken van gemeenschappelijk belang of van bonden. De partijen verbinden zich ertoe alle fundamentele algemene betekenis voor de verwezenlijking van de doelstellin- vrijheden en mensenrechten te bevorderen en te beschermen,
gen van de Overeenkomst, zoals de wapenhandel, buitenspori- zowel burgerrechten en politieke rechten als economische, ge militaire uitgaven, drugs en georganiseerde criminaliteit, sociale en culturele rechten. In dit verband bevestigen de alsook discriminatie op grond van etnische afkomst, gods- partijen opnieuw de gelijkwaardigheid van mannen en
dienst of ras. In het kader van de dialoog wordt voorts vrouwen. regelmatig geëvalueerd welke de ontwikkelingen zijn ten
aanzien van de eerbiediging van de mensenrechten, de demo-
cratische beginselen, de rechtsstaat en goed bestuur. De partijen verklaren dat democratisering, ontwikkeling en de
bescherming van de fundamentele vrijheden onderling zijn verbonden en elkaar versterken. De democratische beginselen zijn universeel erkende beginselen die aan de organisatie van
5. Een op brede basis gestoeld beleid ter bevordering van de staat ten grondslag liggen en daardoor de legitimiteit van
de vrede en ter voorkoming, beheersing en oplossing van zijn gezag, de wettigheid van zijn handelen, zoals dit zijn
gewelddadige conflicten is een belangrijk onderdeel van de weerslag vindt in het constitutionele, wetgevende en regel-
dialoog; het streven naar vrede en democratische stabiliteit gevende stelsel, alsmede het bestaan van mechanismen voor
dient bij de vaststelling van de prioriteitsgebieden voor de participatie waarborgen. Op basis van deze universeel erkende
samenwerking volledig in aanmerking te worden genomen. beginselen ontwikkelt ieder land zijn democratische cultuur.
De structuur van de overheid en de bevoegdheden van Artikel 10
de verschillende machten moeten zijn gegrondvest op de
rechtsstaat, wat met name het bestaan inhoudt van doeltreffen- de en toegankelijke juridische beroepsmogelijkheden, een onafhankelijk rechtsstelsel dat gelijkheid voor de wet waar- borgt en een uitvoerende macht die volledig is ondergeschikt aan de wet.
De eerbiediging van de rechten van de mens, de democratische beginselen en de rechtsstaat, waarop het partnerschap tussen ACS en EU berust, liggen ten grondslag aan het binnenlandse en het buitenlandse beleid van de partijen, en zijn essentiële
And ere el eme nten v a n h e t p oli tieke k l ima a t
1. De partijen zijn van oordeel dat de volgende elementen bijdragen tot de instandhouding en consolidatie van een stabiel en democratisch politiek klimaat:
— duurzame en rechtvaardige ontwikkeling, wat onder meer toegang tot productiemiddelen, essentiële diensten en justitie inhoudt;
elementen van deze Overeenkomst. — sterkere betrokkenheid van een actieve, georganiseerde civiele samenleving en de particuliere sector.
3. In het kader van een politiek en institutioneel klimaat dat de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat beschermt, wordt onder goed bestuur verstaan het transparante en verantwoordelijke beheer van menselijke en natuurlijke hulpbronnen en economische en financiële mid- delen ten behoeve van rechtvaardige en duurzame ontwikke- ling. Goed bestuur houdt het bestaan in van duidelijke
2. De partijen erkennen dat de beginselen van de markteco- nomie, ondersteund door transparante concurrentieregels en gezond economisch en sociaal beleid, tot de verwezenlijking van doelstellingen van het partnerschap bijdragen.
Artikel 11
f l ictoploss ing
Vred esopbo u w , c onflictp rev entie en con-
besluitvormingsprocedures bij de overheid, transparante en verantwoording verschuldigde instellingen, de voorrang van de wet bij het beheer en de verdeling van middelen en de opbouw van capaciteiten ten behoeve van het uitwerken en uitvoeren van maatregelen teneinde met name corruptie te voorkomen en te bestrijden.
1. De partijen voeren in het kader van het partnerschap een actief, veelomvattend en geïntegreerd beleid inzake vredesop-
Goed bestuur, waarop het partnerschap tussen ACS en EU bouw, conflictpreventie en conflictoplossing. Dit beleid wordt berust, ligt ten grondslag aan het binnenlandse en het buiten- gebaseerd op het beginsel van eigen inbreng. Het richt zich landse beleid van de partijen, en is een fundamenteel element met name op de opbouw van capaciteiten op regionaal, van deze Overeenkomst. De partijen komen overeen dat subregionaal en nationaal vlak en op het voorkomen van slechts ernstige gevallen van corruptie, met inbegrip van gewelddadige conflicten in een vroeg stadium, door de onder- omkoping die tot dergelijke corruptie leidt, als omschreven in liggende oorzaken op gerichte wijze en met een passende artikel 97, een schending van dit element inhouden. combinatie van alle beschikbare instrumenten aan te pakken.
4. Bevordering van de mensenrechten, democratiserings- processen, consolidatie van de rechtsstaat en goed bestuur worden door het partnerschap actief ondersteund.
2. De activiteiten op het gebied van vredesopbouw, conflict- preventie en conflictoplossing houden met name in: steun voor de evenwichtige verdeling van politieke, economische, sociale en culturele kansen onder alle geledingen van de samenleving, steun voor versterking van de democratische legitimiteit en de effectiviteit van het bestuur, steun voor
Deze terreinen zijn een belangrijk onderwerp voor de politieke de totstandbrenging van effectieve instrumenten voor de dialoog. In het kader van deze dialoog kennen de partijen vreedzame verzoening van groepsbelangen, steun voor het bijzonder belang toe aan de veranderingen zoals die zich overbruggen van scheidslijnen tussen verschillende geledingen voordoen en de continuïteit van de bereikte vooruitgang. Bij van de samenlevingen en steun voor een actieve en georgani- deze regelmatige evaluatie wordt de economische, sociale, seerde civiele samenleving.
culturele en historische achtergrond van ieder land in aanmer- king genomen.
Aan deze terreinen wordt tevens bijzondere aandacht geschon-
3. Andere relevante activiteiten in dit verband zijn onder meer: steun voor bemiddeling, onderhandelingen en verzoe- ning, steun voor effectief regionaal beheer van gedeelde
xxx bij de steun voor ontwikkelingsstrategieën. De Gemeen- schaarse natuurlijke hulpbronnen, steun voor demobilisatie
schap verleent steun voor politieke, institutionele en juridische van voormalige strijdenden en hun reïntegratie in de samen-
hervormingen en voor het versterken van de capaciteit van xxxxxx, steun voor het aanpakken van het probleem van
openbare en particuliere actoren en de civiele samenleving in kindsoldaten, alsmede steun voor passende maatregelen om
het kader van strategieën die door de betrokken staat en de de militaire uitgaven en de wapenhandel tot een verantwoord
Gemeenschap worden overeengekomen. niveau terug te brengen, onder meer door steun te verlenen ter
bevordering en toepassing van overeengekomen gedragsnor- Artikel 13
men en gedragscodes. In dit verband wordt bijzondere aan-
dacht besteed aan de bestrijding van antipersoneelmijnen en van de buitensporige en ongecontroleerde verspreiding en accumulatie van en de illegale handel in kleine en lichte wapens.
Migratie
1. Betreffende migratie wordt in het kader van het partner- schap tussen EU en ACS een diepgaande dialoog gehouden.
4. In gewelddadige conflictsituaties nemen de partijen alle De partijen bevestigen opnieuw dat zij krachtens het internatio- passende maatregelen om escalatie van het geweld te voorko- nale recht gehouden zijn en zich ertoe verbonden hebben toe men en de territoriale uitbreiding ervan te beperken, en een te zien op de eerbiediging van de mensenrechten en de vreedzame beslechting van geschillen te bevorderen. In het bestrijding van alle vormen van discriminatie op grond van bijzonder moet erop worden toegezien dat de voor samenwer- met name afkomst, geslacht, ras, taal en godsdienst.
king bestemde financiële middelen benut worden in overeen-
stemming met de beginselen en doelstellingen van de Overeen- komst, en moet worden voorkomen dat deze middelen voor
offensieve doeleinden worden misbruikt.
5. In situaties na een conflict nemen de partijen alle passende maatregelen om het herstel van een niet-gewelddadi- ge, stabiele en zichzelf instandhoudende situatie te bevorderen. De partijen zien toe op de totstandkoming van de noodzakelij- ke koppeling tussen noodmaatregelen, herstel en ontwikke- lingssamenwerking.
2. De partijen zijn het erover eens dat ten aanzien van
migratie een partnerschap met zich meebrengt: billijke behan- deling van onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven, integratiebeleid dat deze onderdanen rechten en plichten geeft die vergelijkbaar zijn met die van hun staatsburgers, versterking van de bestrijding van discriminatie in het economische, sociale en culturele leven en ontwikkeling van maatregelen tegen racisme en vreemdelingenhaat.
3. Elke lidstaat past op werknemers die de nationaliteit van een ACS-staat bezitten en legaal in loondienst werkzaam zijn
Artikel 12 op zijn grondgebied, wat arbeidsvoorwaarden, beloning en ontslag betreft, een regeling toe waarbij geen discriminatie op
C o h erentie van h e t Gem eenschap s bel e id e n grond van nationaliteit plaatsvindt ten opzichte van zijn
u itvo e r ing v a n d e o ve reenk o m s t eigen onderdanen. Elke ACS-staat past bovendien ten aanzien
hiervan op werknemers die de nationaliteit van een lidstaat
Onverminderd artikel 96 stelt de Gemeenschap, indien zij voornemens is bij de uitvoering van haar bevoegdheden een maatregel te nemen die, gelet op de doelstellingen van de Overeenkomst, van invloed kan zijn op de belangen van de ACS-staten, deze daarvan tijdig in kennis. Met het oog hierop doet de Commissie haar voorstel voor maatregelen van deze aard tegelijkertijd aan het secretariaat van de ACS-staten toekomen. Zo nodig kan ook op initiatief van de ACS-staten een verzoek om inlichtingen worden ingediend.
Op verzoek van deze staten vindt onverwijld overleg plaats opdat, voordat een definitief besluit wordt genomen, rekening kan worden gehouden met hun bezwaren ten aanzien van de gevolgen van deze maatregelen.
Na dit overleg kunnen de ACS-staten hun bezwaren bovendien schriftelijk aan de Gemeenschap kenbaar maken en voorstellen voor wijzigingen doen die aangeven hoe hun bezwaren ondervangen moeten worden.
Indien de Gemeenschap geen gevolg geeft aan de voorstellen
bezitten een vergelijkbare niet-discriminerende regeling toe.
4. De partijen zijn van oordeel dat strategieën om de armoede te bestrijden, de levens- en arbeidsomstandigheden te verbeteren, werkgelegenheid te scheppen en scholingsmoge- lijkheden te ontwikkelen, op de lange termijn bijdragen tot normalisering van de migratiestromen.
De partijen houden in het kader van de ontwikkelingsstrate- gieën en de nationale en regionale programmering rekening met de structurele knelpunten die met de migratiestromen verband houden, teneinde de economische en sociale ontwik- keling van de gebieden waaruit de migranten afkomstig zijn te steunen en de armoede terug te dringen.
De Gemeenschap steunt door middel van nationale en regiona- le samenwerkingsprogramma’s de opleiding van onderdanen van de ACS-staten, in hun land van herkomst, in een ander ACS-land of in lidstaat van de Europese Unie. Ten aanzien van opleiding in een lidstaat zien de partijen erop toe dat dergelijke opleidingen gericht zijn op de professionele integratie van de
van de ACS-staten, stelt zij de ACS-staten daar zo spoedig ACS-onderdanen in hun land van herkomst. mogelijk van in kennis, onder opgave van redenen.
De ACS-staten wordt tevens, indien mogelijk tevoren, toerei-
De partijen ontwikkelen samenwerkingsprogramma’s teneinde de toegang voor studerenden uit de ACS-staten tot het
kende informatie verstrekt over de inwerkingtreding van deze onderwijs te vergemakkelijken, met name door gebruikmaking
besluiten. van nieuwe communicatietechnologieën.
5. a) In het kader van de politieke dialoog bespreekt de Wat de lidstaten van de Europese Unie betreft
Raad van Ministers problemen die het gevolg zijn van illegale immigratie, teneinde waar toepasselijk tot middelen voor een preventiebeleid te komen.
b) In dit verband komen de partijen met name overeen erop toe te zien dat in het kader van alle procedures voor terugkeer van illegale immigranten naar hun land van herkomst de rechten en de waardigheid van het individu worden gerespecteerd. De autoriteiten verstrekken hun in verband hiermede de administra- tieve faciliteiten die voor hun terugkeer noodzakelijk zijn.
c) Voorts komen de partijen overeen:
zijn de verplichtingen van dit lid uitsluitend van toepassing op personen die voor de toepas- sing van het Gemeenschapsrecht geacht wor- den hun onderdanen te zijn overeenkomstig Verklaring nr. 2 bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie. Wat de ACS-staten betreft zijn de verplichtingen van dit lid uitslui- tend van toepassing op personen die overeen- komstig het rechtsstelsel van het betrokken land geacht worden hun onderdanen te zijn.
ii) Op verzoek van een partij wordt overleg ge- opend met de ACS-staten teneinde in goed vertrouwen en met inachtneming van de desbe- treffende regels van het internationale recht overeenkomsten bilaterale overeenkomsten te sluiten inzake specifieke verplichtingen op het
i) iedere lidstaat van de Europese Unie verbindt gebied van de overname en terugkeer van hun zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het onderdanen. Indien een partij zulks noodzake- grondgebied van een ACS-staat verblijven op lijk acht, bevatten dergelijke overeenkomsten
verzoek van die staat zonder verdere formalitei- ten over te nemen;
iedere ACS-staat verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie verblijven
tevens regelingen voor de overname van onder- danen van derde landen en van stateloze perso- nen. In die regelingen wordt bepaald welke categorieën personen onder de regelingen val- len, alsmede op welke wijze de overname en de terugkeer dienen te geschieden.
op verzoek van die lidstaat zonder verdere De ACS-staten wordt passende steun verleend
formaliteiten over te nemen.
ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze regelingen.
Voor dergelijke doeleinden verstrekken de lid- iii) Voor de toepassing van dit artikel wordt onder staten en de ACS-staten hun onderdanen pas- „partijen” verstaan: de Gemeenschap, elk van
sende identiteitsdocumenten. haar lidstaten en elke ACS-staat.
DEEL 2
INSTITUTIONELE BEPALINGEN
Artikel 14 De Raad komt, op initiatief van de voorzitter, in de regel eenmaal per jaar bijeen, alsmede in alle gevallen wanneer zulks
G ezam e nlijke instell ingen noodzakelijk wordt geacht, in een vorm en een geografische
samenstelling die passend zijn voor de te bespreken vraag- stukken.
De instellingen in het kader van deze Overeenkomst zijn de
Raad van Ministers, het Comité van Ambassadeurs en de Paritaire Parlementaire Vergadering.
Artikel 15
2. De Raad van Ministers heeft de volgende taken:
a) hij voert de politieke dialoog;
D e Ra ad van M in is te rs b) hij stelt beleidsrichtsnoeren vast en neemt de noodzakelij-
ke besluiten voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de Overeenkomst, met name wat betreft ontwikke-
1. De Raad van Ministers bestaat uit de leden van de Raad lingsstrategieën voor de specifieke gebieden die onder van de Europese Unie en leden van de Commissie van de deze Overeenkomst vallen en alle andere relevante gebie- Europese Gemeenschappen enerzijds en een lid van de regering den, alsmede wat betreft de procedures;
van elke ACS-staat anderzijds.
Het voorzitterschap van de Raad van Ministers wordt bij
c) hij onderzoekt en vindt een oplossing voor problemen die de effectieve en efficiënte tenuitvoerlegging van deze
toerbeurt bekleed door een lid van de Raad van de Europese Overeenkomst kunnen belemmeren of de verwezenlijking
Unie en een lid van de regering van een ACS-staat. van de doelstellingen ervan kunnen verhinderen;
d) hij ziet toe op de soepele werking van de overlegmecha- 3. Het Comité stelt binnen zes maanden na de inwerkingtre-
nismen. ding van de Overeenkomst zijn reglement van orde vast.
Artikel 17
3. De Raad van Ministers neemt zijn besluiten bij overeen- stemming tussen de partijen. De Raad van Ministers kan slechts
geldig besluiten indien ten minste de helft van de leden van de De Parita ire P xxxx xxxxx ire V ergad eri ng Raad van de Europese Unie, één lid van de Commissie en twee
derde van de leden die de regeringen van de ACS-staten
vertegenwoordigen, aanwezig zijn. Ieder lid van de Raad van Ministers kan zich bij verhindering laten vertegenwoordigen. Het plaatsvervangend lid oefent alle rechten van het verhinder- de lid uit.
De Raad kan besluiten nemen die voor de partijen bindend zijn en resoluties, aanbevelingen en adviezen formuleren. Hij bestudeert resoluties en aanbevelingen van de Paritaire Parlementaire Vergadering en neemt die in overweging.
De Raad van Ministers voert een permanente dialoog met de
1. De Paritaire Parlementaire Vergadering bestaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de Europese Unie en vertegenwoordigers van de ACS-staten. De leden van de Paritaire Parlementaire Vergadering zijn enerzijds leden van het Europese Parlement en anderzijds Parlementsleden of, bij ontstentenis daarvan, andere vertegenwoordigers die door het parlement van iedere ACS-staat zijn aangewezen. Indien een ACS-staat geen parlement heeft, moet de deelneming van een vertegenwoordiger van die ACS-staat vooraf door de Paritaire Parlementaire Vergadering worden goedgekeurd.
vertegenwoordigers van de sociale en economische partners 2. De taken van de Paritaire Parlementaire Vergadering als en andere actoren van de civiele samenleving in de ACS en in raadgevend lichaam zijn als volgt:
de EU. Daartoe kan buiten de vergaderingen overleg worden
gevoerd. — bevordering van de democratische processen door middel van dialoog en overleg;
4. De Raad van Ministers kan bevoegdheden delegeren aan het Comité van Ambassadeurs.
5. De Raad van Ministers stelt binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst zijn reglement van
— bevordering van het wederzijds begrip tussen de volkeren van de Europese Unie en die van de ACS-staten en stimulering van de bekendheid met ontwikkelingsvraag- stukken bij de bevolking;
orde vast. — bespreking van vraagstukken met betrekking tot ontwik- keling en het partnerschap tussen ACS en EU;
Artikel 16
He t Com i t é v a n A mb as sa de u r s
1. Het Comité van Ambassadeurs bestaat uit de Permanente Vertegenwoordigers van alle lidstaten bij de EU en een
— aanneming van resoluties en formulering van aanbevelin- gen aan de Raad van Ministers ter bevordering van de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeen- komst.
vertegenwoordiger van de Commissie enerzijds en het hoofd 3. De Paritaire Parlementaire Vergadering komt twee maal van de missie bij de EU van iedere ACS-staat anderzijds. per jaar in voltallige vergadering bijeen, bij toerbeurt in de
Het voorzitterschap van het Comité van Ambassadeurs wordt bij toerbeurt bekleed door de Permanente Vertegenwoordiger van een door de Gemeenschap aangewezen lidstaat en het hoofd van een missie die een door de ACS-staten aangewezen ACS-staat vertegenwoordigt.
2. Het Comité staat de Raad van Ministers bij in de vervulling van zijn taken en voert alle opdrachten uit waarmee het Comité door de Raad van Ministers is belast. In dit verband volgt het de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst en de vooruitgang die bij de verwezenlijking van de daarin omschreven doelstellingen wordt geboekt.
Europese Unie en in een ACS-staat. Teneinde de regionale
integratie te versterken en de samenwerking tussen de natio- nale parlementen te bevorderen, kunnen op regionaal en subregionaal niveau bijeenkomsten tussen parlementsleden van de EU en de ACS-staten worden gehouden.
De Paritaire Parlementaire Vergadering onderhoudt regelmati- ge contacten met vertegenwoordigers van de economische en sociale partners en andere actoren van de civiele samenleving van de ACS en de EU, teneinde hun oordeel over de verwezen- lijking van de doelstellingen van de Overeenkomst te ver- nemen.
Het Comité van Ambassadeurs komt regelmatig bijeen, met 4. De Paritaire Parlementaire Vergadering stelt binnen zes
name om de zittingen van de Raad voor te bereiden, en bij maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst haar
elke andere noodzakelijk geachte gelegenheid. reglement van orde vast.
DEEL 3
SAMENWERKINGSSTRATEGIEE¨ N
Artikel 18 samenwerking; deze twee gebieden zijn onderling verbonden en vullen elkaar aan. De partijen zien erop toe dat de
De samenwerkingsstrategieën worden gebaseerd op ontwik- inspanningen op beide gebieden elkaar wederzijds ver-
kelingsstrategieën en de economische en commerciële sterken.
TITEL I
ONTWIKKELINGSSTRATEGIEE¨ N
HOOFDSTUK 1 samenhangend kader op basis waarvan steun kan worden verleend ten behoeve van de eigen ontwikkelingsstrategieën
Algemeen kader
Artikel 19
Princi pes e n d oelstel l ingen
1. De centrale doelstelling van de ACS-EG-samenwerking is bestrijding en uiteindelijk uitroeiing van armoede; duurzame ontwikkeling; en geleidelijke integratie van de ACS-staten in de wereldeconomie. In deze context worden samenwerkingskader en -richtlijnen afgestemd op de individuele omstandigheden in elke ACS-staat, en worden de lokale betrokkenheid bij de economische en sociale hervormingen en de integratie van de particuliere sector en actoren van de civiele samenleving in het ontwikkelingsproces bevorderd.
2. Bij de samenwerking wordt uitgegaan van de conclusies
van de ACS-staten, waarbij gezorgd dient te worden voor complementariteit en interactie tussen de verschillende elementen. In deze context, en binnen het kader van het ontwikkelingsbeleid en de hervormingen van de ACS-staten, zijn de ACS-EG-samenwerkingsstrategieën gericht op:
a) de verwezenlijking van snelle en duurzame, werkgelegen- heid creërende economische groei, de ontwikkeling van de particuliere sector, de bevordering van de werkgelegen- heid, de verbetering van de toegang tot productieve economische activiteiten en hulpmiddelen, alsmede de stimulering van de regionale samenwerking en integratie;
b) de bevordering van de menselijke en maatschappelijke ontwikkeling, waarbij erop wordt toegezien dat in de voordelen van de groei door allen gelijkelijk wordt gedeeld en de gelijkheid van vrouwen en mannen wordt gestimuleerd;
politieke en maatschappelijke elementen;
schappen en specifieke interacties met economische,
c) de stimulering van de culturele waarden van gemeen-
van de conferenties van de Verenigde Naties en de op internationaal niveau overeengekomen doelstellingen, oog- merken en actieprogramma’s, alsmede van de follow-up daar- van, als basis voor ontwikkelingsprincipes. Bij de samenwer- king wordt mede uitgegaan van de doelstellingen van de
internationale ontwikkelingssamenwerking; voorts wordt bij- d) de bevordering van de institutionele hervormingen en zondere aandacht geschonken aan de totstandbrenging van opbouw, de versterking van de instellingen die nodig zijn kwalitatieve en kwantitatieve voortgangsindicatoren. voor de consolidering van de democratie, goed bestuur
en de totstandkoming van efficiënte en concurrerende
3. Regering en niet-overheidsactoren in elke ACS-staat nemen het initiatief tot overleg over de ontwikkelingsstrate- gieën van het land en de steun van de gemeenschap daarvoor.
Artikel 20
B e nade ring
1. De doelstellingen van de ACS-EG-ontwikkelingssamen-
markteconomieën; alsmede de opbouw van de capaciteit voor ontwikkeling en partnerschap; en
e) de bevordering van de duurzaamheid en het herstel van het milieu, goede praktijken en het behoud van de natuurlijke hulpbronnen.
2. Er dient systematisch op te worden toegezien dat de volgende thematische of algemene onderwerpen aan de orde
werking dienen te worden bereikt door middel van geïntegreer- worden gesteld op alle samenwerkingsgebieden: gendervraag-
de strategieën waarvan de economische, maatschappelijke, stukken, milieuvraagstukken en institutionele ontwikkeling en
culturele, institutionele en milieuelementen in de lokale ge- capaciteitsopbouw. Deze gebieden komen tevens in aanmer-
meenschap geworteld zijn. De samenwerking vormt aldus een king voor steun van de Gemeenschap.
3. De gedetailleerde teksten betreffende de doelstellingen c) ondersteuning van instellingen, programma’s, activiteiten
en strategieën van de ontwikkelingssamenwerking, met name en initiatieven die bijdragen tot de ontwikkeling en
de sectorale beleidsvormen en strategieën, worden opgenomen overdracht van technologieën, knowhow en goede prak-
in een compendium met operationele richtsnoeren voor tijken met betrekking tot alle aspecten van de bedrijfsvoe-
specifieke samenwerkingsgebieden of -sectoren. Deze teksten ring. kunnen worden herzien, gewijzigd en/of aangepast door de
Raad van Ministers op basis van een aanbeveling van het ACS- 3. De samenwerking is gericht op de bevordering van EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinancie- de bedrijfsontwikkeling door de verlening van financiering, ring. garantiefaciliteiten en technische ondersteuning gericht op de
bevordering en ondersteuning van de oprichting, vestiging,
HOOFDSTUK 2
Gebieden waarop steun wordt verleend
DEEL 1
Economische ontwikkeling
Artikel 21
uitbreiding, diversificatie, rehabilitatie, herstructurering, mo- dernisering of privatisering van dynamische, levensvatbare en concurrerende ondernemingen in alle economische sectoren, alsmede van financiële tussenpersonen, zoals financieringsin- stituten en venture-capitalinstellingen, en leasingbedrijven, door:
a) de totstandbrenging en/of versterking van financiële instrumenten in de vorm van investeringskapitaal;
b) de verbetering van de toegang tot essentiële input, zoals bedrijfsinformatie en advies- of technischebijstands-
I n v e steringe n en ontwikk eling v a n d e p ar- diensten;
ticul i ere s e cto r
1. In het kader van de samenwerking wordt steun verleend voor de noodzakelijke economische en institutionele hervor-
c) de stimulering van de exportactiviteiten, met name door capaciteitsopbouw op alle met de handel verband hou- dende gebieden; en
mingen en beleidslijnen op nationaal en/of regionaal niveau, d) de bevordering van contacten, netwerken en samenwer- die gericht zijn op de totstandbrenging van een gunstig klimaat king tussen bedrijven, met inbegrip van de overdracht voor particuliere investeringen en de ontwikkeling van een van technologie en knowhow op nationaal, regionaal dynamische, levensvatbare en concurrerende particuliere sec- en ACS-EU-niveau, en partnerschappen met particuliere tor. Voorts wordt in het kader van de samenwerking steun buitenlandse investeerders, voor zover die in overeen-
verleend ten behoeve van: stemming zijn met de doelstellingen en richtlijnen van de
a) de bevordering van de dialoog en de samenwerking
tussen de publieke en de particuliere sector;
b) de ontwikkeling van ondernemersvaardigheden en de bedrijfscultuur;
c) privatisering en hervorming van ondernemingen; en
ACS-EU-ontwikkelingssamenwerking.
4. In het kader van de samenwerking wordt steun verleend voor de ontwikkeling van micro-ondernemingen door de verbetering van de toegang tot financiële en niet-financiële diensten; een passend beleids- en regelgevingskader voor hun ontwikkeling; en de verschaffing van opleiding en informatie-
d) ontwikkeling en modernisering van bemiddelings- en diensten over goede praktijken op het gebied van microfinan- arbitragesystemen. ciering.
2. Voorts wordt in het kader van de samenwerking steun 5. De steun voor investeringen en ontwikkeling van de verleend ter verbetering van de kwaliteit, beschikbaarheid en particuliere sector omvat acties en initiatieven op macro-, toegankelijkheid van financiële en niet-financiële diensten ten meso- en micro-economisch niveau.
behoeve van particuliere ondernemingen, zowel formeel als
informeel, door:
Artikel 22
m ingen e n bele idslijnen
M a cro-economisch e e n s tru cture le h erv o r -
a) katalysering en benutting van binnenlandse en buiten- landse particuliere spaartegoeden ten behoeve van de financiering van particuliere ondernemingen door de ondersteuning van beleid gericht op de ontwikkeling van
een moderne financiële sector, inclusief kapitaalmarkt, financiële instellingen en duurzame microfinancierings-
1. De samenwerking is gericht op de ondersteuning van de
ACS-staten bij:
transacties; a) de totstandbrenging van macro-economische groei en
b) ontwikkeling en versterking van bedrijfsinstellingen en stabilisatie door middel van een streng fiscaal en monetair
intermediaire organisaties, associaties, kamers van koop- beleid, resulterend in de vermindering van de inflatie en
handel en lokale dienstverleners uit de particuliere sector de verbetering van het externe en fiscale evenwicht; de
die niet-financiële diensten ondersteunen en aanbieden versterking van de fiscale discipline, de stimulering van
aan ondernemingen, zoals professionele, technische, be- de begrotingstransparantie en -efficiency en de verbete-
heers-, opleidings- en commerciële-ondersteuningsdien- ring van de kwaliteit, rechtvaardigheid en samenstelling
sten; en van het fiscaal beleid; en
b) de tenuitvoerlegging van structureel beleid dat erop is Artikel 23
gericht de rol van de verschillende actoren, in het
bijzonder van de particuliere sector, te versterken en een voor de groei van bedrijfsleven, investeringen en werkgelegenheid bevorderlijk klimaat te creëren;
Econo m ische s e cto r a le o n tw ik keli ng
In het kader van de samenwerking dient steun te worden verleend voor duurzame beleidslijnen en institutionele hervor-
i) de liberalisering van de handels- en wisselkoersregi- mingen en voor de nodige investeringen voor een gelijke
mes en de convertibiliteit van de lopende rekening, toegang tot economische activiteiten en productiemiddelen, in daarbij rekening houdende met de specifieke om- het bijzonder:
standigheden van elk land;
a) de ontwikkeling van opleidingssystemen die bijdragen tot
ii) de versterking van de hervormingen van de arbeids- de verhoging van de productiviteit in de formele en en productenmarkt; informele sector;
iii) de stimulering van hervormingen van de financiële b) kapitaal, krediet, grond, met name wat eigendomsrechten systemen, die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling en gebruik betreft;
van een levensvatbare bancaire en non-bancaire
sector, kapitaalmarkten en financiële diensten, inclu-
sief microfinanciering; c) de ontwikkeling van plattelandsstrategieën gericht op de totstandkoming van een kader voor participatieve
iv) de verbetering van de kwaliteit van de particuliere en publieke diensten; en
v) de bevordering van de regionale samenwerking en geleidelijke integratie van het macro-economisch en monetair beleid.
2. Bij de ontwikkeling van macro-economisch beleid en structurele aanpassingsprogramma’s dient rekening te worden gehouden met de sociaal-politieke achtergrond en institutione-
gedecentraliseerde planning, toewijzing en beheer van hulpbronnen;
d) landbouwproductiestrategieën, nationaal en regionaal be- leid op het gebied van voedselzekerheid, duurzame ontwikkeling van watervoorraden, visbestanden en marie- ne hulpbronnen binnen de exclusieve economische zone van de ACS-staten. In een eventueel via onderhandelingen tot stand te komen visserijovereenkomst tussen de Ge- meenschap en de ACS-staten dient rekening te worden gehouden met de ontwikkelingsstrategieën op dit gebied;
le capaciteit van de betrokken staten; dit beleid en deze e) economische en technologische infrastructuur en dien-
programma’s dienen een positief effect te hebben op de sten, inclusief vervoer, telecommunicatiesystemen, com- armoedebestrijding en de toegang tot de sociale dienstver- municatiediensten en ontwikkeling van de informatie-
lening, en zijn gebaseerd op de volgende principes: maatschappij;
a) de ACS-staten zijn als eerste verantwoordelijk voor het
analyseren van de op te lossen problemen en het opstellen en ten uitvoer leggen van de hervormingen;
b) steunprogramma’s moeten worden afgestemd op de bijzondere situatie van elke ACS-staat; in deze program- ma’s moet rekening worden gehouden met de maatschap- pelijke omstandigheden, de cultuur en het milieu van
f) ontwikkeling van een concurrerende industrie-, mijnbou- w- en energiesector, inclusief stimulering van de betrok- kenheid en ontwikkeling van de particuliere sector;
g) ontwikkeling van de handel, inclusief de bevordering van eerlijke handel;
deze staten; h) ontwikkeling van het bedrijfsleven, de financiële sector en het bankwezen; en andere dienstensectoren;
c) het recht van de ACS-staten om de koers van hun ontwikkelingsstrategieën en -prioriteiten te bepalen, wordt erkend en geëerbiedigd;
i) ontwikkeling van het toerisme; en
d) het tempo van de hervormingen moet realistisch zijn en verenigbaar met de capaciteiten en hulpbronnen van elke ACS-staat; en
e) de bevolking moet beter worden voorgelicht over de
j) ontwikkeling van infrastructuur en diensten ten behoeve van wetenschap, technologie en onderzoek; inclusief stimulering, overdracht en toepassing van nieuwe tech- nologieën;
economische en maatschappelijke hervormingen en be- k) versterking van de capaciteit in productieve sectoren, met
leidslijnen. name in de publieke en particuliere sector.
Artikel 24 c) de integratie van bevolkingsvraagstukken in de ontwikke- lingsstrategieën, ter verbetering van de reproductieve
Toe r i sme
De samenwerking is gericht op de duurzame ontwikkeling van de toeristenindustrie in de ACS-staten en -subregio’s, waarbij
gezondheidszorg, de eerstelijnsgezondheidszorg en de gezinsplanning; het voorkomen van verminking van de genitaliën bij vrouwen;
d) de bevordering van de bestrijding van hiv/aids;
en de verbetering van de toegang tot veilig water en
dienstensector in de ACS-staten en de toename van de
het toenemende belang van deze sector voor de groei van de e) de bevordering van de beschikbaarheid van drinkwater
internationale handel erkend wordt, alsmede het vermogen
van de toeristenindustrie om andere sectoren van de economie
voldoende gezondheidszorg;
te stimuleren en de rol die deze sector kan spelen bij de f) de verbetering van de beschikbaarheid van betaalbare en uitroeiing van armoede. passende huisvesting voor alle bevolkingsgroepen door
ondersteuning van goedkope, op de lagere-inkomens-
In het kader van de samenwerkingsprogramma’s en -projecten worden de inspanningen van de ACS-staten ondersteund die
groepen afgestemde huisvestingsprogramma’s, alsmede verbetering van de stadsontwikkeling; en
dialoog en de eerbiediging van de sociale basisrechten.
g) de bevordering van participatieve methoden van sociale
gericht zijn op de totstandbrenging en verbetering van het juridische en institutionele kader en de hulpbronnen voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van duurzame beleidslijnen en programma’s op het gebied van toerisme, alsmede, onder
andere, de verbetering van de concurrentiepositie van deze 2. In het kader van de samenwerking wordt voorts steun sector, met name van het MKB, de ondersteuning en bevorde- verleend voor capaciteitsopbouw op sociale gebieden, bijvoor- ring van investeringen, productontwikkeling, inclusief de ont- beeld ten behoeve van opleidingsprogramma’s voor de ontwik- wikkeling van de inheemse culturen in de ACS-staten, en keling van sociaal beleid of met betrekking tot moderne versterking van de onderlinge banden tussen het toerisme en beheersmethoden voor sociale projecten en programma’s; andere sectoren van de economie. beleid dat bevorderlijk is voor technologische innovatie en onderzoek; de opbouw van lokale knowhow en de bevordering
van partnerschap; en de organisatie van rondetafelgesprekken op nationaal en/of regionaal niveau.
DEEL 2 3. In het kader van de samenwerking wordt de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van beleidslijnen en systemen voor sociale
Sociale en humane ontwikkeling
bescherming en veiligheid bevorderd en ondersteund, ter stimulering van de sociale cohesie en de bevordering van zelfhulp en solidariteit binnen de gemeenschap. De steun wordt onder andere geconcentreerd op de ontwikkeling van initiatieven gebaseerd op economische solidariteit, met name
Artikel 25 door het opzetten van socialeontwikkelingsfondsen die zijn
afgestemd op de lokale behoeften en actoren.
Sociale s e ctorale ontw ik kel ing
1. In het kader van de samenwerking wordt steun verleend voor de inspanningen van de ACS-staten op het gebied van de
Artikel 26
Jeu g d z a k en
ontwikkeling van algemene en sectorale beleidslijnen en In het kader van de samenwerking dient voorts steun te worden hervormingen ter verbetering van de verspreiding en kwaliteit verleend voor de totstandbrenging van een samenhangend en van, alsmede de toegang tot de sociale basisinfrastructuur en omvattend beleid ter verwezenlijking van het potentieel van
-diensten, waarbij rekening wordt gehouden met de lokale de jeugd met het doel deze beter te integreren in de samen-
behoeften en specifieke eisen van de kwetsbaarste en minst leving en haar in staat te stellen zich volledig te ontplooien. In bevoorrechte bevolkingsgroepen, teneinde de ongelijkheid wat deze context wordt in het kader van de samenwerking steun betreft de toegang tot deze diensten te verminderen. Daarbij verleend voor beleidslijnen, maatregelen en activiteiten gericht dient er in het bijzonder op te worden toegezien dat de op:
overheidsuitgaven voor de sociale sectoren toereikend zijn. In
deze context is de samenwerking gericht op: a) de bescherming van de rechten van het kind en de jeugd,
in het bijzonder van meisjes;
a) de verbetering van onderwijs en opleiding en de opbouw b) de bevordering van de vaardigheden, de energie, het van technische capaciteit en vaardigheden; streven naar innovatie en het potentieel van de jeugd, ter
stimulering van de kansen van de jeugd op economisch,
b) de verbetering van de stelsels voor gezondheidszorg en maatschappelijk en cultureel gebied en ter verbetering
voeding, de bestrijding van honger en ondervoeding, het van de werkgelegenheidsvooruitzichten van de jeugd in
toezien op de voedselvoorziening en de voedselzekerheid; de productieve sector;
c) de ondersteuning van instellingen binnen de lokale d) de bevordering van de diversificatie van de economieën
gemeenschap die kinderen de kans geven zich fysiek, der ACS-staten; alsmede de coördinatie en harmonisatie
psychologisch, maatschappelijk en economisch te ont- van het regionale en subregionale samenwerkingsbeleid;
plooien; en
d) de herintegratie in de maatschappij van kinderen in postconflictsituaties door middel van rehabilitatiepro- gramma’s.
Artikel 27
C u ltur ele o n twik keli ng
De samenwerking op cultureel gebied is gericht op:
a) de integratie van de culturele dimensie op alle niveaus
en
e) de bevordering en uitbreiding van de handel in de ACS- staten en tussen de ACS-staten onderling, alsmede met derde landen.
Artikel 29
Regional e e c o nomi s c h e inte gratie
De samenwerking op het gebied van de regionale economische integratie is gericht op:
a) de ontwikkeling en versterking van de capaciteiten van:
van de ontwikkelingssamenwerking; i) de instellingen en organisaties voor regionale inte-
b) de erkenning, het behoud en de bevordering van culturele waarden en identiteiten, teneinde een interculturele dia- loog mogelijk te maken;
c) de erkenning, het behoud en de bevordering van de waarde van cultureel erfgoed; de ondersteuning van de ontwikkeling van de capaciteit in deze sector; en
gratie die door de ACS-staten zijn opgericht ter bevordering van de regionale samenwerking en integratie, en
ii) de nationale regeringen en parlementen met betrek- king tot vraagstukken op het gebied van regionale integratie;
b) de bevordering van de betrokkenheid van de minst
d) de ontwikkeling van de culturele sector en de verbetering ontwikkelde ACS-staten bij de totstandbrenging van van de markttoegang voor culturele goederen en diensten. regionale markten en het delen in de voordelen daarvan;
c) de tenuitvoerlegging van beleid op het gebied van sectora- le hervorming op regionaal niveau;
DEEL 3
d) de liberalisering van handel en betalingen;
Regionale samenwerking en integratie e) de stimulering van binnenlandse en buitenlandse grens-
overschrijdende investeringen en andere initiatieven voor regionale of subregionale economische integratie; en
Artikel 28
f) de inachtneming van de gevolgen van de netto-overgangs-
A l gem e ne b e nade ring kosten van de regionale integratie in de begrotingsmidde- len en op de betalingsbalans.
Artikel 30
In het kader van de samenwerking wordt effectieve bijstand verleend ter verwezenlijking van de doelstellingen en prioritei- ten van de ACS-staten in de context van de regionale en
subregionale samenwerking en integratie, met inbegrip van de Regio n al e s am enw erking interregionale samenwerking en de samenwerking tussen de
ACS-staten onderling. De regionale samenwerking kan ook 1. De regionale samenwerking is gericht op de verlening
betrekking hebben op de samenwerking tussen de landen en van steun op uiteenlopende functionele en thematische gebie- gebieden overzee en de ultraperifere regio’s. In deze context is den, met het doel gemeenschappelijke problemen aan te
de steunverlening in het kader van de samenwerking gericht pakken en optimaal gebruik te maken van de voordelen van
op: schaalvergroting, inclusief:
a) de bevordering van de geleidelijke integratie van de ACS- a) infrastructuur, met name vervoer en communicatie, vei- staten in de wereldeconomie; ligheid daarvan en diensten, met inbegrip van de ontwik-
b) de bevordering van de economische samenwerking en ontwikkeling van de regio’s van de ACS-staten en tussen
keling van regionale kansen op het gebied van de
informatie- en communicatietechnologieën;
deze regio’s onderling; b) milieu; waterbeheer en energie;
c) de bevordering van het vrij verkeer van personen, goede- c) gezondheidszorg, onderwijs en opleiding; ren, diensten, kapitaal, werknemers en technologie tussen
ACS-staten; d) onderzoek en technologische ontwikkeling;
e) regionale initiatieven voor de voorbereiding op rampen iv) de toegang tot productiemiddelen, met name grond,
en de leniging van de gevolgen daarvan; en
f) andere gebieden, bijvoorbeeld wapenbeheersing, bestrij- ding van drugs, georganiseerde misdaad, witwassen van geld, omkoping en corruptie.
krediet en arbeidsmarkt; en
v) de specifieke inachtneming van vrouwen bij verle- ning van noodhulp en rehabilitatiemaatregelen.
Artikel 32
M i li e u e n n a tu u r li j k e h u l pb ro n n e n
2. De samenwerking heeft tevens betrekking op de verle- ning van steun voor samenwerkingsregelingen en -initiatieven in de ACS-staten en tussen de ACS-staten onderling.
1. De samenwerking op het gebied van milieubescherming en duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen is
3. De samenwerking kan bijdragen tot de bevordering en gericht op:
ontwikkeling van de regionale politieke dialoog op gebieden
als conflictpreventie en -oplossing; mensenrechten en demo- a) de integratie van het beginsel van duurzaam milieubeheer cratisering; uitwisseling, netwerkvorming en bevordering van in alle aspecten van de ontwikkelingssamenwerking en de mobiliteit van de verschillende actoren van de ontwikkeling, de ondersteuning van de door de verschillende actoren met name de civiele samenleving. ten uitvoer gelegde programma’s en projecten;
DEEL 4
b) de opbouw en/of versterking van de wetenschappelijke en technische, menselijke en institutionele capaciteit van alle actoren die een rol spelen op het gebied van de milieubescherming;
Thematische en algemene vraagstukken c) de ondersteuning van specifieke maatregelen en regelin-
gen voor de aanpak van kritieke vraagstukken op het gebied van duurzaam milieubeheer en in verband met de huidige en toekomstige, regionale en internationale
Artikel 31 verplichtingen inzake delfstoffen en natuurlijke hulpbron-
nen, met name betreffende:
Gend erv raags t uk ken
De samenwerking draagt bij tot de versterking van beleidslijnen en programma’s die de gelijkwaardige deelname van mannen en vrouwen aan alle aspecten van het politieke, economische, maatschappelijke en culturele leven beogen te verbeteren, te garanderen en te verruimen. De samenwerking draagt bij tot de verbetering van de toegang van vrouwen tot alle nodige
i) tropische bossen, watervoorraden, hulpbronnen van kustgebieden, mariene hulpbronnen en visbestan- den, flora en fauna, bodem, biodiversiteit;
ii) bescherming van fragiele ecosystemen (bijvoorbeeld koraalrif);
hulpbronnen voor de volwaardige uitoefening van hun fun- iii) hernieuwbare energiebronnen, met name zonne- damentele rechten. In het kader van de samenwerking wordt energie en energie-efficiency;
met name een passend kader gecreëerd voor:
iv) duurzame plattelands- en stadsontwikkeling;
a) de integratie van gendervraagstukken en een gender-
bewuste benadering op alle niveaus van de ontwikkelings- v) woestijnvorming, droogte en ontbossing; samenwerking, inclusief macro-economische beleidslij-
nen, strategieën en maatregelen; en vi) ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor stedelijke milieuproblemen; en
b) de bevordering van de goedkeuring van specifieke positie-
ve maatregelen ten gunste van vrouwen, zoals: vii) bevordering van duurzaam toerisme;
i) de bevordering van hun deelname aan de nationale en lokale politiek;
d) de inachtneming van vraagstukken met betrekking tot vervoer en verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen.
ii) de ondersteuning van vrouwenorganisaties; 2. In het kader van de samenwerking dient tevens rekening
te worden gehouden met:
iii) de toegang tot sociale basisdiensten, met name
onderwijs en opleiding, gezondheidszorg en gezins- a) de kwetsbaarheid van kleine insulaire ACS-staten, in het
planning; bijzonder gezien de dreiging van klimaatverandering;
b) de verslechtering van de problemen op het gebied van a) de hervorming en modernisering van het ambtenarenap-
droogte en woestijnvorming van de minst ontwikkelde paraat;
en niet aan zee grenzende ACS-staten; en b) juridische en justitiële hervormingen en de modernisering
van de rechtsstelsels;
c) institutionele opbouw en capaciteitsopbouw.
Artikel 33
c) de verbetering en versterking van het beheer van de overheidsfinanciën;
d) het in een hoger tempo doorvoeren van de hervormingen van de bancaire en financiële sector;
I n stitut i o n e l e o nt w i k k eli ng en capac iteits- e) de verbetering van het beheer van de overheidsmiddelen op bou w en de hervorming van de procedures voor overheidsop-
drachten; en
1. In het kader van de samenwerking wordt systematisch f) politieke, administratieve, economische en financiële de- aandacht besteed aan institutionele aspecten; in deze context centralisering.
wordt steun verleend ten behoeve van de inspanningen van de
ACS-staten met het oog op de ontwikkeling en versterking van de structuren, instellingen en procedures die bijdragen tot:
a) de bevordering en ondersteuning van de democratie,
4. Voorts wordt in het kader van de samenwerking steun verleend voor het herstel en/of de verbetering van de kritische capaciteit van de overheidssector en de ondersteuning van de instellingen die nodig zijn in een markteconomie.
de menselijke waardigheid, sociale rechtvaardigheid en a) de ontwikkeling van de bekwaamheden op het gebied pluralisme, rekening houdende met de diversiteit binnen van wet- en regelgeving die nodig zijn voor het goed de samenlevingen en tussen de samenlevingen onderling; functioneren van een markteconomie, inclusief mededin-
gingsbeleid en consumentenbeleid;
b) de bevordering en ondersteuning van de universele en b) de verbetering van de capaciteit om beleid, vooral op volledige eerbiediging, inachtneming en bescherming van economisch, sociaal of milieugebied of op het gebied alle mensenrechten en fundamentele vrijheden; van onderzoek, wetenschap, technologie en innovatie te
analyseren, te plannen, te formuleren en ten uitvoer te
c) de ontwikkeling en versterking van de rechtsstaat; de leggen;
verbetering van de toegang tot het rechtsapparaat, daarbij c) de modernisering, versterking en hervorming van de de vakkundigheid en onafhankelijkheid van de rechts- financiële en monetaire instellingen en de verbetering van stelsels waarborgend; en de desbetreffende procedures;
d) het garanderen van transparant en verantwoordelijk bestuur en beheer in alle overheidsinstellingen.
2. De partijen werken samen bij de bestrijding van om-
d) de opbouw, op lokaal en gemeentelijk niveau, van de capaciteit die nodig is voor de tenuitvoerlegging van het decentraliseringsbeleid en de bevordering van de betrokkenheid van de bevolking bij het ontwikkelingspro- ces; en
koping en corruptie op alle niveaus binnen hun samenlevingen. e) de ontwikkeling van de capaciteit op andere kritieke
gebieden, zoals:
3. In het kader van de samenwerking worden de inspannin-
i) internationale onderhandelingen; en
gen van de ACS-staten ondersteund om hun overheidsinstellin- ii) beheer en coördinatie van externe hulp. gen te ontwikkelen tot een positieve factor voor groei en
ontwikkeling, en de efficiency en impact van de overheidsdien- 5. De samenwerking omvat alle gebieden en sectoren en is sten op het leven van de burgers aanmerkelijk te verbeteren. gericht op de bevordering van de betrokkenheid daarbij van In deze context wordt in het kader van de samenwerking niet-overheidsactoren en de ontwikkeling van hun capaciteiten; bijstand verleend bij de hervorming, rationalisering en moder- alsmede op de versterking van de structuren voor informatie, nisering van de overheidssector. Meer bepaald is de steun in dialoog en overleg tussen deze actoren en de nationale
het kader van de samenwerking gericht op: overheden, onder andere op regionaal niveau.
TITEL II
ECONOMISCHE EN COMMERCIE¨ LE SAMENWERKING
HOOFDSTUK 1 Overeenkomsten, waarbij gebruik wordt gemaakt van alle beschikbare middelen ter verwezenlijking van bovenstaande
Doelstellingen en beginselen
Artikel 34
Do el ste llinge n
1. De economische en commerciële samenwerking heeft ten doel de soepele en geleidelijke integratie van de ACS-staten in de wereldeconomie te bevorderen, met inachtneming van hun politieke keuzen en ontwikkelingsprioriteiten, zodat hun duurzame ontwikkeling wordt gestimuleerd en wordt bijgedra- gen aan het een eind maken aan de armoede in de ACS-landen.
2. Het uiteindelijk doel van economische en commerciële samenwerking is de ACS-staten in staat te stellen ten volle aan
doelstellingen via het aanpakken van de knelpunten aan de vraag- en de aanbodzijde. In dit verband wordt bijzondere aandacht geschonken aan maatregelen ter ontwikkeling van de handel als middel om het concurrentievermogen van de ACS-staten te verhogen. Derhalve wordt passende aandacht geschonken aan ontwikkeling van de handel in de ontwikke- lingsstrategieën van de ACS-staten, die door de Gemeenschap worden gesteund.
2. De economische en commerciële samenwerking bouwt voort op regionale integratie-initiatieven van de ACS-staten, indachtig het feit dat regionale integratie een essentieel instru- ment is om de ACS-landen in de wereldeconomie te integreren.
de internationale handel deel te nemen. In deze context wordt 3. De economische en commerciële samenwerking houdt bijzondere aandacht besteed aan de noodzaak dat de ACS- rekening met de verschillende ontwikkelingsbehoeften en staten actief aan de multilaterale handelsbesprekingen deel- -niveaus van de ACS-landen en -regio’s. In deze context nemen. Gezien het huidige ontwikkelingsniveau van de ACS- herbevestigen de partijen hun gehechtheid aan een bijzondere landen moet de economische en commerciële samenwerking en aan de omstandigheden aangepaste behandeling voor alle worden gericht op het de ACS-staten in staat stellen de ACS-landen en handhaving van de bijzondere behandeling van uitdagingen van globalisering aan te kunnen en zich geleidelijk de minst ontwikkelde ACS-landen en aan het naar behoren aan te passen aan de nieuwe voorwaarden van de internationale rekening houden met de kwetsbaarheid van kleine, niet aan handel, zodat hun overgang naar de geliberaliseerde wereldeco- zee grenzende en insulaire landen.
nomie wordt vergemakkelijkt.
3. Daartoe is de economische en commerciële samenwer- king gericht op verhoging van de productie-, leverings- en
handelscapaciteit van de ACS-landen en hun capaciteit om HOOFDSTUK 2
investeringen aan te trekken. Voorts is zij gericht op de totstandbrenging van een nieuwe handelsdynamiek tussen de
partijen, versterking van het handels- en investeringsbeleid van Nieuwe handelsregelingen
de ACS-landen en verbetering van het vermogen van deze
landen om alle met de handel verband houdende zaken af te handelen.
4. De economische en commerciële samenwerking wordt in volledige overeenstemming met de WTO-bepalingen, inclu- sief die met betrekking tot bijzondere en aan de omstandighe- den aangepaste behandeling, uitgevoerd met inachtneming van
Artikel 36
Mo d a lite iten
de wederzijdse belangen van de partijen en hun respectieve 1. Met het oog op bovenstaande doelstellingen en begin- ontwikkelingsniveaus. selen komen de partijen overeen nieuwe met de WTO
verenigbare handelsregelingen te treffen die de tussen hen
Artikel 35
Begins elen
bestaande handelsbelemmeringen geleidelijk opheffen en de samenwerking op alle voor de handel van belang zijnde terreinen verhogen.
1. De economische en commerciële samenwerking is geba-
seerd op een waarlijk, versterkt en strategisch partnerschap. 2. De partijen komen overeen de nieuwe handelsregelingen
Zij is voorts gebaseerd op een integrale aanpak, die voortbouwt geleidelijk in te voeren en zien derhalve de noodzaak van een
op de sterke punten en het succes van de voorgaande ACS-EG- voorbereidingsperiode in.
3. Teneinde de overgang naar de nieuwe handelsregelingen 6. In 2004 zal de Gemeenschap de situatie beoordelen van
te vergemakkelijken, blijven de krachtens de Vierde ACS-EG- de landen niet behorende tot de groep van minst ontwikkelde
Overeenkomst toegepaste niet-wederkerige handelspreferen- landen die na overleg met de Gemeenschap besluiten dat zij
ties tijdens de voorbereidingsperiode voor alle ACS-landen niet in staat zijn om economische partnerschapsovereenkom-
onder de in bijlage V bij deze Overeenkomst vastgestelde sten aan te gaan, en zal zij alle alternatieve mogelijkheden
voorwaarden gehandhaafd.
4. In deze context herbevestigen de partijen het belang van de aan bijlage V van deze Overeenkomst gehechte protocollen
bezien om deze landen een nieuw handelskader te bieden dat gelijkwaardig is aan hun huidige situatie en in overeenstem- ming met de WTO-regels.
inzake grondstoffen. Zij zijn het eens over de noodzaak deze 7. De onderhandelingen over de economische partner- in het kader van de nieuwe handelsregelingen te herzien, met schapsovereenkomsten beogen met name vaststelling van het name op het punt van hun verenigbaarheid met de WTO-regels tijdschema voor de geleidelijke opheffing van handelsbelem- met het oog op het veiligstellen van de hieruit voortvloeiende meringen tussen de partijen in overeenstemming met de voordelen, met inachtneming van de bijzondere juridische desbetreffende WTO-regels. Aan Gemeenschapszijde bouwt de status van het protocol inzake suiker. handelsliberalisatie voort op het acquis en heeft zij de verbete-
ring van de huidige markttoegang voor de ACS-landen ten
doel via onder meer een herziening van de regels van
Artikel 37 oorsprong. In de onderhandelingen wordt rekening gehouden
P r o c edu res
1. Er wordt in de voorbereidingsperiode, die uiterlijk op 31 december 2007 afloopt, onderhandeld over economische partnerschapsovereenkomsten. De formele onderhandelingen over de nieuwe handelsregelingen gaan in september 2002 van start en de nieuwe handelsregelingen treden op 1 janua- ri 2008 in werking, tenzij de partijen het eens worden over eerdere data.
met het ontwikkelingsniveau van, en de sociaal-economische gevolgen van handelsmaatregelen voor de ACS-landen en hun aanpassingsvermogen en vermogen hun economieën aan het liberalisatieproces aan te passen. Bij de onderhandelingen zal derhalve zo groot mogelijke soepelheid worden betracht bij de vaststelling van een voldoende lange overgangsperiode, de definitieve lijst van in aanmerking komende producten, met inachtneming van de gevoelige sectoren, en de mate van asymmetrie wat betreft de tijdschema’s voor tariefafbraak, waarbij de op dat moment geldende WTO-regels in acht worden genomen.
het punt van de mate van soepelheid.
op de verdediging van de getroffen regelingen, met name op
8. De partijen werken nauw in de WTO samen met het oog
2. Alle maatregelen die nodig zijn om te verzekeren dat de onderhandelingen binnen de voorbereidingsperiode met succes worden afgerond, worden getroffen. Daartoe wordt de periode tot de aanvang van de formele onderhandelingen over de nieuwe handelsregelingen actief gebruikt om eerste voorbereidingen voor deze onderhandelingen te treffen.
9. De Gemeenschap zal in het jaar 2000 een proces op gang brengen dat aan het einde van de multilaterale
3. De voorbereidingsperiode wordt eveneens gebruikt voor handelsbesprekingen en uiterlijk in 2005 toegang vrij van capaciteitsopbouw in de openbare en de particuliere sector douanerechten voor vrijwel alle producten uit alle minst van de ACS-landen, inclusief door het treffen van maatregelen ontwikkelde landen zal toestaan voortbouwende op het niveau ter verhoging van het concurrentievermogen, voor versterking van de bestaande handelsbepalingen van de Vierde ACS-EG- van regionale organisaties en voor ondersteuning van regionale Overeenkomst, en dat de voor de export van deze landen initiatieven ter integratie van de handel, waarbij zo nodig geldende oorsprongregels, inclusief cumulatiebepalingen, zal bijstand voor begrotingsaanpassing en fiscale hervormingen vereenvoudigen en herzien
wordt verstrekt, alsmede voor verbetering van de infrastructuur
en ontwikkeling en bevordering van investeringen.
Artikel 38
EG opgericht.
Gem e ngd M i nis te riee l H ande ls c o m ité
1. Er wordt een Gemengd Ministerieel Handelscomité ACS-
4. De partijen zullen de voortgang geboekt met de voorbe- reidingen en onderhandelingen regelmatig bezien en zullen in 2006 een formele en volledige toetsing van de geplande regelingen voor alle landen verrichten om er zich van te verzekeren dat er geen verdere tijd voor voorbereidingen of onderhandelingen nodig is.
5. Er zullen onderhandelingen over de economische part- 2. Het Ministerieel Handelscomité besteedt bijzondere aan-
nerschapsovereenkomsten worden gevoerd met de ACS-lan- dacht aan de lopende multilaterale handelsbesprekingen en
den die zich daartoe in staat achten op een door hen geschikt bestudeert de gevolgen van de ruimere liberalisatieinitiatieven
geacht niveau en in overeenstemming met de door de ACS- voor de ACS-EG-handel en de ontwikkeling van de ACS-
groep overeengekomen procedures, met inachtneming van het economieën. Het doet alle aanbevelingen die nodig zijn om de
regionale integratieproces tussen de ACS-staten. voordelen van de ACS-EG-handelsregelingen te beschermen.
3. Het Ministeriële Handelscomité komt tenminste eenmaal 2. Zij bevestigen hun bereidheid tot uitbreiding van het
per jaar bijeen. Zijn reglement van orde wordt door de Raad onderling overleg in de internationale fora en organisaties die
van Ministers vastgesteld. Het comité bestaat uit vertegenwoor- zich met grondstoffen bezighouden. digers van de ACS-staten en de Gemeenschap.
3. Daartoe vinden op verzoek van een partij gedachtewis- selingen plaats:
HOOFDSTUK 3 — over de functionering van de bestaande internationale overeenkomsten of gespecialiseerde intergouvernemen-
Samenwerking in de internationale fora
Artikel 39
A l geme ne xxx x xxxxx n
tele werkgroepen met het doel deze te verbeteren en doelmatiger en meer in overeenstemming met de markt- ontwikkelingen te maken;
— wanneer wordt voorgesteld om een internationale over- eenkomst te sluiten of te verlengen of een gespecialiseerde intergouvernementele werkgroep op te richten.
1. De partijen onderstrepen het belang van hun actieve
Dergelijke gedachtewisselingen hebben ten doel rekening te houden met de respectieve belangen van elke partij. Zij kunnen,
deelneming in de Wereldhandelsorganisatie en in andere zo nodig, in het kader van het Ministeriële Handelscomité
relevante internationale organisaties door lid van deze organi- saties te worden en hun agenda en activiteiten van nabij te volgen.
plaatsvinden.
2. Zij komen overeen nauw samen te werken bij het
HOOFDSTUK 4
vaststellen en bevorderen van hun gemeenschappelijke belan- De handel in diensten
gen bij internationale economische en commerciële samenwer-
xxxx, met name in de WTO, onder meer door deelneming aan
de opstelling en afhandeling van de agenda van toekomstige Artikel 41
multilaterale handelsbesprekingen. In deze context wordt
bijzondere aandacht besteed aan verbetering van de toegang A l geme ne xxx x xxxxx n tot de Gemeenschap en andere markten voor producten en
diensten van oorsprong uit de ACS-landen.
3. Zij zijn het eveneens eens over het belang van soepelheid van de WTO-regels zodat rekening kan worden gehouden met het ontwikkelingsniveau van de ACS-landen en hun
1. De partijen onderstrepen het toenemend belang van diensten in het internationale handelsverkeer en de grote bijdrage die deze leveren aan de economische en sociale ontwikkeling.
moeilijkheden om aan hun verplichtingen te voldoen. Zij zijn 2. Zij herbevestigen hun respectieve verbintenissen in het het voorts eens over de noodzaak van technische bijstand om kader van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in de ACS-landen in staat te stellen hun verbintenissen na te diensten (GATS) en onderstrepen de noodzaak van bijzondere komen. en aan de omstandigheden aangepaste behandeling voor ACS-
dienstverleners.
4. De Gemeenschap stemt ermee in om de ACS-staten, in
overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst, 3. In het kader van de onderhandelingen inzake de geleide- te helpen actief lid van deze organisaties te worden door lijke liberalisatie van de handel in diensten, zoals voorzien in ontwikkeling van het vermogen dat nodig is om de betrokken artikel XIX van de GATS, zegt de Gemeenschap toe de overeenkomsten te sluiten, hieraan effectief deel te nemen, prioriteiten van de ACS-staten ten aanzien van verbetering van deze te volgen en uit te voeren. de EG-lijst welwillend in overweging te zullen nemen ten einde
aan hun specifieke belangen tegemoet te komen.
Artikel 4 4. Voorts stemmen de partijen er in het kader van de
G r onds toffen
1. De partijen erkennen de noodzaak te zorgen voor een
economische partnerschapsovereenkomsten en na enige erva- ring te hebben opgedaan met de toepassing van de meest- begunstigingsclausule in het kader van de GATS mee in om hun partnerschap uit te breiden tot de liberalisatie van diensten in overeenstemming met de bepalingen van de GATS, en
betere functionering van de internationale grondstoffenmark- met name die betrekking hebbende op de deelneming van
ten en verhoging van de doorzichtigheid van deze markten. ontwikkelingslanden in liberalisatieovereenkomsten.
5. De Gemeenschap steunt de inspanningen van de ACS- 3. Voorts stemmen zij in met volledige en actieve deel-
staten ter versterking van hun dienstverleningscapaciteit. Bij- neming aan eventuele op dit terrein te voeren internationale
zondere aandacht wordt besteed aan diensten op het gebied onderhandelingen. van arbeidskrachten, bedrijven, distributie, financiën, toerisme,
cultuur en de bouw en de daarmee verbandhoudende techni-
sche diensten met het oog op verhoging van het concurrentie- vermogen van deze landen zodat de handel in goederen en diensten van deze landen in waarde en omvang toeneemt.
Artikel 42
Zee v er vo er
1. De partijen erkennen het belang van kosteneffectieve en
4. De partijen zullen derhalve maatregelen treffen die de inwoners van de ACS-landen gemakkelijke toegang tot de informatie- en communicatietechnologieën zullen bieden via onder meer de volgende maatregelen:
— de ontwikkeling en aanmoediging van het gebruik van betaalbare en hernieuwbare energiebronnen;
— de ontwikkeling en aanleg van uitgebreidere goedkope draadloze communicatienetwerken.
efficiënte zeevervoerdiensten in een veilig en schoon marien 5. De partijen stemmen eveneens in met verhoging van de milieu, aangezien deze vervoertak bij uitstek de internationale onderlinge samenwerking op het gebied van informatie- en
handel bevordert en aldus een van de drijvende krachten van communicatietechnologieën en de informatiemaatschappij. economische ontwikkeling en de ontwikkeling van de handel Deze samenwerking is met name gericht op grotere comple-
is. mentariteit en harmonisatie van de communicatiesystemen op
nationaal, regionaal en internationaal niveau en hun aanpas-
2. Zij verbinden zich tot bevordering van de liberalisatie van het zeevervoer en passen daartoe op effectieve wijze het beginsel van onbeperkte toegang op niet-discriminerende en
sing aan de nieuwe technologieën.
commerciële basis tot de internationale zeevervoermarkt. HOOFDSTUK 5
3. Elke partij kent ondermeer een behandeling toe die niet minder gunstig is dan de aan de eigen schepen toegekende voor door onderdanen of bedrijven van de andere partij
Met de handel verband houdende terreinen
geëxploiteerde schepen en voor op het grondgebied van een Artikel 44
van beide partijen geregistreerde schepen ten aanzien van de
toegang tot havens, het gebruik van de infrastructuur en hulpdiensten van deze havens alsmede daarmee verband
A l geme ne xxx x xxxxx n
houdende vergoedingen en kosten, douane-installaties en de 1. De partijen erkennen het toenemend belang dat nieuwe toewijzing van ligplaatsen en voorzieningen voor laden en met de handel verband houdende terreinen spelen bij het lossen. vergemakkelijken van de geleidelijke integratie van de ACS-
staten in de wereldeconomie. Zij stemmen er derhalve mee in
4. De Gemeenschap steunt de inspanningen van de ACS- staten om kosteneffectieve en efficiënte zeevervoerdiensten in de ACS-staten te ontwikkelen en te bevorderen met het oog op verhoging van de deelneming van ACS-ondernemers in
om hun samenwerking op deze terreinen te versterken door volledige en gecoördineerde deelneming in de desbetreffende internationale fora en overeenkomsten.
internationale scheepvaartdiensten. 2. De Gemeenschap steunt de inspanningen van de ACS- staten, in overeenstemming met de in deze Overeenkomst vastgestelde bepalingen en de tussen de partijen overeengeko-
Artikel 43 men ontwikkelingsstrategieën, met het oog op versterking van hun vermogen om zich met alle met de handel verband
I n forma tie- e n c o m mun icatiete chnolo- houdende terreinen bezig te houden, inclusief, zo nodig, met
gieën en informa tiem xxxxxxxx p ij verbetering en ondersteuning van het institutionele kader.
1. De partijen erkennen de belangrijke rol die de informatie- Artikel 45
en communicatietechnologieën en de actieve deelneming aan
de informatiemaatschappij spelen voor de geslaagde integratie Med e d ingings b e leid van de ACS-landen in de wereldeconomie.
2. Zij herbevestigen derhalve hun respectieve verbintenis-
1. De partijen zijn het erover eens dat de invoering en tenuitvoerlegging van een efficiënt en gezond mededingings-
sen in het kader van bestaande multilaterale overeenkomsten, beleid en -regels van doorslaggevend belang zijn voor de
met name het aan de GATS gehechte protocol inzake basistele- verbetering en veiligstelling van een investeringsvriendelijk
communicatie en verzoeken de ACS-landen die nog geen partij klimaat, een duurzaam industrialisatieproces en doorzichtig-
bij deze overeenkomsten zijn om hiertoe toe te treden. heid bij de toegang tot markten.
2. Met het oog op de opheffing van concurrentiedistorsies 4. De Gemeenschap, haar lidstaten en de ACS-staten kun-
en met inachtneming van de uiteenlopende ontwikkelingsni- nen de sluiting overwegen van overeenkomsten die de bescher-
veaus en economische behoeften van elk ACS-land verplichten ming beogen van handelsmerken en geografische aanduidin-
zij zich tot de toepassing van nationale of regionale regels en beleid, inclusief de controle op en onder bepaalde omstandig- heden het verbod van overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afge-
gen voor producten van bijzonder belang voor beide partijen.
stemde feitelijke gedragingen tussen ondernemingen die als 5. In het kader van deze Overeenkomst omvat intellectuele doel of gevolg hebben de mededinging te verhinderen, te eigendom met name auteursrecht, inclusief het auteursrecht op beperken of te vervalsen. De partijen komen voorts overeen computerprogramma’s, en naburige rechten, inclusief artistieke om misbruik door een of meer ondernemingen van een ontwerpen, en industriële eigendom mede omvattende ge- machtspositie op de gemeenschappelijke markt van de Ge- bruiksmodellen, octrooien, inclusief octrooien voor biotech- meenschap of op het grondgebied van de ACS-staten te nologische uitvindingen en plantenrassen of andere doeltref- verbieden. fende afzonderlijke stelsels, industriële ontwerpen, geografi-
sche aanduidingen, inclusief benamingen van oorsprong, han-
delsmerken voor goederen of diensten, topografieën van geïntegreerde schakelingen alsmede de wettelijke bescherming
3. De partijen komen eveneens overeen de samenwerking op dit terrein te versterken teneinde een effectief mededingings- beleid met de passende nationale mededingingsorganisaties uit te stippelen en te ondersteunen dat geleidelijk zorgt voor het op efficiënte wijze doen naleven van de mededingingsregels door zowel particuliere als staatsondernemingen. De samen- werking op dit terrein omvat met name hulp bij het ontwerpen
van databanken en de bescherming tegen oneerlijke concurren- tie, zoals bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom en van niet- openbaar gemaakte informatie over knowhow.
van een passend wettelijk kader en de administratieve uitvoe- 6. De partijen komen voorts overeen om hun samenwer- ring daarvan waarbij de bijzondere situatie van de minst king op dit terrein te versterken. Desgewenst omvat de ontwikkelde landen speciale aandacht krijgt. samenwerking op onderling overeengekomen voorwaarden
onder meer de volgende gebieden: de opstelling van wetten en voorschriften voor de bescherming en het doen naleven van intellectuele eigendomsrechten, de voorkoming van misbruik van dergelijke rechten door de houders van rechten en de
Artikel 46
overtreding van dergelijke rechten door concurrenten, de vestiging en uitbreiding van nationale en regionale bureaus en andere organen, inclusief steun voor bij het doen naleven en
Bes c herm ing van intel lectu ele eige ndoms- bescherming betrokken regionale intellectuele eigendomsor-
re chten ganisaties, met inbegrip van de opleiding van personeel.
Artikel 47
1. Onverminderd hun standpunten in multilaterale bespre- kingen erkennen de partijen de noodzaak te zorgen voor een toereikend en doeltreffend niveau van bescherming van de
intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten en andere onder de TRIPs vallende rechten, inclusief bescherming van geografische aanduidingen, in overeenstemming met de internationale normen, met het oog op vermindering van
No r m ali s ati e en certifice ring
verstoringen van en belemmeringen voor de bilaterale handel. 1. De partijen komen overeen nauwer samen te werken op
het gebied van normalisatie, certificering en kwaliteitsborging om onnodige technische belemmeringen op te heffen en onderlinge verschillen op deze gebieden te verkleinen teneinde
2. In dit verband onderstrepen zij het belang van toetreding tot de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs) bij de WTO-Overeenkomst en
de handel te bevorderen.
tot het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD). In dit verband herbevestigen zij hun verbintenis krachtens de
aan de WTO-Overeenkomst gehechte Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (TBT-overeenkomst).
3. Zij zijn het eveneens eens over de noodzaak van toetreding tot alle internationale overeenkomsten inzake de
intellectuele, industriële en commerciële eigendom, zoals be- 2. De samenwerking op het gebied van normalisatie en
doeld in deel I van de TRIPs-Overeenkomst, in overeenstem- certificering heeft ten doel compatibele systemen tussen de
xxxx met hun ontwikkelingsniveau. partijen te bevorderen en omvat met name:
— maatregelen, in overeenstemming met de TBT-overeen- Artikel 49
komst, om een intensiever gebruik van internationale
technische voorschriften, normen en conformiteitsbeoor- delingsprocedures, inclusief sectorspecieke maatregelen, overeenkomstig het economische ontwikkelingsniveau
Ha n d el e n m i li e u
van de ACS-landen te bevorderen; 1. De partijen herbevestigen hun verbintenis tot bevorde- ring van de ontwikkeling van de internationale handel op
— samenwerking op het gebied van kwaliteitsbeheer en kwaliteitsborging in geselecteerde sectoren van belang voor de ACS-staten;
— steun voor initiatieven met betrekking tot capaciteitsop- bouw in de ACS-landen op gebieden zoals conformiteits- beoordeling, metrologie en normalisatie;
zodanige wijze dat wordt gezorgd voor een duurzaam en deugdelijk beheer van het milieu in overeenstemming met de internationale verdragen en toezeggingen op dit terrein en met inachtneming van hun respectieve ontwikkelingsniveaus. Zij komen overeen dat er bij het ontwerpen en de uitvoering van milieumaatregelen rekening moet worden gehouden met de bijzondere behoeften van de ACS-staten.
— de ontwikkeling van operationele banden tussen ACS- en Europese normalisatie-, conformiteitsbeoordelings- en certificeringsorganisaties.
2. Indachtig de beginselen van Rio en met het oog op versterking van de onderlinge verwevenheid van handel en milieu komen de partijen overeen hun samenwerking op dit terrein te verhogen. De samenwerking beoogt met name de totstandbrenging van een coherent nationaal, regionaal en internationaal beleid, versterking van met het milieu verband
3. De partijen verbinden zich ertoe om te zijner tijd de houdende kwaliteitscontroles van goederen en diensten en sluiting van overeenkomsten inzake onderlinge erkenning in de verbetering van milieuvriendelijke productiemethoden in sectoren van wederzijdse economisch belang te overwegen. relevante sectoren te verzekeren.
Artikel 48
Sa nitaire e n f y t os an itaire m aa tregel en
Artikel 50
Hand el en a r beids n o r m e n
1. De partijen erkennen het recht van elke partij op het treffen of doen naleven van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen die nodig zijn om het leven of de gezondheid van mens, dier of plant te beschermen, op voorwaarde dat deze maatregelen geen willekeurige discriminatie of verkapte beperking van de handel in het algemeen vormen. Daartoe herbevestigen zij hun verbintenissen krachtens de aan de WTO-Overeenkomst gehechte Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (de SPS-overeenkomst), met in-
1. De partijen herbevestigen hun gehechtheid aan de op internationaal vlak erkende fundamentele arbeidsnormen, zo- als omschreven in de respectieve IAO-Verdragen, en met name de vrijheid van vakvereniging en het recht op collectieve onderhandelingen, de afschaffing van dwangarbeid, de ophef- fing van de ergste vormen van kinderarbeid en non-discrimina- tie op het gebied van tewerkstelling.
achtneming van hun respectieve ontwikkelingsniveaus. 2. Zij komen overeen de samenwerking op dit gebied te
verhogen, met name op de volgende terreinen:
2. Voorts verbinden zij zich tot versterking van coördinatie, — informatie-uitwisseling over de respectieve arbeidswet- overleg en informatie ten aanzien van de kennisgeving en geving en -regelgeving;
toepassing van voorgestelde sanitaire en fytosanitaire maatre-
gelen, overeenkomstig de SPS-overeenkomst, wanneer deze
maatregelen afbreuk kunnen doen aan de belangen van een van beide partijen. Ook stemmen zij in met voorafgaand overleg en coördinatie in het kader van de Codex Alimentarius-
— de uitstippeling van nationale arbeidswetgeving en ver- sterking van de bestaande wetgeving;
— vormings- en bewustmakingsprogramma’s;
commissie, het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Vee- ziekten en het Internationaal Verdrag voor de Bescherming van Planten met het oog op bevordering van hun gemeen-
schappelijke belangen. — eerbiediging van de toepassing van de nationale arbeids- wetgeving en -regelgeving.
3. De partijen komen overeen hun samenwerking uit te
breiden met het oog op versterking van de capaciteit van de 3. De partijen komen overeen dat arbeidsnormen niet
openbare en de particuliere sector van de ACS-landen op dit mogen worden gebruikt voor protectionistische commerciële
gebied. doeleinden.
Artikel 51 3. Niets in deze Overeenkomst of in in het kader van deze Overeenkomst getroffen regelingen mag zo worden uitgelegd
C o nsum entenbel eid e n b e s ch erm ing v a n d e dat wordt verhinderd dat de partijen bij de toepassing van de
gezond hei d v a n d e c onsum e nt relevante bepalingen van hun belastingwetgeving onderscheid
maken tussen belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren, met name wat betreft hun verblijfplaats, of wat
1. De partijen komen overeen hun samenwerking op het betreft de plaats waar hun kapitaal is geïnvesteerd.
gebied van het consumentenbeleid en de bescherming van de
gezondheid van de consument te verhogen met inachtneming
van de nationale wetgevingen ter voorkoming van handels- HOOFDSTUK 6
belemmeringen.
Samenwerking op andere gebieden
2. De samenwerking heeft met name ten doel de institutio- Artikel 53
V i ss er ijo v eree nko m s t en
nele en technische capaciteit op dit gebied te verbeteren, snelle
alarmsystemen voor wederzijdse voorlichting over gevaarlijke producten tot stand te brengen, informatie en ervaringen uit
te wisselen over de totstandbrenging en het doen functioneren van toezicht na het op de markt brengen van producten en productveiligheid, de aan de consument verstrekte informatie over prijzen, kenmerken van producten en geboden diensten te verbeteren, het opzetten van onafhankelijke consumenten- verenigingen en contacten tussen vertegenwoordigers van de belangen van consumenten aan te moedigen, de compatibiliteit van consumentenbeleid en -systemen te verbeteren, kennis te geven van de uitvoering en samenwerking bij het onderzoek naar schadelijke of oneerlijke handelspraktijken te bevorderen en het geven van uitvoering aan exportverboden in de handel tussen partijen ten aanzien van goederen en diensten waarvan de afzet in het land van productie werd verboden.
Artikel 52
C l ausule inzak e u itslu iting v a n b elastingen
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 32, lid 1, van bijlage IV, geldt de meestbegunstigingsbehandeling toegekend overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst of een in het kader van deze Overeenkomst getroffen regeling niet voor belastingvoordelen die de partijen elkaar nu of in de toekomst verlenen op basis van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere belastin- gregelingen of nationale belastingwetgeving.
2. Niets in deze Overeenkomst of in in het kader van deze Overeenkomst getroffen regelingen mag zo worden uitgelegd dat het treffen of de uitvoering van maatregelen ter voorko- ming van belastingfraude of -ontwijking overeenkomstig de
1. De partijen verklaren hun bereidheid te onderhandelen
over visserijovereenkomsten die beogen duurzame en weder- zijds bevredigende voorwaarden voor visserijactiviteiten in de ACS-staten te waarborgen.
2. Bij de sluiting of tenuitvoerlegging van dergelijke over- eenkomsten passen de ACS-staten geen discriminatie toe jegens de Gemeenschap of tussen de lidstaten, onverminderd bijzondere regelingen tussen ontwikkelingslanden in hetzelfde geografisch gebied, inclusief visserijovereenkomsten op basis van wederkerigheid, en past de Gemeenschap geen discrimina- tie toe jegens de ACS-staten.
Artikel 54
Continuïte it v a n d e v oedselv oo r z ienin g
1. Met betrekking tot de beschikbare landbouwproducten verbindt de Gemeenschap zich ertoe de mogelijkheid te waarborgen tot voorafgaande vaststelling voor een langere termijn van de restituties bij export naar alle ACS-staten voor een reeks producten die wordt vastgesteld met inachtneming van de door deze staten kenbaar gemaakte voedselbehoeften.
2. De voorafgaande vaststelling geldt voor een jaar en wordt tijdens de geldigheidsduur van de Overeenkomst jaarlijks toegepast, met dien verstande dat het restitutieniveau zal worden vastgesteld overeenkomstig de gewoonlijk door de Commissie gevolgde methoden.
3. Specifieke overeenkomsten kunnen worden gesloten met de ACS-staten die hierom verzoeken in het kader van hun beleid inzake de continuïteit van de voedselvoorziening.
belastingbepalingen in overeenkomsten ter voorkoming van 4. De in lid 3 bedoelde specifieke overeenkomsten mogen
dubbele belastingheffing of andere belastingregelingen of na- de productie en de handelsstromen in de ACS-regio’s niet in
tionale belastingwetgeving wordt verhinderd. gevaar brengen.
DEEL 4
SAMENWERKING INZAKE ONTWIKKELINGSFINANCIERING
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 1 2. Bij de samenwerking wordt voorzien in een bijzondere behandeling voor de minst ontwikkelde ACS-landen en wordt
Doelstellingen, beginselen richtsnoeren en begunstigden
Artikel 55
rekening gehouden met de kwetsbaarheid van niet aan zee grenzende en insulaire ACS-landen. Voorts dient te worden voorzien in de specifieke behoeften van landen die zich in een situatie na een conflict bevinden.
Do el ste llinge n Artikel 57
De doelstellingen van samenwerking inzake ontwikkelingsfi- nanciering zijn het steunen en bevorderen, op basis van
R icht s noere n
wederzijds belang en in een geest van onderlinge afhankelijk- 1. Bij de uitvoering van de uit hoofde van de Overeenkomst heid, van de inspanningen van de ACS-staten om de doelstellin- gefinancierde activiteiten werken de ACS-staten en de Gemeen- gen van deze Overeenkomst te verwezenlijken, zulks door schap nauw samen, met inachtneming van de gelijkheid der toereikende financiële middelen en passende technische bij- partners.
stand te verstrekken.
2. De ACS-staten zijn verantwoordelijk voor:
Artikel 56 a) het vaststellen van de doelstellingen en prioriteiten waar-
P r incip es
op de indicatieve programma’s worden gebaseerd;
b) het selecteren van projecten en programma’s;
projecten en programma’s;
onderhandelingen en het gunnen van opdrachten;
c) het opstellen en presenteren van de dossiers voor de
d) het voorbereiden van aanbestedingen, het voeren van
1. De samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering wordt uitgevoerd op basis van en in overeenstemming met de door de ACS-staten op nationaal en regionaal niveau vastgestelde ontwikkelingsdoelstellingen, -strategieën en -prio- riteiten. Daarbij worden hun respectieve geografische, sociale en culturele kenmerken en hun specifieke vermogens in aanmerking genomen. Voorts geldt voor de samenwerking het
volgende:
e) de uitvoering en het beheer van projecten en program-
ma’s; en
a) de eigen plaatselijke inbreng, op alle niveaus, in het f) het onderhoud van projecten en programma’s. ontwikkelingsproces wordt bevorderd;
b) de samenwerking weerspiegelt een op wederzijdse rech- ten en plichten gebaseerd partnerschap;
c) de samenwerking benadrukt het belang van voorspelbaar- heid en zekerheid ten aanzien van de verstrekking van middelen, die op zeer gunstige voorwaarden en op permanente basis dient te geschieden;
d) de samenwerking is flexibel en toegesneden op de situatie van iedere ACS-staat en op het specifieke karakter van het betrokken project of programma; en
e) er wordt toegezien op efficiency, coördinatie en con-
3. Onverminderd bovenstaande bepalingen kunnen tevens niet-overheidsactoren worden belast met het indienen van voostellen voor en het uitvoeren van programma’s en projecten op gebieden die hen aangaan.
4. De ACS-staten en de Gemeenschap zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor:
a) het in het kader van de gezamenlijke instellingen vaststel- len van richtsnoeren voor de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering;
b) het vaststellen van de indicatieve programma’s;
sistentie. c) het evalueren van projecten en programma’s;
d) het waarborgen dat op gelijke voorwaarden kan worden e) actoren van de gedecentraliseerde samenwerking en an-
deelgenomen aan aanbestedingen en toegang wordt ver- dere niet-overheidsactoren uit de ACS-staten en de Ge-
kregen tot opdrachten; meenschap.
e) het uitoefenen van toezicht op en het verrichten van de
evaluatie van het effect en de resultaten van projecten en HOOFDSTUK 2
programma’s; en
f) het toezien op adequate, snelle en doeltreffende uitvoering van projecten en programma’s.
Toepassingsgebied en aard van de financiering
Artikel 59
5. De Gemeenschap is verantwoordelijk voor het nemen In het kader van de prioriteiten die door de betrokken ACS- van de financieringsbesluiten met betrekking tot de projecten staat of ACS-staten op nationaal of regionaal niveau zijn
en programma’s. vastgesteld, kan steun worden verleend voor projecten, pro-
xxxxxx’x en andere activiteiten die tot de verwezenlijking van
6. Tenzij in de Overeenkomst anders wordt bepaald, wordt ieder besluit dat door een van de partijen bij de Overeenkomst
de doelstellingen van de Overeenkomst bijdragen.
moet worden goedgekeurd, goedgekeurd of geacht te zijn Artikel 60
goedgekeurd binnen zestig dagen na de kennisgeving door de
andere partij. T o e p a s s i n g s g e b i e d v a n d e f i n a ncieri ng
Artikel 58
Begunstigd e n
1. Voor financiële steun uit hoofde van de Overeenkomst komen de volgende entiteiten en organisaties in aanmerking:
a) ACS-staten;
b) regionale of interstatelijke instanties waarvan een of meer ACS-staten deel uitmaken en die door deze staten zijn
Financiering kan worden verleend ter ondersteuning van onder meer, afhankelijk van de behoeften en van het meest wenselijk geachte type activiteiten:
a) maatregelen die bijdragen tot vermindering van de schul- denlast en de betalingsbalansproblemen van de ACS- staten;
b) macro-economische en structurele hervormingen en be- leid;
c) compensatie van de ongunstige gevolgen van instabiliteit van exportopbrengsten;
gemachtigd; en d) sectoraal beleid en sectorale hervormingen;
c) gemengde organen die door de ACS-staten en de Gemeen- e) institutionele ontwikkeling en capaciteitsopbouw; schap zijn opgericht om bepaalde specifieke doelstellin-
gen te verwezenlijken.
2. Met instemming van de betrokken ACS-staat of ACS- staten komen eveneens voor financiële steun in aanmerking:
f) programma’s voor technische samenwerking; en
g) humanitaire bijstand en noodhulp, met inbegrip van hulp aan vluchtelingen en ontheemden, spoedmaatregelen voor herstel en voorbereiding op rampen.
Artikel 61
a) nationale en/of regionale overheids- of semi-overheidsin- stanties, ministeries of plaatselijke autoriteiten van de
ACS-staten, en met name financiële instellingen en ont- Aar d v a n d e f ina nciering wikkelingsbanken uit de ACS-staten;
b) ondernemingen en andere particuliere organisaties en privaatrechtelijke lichamen uit de ACS-staten;
c) ondernemingen van een lidstaat van de Gemeenschap,
1. De financiering geschiedt onder meer in de volgende vormen:
a) projecten en programma’s;
ter aanvulling op hun eigen bijdrage, teneinde deze b) kredietlijnen, garantieregelingen en aandelenparticipatie; ondernemingen in staat te stellen productieve projecten
op te zetten op het grondgebied van een ACS-staat; c) begrotingssteun: hetzij rechtstreeks, voor de ACS-staten
met convertibele en vrij verhandelbare valuta, hetzij
d) financiële tussenpersonen uit de ACS of de Gemeenschap onrechtstreeks door het gebruik van tegenwaardefondsen
die particuliere investeringen in ACS-staten verstrekken, uit hoofde van de verschillende communautaire instru-
bevorderen en financieren; en menten;
d) menselijke en materiële middelen die noodzakelijk zijn b) een goed uitgewerkt macro-economisch of sectoraal
voor effectief beheer van en toezicht op projecten en beleid door het land zelf is ingesteld en door de belangrijk-
programma’s; ste donoren is goedgekeurd; en
c) overheidsopdrachten op open en transparante wijze
e) sectorale en algemene programma’s ter ondersteuning van de invoer, in de vorm van:
i) sectorale invoerprogramma’s in natura, onder meer door financiering van inputs voor het produc-
worden gegund.
3. Soortgelijke begrotingssteun wordt geleidelijk verstrekt voor sectoraal beleid ter vervanging van afzonderlijke pro- jecten.
tiestelsel en van benodigdheden om de sociale 4. Door middel van de hierboven omschreven invoerpro- dienstverlening te verbeteren; gramma’s en begrotingssteun kan tevens steun worden ver- leend aan begunstigde ACS-staten die hervormingen uitvoeren
ii) sectorale invoerprogramma’s in de vorm van in gedeelten vrijkomende deviezensteun ter financie-
die gericht zijn op intraregionale economische liberalisering en netto overgangskosten met zich meebrengen.
ring van sectorale invoer; en 5. De middelen die in het kader van de Overeenkomst ter financiering van projecten, programma’s en andere activiteiten
iii) algemene invoerprogramma’s in de vorm van in die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de gedeelten vrijkomende deviezensteun ter financie- Overeenkomst bijdragen worden ingezet, zijn het Europees ring van de algemene invoer van een grote verschei- Ontwikkelingsfonds (hierna „het Fonds” genoemd) met inbe- denheid aan producten. grip van tegenwaardefondsen, de resterende bedragen van eerdere Fondsen, de eigen middelen van de Europese In-
vesteringsbank (hierna „de Bank” genoemd), en waar toepasse-
2. Rechtstreekse begrotingssteun ter ondersteuning van
lijk middelen uit de begroting van de Europese Gemeenschap.
macro-economische of sectorale hervormingen wordt verleend 6. De middelen die uit hoofde van de Overeenkomst indien: worden verstrekt kunnen worden benut ter dekking van het
totaal van plaatselijke en externe uitgaven voor projecten en
a) het beheer van de overheidsuitgaven op transparante, programma’s, en ook voor de financiering van terugkerende
verantwoordelijke en doeltreffende wijze geschiedt; kosten.
TITEL II
FINANCIE¨ LE SAMENWERKING
HOOFDSTUK 1 Artikel 63
Financiële middelen Meth oden voor d e financi ering
Artikel 62
T o taalbed r ag
1. Het totale bedrag van de financiële steun van de Gemeen- schap voor de in de Overeenkomst omschreven doeleinden en de uitgewerkte voorwaarden voor de financiering zijn
De wijze waarop elk project of programma wordt gefinancierd, wordt door de betrokken ACS-staat of ACS-staten en de Gemeenschap in gemeenschappelijk overleg vastgesteld met inachtneming van:
opgenomen in de bijlagen bij de Overeenkomst. a) het ontwikkelingsniveau en de geografische, economische
en financiële situatie van deze staten;
2. Indien een ACS-staat de Overeenkomst niet bekrachtigt of deze opzegt, passen de partijen de bedragen van de in het Financieel Protocol vastgestelde financiële middelen aan. Deze aanpassing wordt ook toegepast:
a) bij toetreding tot de Overeenkomst van nieuwe ACS- staten die niet aan de onderhandelingen over de Overeen- komst hebben deelgenomen; en
b) bij uitbreiding van de Gemeenschap.
b) de aard van het project of programma, de vooruitzichten inzake de economische en financiële rentabiliteit van het project of programma en de sociale en culturele gevolgen ervan; en
c) in geval van een lening, de factoren waardoor de dienst van de lening wordt gewaarborgd.
Artikel 64 4. Het overleg en de coördinatie met de andere donoren en
Do orl e ning
1. Financiële steun kan worden verleend aan of via de betrokken ACS-staten ofwel, overeenkomstig het bepaalde in de Overeenkomst, door bemiddeling van financiële instellingen die voor steun in aanmerking komen, dan wel rechtstreeks aan
medefinanciers moet worden versterkt en uitgebreid door zo mogelijk kaderovereenkomsten inzake medefinanciering te sluiten; het beleid en de procedures voor de medefinanciering moeten worden herzien uit een oogpunt van efficiency en om optimale omstandigheden te waarborgen.
HOOFDSTUK 2
een andere begunstigde. Wanneer de financiële steun via een tussenpersoon aan de uiteindelijke begunstigde dan wel rechtstreeks aan de uiteindelijke begunstigde in de particuliere
sector wordt verstrekt:
a) worden de voorwaarden waaronder de middelen via
Xxxxx voor schuldverlichting en structurele aanpassing
de tussenpersoon aan de uiteindelijke begunstigde of Artikel 66
Steu n v oor sch u ld ver l icht ing
rechtstreeks aan de uiteindelijke begunstigde in de par- ticuliere sector worden verstrekt, vastgelegd in de finan- cierings- of de leningsovereenkomst; en
b) wordt een eventueel uit de doorleentransactie voor de tussenpersoon of uit de rechtstreekse kredietverstrekking voor de uiteindelijke begunstigde in de particuliere sector voortvloeiende financiële marge, na aftrek van de admi- nistratieve kosten, de financiële risico’s en de wisselkoers- risico’s en de kosten van de aan de uiteindelijke begunstig- de verstrekte technische bijstand, aangewend voor ont- wikkelingsdoeleinden onder de in de financierings- of de leningovereenkomst vastgestelde voorwaarden.
2. Wanneer de financiering geschiedt door een bemiddelen- de instelling die in de ACS-staten is gevestigd of daar actief is, dient deze instelling elk project te selecteren en te evalueren en
1. Teneinde de schuldenlast en de betalingsbalansproble- men van de ACS-staten te verlichten, komen de partijen overeen de middelen waarin deze Overeenkomst voorziet in te zetten als bijdrage tot internationaal overeengekomen initiatieven voor schuldverlichting ten behoeve van de ACS- staten. Voorts wordt per geval de benutting van niet vastgeleg- de middelen van eerdere indicatieve programma’s versneld door middel van de instrumenten voor snel uitkeerbare steun waarin de Overeenkomst voorziet. De Gemeenschap verbindt zich ertoe te onderzoeken hoe op de langere termijn andere middelen dan het Fonds kunnen worden benut ter ondersteu- ning van internationaal overeengekomen initiatieven voor schuldverlichting.
2. Op verzoek van een ACS-staat kan de Gemeenschap:
de daarvoor uitgetrokken middelen te beheren volgens de voorwaarden van deze Overeenkomst en in onderling overleg
tussen de partijen. a) bijstand verlenen voor het onderzoek naar en het vinden van concrete oplossingen voor schuldenlastproblemen,
Artikel 65
Med e financie ring
1. Op verzoek van de ACS-staten kunnen de financierings- middelen van de Overeenkomst worden aangewend voor medefinanciering, in het bijzonder met ontwikkelingsorgani-
zoals binnenlandse schulden en problemen in verband met de schuldendienst en de betalingsbalans;
b) opleidingsmogelijkheden bieden op het gebied van schuldenbeheer en internationale financiële onderhan- delingen, en steun verlenen voor workshops, cursussen en seminars met betrekking tot deze onderwerpen; en
technieken en instrumenten voor schuldenbeheer.
c) bijstand verlenen voor het ontwikkelen van flexibele
saties en -instellingen, lidstaten van de Gemeenschap, ACS- staten, derde landen dan wel internationale of particuliere financiële instellingen, ondernemingen of exportkredietinstel- lingen.
2. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de mogelijk- heid van medefinanciering, wanneer de deelname van de Gemeenschap andere financiële instellingen tot deelname aanmoedigt en deze financiering voor de betrokken ACS-staat tot een voordelig financieel pakket kan leiden.
3. Medefinanciering kan geschieden in de vorm van geza- menlijke of parallelle financiering. In elk afzonderlijk geval
3. De ACS-staten kunnen op een met de Commissie per geval overeen te komen wijze de in de Overeenkomst bedoelde beschikbare deviezen aanwenden voor de aflossing van schul- den die ontstaan zijn door leningen uit de eigen middelen van de Bank, speciale leningen en risicodragend kapitaal, zulks in overeenstemming met de vervaltermijnen van de schuld en ten hoogste voor het bedrag dat nodig is voor de betalingen in nationale valuta.
wordt de voorkeur gegeven aan de oplossing die de beste 4. Gezien de xxxxx van het probleem van de internationale
verhouding tussen kosten en effectiviteit biedt. Maatregelen schuldenlast en de gevolgen ervan voor de economische groei,
worden getroffen om de deelname van de Gemeenschap en verklaren de partijen zich bereid verder van gedachten te
van de overige medefinanciers te coördineren en harmoniseren, wisselen in het kader van de internationale besprekingen over
teneinde het aantal door de ACS-staten te volgen procedures het algemene probleem van de schuldenlast, onverminderd de
te beperken en deze procedures te versoepelen. specifieke besprekingen in de desbetreffende fora.
Artikel 67 6. Bij de voorbereiding en de evaluatie van en de financie- ringsbesluiten voor de programma’s voor structurele aanpas-
St eun v o o r s tructu rele aanp a s s ing sing worden de bepalingen van deze Overeenkomst betreffende
de uitvoeringsprocedures in acht genomen, en wordt rekening gehouden met de noodzaak van snelle uitkering van de steun
1. De Overeenkomst voorziet in steun voor de macro- voor structurele aanpassing. Per geval kan worden toegestaan economische en structurele hervormingen die door de ACS- dat een beperkt gedeelte van de invoer uit de ACS-staten of de staten worden uitgevoerd. De partijen zien er in dit verband Gemeenschap met terugwerkende kracht wordt gefinancierd. op toe dat de aanpassing economisch uitvoerbaar en politiek
en sociaal aanvaardbaar is. De steun wordt verleend in het
kader van een door de Gemeenschap en de betrokken ACS-
staat gezamenlijk verrichte beoordeling van de uitgevoerde of overwogen hervormingen op macro-economisch of sectoraal niveau, en dient een algehele evaluatie van de hervormingsin- spanningen mogelijk te maken. Een van de hoofdkenmerken van de steunprogramma’s is dat de hulp snel beschikbaar moet zijn.
2. De ACS-staten en de Gemeenschap erkennen dat het opzetten van regionale hervormingsprogramma’s moet wor- den aangemoedigd en dat bij het opstellen en uitvoeren van nationale programma’s rekening dient te worden gehouden met regionale activiteiten die van invloed zijn op de nationale ontwikkeling. De steun voor structurele aanpassing moet daartoe tevens:
a) vanaf het begin van de situatiebeoordeling maatregelen omvatten ter aanmoediging van regionale integratie en ter inachtneming van de gevolgen van grensoverschrijdende aanpassingen;
7. Bij de tenuitvoerlegging van elk steunprogramma wordt erop toegezien dat het bedrijfsleven van de ACS op zo ruim en transparant mogelijke wijze toegang krijgt tot de middelen van het programma en dat de aanbestedingsprocedures worden afgestemd op de administratieve en commerciële praktijk in de betrokken staat, terwijl voor in te voeren goederen een optimale prijs/kwaliteitverhouding en met betrekking tot de harmonisatie van de procedures voor het verlenen van steun voor structurele aanpassing de nodige samenhang met de op internationaal niveau verwezenlijkte vooruitgang wordt gewaarborgd.
HOOFDSTUK 3
Steun bij fluctuerende exportopbrengsten
b) steun bieden voor harmonisatie en coördinatie van het Artikel 68
macro-economisch en sectoraal beleid, met inbegrip van
de belasting- en douanestelsels, met als tweeledig doel regionale integratie en structurele hervorming op natio-
naal niveau; en
c) de gevolgen van de netto overgangskosten van de regiona- le integratie in de begrotingsmiddelen en op de betalings- balans in acht nemen, door middel van algemene invoer- programma’s of door middel van begrotingssteun.
3. Alle ACS-staten die hervormingen op macro-economisch of sectoraal gebied uitvoeren of overwegen komen in aanmer- king voor steun voor structurele aanpassing, met inachtneming
1. De partijen erkennen dat instabiliteit van de exportop-
xxxxxxxxx, met name ten aanzien van de landbouw en de mijnbouw, de ontwikkeling van de ACS-staten negatief kan beïnvloeden en de verwezenlijking van hun ontwikkelingsdoe- len in gevaar kan brengen. Derhalve wordt binnen het budget voor steun voor de langetermijnontwikkeling een stelsel voor aanvullende steun opgezet teneinde de negatieve effecten van eventuele instabiliteit van de exportopbrengsten, onder meer voor de landbouw en de mijnbouw, te reduceren.
van de regionale context, de doeltreffendheid van de hervor- 2. De in gevallen van kortdurende fluctuaties van de mingen en de mogelijke gevolgen voor de economische, exportopbrengsten te verlenen steun heeft ten doel het veilig- sociale en politieke dimensie van de ontwikkeling en tevens stellen van macro-economische en sectorale hervormingen en gelet op de economische en sociale problemen van die staten. beleid op die gebieden, die door de terugval van de opbrengsten
gevaar lopen, en het reduceren van de negatieve effecten van
4. ACS-staten die hervormingsprogramma’s opzetten die worden erkend en gesteund door in ieder geval de voornaamste multilaterale donoren, of overeengekomen zijn met die dono- ren maar door hen niet noodzakelijkerwijs financieel worden
instabiliteit van de exportopbrengsten, met name wat betreft landbouw- en mijnbouwproducten.
gesteund, worden geacht automatisch te hebben voldaan aan 3. De zeer sterke afhankelijkheid van de economieën van de voorwaarden voor het verkrijgen van steun voor aanpassing. de ACS-staten van de export, met name die van landbouw- en
mijnbouwproducten, moet in aanmerking worden genomen bij de toewijzing van middelen in het toepassingsjaar. In dit
5. De steun voor structurele aanpassing wordt op flexibele verband wordt de minst ontwikkelde, de niet aan zee grenzende
wijze ter beschikking gesteld in de vorm van sectorale en en de insulaire ACS-staten de meest gunstige behandeling
algemene invoerprogramma’s of begrotingssteun. verleend.
4. Op de verstrekking van de aanvullende middelen zijn de a) microprojecten op lokaal niveau die in economisch en
specifieke procedures van toepassing van het steun- sociaal opzicht een weerslag hebben op het leven van
mechanisme dat in bijlage II (Financieringsvoorwaarden) is de bevolking, aan een geconstateerde en aangetoonde
omschreven.
5. De Gemeenschap verleent tevens steun voor marktcon- forme verzekeringsregelingen die bestemd zijn voor ACS-
prioritaire behoefte beantwoorden en op initiatief en met actieve deelname van de begunstigde lokale gemeenschap worden uitgevoerd; en
staten die zich tegen de risico’s van fluctuaties van de b) gedecentraliseerde samenwerking, met name wanneer exportopbrengsten wensen te beschermen. daarbij de inspanningen en middelen van gedecentra- liseerde organisaties uit de ACS-staten en equivalente
HOOFDSTUK 4
Steun voor sectoraal beleid
Artikel 69
1. De samenwerking ondersteunt door middel van de diverse instrumenten en procedures waarin de Overeenkomst voorziet:
organisaties uit de Gemeenschap gecombineerd worden. Dankzij deze vorm van samenwerking kunnen vaardighe- den, innoverende werkmethoden en middelen van de actoren van de gedecentraliseerde samenwerking in dienst worden gesteld van de ontwikkeling van de ACS-staat.
Artikel 71
a) sociaal-economisch sectoraal beleid en sectorale hervor- 1. Microprojecten en ontwikkelingsactiviteiten in het kader mingen; van de gedecentraliseerde samenwerking kunnen worden
b) maatregelen ter intensivering van de activiteit van de productiesector en van het concurrentievermogen van de exportsector;
gesteund met gebruikmaking van de financiële middelen in het
kader de Overeenkomst. Projecten of programma’s die onder deze vorm van samenwerking vallen, kunnen al dan niet gerelateerd zijn aan programma’s in de concentratiesectoren
c) maatregelen tot uitbreiding van de dienstverlening van de van de indicatieve programma’s, maar kunnen ook een metho-
sociale sector; en de zijn om de specifieke doelstellingen van het indicatieve
d) thematische vraagstukken en vraagstukken met een dwarsverband.
2. De steun wordt op gepaste wijze verleend door middel van:
programma te bereiken, of het resultaat van initiatieven van plaatselijke gemeenschappen of gedecentraliseerde instanties.
2. Aan de financiering van microprojecten en gedecentra- liseerde samenwerking wordt een bijdrage geleverd door het
a) sectorale programma’s Fonds, die in beginsel niet meer mag bedragen dan drie vierde
b) begrotingssteun;
c) investeringen;
van de totale kosten van ieder project en de in het indicatieve programma gestelde limiet niet mag overschrijden. Het resterende gedeelte wordt als volgt gefinancierd:
d) wederopbouw; a) voor microprojecten: door de betrokken lokale gemeen-
e) opleiding;
schap, die afhankelijk van haar mogelijkheden bijdragen levert in natura, in de vorm van dienstverlening of in
f) technische bijstand; en contant geld;
g) institutionele steun.
b) door de actoren van de gedecentraliseerde samenwerking, mits de door hen ingebrachte financiële, technische,
HOOFDSTUK 5 materiële en andere middelen als regel niet minder bedragen dan 25% van de geraamde kosten van het
Microprojecten en gedecentraliseerde samenwerking project of programma; en
Artikel 70 c) in uitzonderlijke gevallen door de betrokken ACS-staat,
Teneinde tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoeften van de plaatselijke gemeenschappen en om alle actoren van de gedecentraliseerde ontwikkeling die een bijdrage kunnen leveren aan de autonome ontwikkeling van de ACS-staten aan
via een financiële bijdrage, beschikbaarstelling van infra- structuurvoorzieningen of via dienstverlening.
te moedigen initiatieven te ontplooien, steunt de samenwer- 3. Voor de in het kader van microprojecten of gedecentra-
king dergelijke ontwikkelingsactiviteiten, binnen het kader dat liseerde samenwerking gefinancierde projecten en program-
bepaald is door de wet- en regelgeving van de betrokken ACS- ma’s gelden de procedures die zijn vastgesteld in de Overeen-
staten en de bepalingen van het indicatieve programma. In komst, met name die waarnaar in meerjarenprogramma’s naar
deze context steunt de samenwerking: wordt verwezen.
HOOFDSTUK 6 4. Dezelfde steun als hierboven wordt bedoeld kan worden verleend aan ACS-staten die vluchtelingen of repatrianten
Humanitaire bijstand en spoedhulp
opvangen, teneinde te voorzien in dringende behoeften waarin niet is voorzien door de spoedhulp.
Artikel 72 5. Gezien de ontwikkelingsdoelstelling van de overeenkom- stig dit artikel verstrekte hulp, kan de hulp op verzoek van de
1. Humanitaire hulp en spoedhulp worden verleend aan de bevolking van ACS-staten die geconfronteerd worden met ernstige economische en sociale moeilijkheden van uitzonder-
betrokken staat in uitzonderlijke gevallen worden gebruikt samen met de kredieten van het indicatieve programma.
lijke aard die het gevolg zijn van natuurrampen, door de mens 6. Humanitaire hulpacties en spoedhulpacties worden uit- veroorzaakte crises, zoals oorlogen en andere conflicten, of gevoerd op verzoek van het ACS-land dat door een crisissitua- buitengewone omstandigheden met vergelijkbare gevolgen. tie is getroffen, door de Commissie, door internationale Deze humanitaire hulp en spoedhulp worden verleend zo lang organisaties of door lokale of internationale niet-overheidsor-
als noodzakelijk is om te voorzien in de urgente behoeften die ganisaties. Xxxxxx en uitvoering van deze steun geschieden
van dergelijke omstandigheden het gevolg zijn. volgens procedures die soepel, snel en effectief ingrijpen
mogelijk maken. De Gemeenschap treft de nodige maatregelen
2. Humanitaire bijstand en spoedhulp worden uitsluitend verleend volgens de behoeften en belangen van de slachtoffers van rampen en in overeenstemming met de beginselen van het internationale humanitaire recht. In het bijzonder mag er geen
om een snel ingrijpen ter ondervanging van de noodsituatie te
vergemakkelijken.
sprake zijn van discriminatie van slachtoffers op grond van Artikel 73
ras, etnische afkomst, godsdienst, geslacht, leeftijd, nationaliteit
of politieke overtuiging, en dienen de vrije toegang tot en de
bescherming van slachtoffers, alsmede de veiligheid van de 1. Activiteiten die na de urgentiefase worden ondernomen hulpverleners en hun uitrusting, te worden gewaarborgd. met het oog op materiële en sociale rehabilitatie na natuurram-
pen of buitengewone omstandigheden met vergelijkbare gevol-
3. Het doel van humanitaire bijstand en spoedhulp is:
gen, kunnen door de Gemeenschap uit hoofde van de Overeen-
komst gefinancierd worden. Deze activiteiten moeten met effectieve en flexibele mechanismen worden uitgevoerd en
a) redden van mensenlevens tijdens en onmiddellijk na zijn bedoeld om de overgang tussen de urgentiefase en de
crisissituaties veroorzaakt door natuurrampen, conflicten ontwikkelingsfase te vergemakkelijken, de sociaal-economi- of oorlogen; sche herintegratie van de getroffen bevolkingsgroepen te bevorderen, de oorzaken van de crisis zoveel mogelijk weg te
b) bijdragen tot de financiering en verzending van humani- nemen, de instellingen te versterken en de eigen inbreng van
taire hulp en de directe toegang daartoe van degenen plaatselijke en nationale actoren in de formulering van een voor wie deze bestemd is, met gebruikmaking van alle duurzaam ontwikkelingsbeleid voor het betrokken ACS-land beschikbare logistieke middelen; te stimuleren.
c) maatregelen voor herstel op korte termijn en wederop-
bouw, teneinde de getroffen bevolkingsgroepen opnieuw 2. Kortlopende noodhulpactiviteiten kunnen slechts in uit- een minimum aan sociaal-economische integratie te zonderlijke omstandigheden worden gefinancierd uit het EOF, kunnen bieden en zo snel mogelijk de voorwaarden te indien financiering van de bijstand uit de begroting van de scheppen voor hervatting van de ontwikkeling overeen- Gemeenschap niet mogelijk is.
komstig de doelstellingen voor de lange termijn die door
het betrokken ACS-land zijn bepaald;
d) een oplossing vinden voor de behoeften die zijn ontstaan HOOFDSTUK 7
door de verplaatsing van personen (vluchtelingen, ont-
heemden en repatrianten) als gevolg van rampen van
natuurlijke of menselijke oorsprong, teneinde zo lang als Steun voor investeringen en ontwikkeling van de particu-
noodzakelijk is te kunnen voorzien in alle behoeften van liere sector
vluchtelingen en ontheemden (ongeacht hun verblijf- plaats) en hun vrijwillige repatriëring en herintegratie in
hun land van herkomst te bevorderen; en Artikel 74
e) de ACS-staten helpen bij het instellen of verbeteren van
mechanismen voor rampenpreventie en voorbereiding De samenwerking steunt door middel van financiële en
op natuurrampen, met inbegrip van systemen voor technische bijstand het beleid en de strategieën voor investerin-
voorspelling en vroegtijdige waarschuwing, teneinde de gen en de ontwikkeling van de particuliere sector, een en ander
gevolgen van dergelijke rampen te reduceren. als bepaald in deze Overeenkomst.
Artikel 75 ii) analyse en periodieke verstrekking aan de betrokken instanties van gegevens over alle vraagstukken die
B e vord ering van inve s te ringen verband houden met de betrekkingen tussen de
particuliere sector in ACS en EU in het kader van de
De ACS-staten, de Gemeenschap en haar lidstaten, elk binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden, erkennen het belang van particuliere investeringen voor de bevordering van hun ontwikkelingssamenwerking en de noodzaak maatregelen
Overeenkomst, of meer in het algemeen met de economische betrekkingen tussen de Gemeenschap en de ACS-staten; en
te treffen om deze investeringen te stimuleren. Daartoe iii) analyse en periodieke verstrekking aan de betrokken ondernemen zij het volgende: instanties van gegevens over specifieke problemen
a) zij nemen maatregelen om particuliere investeerders die zich naar de doelstellingen en de prioriteiten van de ontwikkelingssamenwerking tussen ACS en EG, alsmede naar de vigerende wetten en voorschriften voegen, aan te moedigen aan hun ontwikkelingsinspanningen deel te nemen;
b) zij treffen maatregelen en voorzieningen die bijdragen tot totstandbrenging en handhaving van een voorspelbaar en veilig investeringsklimaat en sluiten overeenkomsten ter verbetering van dit klimaat;
van sectorale aard met betrekking tot onder meer
regionale of subregionale bedrijfstakken of product- typen.
Artikel 76
Financie ring en onde rsteuning v a n inv este- r ingen
c) zij stimuleren dat de particuliere sector van de EU 1. De samenwerking voorziet in langlopende financiële investeert in en specifieke bijstand verleent aan particu- middelen, met inbegrip van risicodragend kapitaal, teneinde liere ondernemingen in de ACS-landen in het kader van de groei in de particuliere sector te helpen stimuleren en samenwerking tussen ondernemingen en partner- binnenlands en buitenlands kapitaal voor dit doel te helpen schappen; mobiliseren. Daartoe worden in het kader van de samenwer-
king voorzieningen getroffen voor:
d) zij vereenvoudigen de totstandkoming van partnerschap- pen en gezamenlijke ondernemingen door het stimuleren
van medefinanciering; a) niet-terugvorderbare steun ten behoeve van financiële en technische bijstand ter ondersteuning van beleidshervor-
e) zij sponsoren fora inzake sectorale investeringen teneinde partnerschappen en buitenlandse investeringen te stimu- leren;
f) zij steunen de inspanningen van de ACS-staten om financiering aan te trekken, waarbij bijzondere nadruk wordt gelegd op particuliere financiering van investerin- gen in infrastructuur en van infrastructuur die opbreng- sten genereert die voor de particuliere sector cruciaal is;
g) zij steunen de versterking van de capaciteit van nationale instanties en instellingen voor de stimulering van investe- ringen die zich bezighouden met stimulering en vereen- voudiging van buitenlandse investeringen;
h) zij verspreiden informatie over investeringsmogelijkhe- den en het ondernemingsklimaat in de ACS-staten; en
ming, ontwikkeling van het menselijk potentieel, institu- tionele capaciteitsopbouw of andere vormen van institu- tionele steun voor specifieke investeringen, maatregelen ter vergroting van het concurrentievermogen van onder- nemingen en ter versterking van de capaciteiten van particuliere financiële en niet-financiële tussenpersonen, vereenvoudiging en stimulering van investeringen en activiteiten ter verbetering van het concurrentievermogen;
b) advies ten behoeve van het scheppen van een gunstig investeringsklimaat en een informatiebasis om kapitaal- stromen te leiden en te stimuleren;
c) risicodragend kapitaal voor investeringen in kapitaal of semikapitaal, garanties ter ondersteuning van binnenland- se en buitenlandse particuliere investeringen, alsmede leningen of kredietlijnen volgens de voorwaarden van
i) zij bevorderen de dialoog in het particuliere bedrijfsleven bijlage II (Financieringsvoorwaarden) bij deze Overeen- op nationaal en regionaal niveau en tussen ACS en EU, komst; en
met name door middel van een ACS-EU-forum voor het
particuliere bedrijfsleven. De steun voor de activiteiten
van het ACS-EU-forum voor het particuliere bedrijfsleven d) leningen uit de eigen middelen van de Bank. beoogt de volgende doelstellingen:
i) vergemakkelijking van de dialoog binnen de particu-
liere sector in ACS en EU en tussen de particuliere 2. Leningen uit de eigen middelen van de Bank worden
sector in ACS en EU en de instanties die bij de verstrekt overeenkomstig haar statuten en de in bijlage II bij
Overeenkomst zijn ingesteld; deze Overeenkomst genoemde voorwaarden en regelingen.
Artikel 77 ciële risico’s voor investeerders te reduceren (onder meer garantiefondsen, regelgevende organen, arbitragemechanis-
I n v e steringsgaran ties men en rechtsstelsels om de bescherming te verbeteren van
investeringen die bijdragen tot verbetering van het stelsel van
1. Investeringsgaranties worden voor de ontwikkelingsfi-
exportkredieten).
nanciering een steeds belangrijker instrument, omdat daarme- 4. De samenwerking biedt deze steun op grond van de de de aan een project verbonden risico’s kunnen worden complementaire en toegevoegde waarde, voor particuliere teruggedrongen en particuliere kapitaalstromen kunnen wor- en/of overheidsinitiatieven, en indien mogelijk in partnerschap den gestimuleerd. De samenwerking dient daarom de beschik- met particuliere en/of overheidsorganisaties. In het kader van baarheid en het gebruik van risicoverzekering te bevorderen, het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelings- teneinde met dit risicoverminderende instrument het vertrou- financiering verrichten de ACS en de EG een gezamenlijke
xxx xxx xx investeerders in de ACS-staten te stimuleren. studie van het voorstel om een ACS-EG-Garantieagentschap in
te stellen voor de verstrekking en het beheer van programma’s
2. In het kader van de samenwerking worden garanties verstrekt en wordt door middel van garantiefondsen bijgedra- gen tot het dekken van de risico’s van voor deze steun in
voor investeringsgaranties.
Artikel 78
aanmerking komende investeringen. Specifiek wordt in het Besche rmin g v an inv es t eringen kader van de samenwerking steun verleend voor:
1. De ACS-staten en de Gemeenschap en haar lidstaten,
a) herverzekeringsregelingen om buitenlandse rechtstreekse elk binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden, investeringen van daarvoor in aanmerking komende bevestigen de noodzaak om de investeringen van elke partij investeerders te dekken: tegen juridische onzekerheid en op hun respectieve grondgebieden te bevorderen en te bescher- de grote risico’s van onteigening, beperkingen op de men en onderstrepen dat daartoe in wederzijds belang overeen- overdracht van deviezen, oorlog en binnenlandse on- komsten dienen te worden gesloten inzake bevordering en lusten en contractbreuk. Investeerders kunnen hun pro- bescherming van investeringen, die ook als grondslag kunnen jecten verzekeren tegen elke mogelijke combinatie van de dienen voor verzekerings- en garantiestelsels.
vier typen dekking;
b) garantieprogramma’s voor risicodekking, in de vorm van gedeeltelijke garanties voor de financiering van schulden. Zowel gedeeltelijke risicogaranties als gedeeltelijke kredietgaranties zijn beschikbaar; en
c) nationale en regionale garantiefondsen, met medewerking van in het bijzonder binnenlandse financiële instellingen of investeerders, teneinde de ontwikkeling van de finan- ciële sector te stimuleren.
3. De samenwerking biedt tevens steun voor capaciteitsop-
2. Teneinde meer Europese investeringen aan te trekken voor door de ACS-staten gestarte ontwikkelingsprojecten die voor hen van bijzonder belang zijn, kunnen de Gemeenschap en de lidstaten enerzijds en de ACS-staten anderzijds ook overeenkomsten sluiten betreffende specifieke projecten van wederzijds belang wanneer de Gemeenschap en Europese bedrijven in de financiering daarvan bijdragen.
3. De partijen komen tevens overeen, met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en haar lidstaten, in de overeenkomsten inzake economisch partnerschap algemene beginselen inzake de bescherming en bevordering van investeringen op te nemen, overeenkomstig
bouw, institutionele steun en deelneming in de basisfinancie- de beste resultaten die zijn overeengekomen in de desbetreffen-
ring van nationale en/of regionale initiatieven om de commer- de internationale fora, dan wel bilateraal.
TITEL III
TECHNISCHE SAMENWERKING
Artikel 79 ten waarvoor zij is opgezet, de overdracht van kennis verge- makkelijken en de nationale en regionale capaciteit versterken. De technische samenwerking moet bijdragen tot de verwezen-
1. Technische samenwerking moet de ACS-staten helpen hun nationaal en regionaal menselijk potentieel beter te benutten en hun voor het succes van de ontwikkeling cruciale instellingen op duurzame wijze te ontwikkelen; middelen hiertoe zijn onder meer versterking van adviesbureaus en
-organisaties in de ACS-staten, alsmede uitwisselingsregelingen voor adviseurs uit bedrijven in ACS en EU.
2. Bovendien moet technische samenwerking een gunstige
lijking van de doeleinden van projecten en programma’s, onder meer door versterking van de managementcapaciteit van de nationale en regionale ordonnateurs. De technische bijstand moet:
a) vraaggestuurd opereren, wat wil zeggen dat bijstand uitsluitend wordt verleend op verzoek van de betrokken ACS-staat of ACS-staten en moet zijn aangepast aan de
kostenbatenverhouding te zien geven, voldoen aan de behoef- behoeften van de begunstigde;
b) de inspanningen van de ACS-staten om hun behoeften te h) voorzien in actieprogramma’s voor de langetermijnont-
formuleren aanvullen en ondersteunen;
c) worden onderworpen aan toezicht en follow-up teneinde de effectiviteit te waarborgen;
d) bevorderen dat door deskundigen, adviesbureaus en
wikkeling van instellingen en menselijk potentieel als integrerend onderdeel van de planning van projecten en programma’s, waarbij de financiële vereisten in acht moeten worden genomen;
i) gericht zijn op versterking van het vermogen van de ACS- staten om de eigen expertise op te bouwen; en
instellingen voor onderwijs en onderzoek uit de ACS j) bijzondere aandacht schenken aan het uitbreiden van wordt geparticipeerd in door het Fonds gefinancierde de mogelijkheden van de ACS-staten inzake planning, opdrachten, en methoden vaststellen om gekwalificeerd uitvoering en evaluatie van projecten en programma’s en nationaal en regionaal personeel te betrekken bij projec- inzake budgetbeheer.
ten van het Fonds;
e) bevorderen dat nationaal leidinggevend personeel van de ACS in een adviserende functie wordt gedetacheerd bij een instelling van het eigen land, een buurland of een regionale organisatie;
f) erop gericht zijn de beperkingen en mogelijkheden van het nationale en regionale arbeidspotentieel beter te onderkennen en een register op te stellen van deskun- digen, consulenten en adviesbureaus in de ACS-staten die
3. Technische bijstand kan worden verleend op alle samen- werkingsterreinen binnen het toepassingsgebied van deze Overeenkomst. De samenwerkingsactiviteiten moeten breed van toepassing en van opzet zijn en worden aangepast aan de behoeften van de ACS-staten.
4. Technische samenwerking kan specifiek of algemeen zijn. Het ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwik- kelingsfinanciering stelt richtsnoeren op voor de tenuitvoerleg- ging van de technische samenwerking.
Artikel 80
kunnen worden aangetrokken voor de uitvoering van door het Fonds gefinancierde projecten en programma’s;
g) technische bijstand tussen de ACS-staten onderling onder-
Teneinde de uittocht van gekwalificeerd personeel uit de ACS- staten tegen te gaan, verleent de Gemeenschap desgewenst
steunen, ter bevordering van de uitwisseling tussen bijstand aan de ACS-staten om de terugkeer van in ontwikkelde
de ACS-staten van deskundigheid op het gebied van landen verblijvende gekwalificeerde onderdanen van de ACS-
technische bijstand en management en van beroepsvaar- staten te bevorderen, door middel van passende maatregelen
digheden; om repatriëring te stimuleren.
TITEL IV
PROCEDURES EN BEHEERSSYSTEMEN
Artikel 81 Artikel 83
P r o c edu res ACS- EG-Comité v o or s a xxxxxx xxxx i n zake
De beheersprocedures moeten doorzichtig en gemakkelijk toe te passen zijn en moeten de decentralisatie van de taken en
o ntwik kelin g sfinanci ering
verantwoordelijkheden mogelijk maken. De tenuitvoerlegging 1. De Raad van Ministers onderzoekt tenminste eenmaal van de ACS-EU-ontwikkelingssamenwerking moet openstaan per jaar of de doelstellingen van de samenwerking inzake voor niet-overheidsactoren op gebieden waarop zij actief zijn. ontwikkelingsfinanciering worden verwezenlijkt en tevens De gedetailleerde procedurele bepalingen voor de programme- welke algemene en specifieke problemen zich daarbij voor- ring, voorbereiding, tenuitvoerlegging en het beheer van de doen. Te dien einde wordt in het kader van de Raad van financiële en technische samenwerking zijn in bijlage IV Ministers een ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer ontwikkelingsfinanciering, hierna ACS-EG-Comité genoemd, vastgelegd. De ACS-EU-Raad van Ministers kan deze bepalin- opgericht.
gen op basis van een aanbeveling van het ACS-EG-Comité
nieuw onderzoeken en wijzigen.
voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering op- 2. Het ACS-EG-Comité is onder meer met de volgende
Artikel 82
M e t d e u it voering b e laste a mbtenar e n
Voor de tenuitvoerlegging van de financiële en technische samenwerking in het kader van deze Overeenkomst worden
taken belast:
a) ervoor zorgen dat de doelstellingen en beginselen van de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering worden verwezenlijkt en vaststellen van algemene richtsnoeren voor de daadwerkelijke en tijdige tenuitvoerlegging
ambtenaren aangewezen die met de uitvoering daarvan zijn daarvan; belast. Uitvoerige bepalingen in verband met de verantwoorde-
lijkheden van de met de uitvoering belaste ambtenaren zijn in bijlage IV inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en
b) bestuderen van problemen die bij de tenuitvoerlegging van de activiteiten inzake ontwikkelingssamenwerking
het beheer vastgelegd. kunnen rijzen en voorstellen van passende maatregelen;
c) herzien van de bijlagen bij de Overeenkomst om ervoor Gemeenschap of hun gemachtigden. Het komt tenminste
te zorgen dat zij voortdurend relevant blijven en aanbeve- eenmaal per jaar en telkens wanneer één der partijen daarom
len van alle passende maatregelen aan de Raad van verzoekt, bijeen op het niveau van de ministers. Ministers met het oog op de goedkeuring daarvan; en
d) bestuderen van de activiteiten die in het kader van de Overeenkomst worden ontplooid ter verwezenlijking van de doelstellingen inzake het bevorderen van de ontwikkeling van de particuliere sector en particuliere investeringen en van de activiteiten van de Investeringsfa- ciliteit.
3. Het ACS-EG-Comité vergadert om de drie maanden en
4. De Raad van Ministers stelt het reglement van orde van het ACS-EG-Comité vast en met name de wijze van vertegenwoordiging en het aantal leden van het Comité, de wijze waarop zij hun besprekingen voeren en de wijze waarop het voorzitterschap wordt uitgeoefend.
5. Het ACS-EG-Comité kan vergaderingen van deskundigen beleggen om de oorzaken te bestuderen van eventuele knelpun- ten of moeilijkheden die een doeltreffende tenuitvoerlegging van de ontwikkelingssamenwerking belemmeren. Deze des-
bestaat op basis van pariteit uit door de Raad van Ministers kundigen leggen het Comité aanbevelingen voor om deze
aangewezen vertegenwoordigers van de ACS-staten en van de knelpunten of moeilijkheden uit de weg te ruimen.
DEEL 5
ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE DE MINST ONTWIKKELDE, NIET AAN ZEE GREN- ZENDE EN INSULAIRE ACS-STATEN
HOOFDSTUK 1 e) de tenuitvoerlegging van voedselstrategieën en geïnte- greerde ontwikkelingsprogramma’s.
Algemene bepalingen
Artikel 84
1. Om de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en
HOOFDSTUK 2
Minst ontwikkelde ACS-staten
Artikel 85
insulaire ACS-staten in staat te stellen ten volle profijt te trekken van de door de Overeenkomst geboden mogelijkheden en hun ontwikkelingstempo te versnellen, moet de samenwer-
king een speciale behandeling bieden voor de minst ontwikkel- 1. Voor de minst ontwikkelde ACS-staten geldt een bijzon- de ACS-landen en terdege rekening houden met de kwetsbaar- dere behandeling teneinde hen te helpen de ernstige economi- heid van de niet aan zee grenzende en insulaire ACS-staten. Er sche en sociale moeilijkheden die hun ontwikkeling in de moet bovendien rekening worden gehouden met de behoeften weg staan, te overwinnen zodat zij hun ontwikkelingstempo van landen waar conflicten hebben gewoed. kunnen versnellen.
2. Afgezien van de specifieke maatregelen en bepalingen voor de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire staten in de verschillende hoofdstukken van de Overeenkomst, wordt ten aanzien van deze groepen en de landen waar conflicten hebben gewoed bijzondere aandacht geschonken aan:
a) de versterking van de regionale samenwerking;
2. De lijst van minst ontwikkelde landen is in bijlage VI opgenomen. Deze lijst kan bij besluit van de Raad van Ministers worden gewijzigd:
a) indien een derde land dat zich in een vergelijkbare situatie bevindt, tot de Overeenkomst toetreedt; en
b) indien de economische situatie van een van de ACS- staten een belangrijke en blijvende wijziging ondergaat waardoor deze staat bij de groep van minst ontwikkelde
b) de vervoers- en communicatie-infrastructuur; ACS-staten moet worden ingedeeld of zijn indeling bij
deze groep niet langer verantwoord is.
c) de doelmatige exploitatie van de rijkdommen van de zee en de afzet van deze producten alsook, wat de niet aan zee grenzende landen betreft, de binnenvisserij;
Artikel 86
d) met betrekking tot de structurele aanpassing, aan het De bepalingen die voor de minst ontwikkelde ACS-staten zijn
ontwikkelingspeil van deze landen en, bij de uitvoering, aangenomen, zijn vastgelegd in de volgende artikelen: 2, 29,
aan het sociale aspect van de aanpassing; 32, 35, 37, 56, 68, 84, 85.
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4
Niet aan zee grenzende ACS-staten Insulaire ACS-staten
Artikel 87 Artikel 89
1. Er worden specifieke bepalingen en maatregelen vastge- 1. Er worden specifieke bepalingen en maatregelen vastge-
steld om de niet aan zee grenzende ACS-staten te steunen in steld om de insulaire ACS-staten te steunen in hun streven de hun streven de geografische moeilijkheden en belemmeringen natuurlijke en geografische moeilijkheden en andere belem- die hun ontwikkeling in de weg staan, te overwinnen zodat zij meringen die hun ontwikkeling in de weg staan, te overwinnen
hun ontwikkelingstempo kunnen versnellen. zodat zij hun ontwikkelingstempo kunnen versnellen.
2. De lijst van niet aan zee grenzende ACS-staten is in 2. De lijst van insulaire ACS-staten is in bijlage VI opgeno- bijlage VI opgenomen. Deze lijst kan bij besluit van de Raad men. Deze lijst kan bij besluit van de Raad van Ministers van Ministers worden gewijzigd wanneer een derde land dat worden gewijzigd wanneer een derde land dat zich in een
toetreedt.
zich in een vergelijkbare situatie bevindt, tot de Overeenkomst vergelijkbare situatie bevindt, tot de Overeenkomst toetreedt.
Artikel 88
Artikel 90
De bepalingen die voor de niet aan zee grenzende ACS-staten De bepalingen die zijn aangenomen voor de insulaire ACS-
zijn aangenomen, zijn vastgelegd in de volgende artikelen: 2, staten zijn vastgelegd in de volgende artikelen: 2, 32, 35, 56,
32, 35, 56, 68, 84, 87. 68, 84, 89.
DEEL 6
SLOTBEPALINGEN
Artikel 91 2. De akten van bekrachtiging of goedkeuring van de
C o nflict tu ss en de ze Ov eree nko m s t en an- d ere ve rdr a gen
Verdragen, overeenkomsten, akkoorden of regelingen van ongeacht welke vorm of aard tussen een of meer lidstaten van de Gemeenschap en een of meer ACS-staten mogen geen beletsel vormen voor de toepassing van de Overeenkomst.
Artikel 92
Betrokk e n g e b i e d e n
De Overeenkomst is, onverminderd de daarin vervatte bijzon- dere bepalingen inzake de betrekkingen tussen de ACS- staten en de Franse overzeese departementen, van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van
Overeenkomst worden, wat de ACS-staten betreft, nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en, wat de Gemeenschap en de lidstaten betreft, bij het secretariaat-generaal van de ACS-staten. De secretariaten stellen de ondertekenende staten en de Gemeenschap hiervan onverwijld in kennis.
3. De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de akten van bekrachtiging van de lidstaten en van tenminste twee derde van de ACS-staten, alsmede de akte van goedkeuring van de Overeenkomst door de Gemeenschap, zijn nedergelegd.
4. De ACS-staat die de in leden 1 en 2 bedoelde procedures op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst, zoals deze in lid 3 is vastgesteld, niet heeft voltooid, kan zulks slechts doen binnen 12 maanden na deze datum en onverminderd het bepaalde in lid 6.
de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in Voor dergelijke staten wordt de Overeenkomst van toepassing dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het op de eerste dag van de tweede maand volgende op de
grondgebied van de ACS-staten. voltooiing van deze procedures. Deze staten erkennen de
geldigheid van elke maatregel die na de datum van inwerking-
Artikel 93
Bekra c htiging en inwerk ingtred ing
1. De Overeenkomst wordt door de ondertekenende par-
treding van de Overeenkomst met het oog op de tenuitvoerleg-
ging daarvan is genomen.
5. In het reglement van orde van de bij de Overeenkomst opgerichte gezamenlijke instellingen wordt bepaald onder welke voorwaarden de vertegenwoordigers van de onderte-
xxxxx bekrachtigd of goedgekeurd overeenkomstig hun onder- kenende staten bedoeld in lid 4 als waarnemer in die instellin-
scheiden grondwettelijke regels en procedures. gen zitting kunnen hebben.
6. De Raad van Ministers kan besluiten speciale steun toe te Elke nieuwe lidstaat van de Europese Unie wordt vanaf de
kennen aan ACS-staten die de vorige ACS-EG-overeenkomsten datum van zijn toetreding Partij bij de Overeenkomst door
hebben ondertekend en die door het ontbreken van normaal middel van een daartoe strekkende clausule in de Akte van
opgerichte overheidsinstellingen de Overeenkomst niet hebben Toetreding. Indien de Akte van Toetreding tot de Unie niet
kunnen ondertekenen of bekrachtigen. Deze steun kan betrek- voorziet in een dergelijke automatische toetreding van de
king hebben op institutionele opbouw en activiteiten in lidstaat tot de Overeenkomst, treedt de betrokken lidstaat toe
verband met de economische en sociale ontwikkeling, waarbij door nederlegging van een Akte van Toetreding bij het
in het bijzonder rekening wordt gehouden met de behoeften secretariaat-generaal van de Europese Unie, dat hiervan een
van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen. Dergelijke landen voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doet toekomen aan
kunnen in dit verband een beroep doen op de middelen die in het secretariaat van de ACS-staten en de lidstaten daarvan in
deel 4 van deze Overeenkomst voor financiële en technische kennis stelt. samenwerking beschikbaar worden gesteld.
De partijen onderzoeken de gevolgen van de toetreding van In afwijking van lid 4, mogen de betrokken landen die de nieuwe lidstaten tot deze Overeenkomst. De Raad van Mi- Overeenkomst hebben ondertekend de bekrachtigingsprocedu- nisters kan de nodige overgangs- of wijzigingsmaatregelen res voltooien binnen de twaalf maanden na het herstel van de vaststellen.
overheidsinstellingen.
De betrokken landen die de Overeenkomst niet hebben
Artikel 95
ondertekend noch bekrachtigd kunnen door middel van de Duur v a n d e O v ere enkomst e n h e rzie nings - toetredingsprocedure bedoeld in artikel 94 tot de Overeen- clau s u le
komst toetreden.
1. De Overeenkomst wordt gesloten voor een periode van
Artikel 94 twintig jaar die aanvangt op 1 maart 2000.
To et r e di n g
1. Ieder verzoek om toetreding tot de Overeenkomst van een onafhankelijke staat waarvan de structurele kenmerken en economische en sociale situatie vergelijkbaar zijn met die van de ACS-staten, wordt aan de Raad van Ministers voorgelegd.
Indien het verzoek door de Raad van Ministers wordt goed- gekeurd, treedt de betrokken staat tot de Overeenkomst toe door nederlegging van een akte van toetreding bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat hiervan een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doet toekomen aan het secretariaat van de ACS-staten en de lidstaten hiervan in kennis stelt. De Raad van Ministers kan de nodige wijzigingsmaatregelen nemen.
De betrokken staat heeft dezelfde rechten en verplichtingen als de ACS-staten. Zijn toetreding mag geen afbreuk doen aan de
2. De financiële protocollen worden voor elke periode van vijf jaar vastgesteld.
3. Uiterlijk 12 maanden vo´ o´r het verstrijken van elke periode van vijf jaar stellen de Gemeenschap en de lidstaten, enerzijds, en de ACS-staten, anderzijds, elkaar in kennis van de bepalingen van de Overeenkomst die zij met het oog op eventuele wijziging van deze Overeenkomst opnieuw willen bezien. Dit geldt echter niet voor de bepalingen inzake de economische en commerciële samenwerking waarvoor een speciale herzieningsprocedure is vastgesteld. Indien een Partij verzoekt bepalingen van de Overeenkomst opnieuw te bezien, beschikt de andere Partij in weerwil van bovengenoemde tijdslimiet over een termijn van twee maanden om te verzoeken ook andere bepalingen die verband houden met die waarvoor het eerste verzoek is ingediend, opnieuw te bezien.
voordelen die voor de ACS-staten welke de Overeenkomst Tien maanden vo´ o´ r het verstrijken van deze periode van vijf hebben ondertekend, voortvloeien uit de bepalingen betreffen- jaar openen de Partijen bij de Overeenkomst onderhandelingen de de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering. De om na te gaan welke wijzigingen eventueel moeten worden Raad van Ministers kan de voorwaarden en specifieke regelin- aangebracht in de bepalingen waarop de bedoelde kennis- gen vaststellen voor de toetreding van een afzonderlijke staat geving betrekking heeft.
in een speciaal protocol dat een integrerend deel uitmaakt van
de Overeenkomst. Artikel 93 is ook van toepassing op de aangebrachte wij- zigingen.
2. De Raad van Ministers wordt in kennis gesteld van ieder verzoek van een derde staat om toetreding tot een uit ACS- staten samengestelde economische groepering.
3. De Raad van Ministers wordt in kennis gesteld van ieder verzoek van een derde staat om toe te treden tot de Europese Unie. Tijdens de onderhandelingen tussen de Unie en de staat die het verzoek heeft ingediend, verstrekt de Gemeenschap de ACS-staten alle relevante informatie en de ACS-staten van hun kant stellen de Gemeenschap in kennis van hun problemen
De Raad van Ministers stelt eventueel de overgangsmaatregelen vast die met betrekking tot de gewijzigde bepalingen nodig zijn totdat deze in werking treden.
4. Achttien maanden vo´ o´r het einde van de totale geldig- heidsduur van de Overeenkomst openen de Partijen bij de Overeenkomst onderhandelingen om na te gaan door welke bepalingen hun betrekkingen nadien zullen worden geregeld.
zodat zij daar ten volle rekening kan mee houden. Het De Raad van Ministers stelt eventueel de overgangsmaatregelen
secretariaat van de ACS-staten wordt door de Gemeenschap in vast die nodig zijn totdat de nieuwe Overeenkomst in werking
kennis gesteld van elke toetreding tot de Europese Unie. treedt.
Artikel 96 voorrang te worden gegeven aan die maatregelen die de werking van de Overeenkomst het minst
Es sent iële o n derd ele n: o v erl egpro c ed ure verstoren. Er is overeengekomen dat slechts in laatste en a a ngepa s te ma atregel en inzak e m ens e n- instantie tot opschorting zal worden overgegaan. rech t en, d em o c r a tis che b egin sel e n e n d e
rech t s s taa t Indien in bijzonder dringende gevallen maatregelen worden genomen, worden deze onmiddellijk ter
1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de term
„Partij” verstaan de Gemeenschap en de lidstaten van de Europese Unie, enerzijds, en iedere ACS-staat, anderzijds.
kennis gebracht van de andere Partij en de Raad van Ministers. Op verzoek van de betrokken Partij kan overleg worden gepleegd om de situatie grondig te onderzoeken en, indien mogelijk, tot een oplossing te komen. Dit overleg wordt gevoerd in overeen- stemming met het bepaalde in de tweede en derde
2 a) Indien, ondanks de politieke dialoog die regelmatig alinea sub a).
tussen de Partijen plaatsvindt, een Partij van mening
is dat de andere Partij een verplichting voortvloeiend uit de eerbiediging van de mensenrechten, de demo- cratische beginselen en de rechtsstaat bedoeld in
Artikel 97
Ove rlegp r o c edu r e e n p as s e nd e m a a trege len
artikel 9, lid 2, niet is nagekomen, verstrekt zij,
inza k e c orr uptie
behalve in bijzondere dringende gevallen, de andere Partij en de Raad van Ministers alle terzake dienende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek
recht te zetten.
van de situatie, teneinde tot een voor beide Partijen 1. De Partijen zijn van oordeel dat wanneer de Gemeen- aanvaardbare oplossing te komen. Met dit doel schap een belangrijke partner is uit een oogpunt van financiële verzoekt zij de andere Partij om overleg te plegen steun aan het economisch en sectoraal beleid en de desbetref- over maatregelen die door de betrokken Partijen zijn fende programma’s, de Partijen overleg dienen te plegen in
genomen of moeten worden genomen om de situatie ernstige gevallen van corruptie.
Het overleg vindt plaats op het niveau en in de vorm 2. In dergelijke gevallen kan een Partij de andere Partij die het meest geschikt wordt geacht om tot een verzoeken overleg te plegen. Dit overleg begint uiterlijk 21 oplossing te komen. dagen na de datum van het verzoek en duurt niet langer dan
60 dagen.
Het overleg begint uiterlijk 15 dagen na de datum van het verzoek en de duur daarvan wordt, afhanke-
lijk van de aard en xxxxx xxx xx xxxxxxxxx, met 3. Indien het overleg niet tot een voor beide Partijen wederzijdse instemming vastgesteld. Het overleg aanvaardbare oplossing leidt of indien overleg wordt gewei- duurt in geen geval langer dan 60 dagen. gerd, nemen de Partijen passende maatregelen. Het is in ieder
geval in de eerste plaats de taak van de Partij waar zich ernstige
Indien het overleg niet tot een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing leidt, indien overleg wordt geweigerd of in bijzonder dringende gevallen kun- nen passende maatregelen worden genomen. Deze maatregelen worden ingetrokken zodra de redenen ervoor hebben opgehouden te bestaan.
b) Het begrip „bijzonder dringende gevallen” heeft betrekking op uitzonderlijke gevallen van bijzonder
gevallen van corruptie hebben voorgedaan om de maatregelen te nemen die nodig zijn om de situatie onmiddellijk recht te zetten. De door een Partij genomen maatregelen moeten in verhouding staan tot de ernst van de situatie. Bij de keuze van die maatregelen moet voorrang worden gegeven aan die maatregelen die de toepassing van de Overeenkomst het minst verstoren. Er is overeengekomen dat slechts in laatste instantie tot opschorting zal worden overgegaan.
ernstige en flagrante schending van één van de 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de term essentiële onderdelen bedoeld in artikel 9, lid 2, die „Partij” verstaan de Gemeenschap en de lidstaten van de een onmiddellijke reactie vereisen. Europese Unie, enerzijds, en iedere ACS-staat, anderzijds.
Artikel 98
De Partij die gebruikmaakt van de procedure voor bijzonder dringende gevallen stelt de andere Partij en de Raad van Ministers afzonderlijk daarvan in
kennis, behalve wanneer haar de tijd ontbreekt om Xxxxx c hting v a n g es c h ill e n dit te doen.
c) De in dit artikel bedoelde „passende maatregelen” 1. Ieder geschil betreffende de interpretatie of toepassing
worden genomen in overeenstemming met het van deze Overeenkomst tussen een of meer lidstaten van de
internationaal recht en staan in verhouding tot de Gemeenschap enerzijds, en een of meer ACS-staten anderzijds,
schending. Bij de keuze van deze maatregelen dient wordt aan de Raad van Ministers voorgelegd.
In de periode tussen de vergaderingen van de Raad van e) Voor de toepassing van deze procedure worden de Ministers, moeten dergelijke geschillen aan het Comité van Gemeenschap en de lidstaten geacht één Partij bij Ambassadeurs worden voorgelegd. het geschil te vormen.
2. a) Indien de Raad van Ministers er niet in slaagt het geschil te beslechten, kan een van beide partijen
verzoeken het geschil door middel van arbitrage te beslechten. Elke Partij stelt daartoe binnen dertig dagen na het verzoek om arbitrage een arbiter aan. Indien niet aan deze verplichting wordt voldaan, kan
Artikel 99
Op zeggings c xxx x x x x
één van de Partijen de secretaris-generaal van het De Overeenkomst kan door de Gemeenschap en haar lidstaten Permanent Hof van Arbitrage verzoeken de tweede ten aanzien van elke ACS-staat en door elke ACS-staat ten arbiter aan te stellen. aanzien van de Gemeenschap en haar lidstaten worden
b) Beide arbiters stellen op hun beurt binnen dertig opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van
dagen een derde arbiter aan. Indien niet aan deze zes maanden. verplichting wordt voldaan, kan één van de Partijen
de secretaris-generaal van het Permanent Hof van Arbitrage verzoeken de derde arbiter aan te stellen.
c) Behoudens andersluidende beslissing van de arbiters
Artikel 100
St a t u s va n d e t e k s t en
wordt de procedure toegepast die is vastgelegd in het optionele arbitragereglement van het Permanent Hof van Arbitrage voor Internationale Organisaties
en Staten. De besluiten van de arbiters worden De protocollen en bijlagen die aan de Overeenkomst zijn binnen drie maanden met meerderheid van stemmen gehecht maken daarvan een integrerend deel uit. De bijlagen genomen. nrs. II, III, IV en VI kunnen door de Raad van Ministers
d) Elke Partij bij het geschil moet de vereiste maatrege- len nemen om het besluit van de arbiters ten uitvoer
opnieuw worden onderzocht en al dan niet worden gewijzigd
op basis van een aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor
te leggen. Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering.
Hecho en Cotonu´, el veintitrés de junio del an˜o dos mil. Udfærdiget i Cotonou den treogtyvende juni to tusind. Geschehen zu Cotonou am dreiundzwanzigsten Juni zweitausend. 'Εγινε στην Κοτονου΄, στις ε΄ικοσι τρεις Ιουν΄ιου δυ΄ο χιλια΄δες.
Done at Cotonou on the twenty-third day of June in the year two thousand. Fait à Cotonou, le vingt-trois juin deux mille.
Fatto a Cotonou, add`ı ventitré giugno duemila.
Gedaan te Cotonou, de drieëntwintigste juni tweeduizend. Feito em Cotonu, em vinte e três de Junho de dois mil.
Tehty Cotonoussa kahdentenakymmenentenäkolmantena päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhatta. Som skedde i Cotonou den tjugotredje juni tjugohundra.
Pour Sa Majesté le Roi des Belges
Voor Zijne Majesteit de Koning der Belgen Für Seine Majestät den König der Belgier
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Xxxxxx xxxxxxxx, xx Xxxxxx xxxxxxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxxxxx-Xxxxxxxx.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Französische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.
For Hendes Majestæt Danmarks Dronning
Für den Präsidenten der Bundesrepublik Deutschland
Για τον Προ΄εδρο της Ελληνικη΄ς ∆ηµοκρατ΄ιας
Por Su Majestad el Rey de Espan˜a
Pour le Président de la République française
Thar ceann Uachtara´n na hE´ireann For the President of Ireland
Per il Presidente della Repubblica italiana
Pour Son Altesse Royale le Grand-Duc de Luxembourg
Voor Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden
Für den Bundespräsidenten der Republik O¨ sterreich
Pelo Presidente da Repu´blica Portuguesa
Suomen Tasavallan Presidentin puolesta För Republiken Finlands President
På svenska regeringens vägnar
For Her Majesty the Queen of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland
Por la Comunidad Europea For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft
Για την Ευρωπαι¨κη΄ Κοινο΄τητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Pour xx Xxxxxxxxx xx xx Xxxxxxxxxx x’Xxxxxx
For Her Majesty the Queen of Antigua and Barbuda
For the Head of State of the Commonwealth of the Bahamas
For the Head of State of Barbados
For the Government of Belize
Pour le Président de la République du Bénin
For the President of the Republic of Botswana
Pour xx Xxxxxxxxx xx Xxxxxxx Xxxx
Xxxx xx Xxxxxxxxx xx xx Xxxxxxxxxx du Burundi
Pour le Président de la République du Cameroun
Pour le Président de la République du Cap-Vert
Pour le Président de la République Centrafricaine
Pour le Président de la République Fédérale Islamique des Comores
Pour le Président de la République démocratique du Congo
Pour le Président de la République du Congo
For the Government of xxx Xxxx Islands
Pour le Président de la République de Côte d’Ivoire
Pour le Président de la République de Djibouti
For the Government of the Commonwealth of Dominica
For the President of the Dominican Republic
For the President of the State of Eritrea
For the President of the Federal Republic of Ethiopia
For the President of the Sovereign Democratic Republic of Fiji
Pour le Président de la République gabonaise
For the President and Head of State of the Republic of The Gambia
For the President of the Republic of Ghana
For Her Majesty the Queen of Grenada
Pour le Président de la République de Guinée
Pour le Président de la République de Guinée-Bissau
Pour le Président de la République de Guinée équatoriale
For the President of the Xxxxxxxx xx Xxxxxx
Xxxx xx Xxxxxxxxx xx xx Xxxxxxxxxx x’Xxxxx
For the Head of State of Jamaica
For the President of the Republic of Kenya
For the President of the Republic of Kiribati
For His Majesty xxx Xxxx of the Kingdom of Lesotho
For the President of the Republic of Liberia
Pour le Président de la République de Madagascar
For the President of the Republic of Malawi
Pour le Président de la République du Mali
For the Government of the Republic of the Marshall Islands
Pour le Président de la République Islamique de Mauritanie
For the President of the Republic of Mauritius
For the Government of the Federated States of Micronesia
Pour le Président de la République du Mozambique
For the President of the Republic of Namibia
For the Government of the Republic of Nauru
Pour le Président de la République du Niger
For the President of the Federal Republic of Nigeria
For the Government of Niue
For the Government of the Republic of Palau
For Her Majesty the Queen of the Independent State of Papua New Guinea
Pour le Président de la République Rwandaise
For Her Majesty the Queen of Saint Kitts and Nevis
For Her Majesty the Queen of Saint Lucia
For Her Majesty the Queen of Saint Vincent and the Grenadines
For the Head of State of the Independent State of Samoa
Pour le Président de la République démocratique de Sa˜o Tomé et Prı´ncipe
Pour le Président de la République du Sénégal
Pour le Président de la République des Seychelles
For the President of the Republic of Sierra Leone
For Her Majesty the Queen of xxx Xxxxxxx Islands
For the President of the Republic of South Africa
For the President of the Republic of the Sudan
For the President of the Republic of Suriname
For His Majesty xxx Xxxx of the Kingdom of Swaziland
For the President of the United Republic of Tanzania
Pour le Président de la République du Tchad
Pour le Président de la République togolaise
For His Majesty King Xxxxx’xxxx Xxxxx XX of Tonga
For the President of the Republic of Trinidad and Tobago
For Her Majesty the Queen of Tuvalu
For the President of the Republic of Uganda
For the Government of the Republic of Vanuatu
For the President of the Republic of Zambia
For the Government of the Republic of Zimbabwe
BIJLAGEN BIJ DE OVEREENKOMST
INHOUD
Blz.
BIJLAGE I: FINANCIEEL PROTOCOL 67
BIJLAGE II: FINANCIERINGSVOORWAARDEN 69
Hoofdstuk 1: Financiering van investeringen 69
Hoofdstuk 2: Speciale maatregelen . .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... .... ..... .... . 71
Hoofdstuk 3: Financiering voor kortetermijnfluctuaties van de exportopbrengsten . . .... ..... .... ..... . 71
Hoofdstuk 4: Overige bepalingen 72
Hoofdstuk 5: Overeenkomsten inzake bescherming van investeringen .... .... ..... .... .... ..... .... . 73
BIJLAGE III: INSTITUTIONELE ONDERSTEUNING — COB EN TCLP 74
BIJLAGE IV: PROCEDURES VOOR TENUITVOERLEGGING EN BEHEER .. ..... .... .... ..... .... . 76
Hoofdstuk 1: Programmering (nationaal) 76
Hoofdstuk 2: Programmering en voorbereiding (regionaal) 78
Hoofdstuk 3: Uitvoering van projecten . .... .... ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... . 80
Hoofdstuk 4: Aanbesteding en preferenties 82
Hoofdstuk 5: Follow-up en evaluatie . . . .... ..... .... .... ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... . 86
Hoofdstuk 6: Met het beheer en de uitvoering belaste functionarissen 86
BIJLAGE V: HANDELSREGELING DIE TIJDENS DE IN ARTIKEL 37, LID 1, BEDOELDE VOORBE- REIDINGSPERIODE VAN TOEPASSING IS 90
Hoofdstuk 1: Algemene handelsregelingen 90
Hoofdstuk 2: Bijzondere verbintenissen inzake suiker, rund- en kalfsvlees 92
Hoofdstuk 3: Slotbepalingen 93
PROTOCOL Nr. 1 BETREFFENDE DE DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG” EN
DE METHODEN VAN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING .... .... ..... .... .... ..... .... ..... .... . 94
Titel I — Algemene bepalingen 95
Titel II — Definitie van het begrip „Producten van oorsprong” 96
Titel III — Territoriale voorwaarden . .... .... ..... .... ..... .... .... ..... .... .... ..... .... ..... . 99
Titel IV — Bewijs van de oorsprong 100
Titel V — Regelingen voor administratieve samenwerking 105
Titel VI — Ceuta en Melilla 108
Titel VII — Slotbepalingen 108
Bijlage I bij Protocol nr. 1 — Aantekeningen bij de lijst in bijlage II 109
Bijlage II bij Protocol nr. 1 — Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen 115
Bijlage III bij Protocol nr. 1 — Landen en gebieden overzee 187
Bijlage IV bij Protocol nr. 1 — Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 188
Bijlage V bij Protocol nr. 1 — Factuurverklaring 193
Bijlage VI A bij Protocol nr. 1 — Leveranciersverklaring voor producten van preferentiële oorsprong 195
Bijlage VI B bij Protocol nr. 1 — Leveranciersverklaring voor producten die niet van preferentiële oorsprong zijn 196
Bijlage VII bij Protocol nr. 1 — Inlichtingenblad 197
Bijlage VIII bij Protocol nr. 1 — Formulier voor het verzoek om een afwijking 201
Bijlage IX bij Protocol nr. 1 — Be- of verwerking van textielmaterialen uit in artikel 6, lid 11, van dit Protocol bedoelde ontwikkelingslanden die het karakter van product van oorsprong uit een
ACS-land verlenen 203
Bijlage X bij Protocol nr. 1 — Textielproducten die zijn uitgesloten van de in artikel 6, lid 11, van dit Protocol bedoelde cumulatieprocedure met bepaalde ontwikkelingslanden 209
Bijlage XI bij Protocol nr. 1 — Producten waarop de in artikel 6, lid 3, bedoelde cumulatie met Zuid- Afrika wordt toegepast drie jaar na de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek
Zuid-Afrika 210
Bijlage XII bij Protocol nr. 1 — Producten waarop de in artikel 6, lid 3, bedoelde cumulatie met Zuid- Afrika wordt toegepast zes jaar na de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek
Zuid-Afrika 234
Bijlage XIII bij Protocol nr. 1 — Producten waarop artikel 6, lid 3, niet van toepassing is 244
Bijlage XIV bij Protocol nr. 1 — Visserijproducten waarop artikel 6, lid 3, tijdelijk niet van toepassing is . 261 Bijlage XV bij Protocol nr. 1 — Gemeenschappelijke verklaring inzake cumulatie 265
PROTOCOL Nr. 2 BETREFFENDE DE TENUITVOERLEGGING VAN ARTIKEL 9 266
PROTOCOL Nr. 3 HOUDENDE DE TEKST VAN PROTOCOL Nr. 3 BETREFFENDE ACS-SUIKER 267
Bijlage bij Protocol nr. 3 — Verklaringen betreffende Protocol nr. 3 269
Bijlage bij Protocol nr. 3 — Briefwisseling 270
PROTOCOL Nr. 4 BETREFFENDE RUND- EN KALFSVLEES 275
PROTOCOL Nr. 5 HET TWEEDE BANANENPROTOCOL 276
BIJLAGE VI: LIJST VAN DE MINST ONTWIKKELDE, DE NIET AAN ZEE GRENZENDE EN DE INSULAIRE ACS-STATEN 277
PROTOCOLLEN 279
PROTOCOL Nr. 1 BETREFFENDE DE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN VAN DE GEZAMENLIJKE INSTELLIN-
GEN 280
PROTOCOL Nr. 2 BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN 281
Hoofdstuk 1: Personen die deelnemen aan de werkzaamheden met betrekking tot de Overeenkomst 281
Hoofdstuk 2: Eigendommen, fondsen en bezittingen van de Raad van de ACS-Ministers 281
Hoofdstuk 3: Officiële mededelingen 282
Hoofdstuk 4: Personeel van het secretariaat van de ACS-staten 282
Hoofdstuk 5: Delegaties van de Commissie 282
Hoofdstuk 6: Algemene bepalingen 000
XXXXXXXX Xx. 0 XXXXXXXXXXX XXXX-XXXXXX 284
BIJLAGE I
FINANCIEEL PROTOCOL
1. Voor de doelstellingen vermeld in deze Overeenkomst en voor een periode van vijf jaar, te beginnen op 1 maart 2000, beloopt het totale bedrag van de financiële steun van de Gemeenschap aan de ACS- staten 15 200 miljoen euro.
2. De financiële steun van de Gemeenschap omvat een bedrag van maximaal 13 500 miljoen euro uit hoofde van het 9e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).
3. Het 9e EOF wordt als volgt over de verschillende samenwerkingsinstrumenten verdeeld:
a) 10 000 miljoen euro wordt in de vorm van niet-terugvorderbare hulp gereserveerd voor een bijdrage ter ondersteuning van de langetermijnontwikkeling. Deze bijdrage wordt gebruikt voor de financiering van nationale indicatieve programma’s, overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 5 van bijlage IV „Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer” bij deze Overeenkomst. In het kader van de bijdrage ter ondersteuning van de langetermijnontwikkeling:
i) wordt 90 miljoen euro gereserveerd voor de financiering van de begroting van het Centrum voor de Ontwikkeling van het Bedrijfsleven (COB);
ii) wordt 70 miljoen euro gereserveerd voor de financiering van de begroting van het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling (TCLP); en
iii) wordt een bedrag van maximaal 4 miljoen euro gereserveerd voor de doeleinden waarnaar wordt verwezen in artikel 17 van deze Overeenkomst (Paritaire Vergadering).
b) 1 300 miljoen euro wordt in de vorm van niet-terugvorderbare hulp gereserveerd voor de financiering van steun ten behoeve van de regionale samenwerking en integratie van de ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 6 tot en met 14 van bijlage IV „Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer” bij deze Overeenkomst.
c) 2 200 miljoen euro wordt uitgetrokken voor de financiering van de Investeringsfaciliteit, overeenkomstig de voorwaarden die uiteen worden gezet in bijlage II „Financieringsvoorwaarden” bij deze Overeenkomst, onverminderd de financiering van de rentesubsidies waarin wordt voorzien in artikel 2 en artikel 4 van bijlage II bij deze Overeenkomst, die worden gefinancierd uit de middelen genoemd in artikel 3, onder a), van deze bijlage.
4. Een bedrag van maximaal 1 700 miljoen euro wordt door de Europese Investeringsbank ter beschikking gesteld in de vorm van leningen uit de eigen middelen. Deze middelen worden verstrekt voor de doeleinden die uiteen worden gezet in bijlage II „Financieringsvoorwaarden” bij deze Overeenkomst, overeenkomstig de voorwaarden waarin is voorzien in de statuten en de desbetreffende bepalingen van de voorwaarden voor de financiering van investeringen, zoals die zijn vastgesteld in bovengenoemde bijlage. De Bank kan uit de door haar beheerde middelen bijdragen aan de financiering van regionale projecten en programma’s.
5. Alle op de datum van inwerkingtreding van dit Financieel Protocol resterende middelen van eerdere EOF en bedragen die op een latere datum worden vrijgemaakt van in het kader van deze Fondsen lopende projecten, worden overgedragen naar het 9e EOF en gebruikt overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in deze Overeenkomst. Voor alle aldus naar het 9e EOF overgedragen middelen die voordien waren toegewezen aan het indicatieve programma van een ACS-staat of -regio, blijft de toewijzing aan die staat of regio van kracht. Het totale bedrag van dit Financieel Protocol, aangevuld met de overgedragen resterende middelen van eerdere EOF, dekt de periode 2000-2007.
6. De Bank beheert de uit eigen middelen verstrekte leningen en de in het kader van de Investeringsfaciliteit gefinancierde maatregelen. Alle andere middelen in het kader van deze Overeenkomst worden door de Commissie beheerd.
7. Vo´o´ r het verstrijken van de geldigheidsduur van dit Xxxxxxxxxx Protocol gaan de partijen na in welke mate de vastleggingen en betalingen zijn gerealiseerd. Deze analyse vormt de basis voor het herevalueren van het totale bedrag van de middelen, alsmede voor het evalueren van de behoefte aan nieuwe middelen voor de ondersteuning van de financiële samenwerking in het kader van deze Overeenkomst.
8. Indien de middelen waarin de instrumenten van de Overeenkomst voorzien vo´ o´r het verstrijken van de geldigheidsduur van dit Financieel Protocol opgebruikt zijn, neemt de gezamenlijke ACS-EG-Raad van Ministers passende maatregelen.
BIJLAGE II
FINANCIERINGSVOORWAARDEN
HOOFDSTUK 1 b) participatieleningen, waarvan de aflossing en/of looptijd afhankelijk is van de financiële rentabiliteit van het
FINANCIERING VAN INVESTERINGEN project; en
Artikel 1
De financieringsvoorwaarden voor maatregelen in het kader van de Investeringsfaciliteit, leningen uit de eigen middelen
c) achtergestelde leningen, waarvan de terugbetaling pas plaatsvindt nadat de overige verstrekte kredieten zijn terugbetaald.
van de Europese Investeringsbank en speciale maatregelen 4. De vergoeding van elke maatregel wordt gespecificeerd worden in dit hoofdstuk vastgesteld. Deze middelen worden bij het verstrekken van de lening. Echter:
verstrekt aan daarvoor in aanmerking komende ondernemin-
gen, direct dan wel indirect, via daarvoor in aanmerking a) in het geval van voorwaardelijke en participatieleningen komende investeringsfondsen en/of financiële tussenpersonen. omvat de vergoeding gewoonlijk een vaste rentevoet van
maximaal 3 % en een variabele component die gerelateerd
Artikel 2
is aan het resultaat van het project; en
Middelen van de Investeringsfaciliteit b) in het geval van achtergestelde leningen is de rentevoet
marktconform.
1. De middelen van de Investeringsfaciliteit worden, onder andere, gebruikt voor:
5. De garanties zijn in overeenstemming met de verzekerde
a) de verstrekking van risicokapitaal in de vorm van: risico’s en de bijzondere kenmerken van de maatregel.
i) aandelenparticipaties in ondernemingen uit de ACS-
staten, inclusief financiële instellingen; 6. De rentevoet van gewone leningen omvat een referentie-
ii) semikapitaalbijstand aan ondernemingen uit de ACS-staten, inclusief financiële instellingen; en
iii) garanties en andere kredietaanvullingen die kunnen worden gebruikt voor het dekken van politieke en
tarief dat door de Bank wordt toegepast voor vergelijkbare leningen waarvoor dezelfde voorwaarden gelden inzake aflos- singsvrije periode en periode van aflossing, alsmede een door de Bank vastgestelde opwaardering.
kredietverleners.
andere investeringsgerelateerde risico’s, ten behoeve 7. Voor gewone leningen gelden in de volgende gevallen van buitenlandse en plaatselijke investeerders of concessionele voorwaarden:
b) de verstrekking van gewone leningen.
2. Aandelenparticipaties hebben gewoonlijk betrekking op niet-controlerende minderheidsbelangen en worden vergoed op basis van de resultaten van het betrokken project.
a) in het geval van infrastructuurprojecten in de minst ontwikkelde landen of in landen die zich in een post- conflictsituatie bevinden, wanneer deze een essentiële voorwaarde zijn voor de ontwikkeling van de particuliere sector. In deze gevallen wordt de rentevoet van de lening verlaagd met 3 %; en
3. Semikapitaalbijstand kan bestaan uit voorschotten van b) in het geval van projecten die betrekking hebben op aandeelhouders, converteerbare obligaties, voorwaardelijke, herstructureringsmaatregelen in het kader van de priva- achtergestelde of participatieleningen of een soortgelijke vorm tisering of projecten met aanmerkelijke en duidelijk van bijstand. Deze bijstand kan met name bestaan uit: aantoonbare sociale of milieuvoordelen. In deze gevallen
a) voorwaardelijke leningen, waarvan de aflossing en/of looptijd afhankelijk is van de vervulling van bepaalde voorwaarden met betrekking tot het resultaat van het project; in het specifieke geval van voorwaardelijke lenin- gen voor pre-investeringsonderzoeken of andere project-
worden de leningen verstrekt met een rentesubsidie,
waarvan de omvang en vorm afhankelijk zijn van de bijzondere kenmerken van het project. De rentesubsidie bedraagt echter niet meer dan 3 %.
gerelateerde technische bijstand, kan de aflossing worden De uiteindelijke rentevoet is in geen geval minder dan 50 %
geannuleerd indien de investering niet plaatsvindt; van het referentietarief.
8. De voor deze concessionele doeleinden ter beschikking c) wijzigt, in overleg met de betrokken ACS-staat, de in de
gestelde middelen zijn afkomstig van de Investeringsfaciliteit Overeenkomst omschreven regelingen en procedures
en bedragen niet meer dan 5 % van het totale bedrag dat wordt voor de tenuitvoerlegging van de samenwerking inzake
toegewezen voor de financiering van investeringen in het ontwikkelingsfinanciering, teneinde zo nodig rekening te
kader van de Investeringsfaciliteit en uit de eigen middelen van houden met de aard van de projecten en programma’s en
de Bank.
in het kader van haar statutaire procedures conform de doelstellingen van de Overeenkomst te handelen.
de volgende voorwaarden:
2. Voor leningen uit de eigen middelen van de Bank gelden
9. Rentesubsidies kunnen worden gekapitaliseerd of ge- bruikt in de vorm van niet-terugvorderbare hulp ter ondersteu- ning van projectgerelateerde technische bijstand, met name
ten behoeve van financiële instellingen in de ACS-staten. a) het referentie-rentetarief is het tarief dat door de Bank
wordt toegepast voor leningen tegen dezelfde voorwaar- den wat munteenheid en aflossingsperiode betreft op de
Artikel 3 dag van ondertekening van de overeenkomst of op de
Maatregelen van de Investeringsfaciliteit
datum van overboeking;
b) met dien verstande dat:
1. In het kader van de Investeringsfaciliteit wordt in alle i) projecten in de overheidssector, in principe, in sectoren van de economie steun verleend voor investeringen aanmerking komen voor een rentesubsidie van 3 %; van particuliere en commercieel geleide publieke entiteiten,
onder andere voor economische en technologische infrastruc- ii) projecten in de particuliere sector, vallende onder de tuur die opbrengsten genereert en voor de particuliere sector categorieën gespecificeerd in artikel 2, lid 7, onder b), cruciaal is. De Investeringsfaciliteit dient: van deze bijlage, in aanmerking komen voor ren-
tesubsidies onder dezelfde voorwaarden als die ge-
a) te worden beheerd als een revolverend fonds en gericht specificeerd in artikel 2, lid 7, onder b). te worden op financiële duurzaamheid. Voor de maatrege-
len in het kader van de Investeringsfaciliteit gelden De uiteindelijke rentevoet is in geen geval minder dan marktconforme voorwaarden; de maatregelen mogen niet 50 % van het referentietarief.
leiden tot verstoringen op de lokale markten of het
verplaatsen van particuliere financieringsbronnen; en c) het bedrag van de rentesubsidie wordt, na berekening van
de waarde op het tijdstip van de overboeking van de
b) gericht te zijn op katalysering, door het aantrekken van plaatselijke langetermijnmiddelen te bevorderen en buitenlandse particuliere investeerders en kredietverleners te interesseren voor projecten in de ACS-staten.
lening, afgeboekt op het bedrag van de toewijzing voor rentesubsidies in het kader van de Investeringsfaciliteit, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 8 en lid 9, en rechtstreeks overgemaakt aan de Bank; en
d) de aflossingsperiode van door de Bank uit eigen middelen
2. Bij het verstrijken van de geldigheidsduur van dit Xxxxx- verstrekte leningen wordt vastgesteld op basis van de cieel Protocol en bij gebreke van een specifiek besluit van de economische en financiële kenmerken van het project, Raad van Ministers worden de cumulatieve nettoterugbetalin- maar mag niet meer dan 25 jaar bedragen. Voor deze gen aan de Investeringsfaciliteit overgedragen naar het volgen- leningen geldt gewoonlijk een aflossingsvrije periode; de Protocol. deze wordt vastgesteld onder verwijzing naar de periode
die voor de uitvoering van het project nodig is.
Artikel 4 3. Voor door de Bank uit eigen middelen gefinancierde
EIB-leningen uit de eigen middelen
1. De Bank:
a) draagt met de door haar beheerde middelen bij tot de economische en industriële ontwikkeling van de ACS- staten op nationale en regionale basis; daartoe financiert
investeringen in overheidsbedrijven kunnen van de betrokken ACS-staat specifieke projectgerelateerde garanties of verbin- tenissen worden verlangd.
Artikel 5
Regels inzake wisselkoersrisico
zij, bij wijze van prioriteit, productieve projecten en Teneinde de gevolgen van wisselkoersschommelingen zo veel programma’s of andere investeringen gericht op de mogelijk te beperken, worden de problemen in verband met bevordering van de particuliere sector in alle sectoren van het wisselkoersrisico als volgt aangepakt:
de economie;
b) werkt nauw samen met de nationale en regionale ontwik-
a) in het geval van aandelenparticipaties die gericht zijn op de versterking van de eigen middelen van een onderne-
kelingsbanken en met bancaire en financiële instellingen ming, komt het wisselkoersrisico in het algemeen voor
uit de ACS-staten en de EU; en rekening van de Investeringsfaciliteit;
b) in het geval van financiering met risicodragend kapitaal c) capaciteitsopbouw ter versterking en vergemakkelijking
ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf, wordt het van de effectieve deelname van de particuliere sector aan
wisselkoersrisico in het algemeen gedeeld door enerzijds de sociale en economische ontwikkeling. de Gemeenschap en anderzijds de overige betrokken
partijen. Gemiddeld wordt het wisselkoersrisico gelijkelijk 2. De ACS-EG-Raad van Ministers neemt, na de onderte- gedeeld; en kening van deze Overeenkomt en op voorstel van het ACS-EG-
c) voorzover haalbaar en passend, met name in landen die de kenmerken vertonen van macro-economische en financiële stabiliteit, worden in het kader van de In- vesteringsfaciliteit leningen verstrekt in de lokale munt- eenheden van de ACS-staten, teneinde aldus het wissel- koersrisico de facto weg te nemen.
Artikel 6
Regels inzake overmaking van deviezen
De betrokken ACS-staten verbinden zich ertoe om ten aanzien
Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering,
een besluit over de bepalingen en het bedrag van de middelen die worden toegewezen uit hoofde van de bijdrage voor langetermijnontwikkeling, teneinde deze doelstellingen te ver- wezenlijken.
HOOFDSTUK 3
FINANCIERING VOOR KORTETERMIJNFLUCTUATIES VAN DE EXPORTOPBRENGSTEN
Artikel 8
van maatregelen uit hoofde van de Overeenkomst waarvoor zij schriftelijk toestemming hebben verleend in het kader van deze Overeenkomst:
a) de rente, provisies en aflossing van leningen vrij te stellen van nationale of lokale belastingen of fiscale heffingen die krachtens de wetgeving van de betrokken ACS-staat of ACS-staten verschuldigd zijn;
b) de begunstigden de beschikking te geven over de nodige deviezen voor de betaling van rente, provisies en aflossing van leningen, welke bedragen verschuldigd zijn uit hoofde van de financieringsovereenkomsten die gesloten zijn voor de uitvoering van projecten en programma’s op hun grondgebied; en
1. De partijen erkennen dat dalingen van de exportopbreng- sten als gevolg van kortetermijnfluctuaties de ontwikkelingsfi- nanciering en de tenuitvoerlegging van het macro-economisch en sectoraal beleid in gevaar kunnen brengen. De mate van afhankelijkheid van de economie van een ACS-staat van de export van goederen, in het bijzonder van landbouw- en mijnbouwproducten, is derhalve een belangrijk criterium bij de vaststelling van de toewijzing voor langetermijnontwikkeling.
2. Om de negatieve effecten van de instabiliteit van de exportopbrengsten te reduceren en de uitvoering van een door een inkomstendaling in gevaar gebracht ontwikkelingspro-
c) de Bank de beschikking te geven over de nodige deviezen gramma te garanderen, kan uit de programmeerbare middelen voor de overmaking van alle bedragen die zij in nationale voor de langetermijnontwikkeling van een land aanvullende valuta heeft ontvangen, tegen de wisselkoers die op financiële steun worden vrijgemaakt op basis van artikel 9 en het ogenblik van de overmaking van toepassing is op artikel 10.
transacties tussen de euro of andere deviezen voor
overmaking en de nationale valuta. Dit omvat alle soorten
vergoedingen, zoals, onder andere, rente, dividend en Artikel 9
Criteria
provisies, alsmede de aflossing van leningen en de opbrengsten uit de verkoop van aandelen, welke bedragen verschuldigd zijn uit hoofde van de financieringsovereen-
komsten die gesloten zijn voor de uitvoering van projec- 1. Aanvullende financiële middelen worden vrijgemaakt ten en programma’s op hun grondgebied. indien sprake is van:
a) een daling van 10 % (2 % in het geval van de minst
HOOFDSTUK 2
SPECIALE MAATREGELEN
ontwikkelde landen) van de exportopbrengsten uit goede- ren, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van de opbrengsten in de eerste drie jaar van de eerste vier jaar voorafgaande aan het toepassingsjaar;
Artikel 7 of
1. In het kader van de samenwerking wordt uit de toe- wijzing voor niet-terugvorderbare hulp steun verleend voor:
a) sociale woningbouw, ter bevordering van de langeter- mijnontwikkeling van de woningbouw, inclusief secun- daire hypotheekfaciliteiten;
b) microfinanciering ter stimulering van MKB en micro-
een daling van 10 % (2 % in het geval van de minst ontwikkelde landen) van de exportopbrengsten van alle landbouw- en mijnbouwproducten, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van de opbrengsten in de eerste drie jaar van de eerste vier jaar voorafgaande aan het toepassingsjaar voor landen wier opbrengsten uit land- bouw- en mijnbouwproducten meer dan 40 % vertegen- woordigen van de totale exportopbrengsten uit goederen;
ondernemingen; en en
b) een verslechtering van 10 % van het overheidstekort dat 2. Met betrekking tot de verrichtingen op de kapitaalreke-
voor het betrokken jaar is geprogrammeerd of voor het ning van de betalingsbalans verbinden de partijen zich ertoe
daaropvolgende jaar wordt verwacht. geen beperkingen op te leggen op het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in ondernemingen
2. Het recht op aanvullende financiële middelen is beperkt tot vier opeenvolgende jaren.
3. De aanvullende financiële middelen worden opgenomen in de openbare rekeningen van het betrokken land. Zij worden gebruikt overeenkomstig de programmeringsregels en -metho-
welke in overeenstemming met de wetten van het gastland zijn opgericht, en investeringen in overeenstemming met deze Overeenkomst, alsook de liquidatie of repatriëring van die investeringen en van alle opbrengsten daarvan.
den, inclusief de specifieke bepalingen in bijlage IV „Procedures 3. Indien een of meer ACS-staten of een of meer lidstaten voor tenuitvoerlegging en beheer”, op basis van vooraf opge- in ernstige betalingsbalansproblemen verkeren of dreigen te stelde overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de betrok- verkeren, kunnen de ACS-staat, de lidstaat of de Gemeenschap, ken ACS-staat in het jaar volgende op de toepassing. Bij overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de overeenstemming tussen de partijen kunnen de middelen Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel, de worden gebruikt voor financiering van in de nationale begro- Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten en de ting opgenomen programma’s. Een deel van de aanvullende artikelen VIII en XIV van de statuten van het Internationaal financiële middelen kan echter ook worden bestemd voor Monetair Fonds, beperkingen instellen ten aanzien van de specifieke sectoren. lopende betalingen, die van beperkte duur zijn en niet verder
gaan dan hetgeen strikt noodzakelijk is voor een herstel van
Artikel 10
Voorschotten
Het systeem voor de toewijzing van aanvullende financiële middelen dient te voorzien in voorschotten ter dekking van eventuele vertragingen bij de verkrijging van handels- statistieken en om ervoor te zorgen dat de betrokken middelen
de situatie van de betalingsbalans. De partij die de maatregelen neemt, dient de andere partijen daarvan onverwijld in kennis te stellen en deze andere partijen zo spoedig mogelijk een tijdschema te doen toekomen voor de opheffing van deze maatregelen.
kunnen worden opgenomen in de begroting van het jaar Artikel 13
volgende op het toepassingsjaar. Voorschotten worden vrijge-
Regeling voor ondernemingen
maakt op basis van door de regering opgestelde en bij de Commissie ingediende voorlopige exportstatistieken die vooruitlopen op de officiële, definitieve geconsolideerde
statistieken. Voorschotten bedragen maximaal 80 % van het Wat de regeling inzake vestiging en diensten betreft, behan- geschatte bedrag van de aanvullende financiële middelen voor delen de ACS-staten enerzijds en de lidstaten anderzijds het toepassingsjaar. De aldus vrijgemaakte bedragen worden onderdanen en vennootschappen of ondernemingen uit de
bij overeenstemming tussen de Commissie en de regering ACS-staten respectievelijk de lidstaten op voet van gelijkheid.
aangepast in het licht van de definitieve geconsolideerde Indien evenwel een ACS-staat of een lidstaat voor een bepaalde exportstatistieken en het definitieve cijfer van het overheidste- activiteit geen gelijke behandeling kan toepassen, is de ACS-
kort. staat respectievelijk de lidstaat niet verplicht voor die activiteit
een gelijke behandeling toe te kennen aan onderdanen en
Artikel 11
De bepalingen in dit hoofdstuk worden uiterlijk na twee jaar herzien; daarna kunnen zij op verzoek van een der partijen
vennootschappen of ondernemingen van de betrokken staat.
worden herzien. Artikel 14
Definitie van „vennootschappen en ondernemingen”
HOOFDSTUK 4
OVERIGE BEPALINGEN
1. Onder „vennootschappen of ondernemingen van een lidstaat of een ACS-staat” in de zin van deze Overeenkomst
Artikel 12 worden verstaan vennootschappen of ondernemingen naar
Lopende betalingen en kapitaalverkeer
1. Onverminderd lid 3 hieronder, verbinden de partijen
burgerlijk recht of handelsrecht, met inbegrip van overheids- of andere bedrijven, coöperatieve verenigingen en alle andere rechtspersonen en verenigingen naar publiek of privaat recht, met uitzondering van vennootschappen zonder winstoog-
zich ertoe geen beperkingen op te leggen voor betalingen merk, opgericht in overeenstemming met de wetgeving van
in vrij convertibele munt op de lopende rekening van de een lidstaat of van een ACS-staat en die hun statutaire zetel,
betalingsbalans tussen onderdanen van de Gemeenschap en de hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging in een lidstaat of een
ACS-staten. ACS-staat hebben.
2. Indien zij alleen hun statutaire zetel in een lidstaat of een e) de relatie tussen de datum van inwerkingtreding van de
ACS-staat hebben, dient hun activiteit evenwel een daadwerke- gesloten overeenkomsten, de bepalingen betreffende de
lijke en voortdurende band te vertonen met de economie van regeling van geschillen en de datum van de bedoelde
die lidstaat of die ACS-staat.
HOOFDSTUK 5
OVEREENKOMSTEN INZAKE BESCHERMING
investeringen worden in die overeenkomsten vastgesteld met inachtneming van de voorgaande leden. De partijen bij de Overeenkomst bevestigen dat als algemeen beginsel geen terugwerkende kracht wordt toegepast, tenzij staten die partij zijn bij de Overeenkomst anders besluiten.
VAN INVESTERINGEN 2. De partijen bij de Overeenkomst komen overeen de belangrijkste clausules van een modelovereenkomst inzake
Artikel 15 bescherming en bevordering van investeringen te onderzoe- ken, teneinde de onderhandelingen over bilaterale overeen-
1. Bij de tenuitvoerlegging van artikel 78 van deze Overeen- komst nemen de partijen de volgende beginselen in acht:
a) iedere staat die partij is bij de Overeenkomst kan in voorkomend geval verzoeken dat onderhandelingen met een andere staat die partij is bij de Overeenkomst worden geopend over een overeenkomst inzake bevordering en bescherming van investeringen;
komsten inzake bescherming en bevordering van investeringen te vereenvoudigen. Bij dit onderzoek, dat uitgaat van de bepalingen van de bestaande bilaterale overeenkomsten tussen de staten die partij zijn bij de Overeenkomst, wordt name aandacht geschonken aan:
a) wettelijke garanties voor eerlijke en rechtvaardige behan- deling en bescherming van buitenlandse investeerders;
b) bij de opening van onderhandelingen over sluiting, b) een meestbegunstigingsclausule; toepassing en interpretatie van bilaterale of multilaterale
overeenkomsten inzake bevordering en bescherming van c) bescherming bij onteigening en nationalisering; investeringen wordt door de staten die partij zijn bij
dergelijke overeenkomsten niet gediscrimineerd tussen staten die partij zijn bij de onderhavige Overeenkomst en evenmin jegens die staten ten opzichte van derde landen;
c) de staten die partij zijn bij de Overeenkomst hebben het recht te vragen dat de hierboven bedoelde niet discriminerende behandeling wordt gewijzigd of aange- past wanneer daartoe door internationale verplichtingen of een wijziging van de feitelijke situatie de noodzaak is ontstaan;
d) toepassing van de hierboven vermelde beginselen mag
d) overdracht van kapitaal en winsten; en
e) internationale arbitrage bij geschillen tussen investeerders en het gastland.
3. De partijen komen overeen de capaciteit van de garan- tiestelsels te onderzoeken, teneinde een positief antwoord te kunnen geven op de specifieke behoefte van kleine en middelgrote ondernemingen om hun investeringen in de ACS- staten veilig te stellen. Deze onderzoeken moeten zo snel mogelijk na de ondertekening van de Overeenkomst worden
niet tot doel of tot gevolg hebben dat inbreuk wordt aangevangen. De Commissie legt het resultaat van deze studies
gemaakt op de soevereiniteit van een staat die partij is bij ter goedkeuring en verdere afhandeling voor aan het ACS-EG-
de Overeenkomst; en Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering.
BIJLAGE III
INSTITUTIONELE ONDERSTEUNING — COB en TCLP
Artikel1 d) het steunt initiatieven die bijdragen tot de ontwikkeling en de overdracht van technologieën, knowhow en beste
De samenwerking ondersteunt de institutionele mechanismen voor bijstand aan het bedrijfsleven en ter bevordering van de
praktijk in alle aspecten van de bedrijfseconomie.
landbouw en de ontwikkeling van het platteland. In deze 3. Andere taken van het COB zijn: context draagt de samenwerking bij tot:
a) versterking van de rol van het Centrum voor de Ontwik- keling van het Bedrijfsleven (COB) teneinde de particuliere
a) het voorlichten van de particuliere sector in de ACS over de Overeenkomst;
sector van de ACS de nodige steun te bieden bij de b) het verspreiden van informatie in de particuliere sector activiteiten inzake de ontwikkeling van de particuliere over de op buitenlandse markten verlangde productkwali- sector; en teit en verplichte normen; en
b) versterking van de rol van het Technisch Centrum voor c) het verstrekken van informatie aan Europese onderne- Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling mingen en organisaties in de particuliere sector over (TCLP) bij de institutionele capaciteitsopbouw in de handelsmogelijkheden en -procedures in de ACS-landen.
ACS, met name wat betreft informatiemanagement, ter
verbetering van de toegang tot technologieën om produc-
tiviteit en afzetmogelijkheden in de landbouw te verhogen 4. Het COB verleent zijn steun aan het bedrijfsleven via en voedselzekerheid en plattelandsontwikkeling te ver- gekwalificeerde en bevoegde nationale en/of regionale tussen- sterken. personen.
Artikel2
5. De activiteiten van het COB zijn gebaseerd op coördina- tie, complementariteit en toegevoegde waarde ten aanzien van
COB initiatieven voor de ontwikkeling van de particuliere sector, ondernomen door openbare of particuliere entiteiten. Het COB
1. Het COB steunt de uitvoering van strategieën voor ontwikkeling van het bedrijfsleven in de ACS-landen door het
gaat bij het uitvoeren van zijn taken selectief te werk.
verstrekken van niet-financiële diensten aan ondernemingen 6. Het Comité van Ambassadeurs is belast met het toezicht uit de ACS en het steunen van gezamenlijke initiatieven van op het Centrum. Het Comité doet na ondertekening van de bedrijven uit de Gemeenschap en de ACS. Overeenkomst het volgende:
2. Het COB streeft ernaar particuliere ondernemingen uit de ACS te helpen hun concurrentievermogen in alle sectoren
a) het stelt de statuten en het reglement van orde vast van het Centrum en van de toezichthoudende instanties;
van de economie te versterken. Hiertoe doet het in het b) het stelt de statuten, het financieel reglement en het bijzonder het volgende: personeelsreglement vast;
a) het vereenvoudigt en stimuleert samenwerking en part- c) het oefent toezicht uit op de instanties van het Centrum; nerschappen tussen ondernemingen uit ACS en EU; en
xxxx xxx xx xxxxxxxxx van het Centrum vast.
de diensten door steun te verlenen ten behoeve van de
b) het helpt bij de ontwikkeling van zakelijke ondersteunen- d) het stelt de werkwijze en de procedures voor de aanne- capaciteitsopbouw in particuliere organisaties of ten
behoeve van verleners van ondersteunende technische,
professionele, commerciële, management- en opleidings- 7. De leden van de instanties van het Centrum worden diensten; benoemd door het Comité van Ambassadeurs volgens door dit
Comité vastgestelde procedures en criteria.
c) het verleent bijstand ten behoeve van activiteiten ter stimulering van investeringen, bijvoorbeeld organisaties
voor stimulering van investeringen, investeringsconferen- 8. De begroting van het Centrum wordt gefinancierd vol-
ties, strategische workshops en follow-up-activiteiten gens de in de Overeenkomst vastgestelde regels voor de
voor de stimulering van investeringen; en samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.
Artikel3 iii) bevordering van effectieve intra-institutioneel infor- matie- en communicatiemanagement (ICM) ten be-
TCLP
hoeve van het meten van prestaties, en bevordering van de vorming van consortia met regionale en internationale partners;
1. De taak van het TCLP is het versterken van de ontwikke- iv) stimulering van gedecentraliseerd ICM op plaatselijk
ling van beleids- en institutionele capaciteit en het versterken en nationaal niveau;
van de managementcapaciteiten op het gebied van informatie v) versterking van initiatieven door middel van regio- en communicatie bij ACS-organisaties voor landbouw- en nale samenwerking; en
plattelandsontwikkeling. Het helpt die organisaties bij het
formuleren en uitvoeren van beleid en programma’s om armoede te bestrijden, duurzame voedselzekerheid te bevorde- ren, natuurlijke hulpbronnen in stand te houden en zo bij te dragen tot zelfvoorziening in de landbouw- en plattelandsont- wikkeling in de ACS.
vi) ontwikkeling van werkwijzen om de beleidsimpact op het gebied van landbouw- en plattelandsontwik- keling te meten.
3. Het Centrum ondersteunt regionale initiatieven en net- werken en voert geleidelijk programma’s voor capaciteitsont- wikkeling uit samen met geschikte organisaties uit de ACS. Hiertoe verleent het centrum steun aan gedecentraliseerde
2. De taken van het TCLP zijn: regionale informatienetwerken. Deze netwerken worden gelei- delijk en op efficiënte wijze tot stand gebracht.
a) het ontwikkelen en verstrekken van informatiediensten 4. Het Comité van Ambassadeurs is belast met het toezicht en het verbeteren van de toegang tot onderzoek, opleiding op het Centrum. Het Comité doet na ondertekening van de en innovatie op het gebied van landbouw- en plattelands- Overeenkomst het volgende:
ontwikkeling, teneinde de ontwikkeling van de landbouw
en het platteland te stimuleren; en
b) het ontwikkelen en versterken van de capaciteiten in de ACS, met het oog op:
i) verbetering van formulering en beheer van beleid en strategieën voor de ontwikkeling van de landbouw en het platteland op nationaal en regionaal niveau, onder meer ter verbetering van capaciteiten voor het verzamelen van gegevens en voor beleidsonder- zoek, -analyse en -formulering;
a) het stelt de statuten en het reglement van orde vast van het Centrum en van de toezichthoudende instanties;
b) het stelt de statuten, het financieel reglement en het personeelsreglement vast;
c) het oefent toezicht uit op de instanties van het Centrum; en
d) het stelt de werkwijze en de procedures voor de aanne- ming van de begroting van het Centrum vast.
5. De leden van de instanties van het Centrum worden benoemd door het Comité van Ambassadeurs volgens door dit Comité vastgestelde procedures en criteria.
ii) verbetering van informatie- en communicatiemana- 6. De begroting van het Centrum wordt gefinancierd vol- gement, met name in het kader van de nationale gens de in de Overeenkomst vastgestelde regels voor de
landbouwstrategie; samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.
BIJLAGE IV
PROCEDURES VOOR TENUITVOERLEGGING EN BEHEER
HOOFDSTUK 1 c) een overzicht van de relevante plannen en maatregelen van andere donoren die in het land actief zijn, met name
PROGRAMMERING (NATIONAAL) de EU-lidstaten als bilaterale donoren;
Artikel 1 d) responsstrategieën die de specifieke bijdrage van de EU in detail omschrijven. Deze moeten waar mogelijk comple-
Activiteiten die gefinancierd worden met uit hoofde van de Overeenkomst verleende subsidies worden geprogrammeerd aan het begin van de periode waarop het Financieel Protocol betrekking heeft. Voor de toepassing hiervan houdt program-
mentair zijn met activiteiten die worden gefinancierd door de ACS-staat zelf en de andere donoren die in het land actief zijn; en
mering in: e) een definitie van de aard en het toepassingsgebied van de
a) formulering en ontwikkeling van een nationale onder- steunende strategie (NOS) op basis van de ontwikkelings- doelstellingen en -strategieën van het land voor de middellange termijn;
b) een duidelijke indicatie van de kant van de Gemeenschap van de indicatieve programmeerbare financiële middelen waarover het land gedurende een periode van vijf jaar kan beschikken, alsmede andere nuttige inlichtingen;
c) opstelling en goedkeuring van een indicatief programma voor de tenuitvoerlegging van de NOS; en
d) een evaluatieproces dat betrekking heeft op de NOS,
meest geschikte steunmechanismen voor deze strategieën.
Artikel 3
Toewijzing van middelen
1. Middelen worden toegewezen op basis van behoeften en prestaties, zulks als in de Overeenkomst vastgelegd. In dit verband geldt het volgende:
het indicatieve programma en de daarvoor toegewezen a) de behoeften worden geëvalueerd aan de hand van middelen. criteria voor inkomen per hoofd van de bevolking, bevolkingsomvang, sociale indicatoren en schuldniveau,
Artikel 2
Nationale ondersteunende strategie
De NOS wordt opgesteld door de ACS-staat en de EU na overleg met een ruime selectie van actoren in het ontwik- kelingsproces. De NOS wordt gebaseerd op ervaringen en de beste praktijk. De NOS wordt aangepast aan de behoeften en de specifieke omstandigheden van elke ACS-staat. Met de NOS
derving van exportopbrengsten en afhankelijkheid van exportopbrengsten, met name voor landbouw en mijn- bouw. Er wordt voorzien in een bijzondere behandeling voor de minst ontwikkelde ACS-landen en rekening gehouden met de kwetsbaarheid van niet aan zee grenzen- de en insulaire ACS-landen. Ook wordt rekening gehou- den met de bijzondere moeilijkheden van landen die een conflictsituatie hebben doorgemaakt; en
wordt een prioriteitsrangorde aangebracht in de activiteiten en b) de prestaties worden objectief en transparant beoordeeld wordt de eigen plaatselijke inbreng in de samenwerkingspro- aan de hand van de volgende parameters: voortgang bij gramma’s versterkt. Discrepanties tussen de analyse van het de tenuitvoerlegging van institutionele hervormingen, land zelf en die van de Gemeenschap worden aangegeven. De prestaties bij het benutten van hulpbronnen, effectieve
NOS omvat de volgende standaardonderdelen: tenuitvoerlegging van lopende maatregelen, verlichting
a) een analyse van de politieke, economische en sociale achtergrond van het land, de beperkingen, capaciteiten en vooruitzichten en een beoordeling van de basisbehoeften, zoals het inkomen per hoofd van de bevolking, de
of bestrijding van armoede, duurzame ontwikkeling en
macro-economische en sectorale beleidsprestaties.
bevolkingsomvang en de sociale indicatoren en kwets- 2. De toegewezen middelen bestaan uit twee elementen: baarheid;
b) een gedetailleerd overzicht van de ontwikkelingsstrategie a) middelen voor macro-economische steunmaatregelen,
van het land voor de middellange termijn, met duidelijk sectoraal beleid, programma’s en projecten ter ondersteu-
gestelde prioriteiten en vermelding van de verwachte ning van concentratiesectoren en andere sectoren van de
financiële vereisten; bijstand van de Gemeenschap; en
b) middelen voor onvoorziene behoeften zoals noodhulp, 3. Over het ontwerp voor een indicatief programma wordt
wanneer dergelijke steun niet uit de EU-begroting kan tussen de betrokken ACS-staat en de Gemeenschap een
worden gefinancierd, bijdragen aan internationaal over- gedachtewisseling gehouden. Het indicatieve programma
eengekomen initiatieven voor schuldverlichting en steun wordt door de Gemeenschap en de betrokken ACS-staat in
ter vermindering van de gevolgen van instabiliteit van de onderling overleg vastgesteld. Het is voor de Gemeenschap en
exportopbrengsten.
die staat bindend. Het indicatieve programma wordt aan de NOS gehecht en omvat bovendien:
den aangegaan vo´o´ r de eerstkomende evaluatie;
name die waarvoor betalingsverplichtingen kunnen wor-
steun van de Gemeenschap op de lange termijn beter kunnen
3. Met dit indicatieve bedrag moet het betrokken land de a) specifieke en duidelijk geïdentificeerde activiteiten, met programmeren. Deze toewijzingen vormen, samen met niet
vastgelegde saldi van aan het land onder eerdere EOF’s toegewezen middelen en waar mogelijk middelen uit de
begroting van de EU, de basis voor het opstellen van het b) een tijdschema voor tenuitvoerlegging en evaluatie van indicatieve programma voor het betrokken land. het indicatieve programma, inclusief betalingsverplichtin-
gen en betalingen; en
4. Een regeling wordt getroffen voor landen die door uitzonderlijke omstandigheden geen toegang hebben tot nor- male programmeerbare middelen.
c) parameters en criteria voor de evaluaties.
Artikel 4
Uitwerking en goedkeuring van het indicatieve programma
1. Na ontvangst van bovengenoemde gegevens stelt elke ACS-staat, op basis van en overeenkomstig zijn ontwikkelings- doelstellingen en -prioriteiten, een ontwerp voor een indicatief programma op en legt dit voor aan de Gemeenschap. In het
4. De Gemeenschap en de betrokken ACS-staat nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de programme- ring op zo kort mogelijke termijn wordt afgerond en wel, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, binnen twaalf maanden na de ondertekening van het Financiële Protocol. De uitwerking van de NOS en het indicatieve programma moet geschieden in het kader van een voortdurend proces dat uitmondt in de vaststelling van één document.
ontwerp worden genoemd: Artikel 5
a) de concentratiesector, -sectoren of -gebieden waarop de steun wordt gericht;
b) de meest geschikte maatregelen en activiteiten om de doelstellingen voor de concentratiesector, -sectoren of
-gebieden te verwezenlijken;
c) de middelen die voor projecten en programma’s buiten de concentratiesector(en) gereserveerd zijn en/of de hoofdlijnen van die activiteiten, alsmede een indicatie van de voor elk van deze elementen in te zetten middelen;
d) aanduiding welke niet-overheidsactoren voor steun in aanmerking komen en opgave van de middelen voor niet- overheidsactoren;
Evaluatieproces
1. De financiële samenwerking tussen ACS-staat en Ge- meenschap dient zo flexibel te zijn, dat activiteiten voortdurend kunnen worden bijgesteld om aan de doelstellingen te beant- woorden en rekening kan worden gehouden met eventuele veranderingen in economische situatie, prioriteiten en doelstel- lingen van de betrokken ACS-staat. In dit verband hebben de nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie de volgende taken:
a) verrichten van een jaarlijkse operationele evaluatie van het indicatieve programma; en
b) verrichten van een tussentijdse evaluatie en een eindeva-
e) voorstellen voor regionale projecten en programma’s; en luatie van de NOS en het indicatieve programma in het
licht van behoeften en prestaties.
f) voorzieningen ter dekking van mogelijke claims en onvoorziene stijging van kosten en uitgaven.
2. Het ontwerp voor een indicatief programma omvat waar nodig middelen voor versterking van de menselijke, materiële en institutionele capaciteit van de ACS om nationale en regionale indicatieve programma’s uit te werken en ten uitvoer
2. In uitzonderlijke omstandigheden als bedoeld in de bepalingen over humanitaire hulp en spoedhulp kan de evaluatie op verzoek van elk der partijen worden verricht.
te leggen en het beheer van de projectcyclus van de overheids- 3. De nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie
investeringen van de ACS te verbeteren. dragen zorg voor het volgende:
a) zij nemen alle noodzakelijke maatregelen om naleving 7. Na de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie kan de
van de bepalingen van het indicatieve programma te Gemeenschap de toewijzing van middelen herzien in het licht
waarborgen; dit geldt ook voor het tijdschema voor van behoeften en prestaties van de betrokken ACS-staat. vastleggings- en uitbetalingskredieten dat bij de program-
mering is overeengekomen; en
b) zij stellen in geval van vertraging bij de tenuitvoerlegging de oorzaak daarvan vast en stellen maatregelen voor om
HOOFDSTUK 2
de problemen op te lossen. PROGRAMMERING EN VOORBEREIDING (REGIONAAL)
4. De jaarlijkse operationele evaluatie van het indicatieve programma bestaat uit een gezamenlijke beoordeling van de
Artikel 6
Deelnemers
tenuitvoerlegging van het programma, waarbij de resultaten van relevante monitoring- en evaluatieactiviteiten in aanmer- king worden genomen. De evaluatie wordt ter plaatse uitge-
voerd en wordt door de nationale ordonnateur en het hoofd 1. Regionale samenwerking heeft betrekking op activiteiten van de delegatie binnen zestig dagen afgerond. Het belangrijk- waarbij betrokken zijn:
ste onderdeel is beoordeling van:
a) de in de concentratiesector(en) bereikte resultaten, afge-
a) twee of meer ACS-staten dan wel alle ACS-staten; en/of
meten aan de overeengekomen doelstellingen en impact- b) een regionale instantie waarvan ten minste twee ACS- indicatoren en de sectorale beleidsverplichtingen; staten lid zijn.
b) projecten en programma’s buiten de concentratiesectoren
of in het kader van meerjarenprogramma’s; 2. Bij regionale samenwerking kunnen ook landen en
c) de benutting van voor niet-overheidsactoren uitgetrokken middelen;
d) de effectiviteit van de uitvoering van de lopende maatrege- len en de mate waarin het tijdschema voor vastleggings-
gebieden overzee en ultraperifere gebieden betrokken zijn. De voor de deelneming van deze gebieden benodigde kredieten vormen een aanvulling op de kredieten die in het kader van de Overeenkomst aan de ACS-staten worden toegekend.
en betalingskredieten is aangehouden; en Artikel 7
e) uitbreiding van de programmeringsvooruitzichten voor Regionale programma’s
de volgende jaren.
5. Binnen dertig dagen na de afronding van de jaarlijkse evaluatie rapporteren de nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie aan het Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering. Het Comité bestudeert hun rapport in overeenstemming met zijn taken en bevoegdheden krach- tens de Overeenkomst.
6. In het licht van de jaarlijkse operationele evaluaties kunnen de nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie de NOS bij de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie binnen bovengenoemde termijnen herzien:
a) indien bij de operationele evaluaties specifieke problemen
De betrokken ACS-staten besluiten over de definitie van geografische regio’s. Regionale integratieprogramma’s dienen zo veel mogelijk overeen te stemmen met de programma’s van bestaande regionale organisaties die naar economische integratie streven. Wanneer de ledenbestanden van verschillen- de relevante regionale organisaties elkaar overlappen, moeten integratieprogramma’s in beginsel betrekking hebben op het gecombineerde ledental van die organisaties. In dit verband verstrekt de Gemeenschap specifieke steun voor regionale programma’s aan ACS-staten die hebben toegezegd met de EU over overeenkomsten inzake economisch partnerschap te onderhandelen.
Artikel 8
zijn geconstateerd; en/of Regionale programmering
b) in het licht van gewijzigde omstandigheden in een ACS-
staat. 1. De programmering vindt plaats op het niveau van elke regio. Aan de programmering ligt een gedachtewisseling ten
Dergelijke herzieningen moeten zijn afgerond binnen dertig grondslag tussen de Commissie en een regionale organisatie
dagen na de afsluiting van de tussentijdse evaluatie en de met een passend mandaat, of bij ontbreken van een dergelijk
eindevaluatie. De evaluatie bij het verlopen van het Financieel mandaat, de nationale ordonnateurs van de landen in de regio.
Protocol omvat tevens een aanpassing aan het nieuwe finan- Waar nuttig kan in het kader van de programmering ook
ciële protocol ten aanzien van toewijzing van middelen en overleg worden gepleegd met in aanmerking komende niet-
voorbereiding op het volgende programma. overheidsactoren.
2. Voor de toepassing hiervan houdt programmering in: Artikel 10
a) formulering en ontwikkeling van een regionale ondersteu- nende strategie (ROS) op basis van de ontwikkelingsdoel- stellingen en -strategieën van de regio voor de middellan- ge termijn;
b) een duidelijke indicatie van de kant van de Gemeenschap van de indicatieve toewijzing van middelen waarover de regio gedurende een periode van vijf jaar kan beschikken, alsmede andere nuttige inlichtingen;
Regionaal Indicatief Programma
1. Op basis van bovengenoemde toewijzing van middelen wordt door een regionale organisatie met een passend man- daat, of bij ontbreken van een dergelijk mandaat, door de nationale ordonnateurs van de landen in de regio, een ontwerp voor een regionaal indicatief programma opgesteld. Het pro- grammaontwerp bepaalt met name het volgende:
c) opstelling en goedkeuring van een regionaal indicatief a) de sectoren en onderwerpen waarop de communautaire programma (RIP) voor de tenuitvoerlegging van de ROS; steun wordt geconcentreerd;
en
d) een evaluatieproces voor de ROS, het RIP en de voor elke regio toegewezen middelen.
b) de meest geschikte maatregelen en acties voor de verwe- zenlijking van de voor die sectoren aangegeven doelstel- lingen; en
een tijdschema voor de uitvoering.
voor elk van deze onderdelen zullen worden ingezet en
geïdentificeerd, alsmede een indicatie van de middelen die
moeten worden verwezenlijkt, als die duidelijk zijn
c) de projecten en programma’s waarmee deze doeleinden
3. De ROS wordt opgesteld door de Commissie en een regionale organisatie met een passend mandaat, in samenwer- king met de ACS-staten in de betrokken regio. Met de ROS wordt een prioriteitsrangorde aangebracht in de activiteiten en wordt de eigen plaatselijke inbreng in de ondersteunde programma’s versterkt. De ROS omvat de volgende standaardonderdelen:
a) een analyse van de politieke, economische en sociale achtergrond van de regio;
b) een beoordeling van het regionale economische integra- tieproces en het proces van integratie in de wereldecono-
2. De regionale indicatieve programma’s worden door de Gemeenschap en de betrokken ACS-staten in onderling overleg vastgesteld.
mie en van de vooruitzichten daarvoor; Artikel 11
Evaluatieproces
c) een overzicht van de regionale strategieën en prioriteiten en van de te verwachten financieringsvereisten;
d) een overzicht van relevante activiteiten van andere externe De financiële samenwerking tussen elke ACS-regio en de partners in de regionale samenwerking; en Gemeenschap dient zo flexibel te zijn, dat activiteiten voortdu-
rend kunnen worden bijgesteld om aan de doelstellingen te
e) een overzicht van de specifieke EU-bijdrage tot de verwe- zenlijking van de doeleinden van de regionale samenwer- king en integratie, die zoveel mogelijk een aanvulling moeten zijn op de activiteiten die gefinancierd worden door de ACS-staten zelf en door andere externe partners, met name de EU-lidstaten.
Artikel 9
Toewijzing van middelen
Aan het begin van elke periode waarop het Financieel Protocol-
beantwoorden en rekening kan worden gehouden met even- tuele veranderingen in economische situatie, prioriteiten en doelstellingen van de betrokken regio. Tussentijds en aan het einde van de looptijd van het protocol wordt een evaluatie uitgevoerd om het regionale indicatieve programma aan te passen aan de veranderende omstandigheden en correcte tenuitvoerlegging te waarborgen. Na de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie kan de Gemeenschap de toewijzing van middelen herzien in het licht van behoeften en prestaties.
Artikel 12
betrekking heeft, krijgt elke regio van de Gemeenschap een Intra-ACS-samenwerking
indicatie van de omvang van de middelen waarvoor de regio
in een periode van vijf jaar in aanmerking komt. Deze
indicatieve toewijzing wordt gebaseerd op een schatting van Bij aanvang van elke periode waarop het Financieel Protocol
de behoeften en van de voortgang en vooruitzichten van betrekking heeft, geeft de Gemeenschap de ACS-Raad van
het regionale samenwerkings- en integratieproces. Om op Ministers een indicatie van de voor regionale activiteiten
toereikende schaal te kunnen opereren en de efficiency te uitgetrokken middelen die gereserveerd zijn voor activiteiten
versterken, kunnen regionale en nationale fondsen worden die vele of alle ACS-staten ten goede komen. Dergelijke
gecombineerd voor het financieren van regionale activiteiten activiteiten behoeven niet gebonden te zijn aan de geografische
met een duidelijke nationale component. ligging.
Artikel 13
Financieringsverzoeken
HOOFDSTUK 3
UITVOERING VAN PROJECTEN
1. Verzoeken om financiering van regionale programma’s
worden ingediend door: Artikel 15
a) een regionaal lichaam of een regionale organisatie met een passend mandaat; of
b) een subregionaal lichaam of een subregionale organisatie met een passend mandaat, of een ACS-staat in de betrokken regio in de programmeringsfase, mits de activiteit in het RIP is aangegeven.
Identificatie, voorbereiding en onderzoek van projecten
1. Door ACS-staten ingediende projecten en programma’s worden gezamenlijk onderzocht. Het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering stelt richt- snoeren en criteria op voor de beoordeling van projecten en programma’s.
2. Verzoeken om financiering van intra-ACS-programma’s 2. De dossiers van de opgestelde en ter financiering voorge- worden ingediend door: legde projecten en programma’s dienen alle gegevens te bevatten die voor het onderzoek van deze projecten of
a) ten minste drie regionale lichamen of organisaties met een passend mandaat, die tot verschillende geografische regio’s behoren, of door de nationale ordonnateurs van die regio’s; of
b) de ACS-Raad van Ministers of door het ACS-Comité van Ambassadeurs, indien dit daartoe specifiek is gemachtigd;
programma’s nodig zijn of, indien deze projecten en program- ma’s nog niet volledig omschreven zijn, met het oog op het onderzoek een beknopte beschrijving bevatten. Deze dossiers worden overeenkomstig deze Overeenkomst door de ACS- staten of de andere begunstigden officieel overgedragen aan de Gemeenschap.
of 3. Bij het onderzoek van projecten en programma’s wordt de eis inzake nationale personele middelen in acht genomen
c) internationale organisaties die activiteiten uitvoeren die en wordt een strategie opgezet voor een betere benutting van bijdragen tot de verwezenlijking van de doeleinden van deze middelen. Bovendien wordt rekening gehouden met de regionale samenwerking en integratie, mits het ACS- specifieke kenmerken en beperkingen van elke ACS-staat.
Comité van Ambassadeurs daartoe toestemming heeft verleend.
Artikel 14
Uitvoeringsprocedures
1. Regionale programma’s worden uitgevoerd door de aanvragende instantie of een andere daartoe gemachtigde instelling of lichaam.
Artikel 16
Financieringsvoorstel en financieringsbesluit
1. De conclusies van het onderzoek worden samengevat in een financieringsvoorstel dat is opgesteld door de Commissie in nauwe samenwerking met de betrokken ACS-staat. Dit financieringsvoorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap.
2. Intra-ACS-programma’s worden uitgevoerd door de aan- vragende instantie of een daartoe gemachtigde vertegenwoor- diger. Bij ontbreken van een gemachtigde uitvoerder is de Commissie, behoudens door het ACS-secretariaat beheerde ad- hocprojecten en -programma’s, verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van intra-ACS-actviteiten.
3. De activiteiten voor regionale samenwerking worden, met inachtneming van de hiervoor relevante doelstellingen en
2. Het financieringsvoorstel bevat een indicatief tijdschema voor de technische en financiële uitvoering van het project of programma, met inbegrip van meerjarenprogramma’s en globale toewijzingen voor activiteiten van geringe financiële schaal, en vermeldt de duur van de verschillende uitvoerings- stadia. Het financieringsvoorstel:
a) neemt de opmerkingen van de betrokken ACS-staat of ACS-staten in acht; en
kenmerken, uitgevoerd volgens de voor de financiële en b) wordt gelijktijdig aan de betrokken ACS-staat of ACS-
technische samenwerking vastgestelde procedures, indien zij daaronder vallen.
staten en aan de Commissie toegezonden.
3. De Commissie werkt het financieringsvoorstel uit en Overeenkomst en de hierboven bedoelde financierings-
xxxxx het, al dan niet gewijzigd, aan de besluitvormingsinstan- overeenkomst. Wanneer de uitvoering wordt verricht
tie van de Gemeenschap. De betrokken ACS-staat of ACS- door gedecentraliseerde samenwerkingsinstanties of an-
staten worden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te dere in aanmerking komende begunstigden, behouden de
maken over iedere inhoudelijke wijziging die de Commissie nationale ordonnateur en het hoofd van de delegatie de
voornemens is in het document aan te brengen. Deze opmer- financiële verantwoordelijkheid en houden zij regelmatig
kingen worden in het gewijzigde financieringsvoorstel in toezicht op de activiteiten, teneinde hen onder meer in
aanmerking genomen. staat te stellen om hun verplichtingen na te komen.
4. De besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap deelt 9. Aan het einde van elk jaar brengt de nationale ordon- haar besluit mede binnen 120 dagen na de datum van nateur aan de Commissie verslag uit over de tenuitvoerlegging verzending van het financieringsvoorstel als hierboven be- van de meerjarenprogramma’s; dit verslag wordt opgesteld in doeld. overleg met het hoofd van de delegatie.
Artikel 17
Financieringsovereenkomst
5. Indien het financieringsvoorstel niet door de Gemeen- schap wordt goedgekeurd, worden de betrokken ACS-staat of ACS-staten onmiddellijk op de hoogte gesteld van de redenen van dit besluit. In dat geval kunnen de vertegenwoordigers van de betrokken ACS-staat of ACS-staten binnen zestig dagen na
de kennisgeving verzoeken: 1. Tenzij in deze Overeenkomst anders bepaald, wordt voor
a) het probleem voor te leggen aan het bij de Overeenkomst ingestelde ACS-EG-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering; of
ieder met subsidie van het Fonds gefinancierd project of programma een financieringsovereenkomst tussen de Com- missie en de betrokken ACS-staat of ACS-staten opgesteld. Indien de rechtstreekse begunstigde geen ACS-staat is, wordt het financieringsbesluit door de Commissie geformaliseerd
b) door de besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap te door middel van een briefwisseling met deze begunstigde. worden gehoord.
6. Nadat de vertegenwoordigers zijn gehoord, wordt door de desbetreffende instantie van de Gemeenschap een definitief besluit genomen om het financieringsvoorstel aan te nemen dan wel af te wijzen; voor dit besluit wordt genomen, kunnen
2. De financieringsovereenkomst tussen de Commissie en de betrokken ACS-staat of ACS-staten wordt opgesteld binnen zestig dagen na het besluit van de besluitvormingsinstantie van de Gemeenschap. In de financieringsovereenkomst:
de betrokken ACS-staat of ACS-staten aan deze instantie alle a) worden met name de financiële verplichtingen van het gegevens mededelen die zij voor volledige kennis van zaken Fonds, de financieringsregelingen en -voorwaarden en de noodzakelijk achten. algemene en specifieke bepalingen voor het betrokken
project of programma gespecificeerd en ook het indicatie-
7. In het kader van meerjarenprogramma’s worden onder meer gefinancierd: opleiding, gedecentraliseerde activiteiten, microprojecten, handelspromotie en handelsontwikkeling, ac- tiviteiten op beperkte schaal in een specifieke sector, steun voor project- of programmabeheer en technische samenwerking.
ve tijdschema voor de technische uitvoering van het project of het programma vermeld; en
b) worden toereikende voorzieningen getroffen voor de dekking van onvoorzien hogere kosten en uitgaven.
8. In bovengenoemde gevallen kan de betrokken ACS- 3. Na ondertekening van de financieringsovereenkomst
staat het hoofd van de delegatie een meerjarenprogramma worden de betalingen overeenkomstig het daarin vastgestelde
voorleggen met de hoofdlijnen, de geplande activiteiten en de financieringsplan verricht. Resterende bedragen die worden
voorgestelde financiële verplichtingen:
a) het financieringsbesluit voor elk meerjarenprogramma wordt genomen door de hoofdordonnateur. De brief van de hoofdordonnateur aan de nationale ordonnateur waarin dit besluit wordt meegedeeld, is de financierings- overeenkomst; en
b) in het kader van de aldus goedgekeurde meerjarenpro- gramma’s voert de nationale ordonnateur of in voorko- mend geval de gedecentraliseerde samenwerkingsinstantie waaraan voor dit doel taken zijn gedelegeerd, dan wel
geconstateerd bij de afsluiting van projecten en programma’s komen de betrokken ACS-staat toe en worden als zodanig in de rekeningen van het Fonds geboekt. Zij kunnen op de bij de Overeenkomst aangegeven wijze voor de financiering van projecten en programma’s worden gebruikt.
Artikel 18
Kostenoverschrijding
een andere in aanmerking komende begunstigde, iedere 1. Zodra de in de financieringsovereenkomst vastgestelde
maatregel uit overeenkomstig de bepalingen van de grenzen dreigen te worden overschreden, stelt de nationale
ordonnateur de hoofdordonnateur daarvan via het hoofd van i) natuurlijke personen, vennootschappen, overheids-
de delegatie in kennis, waarbij hij aangeeft welke maatregelen instellingen of semi-overheidsinstellingen van de
hij denkt te treffen om deze kostenoverschrijding ten opzichte ACS-staten en de lidstaten; van de toewijzing te dekken, hetzij door het project of het
actieprogramma in te perken, hetzij door een beroep te doen ii) coöperaties en andere publiekrechtelijke of privaat- op nationale of andere niet-communautaire middelen. rechtelijke rechtspersonen uit de lidstaten en/of de
ACS-staten; en
2. Indien in overleg met de Gemeenschap wordt besloten
het project of programma niet in te perken, of indien het niet iii) gezamenlijke ondernemingen of consortia van on- mogelijk is dit uit andere hulpbronnen te financieren, kan de dernemingen of vennootschappen uit ACS-staten overschrijding worden gefinancierd tot ten hoogste 20 % van en/of lidstaten.
de in het indicatieve programma voor het betrokken project
of programma vastgestelde financiële vastlegging. b) leveringen moeten van oorsprong zijn uit de Gemeen-
schap en/of uit ACS-staten. In dit verband wordt de
Artikel 19
Financiering met terugwerkende kracht
1. Om te zorgen dat programma’s snel van start kunnen gaan en om perioden van stilstand tussen opeenvolgende projecten en vertragingen te voorkomen, kunnen de ACS- staten in overleg met de Commissie wanneer het onderzoek
definitie van „producten van oorsprong” beoordeeld aan de hand van de relevante internationale overeenkomsten en worden leveringen van oorsprong uit de landen en gebieden overzee aangemerkt als leveringen van oorsprong uit de Gemeenschap.
Artikel 21
is genomen:
van het project afgerond is en voordat het financieringsbesluit Deelname op gelijke voorwaarden
a) voor alle typen overeenkomsten aanbestedingen uitschrij- De ACS-staten en de Commissie treffen de nodige maatregelen ven waarin een schorsingsclausule is opgenomen; en voor een zo ruim mogelijke deelname, op gelijke voorwaarden,
aan aanbestedingen van opdrachten voor werken, leveringen
b) activiteiten voorfinancieren in verband met voorbereiden- en diensten; dit betreft onder meer: de en seizoensgebonden werkzaamheden, bestelling van
uitrusting met een lange levertijd en bepaalde lopende a) erop toezien dat aanbestedingen via het Publicatieblad van verrichtingen. Dergelijke uitgaven moeten geschieden de Europese Gemeenschappen, de staatsbladen van alle ACS- conform de procedures van de Overeenkomst. staten en alle andere geschikte media bekend worden
gemaakt;
2. Deze bepalingen laten de bevoegdheden van de besluit-
vormingsinstantie van de Gemeenschap onverlet. b) uitsluiting van discriminerende praktijken en technische
specificaties die ruime deelname op gelijke voorwaarden
3. Uitgaven die door een ACS-staat uit hoofde van dit artikel zijn verricht, worden na de ondertekening van de financieringsovereenkomst met terugwerkende kracht in het kader van het project of het programma gefinancierd.
kunnen verhinderen;
c) bevordering van samenwerking tussen ondernemingen uit de lidstaten en de ACS-staten;
HOOFDSTUK 4
AANBESTEDING EN PREFERENTIES
d) erop toezien dat alle gunningscriteria in het aanbe- stedingsdossier zijn vermeld; en
e) erop toezien dat de gekozen inschrijving voldoet aan de voorwaarden en criteria van het aanbestedingsdossier.
Artikel 20
Voorwaarden voor de deelname
Behoudens indien overeenkomstig de algemene voorschriften of overeenkomstig artikel 22 een uitzondering is toegestaan,
Artikel 22
Uitzonderingen
gelden de volgende regels: 1. Om de kosteneffectiviteit van het stelsel te optimaliseren kan op verzoek van de betrokken ACS-staten worden toege-
a) de deelname aan aanbestedingen en de gunning van het staan dat natuurlijke personen en rechtspersonen uit niet tot
door het Fonds gefinancierde opdrachten staan op gelijke de ACS-staten behorende ontwikkelingslanden deelnemen aan
voorwaarden open voor: door de Gemeenschap gefinancierde overeenkomsten. De
betrokken ACS-staten verstrekken de gemachtigde voor elk d) onderhandse aanbesteding — een vereenvoudigde proce-
geval de voor de Gemeenschap noodzakelijke gegevens om dure zonder publicatie van een bericht van aanbesteding,
over deze uitzonderingsgevallen een besluit te nemen, waarbij waarbij de aanbestedende dienst een beperkt aantal
bijzondere aandacht wordt besteed aan: gegadigden uitnodigt een aanbieding in te dienen; en
a) de geografische ligging van de betrokken ACS-staat; e) uitvoering in eigen beheer — opdrachten worden uitge-
voerd door overheidsinstanties of semi-overheidsinstan-
b) het concurrentievermogen van aannemers, leveranciers en adviseurs uit de lidstaten en de ACS-staten;
c) vermijding van buitensporige stijging van de uitvoerings- kosten van de overeenkomsten;
ties en -diensten van de betrokken begunstigde staten.
2. Uit het Fonds gefinancierde opdrachten worden gegund volgens onderstaande bepalingen:
d) vervoersproblemen en vertragingen in verband met lever- tijden of soortgelijke problemen; en
a) Opdrachten voor leveringen met een waarde van:
i) meer dan 5 miljoen euro worden gegund via openba-
e) de meest geschikte en aan de lokale omstandigheden re internationale aanbesteding; optimaal aangepaste technologie.
2. Deelname van derde landen aan door de Gemeenschap gefinancierde opdrachten kan ook worden toegestaan:
a) wanneer de Gemeenschap deelneemt in de financiering van regionale of interregionale samenwerkingsactiviteiten die van belang zijn voor derde landen;
b) in geval van medefinanciering van projecten en program- ma’s; en
c) in geval van spoedhulp.
ii) meer dan 300 000 euro doch niet meer dan 5 miljoen euro worden gegund via openbare plaatse- lijke aanbesteding; en
iii) minder dan 300 000 euro worden onderhands gegund — een vereenvoudigde procedure zonder publicatie van een bericht van aanbesteding.
b) Opdrachten voor werken met een waarde van:
i) meer dan 150 000 euro worden gegund via openba- re internationale aanbesteding;
ii) meer dan 30 000 euro doch niet meer dan
3. In uitzonderingsgevallen kunnen in overleg met de 150 000 euro worden gegund via openbare plaatse-
Commissie adviesbureaus of deskundigen uit derde landen lijke aanbesteding; en deelnemen aan opdrachten voor diensten.
iii) minder dan 30 000 euro worden onderhands ge- gund — een vereenvoudigde procedure zonder
Artikel 23 publicatie van een bericht van aanbesteding.
Aanbesteding c) Opdrachten voor diensten met een waarde van:
1. Om de algemene voorschriften voor aanbesteding en preferenties voor door het EOF gefinancierde activiteiten te vereenvoudigen, worden opdrachten gegund door middel van openbare of niet-openbare aanbesteding, door middel van
i) meer dan 200 000 euro worden gegund via niet- openbare internationale aanbesteding met publicatie van een bericht van aanbesteding; en
kaderovereenkomsten of onderhandse overeenkomsten of in ii) minder dan 200 000 euro worden onderhands eigen beheer, en wel als volgt: gegund via een vereenvoudigde procedure of een
kaderovereenkomst.
a) openbare internationale aanbesteding — publicatie van een bericht van aanbesteding overeenkomstig het bepaal-
de in de Overeenkomst; 3. Opdrachten voor werken, leveringen en diensten met een waarde van 5 000 euro of minder kunnen worden
b) openbare plaatselijke aanbesteding — publicatie van een geplaatst zonder aanbesteding. bericht van aanbesteding in uitsluitend de begunstigde
ACS-staat;
c) niet-openbare internationale aanbesteding — hierbij no-
4. Voor niet-openbare aanbestedingen wordt in overleg met het hoofd van de delegatie, in voorkomend geval na een
digt de aanbestedende dienst een beperkt aantal gegadig- voorafgaande selectie met publicatie van een bericht van
den uit deel te nemen aan de oproep tot inschrijving na aanbesteding, door de betrokken ACS-staat of ACS-staten een
publicatie van een vooraankondiging; shortlist van gegadigden opgesteld.
5. Bij onderhandse aanbestedingen kan de ACS-staat alle a) bij opdrachten voor werken van minder dan 5 miljoen
noodzakelijk geachte besprekingen voeren met gegadigden op euro wordt aan inschrijvers uit ACS-staten bij het vergelij-
de shortlist die hij overeenkomstig de artikelen 20 tot en met ken van inschrijvingen van gelijkwaardige economische,
22 heeft opgesteld en de opdracht gunnen aan de inschrijver technische en administratieve kwaliteit een preferentie
van zijn keuze. van 10 % toegekend, mits ten minste een vierde van het
kapitaal en een vierde van het leidinggevend personeel van oorsprong zijn uit een of meer ACS-staten;
6. De ACS-staten kunnen de Commissie verzoeken recht-
streeks of door bemiddeling van haar bevoegde instantie in b) bij opdrachten voor leveringen, ongeacht het bedrag, hun naam over opdrachten voor diensten te onderhandelen en wordt aan inschrijvers uit ACS-staten die leveringen de overeenkomsten vast te stellen, te sluiten en ten uitvoer te aanbieden waarvoor ten minste 50 % van de contract- leggen. waarde van ACS-oorsprong is, bij het vergelijken van
inschrijvingen van gelijkwaardige economische, techni-
sche en administratieve kwaliteit een preferentie van 15 %
Artikel 24 toegekend;
Eigen beheer c) bij opdrachten voor diensten wordt, mits aan de be- kwaamheidseisen is voldaan, voorrang gegeven aan:
1. Bij uitvoering in eigen beheer worden projecten en i) deskundigen, instellingen of adviesbureaus uit ACS- programma’s uitgevoerd door overheidsinstellingen of semi- staten, wanneer inschrijvingen van gelijkwaardige overheidsinstellingen van de betrokken staat of staten of economische en technische kwaliteit worden verge- door de persoon die voor de uitvoering van de activiteit leken;
verantwoordelijk is.
2. De Gemeenschap draagt in de uitgaven van de betrokken diensten bij door het verschaffen van ontbrekende uitrusting
ii) aanbiedingen van een onderneming uit de ACS die deelneemt in een consortium met Europese partners; en
en/of materieel en/of middelen waarmee het nodige aanvullen- iii) aanbiedingen van Europese inschrijvers met onder- de personeel kan worden aangeworven, zoals deskundigen uit aannemers of deskundigen uit de ACS.
de betrokken ACS-staten of andere ACS-staten. De bijdrage
van de Gemeenschap dekt slechts de kosten van aanvullende d) gekozen inschrijvers geven, indien zij gebruik maken van maatregelen en tijdelijke uitgaven voor de uitvoering die onderaannemers, voorrang aan natuurlijke personen en uitsluitend verband houden met het betrokken project. ondernemingen uit de ACS-staten die in staat zijn de
opdracht op het vereiste niveau uit te voeren; en
Artikel 25 e) de ACS-staat kan in de aanbesteding aan gegadigden de
Opdrachten voor spoedhulp
De uitvoering van opdrachten voor spoedhulp moet afgestemd zijn op de urgentie van de situatie. Daartoe kan de ACS-staat voor alle operaties die betrekking hebben op spoedhulp met instemming van het hoofd van de delegatie toestemming geven tot:
bijstand aanbieden van andere ondernemingen, deskun- digen of adviseurs uit de ACS die in gezamenlijk overleg zijn gekozen. Deze samenwerking kan gestalte krijgen in de vorm van een gezamenlijke onderneming of onderaan- neming of ook in die van opleiding van het personeel bij de werkzaamheden.
Artikel 27
a) het sluiten van onderhandse overeenkomsten; Gunning van opdrachten
b) de uitvoering van opdrachten in eigen beheer;
c) tenuitvoerlegging via gespecialiseerde instellingen; en
d) rechtstreekse uitvoering door de Commissie.
Artikel 26
Preferenties
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 24, gunt de ACS- staat de opdracht:
a) aan de inschrijver wiens aanbieding conform het aanbe- stedingsdossier is bevonden;
b) in het geval van opdrachten voor werken of leveringen, aan de inschrijver die de voordeligste aanbieding heeft gedaan, beoordeeld aan de hand van met name de volgende criteria:
Om optimaal gebruik van de fysieke en menselijke middelen i) de prijs en de operationele en onderhoudskosten; van de ACS-staten mogelijk te maken, worden maatregelen
getroffen om zo breed mogelijke deelname van natuurlijke ii) de kwalificaties en de garanties die de inschrijver
personen en rechtspersonen uit de ACS-staten aan de uitvoe- biedt en de technische kwaliteiten van de aanbieding,
ring van door het Fonds gefinancierde opdrachten te bevorde- met inbegrip van het voorstel van de inschrijver
ren. Hiertoe geldt het volgende: voor service in de ACS-staat; en
iii) de aard van de opdracht, de voorwaarden en ter- b) voor medegefinancierde projecten en programma’s of
mijnen van uitvoering en de aanpassing aan plaatse- wanneer een uitzonderingsbepaling is gemaakt voor
lijke omstandigheden; uitvoering door derden, of in geval van een versnelde
c) in het geval van opdrachten voor diensten, aan de inschrijver die de voordeligste aanbieding heeft ingediend, beoordeeld aan de hand van onder andere de prijs, de technische kwaliteiten van de aanbieding, de organisatie en de methode die worden voorgesteld voor de levering van diensten, alsmede de bekwaamheid, de onafhankelijk- heid en de beschikbaarheid van het voorgestelde per- soneel.
2. Indien twee aanbiedingen op grond van bovengenoemde criteria gelijkwaardig worden bevonden, wordt de voorkeur
procedure, of in andere relevante gevallen, volgens andere algemene voorwaarden die door de betrokken ACS-staat en de Gemeenschap zijn overeengekomen, en wel:
i) de algemene voorwaarden voor overheidsopdrach- ten krachtens de nationale wetgeving van de betrok- ken ACS-staat of de praktijken die in deze staat op het gebied van internationale opdrachten zijn toegelaten; of
ii) andere internationale algemene voorwaarden op het gebied van opdrachten.
gegeven: Artikel 30
a) aan de aanbieding van de inschrijver uit een ACS-staat; of Geschillenbeslechting
b) indien een dergelijke inschrijving ontbreekt: Geschillen tussen de overheidsinstanties van een ACS-staat en
i) aan de aanbieding die optimaal gebruik van de materiële en menselijke middelen van de ACS-staten mogelijk maakt;
ii) aan de aanbieding die ondernemingen of natuurlijke personen uit de ACS-staten de beste mogelijkheden
een aannemer, leverancier of dienstverlener bij de uitvoering van een uit het Fonds gefinancierde overeenkomst worden beslecht:
a) in geval van een nationale opdracht volgens de nationale wetgeving van de betrokken ACS-staat; en
voor onderaanneming biedt; of b) in geval van een transnationale overeenkomst:
iii) aan een consortium van natuurlijke personen of i) indien de partijen bij de overeenkomst zulks over- ondernemingen uit de ACS-staten en de Gemeen- eenkomen, overeenkomstig de nationale wetgeving schap. van de betrokken ACS-staat of de gebruikelijke
praktijk van die staat voor internationale overeen-
Artikel 28 komsten; of
Algemene voorschriften voor opdrachten ii) door arbitrage overeenkomstig de procesvoorschrif-
ten die tijdens de eerste vergadering na de onderte-
1. De gunning van door het Fonds gefinancierde opdrach- kening van de Overeenkomst op aanbeveling van ten geschiedt overeenkomstig deze bijlage en de procedures het ACS-EG-Comité voor Samenwerking inzake die, op aanbeveling van het ACS-EG-Comité voor Samenwer- Ontwikkelingsfinanciering, bij besluit van de Raad king inzake Ontwikkelingsfinanciering als bedoeld in de van Ministers zullen worden vastgesteld. Overeenkomst, tijdens de eerste vergadering na de onderte-
kening van de Overeenkomst bij besluit van de Raad van Artikel 31
Ministers zullen worden vastgesteld. Deze procedures dienen
in overeenstemming te zijn met de bepalingen van deze bijlage en de voorschriften van de Gemeenschap voor opdrachten in de samenwerking met derde landen.
2. In afwachting van de goedkeuring van deze procedures zijn de huidige EOF-voorschriften van toepassing, zoals deze vervat zijn in de algemene voorschriften en algemene voor- waarden voor opdrachten.
Artikel 29
Algemene voorwaarden voor opdrachten
Belasting- en douaneregelingen
1. De ACS-staten passen op de door de Gemeenschap gefinancierde overeenkomsten een belasting- en douanerege- ling toe die niet minder gunstig is dan die welke wordt toegepast op de meest begunstigde staten of de internationale ontwikkelingsorganisaties waarmee zij betrekkingen onder- houden. Voor de bepaling van de meestbegunstigingsbehande- ling blijven de door de betrokken ACS-staat ten opzichte van andere ACS-staten of andere ontwikkelingslanden toegepaste regelingen buiten beschouwing.
2. Onder voorbehoud van bovenstaande bepalingen wordt
De uitvoering van door het Fonds gefinancierde opdrachten de volgende regeling toegepast op de door de Gemeenschap voor werken, leveringen en diensten geschiedt: gefinancierde opdrachten:
a) volgens de algemene voorwaarden van toepassing op a) op de opdrachten worden geen in de begunstigde ACS-
door het Fonds gefinancierde overeenkomsten die tijdens staat bestaande of aldaar in te voeren zegel- en registratie-
de eerste vergadering na de ondertekening van deze rechten of fiscale heffingen van gelijke werking toegepast;
Overeenkomst op aanbeveling van het ACS-EG-Comité deze opdrachten worden echter volgens de in de ACS-
voor Samenwerking inzake Ontwikkelingsfinanciering als staat geldende wetten geregistreerd, en voor deze registra-
bedoeld in deze Overeenkomst, bij besluit van de Raad tie kan een bedrag worden geheven dat in overeenstem-
van Ministers zullen worden aangenomen; of ming is met de verleende dienst;
b) winsten en/of inkomens die voortvloeien uit de uitvoering Artikel 33
van de opdrachten zijn belastbaar volgens de nationale
belastingregeling van de betrokken ACS-staat, indien de natuurlijke of rechtspersonen die deze winsten en/of inkomens hebben gerealiseerd, in deze ACS-staat over een vaste vestiging beschikken of indien de uitvoerings- duur van de opdrachten meer dan zes maanden bestrijkt;
c) ondernemingen die professioneel materieel moeten in- voeren met het oog op de uitvoering van opdrachten voor werken komen desgevraagd voor de regeling voor tijdelijke invoer met vrijstelling in aanmerking, zoals deze is geregeld in de nationale wetgeving voor genoemd materieel in de begunstigde ACS-staat;
Modaliteiten
1. Zonder afbreuk te doen aan de evaluaties die worden uitgevoerd door de ACS-staten of de Commissie, worden deze werkzaamheden door de ACS-staat (staten) en de Gemeen- schap gezamenlijk verricht. Het ACS-EG-Comité voor samen- werking inzake ontwikkelingsfinanciering ziet erop toe dat de gezamenlijke activiteiten in het kader van de follow-up en evaluatie gezamenlijk worden uitgevoerd. Om het ACS-EG- Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering bij te staan, worden de gezamenlijke follow-up en evaluaties
d) professioneel materieel, nodig voor de uitvoering van de door de Commissie en het Secretariaat-generaal van de ACS in een opdracht voor diensten omschreven taken, wordt voorbereid en uitgevoerd en zij brengen daarover verslag uit in de begunstigde ACS-staat of -staten overeenkomstig aan het comité. Het comité stelt, bij de eerste bijeenkomst na de nationale wetgeving ingevoerd met vrijstelling van de ondertekening van de overeenkomst, de werkwijze vast belastingen, invoerrechten, douanerechten en andere hef- waardoor het gezamenlijke karakter van de werkzaamheden fingen van gelijke werking, voorzover deze belastingen, wordt gewaarborgd en keurt jaarlijks het werkprogramma rechten en heffingen niet een beloning voor verrichte goed.
diensten vormen;
voor leveringen wordt in de begunstigde ACS-staat met
e) de invoer in het kader van de uitvoering van een opdracht 2. De activiteiten in het kader van de follow-up en evaluatie
vrijstelling van douanerechten, invoerrechten, belastingen of fiscale rechten van gelijke werking toegelaten. Op- drachten voor leveringen die van oorsprong zijn uit de
moeten met name:
a) regelmatige en onafhankelijke beoordelingen van de
betrokken ACS-staat worden gegund op basis van de prijs activiteiten van het fonds verschaffen door de bereikte af fabriek, vermeerderd met de fiscale rechten die in resultaten met de doelstellingen te vergelijken en aldus voorkomend geval in de ACS-staat op deze leveringen
van toepassing zijn; b) de ACS-staten en de Commissie en de gemeenschappelijke
f) de aankoop van brandstoffen, smeermiddelen en bind- middelen met koolwaterstof alsook in het algemeen van alle producten die in het kader van een opdracht voor werken worden gebruikt, wordt geacht op de lokale markt te zijn geschied; hierop is de belastingregeling krachtens de in de begunstigde ACS-staat geldende natio- nale wetgeving van toepassing; en
g) invoer van persoonlijke bagage en voorwerpen voor persoonlijk en huishoudelijk gebruik door andere dan ter plaatse aangeworven natuurlijke personen die belast zijn met de uitvoering van de in een opdracht voor diensten omschreven taken alsmede door de leden van hun gezin,
instellingen in staat stellen de opgedane ervaring te gebruiken bij het ontwerp en de uitvoering van het toekomstig beleid en toekomstige activiteiten.
HOOFDSTUK 6
MET HET BEHEER EN DE UITVOERING BELASTE FUNCTIO- NARISSEN
geschiedt overeenkomstig de nationale wetgeving die van Artikel 34
kracht is in de begunstigde ACS-staat met vrijdom van
douanerechten of invoerrechten, belastingen en andere Hoofdordonnateur
fiscale rechten van gelijke werking.
3. Niet in bovenstaande bepalingen inzake belasting- en 1. De Commissie wijst de hoofdordonnateur van het Fonds douaneregelingen genoemde aangelegenheden blijven onder- aan, die verantwoordelijk is voor het beheer van de kredieten worpen aan de nationale wetgeving van de betrokken ACS- van het Fonds. De hoofdordonnateur gaat de betalingsverplich- staat. tingen aan, verricht betaalbaarstellingen, verstrekt betalingsop- drachten en voert de boekhouding inzake de betalingsverplich-
HOOFDSTUK 5
FOLLOW-UP EN EVALUATIE
Artikel 32
Doelstellingen
De follow-up en de evaluatie hebben ten doel de ontwikkelings- activiteiten (voorbereiding en uitvoering en daaropvolgende acties) op onafhankelijke wijze te evalueren ten einde de doeltreffendheid van lopende en toekomstige ontwikkelingsac-
tingen en betalingsopdrachten in het kader van het Fonds.
2. De hoofdordonnateur vervult de volgende taken:
a) hij gaat betalingsverplichtingen aan, verricht betaalbaar- stellingen en verstrekt betalingsopdrachten; hij voert de boekhouding inzake de betalingsverplichtingen en betalingsopdrachten;
b) hij ziet erop dat de financieringsbesluiten in acht worden
tiviteiten te verbeteren. genomen;
c) in nauwe samenwerking met de nationale ordonnateur e) deelt het resultaat van het onderzoek van de inschrijvin-
neemt hij de vereiste financiële maatregelen voor een in gen tezamen met een gunningvoorstel mee aan het hoofd
economisch en technisch opzicht optimale uitvoering van de delegatie die binnen de in artikel 36 gestelde
van de goedgekeurde activiteiten en gaat daartoe de nodige betalingsverplichtingen aan;
termijn zijn goedkeuring verleent;
f) zorgt voor de betaalbaarstellingen en verstrekt de beta-
d) hij bereidt het aanbestedingsdossier voor voordat de lingsopdrachten binnen de grenzen van de hem toegeken- uitnodigingen tot inschrijving worden verstuurd voor: de kredieten;
i) openbare internationale aanbestedingen, en g) neemt tijdens de uitvoering van de werkzaamheden alle
vereiste aanpassingsmaatregelen voor een in economisch
ii) besloten internationale aanbestedingen met voorse- lectie;
e) hij hecht zijn goedkeuring aan het gunningvoorstel, onverminderd de bevoegdheden van het hoofd van de delegatie uit hoofde van artikel 36;
f) hij ziet erop toe dat de internationale aanbestedingen
en technisch opzicht bevredigende uitvoering van de goedkeurde projecten en programma’s.
2. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beslist de nationale ordonnateur — met kennisgeving aan het hoofd van de delegatie — over:
binnen een redelijke termijn worden gepubliceerd. a) kleine technische wijzigingen en aanpassingen voorzover
deze geen wijziging brengen in de gekozen technische oplossingen en voorzover zij binnen de voorzieningen
3. Aan het eind van elk toepassingsjaar stelt de hoofdordon- nateur een gedetailleerde balans van het Fonds op, met opgave
voor aanpassingen blijven;
van het saldo van de door de lidstaten aan het Fonds b) wijzigingen in de bestekken tijdens de uitvoering; overgemaakte bijdragen en van de totale uitgaven voor elke
financieringsrubriek.
c) overschrijvingen van het ene artikel naar het andere binnen de bestekken;
Artikel 35 d) wijziging van de plaats van uitvoering om technische,
Nationale ordonnateur
economische of sociale redenen in geval van meervoudige projecten of programma’s;
1. De regering van elke ACS-staat wijst een nationale e) toepassing of kwijtschelding van boeten wegens tijdsli- ordonnateur aan die haar vertegenwoordigt bij alle transacties mietoverschrijding;
voor rekening van het door de Commissie en de Bank beheerde
Fonds. De nationale ordonnateur kan een deel van zijn taken
delegeren; hij stelt de hoofdordonnateur in kennis van de door hem verrichte delegaties. De nationale ordonnateur:
a) is, in nauwe samenwerking met het hoofd van de delegatie, belast met de voorbereiding, de indiening en
f) akten betreffende ontheffing van borgtochten;
g) aankopen op de plaatselijke markt, ongeacht de oor- sprong;
het onderzoek van de projecten en programma’s; h) gebruik van bouwmateriaal en -werktuigen die niet van
oorsprong uit de lidstaten of de ACS-staten zijn en
b) doet, in nauwe samenwerking met het hoofd van de waarvoor in de lidstaten en de ACS-staten geen vergelijk- delegatie, oproepen tot het indienen van inschrijvingen bare productie bestaat;
i) onderaannemingen;
voor lokale openbare aanbestedingen, neemt de inschrij- vingen, zowel lokale als internationale (openbare en besloten), in ontvangst, zit voor bij de opening daarvan, stelt het resultaat van de opening vast, ondertekent de
contracten en toegevoegde clausules en keurt de uitgaven goed;
c) legt voor de uitschrijving van lokale openbare aanbeste- dingen het aanbestedingsdossier voor aan het hoofd van de delegatie, die het goedkeurt binnen 30 dagen;
d) voltooit het onderzoek van de offertes binnen de geldig- heidstermijn van de offertes, rekening houdend met de voor de goedkeuring van het contract vereiste termijn;
j) definitieve opleveringen, mits het hoofd van de delegatie aanwezig is bij de voorlopige oplevering en de desbetref- fende processen-verbaal voor gezien tekent en zo nodig tevens bij de definitieve oplevering, met name wanneer bij de voorlopige oplevering zodanige aanmerkingen zijn gemaakt dat aanzienlijke correcties nodig zijn;
k) aanwerving van consulenten en andere deskundigen voor technische bijstand.
Artikel 36 ii) de gekozen offerte voldoet aan de daarin vastgestelde selectiecriteria, en
Hoofd van de delegatie
1. De Commissie wordt in elke ACS-staat of in elke
iii) de gekozen offerte overschrijdt niet het voor de opdracht uitgetrokken krediet;
betalingsverplichtingen aan;
xxxxxx, na goedkeuring van het contract, de nodige
uitgetrokken krediet overschrijdt, gaat de hoofdordon-
bedrag van de gekozen offerte het voor de opdracht
de delegatie het voorstel heeft ontvangen. Wanneer het
neemt een besluit binnen 60 dagen nadat het hoofd van
onder g) genoemde voorwaarden; de hoofdordonnateur
hoofdordonnateur wanneer niet is voldaan aan de
h) hij legt het gunningvoorstel ter goedkeuring voor aan de
regionale groep die daarom uitdrukkelijk verzoekt, met de goedkeuring van de betrokken ACS-staat of staten, vertegen- woordigd door een delegatie die onder de leiding staat van het hoofd van de delegatie. Indien het hoofd van de delegatie wordt aangesteld bij een groep ACS-staten, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het hoofd van de delegatie in elk der staten waar hij geen verblijf houdt, door een aldaar verblijf houdende adjunct wordt vertegenwoordigd. Het hoofd van de delegatie vertegenwoordigt de Commissie op alle gebieden die onder haar bevoegdheid vallen en voor al haar activiteiten.
2. Met het oog daarop heeft het hoofd van de delegatie, in nauwe samenwerking met de nationale ordonnateur, de
i) bij uitvoering in eigen beheer keurt hij de contractgen, toegevoegde clausules en bestekken alsmede de betalings- opdrachten van de nationale ordonnateur goed;
volgende taken: j) hij ziet erop toe dat de projecten en programma’s die gefinancierd worden uit het door de Commissie beheerde
a) op verzoek van de betrokken ACS-staat neemt hij deel aan en verleent hij bijstand bij de voorbereiding van de projecten en programma’s en bij de onderhandelingen over contracten inzake technische bijstand;
b) hij neemt deel aan het onderzoek van de projecten en programma’s, aan de voorbereiding van de aanbestedings- dossiers en aan het zoeken van middelen om het onder- zoek van projecten, programma’s en uitvoeringsprocedu- res te vereenvoudigen;
c) hij bereidt de financieringsvoorstellen voor;
Fonds in financieel en technisch opzicht goed worden uitgevoerd;
k) hij gaat, in samenwerking met de nationale autoriteiten van de ACS-staat waar hij de Commissie vertegenwoor- digt, regelmatig over tot evaluatie van de activiteiten;
l) hij stelt de ACS-staat in kennis van alle gegevens en relevante documenten betreffende de uitvoeringsprocedu- re voor de samenwerking inzake ontwikkelingsfinancie- ring, met name wat betreft de beoordelingscriteria en de criteria voor het evalueren van de inschrijvingen; en
m) hij brengt op gezette tijden de nationale autoriteiten op
d) hij keurt, voordat de nationale ordonnateur ze bekend- de hoogte van de activiteiten van de Gemeenschap die maakt, de dossiers voor lokale openbare aanbestedingen rechtstreeks van belang kunnen zijn voor de samenwer- en voor spoedhulp goed binnen 30 dagen nadat zij door king tussen de Gemeenschap en de ACS-staten.
de nationale ordonnateur aan hem zijn voorgelegd;
e) hij woont de opening der inschrijvingen bij en ontvangt afschriften van de inschrijvingen en van de resultaten van het desbetreffende onderzoek;
f) hij keurt binnen 30 dagen het hem door de nationale ordonnateur voorgelegde gunningvoorstel goed voor lokale openbare aanbestedingen, onderhandse overeen- komsten, opdrachten inzake spoedhulp, opdrachten voor diensten en voor werken met een waarde van minder dan
3. Het hoofd van de delegatie ontvangt de nodige instructies en bevoegdheden om alle activiteiten in het kader van de overeenkomst gemakkelijk en vlot te laten verlopen. De nationale ordonnateurs en de Raad van ministers worden in kennis gesteld van alle andere administratieve en/of financiële bevoegdheden die aan het hoofd van de delegatie worden gedelegeerd dan die welke in dit artikel worden beschreven.
5 miljoen euro en opdrachten voor leveringen met een Artikel 37
waarde van minder dan 1 miljoen euro;
Betalingen en betalingsgemachtigden
g) voor alle niet hierboven genoemde contracten, keurt hij
binnen 30 dagen het gunningvoorstel van de nationale 1. Voor het verrichten van betalingen in de nationale valuta ordonnateur goed wanneer aan de volgende voorwaarden van de ACS-staten worden in elke ACS-staat op naam van de is voldaan: Commissie in de valuta van één van de lidstaten of in euro
uitgedrukte rekeningen geopend bij een gezamenlijk door de
i) de gekozen offerte is de laagste van de offertes die ACS-staat en de Commissie gekozen nationale financiële
voldoen aan de voorwaarden van het aanbestedings- overheids- of semi-overheidsinstelling, die de functie van
dossier; nationale betalingsgemachtigde uitoefent.
2. De nationale betalingsgemachtigde ontvangt geen ver- 5. Binnen de grenzen van de op de rekeningen beschikbare
goeding voor de door hem verleende diensten en over de middelen verrichten de betalingsgemachtigden de betalingen
deposito’s is geen rente verschuldigd. De lokale rekeningen waarvoor een opdracht is verstrekt door de nationale ordon-
worden, op basis van een raming van de toekomstige liqui- nateur of, in voorkomend geval, de hoofdordonnateur, na de
diteitsbehoeften en voldoende tijdig om verplichting tot vo´ o´rfi- juistheid en de regelmatigheid van de ingediende bewijsstukken
nanciering door de ACS-staten en vertragingen bij de betalin- alsmede de geldigheid van de betalingskwijting te hebben
gen te voorkomen, door de Gemeenschap van middelen geverifieerd. voorzien in de valuta van een van de lidstaten of in euro.
3. Voor het verrichten van betalingen in euro worden op naam van de Commissie in euro uitgedrukte rekeningen geopend bij financiële instellingen in de lidstaten. Deze instel-
6. De procedures inzake betaalbaarstelling, betalingsop- drachten en betaling van de uitgaven moeten afgewikkeld zijn binnen een termijn van ten hoogste 90 dagen na de vervaldag. Uiterlijk 45 dagen vo´ o´r de vervaldag geeft de nationale ordonnateur opdracht tot betaling en stelt hij het hoofd van de delegatie daarvan in kennis.
lingen oefenen de functie van betalingsgemachtigde in Europa 7. Claims inzake betalingsachterstand komen ten laste van uit. de eigen middelen van de betrokken ACS-staat of ACS-staten
en van de Commissie, elk voor het deel van de achterstand
waarvoor zij overeenkomstig bovengenoemde procedures ver- antwoordelijk zijn.
4. Ten laste van deze Europese rekeningen kunnen overeen-
komstig de instructies van de Commissie of het namens 8. De betalingsgemachtigden, de nationale ordonnateur,
haar optredende hoofd van de delegatie betalingen worden het hoofd van de delegatie en de bevoegde diensten van de
verrichting in opdracht van de nationale ordonnateur of van Commissie blijven financieel aansprakelijk totdat de transacties
de hoofdordonnateur met voorafgaande goedkeuring van de met de uitvoering waarvan zij zijn belast, definitief door de
nationale ordonnateur. Commissie zijn goedgekeurd.
BIJLAGE V
HANDELSREGELING DIE TIJDENS DE IN ARTIKEL 37, LID 1, BEDOELDE VOORBEREIDING- SPERIODE VAN TOEPASSING IS
HOOFDSTUK 1 Echter, indien de Gemeenschap, tijdens deze periode:
ALGEMENE HANDELSREGELINGEN — de gemeenschappelijke marktordening of bijzondere voorschriften uit hoofde van de tenuitvoerlegging
Artikel 1
Producten van oorsprong uit de ACS-staten worden in de Gemeenschap vrij van douanerechten en heffingen van gelijke werking ingevoerd.
van het gemeenschappelijke landbouwbeleid op een of meer producten van toepassing verklaart, behoudt zij zich het recht voor de invoerregeling voor deze producten van oorsprong uit de ACS-staten aan te passen, na overleg in de Raad van Ministers. In dit geval is het bepaalde onder a) van toepassing;
a) Voor producten van oorsprong uit de ACS-staten: — de gemeenschappelijke marktordening voor een
— die in bijlage I bij het Verdrag zijn vermeld en die onder een gemeenschappelijke marktordening vallen in de zin van artikel 34 van het Verdrag, of
bepaald product of de bijzondere voorschriften uit hoofde van de tenuitvoerlegging van het gemeen- schappelijke landbouwbeleid wijzigt, behoudt zij zich het recht voor de regeling voor dat product van
— waarop, bij invoer in de Gemeenschap, bijzondere oorsprong uit de ACS-staten te wijzigen, na overleg voorschriften van toepassing zijn die voortvloeien in de Raad van Ministers. In dit geval neemt de uit de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke Gemeenschap maatregelen om ervoor te zorgen dat landbouwbeleid, het product van oorsprong uit de ACS-staten een behandeling verkrijgt die vergelijkbaar is met de
neemt de Gemeenschap de nodige maatregelen om ervoor eerder verkregen behandeling en die gunstiger is ten
te zorgen dat zij voor een gunstiger behandeling in opzichte van het product uit derde landen dat voor aanmerking komen dan dezelfde producten uit derde de meestbegunstigingsclausule in aanmerking komt. landen waarop de meestbegunstigingsclausule van toe-
passing is. e) Wanneer de Gemeenschap voornemens is een preferen-
b) Indien de ACS-staten, tijdens de toepassing van deze overeenkomst, verzoeken dat nieuwe lijnen landbouw- productie of landbouwproducten die bij de inwerkingtre- ding van deze overeenkomst niet voor bijzondere regelin- gen in aanmerking kwamen, toch voor deze regelingen
tiële overeenkomst met derde landen te sluiten, deelt zij dit aan de ACS-staten mede. Overleg zal plaatsvinden indien de ACS-staten hierom verzoeken ten einde hun belangen te beschermen.
in aanmerking komen, zal de Gemeenschap deze verzoe- Artikel 2
xxx in overleg met de ACS-staten onderzoeken.
c) In afwijking van het bovenstaande zal de Gemeenschap, 1. De Gemeenschap past geen kwantitatieve beperkingen gezien de bijzondere betrekkingen en de bijzondere aard of maatregelen van gelijke werking bij invoer van producten van de ACS-EG-samenwerking, de verzoeken van ACS- van oorsprong uit de ACS-staten.
staten voor een preferentiële toegang voor hun landbouw-
producten tot de markt van de Gemeenschap per geval
onderzoeken en zal zij haar besluiten ten aanzien van deze met redenen omklede verzoeken zo mogelijk binnen vier maanden, en in ieder geval binnen zes maanden, na de indiening mededelen.
2. Lid 1 vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, uitvoer of doorvoer uit hoofde van de bescher- ming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en het leven van personen, dieren of planten, de bescherming van het nationaal
In het kader van punt a) neemt de Gemeenschap haar artistiek, historisch en archeologisch erfgoed, het behoud besluiten met name onder verwijzing naar concessies aan van niet-vernieuwbare natuurlijke hulpbronnen, indien deze derde landen die ontwikkelingslanden zijn. Zij houdt maatregelen gepaard gaan met beperkingen op de binnenland- rekening met de mogelijkheden die het op de markt se productie of het binnenlandse verbruik, of uit hoofde van brengen van producten buiten het normale seizoen biedt. de bescherming van de industriële en commerciële eigendom.
d) De onder a) bedoelde regelingen treden in werking op het
tijdstip waarop deze overeenkomst in werking treedt en 3. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen
blijven van toepassing tijdens de duur van de in artikel 37, middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking
lid 1, bedoelde voorbereidingsperiode. van de handel in het algemeen vormen.
Wanneer de tenuitvoerlegging van de in lid 2 bedoelde b) De onder a) bedoelde behandeling van de meestbegunstig-
maatregelen tegen de belangen van een of meer ACS-staten de natie is niet van toepassing op de handel of de
indruist, wordt op verzoek van deze ACS-staten overleg economische betrekkingen tussen de ACS-staten of tussen
gepleegd om tot een bevredigende oplossing te komen. een of meer ACS-staten en andere ontwikkelingslanden.
Artikel 3
1. Wanneer nieuwe maatregelen of maatregelen die zijn voorzien in programma’s van de Gemeenschap ter harmonise- ring van de wetgevingen met het oog op de vereenvoudiging van het goederenverkeer nadelige gevolgen kunnen hebben voor een of meer ACS-staten stelt de Gemeenschap, alvorens zij dergelijke maatregelen neemt, de ACS-staten hiervan via de Raad van Ministers in kennis.
Artikel 6
Elke Partij bij de overeenkomst deelt haar douanetarieven binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze over- eenkomst aan de Raad van Ministers mede. Elke Partij bij de overeenkomst deelt ook wijzigingen op de douanetarieven mede zodra deze in werking treden.
Artikel 7
1. Voor de toepassing van deze bijlage worden het begrip
„product van oorsprong” en de methoden van administratieve
2. Om het de Gemeenschap mogelijk te maken de belangen samenwerking in verband hiermede in het hieraan gehechte van de betrokken ACS-staat in aanmerking te nemen, wordt Protocol 1 omschreven.
op verzoek van deze ACS-staat overleg gepleegd om tot een
bevredigende oplossing te komen. 2. De Raad van Ministers kan wijzigingen in Protocol 1 aanbrengen.
Artikel 4 3. Wanneer het begrip „product van oorsprong” voor een bepaald product niet overeenkomstig de leden 1 en 2 is
1. Wanneer de bestaande wetgeving van de Gemeenschap ter vereenvoudiging van het goederenverkeer nadelige gevol- gen heeft voor een of meer ACS-staten of wanneer deze
omschreven, blijft elke Partij bij de overeenkomst haar eigen regels toepassen.
nadelige gevolgen door de interpretatie, de toepassing of het Artikel 8
beheer van deze wetgeving ontstaan, wordt op verzoek van
deze ACS-staat of -staten overleg gepleegd om tot een 1. Wanneer een product in dermate toegenomen hoeveel- bevredigende oplossing te komen. heden en op zulke voorwaarden in de Gemeenschap wordt
ingevoerd dat de binnenlandse producenten van het soortgelij-
2. Met het oog op het vinden van een bevredigende oplossing kunnen de ACS-staten ook andere problemen aan de Raad van Ministers voorleggen die verband houden met het goederenverkeer en die het gevolg kunnen zijn van maatrege- len die de lidstaten hebben genomen of voornemens zijn te nemen.
3. Ter bevordering van een doelmatig overleg stellen de betrokken instellingen van de Gemeenschap de Raad van Ministers zoveel mogelijk van dergelijke maatregelen in kennis.
Artikel 5
1. Van de ACS-staten wordt niet geëist dat zij, ten aanzien van de invoer van producten van oorsprong uit de Gemeen- schap, verplichtingen op zich nemen die overeenstemmen met de verplichtingen die de Gemeenschap op grond van deze
ke of rechtstreeks concurrerende product hierdoor schade lijden of dreigen te lijden of dat een economische sector hierdoor ernstig verstoord is geraakt of dreigt te raken of dat hierdoor problemen zijn ontstaan of dreigen te ontstaan die de economische situatie van een regio ernstig kunnen versto- ren, kan de Gemeenschap overeenkomstig de in artikel 9 omschreven procedures passende maatregelen nemen.
2. De Gemeenschap verbindt zich ertoe geen andere mid- delen aan te wenden voor protectionistische doeleinden of ter belemmering van de structurele ontwikkeling. De Gemeen- schap neemt geen vrijwaringsmaatregelen van gelijke werking.
3. Vrijwaringsmaatregelen worden beperkt tot die maatre- gelen die de handel tussen de Partijen bij de overeenkomst, ter bevordering van de doelstellingen van deze overeenkomst, het minst verstoren. Deze maatregelen mogen niet ingrijpender zijn dan strikt noodzakelijk is om de problemen op te lossen die zich hebben voorgedaan.
bijlage op zich heeft genomen ten aanzien van de invoer van 4. Bij het nemen van vrijwaringsmaatregelen wordt re- producten van oorsprong uit de ACS-staten. kening gehouden met de bestaande omvang van de uitvoer
vanuit het (de) betrokken ACS-sta(a)t(en) naar de Gemeenschap
a) In hun handel met de Gemeenschap maken de ACS- en de ontwikkelingsmogelijkheden van deze uitvoer. Er zal
staten geen onderscheid tussen de lidstaten en geven zij bijzondere aandacht worden besteed aan de belangen van de
de Gemeenschap geen minder gunstige behandeling dan minstontwikkelde insulaire of niet aan zee grenzende ACS-
die van de meestbegunstigde natie. staten.
Artikel 9 Naast de gevallen waarvoor, bij de leden 2 tot en met 9, specifiek in overleg is voorzien, vindt overleg, op verzoek van de Gemeenschap of van de ACS-staten, met name ook plaats
1. Voordat de vrijwaringsclausule wordt toegepast, vindt overleg plaats, zowel bij de vaststelling als bij de verlenging van vrijwaringsmaatregelen. De Gemeenschap zal de ACS- staten alle informatie verstrekken die voor dit overleg noodza- kelijk is alsmede de gegevens waaruit kan worden opgemaakt in welke mate de invoer van een bepaald product uit een ACS- staat de in artikel 8, lid 1, bedoelde gevolgen heeft gehad.
2. Zodra het overleg heeft plaatsgevonden treden de vrijwa- ringsmaatregelen of de tussen de betrokken ACS-staten en de Gemeenschap overeengekomen regelingen in werking.
3. Het in de leden 1 en 2 bedoelde voorafgaande overleg verhindert niet dat de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 8, lid 1, onmiddellijk besluiten neemt wanneer dit op grond van bijzondere factoren noodzakelijk is.
4. Om het onderzoek naar factoren die de markt kunnen verstoren te vereenvoudigen, wordt een statistisch toezicht ingesteld op de invoer van bepaalde ACS-producten in de Gemeenschap.
5. De Partijen bij de overeenkomst plegen regelmatig overleg teneinde bevredigende oplossingen te vinden voor problemen die uit de toepassing van de vrijwaringsclausule
in de volgende gevallen:
1) wanneer de Partijen bij de overeenkomst voornemens zijn handelsmaatregelen te treffen die de belangen van een of meer partijen bij deze overeenkomst kunnen schaden, delen zij dit mede aan de Raad van Ministers. Op verzoek van de betrokken Partijen bij de overeen- komst vindt overleg plaats ten einde rekening te houden met de belangen van de verschillende partijen;
2) indien de ACS-staten, tijdens de geldigheidsduur van de bijlage, van oordeel zijn dat de in lid 1, onder 2 a), bedoelde landbouwproducten die niet onder een bijzon- dere regeling vallen, eveneens voor deze bijzondere regeling in aanmerking dienen te komen, kan in de Raad van Ministers overleg worden gepleegd;
3) wanneer een Partij bij de overeenkomst van oordeel is dat de bestaande voorschriften van een andere Partij bij de overeenkomst of de interpretatie, de toepassing of het beheer van die voorschriften een belemmeringen vormen voor het goederenverkeer;
4) wanneer de Gemeenschap vrijwaringsmaatregelen neemt op grond van artikel 8 van deze bijlage, kan op verzoek van de betrokken Partijen bij de overeenkomst in de Raad van Ministers overleg over deze maatregelen worden gepleegd, met name om erop toe te zien dat aan de voorwaarden van lid 8, onder 3, is voldaan.
kunnen voortvloeien. Dit overleg moet binnen drie maanden zijn beëindigd.
6. Op het voorafgaand overleg, het geregelde overleg en het
toezicht als bedoeld in de leden 1 tot en met 5 zijn de regels HOOFDSTUK 2
van toepassing die zijn opgenomen in het hieraan gehechte
Protocol 2. BIJZONDERE VERBINTENISSEN INZAKE SUIKER, RUND- EN KALFSVLEES
Artikel 10
De Raad van Ministers onderzoekt op verzoek van een betrokken Partij bij de overeenkomst de economische en sociale gevolgen van de toepassing van de vrijwaringsclasule.
Artikel 11
Wanneer vrijwaringsmaatregelen worden vastgesteld, gewij- zigd of ingetrokken, wordt bijzondere aandacht geschonken aan de belangen van de minstontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire ACS-staten.
Artikel 12
De Partijen bij de overeenkomst informeren en raadplegen
Artikel 13
1. Overeenkomstig artikel 25 van de op 28 februari 1975 ondertekende ACS-EEG-Overeenkomst van Lomé en Proto- col 3 bij die overeenkomst, heeft de Gemeenschap zich er voor onbepaalde tijd toe verbonden, onverminderd de andere bepalingen van deze overeenkomst, bepaalde hoeveelheden rietsuiker, ruw of wit, van oorsprong uit de ACS-staten die rietsuiker produceren en exporteren en die zich ertoe verbonden hebben deze hoeveelheden aan de Gemeenschap te leveren, tegen gegarandeerde prijzen aan te kopen en in te voeren.
2. De voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van boven- genoemd artikel 25 zijn in het in lid 1 genoemde Protocol 3 opgenomen. De tekst van het Protocol is als Protocol 3 bij deze bijlage gevoegd.
elkaar om ervoor te zorgen dat deze bijlage daadwerkelijk ten 3. Artikel 8 van deze bijlage is in het kader van genoemd
uitvoer wordt gelegd. Protocol niet van toepassing.
4. Voor de toepassing van artikel 8 van genoemd Protocol Artikel 14
kunnen de instellingen die op grond van deze overeenkomst
zijn opgericht tijdens de geldigheidsduur van deze overeen- De bijzondere verbintenis inzake rund- en kalfsvlees, als in het komst worden gebruikt. hieraan gehechte Protocol 4 omschreven, is van toepassing.
5. Artikel 8, lid 2, van genoemd Protocol is van toepassing indien de werking van deze overeenkomst wordt opgeschort.
6. De verklaringen in de bijlagen XIII, XXI en XXII van de
HOOFDSTUK 3
Slotakte bij de op 28 februari 1975 ondertekende ACS-EEG- SLOTBEPALINGEN
Overeenkomst van Lomé worden opnieuw bevestigd en de
daarin vervatte bepalingen blijven van toepassing. Deze verkla-
ringen zijn als dusdanig aan Protocol 3 gehecht. Artikel 15
7. Dit artikel en Protocol 3 zijn niet van toepassing op de
betrekkingen tussen de ACS-staten en de Franse overzeese De aan deze bijlage gehechte Protocollen maken deel uit van
departementen. deze bijlage.
PROTOCOL 1
Betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking
INHOUDSOPGAVE
TITEL I — ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Definities
TITEL II — DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”
Artikel 2: Algemene voorwaarden
Artikel 3: Geheel en al verkregen producten Artikel 4: Toereikende bewerking of verwerking Artikel 5: Ontoereikende bewerking of verwerking Artikel 6: Cumulatie van de oorsprong
Artikel 7: Determinerende eenheid
Artikel 8: Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen Artikel 9: Stellen of assortimenten
Artikel 10: Neutrale elementen
TITEL III — TERRITORIALE VOORWAARDEN
Artikel 11: Territorialiteitsbeginsel Artikel 12: Rechtstreeks vervoer Artikel 13: Tentoonstellingen
TITEL IV — BEWIJS VAN DE OORSPRONG
Artikel 14: Algemene voorwaarden
Artikel 15: Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 Artikel 16: Afgifte achteraf van EUR.1-certificaten
Artikel 17: Afgifte van een duplicaat van een EUR.1-certificaat
Artikel 18: Afgifte van een EUR.1-certificaat aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van de oorsprong
Artikel 19: Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring Artikel 20: Toegelaten exporteur
Artikel 21: Geldigheid van het bewijs van de oorsprong Artikel 22: Douanevervoerprocedure
Artikel 23: Overlegging van het bewijs van de oorsprong Artikel 24: Invoer in deelzendingen
Artikel 25: Vrijstelling van het bewijs van de oorsprong
Artikel 26: Informatieprocedure in verband met de cumulatie van de oorsprong Artikel 27: Bewijsstukken
Artikel 28: Bewaring van het bewijs van de oorsprong en de bewijsstukken Artikel 29: Verschillen en vormfouten
Artikel 30: In euro uitgedrukte bedragen
TITEL V — REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
Artikel 31: Wederzijdse bijstand
Artikel 32: Controle van de oorsprongsbewijzen Artikel 33: Controle van de leveranciersverklaringen Artikel 34: Regeling van geschillen
Artikel 35: Sancties Artikel 36: Vrije zones
Artikel 37: Comité Douanesamenwerking Artikel 38: Afwijkingen
TITEL VI — CEUTA EN MELILLA
Artikel 39: Bijzondere voorwaarden
TITEL VII — SLOTBEPALINGEN
Artikel 40: Herziening van de oorsprongsregels Artikel 41: Bijlagen
Artikel 42: Tenuitvoerlegging
BIJLAGEN
Bijlage I: Aantekeningen bij de lijst in bijlage II
Bijlage II: Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen
Bijlage III: Lijst van de in artikel 3 bedoelde landen en gebieden overzee Bijlage IV: Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
Bijlage V: Factuurverklaring
Bijlage VI A: Leveranciersverklaring voor producten van preferentiële oorsprong
Bijlage VI B: Leveranciersverklaring voor producten die niet van preferentiële oorsprong zijn Bijlage VII: Inlichtingenblad
Bijlage VIII: Formulier voor het verzoek om een afwijking
Bijlage IX: Be- of verwerking van textielmaterialen uit in artikel 6, lid 10, van dit Protocol bedoelde ontwikkelingslanden die het karakter van product van oorsprong uit een ACS-land verlenen
Bijlage X: Textielproducten die zijn uitgesloten van de in artikel 6, lid 11, van dit Protocol bedoelde cumulatieprocedure met bepaalde ontwikkelingslanden
Bijlage XI: Producten waarop de in artikel 6, lid 3, bedoelde cumulatie met Zuid-Afrika wordt toegepast drie jaar na de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika
Bijlage XII: Producten waarop de in artikel 6, lid 3, bedoelde cumulatie met Zuid-Afrika wordt toegepast zes jaar na de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika
Bijlage XIII: Producten waarop artikel 6, lid 3, niet van toepassing is
Bijlage XIV: Visserijproducten waarop artikel 6, lid 3, tijdelijk niet van toepassing is Bijlage XV: Gemeenschappelijke verklaring inzake cumulatie
TITEL I c) „product”: het verkregen product, zelfs indien het bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt;
ALGEMENE BEPALINGEN
d) „goederen”: zowel materialen als producten;
Artikel 1 e) „douanewaarde”: de waarde zoals bepaald bij de Overeen- komst inzake de toepassing van artikel VII van de
Definities Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van
Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:
a) „vervaardiging”: elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen;
b) „materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componen-
de WTO);
f) „prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in wiens onderneming de laatste be- of verwerking is verricht, voorzover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden
ten, delen enz., die bij de vervaardiging van het product of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen
worden gebruikt; product wordt uitgevoerd;
g) „waarde van de materialen”: de douanewaarde ten tijde Product van oorsprong die gemaakt zijn van materialen die
van de invoer van de gebruikte materialen die niet van geheel en al zijn verkregen in twee of meer ACS-staten of die
oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan daar een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan,
worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die worden geacht van oorsprong te zijn uit de ACS-staat waar de
voor de materialen in het betrokken gebied is betaald; laatste be- of verwerking heeft plaatsgevonden, mits deze be-
of verwerking ingrijpender was dan de in artikel 5 van dit
h) „waarde van de materialen van oorsprong”: de waarde van deze materialen als omschreven onder g), welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is;
i) „toegevoegde waarde”: de prijs af fabriek verminderd met
Protocol genoemde be- of verwerkingen.
Artikel 3
de douanewaarde van de in de Gemeenschap, de ACS- Geheel en al verkregen producten
staten of de landen en gebieden overzee (LGO’s) ingevoer-
de materialen uit derde landen;
j) „hoofdstukken” en „posten”: de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoni- seerde systeem inzake de omschrijving en codering van
1. Als geheel en al verkregen in de ACS-staten, de Gemeen- schap of de in bijlage III genoemde landen en gebieden, hierna
„de LGO’s” genoemd, worden beschouwd:
goederen vormt, in dit Protocol „het geharmoniseerde a) aldaar uit de bodem of zeebodem gewonnen producten; systeem” of „GS” genoemd;
k) „ingedeeld”: de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post;
l) „zending”: producten die gelijktijdig van een exporteur naar een geadresseerde worden verzonden of die verge- zeld gaan van een enkel vervoersdocument dat de verzen-
b) aldaar geoogste producten van het plantenrijk;
c) aldaar geboren en opgefokte levende dieren;
d) producten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren;
gebreke daarvan, een enkele factuur;
ding van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij e) voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij;
m) „gebieden”: ook de territoriale wateren.
f) producten van de zeevisserij en andere door hun schepen buiten de territoriale wateren uit de zee gewonnen producten;
TITEL II g) producten uitsluitend uit de onder f) bedoelde producten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd;
OMSCHRIJVING VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OOR-
SPRONG” h) aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen, met inbegrip van gebruikte banden die uitsluitend geschikt
Artikel 2 zijn om van een nieuw loopvlak te worden voorzien of
slechts als afval kunnen worden gebruikt;
Algemene voorwaarden
1. Voor de toepassing van de bepalingen inzake de samen- werking op het gebied van de handel van bijlage V worden de
i) afval en schroot afkomstig van aldaar verrichte fabrieks- bewerkingen;
volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit de j) producten, gewonnen uit de zeebodem of -ondergrond ACS-staten: buiten de territoriale wateren, mits zij alleen het recht
hebben op ontginning van deze bodem of ondergrond;
a) geheel en al in de ACS-staten verkregen producten in de
zin van artikel 3 van dit Protocol; k) goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en
b) in de ACS-staten verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits
met j) bedoelde producten zijn vervaardigd.
deze materialen in de ACS-staten een be- of verwerking 2. De termen „hun schepen” en „hun fabrieksschepen” in hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 4 lid 1, onder f) en g), zijn slechts van toepassing op schepen en van dit Protocol. fabrieksschepen:
2. Voor de toepassing van lid 1 worden de gebieden van de a) die in een lidstaat van de Gemeenschap, een ACS-staat of
ACS-staten als één gebied beschouwd. een LGO zijn ingeschreven of geregistreerd;
b) die de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap, van een oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in
ACS-staat of van een LGO voeren;
c) die voor ten minste 50 procent toebehoren aan onderda- nen van staten die partij zijn bij de Overeenkomst, of van een LGO, of aan een onderneming die haar hoofdkantoor in een van deze staten of een LGO heeft en waarvan de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raad onderdanen zijn van staten die partij zijn bij de overeenkomst, of van een LGO, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met be- perkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan staten die partij zijn bij de overeenkomst of aan openbare lichamen of onderdanen van deze staten of van een LGO;
d) waarvan de bemanning, kapitein en officieren inbegrepen, voor ten minste 50 % bestaat uit onderdanen van staten die partij zijn bij de overeenkomst of van een LGO.
3. Onverminderd lid 2 erkent de Gemeenschap, op verzoek van een ACS-staat, op de volgende voorwaarden dat door die
die lijst heeft voldaan, als materiaal gebruikt wordt bij de vervaardiging van een ander product, de voorwaarden die van toepassing zijn op het product waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan kunnen zijn gebruikt.
2. In afwijking van lid 1 kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden in de lijst bij de vervaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, in de volgende gevallen toch worden gebruikt:
a) wanneer de totale waarde ervan niet meer dan 15 % bedraagt van de prijs af fabriek van het product;
b) wanneer een in de lijst vermelde maximumwaarde voor niet van oorsprong zijnde materialen door de toepassing van dit lid niet wordt overschreden.
3. De leden 1 en 2 zijn van toepassing behoudens het bepaalde in artikel 5.
ACS-staat gehuurde of geleasde vaartuigen als „zijn vaartuigen” Artikel 5
worden beschouwd waarmee in de exclusieve economische
zone visserijactiviteiten worden beoefend: Ontoereikende bewerking of verwerking
— de ACS-staat heeft de Gemeenschap aangeboden over een visserijovereenkomst te onderhandelen en de Gemeen- schap heeft dit aanbod niet aanvaard;
1. Onverminderd lid 2, worden de volgende be- of verwer- kingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 4 is voldaan:
— ten minste 50 % van de bemanning, kapitein en officieren a) behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag inbegrepen, bestaan uit onderdanen van staten die partij in goede staat te bewaren (luchten, uitspreiden, drogen,
zijn bij de overeenkomst of van een LGO; koelen, in water zetten waaraan zout, zwaveldioxide
of andere producten zijn toegevoegd, verwijderen van
— het huur- of leasecontract is door het ACS-EG-Comité beschadigde gedeelten en soortgelijke behandelingen);
Douanesamenwerking aanvaard als een geschikte wijze
om het vermogen van de betrokken ACS-staat te ontwik- b) eenvoudige behandelingen zoals stofvrij maken, zeven, kelen om voor eigen rekening te vissen, met name indien sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen de betrokken ACS-staat op grond van dit contract het samenstellen van sets van artikelen), wassen, verven gedurende een beduidende periode verantwoordelijk is en snijden;
voor het nautische en commerciële beheer van het te
zijner beschikking geplaatste vaartuig. c) i) veranderen van verpakkingen, splitsen en samenvoe- gen van colli;
Artikel 4
Toereikende bewerking of verwerking
1. Voor de toepassing van dit Protocol worden niet geheel en al verkregen producten geacht in de ACS-staten, de Gemeenschap of de LGO’s een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan, wanneer aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II is voldaan.
ii) eenvoudig verpakken in flessen, zakken, etuis, dozen of blikken, bevestigen op kaartjes of plankjes, enz., en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de opmaak;
d) het aanbrengen van merken, etiketten en soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op hun verpakkingen;
e) eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten, indien een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de voorwaarden van dit Protocol om
Deze voorwaarden geven voor alle onder de Overeenkomst als producten van oorsprong uit een ACS-staat, de vallende producten aan welke be- of verwerkingen niet van Gemeenschap of de LGO’s te worden beschouwd; oorsprong zijnde materialen bij de vervaardiging van deze
producten moeten ondergaan en zijn slechts op deze materia- f) eenvoudig samenvoegen van delen tot een volledig
len van toepassing. Hieruit volgt dat wanneer een product de product;
g) twee of meer van de onder a) tot en met f) vermelde 6. Onverminderd lid 5 kan de in lid 3 bedoelde cumulatie
behandelingen tezamen;
h) het slachten van dieren.
2. Alle be- en verwerkingen die een product in hetzij de ACS-staten, de Gemeenschap of LGO’s heeft ondergaan wor- den tezamen genomen om te bepalen of deze ontoereikend zijn in de zin van lid 1.
Artikel 6
Cumulatie van de oorsprong
C u m u la t i e me t d e L G O ’s e n de G e m e en s c ha p
1. Materialen van oorsprong uit de Gemeenschap of de LGO’s worden beschouwd van oorsprong te zijn uit de ACS-staten indien zij in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits zij evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die ingrijpen- der is dan de in artikel 5 genoemde be- of verwerkingen.
2. Be- en verwerkingen die in de Gemeenschap of de LGO’s zijn verricht worden geacht in de ACS-staten te zijn verricht wanneer de materialen in de ACS-staten een verdere be- of verwerking ondergaan.
op verzoek van de ACS-staten worden toegepast voor de in de bijlagen XI en XII genoemde producten. Het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs neemt hierover, op verzoek van ACS- staten, per product een besluit, op grond van een door het ACS-EG-Comité Douanesamenwerking overeenkomstig artikel 37 opgesteld verslag. Bij het onderzoek van de verzoe- ken wordt rekening gehouden met het risico van een ontwij- king van de handelsbepalingen van de Overeenkomst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika.
7. De in lid 3 bedoelde cumulatie is uitsluitend van toepassing op de in bijlage XIV genoemde producten wanneer de rechten op deze producten in het kader van de Overeen- komst inzake Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika zijn afgeschaft. De Europese Commissie maakt in de C-reeks van het Publicatie- blad van de Europese Gemeenschappen bekend op welke datum aan de voorwaarden van dit lid is voldaan.
8. De in lid 3 bedoelde cumulatie kan uitsluitend worden toegepast wanneer de gebruikte Zuid-Afrikaanse materialen door toepassing van oorsprongsregels die gelijk zijn aan die van dit Protocol de oorsprong hebben verkregen. De ACS- staten verstrekken de Gemeenschap de gegevens over de overeenkomsten en de desbetreffende oorsprongsregels die met Zuid-Afrika zijn gesloten. De Europese Commissie maakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeen- schappen bekend op welke datum de ACS-staten aan de verplichtingen van dit lid hebben voldaan.
9. Onverminderd de leden 5, 6 en 7 worden be- en
C u mu latie me t Z u i d- Af rika verwerkingen in Zuid-Afrika beschouwd in een andere lidstaat
van de Zuid-Afrikaanse Douane-unie te zijn verricht wanneer de materialen in die andere lidstaat van de Zuid-Afrikaanse
3. Onder voorbehoud van de leden 4, 5, 6, 7 en 8 worden Douane-unie een verdere be- of verwerking hebben ondergaan. materialen van oorsprong uit Zuid-Afrika als van oorsprong
uit de ACS-staten beschouwd wanneer zij zijn opgenomen in
een aldaar verkregen product. Zij behoeven geen toereikende 10. Onverminderd de leden 5, 6 en 7 worden be- en be- of verwerking te hebben ondergaan. verwerkingen in Zuid-Afrika, op verzoek van de ACS-staten, beschouwd in de ACS-staten te zijn verricht, wanneer de
materialen in een ACS-staat een verdere be- of verwerking
4. Producten die op grond van lid 3 de oorsprong hebben hebben ondergaan in het kader van een overeenkomst ter verkregen worden uitsluitend als producten van oorsprong uit bevordering van de regionale economische integratie.
de ACS-staten beschouwd wanneer de aldaar toegevoegde
waarde hoger is dan de waarde van de gebruikte materialen
van oorsprong uit Zuid-Afrika. Indien dit niet het geval is, Tenzij een van de partijen vraagt dat de kwestie voor een worden de betrokken producten als producten van oorsprong besluit aan de ACS-EG-Raad van Ministers wordt voorgelegd, uit Zuid-Afrika beschouwd. Bij het bepalen van de oorsprong neemt het ACS-EG-Comité Douanesamenwerking, overeen- wordt geen rekening gehouden met materialen van oorsprong komstig artikel 37, besluiten over verzoeken van de ACS- uit Zuid-Afrika die in de ACS-staten een toereikende be- of staten.
verwerking hebben ondergaan.
5. De in lid 3 bedoelde cumulatie kan eerst na drie jaar worden toegepast voor de in bijlage XI genoemde producten en eerst na zes jaar voor de in bijlage XII genoemde producten
C u mul a tie m e t n abur ige o ntw i kkel ings - la n d en
vanaf de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake 11. Op verzoek van de ACS-staten worden materialen van
Handel, Ontwikkeling en Samenwerking tussen de Europese oorsprong uit een naburig ontwikkelingsland dat geen ACS-
Gemeenschap en Zuid-Afrika. De in lid 3 bedoelde cumulatie staat is, maar tot een samenhangend geografisch gebied
is niet van toepassing op de in bijlage XIII bedoelde producten. behoort, als materialen van oorsprong uit de ACS-staten
beschouwd wanneer zij in een aldaar verkregen product zijn Artikel 8
opgenomen. Deze materialen behoeven geen toereikende be-
of verwerking te hebben ondergaan, mits: Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen
— de be- of verwerking in de ACS-staat ingrijpender is dan
de in artikel 5 vermelde be- en verwerkingen. Producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld moeten echter in de ACS-staat ten minste een be- of verwerking hebben ondergaan waardoor het verkregen product onder een andere post wordt ingedeeld dan de post waaronder de materialen zijn ingedeeld die bij de vervaardiging ervan zijn gebruikt en die van oorsprong zijn uit het ontwik- kelingsland dat geen ACS-staat is. Voor de in bijlage XI
Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs daarvan zijn begrepen of niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel en de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.
bij dit Protocol opgesomde producten zijn uitsluitend de Artikel 9
in kolom 3 vermelde be- en verwerkingen van toepassing,
ongeacht het feit of het verkregen product onder een Stellen of assortimenten
andere post wordt ingedeeld;
— de ACS-staten, de Gemeenschap en de andere betrokken landen een overeenkomst hebben gesloten die in adequate administratieve procedures voorziet, om de correcte toepassing van dit lid zeker te stellen.
Dit lid is niet van toepassing op tonijnproducten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 3 of 16 van het geharmoni- seerd systeem, rijstproducten van de GS-code 1006 en de textielproducten die in bijlage X bij dit Protocol zijn opgesomd.
Dit Protocol is van toepassing om te bepalen of producten van
Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn niet meer dan 15 procent van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.
oorsprong zijn uit een ontwikkelingsland dat geen ACS-staat Artikel 10
is.
Tenzij een van de partijen vraagt dat de kwestie voor een
Neutrale elementen
staten.
besluit aan de ACS-EG-Raad van Ministers wordt voorgelegd, Om de oorsprong van een product te bepalen behoeft niet te neemt het ACS-EG-Comité Douanesamenwerking, overeen- worden nagegaan wat de oorsprong is van de bij de vervaar- komstig artikel 37, besluiten over verzoeken van de ACS- diging van dat product gebruikte
Artikel 7
Determinerende eenheid
1. De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepalingen van dit Protocol is het product dat bij het vaststellen van de indeling in de nomenclatuur volgens het geharmoni- seerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.
Hieruit volgt dat:
a) energie en brandstof,
b) fabrieksuitrusting,
c) machines en werktuigen, en
d) goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en ook niet bedoeld waren daarin voor te komen.
— wanneer een product, bestaande uit een groep of verza- TITEL III
meling van artikelen, volgens het geharmoniseerde sys-
teem onder één enkele post wordt ingedeeld, het geheel
de in aanmerking te nemen eenheid vormt;
— wanneer een zending uit een aantal eendere producten
TERRITORIALE VOORWAARDEN
bestaat die onder dezelfde post van het geharmoniseerde Artikel 11
systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepas-
worden genomen.
sing van de bepalingen van dit Protocol afzonderlijk moet Territorialiteitsbeginsel
2. Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie 1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden met betrekking
van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor tot het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking
het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het in de ACS-staten zijn voldaan, behoudens het bepaalde in
vaststellen van de oorsprong. artikel 6.
2. Indien uit de ACS-staten, de Gemeenschap of de LGO’s Artikel 13
Tentoonstellingen
naar een ander land uitgevoerde producten van oorsprong terugkeren, worden zij geacht, behoudens het bepaalde in
artikel 6, geen product van oorsprong meer te zijn, tenzij ten 1. Op producten van oorsprong die vanuit een ACS-staat genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond naar een tentoonstelling in een ander dan de in artikel 6
dat: bedoelde landen zijn verzonden en die na de tentoonstelling
a) de terugkerende goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) dat deze goederen, in de periode dat zij in dat andere
voor invoer in de Gemeenschap zijn verkocht, zijn de bepalin-
gen van bijlage V bij invoer in de Gemeenschap van toepassing voorzover ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
land waren of waren uitgevoerd, geen andere be- of a) een exporteur deze producten vanuit een ACS-staat naar verwerkingen hebben ondergaan dan die welke nodig het land van de tentoonstelling heeft verzonden en deze waren om ze in goede staat te bewaren. daar heeft tentoongesteld;
b) die exporteur de producten aan een persoon in de
Artikel 12
Gemeenschap heeft verkocht of op andere wijze afge- staan;
Rechtstreeks vervoer c) de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn
1. De preferentiële regeling waarin de bepalingen inzake
gegaan zijn verzonden; en
handelssamenwerking van bijlage V voorzien is uitsluitend van d) de producten, vanaf het moment dat zij naar de tentoon- toepassing op producten die aan de voorwaarden van dit stelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden Protocol voldoen en die rechtstreeks, zonder enig ander gebied zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden binnen te komen, tussen het grondgebied van de ACS-staten, vertoond.
de Gemeenschap, de LGO’s of Zuid-Afrika, bij toepassing van
artikel 6, zijn vervoerd. Producten die één enkele zending 2. Een bewijs van de oorsprong wordt overeenkomstig de vormen, kunnen evenwel via een ander grondgebied worden bepalingen van titel IV afgegeven of opgesteld en op de vervoerd, eventueel met overslag of tijdelijke opslag op dit gebruikelijke wijze bij de douaneautoriteiten van het land van grondgebied, mits zij in het land van doorvoer of opslag invoer ingediend. Op dit bewijs zijn de naam en het adres van onder toezicht van de douane blijven en aldaar geen andere de tentoonstelling vermeld. Zo nodig kunnen aanvullende behandelingen ondergaan dan lossen en opnieuw laden of bewijsstukken worden opgevraagd ten aanzien van de voor- behandelingen om ze in goede staat te bewaren. waarden waarop de producten werden tentoongesteld.
Het is evenwel toegestaan producten van oorsprong per pijpleiding door een ander grondgebied dan dat van een ACS- staat, de Gemeenschap of een LGO te vervoeren.
3. Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden
2. Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is gehouden, en gedurende welke de producten onder douanetoe- voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende zicht zijn gebleven.
stukken aan de douaneautoriteiten van het land van invoer:
a) hetzij, een enkel vervoerdocument ter dekking van het
TITEL IV
vervoer vanuit het land van uitvoer door het land van BEWIJS VAN DE OORSPRONG
doorvoer;
b) hetzij een door de douaneautoriteiten van het land van
Artikel 14
doorvoer afgegeven certificaat, waarin: Algemene eisen
i) de producten nauwkeurig zijn omschreven, 1. Producten van oorsprong uit de ACS-staten komen bij
invoer in de Gemeenschap voor de voordelen van bijlage V in
ii) de data zijn vermeld waarop de producten gelost en
aanmerking op vertoon van:
vervoermiddelen; en
opnieuw geladen zijn, in voorkomend geval onder a) een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan vermelding van de gebruikte schepen of andere het model in bijlage IV is opgenomen; of,
b) in de in artikel 19, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring
iii) wordt verklaard op welke voorwaarden de produc- van de exporteur, waarvan de tekst in bijlage V bij dit ten in het land van doorvoer verbleven; Protocol is opgenomen, op een factuur, pakbon of een ander handelsdocument waarin de producten voldoende
c) hetzij, bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig duidelijk zijn omschreven om ze te kunnen identificeren
ander bewijsstuk. (hierna „factuurverklaring” genoemd).
2. In afwijking van lid 1 komen producten van oorsprong 7. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door
in de zin van dit Protocol in de in artikel 25 bedoelde gevallen de douaneautoriteiten afgegeven en ter beschikking van de
voor de voordelen van bijlage V in aanmerking zonder dat een exporteur gesteld zodra de goederen daadwerkelijk worden
van de hierboven genoemde documenten behoeft te worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat ze zullen worden
overgelegd. uitgevoerd.
Artikel 15
Artikel 16
Afgifte achteraf van het certificaat inzake goederenver-
Procedure voor de afgifte van certificaten inzake goede- keer EUR.1 renverkeer EUR.1
1. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoor- diger.
2. Te dien einde vult de exporteur of diens gemachtigde
1. In afwijking van artikel 15, lid 7, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij wijze van uitzondering worden afgegeven na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, indien
a) dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzon- dere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd; of indien
vertegenwoordiger zowel het certificaat inzake goederenver- b) ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aange- keer EUR.1 als het aanvraagformulier in. Modellen van beide toond dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 formulieren zijn in bijlage IV opgenomen. Deze formulieren wel was afgegeven, maar bij invoer om technische worden overeenkomstig de bepalingen van dit Protocol inge- redenen niet is aanvaard.
vuld. Indien zij met de hand worden ingevuld, dient dit met
inkt en in blokletters te gebeuren. De producten moeten 2. Bij toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn EUR.1 betrekking heeft, alsmede de reden van zijn aanvraag. getrokken en wordt het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.
3. De douaneautoriteiten kunnen eerst tot afgifte achteraf
3. De exporteur die om de afgifte van een certificaat inzake van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan na goederenverkeer EUR.1 verzoekt, moet, op verzoek van de te hebben vastgesteld dat de in de aanvraag van de exporteur douaneautoriteiten van de ACS-staat van uitvoer waar dit voorkomende gegevens overeenstemmen met die in het desbe- certificaat is afgegeven, steeds bereid zijn de nodige documen- treffende dossier.
ten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten
van oorsprong zijn en dat aan alle andere voorwaarden van dit 4. Op achteraf afgegeven certificaten inzake goederenver-
Protocol is voldaan. keer EUR.1 moet een van de volgende vermeldingen worden
aangebracht:
4. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van de ACS-staat van uitvoer indien de betrokken goederen kunnen worden be- schouwd als producten van oorsprong uit de ACS-staten of uit een van de andere in artikel 6 bedoelde landen en aan de andere voorwaarden van dit Protocol wordt voldaan.
„NACHTRA¨ GLICH AUSGESTELLT”, „DE´LIVRE´ A POSTERIORI”, „RILASCIATO A POSTERIORI”, „AFGEGEVEN A POSTERIORI”, „ISSUED RETROSPECTIVELY”, „UDSTEDT EFTERFØLGENDE”, „ΕΚ∆ΟΘΕΝ ΕΚ ΤΩΝ ΥΣΤΕΡΩΝ”, „EXPE-
DIDO A POSTERIORI”, „EMITIDO A POSTERIORI”, „ANNET- TU JA¨ LKIKA¨ TEEN”, „UTFA¨ RDAT I EFTERHAND”.
EUR.1.
of de producten van oorsprong zijn en of aan de andere
5. De met de afgifte van EUR.1-certificaten belaste doua- 5. De in lid 4 bedoelde vermelding wordt aangebracht in het neautoriteiten nemen de nodige maatregelen om te controleren vak „Opmerkingen” van het certificaat inzake goederenverkeer
Artikel 17
voorwaarden van dit Protocol is voldaan. Met het oog hierop zijn zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten. De met de afgifte van EUR.1-
certificaten belaste douaneautoriteiten zien er ook op toe dat Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake
de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. Zij gaan goederenverkeer EUR.1
met name na of het voor de omschrijving van de goederen
bestemde vak zo is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet 1. In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een mogelijk zijn. certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, kan de exporteur
de douaneautoriteiten die dit certificaat hadden afgegeven,
6. De datum van afgifte van het certificaat inzake goederen- verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de
verkeer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat. uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.