Pensioenreglement
Pensioenreglement
van AEGON Levensverzekering N.V.
voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:
de stichting “Beambtenfonds voor het mijnbedrijf”.
Inhoudsopgave
Algemene Bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1
Artikel 2. Strekking van dit pensioenreglement 2
Artikel 3. Karakter van de pensioenregeling 2
Artikel 4. Aanspraak- en pensioengerechtigden 2
Artikel 5. Pensioenen 3
Artikel 6. Levenslang ouderdomspensioen 3
Artikel 7. Levenslang partnerpensioen 3
Artikel 8. Tijdelijk partnerpensioen 4
Artikel 9. Wezenpensioen 4
Artikel 10. Geen toeslagen op pensioenen 5
Scheiding
Artikel 11. Gevolgen van scheiding 6
Waardeoverdracht
Artikel 12. Waardeoverdracht 7
Pensioenbetalingen
Artikel 13. Uitbetaling van de pensioenen 8
Slotbepalingen
Artikel 14. Fiscale maxima 9
Artikel 15. Afkoop, vervreemden, prijsgeven en zekerstellen van
pensioenaanspraken 9
Artikel 16. Verplichting tot medewerking 9
Artikel 17. Aanpassing van de pensioenaanspraken 9
Artikel 18. Klachtenregeling van de verzekeraar 10
Artikel 19. Datum inwerkingtreding 10
Bijlage 1: Afkoopvoeten
Bijlage 2: Verzekerd kapitaal bij overlijden (begrafenisgeld en overlijdensuitkering)
Algemene Bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit pensioenreglement wordt verstaan onder:
a. aanspraakgerechtigde: de persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen;
b. AOW gerechtigde
leeftijd: de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet;
x. xxxxxxxxx: de werknemer of gewezen werknemer waarvoor de verzekeraar
premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid verleent en die op grond van deze pensioenregeling pensioenaanspraken verwerft;
x. xxxxxxxxxxxxxxxx: de rechtsbetrekking tussen werkgever en werknemer;
e. gepensioneerde: de pensioengerechtigde voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan;
x. xxxxxxx deelnemer: de gewezen werknemer die op grond van deze pensioenregeling bij
beëindiging van de deelneming aan het pensioenfonds een pensioenaanspraak heeft behouden tegenover de verzekeraar;
g. kind: een kind tot wie de gewezen deelnemer voor de pensioendatum als ouder in familierechterlijke betrekking stond of het stief- of pleegkind van de gewezen deelnemer dat door deze als eigen kind wordt onderhouden en opgevoed, mits dit onderhoud en deze opvoeding zijn aangevangen voor de pensioendatum;
h. overeenkomst: de overeenkomst tussen het pensioenfonds en de verzekeraar over de uitvoering van deze pensioenregeling;
i. partner: de persoon die:
- voor de pensioendatum gehuwd is met de gewezen deelnemer of gepensioneerde en hiervan niet is gescheiden,
alsmede
- de persoon die voor de pensioendatum een geregistreerd partnerschap is aangegaan met de gewezen deelnemer of gepensioneerde en dit geregistreerd partnerschap niet heeft beëindigd;
j. pensioenaanspraak: het recht op een nog niet ingegaan pensioen, uitgezonderd een
overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening;
x. xxxxxxxxxxxxx: de stichting “Beambtenfonds voor het mijnbedrijf”;
l. pensioengerechtigde: de persoon voor wie op grond van deze pensioenregeling het pensioen is
ingegaan;
m. pensioendatum: de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin de gewezen
deelnemer 65 jaar wordt;
x. xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx: hetgeen tussen de werkgever en een werknemer is overeengekomen
betreffende pensioen;
o. pensioenrecht: het recht op een ingegaan pensioen, uitgezonderd voorwaardelijke
toeslagen;
p. pensioenregeling: de pensioenregeling op grond van de pensioenovereenkomst;
q. pensioenverplichting: de verplichtingen van de verzekeraar uit hoofde van pensioenaanspraken
en pensioenrechten;
x. | xxxxxxxxx: | - echtscheiding; - ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed; - beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden, vermissing of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk; |
x. | xxxxxxxxxxxxxxx: | de datum waarop de scheiding of ontbindingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Voor de beëindiging van het geregistreerde partnerschap zonder tussenkomst van de rechter is dit de datum waarop de gewezen deelnemer en de gewezen partner een schriftelijke verklaring ondertekenen; |
t. | toeslag: | een verhoging van: - een pensioenrecht; - een pensioenaanspraak van een gewezen deelnemer; - een pensioenaanspraak van een deelnemer die geen verband houdt |
met een verhoging van de pensioengrondslag, de toename van het in aanmerking te nemen aantal jaren of een wijziging van deze pensioenregeling;
- een pensioenaanspraak van een gepensioneerde ten behoeve van de partner;
u. | verzekeraar: | AEGON Levensverzekering N.V., gevestigd te Den Haag; |
v. | werknemer: | degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht voor de werkgever. |
Artikel 2. Strekking van dit pensioenreglement
1. Dit pensioenreglement is tot stand gekomen door overdracht van de bij het pensioenfonds ondergebrachte pensioenaanspraken en pensioenrechten aan de verzekeraar per 1 augustus 2014. Met ingang van 1 augustus 2014 is het pensioenreglement van het pensioenfonds vervallen. Vanaf deze datum worden de tot datum overdracht opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten beheerst door dit pensioenreglement.
2. Dit pensioenreglement betreft uitsluitend premievrije pensioenaanspraken en pensioenrechten per 1 augustus 2014. Deze zijn opgenomen in de opgave die door of namens de verzekeraar aan de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden verstrekt is. In deze pensioenregeling worden geen nieuwe deelnemers opgenomen en worden geen pensioenaanspraken meer verworven.
3. Dit pensioenreglement vervalt voor de pensioenrechten en de al opgebouwde pensioenaanspraken, zodra de waarde daarvan wordt overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder.
Artikel 3. Karakter van de pensioenregeling
Deze pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst en voorziet in een vastgestelde pensioenuitkering. Deze pensioenregeling maakt deel uit van de tussen de werkgever en werknemer afgesloten arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Artikel 4. Aanspraak- en pensioengerechtigden
In deze pensioenregeling is opgenomen degene die op 31 juli 2014 aanspraak- of pensioengerechtigde was op grond van de pensioenregeling van het pensioenfonds, volgens het op 1 januari 1954 in werking getreden pensioenreglement van het pensioenfonds en voor wie op 1 augustus 2014 de pensioenaanspraken of pensioenrechten zijn overgedragen aan de verzekeraar.
Artikel 5. Pensioenen
1. De volgende pensioenen zijn van toepassing:
- levenslang ouderdomspensioen;
- levenslang partnerpensioen;
- tijdelijk partnerpensioen;
- wezenpensioen.
De pensioenen die van toepassing zijn op de gewezen deelnemer of gepensioneerde blijken uit het overzicht dat door of namens de verzekeraar verstrekt is per 1 augustus 2014.
2. De gewezen deelnemer of gepensioneerde met een partner heeft op elk moment slechts aanspraak op partnerpensioen voor één partner.
3. De pensioenen zijn verzekerd door middel van een overeenkomst met de verzekeraar.
4. De pensioenen worden ook beheerst door:
- de overeenkomst en
- de daarbij behorende verzekeringsvoorwaarden en
- wettelijke voorschriften.
Dit betekent dat de pensioenen een vermindering kunnen ondergaan in die gevallen zoals bepaald in dit pensioenreglement en de overeenkomst met bijbehorende verzekeringsvoorwaarden.
Artikel 6. Levenslang ouderdomspensioen
Het levenslange ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitgekeerd per maand achteraf, tot het einde van de maand waarin de gepensioneerde overlijdt.
Artikel 7. Levenslang partnerpensioen
1. Het levenslange partnerpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de gewezen deelnemer of de gepensioneerde overlijdt en het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt.
De eventuele vergoeding van de premie welke de partner ingevolge de bepalingen van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Nabestaandenwet verschuldigd is over het bedrag van de pensioenuitkering alsmede de eventuele vervangende overhevelingstoeslag, worden uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt, doch uiterlijk tot de dag waarop de partner 65 jaar wordt.
2. De volgens de pensioenregeling van het pensioenfonds geldende kortingsregelingen blijven ongewijzigd van kracht:
a. Bij hertrouwen van de gerechtigde op de uitkering van levenslang partnerpensioen vervalt het recht op uitkering van het levenslang partnerpensioen (hierna in dit lid: “de gerechtigde”) op de laatste dag van de derde maand na de maand waarin de gerechtigde hertrouwt. Na eventuele beëindiging van dat huwelijk door overlijden van de nieuwe huwelijkspartner van de gerechtigde, herleeft het recht op uitkering van het levenslange
partnerpensioen, vanaf dat moment voor de toekomst. Op die uitkering wordt in mindering gebracht hetgeen de gerechtigde toekomt ingevolge pensioen of andere inkomsten uit het laatste huwelijk.
b. Indien de gerechtigde op een uitkering van levenslang partnerpensioen meer
dan tien jaar jonger is dan de gewezen deelnemer of gepensioneerde, wordt op het levenslange partnerpensioen een korting toegepast ten bedrage van 2% van het toegekende levenslange partnerpensioen voor ieder vol jaar dat het leeftijdsverschil groter was dan tien jaar.
3. Bij overlijden van een vrouwelijke gerechtigde op levenslang ouderdomspensioen, wordt aan haar arbeidsongeschikte partner een partnerpensioen toegekend indien de vrouwelijk gerechtigde op levenslang ouderdomspensioen ten tijde van haar overlijden kostwinster was.
Arbeidsongeschikt in de zin van dit lid is hij, die naar het oordeel van een medisch adviseur een percentage arbeidsongeschiktheid heeft van 50% of meer. Er is sprake van kostwinnerschap indien de middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan van haar partner te voorzien, grotendeels te haren laste kwamen.
Artikel 8. Tijdelijk partnerpensioen
1. Het tijdelijke partnerpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de gewezen deelnemer of de gepensioneerde overlijdt en het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt, doch uiterlijk tot de eerste van de maand waarin de partner 65 jaar wordt.
De eventuele vergoeding van de premie welke de partner ingevolge de bepalingen van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Nabestaandenwet verschuldigd is over het bedrag van de pensioenuitkering alsmede de eventuele vervangende overhevelingstoeslag, worden uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt, doch uiterlijk tot de dag waarop de partner 65 jaar wordt.
2. De volgens de pensioenregeling van het pensioenfonds geldende kortingsregelingen blijven ongewijzigd van kracht:
a. Bij hertrouwen van de gerechtigde op de uitkering van tijdelijk partnerpensioen vervalt het recht op uitkering van het tijdelijke partnerpensioen (hierna in dit lid: “de
gerechtigde”) op de laatste dag van de derde maand na de maand waarin de gerechtigde hertrouwt. Na eventuele beëindiging van dat huwelijk door overlijden van de nieuwe huwelijkspartner van de gerechtigde, herleeft het recht op uitkering van het tijdelijke partnerpensioen, vanaf dat moment voor de toekomst. Op die uitkering wordt in mindering gebracht hetgeen de gerechtigde toekomt ingevolge pensioen of andere inkomsten uit het laatste huwelijk.
b. Indien de gerechtigde op een uitkering van tijdelijk partnerpensioen meer dan tien jaar jonger is dan gewezen deelnemer of gepensioneerde, wordt op het tijdelijke partnerpensioen een korting toegepast ten bedrage van 2% van het toegekende tijdelijke partnerpensioen voor ieder vol jaar dat het leeftijdsverschil groter was dan tien jaar.
3. Bij overlijden van een vrouwelijke gerechtigde op levenslang ouderdomspensioen, wordt aan haar arbeidsongeschikte partner een tijdelijk partnerpensioen toegekend indien de vrouwelijk gerechtigde op levenslang ouderdomspensioen ten tijde van haar overlijden kostwinster was.
Arbeidsongeschikt in de zin van dit lid is hij, die naar het oordeel van een medisch adviseur een percentage arbeidsongeschiktheid heeft van 50% of meer. Er is sprake van kostwinnerschap indien de middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan van haar partner te voorzien, grotendeels te haren laste kwamen.
Artikel 9. Wezenpensioen
1. Na overlijden van de gewezen deelnemer of de gepensioneerde gaat voor ieder van de aanspraakgerechtigde kinderen een wezenpensioen in.
Aanspraakgerechtigd zijn de kinderen die
x. xxxxxx zijn dan 16 jaar;
b. 16 jaar of ouder, maar nog geen 27 jaar zijn, zolang:
- of hun voor werkzaamheden beschikbare tijd voor 5 dagdelen of meer in beslag wordt genomen door of in verband met het volgen van onderwijs of een opleiding voor een beroep,
- of zij ten gevolge van ziekte of gebreken niet in staat zijn om 55% te verdienen van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen, die overigens in gelijke omstandigheden verkeren, kunnen verdienen en daartoe ook, hetzij in het afgelopen jaar niet in staat zijn geweest, hetzij vermoedelijk in het eerstkomende jaar niet in staat zullen zijn.
2. Elk wezenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de gewezen deelnemer of de gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin het kind niet meer voldoet aan de in het voorgaande lid vermelde voorwaarden of overlijdt.
3. Het wezenpensioen wordt verdubbeld indien er geen partner (meer) is die aanspraak heeft op partnerpensioen.
Artikel 10. Geen toeslagen op pensioenen
Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken worden geen toeslagen verleend.
In afwijking van het bepaalde in dit artikel, wordt per 1 januari 2015 een eenmalige toeslag verleend die gefinancierd wordt uit het liquidatiesaldo van het pensioenfonds.
Na 1 januari 2015 zal nooit meer een toeslag worden verleend.
Scheiding
Artikel 11. Gevolgen van scheiding
1. In geval van scheiding heeft de (gewezen) partner recht op verevening van het ouderdomspensioen volgens het bepaalde in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Deze wet bepaalt dat de (gewezen) partner recht krijgt op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen.
In afwijking van de omschrijving in het artikel 'Begripsomschrijvingen' wordt, uitgezonderd lid 4, in dit artikel onder 'scheiding' verstaan 'einde van het huwelijk door echtscheiding of scheiding van tafel en bed.
2. Het recht op verevening kan rechtstreeks tegenover de verzekeraar geldend worden gemaakt indien de scheiding binnen twee jaar na de scheidingsdatum aan de verzekeraar wordt gemeld.
De verzekeraar betaalt dan het aan de (gewezen) partner toekomende deel van het ingegane ouderdomspensioen rechtstreeks uit aan de (gewezen) partner. De uitbetaling aan de (gewezen) partner eindigt bij overlijden van de gepensioneerde, maar uiterlijk bij het eerder overlijden van de (gewezen) partner.
Indien de scheiding niet tijdig aan de verzekeraar is gemeld, kan de (gewezen) partner het recht op verevening uitsluitend nog tegenover de gepensioneerde uitoefenen.
3. Het ouderdomspensioen van de gewezen deelnemer of gepensioneerde wordt verminderd met het aan de (gewezen) partner toekomende deel ervan. Deze vermindering vervalt bij overlijden van de (gewezen) partner.
4. De gewezen partner verkrijgt bij scheiding aanspraak op bijzonder partnerpensioen volgens het bepaalde in de Pensioenwet.
5. Het bepaalde in dit artikel vindt geen toepassing, indien de gewezen deelnemer of gepensioneerde en diens (gewezen) partner bij huwelijkse voorwaarden of een schriftelijk gesloten overeenkomst met het oog op de echtscheiding anders zijn overeengekomen en de verzekeraar hieraan schriftelijk instemming heeft verleend.
Waardeoverdracht
Artikel 12. Waardeoverdracht
1. Op verzoek van de gewezen deelnemer wordt de waarde van de verworven pensioenaanspraken bij beëindiging van de dienstbetrekking overgedragen aan de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever.
De overgedragen waarde wordt omgezet in aanspraken volgens de pensioenregeling van de nieuwe werkgever.
2. Een gewezen deelnemer die de mogelijkheid tot waardeoverdracht overweegt, moet binnen zes maanden na aanvang van de verwerving van pensioenaanspraken in de door de ontvangende pensioenuitvoerder uitgevoerde pensioenregeling een opgave hebben gevraagd van de pensioenaanspraken aan de ontvangende pensioenuitvoerder. Daarna moet de gewezen deelnemer het verzoek tot waardeoverdracht doen aan de ontvangende pensioenuitvoerder.
3. Overdracht van de waarde van het partnerpensioen is slechts mogelijk na schriftelijke instemming van de eventuele partner van de gewezen deelnemer.
Het eventuele bijzonder partnerpensioen kan niet worden overgedragen.
4. De wijze waarop de overdracht plaatsvindt alsmede de vaststelling van de overdrachtswaarde geschiedt overeenkomstig de ter zake geldende wettelijke voorschriften.
Pensioenbetalingen
Artikel 13. Uitbetaling van de pensioenen
De pensioenen worden uitbetaald in euro’s door de verzekeraar in maandelijkse termijnen achteraf.
In geval van uitbetaling op een buitenlandse bankrekening komen de eventuele kosten die de buitenlandse bank in rekening brengt voor rekening van de pensioengerechtigde. Een uitbetaling op een buitenlandse bankrekening kan ook per kwartaal of jaarlijks plaatsvinden.
Slotbepalingen
Artikel 14. Fiscale maxima
Het pensioen gaat niet uit boven het fiscale maximum als bedoeld in de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 15. Afkoop, vervreemden, prijsgeven en zekerstellen van pensioenaanspraken
1. De in de pensioenregeling toegekende aanspraken kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
2. Indien op het moment van ingang van het levenslang ouderdomspensioen de uitkering op jaarbasis lager is dan het krachtens artikel 66 van de Pensioenwet bedoelde bedrag, heeft de verzekeraar na toestemming van de gewezen deelnemer of de gepensioneerde het recht om op dat moment een uitkering ineens te verstrekken ter grootte van de afkoopwaarde van het opgebouwde ouderdomspensioen onder aftrek van de wettelijk verschuldigde inhoudingen. Als gevolg van deze uitkering ineens komt de aanspraak op het ouderdomspensioen te vervallen.
3. Indien op het moment van ingang van het levenslang partnerpensioen of wezenpensioen de uitkering op jaarbasis lager is dan het in lid 2 genoemde bedrag, heeft de verzekeraar het recht om de gewezen partner of wezen binnen zes maanden na dat moment een uitkering ineens te verstrekken ter grootte van de afkoopwaarde van het opgebouwde partner- of wezenpensioen onder aftrek van de wettelijk verschuldigde inhoudingen. Als gevolg van deze uitkering ineens komt de aanspraak op het partner- of wezenpensioen te vervallen.
4. Indien als gevolg van scheiding een bijzonder partnerpensioen aan de gewezen partner wordt toegekend, en de uitkering op jaarbasis lager is dan het in lid 2 genoemde bedrag, heeft de verzekeraar het recht om de gewezen partner op het moment van scheiding een uitkering ineens ter grootte van de afkoopwaarde van het opgebouwde partnerpensioen onder aftrek van de wettelijk verschuldigde inhoudingen te verstrekken. Als gevolg van deze uitkering ineens komt de aanspraak op het bijzonder partnerpensioen te vervallen.
Artikel 16. Verplichting tot medewerking
1. Ieder die pensioenen verwerft is verplicht aan de goede uitvoering van deze pensioenregeling mee te werken. Dit houdt in dat ieder alle gegevens (bijvoorbeeld een adreswijziging) en bewijsstukken verstrekt, die de verzekeraar nodig heeft.
2. Voor zover door het geven van onjuiste inlichtingen of ten gevolge van nalatigheid in het geven van inlichtingen de uit deze pensioenregeling voortvloeiende pensioenverplichtingen niet door verzekeringen zijn gedekt, kan aan deze pensioenregeling terzake geen recht op pensioen tegenover de werkgever en de verzekeraar worden ontleend.
Artikel 17. Aanpassing van de pensioenaanspraken
1. Indien sociale wetten, fiscale wetten of verplicht gestelde pensioenvoorzieningen worden ingevoerd of gewijzigd, zal de verzekeraar, indien hij daartoe termen aanwezig acht, deze
pensioenregeling - met inachtneming van eventuele wettelijke voorschriften - aan de gewijzigde omstandigheden aanpassen.
2. Indien de verzekeraar tot het in het voorgaande lid vermelde wenst over te gaan, stelt hij de aanspraakgerechtigden hiervan onmiddellijk schriftelijk in kennis.
De op grond van al gedane betalingen verworven pensioenen zullen echter niet worden aangetast.
3. De verzekeraar is niet aansprakelijk voor een als gevolg van toepassing van wettelijke voorschriften ontstane vermindering van de pensioenen.
Artikel 18. Klachtenregeling van de verzekeraar
Aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden kunnen klachten en geschillen die betrekking hebben op de bemiddeling, totstandkoming en uitvoering van deze pensioenregeling voorleggen aan AEGON, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxxx.
Artikel 19. Datum inwerkingtreding
Deze pensioenregeling treedt in werking op 1 augustus 2014.
Bijlage 1: Afkoopvoeten
BFM FACTOREN T.B.V. AFKOOP GERINGE PENSIOENEN (SEKSENEUTRAAL) | ||||||
Geldend vanaf 1-1-2008 | ||||||
lft | op tot 65 | op vanaf 65 | mvz wp tot 65 | mvz wp vanaf 65 | op vanaf 60 tot 65 | op vanaf 60 |
17 | 21,398 | 2,031 | 0,246 | 0,461 | 0,801 | 2,832 |
18 | 21,236 | 2,111 | 0,254 | 0,480 | 0,832 | 2,944 |
19 | 21,068 | 2,195 | 0,261 | 0,500 | 0,865 | 3,060 |
20 | 20,895 | 2,281 | 0,267 | 0,520 | 0,899 | 3,181 |
21 | 20,717 | 2,371 | 0,272 | 0,542 | 0,935 | 3,306 |
22 | 20,532 | 2,465 | 0,276 | 0,564 | 0,972 | 3,437 |
23 | 20,340 | 2,562 | 0,280 | 0,587 | 1,010 | 3,572 |
24 | 20,141 | 2,662 | 0,284 | 0,612 | 1,051 | 3,713 |
25 | 19,933 | 2,766 | 0,288 | 0,637 | 1,092 | 3,858 |
26 | 19,717 | 2,874 | 0,294 | 0,664 | 1,135 | 4,009 |
27 | 19,492 | 2,985 | 0,300 | 0,693 | 1,180 | 4,165 |
28 | 19,257 | 3,100 | 0,306 | 0,723 | 1,227 | 4,327 |
29 | 19,014 | 3,220 | 0,312 | 0,754 | 1,275 | 4,495 |
30 | 18,760 | 3,343 | 0,319 | 0,788 | 1,326 | 4,669 |
31 | 18,497 | 3,471 | 0,326 | 0,823 | 1,378 | 4,850 |
32 | 18,224 | 3,603 | 0,333 | 0,860 | 1,433 | 5,037 |
33 | 17,939 | 3,740 | 0,339 | 0,898 | 1,490 | 5,230 |
34 | 17,644 | 3,882 | 0,346 | 0,939 | 1,549 | 5,431 |
35 | 17,337 | 4,028 | 0,353 | 0,982 | 1,610 | 5,638 |
36 | 17,018 | 4,179 | 0,360 | 1,028 | 1,674 | 5,854 |
37 | 16,686 | 4,336 | 0,368 | 1,075 | 1,741 | 6,076 |
38 | 16,342 | 4,498 | 0,375 | 1,126 | 1,810 | 6,308 |
39 | 15,984 | 4,665 | 0,382 | 1,178 | 1,882 | 6,547 |
40 | 15,614 | 4,838 | 0,388 | 1,234 | 1,957 | 6,795 |
41 | 15,228 | 5,018 | 0,395 | 1,291 | 2,035 | 7,053 |
42 | 14,829 | 5,204 | 0,400 | 1,352 | 2,116 | 7,320 |
43 | 14,415 | 5,397 | 0,404 | 1,415 | 2,201 | 7,598 |
44 | 13,986 | 5,597 | 0,407 | 1,481 | 2,290 | 7,888 |
45 | 13,541 | 5,806 | 0,408 | 1,549 | 2,383 | 8,188 |
46 | 13,079 | 6,022 | 0,408 | 1,621 | 2,479 | 8,502 |
47 | 12,601 | 6,248 | 0,407 | 1,695 | 2,581 | 8,828 |
48 | 12,106 | 6,482 | 0,403 | 1,772 | 2,687 | 9,169 |
49 | 11,592 | 6,727 | 0,398 | 1,852 | 2,797 | 9,524 |
50 | 11,059 | 6,982 | 0,391 | 1,935 | 2,913 | 9,895 |
51 | 10,506 | 7,248 | 0,382 | 2,021 | 3,035 | 10,283 |
52 | 9,933 | 7,527 | 0,370 | 2,110 | 3,163 | 10,689 |
53 | 9,337 | 7,817 | 0,356 | 2,202 | 3,297 | 11,114 |
54 | 8,719 | 8,122 | 0,340 | 2,298 | 3,438 | 11,560 |
55 | 8,077 | 8,440 | 0,322 | 2,396 | 3,586 | 12,026 |
56 | 7,410 | 8,774 | 0,302 | 2,497 | 3,742 | 12,516 |
57 | 6,716 | 9,125 | 0,280 | 2,600 | 3,907 | 13,032 |
58 | 5,994 | 9,495 | 0,255 | 2,705 | 4,081 | 13,576 |
59 | 5,243 | 9,884 | 0,229 | 2,812 | 4,266 | 14,150 |
60 | 4,462 | 10,297 | 0,200 | 2,919 | 4,462 | 14,758 |
61 | 3,646 | 10,733 | 0,170 | 3,027 | 3,646 | 14,379 |
62 | 2,796 | 11,197 | 0,138 | 3,133 | 2,796 | 13,993 |
63 | 1,907 | 11,691 | 0,107 | 3,238 | 1,907 | 13,598 |
64 | 0,976 | 12,220 | 0,076 | 3,338 | 0,976 | 13,196 |
65 | 0,000 | 12,787 | 0,048 | 3,433 | 0,000 | 12,787 |
66 | 0,000 | 12,372 | 0,024 | 3,518 | 0,000 | 12,372 |
67 | 0,000 | 11,952 | 0,007 | 3,591 | 0,000 | 11,952 |
68 | 0,000 | 11,529 | 0,000 | 3,646 | 0,000 | 11,529 |
69 | 0,000 | 11,103 | 0,000 | 3,687 | 0,000 | 11,103 |
70 | 0,000 | 10,676 | 0,000 | 3,720 | 0,000 | 10,676 |
71 | 0,000 | 10,247 | 0,000 | 3,744 | 0,000 | 10,247 |
72 | 0,000 | 9,820 | 0,000 | 3,758 | 0,000 | 9,820 |
73 | 0,000 | 9,396 | 0,000 | 3,761 | 0,000 | 9,396 |
74 | 0,000 | 8,974 | 0,000 | 3,753 | 0,000 | 8,974 |
75 | 0,000 | 8,557 | 0,000 | 3,735 | 0,000 | 8,557 |
76 | 0,000 | 8,143 | 0,000 | 3,706 | 0,000 | 8,143 |
77 | 0,000 | 7,736 | 0,000 | 3,665 | 0,000 | 7,736 |
78 | 0,000 | 7,334 | 0,000 | 3,613 | 0,000 | 7,334 |
79 | 0,000 | 6,940 | 0,000 | 3,550 | 0,000 | 6,940 |
80 | 0,000 | 6,554 | 0,000 | 3,476 | 0,000 | 6,554 |
81 | 0,000 | 6,180 | 0,000 | 3,391 | 0,000 | 6,180 |
82 | 0,000 | 5,817 | 0,000 | 3,293 | 0,000 | 5,817 |
83 | 0,000 | 5,468 | 0,000 | 3,185 | 0,000 | 5,468 |
84 | 0,000 | 5,132 | 0,000 | 3,069 | 0,000 | 5,132 |
85 | 0,000 | 4,809 | 0,000 | 2,945 | 0,000 | 4,809 |
86 | 0,000 | 4,499 | 0,000 | 2,816 | 0,000 | 4,499 |
87 | 0,000 | 4,207 | 0,000 | 2,682 | 0,000 | 4,207 |
88 | 0,000 | 3,928 | 0,000 | 2,546 | 0,000 | 3,928 |
89 | 0,000 | 3,666 | 0,000 | 2,408 | 0,000 | 3,666 |
90 | 0,000 | 3,426 | 0,000 | 2,267 | 0,000 | 3,426 |
91 | 0,000 | 3,199 | 0,000 | 2,129 | 0,000 | 3,199 |
92 | 0,000 | 2,988 | 0,000 | 1,994 | 0,000 | 2,988 |
93 | 0,000 | 2,791 | 0,000 | 1,863 | 0,000 | 2,791 |
94 | 0,000 | 2,611 | 0,000 | 1,735 | 0,000 | 2,611 |
95 | 0,000 | 2,444 | 0,000 | 1,614 | 0,000 | 2,444 |
96 | 0,000 | 2,283 | 0,000 | 1,504 | 0,000 | 2,283 |
97 | 0,000 | 2,132 | 0,000 | 1,406 | 0,000 | 2,132 |
98 | 0,000 | 2,000 | 0,000 | 1,312 | 0,000 | 2,000 |
99 | 0,000 | 1,887 | 0,000 | 1,224 | 0,000 | 1,887 |
100 | 0,000 | 1,804 | 0,000 | 1,131 | 0,000 | 1,804 |
101 | 0,000 | 1,722 | 0,000 | 1,051 | 0,000 | 1,722 |
102 | 0,000 | 1,628 | 0,000 | 0,988 | 0,000 | 1,628 |
103 | 0,000 | 1,567 | 0,000 | 0,916 | 0,000 | 1,567 |
104 | 0,000 | 1,508 | 0,000 | 0,844 | 0,000 | 1,508 |
105 | 0,000 | 1,451 | 0,000 | 0,794 | 0,000 | 1,451 |
106 | 0,000 | 1,395 | 0,000 | 0,751 | 0,000 | 1,395 |
107 | 0,000 | 1,337 | 0,000 | 0,709 | 0,000 | 1,337 |
Bijlage 2: Verzekerd kapitaal bij overlijden (begrafenisgeld en overlijdensuitkering)
Verzekerd kapitaal bij overlijden
1. Het verzekerd kapitaal komt tot uitkering op de dag van overlijden van:
a. een gepensioneerde of zijn rechthebbende partner;
b. een gepensioneerde partner;
c. een kind, ten behoeve van hetwelk recht op wezenpensioen bestaat.
2. De hoogte van het verzekerd kapitaal bij overlijden blijkt uit de overzichten die door de verzekeraar verstrekt worden per 1 augustus 2014 en per 1 januari 2015.
3. Begunstigd voor de uitkering van het kapitaal bij overlijden zijn in onderstaande volgorde:
x. in geval van overlijden van de gepensioneerde: de partner; in geval van overlijden van de partner: de gepensioneerde;
b. de kinderen van de pensioengerechtigde;
c. de erfgenamen van de pensioengerechtigde.
4. Het kapitaal bij overlijden wordt in één keer uitgekeerd.