e-CMR Protocol
e-CMR Protocol
Aanvullend protocol bij het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) inzake de digitale vrachtbrief
In Stichting vervoeradres, opgericht in 1946, werken samen:
EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
NBB, Nederlandsch Binnenvaartbureau
Transport en Logistiek Nederland, de ondernemersorganisatie voor het goederenvervoer
Goederenvervoer Nederland
Aanvullend protocol bij het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) inzake de digitale vrachtbrief
De Partijen bij dit Protocol,
Partij zijnde bij het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR), gedaan te Genève op 19 mei 1956,
Geleid door de wens het Verdrag aan te vullen teneinde het facultatief opstellen van de digitale vrachtbrief met behulp van procedures gebruikt voor het digitaal vastleggen en verwerken van gegevens te vergemakkelijken, Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit Protocol, wordt verstaan onder „Verdrag” het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR); wordt verstaan onder „digitale communicatie”,
informatie gegenereerd, verzonden, ontvangen of opgeslagen met elektronische, optische, digitale of soortgelijke middelen waardoor de doorgegeven informatie toegankelijk is voor latere inzage; wordt verstaan onder „digitale vrachtbrief” een vrachtbrief met behulp van digitale communicatie afgegeven door de vervoerder, afzender of een andere partij die betrokken is bij de uitvoering van een vervoersovereenkomst waarop het Verdrag van toepassing is, met inbegrip van gegevens die logisch verband houden met digitale communicatie in de vorm van bijlagen of op andere wijze gelijktijdig met of na de afgifte aan de digitale communicatie gekoppelde gegevens die daardoor deel uitmaken van de digitale vrachtbrief; wordt verstaan onder „digitale ondertekening” gegevens in digitale vorm die gekoppeld worden aan of logisch verband houden met andere digitale gegevens en fungeren als een methode om authenticiteit vast te stellen.
Artikel 2
Reikwijdte en gevolg van de digitale vrachtbrief
1. Met inachtneming van de bepalingen van dit Protocol, kan zowel de vrachtbrief bedoeld in het Verdrag als elke eis, verklaring, opdracht, elk verzoek, voorbehoud of een andere mededeling die of dat betrekking heeft op de uitvoering van een vervoersovereenkomst waarop het Verdrag van toepassing is, worden opgesteld door middel van digitale communicatie.
2. Een digitale vrachtbrief die voldoet aan de bepalingen van dit Protocol wordt als gelijkwaardig beschouwd aan de vrachtbrief bedoeld in het Verdrag en heeft bijgevolg dezelfde bewijskracht en dezelfde gevolgen als die vrachtbrief.
Artikel 3
Waarmerking van de digitale vrachtbrief
1. De digitale vrachtbrief wordt door de partijen bij de vervoersovereenkomst door middel van een betrouwbare digitale ondertekening gewaarmerkt, die de koppeling aan de digitale vrachtbrief waarborgt. Tenzij op andere wijze aangetoond, wordt een methode van digitale ondertekening geacht betrouwbaar te zijn, indien de digitale ondertekening:
a) op unieke wijze is gekoppeld aan de ondertekenaar;
b) de mogelijkheid biedt de ondertekenaar te identificeren;
c) wordt gecreëerd met middelen die onder de exclusieve macht van de ondertekenaar vallen; en
d) zodanig gekoppeld is aan de gegevens waarop deze betrekking heeft dat latere wijziging van de gegevens traceerbaar wordt.
2. De digitale vrachtbrief kan ook worden gewaarmerkt met behulp van andere digitale methoden ter vaststelling van de authenticiteit die wettelijk zijn toegestaan in het land waarin zij zijn opgesteld.
3. De gegevens vervat in de digitale vrachtbrief zijn toegankelijk voor elke daartoe gerechtigde partij.
Artikel 4
Voorwaarden voor het opstellen van de digitale vrachtbrief
1. De digitale vrachtbrief bevat dezelfde gegevens als de vrachtbrief bedoeld in het Verdrag.
2. De procedure voor de afgifte van de digitale vrachtbrief moet de integriteit van de daarin vervatte gegevens waarborgen vanaf het tijdstip waarop zij voor de eerste maal in haar definitieve vorm werd gegenereerd.
De integriteit van gegevens staat vast indien zij volledig en ongewijzigd is gebleven, afgezien van eventuele toevoegingen of wijzigingen die geschieden bij de normale gang van zaken bij de communicatie, opslag en weergave.
3. De in de digitale vrachtbrief vervatte gegevens kunnen worden aangevuld of gewijzigd in door het Verdrag toegestane gevallen. De procedure gebruikt voor het aanvullen of wijzigen van de digitale vrachtbrief moet het mogelijk maken deze aanvullingen of wijzigingen traceerbaar te maken en de oorspronkelijke gegevens te bewaren.
Artikel 5
Implementatie van de digitale vrachtbrief
1. De Partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van een vervoersovereenkomst bereiken overeenstemming over de procedures en de implementatie ervan teneinde te voldoen aan de vereisten van dit Protocol en het Verdrag, in het bijzonder wat betreft:
a) de methode voor de opstelling en aflevering van de digitale vrachtbrief aan de belanghebbende partij;
b) een waarborg dat de integriteit van een digitale vrachtbrief intact is gebleven;
c) de wijze waarop de partij die aanspraak maakt op de rechten die voortvloeien uit een digitale vrachtbrief die aanspraak kan aantonen;
d) de wijze waarop bevestigd wordt dat een digitale vrachtbrief is afgeleverd aan de geadresseerde;
e) de procedures voor aanvulling of wijziging van de digitale vrachtbrief; en
f) de procedures voor eventuele vervanging van een digitale vrachtbrief door een op andere wijze afgegeven vrachtbrief.
2. De procedures van het eerste lid worden vermeld in de digitale vrachtbrief en zijn eenvoudig vast te stellen.
Artikel 6
Aanvullende documenten bij de digitale vrachtbrief
1. De vervoerder overhandigt de afzender op diens verzoek een ontvangstbewijs voor de goederen en alle benodigde gegevens voor het identificeren van de zending en voor toegang tot de digitale vrachtbrief waarnaar dit Protocol verwijst.
2. De afzender kan de in artikel 6, tweede lid, onderdeel g, en in artikel 11 van het Verdrag bedoelde documenten aan de vervoerder in digitale vorm doen toekomen indien de documenten in deze vorm bestaan en de partijen procedures zijn overeengekomen waarmee een koppeling tussen deze documenten en de digitale vrachtbrief, waarnaar dit Protocol verwijst, kan worden bewerkstelligd op een wijze die de integriteit ervan waarborgt.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 7
Handtekening, bekrachtiging, toetreding
1. Dit Protocol staat open voor ondertekening door Staten die het Verdrag hebben ondertekend of er Partij bij zijn en ofwel lid zijn van de Economische Commissie voor Europa of vanwege hun consultatieve status zijn toegelaten tot de Commissie uit hoofde van lid 8 van het mandaat van de Commissie.
2. Dit Protocol staat open voor ondertekening te Genève van 27 tot en met 30 mei 2008 en na deze datum tot en met 30 juni 2009 op het Hoofdkwartier van de Verenigde Naties te New York.
3. Dit Protocol dient te worden bekrachtigd door ondertekenende Staten en staat open voor toetreding door de niet-ondertekenende Staten bedoeld in het eerste lid van dit artikel die Partij zijn bij het Verdrag.
4. Staten die overeenkomstig lid 11 van het mandaat van de Commissie mogen deelnemen aan bepaalde activiteiten van de Economische Commissie voor Europa en die zijn toegetreden tot het Verdrag kunnen Partij worden bij dit Protocol door toetreding na de inwerkingtreding ervan.
5. Bekrachtiging of toetreding geschiedt door nederlegging van een akte bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
6. Elke akte van bekrachtiging of toetreding die is nedergelegd na de inwerkingtreding van een wijziging van dit Protocol, die is aangenomen in overeenstemming met de bepalingen van artikel 13, wordt geacht van toepassing te zijn op het Protocol zoals gewijzigd bij de wijziging.
Artikel 8
Inwerkingtreding
1. Dit Protocol treedt in werking negentig dagen na de datum waarop vijf van de Staten bedoeld in artikel 7, derde lid, van dit Protocol hun akten van bekrachtiging of toetreding hebben nedergelegd.
2. Voor elke Staat die het Protocol bekrachtigt of ertoe toetreedt nadat vijf Staten hun akten van bekrachtiging of toetreding hebben nedergelegd, treedt het in werking negentig dagen na de datum waarop deze Staat zijn akte van bekrachtiging of toetreding heeft nedergelegd.
Artikel 9
Opzegging
1. Elke Partij kan dit Protocol opzeggen door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties daarvan in kennis te stellen.
2. De opzegging wordt van kracht twaalf maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving van opzegging door de Secretaris- Generaal.
3. Elke Staat die ophoudt Partij te zijn bij het Verdrag houdt op dezelfde datum op Partij te zijn bij dit Protocol.
Artikel 10
Beëindiging
Indien het aantal Partijen na de inwerkingtreding van dit Protocol door opzeggingen afneemt tot minder dan vijf, houdt dit Protocol op van kracht te zijn vanaf de datum waarop de laatste van deze opzeggingen van kracht wordt. Het houdt eveneens op van kracht te zijn vanaf de datum waarop het Verdrag ophoudt van kracht te zijn.
Artikel 11
Geschillen
Geschillen tussen twee of meer Partijen met betrekking tot de uitlegging of toepassing van dit Protocol die de Partijen niet door middel van overleg of met andere middelen kunnen beslechten, kunnen op verzoek van een van de betrokken Partijen ter beslechting worden voorgelegd aan het Internationale Hof van Justitie.
Artikel 12
Voorbehouden
1. Elke Staat kan bij de ondertekening of bekrachtiging van of toetreding tot dit Protocol door middel van een kennisgeving gericht aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties verklaren zich niet gebonden te achten door artikel 11 van dit Protocol. Andere Partijen zijn jegens Partijen die een dergelijk voorbehoud hebben gemaakt niet gebonden door artikel 11 van dit Protocol.
2. De verklaring bedoeld in het eerste lid van dit artikel kan te allen tijde door middel van een kennisgeving gericht aan de Secretaris- Generaal van de Verenigde Naties worden ingetrokken.
3. Ten aanzien van dit Protocol kunnen geen andere voorbehouden worden gemaakt.
Artikel 13
Wijzigingen
1. Zodra dit Protocol van kracht is, kan het overeenkomstig de in dit artikel omschreven procedure worden gewijzigd.
2. Elke door een Partij bij dit Protocol voorgestelde wijziging van dit Protocol dient ter bestudering en besluitvorming te worden ingediend bij de Subcommissie voor het wegvervoer van de Economische Commissie voor Europa (UNECE).
3. De Partijen bij dit Protocol stellen alles in het werk om consensus te bereiken. Indien ondanks deze inspanningen over de voorgestelde wijziging geen consensus wordt bereikt, wordt deze in laatste instantie aangenomen met een tweederdemeerderheid van de Partijen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen. Het Secretariaat van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties doet een voorgestelde wijziging die bij consensus of met een tweederde meerderheid van de Partijen is aangenomen toekomen aan de Secretaris-Generaal die deze ter aanvaarding toezendt aan alle Partijen bij dit Protocol alsmede aan de ondertekenende Staten.
4. Binnen een tijdvak van negen maanden na de datum waarop de voorgestelde wijziging door de Secretaris- Generaal is verzonden, kan elke Partij de Secretaris-Generaal ervan in kennis stellen dat zij bezwaar maakt tegen de voorgestelde wijziging.
5. De voorgestelde wijziging wordt geacht te zijn aanvaard indien aan het eind van het tijdvak van negen maanden voorzien in het voorgaande lid, geen kennisgevingen van bezwaar zijn ontvangen van een Partij bij dit Protocol. Indien een bezwaar is ontvangen, heeft de voorgestelde wijziging geen gevolgen.
6. Indien een land tussen het tijdstip van kennisgeving van een voorstel tot wijziging en het eind van het tijdvak van negen maanden voorzien in het vierde lid van dit artikel, Partij wordt bij dit Protocol, stelt het secretariaat van de Subcommissie voor het wegvervoer van de Economische Commissie van Europa de nieuwe Staat
die Partij is geworden zo spoedig mogelijk in kennis van de voorgestelde wijziging. De nieuwe Partij kan de Secretaris-Generaal voor het eind van dit tijdvak van negen maanden ervan in kennis stellen bezwaar te maken tegen de voorgestelde wijziging.
7. De Secretaris-Generaal stelt alle Partijen zo spoedig mogelijk in kennis van bezwaren gerezen in overeenstemming met het vierde en zesde lid van dit artikel alsmede van elke wijziging die in overeenstemming met het vijfde lid van dit artikel is aanvaard.
8. Elke wijziging die wordt geacht te zijn aanvaard treedt zes maanden na de datum van de kennisgeving van aanvaarding door de Secretaris- Generaal aan de Partijen in werking.
Artikel 14
Bijeenroepen van een diplomatieke conferentie
1. Zodra dit Protocol van kracht is, kan elke Partij door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties verzoeken om bijeenroeping van een conferentie teneinde dit Protocol te herzien. De Secretaris-Generaal stelt alle Partijen in kennis van dit verzoek en roept een conferentie tot herziening bijeen, mits binnen een tijdvak van vier maanden na de datum van de kennisgeving van de Secretaris-Generaal ten minste een vierde van de Partijen bij dit Protocol hem ervan in kennis stelt met het verzoek in te stemmen.
2. Indien in overeenstemming met het vorige lid een conferentie bijeen wordt geroepen, stelt de Secretaris- Generaal alle Partijen daarvan in kennis en nodigt hen uit binnen een tijdvak van drie maanden voorstellen in te dienen die zij de conferentie ter bestudering wensen voor te leggen. De Secretaris-Generaal doet alle Partijen ten minste drie maan den voor de datum waarop de conferentie moet plaatsvinden, de voorlopige agenda voor de conferentie toekomen tezamen met de teksten van deze voorstellen.
3. De Secretaris-Generaal nodigt alle Staten bedoeld in artikel 7, eerste, derde en vierde lid, van dit Protocol uit voor elke conferentie die bijeengeroepen wordt.
Artikel 15
Kennisgevingen aan Staten
Naast de kennisgevingen voorzien in de artikelen 13 en 14 stelt de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties de Staten bedoeld in artikel 7, eerste lid, van dit Protocol en de Staten die in overeenstemming met artikel 7, derde en vierde lid, Partij zijn geworden bij dit Protocol in kennis van:
a) bekrachtigingen en toetredingen uit hoofde van artikel 7;
b) de data van inwerkingtreding van dit Protocol in overeenstemming met artikel 8;
c) opzeggingen uit hoofde van artikel 9;
d) de beëindiging van dit Protocol in overeenstemming met artikel 10;
e) verklaringen en kennisgevingen ontvangen in overeenstemming met artikel 12, eerste en tweede lid.
Artikel 16
Depositaris
Het oorspronkelijke exemplaar van dit Protocol wordt nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die eensluidende gewaarmerkte afschriften ervan doet toekomen aan alle Staten bedoeld in artikel 7, eerste, derde en vierde lid, van dit Protocol.
GEDAAN te Genève op 20 februari 2008, in één exemplaar in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.
Mission statement Stichting vervoeradres
De Stichting vervoeradres faciliteert de logistieke keten met tweezijdige, breed geaccepteerde algemene voorwaarden (zoals de AVC). Centraal hierbij staan evenwichtige risicoverdeling, brancheacceptatie en duidelijkheid over de rechtspositie van zowel afzender (verlader), logistieke dienstverlener als geadresseerde. De Stichting onderhoudt internationale contacten, gericht op het verbeteren van de rechtspositie van de partijen in de logistieke keten (zoals geformuleerd in het CMR-verdrag).
U kunt van Stichting vervoeradres verwachten dat:
• … wij duidelijkheid verschaffen over het gebruik van de logistieke algemene voorwaarden;
• … wij direct uw vragen over vervoerrecht beantwoorden.
In samenwerking met Beurtvaartadres
De mission statement van de Stichting vervoeradres sluit aan bij die van de onderneming Beurtvaartadres. Beurtvaartadres faciliteert de logistieke keten bij het onderling uitwisselen en bewaren van gegevens over logistieke transacties, om de totale transactiekosten te verlagen. Hiertoe stelt zij kennis, gebruikersvriendelijke portals en producten beschikbaar. Beurtvaartadres streeft nadrukkelijk naar duurzame en maatschappelijk verantwoorde dienstverlening en wil het bewustzijn met haar MVO-beleid overbrengen aan medewerkers, afnemers en leveranciers. Beurtvaartadres is onafhankelijk en handelt namens de ondernemersorganisaties EVO, Goederenvervoer Nederland, Nederlandsch Binnenvaartbureau en Transport en Logistiek Nederland.
De Stichting vervoeradres geeft diverse publicaties uit. In onderstaand overzicht treft u alle publicaties aan die momenteel verkrijgbaar zijn. Deze publicaties te downloaden via xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxx, maar ook als gedrukt exemplaar te bestellen.
• De Vrachtbrief
• Waar tekent u voor?
• Transport van afval
• Verzekeringen in Transport & Logistiek
• Uitvoer van goederen buiten de Europese Unie
• Transport onder schorsing van accijns
• Toelichting op de AVC (283 pagina’s, geschreven door Prof. Mr. M.H. Claringbould
Gratis e-magazine Weg en Wagen
Vier keer per jaar verschijnt het gratis e-magazine Weg en Wagen over vervoerrecht, douanerecht en transport van afval. Om abonnee te worden gaat u naar xxx.xxx.xx/xxx-xx-xxxxx
Item number: 6051
05-2016
EAN: 8715585056503
X.X. Xxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxxx, Xxx Xxxxxxxxxxx
E xxx@xxxxxxxxxxxxxxx.xx I xxx.xxx.xx T x00 (0)00 00 00 000 F x00 (0)00 00 00 000