ELK INITIATIEF START MET EEN INHOUDELIJKE OPGAVE – DE AMBITIES VOOR DE OPENBARE RUIMTE BEPALEN HOE WE DIE OPGAVE INKLEUREN
DEEL 1 AMBITIES VOOR DE OPENBARE RUIMTE
ELK INITIATIEF START MET EEN INHOUDELIJKE OPGAVE – DE AMBITIES VOOR DE OPENBARE RUIMTE BEPALEN HOE WE DIE OPGAVE INKLEUREN
In de openbare ruimte komen een groot aantal functies en voorzieningen samen. Vanuit wetgeving en landelijk gehanteerde normen zijn er tal van voorwaarden waar aan moet worden voldaan bij de (her)inrichting van de openbare ruimte. Net zo belangrijk is dat we als gemeente een groot aantal waarden belangrijk vinden om te behouden, te versterken of een plek te geven. We hebben dit gebundeld in tien thema’s. Bij elk initiatief waarbij we openbare ruimte (her)inrichten vragen we daarom voldoende aandacht voor de thema’s die we met elkaar in Amersfoort belangrijk vinden.
Per thema geven we aan wat de gemeentelijke ambities en doelen zijn en ook op welke manier daar in het planproces mee moet worden omgegaan. Waar mogelijk reiken we handvatten aan voor toe te passen instrumenten en of informatiebronnen die kunnen worden geraadpleegd.
Bij sommige thema’s horen ook voorwaarden waaraan moet worden voldaan of specifieke processtappen die moeten worden gezet om het betreffende thema in het planproces goed te borgen. De thema’s die we onderscheiden zijn:
Duurzaam Amersfoort Beheerbewust Amersfoort Klimaatbestendig Amersfoort Groener Amersfoort Toegankelijk Amersfoort
Ondergronds Amersfoort Mobiel Amersfoort Cultuurhistorisch Amersfoort Bewegend en ontmoetend
Amersfoort
Digitaal Amersfoort
HOE WERK JE MET DE THEMA’S?
Elk initiatief is een inhoudelijke opgave die plaats (kan) krijgen op een specifieke locatie in de stad. Dat kan een woningbouwopgave zijn waarbij openbare ruimte wordt aangelegd, een infrastructureel werk, of aanpassing van de bestaande openbare ruimte als gevolg van functiewijziging, herinrichting of vervanging. Bij elk van deze initiatieven bepalen de initiatiefnemer en de gemeente in samenspraak met belanghebbenden (bewoners, ondernemers en bezoekers) welk van de tien thema’s relevant zijn voor de opgave. Daarbij kan aan een (of enkele) thema(’s) extra belang worden gegeven, omdat de opgave, locatie of belanghebbenden hiertoe aanleiding geven. Extra belang betekent dat het betreffende thema (of thema’s) prioriteit heeft (of hebben) in de uitwerking van het initiatief. Het extra belang betekent dus extra aandacht. Extra belang hoeft zich niet automatisch te vertalen in extra kwaliteit en extra kosten.
Relevant Extra belang
Niet relevant
LET OP:
De inhoudelijke opgave (of programma) van het initiatief dat we willen realiseren samen met de ambities voor de openbare ruimte. Wij realiseren ons daarbij dat de beschikbare ruimte en middelen, het inhoudelijke programma, de som van ambities en de specifieke voorwaarden voor ontwerp, materialisatie en uitvoering op gespannen voet met elkaar kunnen staan. Deze vragen er om dat in het planproces keuzes worden gemaakt tot wat mogelijk is. Naast creativiteit in het ontwerpproces om tot een optimale oplossing te komen hoort daarbij ook onderhandeling over wat wel en niet haalbaar is. In het planproces en de beslisdocumenten moet altijd inzichtelijk worden gemaakt welke keuzes er zijn gemaakt en welke belangentegenstellingen er nog zijn om tot een oplossing te komen en ook waarom.
DUURZAAM AMERSFOORT
AMBITIE DUURZAAMHEID
De ambities van Amersfoort op het gebied van duurzaamheid zijn groot.
We hechten aan een leefbare, groene en schone stad, waarin we veilig en gezond kunnen leven en die voorbereid is op veranderingen van het klimaat. Daarvoor werken we samen met bewoners, bedrijfsleven, organisaties en instellingen aan klimaatadaptatie, de transitie naar een circulaire economie en overgang naar een volledig duurzame energievoorziening en duurzame mobiliteit.
Deze ambities krijgen deels vorm in de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. In bredere context bezien, moet voor de uitvoering van deze ambities worden gewerkt aan samenhangende oplossingen op particulier en openbaar terrein.
Voor elk initiatief tot (her)inrichting van de openbare ruimte komen de initiatiefnemer en de gemeente overeen in welke mate het project zal bijdragen aan het bereiken van onze duurzaamheidsdoelen.
Als ondertekenaar van de Green Deal Duurzaam GWW 2.0:
Zetten wij in op de vier transitielijnen.
Gebruiken we het ambitieweb om integraal voor de twaalf thema’s die samen voor ons het begrip duurzaamheid definiëren de ambitie te bepalen.
Volgen we daarbij de principes en zes stappen van de Aanpak duurzaam GWW voor elke fase in het planproces.
Maken we gebruik van de tools van de Aanpak duurzaam GWW en in het bijzonder het ambitieweb (zie handvatten).
Transitielijnen:
Van kosten naar waarde: We denken verder dan alleen de investeringskosten en kijken vooral wat de totale (meer)waarde is.
Van reactief naar proactief: We wachten niet af of het duurzamer kan, maar nemen zelf stappen om tot verduurzaming te komen. Door vooruit te kijken naar de opgaven die op de stad afkomen, kunnen we duurzaamheid ook beter meenemen, dan het alleen ad hoc op projectbasis te organiseren.
Van uniek naar uniform: We maken gebruik van de aanpak en instrumenten conform de Aanpak Duurzaam GWW.
Van alleen naar samen: Door samen te werken in de branche, in de keten etc. kunnen we meer bereiken, dan wanneer ieder voor zich de bakens probeert te verzetten. Doen en leren met elkaar staat centraal.
Ambitieweb
In het ambitieweb onderscheiden we drie ambitieniveaus ten aanzien van duurzaamheid:
1. Basis: dit doen we standaard in Amersfoort.
2. Basis Plus: in ontwerp en uitvoering kijken we naar mogelijke maatregelen die (relatief eenvoudig) een meerwaarde hebben op wat we al standaard doen.
3. Maximaal: in ontwerp en uitvoering leggen we de lat zo hoog mogelijk door te doen wat nu maximaal mogelijk is of verleggen we de lat.
Bovenstaande ambitieniveaus gelden in principe voor alle twaalf duurzaamheidsthema’s, maar dienen per project geoptimaliseerd te worden. Zo kan een project op onderdelen een hoger/lager ambitieniveau hebben. Deze afweging dient gemaakt en onderbouwd te worden met behulp van het ambitieweb. Na vaststelling van de ambities in het ambitieweb dient het voor het project gestelde ambitieniveau te worden gehaald.
Naast onze ambities zijn er voor onderdelen ook voorwaarden die voor alle initiatieven van toepassing zijn. Deze voorwaarden hebben betrekking op inrichtingsprincipes, materialen, de aanbesteding, het realisatieproces, het beheerproces en ook de uiteindelijke sloop of verwijdering van objecten en elementen in de openbare ruimte.
DUURZAAMHEID IN HET PLANPROCES
Om de ambities die we met elkaar stellen te realiseren, vraagt dit in het planproces voor de inrichting van de openbare ruimte dat in elke fase voor duurzaamheid keuzes worden gecreëerd en keuzes worden gemaakt. Daarvoor worden in elke fase de 6 stappen van de Aanpak Duurzaam GWW doorlopen.
De intensiteit en diepgang waarmee het proces van keuzes creëren (divergeren) en keuzes maken (convergeren) wordt uitgevoerd is afhankelijk van de inhoud, omvang en complexiteit van het initiatief. De volgende indeling is daarvoor een richtsnoer. De afspraken die we er met elkaar over maken bij een initiatief zijn echter bepalend.
Kleine / eenvoudige projecten: in ieder geval inzetten op een duurzame basis (niveau 1 en 2).
Grotere / complexere projecten: inzetten op een hogere duurzaamheidsambitie (niveau 2 en 3).
Ambitie- / pilotprojecten: inzetten op een maximale ambitie (niveau 3).
De ambities kunnen worden behaald door maatregelen/acties ten aanzien van het ontwerp/plan, de uitvoering, het beheer/gebruik en/of het hele proces. Bepalend hierbij is een bewuste plan- en inkoopstrategie richting de realisatie hiervan: zelf bepalen en voorschrijven, of juist de markt uitdagen ten aanzien van het behalen van de duurzaamheidsambities?
EIS
Bij alle (bestuurlijke) beslisdocumenten voor ruimtelijke initiatieven is het verplicht om in de duurzaamheidsparagraaf aan te geven en middels besluit te laten vaststellen.
Wat voor type project het betreft (eenvoudig, complexer, ambitie) en waarom.
Op welke ambitieniveaus wordt ingezet (inclusief ingevuld ambitieweb) en waarom sommige thema’s meer mogelijk of minder dan de standaard worden uitgewerkt
Waarmee, wanneer, door wie en op welke wijze deze ambitieniveaus worden gerealiseerd1. Hierbij dient ook de inkoop- en contracteringsstrategie te worden benoemd in relatie tot het behalen van de onderscheiden duurzaamheidsambities.
De resultaten van het realiseren van de duurzaamheidsambities te benoemen.
HANDVATTEN VOOR DUURZAAMHEID
Basis tools/instrumenten van de Aanpak Duurzaam GWW:
Omgevingswijzer: Welke kansen zijn er?
Ambitieweb: Hoe hoog leggen we de lat?
DuboCalc: Inzet duurzame materialen
CO2-Prestatieladder: CO2 en Energiezuinige aannemer
Voor meer informatie over bovenstaande instrumenten zie de Handreiking duurzaam GWW gemeenten (CROW): xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xx- content/uploads/2018/07/Handreiking-Aanpak-DGWW-voor-gemeenten.pdf
Andere nuttige bronnen over de Aanpak en de bijbehorende instrumenten zijn:
Green Deal Duurzaam GWW 2.0: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xx000-xxxxxxxx-xxx-0-0/
Duurzaam GWW: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/
Dubocalc:xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/
1 In de initiatieffase kan dit globaler dan in latere fases.
CO2-prestatieladder (SKAO): xxxxx://xxx.xxxx.xx/
DuboMat: xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/
xxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxxxxxxx.xx/xxxx/xxxxxxxxxxx/Xxxxxxxx/Xxxxxxxxxx/000000/000000_0.xxxx
…
Geluidsplan ter beperking van omgevingslawaai
Vanuit het Geluidsplan ter beperking van omgevingslawaai willen we bij:
Knelpuntlocaties dat er bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening wordt gehouden met de geluidsbelasting en worden geluidsreducerende maatregelen getroffen, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is om bijvoorbeeld stedenbouwkundige of financiële redenen. We treffen ook maatregelen als hiervoor geen strikt wettelijke verplichting bestaat.
Aandachtslocaties dat er bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening wordt gehouden met de geluidsbelasting en worden geluidsreducerende maatregelen overwogen, ook als hiervoor geen strikt wettelijke verplichting bestaat.
De Geluidsnota Amersfoort Wet geluidhinder: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxx-xx-xxxxxxxxx/xx/xxxx-xx-xxxxxxxxxxxxxx.xxx, onderaan onder Geluid. De beslisboom toepassing geluidsreducerend asfalt vind je in bijlage 3.
Geluidsplan ter beperking van omgevingslawaai
BEHEERBEWUST AMERSFOORT
AMBITIE BEHEERBEWUST
Als gemeente streven we naar een openbare ruimte die toekomstbestendig is voor gebruik en ook het beheer. De openbare ruimte wordt aangelegd voor lange tijd waarin we deze beheren en onderhoud uitvoeren. Keuzes bij ontwerp, inrichting en aanleg zijn van invloed op de toekomstige beheerbaarheid en de bijbehorende beheerkosten en moeten weloverwogen worden gemaakt. In hoofdlijn gaat het dan om:
Eigendomsituaties – publiek - privaat;
Voor afspraken over nieuwe eigendomssituaties is een schema met toelichting gemaakt waarin is vastgelegd wanneer we als gemeente wel of niet eigenaar willen zijn van openbaar toegankelijke ruimte. Zie bijlage 1.
Bereikbaarheid voor uitvoeren van beheertaken en onderhoud;
Randvoorwaarden voor de bereikbaarheid zijn opgenomen in deel 3 de techniek van Amersfoort
Efficiënt te beheren, zodat de beheerkosten niet onnodig worden verhoogd;
Effectief te beheren, zodat de technische levensduur kan worden bereikt;
Toepassing van materialen die geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
We hechten er belang aan dat we bij initiatieven vanaf het begin scherp hebben wat de ambities zijn met betrekking tot de kwaliteit en inrichting van de openbare ruimte. Wordt het een eenvoudige inrichting zonder bijzonderheden of wordt het een luxe inrichting met veel maatwerkoplossingen en/of exclusieve materialen. Alles is te beheren, alleen verschillen de prijskaartjes.
EIS
Vroeg in het proces moet de keuze worden gemaakt met welk ambitieniveau we de openbare ruimte inrichten. Bij de uitwerking van dit ambitieniveau in de planproducten moet duidelijk zijn wat deze kwaliteit en inrichting vraagt aan beheerinspanning en -middelen om de openbare ruimte daarna in stand te houden gedurende de levenscyclus.
In het planproces willen we op de geëigende momenten daarom de consequenties voor het beheer betrekken bij de besluitvorming, zodat de consequenties tijdig kunnen worden ingebed in de gemeentelijke bedrijfsvoering.
BEHEERBEWUST IN HET PLANPROCES
HANDVATTEN VOOR BEHEERBEWUST AMERSFOORT
Ter ondersteuning van het beheerbewust inrichten van de openbare ruimte zijn naast het schema publiek/privaat in bijlage 2 de volgende handvatten van belang:
Nota Kwaliteit Openbare Ruimte Deel B en Materialenboek
Kwaliteitsgids Openbare ruimte Binnenstad en Lichtplan binnenstad (komen beschikbaar in 2019).
KLIMAATBESTENDIG AMERSFOORT
AMBITIE KLIMAATBESTENDIG
Het klimaat is in beweging en vertoont meer uitschieters. Hevige regenbuien met een grotere intensiteit wisselen af met periode van droogte en hitte. Ook verandert de biodiversiteit in de stad. Hierdoor zijn wateroverlast, vernatting, verdroging en hittegevoeligheid actuele thema’s waar we als samenleving en als stad op moeten reageren om de stad gezond en veilig te houden.
In essentie vragen deze opgaven van ons dat we de stad zo inrichten, dat we optimaal gebruik maken van het bodem-, water- en groensysteem, zodat het als een spons kan fungeren. Wat we daarmee bedoelen is dat het bodem-, water- en groensysteem in onze stad het water en warmte kan opvangen en bergen als het nodig is en kan vrijgeven als daarvoor ruimte is. Om dat mogelijk te maken willen we dat wegen, gebouwen en groen de verbinding vormen naar dat natuurlijke systeem. De gebouwde stad Amersfoort mag het benutten van het natuurlijk systeem dus niet in de weg staan. Elk project is hierin een bouwsteen.
“We verwachten van de initiatiefnemer en uitvoerder van ruimtelijke en infrastructurele plannen, dat zij meewerken aan oplossingen voor de opgaven van klimaatadaptatie.”
Het bodem-, water en groensysteem luistert niet naar eigendomsgrenzen, maar beweegt zich daar doorheen. Daarmee is het klimaatbestendig maken van de stad een opgave waarin de ruimte moet worden gezocht om over de grenzen van de openbare ruimte en de particuliere ruimte in samenhang aan de oplossingen voor de opgaven in de klimaatadaptatie te werken.
EIS
Bij (her)inrichtingsprojecten in de bestaande stad is er in de samenhang van verschillende functies die er al een plek hebben minder ruimte voor een optimalisatie dan in gebiedsontwikkelingsprojecten. In het ambitieweb kiezen we voor projecten in de bestaande stad voor Klimaat en Water en Biodiversiteit tenminste voor een inzet op Basis Plus en voor nieuwbouwgebieden voor Maximaal.
KLIMAATBESTENDIG IN HET PLANPROCES
De problemen en kansen voor klimaatadaptatie gaan snel over structurele zaken in een plangebied, zoals hoogteligging. Dat zijn zaken die voor lange tijd vastliggen en bovenplans effect hebben. We willen de gebouwde stad beter verbinden met het natuurlijk systeem dat daar onder ligt. In het planproces maken initiatiefnemer en gemeente hierin bewuste keuzes: investeren in de lange termijn structuur, of zó inrichten dat die nieuwe inrichting komende jaren makkelijk kan meebewegen?
De eerste stap voor het klimaatbestendig maken van de stad in een project is inzicht verwerven in de problematiek in het gebied waar het project zich bevindt. Welke thema’s (wateroverlast, vernatting, verdroging, overstroming en/of hittegevoeligheid) zijn relevant in het plangebied. Vervolgens willen we voor de relevante thema’s in elke fase keuzes creëren en keuzes maken. Daarbij sluiten we aan op de aanpak van duurzaam GWW en worden de gemaakte keuzes ook meegenomen in de duurzaamheidsparagraaf bij de besluiten.
Toepassing van elk van de punten in de Amersfoortse “Richtlijn Klimaatbestendige bouw” wordt door de initiatiefnemer in overleg met de gemeente Amersfoort afgewogen en onderbouwd in het startbesluit of investeringsbesluit. Hierin wordt ook vastgelegd in welke mate particulier terrein en openbaar terrein gezamenlijk worden betrokken in de ambitie voor klimaatbestendigheid.
HANDVATTEN VOOR KLIMAATBESTENDIG ONTWIKKELEN
Voor de vraagstukken wateroverlast, vernatting, verdroging, hittestress en overstroming hebben we een “Richtlijn Klimaatbestendige bouw” gemaakt. Daarin doen we richtinggevende uitspraken, waarmee we het gesprek willen aangaan bij inrichtingsprojecten over het realiseren van een klimaatbestendige stad.
Voor klimaatbestendige planontwikkeling zijn instrumenten beschikbaar die kunnen worden gebruikt om te bepalen welke thema’s relevant zijn voor een plangebied:
Effecten van klimaatverandering die een rol spelen in Amersfoort: Klimaateffectatlas Vallei en Veluwe, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Kwetsbaarhedenkaart per wijk (komt per wijk beschikbaar vanaf 2019)
Regenwater- en afkoppelkansenkaart
Groenkaart (komt beschikbaar in 2019)
Plek bieden voor heftige buien: “Het klimaat past ook in uw straatje”, uitgave Hogeschool van Amsterdam, 2017, ISBN 978-94-92644-00-8
Rekening houden met hitteperioden: Mindmap hitte, uitgave van de Hogeschool Amsterdam, 2018
GROENER AMERSFOORT
AMBITIE GROENER
De kern van de Amersfoortse Groenvisie is dat we samen de stad groener willen maken. Vanuit de Toekomstagenda Milieu komt daarbij dat we de biodiversiteit in de stad willen vergroten en de groenverbindingen willen versterken.
Om aan te duiden met welke waarden we de stad groener willen maken en ook ontwikkelen is de Groenkaart (in ontwikkeling). De Groenkaart is een verbeelding van al het Amersfoorts Groenbeleid. De Groenkaart maakt voor stads- en wijkgroen duidelijk waar we welke waarden nastreven. Voor de afzonderlijke groengebieden worden groenpaspoorten gemaakt waarin de ambities per gebied staan. Voor inrichting van (delen van) het stads- en/of wijkgroen zijn deze groenpaspoorten dan ook een belangrijk houvast waaraan wij toetsen of we onze groene ambitie kunnen realiseren. De Nota KOR geeft per wijk handvatten voor de inrichting van het buurtgroen.
Naar aanleiding van de Groenvisie is de bomenleidraad vastgesteld. De bomenleidraad beschrijft wat we willen bereiken ten aanzien van de bomen in Amersfoort, stad en buitengebied, en wat dit betekent voor hoe wij met bomen omgaan in de dagelijkse praktijk. Het is daarmee belangrijk beleid dat moet worden gebruikt bij de inrichting van de openbare ruimte. In de bomenleidraad hebben we zes waarden die we belangrijk vinden uitgewerkt:
Boom/toekomstwaarde: de juiste boom op de juiste plek zodat de boom groot en waardevol is/wordt, bij groen is dit toekomstwaarde Waarde voor klimaat, milieu en klimaatbestendigheid: al het groen heeft invloed op water, temperatuur en luchtkwaliteit.
Waarde voor ruimtelijke structuur en landschap: bomen en groen bepalen voor een belangrijk deel de structuur in de stad en het landschap Waarde voor biodiversiteit: groen en bomen dragen bij aan een gezonde bodem, voedsel/bloemen, biodiversiteit en educatie.
Cultuur-historische waarde: groen en kunst vormen vaak één geheel, maar ook als eenheid met monumenten en beschermd stadsgezichten.
Gebruiks- en belevingswaarde; in een groene omgeving kan je bewegen en spelen, ontmoeten en ontspannen. Daarnaast prikkelt het onze zintuigen met geluid, kleur en geur. Xxxxx draagt bij aan sociale veiligheid en productiviteit. Maar ook aan gezondheid en welbevinden en aan sociale cohesie
Een derde uitwerking van de Groenvisie is het groencompensatiebeleid. Dit is aan de orde als het bij een ontwikkeling niet mogelijk is om de ambities met de ontwikkeling vorm te geven. Het beleid daarvoor is in voorbereiding. Het is onze nadrukkelijke wens om groencompensatie toe te passen bij ontwikkelingen en (her)inrichting van de openbare ruimte.
GROENER IN HET PLANPROCES
EIS
Het belang van groen en biodiversiteit is groot bij de inrichting van de openbare ruimte. Zo moet er bij initiatieven op locaties waar bomen staan altijd onderzocht worden van het effect is van het initiatief voor de bomen, hoe we daar mee kunnen omgaan (het BER/BEA-onderzoek) en hoe een ontwikkeling de biodiversiteit kan versterken. Daarnaast moet bij de voorbereiding van een initiatief waar stad- of wijkgroen aanwezig is gebruik worden gemaakt van het groenpaspoort. Groenpaspoorten worden gemaakt door de gemeente door de afdeling Stad en Ontwikkeling (in samenspraak met de afdeling Woon en Werkklimaat en de afdeling Leefomgeving).
HANDVATTEN VOOR GROENER
EIS
De gemeente schrijft de volgende documenten voor die gebruikt moeten worden ten behoeve van bomen in de openbare ruimte:
Uitgebreide procesbeschrijving van de boom in het planproces zie de Bomenlijn
Amersfoorts model BER en BEA
Het Handboek Bomen van Norminstituut Bomen
Boommonitor online van Norminstituut Bomen
Standaarddetails Gemeente Amersfoort
De gemeente heeft de volgende documenten die richtinggevend zijn voor de inrichting van de groene openbare ruimte.
Groenvisie xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx
Bomenleidraad xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxx
Groenblauwe Structuur xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxx
Groenkaart (in voorbereiding) xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx
Nota Kwaliteit openbare ruimte deel B xxxxx://xxxxxxxxx.xx/00000000-Xxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxx-xxxx-x-xxx-xxx-xx-xx-xxx-xx-xxx-xx-xx-xxxx-xxxx- kwaliteit-openbare-ruimte-amersfoort.html
Bomenlijn
Daarnaast zijn in deel 3 van het Handboek technische voorwaarden opgenomen die van belang zijn bij ontwerp, uitwerking en uitvoering van de inrichting van de openbare ruimte.
Verder zijn er door tal van partijen ontwerpprincipes en/of –suggesties uitgewerkt die kunnen bijdragen aan de verrijking van het Amersfoortse groen. Deze kunnen worden toegepast als inspiratie voor het ontwerp en de uitvoering. Het is daarbij wel van belang om deze te positioneren in de Amersfoortse situatie.
TOEGANKELIJK AMERSFOORT
AMBITIE TOEGANKELIJKHEID
We streven naar een Amersfoort waarin iedereen gelijkwaardig kan meedoen in de maatschappij, ongeacht de beperkingen die een handicap of chronische ziekte met zich mee brengt. De openbare ruimte als fundament van de stad speelt hierin een belangrijke rol. Om dit te bereiken geven we samen met bedrijven, bewoners, ervaringsdeskundigen en partners in de stad uitvoering aan het VN – verdrag handicap/ chronische ziekte, geldend vanaf 14 juli 2016. Het streven is dat iedereen zich in Amersfoort in principe zelfstandig kan verplaatsen van en naar iedere bestemming.
Meedoen
Met meedoen bedoelen we dat mensen sociale contacten buitenshuis kunnen onderhouden, deel kunnen nemen aan georganiseerde activiteiten, en betaald of onbetaald werk kunnen doen.
Gelijkwaardig
Met gelijkwaardig bedoelen we; het op voet van gelijkwaardigheid meedoen aan de samenleving. Dat betekent dat mensen met een beperking zelfstandig en niet, of zo min mogelijk, afhankelijk mogen zijn van anderen bij het meedoen aan de maatschappij.
Handicap en/of chronische ziekte
Zowel fysieke, psychosociale en verstandelijke handicaps kunnen individuele beperkingen opleveren om gelijkwaardig te kunnen participeren. In Amersfoort gaat het om ongeveer 25.000 mensen met een langdurige handicap en 30.000 Amersfoorters ouder dan 65 jaar.
Wat staat in het VN-Verdrag?
Artikel 9: personen met een handicap moeten in staat zijn om zelfstandig te leven en volledig deel te nemen aan alle facetten van het leven.
Daarbij moet worden gezorgd voor passende maatregelen om personen met een handicap de toegang te garanderen tot de fysieke omgeving in zowel stedelijke als landelijke gebieden. Dat betekent maatregelen identificeren en het bestrijden van obstakel en barrières voor de toegankelijkheid van gebouwen, wegen, vervoer en andere voorzieningen in gebouwen en daarbuiten, met inbegrip van scholen, huisvesting, medische voorzieningen en werkplekken.
TOEGANKELIJKHEID IN HET PLANPROCES
De inrichting van de openbare ruimte toegankelijk maken voor iedereen vraagt erom dat in het planproces vanuit verschillende invalshoeken wordt gekeken naar het ontwerp en uitvoering van de inrichting. Als gemeente vinden we dat het in onze natuur moet zitten om bij de inrichting van de openbare ruimte steeds te denken vanuit toegankelijkheid voor iedereen. We vragen daarom om in het planproces bij ontwerp en inrichting van de openbare ruimte steeds te blijven nadenken over SLIMme oplossingen die bijdragen aan de toegankelijkheid van de stad. Met SLIM bedoelen wij:
S Samen met ervaringsdeskundigen L Lerend van de praktijk
I voor alle Invalshoeken en met ruimte voor Innovatie M met Meerwaarde en acceptabele Meerprijs
EIS
Om onze ambitie te bekrachtigen, stellen we voor grote initiatieven als eis dat elk (voorlopig) ontwerp voor inrichting van de openbare ruimte wordt beoordeeld / gekeurd op toegankelijkheid door een onafhankelijk (door de gemeente erkend) toegankelijkheidexpert. De beoordeling moet worden uitgevoerd op basis van de meest recente ITstandaard (Integrale Toegankelijkheid Standaard). De uitkomsten van deze toets en hoe met deze uitkomsten is omgegaan wordt betrokken in de besluitvorming over het ontwerp (uitvoeringsbesluit).
Voor wijzigingen die tijdens de uitvoering van grote initiatieven worden doorgevoerd en bij het plaatsen van nieuwe objecten en elementen in de openbare ruimte stellen we eveneens als eis dat wordt getoetst hoe dit de toegankelijkheid voor mensen met een beperking en/of chronische ziekte beïnvloedt.
HANDVATTEN VOOR INCLUSIEF ONTWERPEN
Ter ondersteuning van inclusief ontwerpen zijn er in Nederland vele verschillende Handboeken die inspiratie en handvatten kunnen bieden. We stellen de toepassing van deze Handboeken niet verplicht. Deze Handboeken kunnen wel helpen om de openbare ruimte en ook de aansluiting naar private terreinen en gebouwen zo goed mogelijk toegankelijk te maken.
In deel 3 De techniek van Amersfoort zijn randvoorwaarden opgenomen die algemeen voor Amersfoort van toepassing zijn.
ONDERGRONDS AMERSFOORT (IN VOORBEREIDING)
AMBITIE ONDERGRONDS
De ondergrond van Amersfoort dient meerdere doelen. Het is een archeologische schatkamer. Het bevat een groot netwerk aan kabels en leidingen. Het is de bodem waarop de natuur en wij met elkaar leven. Het is de fundatie voor alles wat we bouwen. Elk doel stelt voorwaarden aan de ondergrond. Maar belangrijker nog: elk doel vraagt ook ruimte in de ondergrond. Nieuwe opgaven zoals klimaatbestendig en aardgasloos vragen ook om ruimte in de ondergrond. De ondergrond maakt deel uit van de openbare ruimte. Dat stelt ons voor de opgave om ondergrond en bovengrond in samenhang met elkaar te beschouwen bij het inrichten van de openbare ruimte.
…
ONDERGRONDS IN HET PLANPROCES
…
HANDVATTEN VOOR DE ONDERGROND
….
MOBIEL AMERSFOORT
AMBITIE MOBILITEIT
De openbare ruimte is waar we ons verplaatsen: lopend, op de fiets, in de auto , per bus en op nog steeds meer andere manieren. Ofwel “mobiliteit”. Hoe bieden we de inwoners en bezoekers van onze stad de mogelijkheid om zich via alle soorten vervoerwijzen op een gezonde, veilige en duurzame manier te verplaatsen. Daarvoor zetten wij in op voorkomen, verkorten, veranderen, verschonen en verstillen.
Ons mobiliteitsbeleid is vastgelegd in het Verkeer- en Vervoerplan 2030, en deelbeleidnota’s zoals het Fietsplan Amersfoort Fietst en de Nota Parkeernormen. Om onze stad leefbaar en bereikbaar te houden zetten we in op het stimuleren van lopen, fietsen en gebruik van openbaar vervoer. Door bij de inrichting van de ruimte hierop in te zetten dragen we ook bij aan meer mogelijkheden voor verblijven en ontmoeten, en gezond verplaatsen. In de inrichting van de ruimte vertaalt dat zich in de opgave om bij projecten te zoeken naar kansen om duurzaam vervoer, vooral lopen en fietsen, maar ook openbaar vervoer, te stimuleren en faciliteren. Het gaat daarbij ook om het in de ruimte faciliteren van elektrisch vervoer, denk aan laadpalen of andere oplaadmogelijkheden.
EISEN
Een verkeersveilige inrichting van de openbare ruimte, met name voor kwetsbare verkeersdeelnemers is altijd het uitgangspunt waaraan we niet willen tornen. Wegcategorisering: Deze is vastgelegd in het Verkeer- en Vervoerplan 2030 en is uitgangspunt voor het vaststellen van de functie van wegen en straten en geeft daarmee ook richting aan het verkeersontwerp.
Verkeersontwerp moet voldoen aan de principes van Duurzaam Veilig. Een duurzaam veilig wegennet is zodanig vormgegeven, dat de kans op menselijke fouten minimaal is. Dat vraagt om een optimale afstemming tussen functie, vormgeving en het gewenste gebruik van de weg. De filosofie achter duurzaam veilig is: ontwerp zo dat de mens het aankan, de mens is de maat der dingen.
Om aan duurzaam veilig een invulling te geven worden de volgende principes gehanteerd. Streef naar:
functionaliteit van het wegennet: Voorkom gebruik van de weg waarvoor deze niet is bedoeld (bijvoorbeeld te hard rijden);
homogeniteit: vermijd ontmoetingen met grote verschillen in snelheid, massa en richting (bijvoorbeeld verkeersplateau op kruispunt met veel langzaam verkeer oversteekbewegingen);
vergevingsgezindheid van de omgeving en van weggebruikers onderling: letselbeperking door een vergevingsgezinde omgeving en anticipatie van weggebruikers op gedrag van anderen;
voorspelbaarheid: voorkom onzekerheid bij weggebruikers over verlangd gedrag van henzelf en van anderen. (Eenvoud is vaak de kracht van een oplossing.
Complexe situaties dienen bij voorkeur dus vermeden te worden);
Statusonderkenning door de deelnemer: het vermogen om taakbekwaamheid te kunnen inschatten. De hiervoor genoemde ontwerpprincipes zijn de toetsingscriteria voor een duurzaam veilig verkeerssysteem.
MOBILITEIT IN HET PLANPROCES
Mobiliteit is een belangrijke functie van de openbare ruimte en bij het bepalen van het inhoudelijk programma van een initiatief moet dit dus altijd worden meegenomen. Dit gebeurt altijd in de context van het gebied waar het initiatief plaats heeft.
HANDVATTEN VOOR MOBILITEIT
Algemeen: Verkeer- en Vervoerplan 2030
Fiets: Uitgangspunten voor de fiets zijn nader uitgewerkt in het Fietsplan.
Parkeren: Uitgangspunt voor de aanleg van parkeerplaatsen bij nieuwe ontwikkelingen is de Nota Parkeernormen en de Beleidsregel Toepassing Parkeernormen. In aanvulling daarop stimuleren wij de toepassing van duurzame vervoermiddelen zoals deelauto’s en deelfietsen, door onder voorwaarden van beschikbaarheid en continuïteit een reductie aan te bieden op de parkeereis die volgt uit de parkeernormering. Op sommige goed met het OV ontsloten gebieden wordt mogelijk een beperkte aanleg van parkeerplaatsen en de toepassing van die duurzame vervoermiddelen voorgeschreven.
Openbaar vervoer: Voor de aanleg of aanpassing van bushaltes is “Kwaliteitsmatrix bushaltes Amersfoort “ en ‘Voetpaden voor Iedereen’ het uitgangspunt. Voor de aanleg van bussluizen, bushaltes, en de inrichting van busbanen verwijzen we naar de CROW- publicatie ‘busvriendelijk wegontwerp’ en andere CROW-publicaties. Voor snelheidsremmende maatregelen wordt de ‘Nota toepassing en vormgeving snelheidsremmende maatregelen Amersfoort’ toegepast.
Voetganger: Uitgangspunten voor de voetganger zijn nader uitgewerkt in Voetpaden voor iedereen
De gemeente Amersfoort heeft op een aantal onderwerpen eigen ontwerprichtlijnen die in nieuwe situaties toegepast dienen te worden.
- Ten aanzien van snelheidsremmende maatregelen de “Nota ‘toepassing en vormgeving snelheidsremmende maatregelen Amersfoort”. Hierin is aangegeven welk type snelheidsremmer in welke situatie kan worden toegepast
- Ten aanzien van te plaatsen fietspaaltjes volgen we van het CROW/Fietsberaad de aanbevelingen zoals vermeld in het ‘Keuzeschema sanering palen op fietspaden’. Amersfoort werkt aan een eigen notitie waarin specifieke Amersfoortse uitvoeringsdetails zullen worden beschreven. Enkele daarvan zijn:
o Bij fietspaden breder dan 3,5 meter worden 2 fietspalen in het midden geplaatst, zodat rechts rijdende fietsers geen koersafwijking hoeven te doen.
o Palen op het (bom)fietspad dienen aan weerszijden over een lengte van 10 meter, buiten de bochtstralen van een kruising/ aansluiting, te worden ingeleid met vlakmarkering en voorzien van ribbelmarkering.
o Net voor een paal dient in het wegdek ledverlichting aangebracht te worden.
o Tevens dient ter hoogte van een locatie met palen in de berm een kantmarkering aangebracht te worden over dezelfde lengte als de inleidende markering voor de palen.
- Inrichting rotondes.
o Indien zebrapaden rondom rotondes worden toegepast dient het bord zebrapad ‘L02’ voorafgaand bij het oprijden van de rotonde te worden geplaatst. Bij het afrijden van de rotonde laten we bord L02 achterwege.
o Rondom rotondes worden fietspaden en voetpaden op verkeersplateaus aangebracht.
o Indien er sprake is van twee richtingen (brom)fietspaden rondom rotondes dient dit voorafgaand aan de oversteek zowel bij het op- als afrijden van de rotonde met onderborden onder het bord B6 aangeduid te worden. Bij de betreffende oversteken is een hoogteverschil tussen voet- en (bromfietspaden niet nodig.
o De beëindiging van middenbermen voor een rotonde dienen afgerond te worden.
CULTUURHISTORISCH AMERSFOORT
AMBITIE CULTUURHISTORIE
Amersfoorts is een stad met een rijke cultuurhistorie en ook vandaag wordt weer nieuwe historie geschreven en kunst toegevoegd aan de stad. De geschiedenis is deels terug te vinden in de archeologische schatkamer onder de grond (zie hiervoor het thema Ondergronds Amersfoort). En deels zijn het gebouwen en plekken die samen het verhaal van Amersfoort vertellen of herinneren aan mensen die dat verhaal hebben geleefd. We vinden het belangrijk om deze plekken ook voor toekomstige generaties te behouden. Het gaat om monumenten, kunstwerken en beschermde stadsgezichten die het Rijk en wijzelf hebben aangewezen. Op een overzichtskaart zijn al deze plekken aangegeven. Deze kaart is te raadplegen via xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/ en Geopoort xxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xxx/xxxxx/XXX_xxxx.xxx?xxxxxxxxX
Bij het (her)inrichten en/of ontwikkelen van de plekken die cultuurhistorisch waardevol zijn vinden we het belangrijk dat onze rijke geschiedenis zichtbaar blijft. Afhankelijk van het cultuurhistorisch belang van een plek voor de stad betekent het dat we inzetten op behouden en/of versterken van de cultuurhistorische waarde(n). Een belangrijk gegeven daarbij is dat Amersfoort geen openluchtmuseum wil zijn, maar een bruisende stad waar cultuurhistorie en ontwikkeling samen een plek hebben. Wij zien cultuurhistorie en ontwikkeling niet als begrippen die haaks op elkaar staan. We zoeken naar behoud van de cultuurhistorische waarden door ontwikkeling, waarin het
verleden een inspiratiebron voor ontwikkeling is. Bij de ontwikkeling van nieuwe gebieden streven we ernaar de actuele ontwikkelingen en inzichten op het gebied van kunst in de openbare ruimte te volgen en toe te passen. Kunst in de openbare ruimte is een belangrijk onderdeel van het beeldende kunst beleid in Amersfoort. Het plaatsen van kunst op openbare plekken kan worden gedaan om een plek duiding te geven, een plek er goed uit te laten zien, of om mensen in aanraking te laten komen met kunst. Zowel in wijken als bij grootstedelijke bouwkundige veranderingen willen we als gemeente d.m.v. openbare kunst een extra kwaliteit in de openbare ruimte brengen.
Om het cultuurhistorisch belang te beschermen is in de bestemmingsplannen (straks omgevingsplan) een cultuurhistorische paragraaf opgenomen. Daarbij gelden voor monumenten en beschermde stadsgezichten vaak nadere regels en voorschriften en is een stelsel van aanlegvergunningen van toepassing om werkzaamheden in deze gebieden te mogen doen.
CULTUURHISTORIE IN HET PLANPROCES
Analoog aan de bestemmingsplannen willen we voor alle (her)inrichtingsprojecten van enige omvang voor het plangebied een check doen op de aanwezigheid van cultuurhistorische waarden. Daarbij gaat het vooral om het benutten van cultuurhistorie als inspiratiebron voor de nieuwe inrichting van de openbare ruimte.
Voor projecten in beschermde stadsgezichten is het een voorwaarde dat een onderzoek plaatsvindt naar de geschiedenis van de plek. De omvang en diepte van dit onderzoek is afhankelijk van het belang van de plek. Het onderzoek moet zo vroeg mogelijk in het planproces plaatsvinden. Op basis van dit onderzoek worden kaders, adviezen en inspiratie voor de planvorming geformuleerd.
Voor projecten in beschermde stadsgezichten wordt een beeldkwaliteitsplan opgesteld voor ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid. Richting het ontwerp en de realisatie kan (kunnen vanuit) het beeldkwaliteitsplan nadere richtlijnen (worden) mee(ge)geven voor materialisatie en uitvoering.
Voor nieuwe kunst is het wenselijk dat bij aanpassingen en /of ontwikkelingen in de openbare ruimte in het ontwerpen wordt na gedacht over de rol van kunst en cultuur in dat gebied of locatie. Wanneer wordt vastgesteld dat ergens een kunstobject gewenst is, dan wordt een commissie samengesteld. Deze commissie komt in overleg tot een opdrachtformulering voor de kunstopdracht. Op basis van de opdrachtformulering worden een of meer kunstenaars geselecteerd op basis van hun portofolio. Het definitief ontwerp wordt overlegd met Xxxxxxxxxxxx over het onderhoud en de constructie en dergelijke. Als het een kunstwerk betreft met direct omwonenden worden bewoners
en belanghebbenden geïnformeerd over het kunstwerk. Vervolgens wordt een vergunningaanvraag ingediend, welke ook gepubliceerd wordt. Pas als de vergunning verleend wordt, krijgt de kunstenaar opdracht om over te gaan tot de uitvoering en plaatsing van het kunstwerk.
Particulier initiatief / Schenking
De gemeente krijgt van tijd tot tijd geschenken aangeboden van particulieren of bedrijven in de vorm van kunstwerken, monumenten of andere (bijzondere) objecten voor de openbare ruimte. We waarderen deze initiatieven en we geven daar graag ruimte aan. Voordat we een schenking aannemen moeten we wel zorgvuldig onderzoeken of hetgeen wordt aangeboden ook past. De gemeente heeft daarvoor een protocol ontwikkeld. Indien plaatsing van kunst in de openbare ruimte onderwerp of onderdeel is van het initiatief tot (her)inrichting, dan is dit protocol van toepassing en dient team Cultuur van de afdeling Woon- en werkklimaat te worden betrokken.
HANDVATTEN VOOR CULTUURHISTORIE
Visie Stadshart
Beeldkwaliteitsplan binnenstad
Bestemmingsplannen (Cultuurhistorische analyse of paragraaf, planregels etc.)
Gemeentelijke Erfgoedverordening
Protocol schenkingen kunstobjecten in de openbare ruimte (in voorbereiding)
BEWEGEND EN ONTMOETEND AMERSFOORT
AMBITIE BEWEGEN EN ONTMOETEN
Bewegen en ontmoeten is belangrijk voor iedereen. Amersfoort heeft het thema bewegen en beweegstimulering hoog op de publieke gezondheidsagenda staan. Wij willen de inwoners en bezoekers van onze stad daarom voldoende ruimte en gelegenheid geven voor bewegen. Amersfoort wil een gezonde en vitale stad zijn. Spelen en sporten stimuleert de lichamelijk activiteit en creativiteit. Voor kinderen is buitenspelen belangrijk voor de motorische ontwikkeling. De ambitie om sporten en meer bewegen breed toegankelijk te maken richt zich niet alleen op kinderen. Ook voor volwassenen is beweging belangrijk. We willen daarom dat de openbare ruimte voldoende
voorzieningen en aanleidingen biedt voor sport en spel voor jong en oud. Dit zijn plekken waar jong en oud samenkomen en elkaar ontmoeten en met elkaar in gesprek kunnen gaan.
Samen met kinderen en de gemeenteraad hebben we zeven spelregels opgesteld voor goede speelplekken:
1. Bij speelplekken heb je de ruimte om op avontuur te gaan en samen te spelen, liefst in het groen
2. Er zijn genoeg speel- en sportplekken (tot 12 jaar: max. 5 minuten lopen, vanaf 12 jaar: max. 15 minuten lopen)
3. Populaire speelplekken blijven bestaan
4. Speelplekken zijn goed en veilig bereikbaar
5. Speelplekken zijn veilig en schoon
6. Spelen kan overal!
7. Kleine speelplekken kunnen worden omgevormd naar speelruimte zonder speeltoestellen
Ook voor ouderen zijn voorzieningen om te bewegen en elkaar te ontmoeten in de openbare ruimte van belang. Daarvoor gelden de volgende aandachtspunten:
1. Veilige en aantrekkelijke looproutes
2. Bankjes langs wandelroutes in parken en bij speelplekken
3. Verblijfsruimtes aan de straatkant
4. Openbaar vervoer dichtbij
BEWEGEN EN ONTMOETEN IN HET PLANPROCES
EIS
Voor aanvang van het ontwerpen van de openbare ruimte wordt het ambitieniveau voor de aanleg of (her) inrichting van de speel- en sportplek bepaald op basis van de speelruimtekaarten.
Om de ambities voor beweging en ontmoeting op een goede manier in de inrichting van de openbare ruimte een plek te geven wordt het ontwerp van de openbare ruimte beoordeeld op de zeven spelregels en onderstaande waarden:
HANDVATTEN VOOR BEWEGEN EN ONTMOETEN
Voor het inrichten van speelvoorzieningen is de memo speelwaardebepaling van toepassing.
Voor aanwijzingen met betrekking tot locaties voor speelvoorzieningen zie xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx
DIGITAAL AMERSFOORT
AMBITIE DIGITAAL
Een Smart City streeft naar het vergroten van de leefbaarheid van de stad door het inzetten van technologie en het benutten van verschillende soorten data.
Smart City voorbeeld
Door parkeersensoren te plaatsen kun je via een app zien waar een vrije parkeerplaats is. Dit beperkt zoekverkeer en verkleint de CO2-uitstoot.
Amersfoort wil en kan de plek zijn waar we experimenteren met het gebruik van Smart City-technologie. Dit begint met de vraag en behoefte van potentiële gebruikers. We geloven erin dat je samen met hen kunt komen tot nieuwe mogelijkheden voor ‘healthy urban living’ (gezond stedelijk leven). De gemeente Amersfoort faciliteert en stimuleert, om te zorgen dat bedrijven en kennisinstellingen samen met inwoners gaan experimenteren en succes bereiken. Als overheid bewaken we de publieke belangen.
De digitalisering van de samenleving gaat gepaard met soms lastige technische, sociale, juridische en ethische vraagstukken. Bijvoorbeeld wanneer het gaat over de inzet van nieuwe technologie en het verzamelen van data in de openbare ruimte. Om houvast te creëren in deze vraagstukken werkt Amersfoort mee aan het VNG-initiatief Principes voor de Digitale Stad (gereed november, 2019).
DIGITAAL IN HET PLANPROCES
Het digitale aspect binnen de planvorming richt zich op een breed terrein: van tastbare digitale infrastructuur zoals het glasvezelnetwerk - de ‘snelweg voor data’ - en opstelpunten 5G, tot ethische aspecten waarvoor de Principes voor de Digitale Stad worden ontwikkeld. De actoren binnen het planproces moeten zich afvragen in hoeverre ‘smartness’ van toepassing kan zijn op het project, en welke voordelen dit kan bieden.
HANDVATTEN VOOR DIGITAAL
De gemeente Amersfoort werkt aan het Plan van Aanpak 2019-20. Daarnaast bestaan er al documenten die richtlijnen geven aan het concept:
Principes voor de Digitale Stad (verschijnt in november 2019)
Smart & Leefbaar (Future City, november 2018)
Smart Stedenbouw (Future City, verschijnt in november 2019)
Publicaties van het Rathenau Instituut