REGLEMENT
REGLEMENT
VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS
VAN DE
R.K. H. JOZEF PAROCHIE TE NOORD-DEURNINGEN
Versie 3.4
December 2007
INHOUDSOPGAVE
I Algemene Bepalingen Artikel 1 - Artikel 8 II Het vestigen van de grafrechten Artikel 9 - Artikel 16
III Het verlengen van de grafrechten Artikel 17 - Artikel 20
IV Einde van de grafrechten Artikel 21 V Indeling van de begraafplaats en
onderscheid van de graven Artikel 22 - Artikel 28 VI Asbussen Artikel 29 - Artikel 31
VII Graftekens en grafbeplantingen Artikel 32 - Artikel 37
VIII Tarieven en onderhoud Artikel 38 - Artikel 41
IX Overgangsbepaling Artikel 42
X Slotbepalingen Artikel 43 - Artikel 47
I Algemene Bepalingen
Begripsaanduidingen Artikel 1
In dit Reglement wordt verstaan onder:
• Bestuur: Het kerkbestuur van de R.K. H. Xxxxx Xxxxxxxx te Noord Deurningen, eigenaresse van de begraafplaats.
Correspondentie met het bestuur vindt uitsluitend plaats via het parochiesecretariaat, Nieuwewemestaat 1, 7591 PC te Denekamp.
• Begraafplaats: het terrein bestemd voor het begraven van overledenen en voor het begraven of bijzetten van asbussen van overledenen, gelegen aan de Johanninksweg te Noord-Deurningen.
• Beheerder: degene die door het bestuur is belast met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats.
• Xxxxx (urnen-)graf: een ruimte op de begraafplaats, bestemd voor het begraven van één of meerdere overledenen of van hun asbussen, waarvan het gebruiksrecht voor de duur van 20 jaar is verleend aan één rechthebbende volgens de voorwaarden van dit reglement, welk recht kan worden verlengd.
• Rechthebbende: de meerderjarige persoon aan wie het recht op een eigen (urnen-)graf is verleend.
• Grafrecht: het recht op een eigen (urnen-)graf gedurende een bepaalde periode van minimaal twintig jaar.
• Bijzetting:
1. het begraven van een overledene in een graf waarin reeds een overleden is begraven;
2. het begraven van een asbus/urn in een graf waarin reeds een overledene of een asbus/urn is begraven;
3. het plaatsen van een urn op een graf waarin reeds een overledene of een asbus/urn is begraven.
• Xxxxx: hermetisch afgesloten koker met de as van de overledene.
• Urn: voorwerp waarin een of meerdere asbussen zijn opgeborgen. De bepalingen voor asbussen in dit Reglement gelden ook voor urnen.
• Grafakte: een schriftelijke overeenkomst tussen een rechthebbende en het bestuur betreffende het vestigen van een grafrecht.
Bestuur
Artikel 2
Het bestuur is gebonden aan het Algemeen Reglement voor het bestuur van een parochie van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland en terzake van het beheer van de begraafplaats bovendien aan dit Reglement.
Beheerder Artikel 3
Het bestuur kan een van zijn leden of een andere persoon en/of bedrijf , in dit reglement te noemen de beheerder, belasten met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats. De beheerder is bevoegd om namens het bestuur opdrachten te verlenen, het beheer van de begraafplaats betreffende en om namens het bestuur grafrechten te verlenen.
Regelingen vóór een begraving Artikel 4
1. Voor de begraving dient het verlof tot begraving of tot de bezorging van de as te worden getoond.
2. De voor de begraving en bewaring van een asbus noodzakelijke bescheiden, zoals de grafakte en de kwitantie van betaling van de verschuldigde rechten of een deugdelijk bewijs van begraving of bewaring van een asbus voor rekening van derden en de eventuele autorisatie van de rechthebbende moeten vóór de begraving c.q. bewaring aan de beheerder worden overlegd.
Bevorderen van natuurlijke ontbinding Artikel 4a
1. Het is verboden om een overledene te begraven in een zinken of andere metalen en kunststof (binnen)kist.
2. Bij de begraving van een overledene is het niet toegestaan deze van een lijkhoes dan wel van een lijkomhulsel te voorzien, welke niet voldoet aan het Lijkomhulselbeslujit 1998 en alle overige wettelijk voorgeschreven vereisten ten behoeve van de bevordering van de lijkvertering en eventuele andere met deze regelgeving samenhangende doeleinden.
De rechthebbende heeft er zorg voor te dragen dat hijzelf dan wel de bij de lijkbezorging betrokken uitvaartverzorger hiervoor afdoende maatregelen neemt en desgewenst op verzoek van de beheerder een daartoe strekkende verklaring afgeeft.
3. Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objecten bij te sluiten die niet tot de kist of de overledene behoren, anders dan kleine verteerbare grafgiften.
De materialen die verwerkt zijn in de lijkkist, de lijkhoes en de kleding van de overledene dienen zoveel mogelijk van natuurlijk verteerbare aard te zijn. In geval van ernstige en gerechtvaardigde twijfel of de materialen aan deze eis voldoen, kan de beheerder een controle instellen. Blijken de gebruikte materialen niet aan de eis te voldoen dan kan begraving geweigerd worden.
4. De rechthebbende is verantwoordelijk voor het naleven van de onder lid 1 t/m 3 vermelde voorschriften.
De begraving van een overledene en de bewaring van een asbus Artikel 5
1. Een begraving of de bewaring van een asbus geschiedt op een dag en uur, met de beheerder tevoren overeen te komen en volgens aanwijzing van de beheerder.
De begraafplaats is niet toegankelijk voor de lijkwagen of de volgwagens. De beheerder kan, uitsluitend voor mindervaliden, uitzondering toestaan.
2. De lijkkist, danwel het omhulsel en de asbus, moeten zijn voorzien van een registratienummer, aan te brengen door de begrafenisondernemer. Dit identiteitskenmerk moet worden opgenomen in de administratie van de begraafplaats.
Werkzaamheden op de begraafplaats Artikel 6
1. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf en het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschiedt uitsluitend door het personeel en/of de beheerder van de begraafplaats of, in opdracht van het bestuur, door derden.
2. Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de beheerder.
3. Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen en tijdens begravingen en diensten in de kerk. Op zaterdagen mogen geen werkzaamheden door beroepskrachten worden verricht, in opdracht van rechthebbenden, maar is uitsluitend de grafverzorging door de nabestaanden toegelaten.
4. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzingen van de beheerder.
Bezoekers Artikel 7
Het bestuur bepaalt de tijden, waarop de begraafplaats voor bezoekers toegankelijk is. De begraafplaats is voor auto’s en voor fietsen (al of niet met hulpmotor) gesloten. De beheerder kan voor mindervaliden uitzondering toestaan.
Honden worden alleen aangelijnd op de begraafplaats toegelaten. Bezoekers worden verzocht luidruchtigheid te vermijden.
Voor het houden van dodenherdenkingen of de plechtige onthulling van een grafteken moet tevoren toestemming zijn verkregen van het bestuur.
Administratie Artikel 8
1. Het bestuur is verantwoordelijk voor de wettelijke verplichting tot het voeren van de administratie van de begraafplaats. De administratie bevat in ieder geval een register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en aanduiding van de plaats op de begraafplaats waar zij begraven zijn. Deze registers zijn openbaar. Daarnaast bestaat er het nabestaandenbestand grafrechten, waarin de namen en adressen van alle rechthebbenden worden geregistreerd.
2. Het boekjaar van de begraafplaats loopt van 1 januari tot en met 31 december. Alle rechten, verleend in het eerste halfjaar worden geacht te zijn verleend per 1 januari daaraan voorafgaand. Alle rechten verleend in het tweede halfjaar worden geacht te zijn verleend per 1 januari daaropvolgend.
II Het vestigen van grafrechten
Schriftelijke overeenkomst Artikel 9
1. Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het bestuur, genaamd grafakte.
2. Op de begraafplaats kunnen begraven worden:
a. Zij die als parochiaan staan ingeschreven bij de parochie en zij die met een parochiaan gehuwd waren of die met een parochiaan duurzaam een huishouding vormden;
b. Oud-parochianen die in een instelling voor gezondheidszorg verbleven en die voorheen tot de parochie behoorden.
3. Het bestuur kan van lid 2 in uitzonderlijke gevallen afwijken en toestaan dat anderen op de begraafplaats worden begraven.
Uitgifte van graven Artikel 10
De graven van een gravenveld worden in volgorde, door de beheerder te bepalen, uitgegeven.
Recht op eigen (urnen-)graf Artikel 11
Het bestuur kan aan één meerderjarig persoon (de ‘rechthebbende’) het uitsluitend recht verlenen gebruik te maken van een bepaalde (urnen-)grafruimte, ten behoeve van zijn of haar echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner, pleeg- of stiefkind of bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad. Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld of door het bestuur later te stellen. In ieder geval moet betaling op grond van Artikel 38 van dit reglement zijn geschied en moet bij de rechtverkrijging schriftelijk worden ingestemd met het ruimen van het graf (Artikel 41) wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook, geëindigd is.
Een grafrecht wordt slechts verleend indien begraving plaatsvindt binnen 5 dagen na ondertekening van de grafakte.
Een grafrecht wordt verleend voor een termijn van minimaal twintig jaar.
Adres rechthebbende Artikel 12
De rechthebbende is verplicht zijn/haar adres aan het bestuur op te geven, alsmede de wijziging van zijn/haar adres.
Overlijden rechthebbende Artikel 13
1. Binnen 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende dient het grafrecht na een daartoe strekkend verzoek van de erfgena(a)m(en) te worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad, of een pleeg- of stiefkind overeenkomstig artikel 14.
2. Indien de rechthebbende is overleden en in het graf dient te worden begraven of zijn asbus dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving als bedoeld in lid 1 van dit artikel voorafgaand aan die begraving of bijzetting te worden gedaan.
Overdracht grafrecht Artikel 14
1. Een rechthebbende kan zijn rechten aan een ander persoon overdragen, wanneer dit schriftelijk geschiedt en een afschrift van deze overdracht met vermelding van het adres van de rechtsopvolger, door de rechthebbende aan het bestuur is toegezonden.
2. Overdracht aan een ander dan de echtgenoot, pleeg- of stiefkind of een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad van de rechthebbende is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan naar het oordeel van het bestuur.
3. Een rechthebbende kan afstand doen van grafrechten, zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding. Afstand dient schriftelijk te geschieden.
Weigering tot begraving of bijzetting Artikel 15
Het bestuur behoudt zich het recht voor, ook nadat grafrechten zijn verleend, om canonieke redenen begraving van een overledene en met name de bijzetting in een dubbel graf of urnengraf te weigeren, of alleen de begraving op een bepaald gedeelte van de begraafplaats toe te staan.
Ontbindende voorwaarden grafrechten Artikel 16
Het bestuur verleent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd, gedurende welke het terreingedeelte, waarin zich de graven bevinden, tot de begraafplaats blijft behoren en voor de tijd dat de begraafplaats in exploitatie blijft. Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen de bestemmingsverandering van (een gedeelte van) de begraafplaats of tegen de voorgenomen sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.
III Het verlengen van grafrechten
Schriftelijk informeren van de rechthebbende Artikel 17
1. Het bestuur zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van een termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die kunnen worden verlengd, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het aflopen van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken, waaronder deze grafrechten kunnen worden verlengd voor een termijn van tien jaar.
2. Indien het adres van de rechthebbende onjuist of onbekend is zal getracht worden het adres te achterhalen bij de afdeling Bevolking van het gemeentehuis.
3. Indien het adres van de rechthebbende niet ingevolge lid 2 kan worden achterhaald, dan zal bij het ontbreken van het adres het aflopen van de termijn door aanplakking worden meegedeeld bij het graf, alsmede bij de ingang van de begraafplaats.
De mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn van het grafrecht.
Verzoek rechthebbende Artikel 18
1. Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van tien jaren.
2. Het bestuur zal een aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen, in zoverre geen bijzondere redenen, zoals de voorgenomen ruiming van een gravenveld, zich daartegen verzetten.
Voorwaarden voor verlenging Artikel 19
De verlenging van grafrechten wordt slechts verleend wanneer het onderhoud van het graf zich naar het oordeel van het bestuur niet bevindt in kennelijke staat van verwaarlozing en op de voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de alsdan geldende tarieven.
Verlenging bij bijzetting Artikel 20
Wanneer in een eigen (urnen-)graf, bestemd tot het begraven van meerdere overledenen of hun asbussen, een bijzetting plaatsvindt, wordt een lopende termijn van het grafrecht:
a. ingeval van een bijzetting van een asbus/urn verlengd met een periode van twintig jaren;
b. ingeval van een andere bijzetting dan van een asbus/urn verlengd met een periode van tien jaren, mits van het grafrecht reeds tien of meer jaren vestreken zijn.
De verlengde periode is te rekenen vanaf de datum van bijzetting.
IV Einde van de grafrechten
Artikel 21
De grafrechten vervallen:
1. door het verlopen van de gestelde termijn met inachtneming van het bepaalde in Artikel 17;
2. indien de betaling van een overeengekomen verlenging van het grafrecht niet binnen een jaar na aanvraag van de verlenging overeenkomstig Artikel 38 van dit reglement is geschied;
3. indien een terreingedeelte, waarin zich de graven bevinden, aan de bestemming van begraafplaats wordt onttrokken of wanneer de begraafplaats niet meer als zodanig wordt geëxploiteerd overeenkomstig artikel 16.
4. indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig Artikel 17 bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd;
6. indien de rechthebbende bij onderhandse verklaring afstand doet van een verkregen grafrecht.
V Indeling van de begraafplaats en onderscheid van de graven
Indeling door bestuur Artikel 22
Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.
Soorten van graven Artikel 23
Het bestuur verleent rechten op het tijdelijk gebruik van:
1. een eigen enkel graf (hierna genoemd: enkel graf) voor het begraven van één overledene in een vak, waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model.
2. een eigen dubbel graf voor het begraven van twee overledenen boven elkaar (hierna genoemd: dubbeldiep) in een vak, waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model. Deze graven bevinden zich tussen de enkele graven en de graftekens dienen aan dezelfde eisen te voldoen als die voor enkele graven.
3. een eigen dubbel graf voor het begraven van twee overleden naast elkaar (hierna genoemd: dubbel graf) in een vak, waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model.
4. een eigen kindergraf of een eigen graf voor een doodgeborene of een onvoldragen vrucht (hierna genoemd: kindergraf) in een vak, waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model.
Enkele graven Artikel 24
Een enkel graf is bestemd voor het begraven van één met name aangeduide persoon. In een enkel graf mag geen bijzetting plaatsvinden.
Dubbeldiepe graven Artikel 25
Een dubbeldiep graf is bestemd voor het begraven van twee met name aangeduide personen, welke boven elkaar worden begraven. Teneinde dit mogelijk te maken wordt de eerste overledene dieper begraven dan normaliter het geval is.
Dubbele graven Artikel 26
Een dubbel graf is bestemd voor het begraven van twee met name aangeduide personen, welke naast elkaar worden begraven
Kindergraven Artikel 27
In een kindergraf wordt een overleden kind begraven.
Eigen urnengraf Artikel 28
In een eigen urnengraf kunnen maximaal drie asbussen worden bijgezet.
VI Asbussen
Xxxxxxxx xxx xxxxxxxx Artikel 29
Asbussen kunnen op de begraafplaats worden bewaard door bijzetting:
1. in een bestaand graf;
2. in een eigen urnengraf dat deel uitmaakt van een gravenveld van urnen;
3. op een bestaand graf in een urn, die hecht aan de ondergrond is verbonden.
Recht op het bewaren van een asbus Artikel 30
Artikel 9 tot en met Artikel 16 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen die een recht willen vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats op een van de in Artikel 29 genoemde wijzen.
Xxxxxxx xxx xxxxxxxx Artikel 31
Ruiming door het bestuur van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door verstrooiing van de as.
VII Graftekens en grafbeplantingen
Vergunning Artikel 32
Het bestuur kan uitsluitend aan rechthebbenden vergunning verlenen om graftekens en/of beplantingen op eigen graven te doen aanbrengen. Deze moeten voldoen aan de “Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen” behorende tot dit reglement en hiervoor door het bestuur vastgesteld of later vast te stellen (zie Bijlage 1, Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplanting). Deze voorschriften worden op verzoek aan iedere belanghebbende door de beheerder verstrekt. Graftekens en/of beplantingen, die naar het oordeel van het bestuur niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, worden door het bestuur geweigerd en kunnen na aangebracht te zijn door het bestuur op kosten van de rechthebbende worden verwijderd.
Risico schade aan graftekens Artikel 33
2. Schade aan graftekens ontstaan door storm, vandalisme en/of door op de begraafplaats uitgevoerde werkzaamheden door personeel van de begraafplaats wordt door het bestuur uitsluitend vergoed tot het bedrag waarvoor deze risico’s door de desbetreffende verzekeringsovereenkomsten van het bestuur worden gedekt..
Onderhoud graftekens en grafbeplanting Artikel 34
1. De graftekens en grafbeplantingen moeten ten genoegen van het bestuur worden onderhouden door de rechthebbende. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van graftekens en/of beplanting.
2. Wanneer naar het oordeel van het bestuur het onderhoud wordt verwaarloosd zal rechthebbende schriftelijk worden gesommeerd dit herstel of onderhoud te doen plaatsvinden. Afschrift van deze sommatie wordt, als de rechthebbende onbereikbaar is, bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na een jaar is het bestuur gerechtigd ofwel het omschreven herstel of onderhoud op kosten van rechthebbende te doen plaatsvinden ofwel het grafteken en/of beplantingen op kosten van rechthebbende te doen verwijderen.
Wanneer de rechthebbende verklaart deze kosten voor herstel, onderhoud of verwijdering niet te willen voldoen, wanneer de rechthebbende deze kosten na uitvoering niet binnen drie maanden na factuurdatum aan het bestuur heeft voldaan of wanneer de rechthebbende in gene dele heeft gereageerd op de sommatie vervalt het grafrecht zonder dat een evenredige terugbetaling kan worden verlangd.
3. De aangeplakte sommatie wordt eerst verwijderd indien de rechthebbende in het onderhoud voorziet of het grafrecht is vervallen.
Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende Artikel 35
Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats bevindt en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst is het bestuur gerechtigd de delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende.
Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder Artikel 36
1. Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de beheerder nodig is kunnen het grafteken en/of de beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en voor rekening van het bestuur worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd. De rechthebbende wordt hiervan tevoren in kennis gesteld.
2. Verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen kunnen door de beheerder zonder voorafgaande waarschuwing van de graven worden verwijderd.
Verwijdering graftekens na einde grafrecht Artikel 37
Binnen drie maanden na het eindigen van het grafrecht kunnen grafteken en/of beplanting door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na verloop van drie maanden wordt de rechthebbende geacht geen prijs te stellen op het weer in bezit nemen van grafteken en/of beplanting en is het bestuur gerechtigd deze te doen verwijderen en te doen vernietigen zonder dat enigerlei vergoeding hiervoor jegens de rechthebbende verschuldigd is.
VIII Tarieven en onderhoud
Tarieven
Artikel 38
Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht en voor bijzettingen als ook voor het onderhoud van graftekens worden tarieven geheven. Het tarief voor het grafrecht is samengesteld uit:
1. een bedrag voor de werkzaamheden aan het graf;
2. een bedrag voor het grafrecht;
3. een bedrag ter bestrijding van de kosten van het door het bestuur uit te voeren algemeen onderhoud van de begraafplaats, voor de duur van het grafrecht;
4. een bedrag ter bestrijding van de kosten van verwijdering en vernietiging van het grafteken en/of grafbeplanting na het eindigen van het grafrecht.
De kosten van het grafrecht worden bij aanvang van de graftermijn door het parochiebestuur in rekening gebracht bij de rechthebbende.
Het bestuur stelt een afzonderlijke lijst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven. Deze tarieven worden naar het oordeel van het bestuur telkenjare aangepast.
Algemeen onderhoud Artikel 39
Het bestuur zal zorg dragen dat de afrasteringen en/of ommuringen, de gebouwen, de paden, de groenvoorziening en de beplanting van de begraafplaats worden onderhouden. Tot dit onderhoud van de begraafplaats behoren werkzaamheden aan de groenvoorziening en de beplanting op en onmiddellijk achter de graven, in zoverre deze niet overeenkomstig Artikel 32 door de rechthebbende zijn aangebracht.
Beperking onderhoudsverplichting Artikel 40
Het bestuur verplicht zich aan het in Artikel 39 omschreven onderhoud te besteden maximaal de bedragen, die uit de tarieven op grond van Artikel 38 voor onderhoud zijn verkregen en daarvoor per jaar beschikbaar zijn, alsmede eventueel van overheidswege daarvoor verkregen subsidies. Deze beperking van de onderhoudsverplichting geldt in het bijzonder na sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.
Ruimen van graven en asbussen Artikel 41
Het bestuur heeft het recht de (urnen-)graven waarvan de rechten meer dan drie maanden vervallen zijn, te doen ruimen, met in achtneming van de wettelijke termijn.
IX Overgangsbepaling
Artikel 42
1. Voor in het verleden verleende grafrechten waarvan de tijdsduur niet meer aantoonbaar vast te stellen was, stelt dit reglement de termijn op 20 jaar na inwerkingtreding van dit reglement. Het tariefonderdeel voor het grafrecht, zoals bedoeld in artikel 38 lid 2, is gedurende deze periode niet verschuldigd.
2. Rechthebbenden met een grafrecht dat aantoonbaar voor onbepaalde tijd is verleend zijn niet het tariefonderdeel verschuldigd voor het grafrecht zoals bedoeld in artikel 38 lid 2.
X Slotbepalingen
Sluiting van de begraafplaats Artikel 43
Het bestuur behoudt zich het recht voor de begraafplaats voor begravingen gesloten te doen verklaren.
Uitsluitend de betalingen voor begravingen, waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden daarna door het bestuur aan rechthebbende gerestitueerd.
Het bestuur is niet aansprakelijk voor opgravings- en overplaatsingskosten van resten en/of graftekens naar een andere begraafplaats.
Klachten
Artikel 44
Belanghebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het bestuur een schriftelijke klacht indienen. Het bestuur zal binnen 30 dagen na ontvangst van de klacht beslissen en de klager schriftelijk daarvan in kennis stellen.
Onvoorzien Artikel 45
Voor de begraafplaats gelden de bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging en aanverwante regelingen. Dit reglement wordt geacht daarmee niet strijdig te zijn.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
Vervallen-verklaring eerdere reglementen Artikel 46
Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere schriftelijk en/of mondeling gebruikte reglementen, de begraafplaats betreffende en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.
Wijziging reglement Artikel 47
Dit reglement heeft de goedkeuring van de aartsbisschop van Utrecht. Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen.
Wijzigingen in dit reglement behoeven eveneens de goedkeuring van de Aartsbisschop van Utrecht.
Rechthebbenden en gebruikers hebben de mogelijkheid via het parochiesecretariaat een nieuwe versie van dit reglement te verkrijgen.
Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het bestuur d.d. 12 december 2006 en goedgekeurd door de aartsbisschop van Utrecht d.d. 28 november 2007, ref. 2007.00858-INJ en van toepassing verklaard met ingang van 1 januari 2007.
Denekamp, December 2007
Parochiebestuur X. Jozef parochie te Noord Deurningen
Bijlagen:
1. Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplanting
Bijlage 1
Voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplanting
Grafteken.
1. Model
• Op het kerkhof zijn twee modellen graftekens toegestaan, het zgn. model “Toogkop” en het model “Kruis”. Dit geldt voor zowel de enkele, de dubbeldiepe als de dubbele graven.
• Voor de kindergraven is slechts één model grafteken toegestaan (model “Toogkop”).
• Er zijn afzonderlijke grafheuvels beschikbaar voor de verschillende combinaties model / type graf. Nabestaanden kunnen kiezen uit de volgende mogelijkheden:
• Enkel graf, model Toogkop
• Enkel graf, model Kruis
• Dubbeldiep graf, model Toogkop
• Dubbeldiep graf, model Kruis
• Dubbel graf, model Toogkop
• Dubbel graf, model Kruis
• Kindergraf
Hierbij wordt aangetekend dat de dubbeldiepe graven zich bevinden tussen de enkele graven.
• Vóórdat de begrafenis plaatsvindt dienen de nabestaanden te beslissen welk type graf (enkel / dubbeldiep / dubbel) ze wensen en welk model grafteken (toogkop of kruis). Afhankelijk hiervan wordt bepaald op welke grafheuvel het graf zal worden gemaakt. Na de begrafenis kan niet meer op deze keuze worden teruggekomen.
• De steenhouwer die de grafsteen plaatst is verplicht zich aan de voorschriften van deze bijlage te houden. Hij dient, in geval van twijfel, contact op te nemen met de beheerder voordat de grafsteen wordt geplaatst.
2. Materiaal en kleur
Het grafteken dient te bestaan uit natuursteen.
Aan de wens van nabestaanden om een persoonlijk accent te kunnen geven aan een graf wordt tegemoetgekomen door geen beperkingen op te leggen aan de kleur van het grafteken, noch aan de gebruikte lettertypes etc.
Beplanting
• Beplantingen op een graf mogen niet hoger zijn dan de hoogte van het grafteken zelf.
• Beplantingen op een graf mogen niet breder zijn dan de omvang van de grafsteen.
• Wanneer geen bloemen of planten meer op het graf geplaatst worden dient de rechthebbende de daarvoor bestemde ruimte in de grafsteen dicht te maken.