Artikel 1 Afkortingen/definities
Artikel 1 Afkortingen/definities
1 PGSV: de regeling Producert Gecertificeerd Scharrelvarkensvlees
Deelnemer: bedrijf dat scharrelvarkens en/of scharrelvarkensvlees en/of vleeswaren produceert en/of houdt en/of verhandelt en/of be- of verwerkt en/of aan de consument aanbiedt conform de regeling PGSV.
Artikel 3 Registratievoorwaarden
1 Iedere natuurlijke- of rechtspersoon die bij wege van bedrijf scharrelvarkens en/of scharrelvarkensvlees en/of vleeswaren produceert en/of houdt en/of verhandelt en/of be- of verwerkt en/of aan de consument aanbiedt onder gebruikmaking van het keurmerk PGSV, dient met zijn bedrijf als deelnemer bij Producert te zijn geregistreerd.
Artikel 4 Aanmelding en ingangstoets
1 Het bedrijf waarmee een natuurlijke- of rechtspersoon -na een eventuele uitsluitingsperiode- wenst deel te nemen aan de regeling PGSV dient hiertoe schriftelijk te worden aangemeld bij Producert door middel van een deelnameovereenkomst.
2 De aanmelding bedoeld in het eerste lid, dient te worden verricht door de natuurlijke- of rechtspersoon die het betreffende bedrijf -in de hoedanigheid van eigenaar hiervan- uitoefent of doet uitoefenen.
3 Na aanmelding wordt door Producert conform deze regeling een ingangstoets uitgevoerd.
Artikel 5 Deelname-overeenkomst
1 Indien naar het oordeel van Producert uit de ingangstoetsing blijkt dat het bedrijf voldoet aan de eisen van de regeling PGSV en de deelnameovereenkomst ondertekent is ontvangt het bedrijf het certificaat PGSV.
2 De overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt gesloten tussen de natuurlijke- of rechtspersoon die het betreffende bedrijf -in de hoedanigheid van eigenaar hiervan- uitoefent.
3 In de deelname-overeenkomst dienen tenminste opgenomen te worden de naam, het adres en de aard van het bedrijf van de natuurlijke- of rechtspersoon, die deze overeenkomst sluit.
4 Elke natuurlijke- of rechtspersoon die in de deelname-overeenkomst verplichtingen krijgt opgelegd of daaraan rechten ontleent, dient een dergelijke overeenkomst mede te ondertekenen.
5 Op de deelname-overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Artikel 6
Naleving wettelijke voorschriften
1 Het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift dient te worden nageleefd.
Artikel 7
Naleving regeling Producert Gecertificeers Scharrelvarkensvl
1 Elke deelnemer is verplicht het bepaalde bij of krachtens de regeling PSGV, alsmede de deelname overeenkomsten strikt na te leven.
Artikel 8 Voorschriften per bedrijf
1 De voorschriften die door de deelnemers in acht genomen dienen te worden, zijn opgenomen in de artikelen 9 tot en met 41, waarbij onderdeel
A, artikelen 9 tot en met 31 van toepassing zijn op productiebedrijven; B, artikel 32 van toepassing is op de handelaar;
C, artikel 33 van toepassing op de slachterij;
D, artikelen 34 tot en met 38 van toepassing zijn op be- of verwerkers en grossiers;
E, artikelen 39 tot en met 41 van toepassing zijn op het vleesverkooppunt en horecabedrijf.
2 De voorschriften die door de omschakelingsbedrijven in acht dienen te worden genomen, zijn opgenomen in deel III, artikelen 42 tot en met 44.
Artikel 9 Naleving voorschriften
1 De productiebedrijven mogen uitsluitend scharrelvarkens houden volgens het bepaalde bij of krachtens de regeling PGSV.
2 De vleesvarkenshouderij en het gesloten bedrijf mogen uitsluitend biggen betrekken van PGSV gecertificeerde vermeerderingsbedrijven.
1 VERVALLEN
Artikel 10 Huisvesting
2 De huisvesting dient op zodanige wijze plaats te vinden, dat de dieren te allen tijde onbelemmerd en op een natuurlijke wijze kunnen gaan staan en liggen.
3 Fixatie van de scharrelvarkens in welke vorm dan ook is niet toegestaan, behalve op het moment van kunstmatige inseminatie, tijdens het voeren, gedurende de eerste 96 uur na het werpen, tijdens veterinaire handelingen waarbij fixatie noodzakelijk is en tijdens de periode in de dekstal na het spenen wanneer zeugen indien nodig om onrust en agressiviteit te voorkomen enkele dagen gedurende de periode rondom de berigheid vastgezet kunnen worden.
4 Scharrelvarkens dienen zich te allen tijde te kunnen beschermen tegen neerslag, wind, vorst, hoge en lage termperaturen, voor de soort extreme weersomstandigheden, pijn en beperkingen van hun natuurlijke gedrag. Bij uitloop in de zon dient schaduw verstrekt te worden. Het stalklimaat dient fris te zijn en aangepast aan de behoeften van het scharrelvarken, waarvoor de algemene normen gelden voor luchtsnelheid op dierniveau in de stal, alsmede CO2 en NH3 concentraties. Een en ander ter constatering van de inspecteur. In geval van twijfel over de kwaliteit van het stalklimaat, dient het bedrijf het stalklimaat te laten doorlichten door een daartoe competente instantie en diens adviezen ter verbetering van het stalklimaat op te volgen.
Artikel 11 Afleverfaciliteiten
1 De productiebedrijven dienen goede afleverfaciliteiten te hebben voor het gemakkelijk afleveren en inladen van scharrelvarkens.
2 Het gebruik van kalmerende middelen is verboden bij transport en afleveren. Het gebruik van electrische prikkelaars is te allen tijde verboden.
3 Worden de scharrelvarkens geladen op een veewagen met een conventionele laadklep, dan dient de hellingshoek van de laadklep niet groter te zijn dan 20 graden.
Artikel 12 Ingrepen
1 Het couperen, afleiden of geheel of gedeeltelijk verwijderen van lichaamsdelen van scharrelvarkens is -behoudens op schriftelijke veterinaire indicatie- niet toegestaan.
2 Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor de castratie van beerbiggen, met dien verstande dat castratie van deze biggen plaats moet vinden gedurende de eerste levensweek.
3 Het slijpen van hoektanden is uitsluitend toegestaan op veterinaire indicatie en uitsluitend in die gevallen waarin de biggen elkaar of de zeug verwonden.
Artikel 13 Daglicht
1 Daar waar sprake is van stalhuisvesting, dient daglicht ongestoord de stal te kunnen binnentreden.
2 In iedere vorm van huisvesting voor scharrelvarkens moet het mogelijk zijn om kunstlicht beschikbaar te hebben van een zodanige sterkte, dat inspectie en (veterinair) ingrijpen, zoals verloskundige hulp, goed mogelijk is.
3 De lichtdoorlatende oppervlakte van stallen voor scharrelvarkens dient tenminste 1/30 deel van het vloeroppervlak te bedragen.
Artikel 14 Strogebruik
1 De ligruimte voor de scharrelvarkens dient te bestaan uit een dichte vloer waarop zich permanent een ruime laag ongehakseld stro bevindt.
2 De ligruimte dient schoon en droog te zijn, en dagelijks bijgestrooid te worden.
3 Ander strooiselmateriaal dan stro mag uitsluitend worden gebruikt na schriftelijke toestemming van Producert.
4 Voor zogende zeugen mag in de kraamhokken gedurende de eerste week na het werpen gebruik worden gemaakt van gehakseld stro, zaagsel of houtkrullen als strooiselmateriaal.
Artikel 15 Mestruimte
1 Daar waar gebruik wordt gemaakt van roosters in de mestplaats en in de uitloop, gelden de volgende spleetbreedten als uiterste grens:
- voor biggen tot 12 kilogram - 10mm
- voor biggen van 12 tot 25 kilogram - 12mm
- voor varkens zwaarder dan 25 kilogram - 18mm
- voor gelten en zeugen zonder biggen - 18mm
2 Indien in de uitloop gebruik wordt gemaakt van roosters, dient de balkbreedte in het niet overdekte gedeelte van de uitloop voor scharrelvarkens minimaal 70mm te bedragen. Bij een overdekte uitloop kan er gebruik worden van andere typen rooster met een kleinere balkbreedte.
Artikel 16 Opvang zieke dieren
1 Op elk productiebedrijf dient extra ruimte beschikbaar te zijn voor de opvang van zieke, hulpbehoevende en kreupele scharrelvarkens.
2 Op elk productiebedrijf dient een deugdelijk transportmiddel aanwezig te zijn voor het vervoer van in het eerste lid genoemde dieren. Deze dieren mogen niet aan hun lichaamsdelen versleept worden.
Artikel 17 Schuurplaats
1 In elk groepshok dient een deugdelijke en voor de dieren gemakkelijk te bereiken schuurplaats aanwezig te zijn.
Artikel 18 Hygienecheck
1 Elk productiebedrijf dient eenmaal per jaar een hygienecheck te laten verrichten. In alle bedrijfsruimten dient aantoonbaar afdoende wering van ongedierte te worden toegepast. Het productiebedrijf voorkomt het contact van honden en katten met de scharrelvarkens.
Artikel 19 Uitloop algemeen
1 Alle scharrelvarkens, met uitzondering van zogende zeugen met biggen in kraamopfokhokken, gespeende biggen en eventueel zieke dieren, dienen permanent de beschikking te hebben over een uitloop.
2 Van het gestelde in lid 1 mag worden afgeweken op schriftelijke veterinaire indicatie of indien de weersomstandigheden daartoe aanleiding geven.
3 De uitloop voor de scharrelvarkens mag zowel verhard als onverhard zijn, of uit een combinatie daarvan bestaan.
4 De scharrelvarkens dienen vanaf de randen van de uitloop in totaal over een afstand van tenminste 5 meter onbelemmerd horizontaal zicht te hebben. Beoordeling van het zicht vindt plaats bij varkens in een normale houding.
5 Het onverharde gedeelte van een gedeeltelijk verharde uitloop mag afsluitbaar zijn. De scharrelvarkens mogen na het voeren gedurende ten hoogste twee uren op het verharde gedeelte gehouden worden.
6 Tussen de uiterste rand van de uitloop en de dichtsbijzijnde bebouwing dient de afstand tenminste 3 meter te bedragen.
7 In een geheel of gedeeltelijk verharde uitloop mag gebruik worden gemaakt van een roostervloer, mits deze niet meer dan 50% van de oppervlakte van het verharde gedeelte beslaat. Voor vleesvarkens mag het verharde gedeelte van de uitloop volledig uit roostervloer bestaan.
8 Het verharde gedeelte van de uitloop mag geheel of gedeeltelijk worden overkapt. Voor overkapping van de uitloop zijn de eisen genoemd in artikel 20.
9 Niettegenstaande het genoemde in lid6 en artikel 20 lid 6, mogen twee uitlopen aan de achterzijde aan elkaar grenzen, mits beide uitlopen niet of gedeeltelijk zijn overkapt.
Artikel 20 Overkapping uitloop
1 Bij overkapping van de uitloop dient te worden gezorgd voor voldoende ventilatie in de uitloop.
2 Indien uitlopen voor meer dan 50% worden overkapt, gerekend vanaf de buitenmuur van de stal, zijn de eisen met betrekking tot volledige overkapping van toepassing.
3 De afstand tussen het laagste punt van de overkapping (excl. hemelwateropvang) en de vloer van de uitloop dient tenminste 2.00 meter te bedragen.
4 Bij een volledige overkapping dient deze een minimale hellingshoek te hebben van 15 graden.
5 Indien bij volledige overkapping de afstand tussen de uiterste rand van de uitloop en de buitenmuur van de stal waar toegang tot de ligruimte is meer dan 3 meter bedraagt, dient er voor gezorgd te worden dat er te allen tijde voldoende daglicht in de stal aanwezig kan zijn, die in intensiteit minimaal overeenkomende met een lichtinval afkomstig van een overkapte uitloop die voor minimaal 25% bestaat uit lichtdoorlatende platen. Een en ander ter constatering van de inspecteur.
6 Tussen de uiterste rand van de uitloop, zijnde de zijde van de uitloop die ligt tegenover de buitenmuur van de betreffende stal, en de dichtstbijzijnde bebouwing dient bij volledige overkapping de afstand tenminste 5 meter te bedragen.
7 Aan de uiterste zijde van de uitloop mag over de gehele breedte van het hok een muur aanwezig zijn van maximaal 1.10 meter hoog.
8 Aan de uiterste zijde van de uitloop dient een open ruimte te zijn van minimaal 1.40 meter hoog, over de gehele breedte van het hok.
9 Wanneer sprake moet zijn van uitzicht, mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van doorzichtig windbreekgaas.
Artikel 21 Voeropname
1 Het voederen van scharrelvarkens dient zodanig te geschieden, dat elk dier de hem toebedachte hoeveelheid voedsel ongestoord kan opnemen.
2 Bij een voersysteem waarbij onbeperkt wordt gevoerd, moet per 12 dieren tenminste een vreetplaats van minimaal 35 cm. breedte aanwezig zijn.
Artikel 22 Drinkwatervoorziening
1 Scharrelvarkens dienen permanent de beschikking te hebben over voldoende vers drinkwater.
Artikel 23
Niet toegestane middelen
1 Het is niet toegestaan geneesmiddelen, antibiotica, chemotherapeutica of stoffen die de groei op kunstmatige wijze bevorderen, aan de scharrelvarkens te verstrekken, noch door toevoeging aan het voer en/of drinkwater, noch op enige andere wijze.
2 Op schriftelijke veterinaire indicatie mag, voor wat betreft het gebruik van geneesmiddelen, antibiotica en chemotherapeutica, van het bepaalde in het eerste lid worden afgeweken, met dien verstande dat:
a. hiervan aantekening, voorzien van een paraaf van de dierenarts, wordt gemaakt in het logboek, en
b. nimmer antibiotica aan het voer worden toegevoegd.
3 Het is niet toegestaan bronststimulerende of -inducerende hormoonpreparaten of stoffen die de groei op kunstmatige wijze bevorderen in bezit te hebben of toe te dienen.
4 Het is niet toegestaan partusinducerende hormoonpreparaten in bezit te hebben of toe te dienen, tenzij dit gebeurt op schriftelijke veterinaire indicatie.
Artikel 24 Krachtvoer
1 De productiebedrijven dienen het krachtvoer ten behoeve van de scharrelvarkens op hun bedrijf van een in het kader van het 'Besluit VVR-regeling leveranciers voeders van scharreldieren 1995' erkende leverancier van scharrelvarkensvoer te betrekken of van GMP erkende leverancier.
Artikel 25 Ruwvoer
1 Scharrelvarkens, met uitzondering van hoogdrachtige zeugen vanaf een week voor de verwachte werpdatum, dienen dagelijks de beschikking te krijgen over een ruime hoeveelheid ruwvoer. Voor zeugen dient dit minimaal 20 gewichts % van het verstrekte voer te bedragen, bij vleesvarkens minimaal 10% van het verstrekte voer na opleggen tot minimaal 5 gewichts % van het verstrekte voer aan het eind van mestperiode.
2 Onder ruwvoer wordt verstaan: bijvoeder met een structuurwaarde van 1,5 of hoger (als vastgesteld in tabellenboek Veevoeding van het Centraal Veevoederbureau) en anders dan stro of krachtvoeder, dat verzadiging en bezigheid aan de dieren verschaft. De ruwvoeders die aan deze norm voldoen, zijn opgenomen in de Positieve Lijst Ruwvoeders (zie register).
Artikel 26 Speenleeftijd (vermeerdering)
1 Biggen mogen niet eerder worden gespeend dan op een gemiddelde leeftijd van 38 dagen. Dit gemiddelde dient te gelden per groep van biggen die tegelijk worden gespeend.
Artikel 27
Oppervlakte ligruimte (vermeerdering)
1 De ligruimte voor dragende en guste zeugen dient tenminste de som te bedragen van:
- 0,5m2 per hok + 0,1m2 per dier + 0,1m2 per 20 kg varken.
De totale ruimte voor gespeende biggen dient minimaal 0,5m2 per dier te bedragen, hiervan bestaat maximaal 50% uit roostervloeren.
2 De ligruimte voor opfokzeugen dient tenminste 1m2 per dier te bedragen, met een minimum van 5m2 per hok.
3 De ligruimte voor dekberen dient tenminste 8m2 per dier te bedragen. Indien het hok eveneens als dekruimte gebruikt wordt, dient de beschikbare ruimte minstens 10m2 te bedragen.
4 Voor zogende zeugen in kraamopfokhokken (individuele huisvesting) gelden de volgende eisen: De hokoppervlakte dient tenminste 6,5m2 te bedragen, waarvan tenminste 4m2 ligruimte. Tenminste 3m2 van de ligruimte dient vrij toegankelijk te zijn voor de zeug.
5 Voor zogende zeugen in landhokken (individuele huisvesting) gelden de volgende eisen: De hokoppervlakte dient tenminste 4m2 te bedragen.
6 Voor zogende zeugen in groepshokken gelden de volgende eisen: De hokoppervlakte dient tenminste 4m2 per zeug te bedragen.
7 Hokken voor zogende zeugen dienen zo geconstrueerd te zijn, dat doodliggen van biggen door de zeug zoveel mogelijk wordt voorkomen.
8 Het gebruik van roosters in de ligruimte van de stal is niet toegestaan.
Artikel 28 Landhokken (vermeerdering)
1 Indien gebruik wordt gemaakt van landhokken als permanente verblijfplaats voor scharrelvarkens, dienen deze aan drie zijden volledig gesloten te zijn en voorzien te zijn van een dak. Wel is het toegestaan ventilatie-openingen aan te brengen.
Artikel 29
Oppervlakten uitloop (vermeerdering)
1 Voor een onverharde uitloop gelden de volgende oppervlakten als minimum eis per dier:
-Guste en dragende zeugen: 150m2
-Beren: 150m2
-Zogende zeugen in landhokken: 150m2
2 Voor een volledig verharde uitloop gelden de volgende oppervlakten als minimum eis per dier:
-Guste- en dragende zeugen: 10m2 met een minimum van 100m2 per groep
-(Guste) zeugen, tot 4 weken na spenen: 10m2
-Beren: 10m2
-Opfokzeugen: 1m2 met een minimum van 5m2 per dier.
3 Voor een gedeeltelijk verharde uitloop gelden de volgende oppervlakten als minimum eis per dier:
-Zeugen: 5m2 verhard + 100m2 onverhard
-Beren: 5m2 verhard + 100m2 onverhard.
Artikel 30
Ligruimte (vleesvarkenshouderij)
1 De ligruimte voor vleesvarkens dient tenminste de som te bedragen van:
- 0,5m2 per hok + 0,1m2 per varken + 0,1m2 per 20kg varken.
2 Het gebruik van roosters in de ligruimte van de stal is niet toegestaan.
Artikel 31
Oppervlakten uitloop (vleesvarkenshouderij)
1 Voor een onverharde uitloop geldt de volgende oppervlakte als minimum eis per dier: 25m2.
2 Voor een volledig verharde uitloop geldt de volgende oppervlakte als minimum eis per dier: Gelijk aan oppervlakte ligruimte.
3 Voor een gedeeltelijk verharde uitloop geldt de volgende oppervlakte als minimum eis per dier: Verharde gedeelte gelijk aan ligruimte + 25m2 onverhard.
Artikel 32 Voorschriften voor de handelaar
1 De handelaar is gehouden niet-scharrelvarkens, gescheiden in plaats en/of tijd van scharrelvarkens in voorraad te hebben en/of te vervoeren.
2 Het gebruik van electrische prikkelaars om scharrelvarkens te verplaatsen is verboden.
3 De in- en verkoopadministratie van scharrelvarkens dient gescheiden te zijn van de overige administratieve bescheiden in het bedrijf.
4 De handelaar dient wekelijks aan de inspectie-instelling schriftelijk opgave te doen van het aantal verhandelde scharrelvarkens.
Artikel 33 Voorschriften voor de slachterij
1 Het gebruik van electrische prikkelaars om scharrelvarkens te verplaatsen is verboden.
2 De hokruimte voor scharrelvarkens in de aankomstruimte van de slachterij dient gescheiden te zijn van de hokruimte voor niet-scharrelvarkens.
3 Producert draagt zorg voor de identificatie van scharrelvarkens op de slachterij.
4 De slachterij beperkt zich, waar het scharrelvarkens betreft, tot het verrichten van slachting en/of eventueel uitsnijden.
5 Het slachtproces van scharrelvarkens en het doorkoelen van karkassen van scharrelvarkens dient zodanig te worden uitgevoerd, dat verwisseling met niet-scharrelvarkens onmogelijk is.
6 Het slachtproces dient zodanig te geschieden, dat onnodig lijden van de dieren wordt voorkomen.
7 Het is de slachterijen verboden niet-scharrelvarkensvlees als scharrelvarkensvlees te verhandelen, te verkopen en/of in voorraad te hebben.
8 Het is de slachterij verboden onverpakt scharrelvarkensvlees te leveren aan niet-deelnemers, tenzij de slachterij vooraf alle scharrel-stempelmerken en andere identificatiemiddelen voor scharrelvarkensvlees van het vlees heeft verwijderd.
Artikel 34 Exclusiviteit (be- en verwerking)
1 Het be- en/of verwerkingsbedrijf en/of de grossier dat/die niet beschikt over een goedgekeurde routing als bedoeld in artikel 35, is verplicht in het bedrijf uitsluitend scharrelvarkensvlees, te be- of verwerken, in voorraad te hebben en/of te verhandelen.
2 Het is niet toegestaan om niet-scharrelvarkensvlees, in voorraad te hebben en/of te verhandelen als scharrelvarkensvlees.
Artikel 35
Routing (be- en verwerking)
1 Het is het be- of verwerkingsbedrijf en/of de grossier toegestaan om naast scharrelvarkensvlees ook niet-scharrelvarkensvlees aan te kopen en/of in het bedrijf te be- of verwerken, in voorraad te hebben en/of te verhandelen, tenzij het bedrijf beschikt over een door Producert goedgekeurde routing. In de routing dient te zijn vastgesteld op welke wijze het scharrelvarkensvlees (uniek) is geidentificeerd en hoe een scheiding van scharrelvarkensvlees met overige productstromen in plaats en/of tijd bewerkstelligd wordt, zodanig dat geen verwisseling van scharrelvarkensvlees met overige productstromen kan optreden.
2 De in het voorgaande lid genoemde routing dient te allen tijde te worden nageleefd en dient permanent ter inzage te liggen voor de inspecteur op een vaste plaats binnen het bedrijf.
Artikel 36 Afleveringsbon (be- en verwerking)
1 Iedere levering van scharrelvarkensvlees aan een deelnemer, dient vergezeld te gaan van een afleveringsbon.
2 De in het voorgaande lid genoemde afleveringsbon dient tenminste de volgende gegevens te bevatten:
- Naam en registratienummer van de leverancier;
- Naam van de afnemer;
- Aantal en hoeveelheid in kilogrammen per geleverd onderdeel;
- Datum van levering;
- Identificatie als zijnde scharrelvarkensvlees.
3 De afleveringsbonnen dienen volledig te worden ingevuld en ondertekend en tenminste zes maanden voor de inspecteur in het bedrijf ter inzage te zijn in de administratie.
Artikel 37 Identificatie (be- en verwerking)
1 Het be- of verwerkingsbedrijf en/of de grossier dient zijn scharrelvarkensvlees duidelijk als zodanig te identificeren bijvoorbeeld met gebruik van een identificatiemiddel dat voorzien is van het keurmerk PGSV.
2 Indien het be- of verwerkingsbedrijf en/of de grossier onverpakt scharrelvarkensvlees levert aan een niet-deelnemer, dienen alle aanduidingen die het vlees herkenbaar maken als scharrelvarkensvlees vooraf te zijn verwijderd.
Artikel 38 Inkoopverantwoording (be- en verwerking)
1 Het be- of verwerkingsbedrijf en/of de grossier dient wekelijks aan de inspectie-instelling schriftelijk opgave te doen van alle in- en verkooptransacties van scharrelvarkensvlees, waaronder tenminste de gegevens van de aangekochte en verkochte hoeveelheden scharrelvarkensvlees in kilogrammen, de gegevens van de leverancier en van de afnemers van het vlees.
Artikel 39 Exclusiviteit (verkoop)
1 Het vleesverkooppunt en het horecabedrijf zijn verplicht in het bedrijf uitsluitend scharrelvarkensvlees aan te kopen, te be- of verwerken, in voorraad te hebben en/of te verhandelen en/of aan te bieden aan consumenten, tenzij het bedrijf enkel scharrelvarkensvlees in voorverpakte toestand in- en verkoopt. Het scharrelvarkensvlees dient duidelijk als zodanig te zijn geidentificeerd en het vkeurmerk PGSV mag niet op of bij het niet-scharrelvlees worden gebruikt.
2 Reclame-uitingen en winkelaanduidingen etc. met betrekking tot het keurmerk PSGB, mogen slechts worden gebruikt ten aanzien van het scharrelvarkensvlees.
Artikel 40 Inkoopverantwoording (verkoop)
1 Het vleesverkooppunt en horecabedrijf dienen de afleverbonnen van het aangevoerde scharrelvarkensvlees voor een periode van tenminste drie maanden in de administratie op te nemen.
Artikel 41 Verkoopverantwoording (verkoop)
1 Het vleesverkooppunt dient een kassa-weegregister te gebruiken waar elk scharrelvarkensvleesartikel apart is benoemd en dat op de klantenbon het gewicht en de artikelnaam vermeldt.
2 Het vleesverkooppunt dient na iedere afrekening de klantenbon als bedoeld in lid 1, aan de klant te overhandigen.
3 Het vleesverkooppunt dient maandelijks een uitdraai te maken van de verkoopregistratie in het kassa-weegregister, per artikel.
4 De in het voorgaande lid genoemde kassa-uitdraaien dienen tenminste drie maanden te worden opgenomen in de administratie.
5 Van leveringen aan horeca en instellingen dient het vleesverkooppunt de afleverbonnen tenminste drie maanden in de administratie op te nemen.
Artikel 42 Registratie als omschakelbedrijf
1 Een productiebedrijf dat niet kan worden toegelaten tot deelname aan de regling PGSV doordat het nog niet aan alle voorschriften voldoet als genoemd in deel II van de Algemene Voorwaarden Overeenkomsten PGSV, kan onder voorwaarden genoemd in de artikelen 43 en 44, door Producert de omschakelstatus toegekend krijgen en als omschakelbedrijf worden geregistreerd.
2 Een omschakelbedrijf kan, mits het voldoet aan het bepaalde in het eerste lid en de artikelen 43 en 44, scharrelvarkens onder de regeling PGSV Scharrelvarkens afzetten.
Artikel 43 Omschakelbedrijven vermeerdering
1 Algemeen: 1) Het bedrijf dient te zijn erkend in het kader van de regeling PGSV en het bedrijf voldoet aan de overige bepalingen van de Algemene Voorwaarden Overeenkomsten PGSV en de bijbehorende bijlagen; 2) Er mogen geen andere dan scharrelvarkens op het bedrijf worden gehouden; 3) In geval van een gesloten bedrijf, kan de omschakelstatus alleen voor het vermeerderingsdeel worden verleend; 4) In alle stallen is het lichtdoorlatende oppervlak 1/30 deel van het vloeroppervlak; 5) Alle scharrelvarkens, met uitzondering van zogende zeugen, krijgen dagelijks de beschikking over een ruime hoeveelheid ruwvoer; 6) Alle scharrelvarkens krijgen krachtvoer dat aan de speciale GMP-code voor scharrelvarkensvoer voldoet of dat aan een gelijkwaardige code 7) Alle scharrelvarkens hebben permanent drinkwater ter beschikking; 8)
Couperen van staarten en knippen van tanden is niet toegestaan 9) Het bedrijf voldoet aan het bepaalde in artikel 23.
2 Aanvullend voor guste- en dragende zeugen:
1) De varkens worden los in groepen gehouden;
2) Er is een ligruimte beschikbaar van tenminste de som van 0,5m2 per hok + 0,1m2 per dier + 0,1m2 per 20 kg lichaamsgewicht;
3) De ligruimte is ingestrooid met ongehakseld stro.
3 Aanvullend voor beren:
1) Een beer heeft een ligruimte ter beschikking van tenminste 4m2 per dier;
2) De totale oppervlakte van het hok bedraagt tenminste 6m2;
3) De ligruimte is ingestrooid met ongehakseld stro.
4 Aanvullend voor gespeende biggen:
1) De varkens worden in groepen gehouden;
2) Er is een ligruimte beschikbaar van tenminste de som van 0,5m2 per hok + 0,1m2 per dier + 0,1m2 per 20kg lichaamsgewicht;
3) De ligruimte is ingestrooid met ongehakseld stro.
5 Vanaf de datum van registratie als bedrijf met omschakelstatus, kan een bedrijf maximaal een jaar als zodanig aan de regeling PGSV deelnemen, mits de benodigde vergunningen verkregen zijn en een gedetailleerd bouwplan overlegd kan worden en de financiering voor de verbouwing is toegekend. Na zes maanden zal beoordeeld worden in hoeverre voldoende vordering is gemaakt met de bedrijfsaanpassingen. Indien de geplande investeringen op dat moment in onvoldoende mate gerealiseerd zijn, kan de registratie als omschakelbedrijf beeindigd worden. Na het verstrijken van deze periode van een jaar dient het bedrijf aan alle voorschriften van de regeling PGSV te voldoen. Is dit laatste niet het geval, dan wordt de registratie beeindigd en kunnen de dieren vanaf dat moment niet meer worden afgezet onder de regeling PGSV.
Artikel 44 Omschakelstatus vleesvarkenshouderij
1 Het bedrijf dient erkend te zijn in het kader van de regeling PGSV en het bedrijf voldoet aan de overige bepalingen van de Algemene Voorwaarden Overeenkomsten PGSV en de bijbehorende bijlagen.
2 De aan te kopen scharrelvarkens dienen de IKB-status te hebben. Het bedrijf voldoet aan het bepaalde in artikel 23 van de Algemene Voorwaarden Overeenkomsten regeling PGSV en de bijbehorende bijlagen.
3 De huisvesting van deze scharrelvarkens is in ieder geval voorzien van ingestrooide lignesten, groepshuisvesting en voldoende daglicht conform het bepaalde in de regeling PGSV.
4 De scharrelvarkens worden uitsluitend gevoerd met scharrelvarkensvoer (speciale GMP-code of een code die hieraan tenminste aantoonbaar gelijkwaardig is). De beoordeling van de gelijkwaardigheid geschiedt door het Producert op kosten van de natuurlijke- of rechtspersoon die hiertoe een aanvraag indient), aangevuld met ruwvoer.
5 Er wordt permanent drinkwater verstrekt.
6 De scharrelvarkens zijn in ieder geval 1/3 van de levensperiode onder omschakelvoorwaarden gehouden.
7 Vanaf de datum van registratie als bedrijf met omschakelstatus kan een bedrijf maximaal een jaar als zodanig aan de regeling PGSV deelnemen. Na het verstrijken van deze periode dient het bedrijf aan alle voorschriften van de regeling PGSV te voldoen. Is dit laatste niet het geval, dan wordt de registratie beeindigd en kunnen de vleesvarkens vanaf dat moment niet meer worden afgezet onder de regeling PGSV.
Artikel 45
Product-identificatievoorwaarden
1 Scharrelvarkens en scharrelvarkensvlees en -vleeswaren dienen als zodanig duidelijk te zijn geidentificeerd.
2 Indien een deelnemer die het scharrelvarkensvlees of de vleeswaren verpakt, het keurmerk PGSV op de verpakking plaatst, dient hij op de verpakking tevens het -door Producert- aan hem toegekende registratienummer, te plaatsen.
3 De deelnemer dient zorgvuldig om te gaan met identificatiemiddelen, teneinde misbruik uit te sluiten.
Artikel 46 Administratie
1 Iedere deelnemer dient een zodanige administratie te voeren, dat te allen tijde op eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in de gegevens die benodigd zijn om de naleving van het bepaalde bij of krachtens de regeling PGSV te inspecterne.
2 De administratie bedoeld in het voorgaande lid, dient, ter vereenvoudiging van de inspectie en/of toetsing door Producert gescheiden te zijn van de overige administratie binnen het bedrijf.
3 De bewaartermijn bedraagt tenminste een jaar, tenzij in de desbetreffende voorschriften van de regeling PGSV anders is bepaald.
Artikel 47 Meldingsplicht bedrijfswijzigingen
1 De deelnemer is verplicht om iedere wijziging op zijn bedrijf of in zijn bedrijfsvoering die van invloed is op de deelname-overeenkomst, onverwijld schriftelijk te melden aan Producert.
2 Indien daartoe aanleiding is, kan Producert naar aanleiding van een wijziging als bedoeld in het voorgaande lid, besluiten een extra inspectie uit te laten voeren voor rekening van de natuurlijke- of rechtspersoon die de deelname-overeenkomst heeft gesloten.
Artikel 48
Gebruik merk Producert Gecertificeerd Scharrelvarkensvlees
1 De productiebedrijven en de handelaar verkrijgen met het sluiten van de deelname-overeenkomst het recht om het keurmerk PGSV te gebruiken op bonnen, afrekeningen, facturen of anderszins, ten behoeve van de herkenbaarheid van het bedrijf als deelnemer, met dien verstande dat het niet mag worden gebruikt in uitingen naar de consument toe, indien daarin een relatie -in welke vorm dan
ook- wordt gelegd tussen het product scharrelvarkensvlees of vleeswaren en het keurmerk PGSV.
2 De deelnemende bedrijven in het traject vanaf de slachterij verkrijgen met het sluiten van de deelname-overeenkomst het recht om het keurmerk PGSV te gebruiken ten behoeve van de herkenbaarheid van het bedrijf als deelnemer, het aanbieden aan consumenten van scharrelvarkensvlees of -vleeswaren, en het communiceren omtrent scharrelvarkensvlees of - vleeswaren met deelnemende bedrijven en/of met consumenten.
3 Iedere deelnemer die het gebruiksrecht op het keurmerk PGSV heeft verkregen, is uitsluitend tot het gebruik bedoeld in het eerste en tweede lid, gerechtigd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de deelanmeovereenkomst met Producert.
Artikel 49 Inspectie
1 In het kader van het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de regeling PGSV worden bij de deelnemers periodiek inspecties uitgevoerd.
2 De inspectiebevindingen kunnen door Producert worden gemeld aan de instanties die door of namens de overheid zijn belast met -onder meer- de controle en/of inspectie en/of toezicht en/of opsporing en/of verificatie en/of handhaving terzake van wettelijke eisen.
3 Ten aanzien van de inspectie, alsmede toetsing door Producert is het bepaalde bij of krachtens het reglement PGSV (de actueel geldende versie) van toepassing.
Artikel 50 Sancties
1 Indien Producert naar aanleiding van een inspectie als bedoeld in artikel 49, dan wel anderszins, vaststelt dat een deelnemer het bepaalde bij of krachtens de regeling PGSV en/of de deelname- overeenkomst niet of niet behoorlijk nakomt, wordt de betrokken deelnemer een sanctie opgelegd.
2 De toegepaste sanctie kan door Producert worden gemeld aan de instanties die door of namens de overheid zijn belast met -onder meer- de controle en/of inspectie en/of toezicht en/of opsporing en/of verificatie en/of handhaving terzake van wettelijke eisen.
3 Ten aanzien van het opleggen van sancties door Producert is het reglement PGSV van toepassing.
Artikel 51 Sancties II
1 De sancties op niet of niet behoorlijke nakoming van het bepaalde bij of krachtens de regeling PGSV en/of de deelname-overeenkomst kunnen bestaan uit:
a) een schriftelijke berisping (waarschuwing) en/of;
b) een of meerdere herinspecties voor rekening van de natuurlijke- of rechtspersoon die de deelname-overeenkomst m.b.t. het betrokken bedrijf heeft gesloten en/of;
c) het stellen van de deelnemer onder verscherpte controle gedurende de periode van een jaar, zijnde een verdubbeling van het standaard aantal op het bedrijf uit te voeren inspecties, voor rekening van de natuurlijke- of rechtspersoon die de deelname-overeenkomst m.b.t. het betrokken bedrijf heeft gesloten en/of:
d) schorsing van de erkenning/registratie als deelnemer voor een bepaalde periode en van het recht op het gebruik van het keurmerk PGSV en/of;
2 e) uitsluiting van deelname aan de regeling PGSV voor een bepaalde periode en intrekking van het keurmerk PGSVs en/of;
f) beeindiging van de deelname-overeenkomst m.b.t. de betrokken deelnemer.
Artikel 52 Advies
1 Belanghebbende partijen klunnen ten alle tijde schriftelijk advies uitbrengen aan Producert m.b.t. verbetering van de regling PGSV.
Artikel 53 Klachten
1 Klachten m.b.t. de uitvoer van de regeling PGSV kunnen schriftelijk worden voorgelegd aan Producert.
2 Producert zal deze klachten conform haar klachtenprocedure binnen redelijke termijn afhandelen.
Artikel 54 Kosten
1 De kosten terzake van de te verrichten ingangstoetsing komen voor rekening van de natuurlijke- of rechtspersoon bedoeld in artikel 4, tweede lid. De kosten terzake van deelname aan de regeling Scharrelvarkens, (waaronder tenminste de inspectiekosten) komen voor rekening van de natuurlijke- of rechtspersoon bedoeld in artikel 5, tweede lid.
2 De kosten die betrekking hebben op het beheer en de uitreiking van en het toezicht op het gebruik van het keurmerk PGSV, komen voor rekening van de gebruiks gerechtigden.
Artikel 55
Beeindiging deelname-overeenkomst
1 De deelname-overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Beeindiging van de deelname- overeenkomst dient schriftelijk te geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste twee maanden.
2 Indien een deelnemer zijn erkenning in het kader van de regeling PGSV verliest -door middel van een sanctie dan wel anderszins- wordt de deelname-overeenkomst per gelijke datum als ontbonden beschouwd.
Artikel 56 Retourneren bescheiden
1 Indien deelname aan de regeling PGSV wordt beeindigd, dient het betreffende bedrijf ieder gebruik van het keurmerk PGSV onmiddelijk te staken en alle bescheiden die betrekking hebben op deelname aan de regeling PGSV onmiddelijk aan Producert te retourneren.
Artikel 58 Wijzigingen
1 Wijzigingen in de regeling PGSV, welke door Producert zijn vastgesteld, worden geacht in de deelname-overeenkomsten door te werken. De betrokken bedrijven zijn verplicht deze wijzigingen na te leven en/of te doen naleven.
2 Wijzigingen in de regeling PGSV worden door Producert na vaststelling door het bestuur, bekend gemaakt aan de deelnemers. Een exemplaar van de regeling PGSV kan te allen tijde worden opgevraagd bij Producert.