Onderhandschen verkoop aan Amsterdam van een perceel grond te Buiksloot en van liet aan d. Staat behoorende deel v. h. IJ.
[150. 3.]
Onderhandschen verkoop aan Amsterdam van een perceel grond te Buiksloot en van liet aan d. Staat behoorende deel v. h. IJ.
Art. 1.
Langt de westzijdV van den mb 1°. verkochten grond moet door en ten luwte der gemeente Amsterdam een net reeterwerk worden geplaatst, ter booste van minstens één meter boven denbeganen grond, welk raster voortdurend door de gemeente OÏ bare opvolgers in den eigendom in goeden stunt moet worden onderbonden; een en ander ten genoege van de directie van den waterstaat
Art. 2.
Het onderhoud van de op den verkochten grond gelegen zomerkaden komt ten laste van de gemeente, zoodat de bepaling daaromtrent gemaakt in de overeenkomst gedag- teekend ilen 14/20 Junij 18(51, tusschen den Staat en de gemeente Amsterdam gesloten, komt te vervallen.
Art. S.
De pachtprijs van bet dertiende perceel der stortgronden, den 2üsten Februari] 1873 tot den 31sten December 1878 in het openbaar verpacht, en van welk perceel de verkochte grond een gedeelte uitmaakt, zal geheel door den Staat genoten worden.
nadeclige crfdicnsthuarhcdcu , luitenen lasten, alles aan liet gemeentebestuur volkoman bekend, (leen der beide partijen zal immer eenige navordering kunnen doen gelden wegens over* of ondermaat der verkochte oppervlakten.
Art. 11.
Alle de kosten, waartoe deze acte aanleiding geeft, die der levering daaronder begrepen, moeten te gelijk met den koopprijs door de gemeente aan den ontvanger der regis- tratie en domeinen te Purmerende, worden betaald.
Aldus in duplo opgemaakt en goteekend te Purmerende den vierden Januarij 1800 zeven en zeventig , en te Amster- dani den 13den Januarij 1877.
C. XXX XxxXXX. DEN TEX.
Voor kopij conform,
De Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Finantien,
PiAHTSTKA.
[150 . 3.]
Art. 4.
De Staat blijft de bevoegdheid behouden om te zorgen voor de diephouding van de vaargeulen in het verkochte deel van het IJ, in de rigting van de voorhavens tot aan de dieptelijn van (5,30 meter onder Amsterdainsch peil, en de gemeente Amsterdam moet de uitvoering toelaten van alle werken die van Staatswege worden noodig geacht, aan de bavendainmen zelve en aan de steenglooijingen bij de monden van het Groot Noordhollandseh Kanaal.
Art. 5.
De gemeente is verpligt om de baken, die op de over- gedragen dammen staan, voortdurend in goeden staat, ten genoege van den Minister van Binnenlandsche Zaken, te onderhouden, zoolang1 de dammen blijven Instaan.
Art. 6.
De Staat ia van nu af ontheven van het onderhoud der verkochte oeverwerken en dammen.
Door deze overeenkomst wordt niets te kort gedaan aan de overeenkomst met de gemeente Amsterdam gesloten bij acte van 25 April 187(! ten overstaan van den te Amster- dam residerenden notaris W . A. J. BLZKvm DOM.
Art. 7.
Binnen twintig dagen na de afkondiging der beknch* tigingswet moet de koopprijs worden betaald, en wel twintig duizend gulden ten kantore van den ontvanger der regis- tratie en domeinen te Purmerende, en een duizend acht honderd vijftig gulden ten kantore van den ontvanger der geregtelijke acten en domeinen te Amsterdam.
Art. 8.
De sub 1°. verkochte grond langs het Noordhollandseh kanaal kan in gebruik worden aanvaard op den laten Januari] 1800 negen en zeventig en het verkochte gedeelte van bet IJ met de daar langs en daarin gelegen oever- werken en dammen . dadelijk na de betaling van den koop- prijs. terwijl de grond- en andere lasten, waarmede bet verkochte is belast of later belast mogt worden, van den laten Januarij 1800 zeven en zeventig af, voor rekening van de gemeente Amsterdam komen.
Art. !).
De overschrijving dezer acte geschiedt door de zorg van den ontvanger der registratie en domeinen te Purmerende, nadat de wettelijke goedkeuring is verleend en de betaling van den koopprijs met de onkosten heeft plaats gehad.
Art. 10.
De gemeente Amsterdam aanvaardt het gekochte in den staat waarin het zich thans bevindt, niet al de vóór- en
MEMORIE VAN TOELICHTING.
Na de wet van 9 November 1873 (Staatsblad n°. 188) gaf bet gemeentebestuur van Amsterdam zijn wensch te kennen, nog voor de gemeente aan te koopen:
a. den grond ten noordoosten van het reeds verkochte perceel onder Buiksloot;
b. bet deel van het IJ dat nog aan den Staat behoort
Het publiek belang van Amsterdam, dat tot den bij de wet van 9 November 1875 bekrachtigden verkoop leidde, motiveert ook den verkoop van den sub a bedoelden grond, die voor de kanaaldienst niet langer noodig is.
De verkoop van het aan den Staat behoorende deel van het IJ , op de hierbij overgelegde kaart met eene blaauwe kleur aangegeven, is zeer in het belang van Amsterdam, omdat die gemeente daardoor meesteres wordt van eene oppervlakte water, die eigenlijk een harer havens is. De eigendom dier haven stelt de gemeente in de gelegenheid tot het nemen van zoodanige maatregelen als in het be- lang van handel en scheepvaart noodig en het best aan bare zorg toevertrouwd zijn.
Alleen behoort de Staat de bevoegdheid te behouden tot uitdieping van het IJ , voer zoover die noodig is in het belang van het Groot Noordhollandseh kanaal.
De grond onder Xxxxxxxxx is door twee beledigde des- kundigen geschat op f 22 000 ; de kosten der afscheiding van de overige Rijksgronden , zoo als die in het belang van bet Groot Noordhollandseh kanaal verlangd wordt, zullen ongeveer f 4000 bedragen. Daar de helft dier kos- ten , volgens art. 678 Burgerlijk Wetboek, ten laste van den Staat en de wederhelft ten laste der gemeente komt, kan , nu die kosten voor het geheel ten laste der gemeente worden gebragt, de koopprijs van f20 000 voldoende wor- den geacht.
Het deel van het IJ dat nog aan den Staat behoort, heeft eene grootte van ongeveer 132,(59 hektaren en is door twee beledigde deskundigen geschat op f20 per hektare, dus voor liet geheel op ongeveer f 3030.
Wanneer dit deel van het IJ gemeente-eigendom wordt, vervalt de reden . waarom de Staat nu de oeverwerken langs dat deel, die op gemeente-eigendom liggen , onder- houdt , en is het vvenschelijk , het beheer en onderhoud dier werken aan de gemeente over te dragen.
Hetzelfde is het geval met twee dammen in dit deel van het IJ gelegen , met de daarop staande bakens.
Het gekapitaliseerd bedrag der kosten van onderhoud dezer werken bedraagt ongeveer f 1200. De koopprijs van f1850 is dus, delasten in aanmerking genomen, voldoende.
De bij de acte van verkoop behoorende teekening van den grond te Buiksloot is mede hierbij overgelegd.
De Minister xxx Xxxxxxxxx,
X. X. x. X. XXXX.