OEO – D.D. 016.632 – INFORMATIENOTA OVER DE PREFERENTIËLE OORSPRONGSREGELS IN DE HANDELS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN HET VERENIGD KONINKRIJK
OEO – D.D. 016.632 – INFORMATIENOTA OVER DE PREFERENTIËLE OORSPRONGSREGELS IN DE HANDELS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN HET VERENIGD KONINKRIJK
Originele versie: | 31 december 2020 |
INLEIDING
Op 23 december 2016 koos het Verenigd Koninkrijk door middel van een referendum ervoor om de Europese Unie te verlaten. Na drie jaar onderhandelen sloten beide partijen een terugtrekkingsovereenkomst dat bepaalde dat het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 februari geen deel meer zou uitmaken van de Europese Unie. Om een harde Brexit te vermijden voorzag de terugtrekkingsovereenkomst een overgangsperiode vanaf 1 februari 2020 tot en met 31 december 2020 waarbinnen de Uniewetgeving onverkort van toepassing was voor en binnen het Verenigd Koninkrijk.
Op 24 december 2020 bereikten de Europese Unie enerzijds en het Verenigd Koninkrijk van Groot Brittannië en Noord-Ierland anderzijds een principeakkoord over de tekst van een bilaterale Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (hierna: de Overeenkomst) tussen beide Partijen. Deze nieuwe Overeenkomst bestaat uit vier belangrijke elementen:
1) een nieuw Vrijhandelsakkoord;
2) een samenwerking op vlak van economie, sociale zaken, milieu en visserij;
3) een partnerschap op vlak van veiligheid van de burgers;
4) een samenwerking inzake een overkoepelend bestuurskader.
Gezien de korte periode tussen het bereiken van de overeenkomst en het einde van de overgangsperiode, werd besloten om de Overeenkomst voorlopig in werking te laten treden op 1 januari 2021 in afwachting van de goedkeuring en ratificatie ervan door o.m. het Europees Parlement en de parlementen van de lidstaten.
In afwachting van de bekendmaking van de tekst in het Publicatieblad van de Europese Unie (EUR-LEX), kan de integrale tekst in het Engels worden geraadpleegd via volgende link:
xxxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxx/xxxxx/xxxx/xxxxx/xxxxx_xx- uk_trade_and_cooperation_agreement.pdf
Deze informatienota heeft als doel de preferentiële oorsprongsregels uit de Overeenkomst te bespreken en te verduidelijken waar nodig. In de Overeenkomst kunnen de oorsprongsregels in het volgende deel worden teruggevonden (vanaf pagina 27):
• PART TWO: TRADE, TRANSPORT, FISHERIES AND OTHER ARRANGEMENTS
o HEADING ONE: TRADE
▪ Chapter 2: Rules of origin Daarnaast zijn ook volgende bijlagen van toepassing:
• ANNEX ORIG-1: Inleidende nota’s voor de productspecifieke oorsprongsregels
• ANNEX ORIG-2: Productspecifieke oorsprongsregels
• ANNEX ORIG-2A: Oorsprongscontingenten en alternatieven voor de productspecifieke
oorsprongsregels in bijlage ‘ANNEX ORIG-2;
• ANNEX ORIG-2B: Overgangsmaatregelen voor productspecifieke oorsprongsregels voor elektrische accumulatoren en elektrische voertuigen
• ANNEX ORIG-3: Leveranciersverklaring
• ANNEX ORIG-4: Tekst van het attest van oorsprong
• ANNEX ORIG-5: Gezamenlijke verklaring inzake het Vorstendom Andorra
• ANNEX ORIG-6: Gezamenlijke verklaring inzake de republiek San Xxxxxx
De oorsprongsbepalingen uit deze Overeenkomst liggen in de lijn met de Economische Partnerschapsovereenkomst die de EU eerder met Japan heeft afgesloten. Net zoals in dat akkoord zijn ook deze oorsprongsbepalingen van bilaterale aard hetgeen inhoudt dat ze enkel van toepassing zijn op de partijen die de Overeenkomst hebben afgesloten, zijnde de EU en het VK.
Andere gelijkenissen zijn het gebruik van het attest van oorsprong (met REX-zelfcertificatie voor EU-exporteurs) en van importer’s knowledge (aan de importeur bekende informatie) als basis om tariefpreferenties aan te vragen.
Het is belangrijk om te benadrukken dat het VK geen deel meer uitmaakt van de preferentiële overeenkomsten die de EU heeft afgesloten. Het VK moet als een aparte partij worden beschouwd en zal zelf preferentiële overeenkomsten sluiten zonder tussenkomst van de EU.
Hieruit komt o.a. voort dat vanaf 1 januari 2021 de pan-Euromediterrane oorsprongsregels niet meer van toepassing zijn in kader van het handelsverkeer tussen de EU en het VK. Er kan tussen beide Partijen dus géén gebruik meer worden gemaakt van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en EUR-MED. De vergunning van toegelaten exporteur is evenmin van toepassing.
Daarnaast kunnen er in de EU geen vervangingscertificaten meer worden afgeleverd voor goederen met VK-oorsprong die dan verder worden uitgevoerd naar een ander land van de PEM-zone (enkel niet naar de PEM-zone? Ook niet naar andere landen waarmee er een vrijhandelsakkoord is). Wanneer goederen van VK-oorsprong via de EU worden uitgevoerd naar een ander land van de PEM-zone, moet er worden gekeken naar de
oorsprongsbepalingen die zijn vervat in het akkoord tussen het VK en het desbetreffende land van invoer. De preferentiële oorsprongsbewijzen worden in dat geval immers afgegeven in het VK en er moet worden gekeken naar de regel inzake rechtstreeks vervoer of niet- manipulatie die van toepassing is voor dat specifiek akkoord tussen het VK en het desbetreffende land.1
Verder zullen de leveranciersverklaringen die werden afgeleverd voor en tijdens de overgangsperiode niet meer kunnen worden gebruikt vanaf 1 januari 2021. Dit wil dus ook zeggen dat goederen of materialen waarvoor in 2020 nog een Britse leveranciersverklaring werd afgeleverd, vanaf 1 januari 2021 enkel nog kunnen worden beschouwd als niet van oorsprong zijnde goederen.
Op het moment van opstellen van deze informatienota konden wij enkel beschikken over de Engelse taalversie van de ontwerpovereenkomst. Van zodra de andere taalversies zijn gepubliceerd en telkens we verdere informatie ontvangen, zullen wij deze nota bijwerken.
1 Deze paragraaf en de paragraaf daarboven zijn mutadis mutandis van toepassing op alle preferentiële overeenkomsten die de EU en het VK afzonderlijk hebben afgesloten. De vrijhandelsakkoorden die het VK heeft afgesloten zijn te raadplegen via: xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxx/xx-xxxxx-xxxxxxxxxx-xxxx-xxx-xx-xxxxxxxxx. Voor de Europese vrijhandelsakkoorden kan u terecht op onze website: xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxx/xxxxxxxxx/xxxxx-xxx- preferenti%C3%ABle-akkoorden-en-douane-unies
INHOUD
1.1. Algemeen (artikel ORIG 3) 5
1.2. Cumulatie (artikel ORIG 4) 5
1.3. Productspecifieke oorsprongsregels 5
1.4. Toleranties (artikel ORIG 6) 6
1.5. Gescheiden boekhouding (artikel ORIG 14) 6
1.6. Territoriale voorwaarden - niet-wijziging (artikel ORIG 16) 7
1.7. Drawback of vrijstelling van douanerechten (artikel ORIG 17) 8
2.1. Verzoek om preferentiële tariefbehandeling (artikel ORIG 18) 8
2.2. Tijdstip verzoek om preferentiële tariefbehandeling (artikel ORIG 18a) 8
2.3. Attest van oorsprong (artikel ORIG 19) 9
2.4. Verschillen en vormfouten (artikel ORIG 20) 11
2.5. Aan de importeur bekende informatie - importer’s knowledge (artikel ORIG 21) 12
2.6. Bijhouden van gegevens (artikel ORIG 22) 13
2.7. Vrijstelling van bewijs van oorsprong (artikel ORIG 26) 13
2.8. Overgangsbepalingen voor doorvoer of opslag van goederen (artikel ORIG 30) 14
3. CODES OP DE DOUANEAANGIFTE 14
4. BIJKOMENDE INFORMATIE EN CONTACT 14
4.1. Aanvullende informatiebronnen 14
1. OORSPRONGSREGELS
1.1. Algemeen (artikel ORIG 3)
Voor de toepassing van de preferentiële tariefbehandeling wordt producten beschouwd als zijnde van oorsprong indien ze voldoen aan één van de volgende voorwaarden:
a) De producten zijn volledig in een Partij verkregen in de zin van artikel 5 (geheel en al verkregen producten);
b) De producten zijn in een Partij vervaardigd van materialen die enkel van oorsprong zijn uit de desbetreffende Partij;
c) De producten worden in een partij vervaardigd met materialen die niet van oorsprong zijn, maar ze voldoen aan productspecifieke oorsprongsregels die worden vermeld in bijlage ‘ANNEX ORIG-2’ van de Overeenkomst.
1.2. Cumulatie (artikel ORIG 4)
Het protocol voorziet in twee types van cumulatie:
⮚ Bilaterale cumulatie met enkel materialen van oorsprong uit één van beide partijen. Een product van oorsprong uit één van de partijen wordt beschouwd als van oorsprong uit de andere partij indien het daar bewerkt wordt, mits ze in die partij be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan de in het protocol vermelde ontoereikende be- of verwerkingen.
⮚ Volledige cumulatie waarbij er niet enkel rekening wordt gehouden met niet van oorsprong zijnde materialen, maar ook met de bewerkingen of verwerkingen, of de toegevoegde waarde in de Partijen. In tegenstelling tot andere vormen van cumulatie is het niet nodig dat de goederen reeds van oorsprong zijn uit een Partij alvorens ze naar de andere partij worden uitgevoerd voor verdere bewerking of verwerking.
Zie ook bijlage ‘ANNEX ORIG 3’ van de Overeenkomst voor het model van leveranciersverklaring dat kan worden gebruikt in kader van de informatieverstrekking bij volledige cumulatie tussen beide Partijen.
1.3. Productspecifieke oorsprongsregels
De lijst van be - of verwerkingen die moeten worden toegepast op niet van oorsprong zijnde materialen om deze oorsprong te verlenen, is opgenomen in bijlage ‘ANNEX ORIG-2’ van de Overeenkomst. Xxxxxxx ook rekening te houden met de inleidende aantekeningen in bijlage ‘ANNEX ORIG-1’ van de Overeenkomst.
1.4. Toleranties (artikel ORIG 6)
Wanneer een product niet voldoet aan de productspecifieke regels in de bijlage ‘ANNEX ORIG- 2’ van de Overeenkomst doordat er niet van oorsprong zijnde materialen worden gebruikt, kan het alsnog van oorsprong uit een Partij worden beschouwd, mits:
a) het totale gewicht van niet van oorsprong zijnde materialen die worden gebruikt in de productie van producten die vallen onder de hoofdstukken 2 en 4 tot en met 24 van het geharmoniseerd systeem, andere dan de verwerkte visserijproducten van hoofdstuk 16, mag niet hoger zijn dan 15% van het gewicht van het product; of
b) De totale waarde van niet van oorsprong zijnde materialen voor alle andere producten, behalve de producten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het Geharmoniseerd Systeem, is niet hoger dan 10% van de prijs af-fabriek (EXW) van het product.
Voor de producten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het Geharmoniseerd Systeem, zijn de toleranties bepaald in aantekeningen 7 en 8 van bijlage ‘ANNEX ORIG-1 (INTRODUCTORY NOTES TO PRODUCT-SPECIFIC RULES OF ORIGIN)’ van de
Overeenkomst.
Bovenvermelde percentages mogen niet worden toegepast om de maximum waarde of het maximum gewicht van niet van oorsprong zijnde materialen die zijn vermeld in de lijst in bijlage ‘ANNEX ORIG-2’ van de Overeenkomst te overschrijden.
De toleranties zijn niet van toepassing op producten die geheel en al zijn verkregen in een Partij in de zin van artikel ORIG 5 , oftewel de volledig verkregen producten, tenzij een bepaalde productspecifieke regel in bijlage ‘ANNEX ORIG-2’ stelt dat geheel en al verkregen goederen moeten worden gebruikt tijdens een vervaardiging.
1.5. Gescheiden boekhouding (artikel ORIG 14)
Fungibele (= vervangbare) materialen of producten moeten in principe apart worden opgeslagen naargelang ze van oorsprong zijn of niet.
Met fungibele materialen of fungibele producten worden materialen of producten bedoeld die van dezelfde soort en handelskwaliteit zijn, dezelfde technische en fysieke kenmerken hebben, en die voor oorsprongsdoeleinden van elkaar niet te onderscheiden zijn.
Wanneer het aanhouden van afzonderlijke voorraden van wel en niet van oorsprong zijnde vervangbare materialen met aanzienlijke kosten of moeilijkheden gepaard gaat, kunnen de douaneautoriteiten, op schriftelijk verzoek van de betrokkene, toestaan dat voor het beheer van deze voorraden de methode van de gescheiden boekhouding wordt gebruikt.
Niettegenstaande voorgaande paragrafen kunnen van oorsprong en niet van oorsprong zijnde fungibele producten die zijn ingedeeld bij:
• Hoofdstukken 10, 15, 27, 28, 29,
• posten 32.01 tot en met 32.07, of
• posten 39.01 tot en met 39.14;
van het Geharmoniseerd Systeem, in een Partij worden opgeslagen alvorens te worden geëxporteerd naar de andere Partij zonder fysiek te zijn gescheiden op voorwaarde dat de methode van gescheiden boekhouding wordt gebruikt.
Een verzoek om deze vergunning aan te vragen kan worden verstuurd naar xx.xxx.xxxxxx0@xxxxxx.xxx.xx
1.6. Territoriale voorwaarden - niet-wijziging (artikel ORIG 16)
Een product van oorsprong dat wordt aangegeven voor binnenlands gebruik in het land van invoer, mag in een land dat geen deel uitmaakt van de overeenkomst op geen enkele manier zijn gewijzigd of getransformeerd of enige andere behandeling hebben ondergaan. Enkel volgende behandelingen zijn toegestaan:
⮚ behandelingen die noodzakelijk zijn om de goede staat te bewaren;
⮚ behandelingen die bestaan uit het toevoegen/aanbrengen van merken, etiketten, verzegelingen of andere documentatie teneinde te waarborgen dat aan de specifieke interne vereisten van de partij van invoer wordt voldaan, voordat zij tot verbruik worden aangegeven.
Een product mag in een derde land worden opgeslagen of tentoongesteld op voorwaarde dat het in dat derde land onder douanetoezicht blijft.
Zendingen kunnen in een derde land worden gesplitst wanneer dit door de exporteur zelf of onder zijn verantwoordelijkheid gebeurt en op voorwaarde dat de zendingen in dat derde land onder douanetoezicht blijven.
Bij twijfel of aan de hierboven vermelde voorwaarden werd voldaan kan de douane aan de importeur verzoeken om te bewijzen dat hij aan de voorwaarden voldoet. Het bewijs kan met alle middelen worden geleverd, waaronder:
⮚ vervoersovereenkomsten zoals cognossementen; of
⮚ feitelijk/concreet bewijsmateriaal zoals merktekens of nummering van de colli; of
⮚ ander bewijsmateriaal betreffende het product zelf.
1.7. Drawback of vrijstelling van douanerechten (artikel ORIG 17)
Er geldt geen verbod op de teruggave of vrijstelling van de douanerechten. Van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong uit de EU of uit het VK, waarvoor overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst een oorsprongsbewijs werd afgeleverd, komen in de EU of in het VK in aanmerking voor de teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.
Drawback (= terugbetaling) en vrijstelling van douanerechten wordt dus toegestaan gedurende minstens twee jaar vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst.
De Overeenkomst voorziet dat na deze initiële periode het systeem van drawback of vrijstelling van douanerechten kan worden beperkt.
2. OORSPRONGSBEWIJZEN
2.1. Verzoek om preferentiële tariefbehandeling (artikel ORIG 18)
De importeur in de Partij van invoer dient de aanvraag van de preferentiële tariefbehandeling in bij de douaneautoriteiten van de partij van invoer. Hij is tevens verantwoordelijk voor de juistheid van deze aanvraag en hij moet nagaan of de producten waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoen aan de oorsprongsbepalingen uit de Overeenkomst.
Het verzoek om preferentiële tariefbehandeling wordt gedaan op basis van ofwel:
- een door de exporteur opgesteld attest van oorsprong waaruit blijkt dat het product van oorsprong is, of
- de aan de importeur bekende informatie dat het product van oorsprong is (=
‘importer’s knowledge’)
Indien de preferentiële tariefbehandeling wordt gevraagd op basis van een attest van oorsprong, dan moet de importeur dit attest bijhouden en een kopie ervan voorleggen aan de douane wanneer zij daarom vragen.
2.2. Tijdstip verzoek om preferentiële tariefbehandeling (artikel ORIG 18a)
In principe wordt het verzoek om preferentiële tariefbehandeling gedaan op het moment van de invoer van de goederen.
Indien de importeur de preferentiële tariefbehandeling niet heeft verzocht op het moment van de invoer, kunnen de douaneautoriteiten van de Partij van invoer dit alsnog toestaan op voorwaarde dat:
• De importeur zijn verzoek indient binnen de drie jaar na de datum van invoer;
• De importeur dient zijn aanvraag in op basis van een geldig attest van oorsprong of op
basis van importer’s knowledge;
• Het desbetreffende product ook als van oorsprong zou zijn beschouwd en aan alle andere voorwaarden zou hebben voldaan mocht het verzoek ingediend geweest zijn op het moment van invoer van de goederen.
2.3. Attest van oorsprong (artikel ORIG 19)
Een attest van oorsprong kan worden opgemaakt door een exporteur op basis van informatie en documentatie die aantoont dat het desbetreffende product van oorsprong is. Wat de oorsprongsstatus is en welke materialen werden gebruikt tijdens de productie ervan. De exporteur is verantwoordelijk voor de juistheid van het attest van oorsprong en de informatie die erop wordt vermeld.
Export van de EU naar het VK:
⮚ Voor zendingen met een waarde die hoger is dan 6.000 EUR (5.700 Britse pond 2) de exporteurs die zich hebben laten registreren als geregistreerde exporteur overeenkomstig de bepalingen van artikel 68 van de uitvoeringsverordening bij het Douanewetboek (2015/2447). Vanaf het moment dat zij geregistreerd zijn in het REX systeem van de Europese Unie mogen zij oorsprongsattesten opstellen bij uitvoer van goederen van de EU naar het VK;
⮚ Voor zendingen met een waarde van niet meer dan 6.000 EUR (5.700 Britse pond3) kan de EU-exporteur een attest van oorsprong opstellen zonder dat hij over een REX- nummer moet beschikken.
Operatoren uit de Europese Unie die reeds zijn geregistreerd in het REX-systeem van de Commissie (in kader van eerdere preferentiële regelingen), kunnen het reeds aan hen toegewezen REX-nummer gebruiken.
Operatoren die nog niet over een REX-nummer beschikken kunnen dit aanvragen via het aanvraagformulier dat te vinden is op deze webpagina: xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxx_xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxx-xx- zelfcertificatie#q5.
Het ingevulde formulier moet dan worden doorgestuurd naar volgend e-mailadres: (xx.xxx.xxxxxx0@xxxxxx.xxx.xx).
2 Zoals meegedeeld op de website van de Britse overheid: xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxx- rates-of-duty-between-the-uk-and-eu-from-1-january-2021
3 Ibidem
Opgelet! Vanaf 25 januari 2021 verloopt de aanvraag niet meer via bovenvermelde procedure, maar via de EU Customs Trader Portal van DG Taxud. Via dit portaal kunnen bedrijven zich registreren en hun registratie raadplegen.
EU Customs trader Portal : xxxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxxxxxx_xxxxxxx/xx-xxxxxxx-xxxxxx- portal_en
Export van het VK naar de EU:
⮚ Britse exporteurs moeten beschikken over een nationaal EORI-nummer en dit ongeacht de waarde.4
Model van de tekst:
Het attest van oorsprong wordt opgesteld in één van de taalversies van het model uit de bijlage ‘ANNEX ORIG 4: Tekst of the statement of origin’. Ter illustratie gebruiken we hier het model van de Engelse taalversie omdat de andere versies nog niet beschikbaar zijn. Op 1 januari 2021 zal de overeenkomst en haar bijlagen ook in andere talen (waaronder Nederlands en Frans) worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.
(Period: from to (1))
The exporter of the products covered by this document (Exporter Reference No ... (2)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of ... (3)preferential origin.
..................................................................................................................(4)(Place | and | |
date). (Name exporter) | of | the |
1. If the statement on origin is completed for multiple shipments of identical originating products within the meaning of point (b) of Article ORIG.19(4) [Statement on Origin] of this Agreement, indicate the period for which the statement on origin is to apply. That period shall not exceed 12 months. All importations of the product must occur within the period indicated. If a period is not applicable, the field may be left blank.
2. Indicate the reference number by which the exporter is identified. For the Union exporter, this will be the number assigned in accordance with the laws and regulations of the Union. For the United Kingdom exporter, this will be the number assigned in accordance with the laws and regulations applicable within the United Kingdom. Where the exporter has not been assigned a number, this field may be left blank.
3. Indicate the origin of the product: the United Kingdom or the Union.
4 Dit betreft een Brits EORI-nummer (beginnende met ‘GB….’) dat wordt afgegeven op basis van het interne recht van het Verenigd Koninkrijk. EORI-nummers uit de EU zijn hier niet van toepassing. Meer informatie via xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxx
4. Place and date may be omitted if the information is contained on the document itself.
De tekst van de voetnoten moet niet worden overgenomen.
Te gebruiken documenten voor het attest van oorsprong:
Het attest van oorsprong moet worden geplaatst op een factuur of op een ander commercieel document (een bill of lading wordt niet aanzien als commercieel document) waarop de producten van oorsprong voldoende zijn omschreven om als dusdanig te kunnen worden geïdentificeerd. Wanneer een factuur of ander handelsdocument zowel producten omvat die zowel van oorsprong als niet van oorsprong zijn, moet dit duidelijk worden aangegeven. De verantwoordelijk hiervoor ligt bij de exporteur.
De douaneautoriteiten van de Partij van invoer zullen geen vertaling van het attest van oorsprong eisen.
Geldigheid:
Het attest van oorsprong is 12 maanden geldig bij een invoer vanuit het VK naar de EU en 24 maanden bij een invoer vanuit de EU naar het VK.
Meerdere zendingen:
Een attest van oorsprong kan worden gebruikt voor een enkele zending of voor meerdere zendingen van identieke goederen in een Partij binnen een bepaalde termijn. Deze termijn moet worden gespecifieerd op het attest van oorsprong (zie voetnoot 1 van bijlage ANNEX ORIG 4).
Deelzendingen:
Een importeur kan verzoeken dat één enkel attest van oorsprong meerdere zendingen dekt onder volgende voorwaarden:
1. Het moet gaan om gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van algemene regel 2, onder a), van het Geharmoniseerd Systeem; en
2. Ze moeten vallen onder de afdelingen XV of XXI van het Geharmoniseerd Systeem; en
3. Ze moeten in deelzendingen worden ingevoerd.
2.4. Verschillen en vormfouten (artikel ORIG 20)
Kleine verschillen tussen de gegevens op het attest van oorsprong en die op de documenten die voor het vervullen van de invoerformaliteiten bij het douanekantoor worden ingediend,
maken het attest niet automatisch ongeldig indien blijkt dat dit document wel degelijk met de aangebrachte goederen overeenstemt.
Kennelijke vormfouten, zoals typefouten, op een attest van oorsprong leiden niet tot weigering van het document indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de daarin vermelde gegevens.
Het attest van oorsprong zal niet automatisch worden geweigerd voor de enkele reden dat de factuur werd opgesteld in een derde land.
2.5. Aan de importeur bekende informatie - importer’s knowledge (artikel ORIG 21)
Na de Economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan is de Overeenkomst tussen de EU en het VK het tweede akkoord waarin gebruik wordt gemaakt van importer’s knowledge als één van de manieren om de preferentiële tariefbehandeling te vragen.
Het concept van importer’s knowledge is gebaseerd op de commerciële relatie tussen de exporteur en de importeur. Een importeur die ervan gebruik wil maken moet van de exporteur de nodige informatie en documentatie aangaande de oorsprong van het product bekomen. Wanneer de importeur in de Partij van invoer de tariefpreferentie aanvraagt moet hij op basis van die informatie kunnen bewijzen dat de ingevoerde producten van de oorsprong zijn.
De bij te houden informatie heeft voornamelijk betrekking op de oorsprongscriteria:
• als het oorsprongscriterium werd gebaseerd op een specifiek productieprocedé, een specifieke beschrijving van dat procedé;
• als het oorsprongscriterium „volledig verkregen” was, de toepasselijke categorie (zoals
oogst, ontginning, bevissing en plaats van productie);
• als het oorsprongscriterium werd gebaseerd op een waardemethode, de waarde van het product alsmede de waarde van alle bij de productie gebruikte niet van oorsprong zijnde of, waar nodig om de naleving van de voorwaarde met betrekking tot waarde vast te stellen, van oorsprong zijnde materialen;
• als het oorsprongscriterium werd gebaseerd op gewicht, het gewicht van het product alsmede het gewicht van de desbetreffende in het product verwerkte niet van oorsprong zijnde of, waar nodig om de naleving van de voorwaarde met betrekking tot gewicht vast te stellen, van oorsprong zijnde materialen;
• als het oorsprongscriterium werd gebaseerd op een wijziging in tariefindeling, een lijst van alle niet van oorsprong zijnde materialen, met inbegrip van het tariefindelingsnummer ervan krachtens het geharmoniseerd systeem (in twee, vier of zes cijfers, afhankelijk van de oorsprong).
Mocht de importeur in de Partij van invoer vaststellen dat hij, vóórdat hij het verzoek om preferentiële tariefbehandeling heeft ingediend, niet over de nodige informatie zal kunnen
beschikken, dan mag de exporteur in de Partij van uitvoer alsnog een attest van oorsprong opstellen en aan de importeur bezorgen. Deze paragraaf kan o.a. van toepassing zijn in de gevallen waarin de exporteur van mening is dat bepaalde informatie vertrouwelijk is. Het is als importeur dus belangrijk om dit op voorhand af te stemmen met de exporteur.
Een importeur die wenst gebruik te maken van importer’s knowledge hoeft niet te beschikken
over een REX-nummer.
2.6. Bijhouden van gegevens (artikel ORIG 22)
De importeur die de preferentiële tariefbehandeling verzoekt voor de invoer van goederen van oorsprong moet voor ten minste drie jaar na de datum van invoer volgende informatie bewaren:
• het attest van oorsprong indien dit wordt gebruikt om de preferentiële tariefbehandeling te vragen;
• alle gegevens die de oorsprong kunnen aantonen indien er gebruik wordt gemaakt van
importer’s knowledge.
De exporteur die het attest van oorsprong opstelt moet ten minste vier jaar een kopie van dat attest bewaren, samen met alle gegevens die aantonen dat de goederen van oorsprong zijn.
Alle gegevens kunnen op elektronische wijze worden bewaard.
2.7. Vrijstelling van bewijs van oorsprong (artikel ORIG 26)
Indien er geen twijfel bestaat over de preferentiële oorsprongsstatus, zal de Partij van invoer tariefpreferenties toestaan indien wordt verklaard dat de goederen van oorsprong zijn, maar zonder dat een oorsprongsbewijs moet worden voorgelegd:
1. Kleine zendingen door particulieren aan particulieren;
2. Producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van de reizigers;
3. (enkel voor het Verenigd Koninkrijk) andere zendingen van lage waarde.
Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de invoer van producten die deel uitmaken van een reeks invoeren en waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen dat zij afzonderlijk werden verzonden om de vereisten inzake de aanvraag tot preferentiële tariefbehandeling te hebben willen ontwijken.
Er wordt ook nog een onderscheid gemaakt tussen invoer in de EU en invoer in het VK.
EU:
De goederen mogen geen commercieel karakter hebben, de invoer moet incidenteel van aard zijn en er moet worden voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van het oorsprongsprotocol
Voor invoer in de EU mag de totale waarde van de producten niet meer bedragen dan 500 EUR voor kleine zendingen en 1.200 EUR voor de inhoud van de persoonlijke bagage van reizigers voor invoer.
VK:
Het verenigd Koninkrijk zal volgens haar interne recht een waardelimiet instellen. Deze limiet was nog niet bekend op het moment van opstellen van deze informatienota.
2.8. Overgangsbepalingen voor doorvoer of opslag van goederen (artikel ORIG 30)
Een verzoek voor preferentiële tariefbehandeling kan worden ingediend voor goederen die aan de bepalingen van de Overeenkomst voldoen en die op datum van de (voorlopige) inwerkingtreding op 1 januari 2021 van de Overeenkomst in de Partijen in doorvoer zijn of zich in tijdelijke opslag of in een douane-entrepot in de EU of in het VK bevinden.
Het verzoek moet binnen de twaalf maanden na de (voorlopige) inwerkingtreding van de Overeenkomst worden ingediend bij de douaneautoriteiten van de Partij van invoer.
Opgelet! De Overeenkomst bevat inzake oorsprong enkel deze overgangsbepalingen. De EU zal normaal gezien geen unilaterale overgangsmaatregelen meer treffen. Dit sluit evenwel niet uit dat het VK op unilaterale wijze overgangsmaatregelen kan voorzien.
3. CODES OP DE DOUANEAANGIFTE
Bij de invoer van goederen uit het VK in de EU gebruikt u voor de aangifte volgende codes:
⮚ Vak 34: ISO-landcode ‘GB’ voor het Verenigd Koninkrijk;
⮚ Vak 36: preferentiecode 300;
⮚ Vak 44:
o code U116: attest van oorsprong
o code U117: aan de importeur bekende informatie
o code U118: attest van oorsprong voor meerdere zendingen van identieke goederen
4. BIJKOMENDE INFORMATIE EN CONTACT
4.1. Aanvullende informatiebronnen
Om na te gaan welk preferentieel tarief en welke specifieke productregels er van toepassing zijn op uw product kan u de nieuwe applicatie Access2Markets gebruiken: xxxxx://xxxxx.xx.xxxxxx.xx/xxxxxx-xx-xxxxxxx/xx/xxxxxxx . Opgelet, deze applicatie kan nog fouten bevatten. Bij twijfel kan u steeds met ons contact opnemen.
Verdere tarifaire informatie kan worden teruggevonden via de webapplicatie TARBEL: xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/X-xxxxxxxx/xxxxxx
Voor de procedure inzake preferentiële oorsprong bij invoer in het VK is volgende website van de Britse overheid beschikbaar: xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxx-xxxxx-xx- duty-between-the-uk-and-eu-from-1-january-2021
Meer informatie over het Handels- en Samenwerkingsakkoord staat op volgende website van de Europese Commissie: xxxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxx/xx/xx_00_0000
4.2. Contact
Indien u bijkomende informatie wenst kunt u contact opnemen met volgende diensten van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen:
• Voor wat betreft de praktische uitvoering en het juridische aspect inzake oorsprong: xx.xxx.xxxxxx@xxxxxx.xxx.xx
• Voor de praktische uitvoering en informatie betreffende de vergunning geregistreerd exporteur (REX): xx.xxx.xxxxxx0@xxxxxx.xxx.xx