Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "
Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "
STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG
voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950
ORSIMA
Januari 2020
Voorwoord
De werkgever valt onder de werkingssfeer van de “Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg” (hierna: het fonds). Op grond van de cao Xxxxxx zijn de werknemers van de werkgever verplicht deelnemer aan de basispensioenregeling van het fonds, indien en voor zover zij aan de voorwaarden voor deelname voldoen.
De werkgever is op grond van de cao Xxxxxx verplicht ook een excedentregeling toe te zeggen over de aanvullende pensioengrondslag als omschreven in dit aanvullend pensioenreglement. De werkgever heeft besloten de daarmee verband houdende pensioenovereenkomst die hij met de bij hem in dienst zijnde werknemers heeft afgesloten, door het fonds te laten uitvoeren.
De kenmerken van de daaruit voortvloeiende pensioenregeling zijn vastgelegd in het onderhavige aanvullend pensioenreglement.
INHOUDSOPGAVE AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT
HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN 4
Artikel 1.1 Definities in en karakter van dit pensioenreglement 4
Artikel 1.2 Algemeen 5
Artikel 1.3 Premie en aanspraken bij deeltijdwerk 5
HOOFDSTUK 2 DEELNEMING 6
Artikel 2.1 Deelneming 6
HOOFDSTUK 3 AANSPRAKEN 7
Artikel 3.1 Vaststelling aanvullende pensioengrondslag 7
Artikel 3.2 Aanvullende pensioenen 7
Artikel 3.3 Aanpassing van de te verwerven aanspraken 7
HOOFDSTUK 4 BIJDRAGEN 8
Artikel 4.1 Stortingskoopsommen 8
Artikel 4.2 Premie bijdrage werknemer 8
HOOFDSTUK 5 ALGEMENE EN WETTELIJKE BEPALINGEN 9
Artikel 5.1 Verplichtingen deelnemer, gepensioneerde en pensioengerechtigde 9
Artikel 5.2 Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid 9
Artikel 5.3 Wettelijke bepalingen 9
HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN 10
Artikel 6.1 Inwerkingtreding 10
HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN
Artikel 1.1 Definities in en karakter van dit pensioenreglement
1. In dit aanvullend pensioenreglement zijn de definities van het Pensioenreglement van toepassing, tenzij anders vermeld in het tweede lid van dit artikel.
2. In aanvulling op dan wel in afwijking van het Pensioenreglement worden in dit aanvullend pensioenreglement aangemerkt als:
a. Werkgever:
De werkgever zoals bedoeld in artikel 16 van de statuten van het fonds.
b. Werknemer:
De werknemer als bedoeld in artikel 17, lid 1, van de statuten van het fonds.
c. Deelnemer:
De werknemer of gewezen werknemer die is geboren op of na 1 januari 1950 en op grond van een pensioenovereenkomst aanvullende pensioenaanspraken verkrijgt uit hoofde van dit aanvullende pensioenreglement en tevens deelnemer is aan de basispensioenregeling van het fonds, als vastgelegd in het Pensioenreglement.
d. Aanspraakgerechtigde:
Een persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen.
e. Deelnemingsjaren:
Het aantal jaren tussen het begin en het einde van de deelneming als bedoeld in artikel 2.1 eerste en tweede lid van dit aanvullend pensioenreglement. De bepaling van het aantal deelnemingsjaren gebeurt in dagen nauwkeurig, waarbij een jaar op 360 dagen en een maand op 30 dagen wordt gesteld.
f. Uitvoeringsovereenkomst:
De overeenkomst tussen de werkgever en het fonds over de uitvoering van een of meer pensioenovereenkomsten.
g. Pensioenreglement:
Pensioenreglement Pensioenfonds Vervoer.
h. Pensioengevend loon:
Het vaste brutoloon op 1 januari van het kalenderjaar of per latere datum indiensttreding, vermeerderd met de vakantietoeslag, de uitkering op resultaten als bedoeld in de cao en de schriftelijk overeengekomen 13e maand, vaste gratificatie, tantième of vergelijkbare andere toeslagen indien en voor zover deze niet afhankelijk zijn van het bedrijfsresultaat.
Met ingang van 1 januari 2012 is de vaste toeslag voor bijzondere omstandigheden als bedoeld in de cao ook onderdeel van het pensioengevend loon.
i. Aanvullende pensioengrondslag:
Het pensioengevend loon, met een maximum van het bedrag dat volgens artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 1964 maximaal als pensioengevend loon in aanmerking wordt genomen voor zover dit meer bedraagt dan de franchise. Dit maximum geldt voor een bepaald kalenderjaar en wordt vermenigvuldigd met de geldende (gewogen) deeltijdfactor.
j. De franchise:
Het maximum pensioengevend loon zoals omschreven in deel IV van het Pensioenreglement .
k. Pensioenovereenkomst:
Hetgeen tussen de werkgever en de werknemer is overeengekomen betreffende het aanvullende pensioen als omschreven in dit aanvullend pensioenreglement.
l. Xxx Xxxxxx:
Landelijke Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de werknemers werkzaam in onderhoud en reiniging in scheepvaart, industrie en milieu en aanverwante activiteiten.
3. Deze pensioenregeling heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van artikel 1 van de Pensioenwet.
4. Voor de jaarverslaglegging van de werkgever wordt deze pensioenregeling geclassificeerd als een Defined Contribution-regeling, omdat de werkgever een uitvoeringsovereenkomst is aangegaan met een bedrijfstakpensioenfonds op grond waarvan de werkgever geen verplichting heeft tot het betalen van meer premie dan bedoeld in hoofdstuk 4 van dit reglement en hoofdstuk 3 van de uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 1.2 Algemeen
Op de pensioenaanspraken, de pensioenrechten en het recht op pensioenopbouw welke aan dit aanvullend pensioenreglement kunnen worden ontleend, zijn de bepalingen van het Pensioenreglement van overeenkomstige toepassing tenzij in dit aanvullend pensioenreglement anders is bepaald. Voor situaties waarin dit aanvullend pensioenreglement niet voorziet, is derhalve het bepaalde in het Pensioenreglement van toepassing.
Artikel 1.3 Premie en aanspraken bij deeltijdwerk
Indien de tussen de deelnemer en zijn werkgever overeengekomen wekelijkse arbeidsduur minder bedraagt dan de normale in de betrokken bedrijfstak geldende wekelijkse arbeidsduur, worden de krachtens dit aanvullende pensioenreglement te bepalen pensioengrondslag, premie, ouderdoms- en partnerpensioen berekend overeenkomstig de methodiek als beschreven in deel I artikel 1.1 lid 8 van het Pensioenreglement.
HOOFDSTUK 2 DEELNEMING
Artikel 2.1 Deelneming
1. De deelneming aan de in dit aanvullend pensioenreglement neergelegde aanvullende pensioenregeling vangt aan:
- zodra de aanvullende pensioenovereenkomst tussen werkgever en werknemer die ziet op het aanvullende pensioen tot stand is gekomen en
- de werkgever de uitvoering heeft opgedragen aan het fonds en
- de deelnemer een aanvullende pensioengrondslag heeft, maar
niet eerder dan op de dag dat dit aanvullend pensioenreglement in werking is getreden.
2. De deelneming als bedoeld in het eerste lid van dit artikel eindigt:
- bij het einde van de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en deelnemer, tenzij dit het gevolg is van arbeidsongeschiktheid en tevens op grond van de bepalingen van deel I artikel 1.6 van het Pensioenreglement de pensioenopbouw premievrij wordt voortgezet;
- op de pensioeningangsdatum;
- zodra de werknemer geen aanvullende pensioengrondslag meer heeft;
- zodra de uitvoeringsovereenkomst eindigt;
- op een door het fonds te bepalen tijdstip indien de premie niet tijdig is voldaan.
HOOFDSTUK 3 AANSPRAKEN
Artikel 3.1 Vaststelling aanvullende pensioengrondslag
De aanvullende pensioengrondslag van de deelnemer wordt jaarlijks vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van het vast pensioengevend loon per de begindatum van het (hernieuwde) deelnemerschap als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, en vervolgens per 1 januari van elk jaar.
Artikel 3.2 Aanvullende pensioenen
1. Het aanvullend ouderdomspensioen van iedere deelnemer bedraagt, met inachtneming van het uit hoofde van dit aanvullend reglement totaal aantal deelnemingsjaren, het opbouwpercentage zoals vermeld in deel I artikel 1.1 lid 7 van het Pensioenreglementvan de aanvullende pensioengrondslag.
De uitkering vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in het Pensioenreglement.
2. Het aanvullend partner- en wezenpensioen wordt bepaald overeenkomstig deel I artikelen 1.2 en 1.3 van het Pensioenreglement met inachtneming van het uit hoofde van dit aanvullend pensioenreglement totaal aantal deelnemingsjaren. In afwijking van deel I artikelen 1.2 en 1.3 van het Pensioenreglement worden het aanvullende partner- en wezenpensioen afgeleid van het aanvullende ouderdomspensioen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
3. De deelnemer verkrijgt, als hij bij het einde van de deelneming in aanmerking komt voor premievrije pensioenopbouw, een recht op een premievrij aanvullend ouderdoms-, (bijzonder) partner- en wezenpensioen conform het bepaalde in deel I artikel 1.5 lid 1 van het Pensioenreglement, met inachtneming van het uit hoofde van dit aanvullend pensioenreglement totaal aantal deelnemingsjaren.
Artikel 3.3 Aanpassing van de te verwerven aanspraken
Het Pensioenreglement kan worden aangepast wat betreft de in de toekomst te verwerven pensioenaanspraken. Indien dit zich voordoet zullen ook de aanspraken die op grond van dit aanvullende pensioenreglement in de toekomst worden verworven worden aangepast. Bij het aanpassen van dit aanvullende pensioenreglement volgt het fonds de voorschriften die zijn vastgelegd in de door werkgever met het fonds gesloten uitvoeringsovereenkomst.
HOOFDSTUK 4 BIJDRAGEN
Artikel 4.1 Stortingskoopsommen
De financiering van de in dit aanvullend pensioenreglement omschreven aanvullende aanspraken vindt plaats tegen stortingskoopsommen. De stortingskoopsommen worden vastgesteld op basis van hetgeen in de uitvoeringsovereenkomst hieromtrent is bepaald.
Artikel 4.2 Premie bijdrage werknemer
1. Van de totaal verschuldigde premie komt voor alle deelnemers een gelijk percentage van de aanvullende pensioengrondslag ten laste van de deelnemer als eigen bijdrage.
2. De over een kalenderjaar vastgestelde eigen bijdrage wordt, zoveel mogelijk in gelijke periodieke termijnen, ingehouden op het loon van de deelnemer, of, voor zover de werkgever over een periode geen loon verschuldigd is, door de deelnemer met de werkgever verrekend.
3. De premiebetaling door de deelnemer eindigt bij beëindiging van het deelnemerschap.
HOOFDSTUK 5 ALGEMENE EN WETTELIJKE BEPALINGEN
Artikel 5.1 Verplichtingen deelnemer, gepensioneerde en pensioengerechtigde
1. De deelnemer, gepensioneerde dan wel pensioengerechtigde zijn verplicht aan het fonds tijdig alle inlichtingen te verstrekken, alsmede de bescheiden te overleggen, waarvan de verstrekking respectievelijk overlegging door het fonds nodig geoordeeld wordt voor een goede uitvoering van de uitvoeringsovereenkomst.
2. Indien als gevolg van het verstrekken van onjuiste gegevens door deelnemer aan de werkgever en of het fonds, bij het verzekeren van deze aanvullende pensioenregeling, van een onjuiste leeftijd van de deelnemer of onjuiste loonbestanddelen is uitgegaan, wordt de uitkering uit hoofde van dit aanvullende pensioenreglement vooralsnog berekend op basis deze gegevens.
Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt zal het fonds de aanspraken uit hoofde van dit aanvullende reglement corrigeren en deze na betaling van de premie toekennen. Is als gevolg van een onjuiste opgave te veel premie betaald, dan wordt het te veel betaalde, na aftrek van administratiekosten, aan de werkgever terugbetaald.
3. Onjuiste of onvolledige gegevens welke van dien aard zijn dat het fonds de verzekering ten aanzien van de betrokken deelnemer niet op de afgesloten of op afwijkende voorwaarden zou hebben aanvaard waren de juiste gegevens op het tijdstip van aanvang van de deelneming het fonds bekend geweest, kunnen de verzekering voor de betrokken deelnemer van de aanvang af ongeldig maken.
4. De deelnemer is verplicht een wijziging van de gegevens die van belang zijn voor de verzekering van de aanvullende pensioenaanspraken uit hoofde van dit aanvullend pensioenreglement onverwijld schriftelijk aan het fonds mede te delen. Wijzigingen treden eerst in werking nadat het fonds deze heeft geaccepteerd.
Artikel 5.2 Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
Premievrijstelling van de pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid wordt verleend over het vast pensioengevend loon conform de bepalingen van deel I artikel 1.6 van het Pensioenreglement.
Artikel 5.3 Wettelijke bepalingen
1. Een pensioenrecht of pensioenaanspraak kan niet bij overeenkomst tussen de (gewezen) deelnemer en het fonds worden verminderd zonder schriftelijke toestemming van de partner. Dit geldt niet als de vermindering het gevolg is van een wettelijke bepaling.
2. Pensioenrechten en pensioenaanspraken kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
3. Verpanding is toegestaan voor het verlenen van zekerheid voor het verkrijgen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 25, vijfde lid, van de Invorderingswet 1990.
4. Vervreemding is toegestaan op grond van artikel 57, vijfde lid, van de Pensioenwet.
5. Volmacht tot invordering van uitkeringen uit hoofde van een pensioenrecht, onder welke vorm of welke benaming ook verleend, is steeds herroepelijk.
6. Beslag op een pensioenrecht is slechts mogelijk indien en voor zover dit wettelijk is toegestaan.
7. In geval van beslaglegging op een pensioenrecht is het fonds bevoegd de daarmee gepaard gaande kosten geheel of gedeeltelijk bij de pensioengerechtigde in rekening te brengen, al dan niet door verrekening met dat pensioen.
8. Elk beding, strijdig met het bepaalde in een van de voorgaande leden van dit artikel, is ten opzichte van het fonds nietig.
9. De pensioenrechten en pensioenaanspraken uit hoofde van het Pensioenreglement en dit aanvullend pensioenreglement bedragen al dan niet tezamen niet meer dan op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 is toegestaan en gaan uiterlijk in op het krachtens die wet bepaalde moment.
HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN
Artikel 6.1 Inwerkingtreding
Dit aanvullend pensioenreglement treedt in werking op 1 januari 2015 en is laatstelijk gewijzigd op 1 januari 2020.
Dit reglement vervangt – voor zover van toepassing – het voorgaande aanvullende reglement.