DEEL 1 ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL
DEEL 1 ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL
ARTIKEL 1 DEFINITIES
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder
1.1 Onderneming:
De natuurlijke of rechtspersoon:
- Die flexkrachten aan een opdrachtgever ter beschikking stelt voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid (uitzending);
- Wiens bedrijfsactiviteit bestaat uit bemiddelen, niet zijnde de opdrachtgever van de zelfstandige (bemiddeling);
- Die ten behoeve van een opdrachtgever, een werkzoekende, dan wel beiden, behulpzaam is bij het zoeken van flexkrachten respectievelijk arbeidsgelegenheid, waarbij de totstandkoming van een directe contractuele arbeidsverhouding (op termijn) tussen de opdrachtgever en de werkzoekende wordt beoogd (arbeidsbemiddeling).
1.2 Flexkracht:
De natuurlijke persoon die in dienst van de onderneming werkzaamheden verricht of gaat verrichten ten behoeve en onder toezicht en leiding van de opdrachtgever.
1.3 Opdrachtgever:
Iedere natuurlijke of rechtspersoon die gebruik maakt van één van de diensten van de onderneming.
1.4 Inleenovereenkomst:
De overeenkomst tussen de onderneming en de opdrachtgever waarin de specifieke voorwaarden worden opgenomen waaronder een flexkracht ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve en onder toezicht en leiding van de opdrachtgever.
1.5 Opdrachtgeverstarief:
Het aangeboden uurtarief voor de kosten van de uitzendarbeid (werkgeverslasten en een marge), exclusief de overige diensten (tenzij anders overeengekomen).
1.6 Tarief overige diensten:
De kosten voor ADV, reis- en vervoerskosten, reisuren, kosten voor gereedschap, werkkleding, persoonlijke beschermingsmiddelen en alle andere aan de opdracht gerelateerde kosten.
1.7 Vergoeding:
Het opdrachtgeverstarief vermeerderd met het tarief overige diensten.
1.8 Arbeidsovereenkomst:
De arbeidsovereenkomst waarbij de flexkracht door de onderneming ter beschikking wordt gesteld aan de opdrachtgever om krachtens een door deze met de onderneming gesloten inleenovereenkomst arbeid te verrichten, ten behoeve en onder toezicht en leiding van die opdrachtgever.
1.9 Arbeidsbemiddelingsovereenkomst:
De overeenkomst tussen de onderneming en een opdrachtgever tot het verrichten van de werving en selectie en/of de bemiddeling op termijn naar een dienstverband bij de opdrachtgever
1.10 Bemiddelen:
Het bijeenbrengen en/of faciliteren van twee of meer partijen die met elkaar een overeenkomst van opdracht of aanneming van werk aangaan en daartoe met de onderneming een bemiddelingsovereenkomst zijn aangegaan.
1.11 Bemiddelingsovereenkomst:
De (schriftelijke) overeenkomst tussen de onderneming en de zelfstandige, waarin wordt vastgelegd onder welke specifieke voorwaarden en omstandigheden, daaronder begrepen het soort dienstverlening van de onderneming, zelfstandige naar de opdrachtgever zal worden bemiddeld.
1.12 Zelfstandige zonder personeel (zelfstandige):
De natuurlijke persoon die krachtens overeenkomst van opdracht of aanneming van werk voor eigen rekening, risico en onder eigen verantwoordelijkheid en niet onder leiding en toezicht van een derde werkzaamheden verricht, of werkzaamheden verricht via de onderneming, waarvan hij tenminste de helft van de aandelen of een zodanig aantal bezit dat hij niet tegen zijn wil door de aandeelhoudersvergadering kan worden ontslagen.
1.13 Waar in deze algemene voorwaarden gesproken wordt over flexkrachten, wordt bedoeld: mannelijke en vrouwelijke flexkrachten en waar gesproken wordt over hem en/of hij, wordt bedoeld: hem/haar of hij/zij.
ARTIKEL 2 TOEPASSELIJKHEID VAN DEZE VOORWAARDEN
2.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding van de onderneming aan, en op iedere inleenovereenkomst tussen, de onderneming en de opdrachtgever waarop de onderneming deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, alsmede op de daaruit voortvloeiende leveringen en diensten van welke aard dan ook tussen de onderneming en de opdrachtgever, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen nadrukkelijk schriftelijk is afgeweken.
2.2 De opdrachtgever met wie eenmaal op deze voorwaarden is gecontracteerd, wordt geacht stilzwijgend met de toepasselijkheid daarvan op een later met de onderneming gesloten inleenovereenkomst in te stemmen.
2.3 Alle aanbiedingen, ongeacht de wijze waarop deze zijn gedaan, zijn vrijblijvend.
2.4 De onderneming is niet gebonden aan algemene voorwaarden van de opdrachtgever voor zover die afwijken van deze voorwaarden.
2.5 Deze algemene voorwaarden kunnen op enig moment worden gewijzigd dan wel worden aangevuld. De gewijzigde algemene voorwaarden gelden vervolgens ook ten aanzien van reeds gesloten inleenovereenkomsten, met inachtneming van een termijn van een maand na schriftelijke bekendmaking van de wijziging.
ARTIKEL 3 TOTSTANDKOMING VAN DE INLEENOVEREENKOMST
3.1 De inleenovereenkomst komt tot stand door schriftelijke aanvaarding van de opdrachtgever of door het feitelijk uitvoering geven aan het bepaalde in de inleenovereenkomst.
3.2 De specifieke voorwaarden waaronder de flexkracht door de onderneming ter beschikking wordt gesteld aan de opdrachtgever zijn opgenomen in de inleenovereenkomst.
3.3 Een wijziging of aanvulling van de inleenovereenkomst wordt pas van kracht nadat deze door de onderneming schriftelijk is bevestigd.
3.4 In de inleenovereenkomst wordt overeengekomen wat de duur van de opdracht is. Er zijn twee mogelijkheden:
- Een opdracht voor een vaste periode (‘met einddatum’): deze opdracht eindigt door het verstrijken van de vastgestelde tijd of door het intreden van een objectief bepaalbare gebeurtenis. Deze kan tussentijds beëindigd worden onder de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 14, tenzij uitdrukkelijk wordt afgesproken dat dat niet kan;
- Een opdracht voor een nog onbekende periode (‘zonder einddatum’): deze kan altijd – met inachtneming van een opzegtermijn – worden beëindigd, tenzij juist is afgesproken dat dat gedurende een bepaalde periode niet kan.
ARTIKEL 4 WIJZE VAN FACTURERING
4.1 De facturen van de onderneming zijn, tenzij anders afgesproken, gebaseerd op de ingevulde en door de opdrachtgever voor akkoord bevonden tijdverantwoording, de vergoeding (bestaande uit opdrachtgeverstarief en tarief overige diensten) en eventueel bijkomende toeslagen en (on)kosten.
4.2 De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige invulling en accordering van de tijdverantwoording en (indien van toepassing) het ordernummer. De accordering vindt plaats via (digitale) ondertekening van de tijdverantwoording, tenzij anders overeengekomen. De opdrachtgever is aansprakelijk voor de schade die de onderneming lijdt, indien de opdrachtgever niet op deugdelijke wijze uitvoering geeft aan de verplichtingen in onderhavig lid, waaronder doch niet uitsluitend wordt begrepen de bestuurlijke boete op grond van artikel 18b lid 2 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De opdrachtgever zal de onderneming in dit kader volledig schadeloos stellen. Bij een niet tijdige aanlevering kan de onderneming besluiten de betaaltermijn te verkorten.
4.3 Bij verschil tussen de bij de onderneming ingeleverde tijdverantwoording en de door de opdrachtgever behouden gegevens daarvan, geldt de bij de onderneming ingeleverde tijdverantwoording als juist, tenzij de opdrachtgever het tegendeel aantoont.
4.4 Als de flexkracht de gegevens van de tijdverantwoording betwist, kan de onderneming het aantal gewerkte uren en overige kosten factureren volgens de opgave van de flexkracht, tenzij de opdrachtgever aantoont dat de door de opdrachtgever gehanteerde tijdverantwoording correct is.
4.5 Als de opdrachtgever niet aan het gestelde in lid 2 van dit artikel voldoet, kan de onderneming besluiten om de opdrachtgever te factureren op basis van de bij haar bekende feiten en omstandigheden. De onderneming gaat hiertoe niet over zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met de opdrachtgever heeft plaatsgevonden.
4.6 Als de opdrachtgever, nadat de flexkracht is verschenen op de werkplek, minder dan drie uren gebruik maakt van diens arbeidsaanbod, is de opdrachtgever verplicht tot betaling van de Vergoeding berekend over ten minste drie uren per oproep.
4.7 De opdrachtgever draagt er zorg voor dat de facturen van de onderneming zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen 14 dagen na factuurdatum zijn betaald.
4.8 Indien de onderneming beschikt over een G-rekening kan de opdrachtgever de onderneming verzoeken om in overleg te treden over de mogelijkheid dat de opdrachtgever 25 procent van het gefactureerde bedrag op de betreffende rekening stort, alsmede over de hoogte van het percentage. Alleen bij bereikte overeenstemming kan van voornoemde mogelijkheid gebruik worden gemaakt.
4.9 Op eerste verzoek van de onderneming zal de opdrachtgever een schriftelijke machtiging verstrekken aan de onderneming om de bedragen van de facturen middels automatische incasso binnen de overeengekomen termijn af te schrijven van de bankrekening van de opdrachtgever. Hiervoor zullen partijen een SEPA-machtigingsformulier gebruiken.
4.10 Er worden door de onderneming geen afwijkingen gemaakt op de facturen of de wijze van factureren, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen. Uitzonderingen en/of afwijkingen leiden tot een (van tevoren te bepalen) administratietoeslag per factuur.
4.11 Gelet op het feit dat de (verwachte) kosten van de uitzendarbeid ook tijdens een opdracht kunnen stijgen als gevolg van – bijvoorbeeld (periodieke of algemene) loonsverhogingen, cao- wijzigingen, wijzigingen in fase-indeling of (pensioen)premies, wijzigingen in (andere) wet- en regelgeving alsmede te verrichten uitgaven en/of te treffen voorzieningen voor zaken als scholing, ziektekosten en dergelijke – is de onderneming gerechtigd om tijdens de inleenovereenkomst tariefwijzigingen als gevolg hiervan door te voeren.
ARTIKEL 5 BETALINGSVOORWAARDEN
5.1 Uitsluitend rechtstreekse betalingen aan de onderneming werken voor de opdrachtgever bevrijdend.
5.2 Rechtstreekse betaling, dan wel verstrekking van voorschotten door de opdrachtgever aan de flexkracht, is niet toegestaan, ongeacht de reden waarom of de wijze waarop zulks geschiedt.
Dergelijke betalingen en verstrekkingen regarderen de onderneming niet en leveren geen grond op voor enige schuldaflossing of verrekening.
5.3 Als de opdrachtgever een factuur betwist, zal dit binnen acht dagen na verzenddatum van de betreffende factuur schriftelijk door de opdrachtgever aan de onderneming kenbaar worden gemaakt, op straffe van verval van het recht op betwisting. Een betwisting van de factuur schort de betalingsverplichting van de opdrachtgever niet op.
5.4 Bij niet, niet tijdige of niet volledige betaling door de opdrachtgever van enig door hem verschuldigd bedrag, is de opdrachtgever met ingang van de vervaldatum van de betreffende factuur van rechtswege in verzuim. Vanaf dat moment is de opdrachtgever tevens een vertragingsrente van 1% per maand, een gedeelte van een maand voor een hele maand rekenende, over het bruto factuurbedrag aan de onderneming verschuldigd. Ook kan de onderneming ervoor kiezen op de factuur een kredietbeperking op te nemen.
5.5 Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, die de onderneming moet maken ten gevolge van het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door de opdrachtgever, zijn voor rekening van de opdrachtgever. De buitengerechtelijke incassokosten van de onderneming, te berekenen over het te incasseren bedrag, worden met een minimum van € 500,00 vastgesteld op ten minste 15% van de hoofdsom.
5.6 Indien de financiële positie en/of het betalingsgedrag van de opdrachtgever daartoe - naar de mening van de onderneming - aanleiding geeft, is de opdrachtgever verplicht op eerste schriftelijk verzoek van de onderneming: a. een machtiging voor automatische incasso als bedoeld in artikel 4 lid 8 van deze voorwaarden te verstrekken; en/of b. een voorschot te verstrekken; en/of c. afdoende zekerheid te stellen voor de nakoming van de verplichtingen jegens de onderneming, door middel van bijvoorbeeld een bankgarantie of pandrecht. De omvang van de gevraagde zekerheid en/of het gevraagde voorschot staat in verhouding tot de omvang van de betreffende verplichtingen van de opdrachtgever.
5.7 Ingeval de opdrachtgever geen gehoor geeft aan een verzoek van de onderneming als bedoeld in het vorige lid, dan wel indien een incasso mislukt, verkeert de opdrachtgever van rechtswege in verzuim zonder dat daartoe een ingebrekestelling voor nodig is. Indien de opdrachtgever in verzuim verkeert, dan is de onderneming gerechtigd de uitvoering van haar verplichtingen uit de inleenovereenkomst op te schorten dan wel de inleenovereenkomst onmiddellijk geheel of gedeeltelijk op te zeggen, zonder dat de onderneming een schadevergoeding verschuldigd is aan de opdrachtgever. Alle vorderingen van de onderneming worden als gevolg van de opzegging direct opeisbaar.
5.8 Indien de inleenovereenkomst is aangegaan met meer dan één opdrachtgever, welke opdrachtgevers behoren tot dezelfde groep van ondernemingen, dan zijn zij allen hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen uit hoofde van dit artikel, ongeacht de tenaamstelling van de factuur.
5.9 Als de opdrachtgever haar verplichtingen jegens de onderneming niet nakomt, is de onderneming gerechtigd haar verplichtingen op te schorten, zonder daardoor tot enige schadevergoeding jegens
de opdrachtgever gehouden te zijn. De onderneming is onder meer gerechtigd de terbeschikkingstelling van de flexkracht(en) op te schorten indien de betaaltermijn is overschreden met 5 dagen.
ARTIKEL 6 ONTBINDING
6.1 Als een partij in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit de inleenovereenkomst te voldoen, is de andere partij - naast hetgeen in de inleenovereenkomst is bepaald - gerechtigd de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven buitengerechtelijk geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De ontbinding zal pas plaatsvinden nadat de in gebreke verkerende partij schriftelijk in gebreke is gesteld en hem een redelijke termijn is geboden om de tekortkoming te zuiveren, en nakoming is uitgebleven.
6.2 Voorts is de ene partij gerechtigd, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling zal zijn vereist, buiten rechte de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk te ontbinden als: a. de andere partij (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surseance van betaling wordt verleend; b. de andere partij zijn eigen faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard; c. de onderneming van de andere partij wordt geliquideerd; d. de andere partij zijn huidige onderneming staakt; e. buiten toedoen van de ene partij op een aanmerkelijk deel van het vermogen van de andere partij beslag wordt gelegd, dan wel indien de andere partij anderszins niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de inleenovereenkomst na te kunnen komen.
6.3 Als de opdrachtgever op het moment van de ontbinding reeds prestaties ter uitvoering van de inleenovereenkomst had ontvangen, kan hij de inleenovereenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door of namens de onderneming nog niet is uitgevoerd.
6.4 Bedragen die de onderneming vóór de ontbinding aan de opdrachtgever heeft gefactureerd in verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de inleenovereenkomst heeft gepresteerd, blijven onverminderd door de opdrachtgever aan haar verschuldigd en worden op het moment van de ontbinding direct opeisbaar.
ARTIKEL 7 AANSPRAKELIJKHEID
7.1 Behoudens bepalingen van dwingend recht, alsmede met inachtneming van de algemene normen van redelijkheid en billijkheid, is de onderneming niet gehouden tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, ontstaan aan de flexkracht, de opdrachtgever of aan zaken dan wel personen bij of van de opdrachtgever of een derde, verband houdend met een inleenovereenkomst, waaronder mede te verstaan schade die is ontstaan als gevolg van: a. de terbeschikkingstelling van de flexkracht door de onderneming aan de opdrachtgever, ook wanneer mocht blijken dat die flexkracht niet blijkt te voldoen aan de door de opdrachtgever aan hem gestelde vereisten. b. eenzijdige opzegging van de (uitzend) overeenkomst door de flexkracht. c.
toedoen of nalaten van de flexkracht, de opdrachtgever zelf of een derde, waaronder begrepen het aangaan van verbintenissen door de flexkracht. d. het zonder schriftelijke toestemming van de onderneming doorlenen door de opdrachtgever van de flexkracht.
7.2 Eventuele aansprakelijkheid van de onderneming voor enige directe schade is in ieder geval, per gebeurtenis, beperkt tot: a. het bedrag dat de verzekering van de onderneming uitkeert, dan wel; b. indien de onderneming niet voor de betreffende schade is verzekerd of de verzekering niet (volledig) uitkeert, het door de onderneming gefactureerde bedrag. Is het bedrag dat in rekening is gebracht afhankelijk van een tijdsfactor, dan is de aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag dat door de onderneming in de maand voorafgaand aan de schademelding bij de opdrachtgever in rekening is gebracht. Bij gebreke van een voorafgaande maand, is beslissend wat de onderneming in de maand waarin het schadeveroorzakende feit heeft plaatsgevonden aan de opdrachtgever volgens de inleenovereenkomst in rekening zou brengen dan wel heeft gebracht.
7.3 Voor gevolgschade zoals gederfde winst en gemiste besparingen en voor indirecte schade, is de onderneming nimmer aansprakelijk.
7.4 De opdrachtgever is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
7.5 De opdrachtgever vrijwaart de onderneming te allen tijde en volledig tegen alle eventuele vorderingen van de flexkracht of derden, tot vergoeding van schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel geleden door de flexkracht of derden.
7.6 De in leden 1 en 2 van dit artikel opgenomen beperkingen van aansprakelijkheid komen te vervallen, als er sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de onderneming en/of diens leidinggevend personeel.
7.7 De onderneming heeft te allen tijde het recht, indien en voor zover mogelijk, eventuele schade van de opdrachtgever ongedaan te maken. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van de onderneming maatregelen te treffen die eventuele schade kan voorkomen dan wel beperken.
7.8 Indien de opdrachtgever zonder opdracht van de onderneming en voor eigen kosten aan een flexkracht vergoedingen of verstrekkingen (daaronder mede begrepen ter beschikking stellingen) doet als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 (in het bijzonder vervoersmiddelen, mobiele telefoons, smartphones, tablets en laptops) is de opdrachtgever aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende naheffing en/of navorderingen, inclusief boete en rente.
ARTIKEL 8 OVERMACHT
8.1 In geval van overmacht van de onderneming zullen haar verplichtingen uit hoofde van de inleenovereenkomst worden opgeschort, zolang de overmacht toestand voortduurt. Onder overmacht wordt verstaan elke van de wil van de onderneming onafhankelijke omstandigheid, die de nakoming van de inleenovereenkomst blijvend of tijdelijk verhindert en welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico behoort te komen.
8.2 Zodra zich bij de onderneming een overmacht toestand voordoet als in lid 1 van dit artikel bedoeld, zal zij daarvan mededeling doen aan de opdrachtgever.
8.3 Voor zover daaronder niet reeds begrepen, wordt onder overmacht tevens verstaan: werkstaking, bedrijfsbezetting, blokkades, embargo, overheidsmaatregelen, oorlog, revolutie en/of enig daaraan gelijk te stellen toestand, stroomstoringen, storingen in elektronische communicatielijnen, brand, ontploffing en andere calamiteiten, waterschade, overstroming, aardbeving en andere natuurrampen, alsmede omvangrijke ziekte van epidemiologische aard van personeel.
8.4 Zolang de overmacht toestand voortduurt, zullen de verplichtingen van de onderneming zijn opgeschort. Deze opschorting zal echter niet gelden voor verplichtingen waarop de overmacht geen betrekking heeft en reeds voor het intreden van de overmacht toestand zijn ontstaan.
8.5 Als de overmacht toestand drie maanden heeft geduurd, of zodra vaststaat dat de overmacht toestand langer dan drie maanden zal duren, is ieder der partijen gerechtigd de inleenovereenkomst tussentijds te beëindigen zonder inachtneming van enige opzegtermijn. De opdrachtgever is ook na zodanige beëindiging van de inleenovereenkomst gehouden de door hem aan de onderneming verschuldigde vergoedingen, welke betrekking hebben op de periode vóór de overmacht toestand, aan de onderneming te betalen.
8.6 De onderneming is tijdens de overmacht toestand niet gehouden tot vergoeding van enigerlei schade van of bij de opdrachtgever, noch is zij daartoe gehouden na beëindiging van de inleenovereenkomst als in lid 5 van dit artikel bedoeld.
8.7 In geval van werkstaking of onwerkbaar weer is de opdrachtgever niet gerechtigd haar verplichtingen op te schorten. De verplichtingen van de opdrachtgever blijven gelden totdat er door partijen andere afspraken zijn gemaakt of de inleenovereenkomst rechtsgeldig ten einde komt.
ARTIKEL 9 GEHEIMHOUDING
9.1 De onderneming en de opdrachtgever zullen geen vertrouwelijke informatie van of over de andere partij, diens activiteiten en relaties, die hun ter kennis is gekomen ingevolge een aanbieding of inleenovereenkomst, verstrekken aan derden. Dit tenzij – en alsdan voor zover – verstrekking van die informatie nodig is om de inleenovereenkomst naar behoren te kunnen uitvoeren of op hen een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
9.2 De onderneming zal de flexkracht verplichten tot geheimhouding omtrent al hetgeen hem bij het verrichten van de werkzaamheden bekend of gewaarwordt, tenzij op de flexkracht een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
9.3 Het staat de opdrachtgever vrij om de flexkracht rechtstreeks te verplichten tot geheimhouding. De opdrachtgever informeert de onderneming over zijn voornemen daartoe en verstrekt een afschrift van hetgeen daaromtrent is vastgelegd aan de onderneming.
9.4 De onderneming is niet aansprakelijk voor een boete, dwangsom of eventuele schade van de opdrachtgever als gevolg van schending van de geheimhoudingsplicht door de flexkracht.
ARTIKEL 10 TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTER
10.1 Op deze algemene voorwaarden, opdrachten, inleenovereenkomsten en/of andere overeenkomsten is het Nederlands recht van toepassing.
10.2 Alle geschillen die voortvloeien of samenhangen met een rechtsverhouding tussen partijen, zullen in eerste aanleg uitsluitend worden berecht door de rechtbank binnen het arrondissement waarin de onderneming is gevestigd, tenzij de wet dwingend anders voorschrijft.
ARTIKEL 11 SLOTBEPALINGEN
11.1 Als enige bepaling uit deze voorwaarden nietig is of wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze voorwaarden volledig van kracht blijven en zullen partijen in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige of vernietigde bepaling in acht zullen worden genomen.
11.2 De onderneming is gerechtigd om haar rechten en verplichtingen uit hoofde van een inleenovereenkomst over te dragen aan een derde. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is het de opdrachtgever niet toegestaan om zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de inleenovereenkomst over te dragen aan een derde.
11.3 Het is de onderneming toegestaan om de vorderingen op de opdrachtgever aan een derde te cederen, te verpanden, of onder welke titel ook in eigendom over te dragen, dan wel anderszins te beschikken ten nadele van de opdrachtgever. De opdrachtgever gaat hiermee akkoord, zodat van een verbod met goederenrechtelijke werking als bedoeld in artikel 3:83 lid 2 BW uitdrukkelijk geen sprake is. Xxxxxxx van verpanding blijft de onderneming gerechtigd betalingen door de opdrachtgever op haar vorderingen in ontvangst te nemen, totdat door de pandhouder mededeling wordt gedaan van het pandrecht.
DEEL 2 TIJDELIJKE INZET VAN ARBEID DEEL 2A UITZENDEN EN DETACHEREN
ARTIKEL 12 TOEPASSELIJKHEID ALGEMENE BEPALINGEN
De bepalingen van deel 2 van deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de tijdelijke inzet van arbeid, als bedoeld flexkrachten met een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:690 BW, als benoemd in artikel 13. Voor zover daarvan in de onderstaande bepalingen niet wordt afgeweken.
ARTIKEL 13 HET TER BESCHIKKING STELLEN VAN FLEXKRACHTEN
13.1 De flexkracht werkt feitelijk onder toezicht en leiding van de opdrachtgever. De opdrachtgever neemt daarbij dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers. De onderneming heeft als formele werkgever geen zicht op de werkplek en de te verrichten werkzaamheden, op basis waarvan de opdrachtgever dient zorg te dragen voor een veilige werkomgeving. Hij neemt daarbij dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers.
13.2 De ter beschikking gestelde flexkracht is met de onderneming een arbeidsovereenkomst ex artikel 7:690 BW aangegaan.
13.3 De opdrachtgever zal de door hem ingeleende flexkracht niet op zijn beurt weer doorlenen aan een derde om onder diens leiding en toezicht te werken. Een overtreding van onderhavig lid leidt ertoe dat de onderneming gerechtigd is om de terbeschikkingstelling van de flexkracht en/of de inleenovereenkomst per direct te beëindigen, alsmede alle hieruit voortvloeiende c.q. verband houdende schade aan de opdrachtgever in rekening te brengen. De opdrachtgever stelt de onderneming alsdan volledig schadeloos.
ARTIKEL 14 INHOUD, DUUR EN EINDE VAN DE TERBESCHIKKINGSTELLING VAN DE FLEXKRACHT(EN)
14.1 De specifieke voorwaarden waaronder de flexkracht aan de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld, worden in de inleenovereenkomst opgenomen. De terbeschikkingstelling van de flexkracht aan de opdrachtgever kan op 2 manieren worden aangegaan:
- Uitzenden : voor onbepaalde tijd (opdracht zonder einddatum);
- Detacheren : voor bepaalde tijd (opdracht met einddatum).
14.2 Bij opdracht zonder einddatum (uitzenden) gelden de volgende opzegtermijnen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
- In de eerste 26 weken is de terbeschikkingstelling op maandag opzegbaar per einde dezelfde week, daarna is de opzegtermijn 7 kalenderdagen, geteld vanaf de “eerst komende vrijdag” (“welke dag zelf niet meetelt”).
- Voorbeeld: opzegging op maandag 1 maart: einde per maandag 8 maart, waarbij 7 maart de laatste dag van het dienstverband is. Opzegging op dinsdag 2 maart: einde per maandag 15 maart, waarbij 14 maart de laatste dag van het dienstverband is.
- Als de terbeschikkingstelling meer dan 26 gewerkte weken heeft geduurd, is de terbeschikkingstelling op maandag opzegbaar per einde opvolgende week. Daarna is de opzegtermijn 14 kalenderdagen, geteld vanaf “de eerst komende vrijdag” (“welke dag zelf niet meetelt’). - Voorbeeld: opzegging op maandag 1 maart: einde per maandag 15 maart, waarbij 14 maart de laatste dag van het dienstverband is. Opzegging op dinsdag 2 maart: einde per maandag 22 maart, waarbij 21 maart de laatste dag van het dienstverband is.
14.3 Bij opdracht met einddatum (detacheren) geldt de volgende opzegtermijn, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. - De ter beschikkingstelling kan de opdrachtgever tussentijds beëindigen, waarbij voor de opdrachtgever een opzegtermijn van 28 kalenderdagen geldt. Opzegging geschiedt tegen het einde van de week.
14.4 Indien de reden van de beëindiging is gelegen in een geschil met de flexkracht, dan wel een conflictsituatie, dan dient de opdrachtgever de onderneming daar tijdig en gemotiveerd van op de hoogte te stellen. De onderneming zal alsdan onderzoeken of het geschil, dan wel de conflictsituatie kan worden opgelost.
14.5 De onderneming kan in verband met de voor haar geldende aanzegverplichting jegens de flexkracht de opdrachtgever verzoeken om aan te geven of hij voornemens is om de terbeschikkingstelling te continueren. De opdrachtgever is alsdan gehouden om binnen drie dagen na het verzoek aan te geven of hij de terbeschikkingstelling wenst te continueren. Het niet tijdig, dan wel niet correct informeren van de onderneming leidt ertoe dat, de opdrachtgever de kosten verband houdende met de vergoeding ex artikel 7:668 BW integraal aan de onderneming dient te vergoeden.
14.6 De onderneming kan de terbeschikkingstelling van de flexkracht aan de opdrachtgever (tussentijds) beëindigen, indien dit naar het oordeel van de onderneming noodzakelijk is met het oog op de bedrijfsvoering van de onderneming en/of met het oog op een goed (anticiperend) personeelsbeleid (onder meer tot behoud van werkgelegenheid voor werknemers die daarop krachtens hun rechtspositie in het bijzonder aanspraak kunnen maken jegens de onderneming).
14.7 Indien de opdrachtgever, buiten medeweten van de onderneming, een rol heeft gespeeld in het allocatieproces c.q. de werving en selectie van de flexkracht, uit hoofde waarvan de arbeidsovereenkomst converteert in een payrollovereenkomst, dan zal de vergoeding met terugwerkende kracht opnieuw worden vastgesteld volgens artikel 24. De opdrachtgever is alsdan gehouden om de vergoeding te blijven betalen gedurende de duur van de payrollovereenkomst, zoals overeengekomen tussen onderneming en flexkracht. De opdrachtgever kan de flexkracht een arbeidsovereenkomst aanbieden, teneinde de doorlopende betalingsverplichting te laten eindigen. De onderneming zal zich bij een gewenst einde van de terbeschikkingstelling inspannen om de payrollovereenkomst te beëindigen, dan wel de flexkracht te herplaatsen, waarbij alle bijkomende kosten voor rekening en risico komen van de opdrachtgever en dus aan de opdrachtgever zullen worden doorberekend. Daaronder vallen ook alle kosten die gemoeid zijn met een eventueel gedwongen ontslag.
14.8 Als er gedurende de terbeschikkingstelling een bedrijfssluiting of verplichte vrije dag plaatsvindt, informeert de opdrachtgever de onderneming hieromtrent bij het aangaan van de inleenovereenkomst, zodat de onderneming hiermee rekening kan houden bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden. Als de opdrachtgever dit nalaat is hij gedurende de bedrijfssluiting of verplichte vrije dag, aan de onderneming verschuldigd het aantal uren zoals overeengekomen in de inleenovereenkomst, vermenigvuldigd met de laatst geldende vergoeding.
ARTIKEL 15 INFORMATIEVERPLICHTING OPDRACHTGEVER
15.1 De opdrachtgever informeert de onderneming tijdig, juist en volledig inzake de arbeidsvoorwaarden als bedoeld in artikel 21 of 24 van de algemene voorwaarden ex artikel 12a Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, zodat de onderneming het loon van de flexkracht kan vaststellen.
15.2 De onderneming is gerechtigd om de vergoeding met terugwerkende kracht te corrigeren en aan de opdrachtgever in rekening te brengen, indien blijkt dat (een van) de componenten als bedoeld in artikel 21 of 24 onvolledig of onjuist zijn vastgesteld.
ARTIKEL 16 DE CIVIELE KETENAANSPRAKELIJKHEID VOOR LOON EN REGRES
16.1 Naast de onderneming is de opdrachtgever hoofdelijk aansprakelijk jegens de flexkracht voor de voldoening van het aan de flexkracht verschuldigde loon, tenzij de opdrachtgever zich inzake de eventuele onderbetaling als niet-verwijtbaar kwalificeert.
16.2 De opdrachtgever dient ten behoeve van het aantonen van zijn niet-verwijtbaarheid in ieder geval de onderneming tijdig, juist en volledig te informeren inzake de arbeidsvoorwaarden als bedoeld in artikel 21 of 24 van de algemene voorwaarden.
16.3 De onderneming is jegens de opdrachtgever gehouden om de flexkracht te belonen conform de toepasselijke wet- en regelgeving.
16.4 Ingeval de flexkracht in de uitvoering van zijn werkzaamheden schade lijdt waarvoor een ander aansprakelijk is en ten gevolge daarvan ziek uitvalt en de onderneming verplicht is het loon van de flexkracht door te betalen, dan kan de onderneming gebruikmaken van het recht van regres zoals bedoeld in artikel 6:107a BW. Dit regres ziet in ieder geval doch niet uitsluitend op een verhaalsrecht voor loonschade en re-integratiekosten, alsmede de advocaatkosten en (wettelijke) rente.
ARTIKEL 17 AANGAAN (RECHTSTREEKSE) ARBEIDSVERHOUDING DOOR OPDRACHTGEVER MET DE FLEXKRACHT
17.1 De inleenovereenkomst eindigt van rechtswege indien en zodra de opdrachtgever met de flexkracht een rechtstreekse arbeidsverhouding is aangegaan overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en de opdrachtgever bovendien jegens de onderneming alle verplichtingen is nagekomen die voor de opdrachtgever voortvloeien uit onderhavig artikel.
17.2 De opdrachtgever is uitsluitend gerechtigd een rechtstreekse arbeidsverhouding aan te gaan met de flexkracht die ter beschikking gesteld wordt of werd, indien en voor zover wordt voldaan aan het hieronder in dit artikel bepaalde.
17.3 De opdrachtgever brengt de onderneming schriftelijk op de hoogte van zijn voornemen met de flexkracht een rechtstreeks dienstverband aan te gaan alvorens aan dat voornemen uitvoering te geven. De opdrachtgever vraagt daarbij aan de onderneming tegen welk tijdstip de flexkracht de arbeidsovereenkomst met de onderneming rechtsgeldig kan doen eindigen.
17.4 De opdrachtgever ziet erop toe en staat ervoor in dat de flexkracht de arbeidsovereenkomst met de onderneming rechtsgeldig beëindigt of beëindigd heeft op het tijdstip dat de opdrachtgever met de flexkracht een rechtstreekse arbeidsverhouding aangaat, onverminderd de overige verplichtingen van de opdrachtgever als in dit artikel bepaald. De opdrachtgever zal geen rechtstreekse arbeidsverhouding met de flexkracht aangaan indien en voor zolang de flexkracht de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig kan doen eindigen en beëindigd heeft.
17.5 Indien overeenkomstig het hiervoor in lid 1 tot en met 4 bepaalde, de opdrachtgever tijdens een opdracht een rechtstreekse arbeidsverhouding wenst aan te gaan met de betrokken flexkracht en ook aangaat, is de opdrachtgever aan de onderneming het volgende verschuldigd: een vergoeding ten bedrage van 25% van de laatstelijk geldende vergoeding voor de betrokken flexkracht over de periode lopende vanaf de aanvang van de rechtstreekse arbeidsverhouding tussen de flexkracht en de opdrachtgever tot het eerst mogelijke tijdstip waartegen de opdracht tussen de onderneming en de opdrachtgever had kunnen worden opgezegd, met een minimum van 2.000 gewerkte uren.
17.6 Indien de opdrachtgever met de flexkracht een rechtstreekse arbeidsverhouding aangaat binnen 12 maanden na het eindigen van de terbeschikkingstelling van die flexkracht en die terbeschikkingstelling niet meer dan 2.000 gewerkte uren heeft geduurd, is de opdrachtgever aan de onderneming een vergoeding verschuldigd, zoals volgt. Die vergoeding beloopt 25% van de vergoeding, dat voor de betrokken flexkracht gold tijdens de opdracht, genomen over een periode van 2.000 gewerkte uren lopende vanaf de aanvang van de rechtstreekse arbeidsverhouding. Deze bepaling blijft buiten toepassing indien betreffende deze rechtstreekse arbeidsverhouding reeds toepassing was gegeven of moet worden gegeven aan het bepaalde in lid 5.
17.7 Indien door tussenkomst van de onderneming een flexkracht aan een (mogelijke) opdrachtgever is voorgesteld c.q. met de mogelijke opdrachtgever in contact komt en die mogelijke opdrachtgever met die flexkracht binnen 12 maanden een rechtstreekse arbeidsverhouding aangaat voordat de opdracht tot stand komt, dient de opdrachtgever de onderneming daarvan onverwijld, schriftelijk in kennis te stellen. De (mogelijke) opdrachtgever is dan aan de onderneming een vergoeding verschuldigd als volgt. Die vergoeding beloopt 25% van de vergoeding, dat voor de betrokken flexkracht gelet op diens uit te oefenen functie en arbeidstijd en dergelijke van toepassing zou zijn geweest indien de opdracht tot stand zou zijn gekomen, over 2.000 gewerkte uren lopende vanaf de aanvang van de rechtstreekse arbeidsverhouding dan wel verbeurt hij aan de onderneming een
direct opeisbare en niet voor rechterlijke matiging vatbare boete van € 5.000 per overtreding, alsmede een boete van € 500 voor ieder dag dat de overtreding voortduurt. Partijen zullen na kennisgeving in overleg treden ten einde de wens van de opdrachtgever te bespreken. Bij toestemming van de onderneming moet de opdrachtgever in elk geval een nader te bepalen bedrag aan de onderneming voldoen.
17.8 De vergoeding (het opdrachtgeverstarief vermeerderd met het tarief overige diensten), zoals meermalen vermeld in onderhavig artikel, is de opdrachtgever aan de onderneming verschuldigd ter compensatie van de door de onderneming verleende dienst in verband met de terbeschikkingstelling, werving en/of opleiding van de flexkracht. De vergoeding wordt berekend over het per periode (week, maand en dergelijke) krachtens opdracht en voorwaarden laatstelijk geldende of gebruikelijke aantal uren of overuren, als ware de opdracht niet geëindigd.
17.9 Onder het aangaan van een rechtstreekse arbeidsverhouding wordt voor de toepassing van dit artikel tevens verstaan de situatie dat de ter beschikking gestelde flexkracht door tussenkomst van één of meerdere derden bij de opdrachtgever te werk wordt gesteld. Voorts wordt onder arbeidsverhouding niet enkel de arbeidsovereenkomst ex artikel 7:610 BW, doch iedere werkrelatie begrepen (onder meer: aanneming van werk en de overeenkomst van opdracht), een en ander in de ruimste zin van het woord.
17.10 Het is de opdrachtgever verboden om flexkrachten ertoe te bewegen om een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding met een andere onderneming aan te gaan, met de bedoeling de flexkrachten middels deze andere onderneming in te lenen.
ARTIKEL 18 ZORGVERPLICHTING OPDRACHTGEVER EN VRIJWARING JEGENS DE ONDERNEMING
18.1 De opdrachtgever verklaart zich bekend met het feit dat hij in de Arbeidsomstandighedenwet wordt aangemerkt als werkgever. De opdrachtgever is jegens de flexkracht en de onderneming verantwoordelijk voor de nakoming van de uit artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek, de
Arbeidsomstandighedenwet (waaronder de PMO’s) en de daarmee samenhangende regelgeving voortvloeiende verplichtingen op het gebied van de veiligheid op de werkplek en goede arbeidsomstandigheden in het algemeen. De opdrachtgever verstrekt de flexkracht concrete aanwijzingen om te voorkomen dat de flexkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Tevens verstrekt de opdrachtgever de flexkracht persoonlijke beschermingsmiddelen voor zover noodzakelijk. Indien de benodigdheden door de onderneming worden verzorgd, is de onderneming gerechtigd de kosten die daarmee samenhangen bij de opdrachtgever in rekening te brengen.
18.2 De opdrachtgever is gehouden om aantoonbaar aan de flexkracht en aan de onderneming tijdig, in ieder geval één werkdag voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk informatie te verstrekken over de verlangde beroepskwalificaties en de specifieke kenmerken van de in te nemen arbeidsplaats. De opdrachtgever geeft de flexkracht actieve voorlichting met betrekking tot de binnen zijn onderneming gehanteerde Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E).
18.3 De opdrachtgever is tegenover de flexkracht en onderneming aansprakelijk voor en dientengevolge gehouden tot vergoeding van de schade die de flexkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de flexkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.
18.4 Als de flexkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden zodanig letsel heeft bekomen dat daarvan de dood het gevolg is, is de opdrachtgever overeenkomstig artikel 6:108 BW jegens de in dat artikel bedoelde personen en jegens de onderneming gehouden tot vergoeding van de schade aan de bedoelde personen, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de flexkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7. Tevens dient de opdrachtgever de kosten verband houdende met de te betalen uitkering ex artikel 7:674 BW aan de onderneming te vergoeden.
18.5 De opdrachtgever vrijwaart de onderneming volledig tegen aanspraken, jegens de onderneming ingesteld wegens het niet nakomen door de opdrachtgever van de in dit artikel genoemde verplichtingen en zal de hiermee verband houdende kosten rechtsbijstand volledig aan de onderneming vergoeden. De opdrachtgever verleent de onderneming de bevoegdheid haar aanspraken bedoeld in onderhavig artikel aan de direct belanghebbende(n) te cederen.
18.6 De opdrachtgever is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in dit artikel.
ARTIKEL 19 IDENTIFICATIE EN PERSOONSGEGEVENS
19.1 De opdrachtgever stelt bij aanvang van de terbeschikkingstelling van een flexkracht diens identiteit vast aan de hand van het originele identiteitsdocument. De opdrachtgever richt zijn administratie zodanig in dat de identiteit van de flexkracht kan worden aangetoond.
19.2 De onderneming en de opdrachtgever behandelen alle persoonsgegevens van flexkrachten die hen in het kader van de terbeschikkingstelling zijn verstrekt vertrouwelijk en verwerken deze in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en overige relevante privacywetgeving.
19.3 Afhankelijk van de verantwoordelijkheden en werkwijze maken partijen afspraken conform de AVG en aanverwante privacywetgeving inzake onder ander datalekken, rechten van betrokkenen en bewaartermijnen. Wanneer er sprake is van een gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid maken onderneming en opdrachtgever nadere afspraken over onder andere de uitoefening van de rechten van betrokkenen en de informatieplicht. Deze afspraken worden vastgelegd in een onderlinge regeling.
19.4 De opdrachtgever is ervoor verantwoordelijk dat hij alleen persoonsgegevens aan de onderneming verstrekt of bij haar opvraagt, indien en voor zover de opdrachtgever op grond van de AVG gerechtigd is deze te verstrekken of op te vragen. ALGEMENE VOORWAARDEN Versie januari 2022 Pagina 12 van 15
19.5 De opdrachtgever vrijwaart de onderneming tegen alle aanspraken van kandidaten, medewerkers, werknemers van de opdrachtgever of overige derden jegens de onderneming, in verband met een overtreding door de opdrachtgever van de AVG en overige privacywetgeving en vergoedt de daarmee samenhangende kosten die door de onderneming zijn gemaakt.
ARTIKEL 20 SELECTIE VAN FLEXKRACHTEN
20.1 De flexkracht wordt door de onderneming geselecteerd aan de hand van zijn hoedanigheden en kundigheden.
20.2 Niet-functierelevante vereisten die bovendien (kunnen) leiden tot (in)directe discriminatie, onder meer verband houdende met ras, godsdienst, geslacht en/ of handicap, kunnen niet door de opdrachtgever worden gesteld. In ieder geval zullen deze eisen door de onderneming niet worden gehonoreerd, tenzij ze worden gesteld in het kader van een doelgroepenbeleid dat wettelijk is toegestaan, om gelijke arbeidsparticipatie te bevorderen.
20.3 De opdrachtgever heeft het recht om, als een flexkracht niet voldoet aan de door de opdrachtgever gestelde functievereisten, dit binnen 4 uur na aanvang van de werkzaamheden aan de onderneming kenbaar te maken. In dat geval is de opdrachtgever aan de onderneming de vergoeding voor het aantal gewerkte uren verschuldigd met een minimum van drie uur.
20.4 De onderneming kan de flexkracht aan meerdere opdrachtgevers ter beschikking stellen.
20.5 Gedurende de looptijd van de inleenovereenkomst is de onderneming gerechtigd om een voorstel te doen tot vervanging van de flexkracht, bijvoorbeeld indien de flexkracht niet langer in staat is de arbeid te verrichten, dan wel in verband met een door te voeren reorganisatie of herplaatsingsverplichting. De vergoeding zal dan opnieuw worden vastgesteld.
ARTIKEL 21 DE VERGOEDING
21.1 De opdrachtgever is voor de terbeschikkingstelling van de flexkracht de vergoeding aan de onderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt.
21.2 De door de opdrachtgever te betalen vergoeding bestaat uit het opdrachtgeverstarief en het tarief overige diensten. Het opdrachtgeverstarief omvat de kosten van de uitzendarbeid (loonkosten, loonheffing, sociale premies enz.) en een marge. Het loon en de vergoedingen van de flexkracht worden vooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan de beloning van de vergelijkbare werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de opdrachtgever (de zogenoemde inlenersbeloning). Daarnaast levert de onderneming extra diensten voor de flexkracht, zoals het verstrekken of regelen van gereedschap, werkkleding, veiligheidsschoenen en overige PBM, vervoer en eventueel huisvesting. Deze kosten zijn opgenomen in het tarief overige diensten.
21.3 De inlenersbeloning bestaat uit: a. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal; b. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting; c. toeslagen voor overwerk, voor werken in onregelmatigheid (waaronder feestdagen), verschoven uren, ploegendienst en werken onder fysiek belastende omstandigheden samenhangend met de aard van het werk (waaronder werken onder lage of hoge temperaturen, werken met gevaarlijke stoffen of vuil werk); d. initiële loonsverhoging vanaf hetzelfde tijdstip en met dezelfde omvang als bij de opdrachtgever: initiële loonsverhogingen met een ingangsdatum in het verleden worden met terugwerkende kracht toegepast; e. onbelaste kostenvergoedingen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk wegens de uitoefening van de functie; f. periodieken; g. vergoeding van reisuren of reistijd verbonden aan het werk; h. eenmalige uitkeringen, ongeacht het doel of de reden van de uitkering: met eenmalige uitkeringen worden geen periodiek repeterende uitkeringen bedoeld; i. thuiswerkvergoedingen, waarbij het deel van de vergoeding dat niet bij wet gericht is vrijgesteld bruto wordt uitgekeerd; j. met ingang van 1 januari 2023 vaste eindejaarsuitkeringen (hoogte, tijdstip en voorwaarden zoals bij de opdrachtgever bepaald).
21.4 Toeslagen voor overwerk worden door de onderneming in rekening gebracht tegen tenminste 90% van het op grond van de inlenersbeloning geldende werknemerspercentage.
21.5 Indien de flexkracht niet-indeelbaar is in het functiegebouw bij de opdrachtgever wordt de beloning van de flexkracht vastgesteld aan de hand van gesprekken die door de onderneming worden gevoerd met de flexkracht en opdrachtgever. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de benodigde capaciteiten die de invulling van de functie met zich meebrengt, de verantwoordelijkheden, ervaring en het opleidingsniveau.
21.6 Tariefwijzigingen ten gevolge van een wijziging van de inlenersbeloning, cao-verplichtingen en wijzigingen in of ten gevolge van wet- en regelgeving zoals fiscale en sociale wet- en regelgeving, worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan de opdrachtgever doorberekend en zijn dienovereenkomstig, en indien van toepassing met terugwerkende kracht, door de opdrachtgever verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een inleenovereenkomst.
21.7 Iedere aanpassing van het opdrachtgeverstarief wordt door de onderneming zo spoedig mogelijk aan de opdrachtgever bekend gemaakt en schriftelijk aan de opdrachtgever bevestigd.
21.8 Indien door enige oorzaak die toerekenbaar is aan de opdrachtgever de beloning en/of het opdrachtgeverstarief te laag is/zijn vastgesteld, is de onderneming gerechtigd ook achteraf met terugwerkende kracht de beloning en het opdrachtgeverstarief op het juiste niveau te brengen. De onderneming kan tevens hetgeen de opdrachtgever daardoor te weinig heeft betaald en kosten die als gevolg hiervan door de onderneming zijn gemaakt, aan de opdrachtgever in rekening brengen.
DEEL 2B INHUUR VAN ZZP’ERS
ARTIKEL 22 TOEPASSELIJKHEID ALGEMENE BEPALINGEN
De bepalingen van deel 2 van deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de inhuur van
ZZP’ers, voorzover daarvan in de onderstaande bepalingen niet wordt afgeweken.
ARTIKEL 23 WIJZE VAN FACTURERING EN BETALINGSVOORWAARDEN
23.1 Het door de opdrachtgever verschuldigde honorarium aan de onderneming voor zijn geleverde diensten bestaat uit een van tevoren vast overeengekomen bedrag of wordt periodiek in rekening gebracht, zoals afgesproken in de bemiddelingsovereenkomst.
23.2 Als de onderneming facturatiediensten verzorgt, is uit de factuur duidelijk herkenbaar dat dit geschiedt namens de zelfstandige die door de opdrachtgever is ingehuurd. Betalingen aan zelfstandige ten behoeve van het crediteurenbeheer van de opdrachtgever geschieden duidelijk herkenbaar namens de opdrachtgever.
23.3 Als het door de opdrachtgever verschuldigde honorarium aan de onderneming voor zijn geleverde diensten (mede) afhankelijk is van het door de zelfstandige aantal gewerkte uren is de opdrachtgever verantwoordelijk voor de aanlevering van de juiste, tijdige en volledige documenten waaruit dit blijkt, tenzij anders overeengekomen.
23.4 Als de opdrachtgever niet aan het gestelde in lid 3 van dit artikel voldoet of als de onderneming gegronde redenen heeft te twijfelen aan de juistheid of volledigheid van deze tijdsverantwoording, kan de onderneming besluiten om de opdrachtgever te factureren op basis van de bij hem bekende feiten en omstandigheden. De onderneming gaat hiertoe niet over zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met de opdrachtgever heeft plaatsgevonden waarbij de opdrachtgever heeft kunnen aantonen dat de tijdverantwoording correct is.
23.5 Op eerste verzoek van de onderneming zal opdrachtgever een schriftelijke machtiging aan de onderneming verstrekken om de bedragen van de facturen middels automatische incasso binnen de overeengekomen termijn af te schrijven van de bankrekening van opdrachtgever. Hiervoor zullen partijen een SEPA-machtigingsformulier gebruiken.
23.6 Tariefwijzigingen ten gevolge van wijzigingen in wet- en regelgeving worden direct doorgevoerd.
23.7 De opdrachtgever draagt er zorg voor dat de facturen van de onderneming, daaronder mede begrepen de facturen uit hoofde van facturatiediensten, zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen 14 dagen na factuurdatum zijn betaald.
ARTIKEL 24 AANSPRAKELIJKHEID
24.1 De onderneming is nooit aansprakelijk voor: (a) schade van welke aard dan ook, veroorzaakt door toedoen en/of nalaten van de door onderneming bemiddelde zelfstandige; (b) indirecte dan wel gevolgschade zoals gederfde winst en gemiste besparingen.
24.2 Aansprakelijkheid van de onderneming is uitsluitend aan de orde wanneer er sprake is van een tekortkoming in de uitvoering van de bemiddelingsovereenkomst waarbij deze tekortkoming het directe gevolg is van gebrek aan zorgvuldigheid van de onderneming, die in redelijkheid van de onderneming verwacht mocht worden of als er sprake is van grove schuld of opzet van de zijde van de onderneming.
24.3 De onderneming heeft het recht, indien en voor zover mogelijk, om de gevolgen van zijn eventuele tekortkoming binnen een redelijke termijn te herstellen.
24.4 Eventuele aansprakelijkheid voor schade van de onderneming is per gebeurtenis beperkt tot: a. Het bedrag dat de verzekering van de onderneming uitkeert, dan wel; b. Indien de onderneming niet is verzekerd of de verzekering niet (volledig) uitkeert, maximaal het bedrag van het honorarium over de laatste drie maanden, die de onderneming voor zijn dienstverlening heeft ontvangen als bedoeld in artikel 23 lid 1.
24.5 De opdrachtgever vrijwaart de onderneming voor aanspraken van derden, de redelijke kosten van rechtsbijstand daaronder begrepen, die op enigerlei wijze samenhangen met de dienstverlening van de onderneming aan opdrachtgever.
ARTIKEL 25 INHOUD EN TOTSTANDKOMING BEMIDDELINGSOVEREENKOMST
25.1 De bemiddelingsovereenkomst komt tot stand door schriftelijke aanvaarding van de opdrachtgever, of op het moment dat een door de onderneming voorgedragen zelfstandige met de opdrachtgever een overeenkomst van opdracht of aanneming van werk aangaat, dan wel een andersoortige rechtsverhouding aangaat. De onderneming is geen partij bij de overeenkomst van opdracht/aanneming van werk, voor wat betreft de uitvoering van de werkzaamheden zoals in die overeenkomst overeengekomen.
25.2 In de (schriftelijke) bemiddelingsovereenkomst zijn de specifieke voorwaarden en omstandigheden opgenomen waaronder zelfstandige naar de opdrachtgever wordt bemiddeld, alsmede het soort dienstverlening van de onderneming.
25.3 Een wijziging of aanvulling van de bemiddelingsovereenkomst wordt pas van kracht nadat deze door de onderneming schriftelijk is bevestigd.
ARTIKEL 26 PROCEDURE VAN BEMIDDELING
26.1 De onderneming verricht zijn diensten enerzijds op basis van de door opdrachtgever aan de onderneming verstrekte wensen omtrent de hoedanigheden en kundigheden van zelfstandige en verstrekte inlichtingen betreffende de aard van de opdracht en anderzijds op basis van de bij de onderneming bekende hoedanigheden en kundigheden van de zelfstandige.
26.2 Wensen die niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht en bovendien kunnen leiden tot (in)directe discriminatie, onder meer verband houdend met ras, leeftijd en geslacht, kunnen niet door de opdrachtgever worden gesteld. In ieder geval zullen deze eisen door de onderneming niet worden gehonoreerd.
26.3 De opdrachtgever stelt de onderneming schriftelijk op de hoogte als de opdrachtgever en de zelfstandige een overeenkomst van opdracht/aanneming van werk aangaan, als de zelfstandige is afgewezen voor de opdracht of als er een andere arbeidsverhouding wordt aangegaan.
26.4 Ook als de opdrachtgever binnen twaalf maanden na beëindiging van de bemiddelingsovereenkomst, dan wel binnen twaalf maanden nadat de zelfstandige door de onderneming aan de opdrachtgever is voorgesteld, een overeenkomst van opdracht/aanneming van werk of een andere arbeidsverhouding aangaat met de zelfstandige, is de opdrachtgever het (overeengekomen) honorarium aan de onderneming verschuldigd als bedoeld in artikel 23 lid 1.
ARTIKEL 27 PERSOONSGEGEVENS
27.1 De onderneming en de opdrachtgever behandelen alle persoonsgegevens die hun in het kader van de bemiddelingsovereenkomst zijn verstrekt vertrouwelijk en verwerken deze in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en overige relevante (privacy)wetgeving.
27.2 Afhankelijk van de verantwoordelijkheden en werkwijze maken partijen afspraken conform de AVG en aanverwante (privacy)wetgeving inzake onder andere datalekken.
DEEL 3 ARBEIDSBEMIDDELING
ARTIKEL 28 TOEPASSELIJKHEID ALGEMENE BEPALINGEN
De (strekking van de) in deel 2 van deze algemene voorwaarden opgenomen bepalingen en de (strekking van de) bepalingen uit deel 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de arbeidsbemiddelingsovereenkomst tussen de onderneming en de opdrachtgever. Ingeval van strijdigheid van de in dit deel opgenomen bepalingen met de bepalingen uit de voorgaande delen van deze algemene voorwaarden prevaleert in geval van (een voornemen tot) werving en selectie of de dienstverlening van Zuidloont BV hetgeen in dit deel is bepaald.
ARTIKEL 29 SELECTIE VAN KANDIDAAT EN AANSPRAKELIJKHEID
29.1 De kandidaat wordt door de onderneming geselecteerd enerzijds aan de hand van de door opdrachtgever aan de onderneming verstrekte wensen omtrent diens hoedanigheden en kundigheden en verstrekte inlichtingen betreffende de aard van de functie en anderzijds aan de hand van de bij de onderneming bekende hoedanigheden en kundigheden van de kandidaat.
29.2 Niet-functierelevante eisen bij het verstrekken van wensen en inlichtingen betreffende de gewenste kandidaat en de aard van de functie zoals bedoeld in het vorige lid van dit artikel, kunnen niet door de opdrachtgever worden gesteld. In ieder geval zullen deze eisen door de onderneming niet worden gehonoreerd, tenzij ze worden gesteld in het kader van een doelgroepenbeleid die wettelijk is toegestaan, om gelijke arbeidsparticipatie te bevorderen.
29.3 De onderneming is niet aansprakelijk indien de kandidaat niet blijkt te voldoen aan de vereisten of verwachtingen van de opdrachtgever of voor schade veroorzaakt door de kandidaat, tenzij dit het aantoonbare gevolg is van een toerekenbare tekortkoming van de onderneming bij de werving en selectie.
29.4 De onderneming is nimmer aansprakelijk voor door de opdrachtgever geleden schade, in de ruimste zin van het woord, indien een door de onderneming aangedragen kandidaat besluit geen arbeidsverhouding met de opdrachtgever aan te gaan of besluit een met de opdrachtgever aangegane arbeidsverhouding (voortijdig) te beëindigen.
DEEL 4A WERVING EN SELECTIE
ARTIKEL 30 VERGOEDING EN INHOUD VAN DE ARBEIDSBEMIDDELINGSOVEREENKOMST
30.1 De door de opdrachtgever aan de onderneming verschuldigde fee kan bestaan uit, hetzij een van tevoren vast overeengekomen bedrag, hetzij uit een van tevoren overeengekomen percentage van het aan de werkzoekende aangeboden fulltime bruto jaarsalaris, met een minimum van € 5.000 exclusief BTW.
30.2 Onder het fulltime bruto jaarsalaris wordt begrepen het bruto jaarloon, inclusief vakantiegeld, bonussen, winstdelingsregeling, eindejaarsuitkering, provisie en de fiscale bijtelling van de ter beschikking gesteld zaken zoals een auto. Indien en voor zover inkomensbestanddelen prestatie- of resultaatsafhankelijk zijn, wordt ervan uitgegaan dat deze maximaal zijn behaald.
30.3 Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, is de in lid 1 van dit artikel bedoelde fee slechts dan verschuldigd indien de arbeidsbemiddeling heeft geleid tot een arbeidsovereenkomst respectievelijk andersoortige arbeidsverhouding met een door de onderneming geselecteerde kandidaat. Onder andersoortige arbeidsverhouding wordt onder meer verstaan: de overeenkomst van opdracht en aanneming van werk. De fee is eveneens verschuldigd indien de door de onderneming geselecteerde kandidaat op andere wijze - bijvoorbeeld middels terbeschikkingstelling - werkzaamheden voor de opdrachtgever gaat verrichten
30.4 De specifieke voorwaarden op basis waarvan de onderneming de arbeidsbemiddeling uitvoert zijn opgenomen in de arbeidsbemiddelingsovereenkomst.
30.5 Kosten niet inbegrepen in de opdracht/overeenkomst, doch verband houdende met de uitvoering ervan, zoals kosten voor advertenties, psychologische tests, assessments, reis- en verblijfkosten van de kandidaten e.d. zullen na toestemming van de opdrachtgever door de onderneming bij de opdrachtgever in rekening worden gebracht.
30.6 Eventuele pro memorieposten zullen worden op basis van nacalculatie in rekening gebracht.
30.7 Opdrachtgever is gehouden om binnen veertien dagen na een daartoe strekkend verzoek van de onderneming de inkomens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de bepaling van de fee als bedoeld in dit deel.
ARTIKEL 31 AANGAAN ARBEIDSVERHOUDING DOOR OPDRACHTGEVER MET DE KANDIDAAT
Het is de opdrachtgever niet toegestaan een door de onderneming aangeboden of op enigerlei wijze geïntroduceerde kandidaat in dienst te nemen of direct of indirect op enigerlei wijze werkzaamheden te laten verrichten binnen twaalf maanden na het intrekken, vervallen, beëindigen of niet slagen van de opdracht tot werving en selectie ten aanzien van de geïntroduceerde kandidaat. In geval van overtreding of niet nakoming hiervan berekent de onderneming de opdrachtgever een bedrag ter hoogte van € 30.000 exclusief BTW, onverlet het recht van de onderneming om volledige schadevergoeding te vorderen.
DEEL 4B
ARTIKEL 32 VERGOEDING EN INHOUD VAN DE ARBEIDSBEMIDDELINGSOVEREENKOMST
32.1 De onderneming en de opdrachtgever komen overeen dat de kandidaat voor bepaalde tijd aan de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld, met een minimum van 2.000 gewerkte uren. Na afloop van de terbeschikkingstelling bestaat het voornemen van de opdrachtgever om met de kandidaat een arbeidsverhouding aan te gaan.
32.2 De kandidaat kan ook een leerling-flexkracht zijn, die wordt uitgeleend op grond van een BBL traject. BBL is de Beroeps Begeleidende Leerweg, zoals bedoeld in artikel 7.2.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Naast artikel 32 zijn ook de afspraken uit de inleenovereenkomst Zuidloont BBL en de BeroepsPraktijkVormingsOvereenkomst (waarbij ook de onderwijsinstelling partij is) hierop van toepassing. De door de opdrachtgever aan de onderneming verschuldigde vergoeding voor de terbeschikkingstelling bestaat uit een van tevoren vast overeengekomen vergoeding per uur. De vergoeding bestaat uit het opdrachtgeverstarief vermeerderd met het tarief overige diensten.
32.3 De terbeschikkingstelling voor bepaalde tijd kan niet tussentijds beëindigd worden. Indien de opdrachtgever dit toch wenst kan de terbeschikkingstelling uitsluitend tussentijds eindigen onder de voorwaarde dat de met de terbeschikkingstelling verband houdende betalingsverplichtingen voortduren tot het verstrijken van de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling. De onderneming is alsdan gerechtigd om de vergoeding zoals bedoeld in lid 2 tot de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling aan de opdrachtgever, als bedrag ineens, in rekening te brengen, tenzij de onderneming en de opdrachtgever hieromtrent schriftelijk andersluidende afspraken hebben gemaakt. Dat geldt ook voor het geval de opdrachtgever (eerder dan voorzien) een arbeidsverhouding wenst aan te gaan met de kandidaat.
32.4 De specifieke voorwaarden op basis waarvan de onderneming de arbeidsbemiddeling uitvoert zijn opgenomen in de arbeidsbemiddelingsovereenkomst.
32.5 Kosten niet inbegrepen in de opdracht/overeenkomst, zullen na toestemming van de opdrachtgever door de onderneming bij de opdrachtgever in rekening worden gebracht.
32.6 Eventuele pro memorieposten zullen worden op basis van nacalculatie in rekening gebracht.
ARTIKEL 33 AANGAAN ARBEIDSVERHOUDING DOOR OPDRACHTGEVER MET DE KANDIDAAT
Het is de opdrachtgever niet toegestaan een door de onderneming aangeboden of op enigerlei wijze geïntroduceerde kandidaat in dienst te nemen of direct of indirect op enigerlei wijze werkzaamheden te laten verrichten binnen twaalf maanden na het intrekken, vervallen, beëindigen of niet slagen van de opdracht tot werving en selectie ten aanzien van de geïntroduceerde kandidaat. In geval van overtreding of niet nakoming hiervan berekent de onderneming de opdrachtgever een bedrag ter hoogte van € 30.000 exclusief BTW, onverlet het recht van de onderneming om volledige schadevergoeding te vorderen