VERZEKERING TEGEN “MACHINEBREUK”
VERZEKERING TEGEN “MACHINEBREUK”
I. DEKKINGSVOORWAARDEN
DEFINITIES
1. Maatschappij:
Federale Verzekering, Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, RPR Brussel BTW BE 0403.257.506 - Verzekeringsmaatschappij toegelaten onder het nr. 87 door de Nationale Bank van België.
2. Verzekeringsnemer:
De ondertekenaar van het contract.
3. Verzekerden:
De Verzekeringsnemer en elke persoon voor wiens rekening of ten voordele van wie de verzekering gesloten wordt.
4. Reddingskosten:
De Maatschappij neemt ten laste, zelfs boven de verzekerde som, de reddingskosten die betrekking hebben op de gedekte schade.
De dekking wordt verleend rekening houdend met zowel de definitie als het bedrag van elke betrokken waarborg. Zijn alleen gedekt:
1. de kosten die voortvloeien uit de maatregelen die de Maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van de gedekte scha- degevallen te voorkomen of te beperken;
2. de kosten die voortvloeien uit de redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging en als een goed huisvader heeft genomen overeenkomstig de regels van de zaakwaarneming, ofwel om een gedekt schadegeval te voorkomen, ofwel om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken, voor zover dat:
— deze maatregelen dringend zijn, dat wil zeggen dat de verzekerde verplicht is ze onmiddellijk te nemen, zonder moge- lijkheid om de Maatschappij te verwittigen en voorafgaand haar akkoord te verkrijgen, op gevaar af de belangen van de Maatschappij te schaden;
— indien het gaat om maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen, er nakend gevaar is, dat wil zeggen dat er op zeer korte termijn zeker een gedekt schadegeval zou volgen indien deze maatregelen niet werden genomen.
De verzekerde verbindt er zich toe de Maatschappij onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke reddingsmaatregel die genomen is.
Voor zover nodig wordt gepreciseerd dat de volgende kosten ten laste van de verzekerde blijven:
— de kosten die voortvloeien uit maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen bij ontstentenis van nakend gevaar of wanneer het nakend gevaar afgewend is;
— de kosten die voortvloeien uit de laattijdigheid van de verzekerde, uit zijn nalatigheid om preventiemaatregelen te nemen die vroeger al hadden moeten zijn genomen.
Artikel 1 Basisdekkingen
De Maatschappij verzekert de in de inventaris beschreven voorwerpen tegen “machinebreuk” voor zover die zich op de vermel- de plaats bevinden:
— terwijl ze in werking zijn of stilstaan;
— tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de controle, de revisie of de herstelling ervan.
Onder “machinebreuk” verstaat men onvoorziene en plotselinge schade aan de verzekerde voorwerpen, die te wijten is aan één van de volgende oorzaken:
A. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme of kwaadwilligheid van personeelsleden van de verzekerde of van derden;
onder vandalisme wordt verstaan elke rationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt; onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling schade te berokkenen;
B. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde substantie;
C. materiaal-, constructie- of montagefouten of -gebreken;
D. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialen, doorslaan of te grote snelheid, middelpuntvliedende kracht;
E. falen van aangekoppelde machine, van een beveiligings- of regeltoestel;
F. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering;
G. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even welke grondoorzaak;
onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dam- pen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijktijdig werden ontwikkeld;
een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnendringen van gassen, dampen of vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, eveneens als een ontploffing beschouwd;
de hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het binnendringen van gassen, dampen of vloeistoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat;
H. terugslag of waterstoot in een zuigermachine of hydraulische installatie;
I. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of spanningsval, te grote stroomsterkte, kortsluiting, boog- vorming, invloed van atmosferische elektriciteit;
brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oor- zaken, is door het contract gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan;
ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door het contract gedekt; de dekking is beperkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan;
X. xxxx, xxxxx, vorst, kruien van ijs.
Artikel 2 Aanvullende dekkingen
Mits uitdrukkelijke overeenkomst in de bijzondere voorwaarden en bijkomende premie, waarborgt de Maatschappij ook:
A. niet te voorziene en plotselinge schade aan ketels en andere stoomapparaten of recipiënten onder druk, te wijten aan een ontploffing ingevolge hun eigen gebrek;
B. voor zover ze het gevolg zijn van een vergoedbare “machinebreuk”:
1. andere schade dan deze door brand en ontploffing veroorzaakt:
a) aan voetstukken en funderingen van de verzekerde voorwerpen,
b) aan andere voorwerpen of goederen dan de verzekerde voorwerpen;
2. afbraakkosten die noodzakelijk zijn om de herstelling of vervanging van de verzekerde voorwerpen mogelijk te maken, alsook de kosten voor wederopbouw;
3. kosten om de verzekerde voorwerpen uit het water te halen of vrij te maken;
4. kosten voor de werkzaamheden die buiten de normale werkuren uitgevoerd zijn, beperkt zoals voorzien in artikel 12., B.;
5. kosten voor het inschakelen van technici uit het buitenland, beperkt zoals voorzien in artikel 12., B.;
6. kosten voor het versneld vervoer, beperkt zoals voorzien in artikel 12., C.
Artikel 3 Uitsluitingen
A. Ongeacht de grondoorzaak wordt niet beschouwd als “machinebreuk” iedere schade:
1. a) brand, aan ontploffingen van welke aard ook en aan de gevolgen van deze gebeurtenissen, behalve wat onder artikel 1., I. verzekerd is en wat onder de bijzondere voorwaarden verzekerd zou zijn bij toepassing van artikel 2., A.;
b) de rechtstreekse inslag van de bliksem op de verzekerde voorwerpen of op de gebouwen die de verzekerde voorwer- pen bevatten;
c) aanraking van lucht- of ruimtevaartuigen of met delen ervan, met voorwerpen die eraf of eruit vallen evenals met andere goederen welke bij die gelegenheid weggeslingerd of omvergeworpen worden;
d) uitvloeiing van water alsook aan het ontijdig in werking treden van of de toevallige wegvloeiing van water uit een auto- matische blusinstallatie;
e) diefstal of poging tot diefstal;
f) het volledig of gedeeltelijk instorten van gebouwen die de verzekerde voorwerpen bevatten.
2. die in rechtstreeks of onrechtstreeks verband staat met één van de volgende gevallen:
a) oorlog of gelijkaardige feiten en burgeroorlog;
b) arbeidsconflict en iedere collectief (politiek, sociaal, economisch of ideologisch) geïnspireerde daad van geweld, al dan niet gepaard gaand met rebellie tegen autoriteiten, met inbegrip van aanslagen alsook collectief geïnspireerde daden van vandalisme of kwaadwilligheid;
onder arbeidsconflict verstaat men elke collectieve betwisting in welke vorm die zich ook voordoet, in het kader van de arbeidsverhoudingen, wat betreft:
— staking: door een vereniging van loontrekkenden, bedienden, ambtenaren of zelfstandigen beraamd stilleggen van het werk;
— lock-out: voorlopige sluiting waartoe door een onderneming besloten is om het personeel ervan tot een vergelijk te dwingen in een arbeidsconflict;
onder aanslag verstaat men de begrippen “oproer”, “volksbeweging”, “daden van terrorisme of van sabotage”:
— volksbeweging: gewelddadige beweging, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen die, zonder dat er opstand is tegen de gevestigde orde, toch plaatsvindt met opgehitste gemoederen en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden;
— oproer: gewelddadige manifestatie, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen, die met opgehitste gemoederen plaatsvindt en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden, alsook door verzet tegen de diensten die met handhaving van de openbare orde belast zijn, zonder dat een dergelijke beweging noodzake- lijk tot doel heeft gestelde openbare machten omver te werpen;
— daden van terrorisme of van sabotage: clandestien georganiseerde actie met ideologische, politieke, economi- sche of sociale bedoelingen, individueel of groepsgewijs uitgevoerd, waarbij geweld gepleegd wordt op perso- nen of goederen vernield worden,
- hetzij om indruk te maken op het publiek en een klimaat van onveiligheid te scheppen (terrorisme),
- hetzij om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te hinderen (sabotage);
c) opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de plaatsen waar de verzekerde goederen zich bevinden door een leger- of politiemacht, of door geregelde of ongeregelde strijders;
d) instorting, verzakking of verschuiving van grond, afval- of slakkenberg, inkalving of lawine, val van stenen of rotsen, overstroming, wassen van waterlopen of van ondergronds water, ontoereikende waterafvoer langs de riolen, aardbe- ving en in het algemeen iedere natuurramp;
3. die veroorzaakt wordt door (of de verzwaring van schade die veroorzaakt wordt door):
a) tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door wijziging van de atoomkernstructuur;
b) iedere nucleaire brandstof, ieder radioactief produkt of iedere radioactieve afvalstof of iedere bron van ioniserende straling;
4. die te wijten is aan gebreken of fouten die al bestonden bij het sluiten van de verzekering en die de verzekerde bekend waren of hadden moeten zijn;
5. die het gevolg is van experimenten of proeven;
de controle van de goede werking wordt niet als een proef beschouwd;
6. waarvoor een leverancier, een hersteller of een monteur wettelijk of krachtens een contract aansprakelijk is;
7. die voorkomt door het in werking houden of het weer in werking stellen van een beschadigd voorwerp vóór de definitieve herstelling of vóór de regelmatige werking hersteld is;
8. veroorzaakt aan:
— verwisselbare werktuigen zoals boren, messen, slijpstenen, zaagbladen;
— vormen, matrijzen, letters, clichés en gelijkaardige voorwerpen;
— delen die door hun aard sneller verslijten en veelvuldig vervangen moeten worden, bij voorbeeld: kabels, kettingen, riemen, pakkingen, dichtingen, buigzame leidingen, lucht- en andere rubberbanden, transportbanden, pantser- en slijt- platen, graaf- en grijptanden, zeven, lampen, accumulatorenbatterijen;
— brandstoffen, fluïda, smeermiddelen, harsen, katalysators en, in het algemeen, alle verbruikstoffen; deze uitsluiting is niet van toepassing op vloeibare diëlektrica;
— vuurvaste bekleding en alle delen in glas of materialen van gelijkaardig gebruik.
B. Ongeacht de grondoorzaak, zijn altijd uitgesloten:
1. slijtage;
2. andere geleidelijke of aanhoudende beschadiging die voortvloeit uit de chemische, thermische of mechanische uitwer- king van om het even welke vernielende factoren;
3. foutieve herstelling;
4. de kosten voor het verwijderen, weer inbrengen of het verlies van stoffen in bewerking of elk ander produkt in de machi- nes of vergaarbakken;
5. onrechtstreekse schade, zoals stillegging, gebruiksderving, produktie- of rendementsverlies;
6. schade zoals schilfers, krassen, deuken, alsook elke schade van esthetische aard.
C. Is altijd uitgesloten iedere schade die te wijten is aan een toestand van dronkenschap of van een alcoholvergiftiging met een graad die hoger is dan 1,5 gr/l bloed.
II. GEMEENSCHAPPELIJKE EN ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN
Artikel 4 Aangegeven waarde - Onderverzekering - Vrijstelling
A. De aangegeven waarde wordt onder de verantwoordelijkheid van de verzekerde vastgesteld. Bij het opnemen in het contract moet deze waarde voor elk voorwerp gelijk zijn aan de nieuwvervangingswaarde, dat wil zeggen aan de prijs, zonder korting, van een in alle opzichten identiek en afzonderlijk gekocht nieuw voorwerp, verhoogd met de kosten voor verpakking, vervoer en montage, alsook de eventuele taksen en rechten, met uitzondering van de belasting op de toegevoegde waarde in zoverre die door de verzekerde gerecupereerd kan worden.
B. Er is onderverzekering wanneer de aangegeven waarde van een voorwerp lager is dan de nieuwvervangingswaarde bij de opneming ervan in het contract (zie art. 12., A., 6.).
C. De verzekerde blijft zijn eigen verzekeraar voor het in de bijzondere voorwaarden bepaalde bedrag van de vrijstelling.
Artikel 5 Totstandkoming, inwerkingtreding en duur van het contract
A. Het contract wordt gevormd bij het ondertekenen ervan door de partijen. De verzekerden die één en hetzelfde contract onder- tekenen zijn hoofdelijk en onverdeeld aansprakelijk. De dekking treedt pas in werking na betaling van de eerste premie.
B. De duur van de overeenkomst bedraagt één jaar.
Behalve wanneer een van de partijen zich ertegen verzet minstens drie maand voor de vervaldag van de overeenkomst wordt ze stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
De inwerkingtreding en buitenwerkingtreding van de verzekering worden bij overeenkomst op nul uur vastgesteld.
C. In geval van overgang van het verzekerde belang ten gevolge van het overlijden van de verzekerde, gaan de rechten en ver- plichtingen uit het contract over op de nieuwe houder van dat belang.
In geval van onverdeeldheid blijven de medeërfgenamen hoofdelijk en onverdeeld verplicht het contract uit te voeren. Na de beëindiging van de onverdeeldheid en op voorwaarde dat de Maatschappij hiervan verwittigd is, dient alleen de erfgenaam die de enige houder van het verzekeringsbelang wordt, het contract uit te voeren.
De nieuwe houders van het verzekerde belang en de Maatschappij kunnen evenwel kennis geven van de beëindiging van het contract, de eersten bij een ter post aangetekende brief binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden, de tweede in de bij artikel 16 B. voorgeschreven vorm en binnen drie maand vanaf de dag dat ze kennis heeft gekregen van het overlijden.
D. In geval van overdracht onder levenden van een verzekerde zaak, eindigt de verzekering van rechtswege:
— indien het om een onroerend goed gaat: drie maanden na de datum van het verlijden van de authentieke akte. Tot het ver- strijken van die termijn wordt de verzekering verondersteld gesloten te zijn ten bate van de overnemer, tenzij deze laatste dekking geniet uit hoofde van een ander contract. Bij afwezigheid van een dergelijke dekking doet de Maatschappij afstand van haar verhaal op de overdrager, behalve in geval van kwaad opzet;
— indien het om een roerend goed gaat: zodra de verzekerde het niet meer in zijn bezit heeft.
Artikel 6 Premie
A. De premie is jaarlijks. Ze is vooraf betaalbaar bij de ontvangst van een vervaldagbericht of op overlegging van een kwitantie.
B. Onverminderd de toepassing van artikel 5., A., leidt niet-betaling van de premie binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de dag na een aan de verzekerde gerichte ingebrekestelling d.m.v. een deurwaardersexploot of een ter post aangetekende brief, tot schorsing van de dekking of eventueel tot opzegging van het contract.
Bovendien kan de maatschappij die haar dekkingsverplichting geschorst heeft, het contract later opzeggen; indien ze zich deze mogelijkheid heeft voorbehouden in de ingebrekestelling, heeft de opzegging uitwerking na het verstrijken van een ter- mijn van ten minste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing. Indien ze zich deze mogelijkheid niet heeft voorbehouden in de ingebrekestelling, zal de opzegging gebeuren mits een nieuwe ingebrekestelling zoals hierboven gezegd.
De geschorste dekking treedt opnieuw in werking om nul uur van de dag die volgt op de volledige betaling van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten.
Artikel 7 Automatische aanpassing
A. Alle premies en in absolute cijfers uitgedrukte vrijstellingen variëren in de loop van het contract, op hun jaarlijkse vervaldag, volgens de verhouding tussen de op dat ogenblik geldende materiaalindex en de in de bijzondere voorwaarden van het con- tract vermelde index.
B. De materiaalindex wordt 2 keer per jaar berekend en wordt op 1 januari en 1 juli van toepassing.
Hij is op 1 januari gelijk aan de NACE 300-index van de voorgaande maand juni en op 1 juli aan de NACE 300-index van de voorgaande maand december, dat wil zeggen aan de waarde die twee maanden voor het begin van de halfjaarlijkse periode waarin de index toegepast zal worden, definitief in aanmerking genomen wordt.
De NACE 300-index wordt gepubliceerd door het Ministerie van Economische Zaken, Administratie van de Handel.
Artikel 8 Beschrijving en wijziging van het risico - Mededeling door de verzekerde
A. Bij het sluiten van het contract.
1. De verzekerde is verplicht alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschou- wen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de Maatschappij.
Hij moet met name:
a) de goederen waarop de verzekering betrekking heeft opsommen en specificeren,
b) de andere verzekeringen die hetzelfde voorwerp hebben en betrekking hebben op dezelfde goederen meedelen, als- ook de bedragen waarvoor ze verzekerd zijn en door wie ze gedekt zijn,
c) de weigeringen of opzeggingen van de verzekeringen tegen dezelfde gevaren, die betrekking hebben op dezelfde goe- deren, meedelen,
d) de “machinebreuken” meedelen die, in de loop van de laatste vijf jaar, de verzekerde goederen getroffen hebben,
e) de eventueel toegestane afstand van verhaal op aansprakelijke personen of personen die zich borg stellen, meedelen.
2. Indien de verzekerde zijn bij punt 1 bedoelde mededelingsverplichting niet nakomt en het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens opzettelijk zijn en de Maatschappij misleiden bij de beoordeling van dat risico, is het contract nietig.
21.35.018/10 06/20
De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de Maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk ver- zwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
3. Indien de verzekerde zijn bij punt 1 bedoelde mededelingsverplichting niet nakomt en het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk zijn, stelt de Maatschappij, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor het contract te wijzigen met uitwerking op de dag waarop ze kennis heeft gekregen van het verzwijgen of onjuist meedelen.
Indien het voorstel tot wijziging van het contract wordt geweigerd door de verzekerde of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de Maatschappij het contract opzeggen binnen vijftien dagen.
Indien de Maatschappij echter het bewijs levert dat ze het risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan ze het contract opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen van de dag waarop ze kennis heeft gekregen van het verzwijgen of onjuist meedelen.
4. Indien een schadegeval zich voordoet voordat de wijziging of de bij punt 3 bedoelde opzegging van kracht is geworden:
— levert de Maatschappij de overeengekomen prestatie wanneer het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens niet aan de verzekerde verweten kan worden;
— levert de Maatschappij een prestatie op basis van de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de ver- zekerde zou hebben moeten betalen indien hij het risico naar behoren had meegedeeld, wanneer het verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens hem verweten kan worden; indien de Maatschappij echter het bewijs levert dat zij het risico, waarvan de ware aard door het schadegeval aan het licht komt, in geen geval zou hebben verzekerd, wordt haar prestatie beperkt tot het betalen van een bedrag dat gelijk is aan alle betaalde premies.
B. In de loop van het contract.
1. De verzekerde is verplicht, onder de bij artikel 8., A. punt 1 vermelde voorwaarden, de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden mee te delen die van die aard zijn een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen, te bewerkstelligen.
Hij moet met name:
a) iedere wezenlijke verandering meedelen die om welke reden ook aan een verzekerd voorwerp wordt aangebracht, wat de kenmerken, wijze of plaats van gebruik ervan betreft,
b) zodra hij er kennis van krijgt, iedere verandering in de werkings- of gebruiksomstandigheden van een verzekerd voor- werp die een risicoverzwaring kan uitmaken, meedelen.
2. Wanneer het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen zo verzwaard is dat de Maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van het contract had bestaan, op andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet ze binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop ze kennis heeft gekregen van de verzwaring, de wijziging van het contract voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
Indien het voorstel tot wijziging van het contract wordt geweigerd door de verzekerde of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de Maatschappij het contract opzeggen binnen vijftien dagen.
Indien de Maatschappij echter het bewijs levert dat ze het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij het contract opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop ze kennis heeft gekregen van de verzwaring.
3. Indien zich een schadegeval voordoet voordat de wijziging van het contract of de bij punt 2 bedoelde opzegging van kracht is geworden, levert de Maatschappij de overeengekomen prestatie indien de verzekerde de bij artikel 8., B., punt 1 bedoel- de mededelingsverplichting heeft vervuld.
4. Indien een schadegeval zich voordoet en de verzekerde de bij artikel 8., B., punt 1, beoogde verplichting niet is nagekomen:
— levert de Maatschappij de overeengekomen prestatie wanneer het ontbreken van de kennisgeving niet kan worden verweten aan de verzekerde;
— levert de Maatschappij de prestatie naar de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de verzekerde had moeten betalen indien de verzwaring in aanmerking was genomen, wanneer het ontbreken van de kennisgeving aan de verzekerde kan worden verweten; indien de Maatschappij evenwel het bewijs aanbrengt dat ze het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, is haar prestatie beperkt tot de terugbetaling van alle betaalde premies;
— weigert de Maatschappij haar dekking indien de verzekerde met bedrieglijk opzet gehandeld heeft door de verzwaring niet mee te delen. De premies, vervallen tot op het ogenblik waarop de Maatschappij kennis heeft gekregen van het bedrieglijk verzuim, komen haar toe als schadevergoeding.
21.35.018/10 06/20
5. Wanneer het risico dat de verzekerde gevaren zich voordoen, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de Maat- schappij, indien die vermindering bij het sluiten van het contract had bestaan, op andere voorwaarden zou hebben verze- kerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. Indien de Maatschappij en de verzekerde het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekerde, kan deze laatste het contract opzeggen.
Artikel 9 Verplichtingen van de verzekerde in de loop van het contract
A. De verzekerde moet:
1. te allen tijde de afgevaardigde van de Maatschappij toestaan de verzekerde voorwerpen te onderzoeken, zonder dat dit enige aansprakelijkheid vanwege de Maatschappij inhoudt;
2. alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen om de verzekerde voorwerpen in goede onderhouds- en werkingstoestand te houden en zich naar de geldende wettelijke en administratieve voorschriften schikken;
3. de verzekerde voorwerpen alleen binnen de door de constructeur bepaalde technische toepassings- en werkingsgrenzen gebruiken.
B. De Maatschappij mag haar dekking volledig weigeren wegens de niet-uitvoering van de bij de voornoemde paragraaf A., punt 3, bepaalde verplichting, op voorwaarde dat er een causaal verband bestaat tussen de tekortkoming en het voorvallen van het schadegeval.
Artikel 10 Verplichtingen bij schadegeval
A. Bij schadegeval moet de verzekerde:
1. alle middelen aanwenden waarover hij beschikt om de omvang van de schade te beperken. Met dat doel dient hij in voor- komend geval de richtlijnen van de Maatschappij na te leven;
2. er onmiddellijk de Maatschappij van verwittigen via telefoon, telex of telekopie; een telefoongesprek dient binnen vijf dagen na het schadegeval schriftelijk bevestigd te worden;
3. zo snel mogelijk de Maatschappij inlichtingen verstrekken over de oorzaak, de omvang en de omstandigheden van het schadegeval;
4. zijn volledige medewerking verlenen om de oorzaken en omstandigheden van het schadegeval te bepalen. Hiervoor dient hij de toestemming te geven tot ieder onderzoek en zich te onthouden van iedere wijziging of verplaatsing van de bescha- digde voorwerpen die het onderzoek zou kunnen bemoeilijken of onmogelijk maken;
5. de Maatschappij alle aanwijzingen en documenten bezorgen waarmee het schadebedrag geraamd kan worden en de “loon- kosten” en “kosten voor materialen en vervangingsstukken” staven door middel van facturen of alle andere documenten;
6. de Maatschappij alle technische of andere bijstand verlenen die ze vraagt om subrogerend verhaal in te stellen op de aan- sprakelijke derden. De kosten voor die bijstand worden hem door de Maatschappij terugbetaald.
B. De verzekerde mag het voorwerp laten herstellen indien hij de instemming van de Maatschappij verkregen heeft, of indien de Maatschappij niet tussenbeide is gekomen na het verstrijken van vijf dagen die volgen op de schriftelijke aangifte van het schadegeval; in dit geval verbindt hij zich de beschadigde stukken te bewaren.
C. Indien de verzekerde één van voornoemde verplichtingen niet nakomt, vermindert de Maatschappij haar prestatie ten belope van het door haar geleden nadeel.
Artikel 11 Raming van de schade
A. Het schadebedrag, de nieuwvervangingswaarde en de werkelijke waarde van de beschadigde voorwerpen worden in der minne of door twee deskundigen geraamd, van wie de ene door de verzekerde en de andere door de Maatschappij wordt benoemd. Indien de deskundigen het niet eens zijn, dan voegen zij een derde deskundige toe, met wie zij moeten samenwer- ken en zich bij meerderheid van stemmen uitspreken.
De deskundigen dienen eveneens hun mening te geven over de oorzaken van het schadegeval.
B. Benoemt één van de partijen haar deskundige niet, of zijn beide deskundigen het niet eens omtrent de keuze van de derde, dan gebeurt de benoeming door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de verblijfplaats van de verzekerde op verzoek van de meest gerede partij. Indien één van de deskundigen zijn opdracht niet vervult, wordt hij volgens dezelfde pro- cedure vervangen zonder inbreuk op de rechten van de partijen.
21.35.018/10 06/20
C. Elke partij draagt haar eigen kosten en honoraria van deskundig onderzoek. De kosten en honoraria van de derde deskundige en de proceskosten worden door de Maatschappij en de verzekerde elk voor de helft gedragen.
D. Het deskundig onderzoek, of iedere andere verrichting die met het oog op de vaststelling van de schade gedaan wordt, doet in niets afbreuk aan de rechten en excepties waarop de Maatschappij zou kunnen beroepen.
Artikel 12 Berekening van de vergoeding
A. De vergoeding wordt bepaald:
1. door het samentellen van de “loonkosten” en “kosten voor materialen en vervangingsstukken” (cfr. B. en C. infra) die gemaakt worden om het beschadigde voorwerp opnieuw in de werkingstoestand van voor de schade te brengen;
2. door van de onder punt 1 in aanmerking genomen kosten de eventueel in het contract bepaalde afschrijvingen voor verou- dering af te trekken;
3. door het onder punt 2 verkregen bedrag te beperken tot de werkelijke waarde van het voorwerp onmiddellijk voor de scha- de, dat wil zeggen de nieuwvervangingswaarde op de dag van de schade na aftrek van de veroudering en de technische waardevermindering;
4. door van het onder punt 3 verkregen bedrag de waarde van de brokstukken en van de op een of andere manier nog bruik- bare stukken af te trekken;
5. door van het onder punt 4 verkregen bedrag de bij het contract bepaalde vrijstelling af te trekken.
Indien verschillende voorwerpen door eenzelfde schadegeval getroffen zijn, wordt alleen de hoogste vrijstelling in aanmer- king genomen;
6. door, in geval van onderverzekering, op het onder punt 5 verkregen bedrag de verhouding toe te passen die bestaat tussen de waarde die voor het beschadigde voorwerp is opgegeven en de nieuwvervangingswaarde ervan bij de opneming in het contract (evenredigheidsregel).
In geen geval mag de vergoeding voor elk beschadigd voorwerp groter zijn dan het bedrag van de opgegeven waarde, verme- nigvuldigd met de verhouding tussen het “materiaalindexcijfer” dat op het ogenblik van het schadegeval van kracht was en het bij de bijzondere voorwaarden van het contract bepaalde “materiaalindexcijfer”.
De Maatschappij betaalt de reddingskosten, zelfs boven het verzekerd totaalbedrag, maar ze zijn tot dit bedrag beperkt, met een maximum van 18.750.000 EUR.
Het bedrag van deze kosten is geïndexeerd overeenkomstig het indexcijfer van de consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van november 1992, namelijk 113,77.
B. De “loonkosten” worden berekend:
1. door het in aanmerking nemen van:
a) de loon- en reiskosten m.b.t. het demonteren, herstellen en weer monteren, rekening houdend met de in België gebrui- kelijke lonen en reiskosten voor werkzaamheden tijdens de normale werkuren;
b) na uitdrukkelijke overeenkomst, de extra kosten voor werkzaamheden buiten de normale werktijden, tot beloop van 50 % van het bedrag van onder a) in aanmerking genomen kosten;
c) na uitdrukkelijke overeenkomst, wanneer voor de werkzaamheden een beroep wordt gedaan op technici uit het bui- tenland, het loongedeelte dat hoger is dan de onder a) hierboven vermelde lonen, de reis- en verblijfkosten en in het algemeen alle extra kosten die voortvloeien uit de inschakeling van deze technici. De hoogte van deze vergoeding wordt bepaald in het contract;
2. door aan het bedrag van de onder 1. verkregen kosten de desbetreffende taksen toe te voegen, met uitzondering van de belasting op de toegevoegde waarde in zoverre die door de verzekerde gerecupereerd kan worden.
C. De “kosten voor materialen en vervangingsstukken” worden berekend:
1. door het in aanmerking nemen van:
a) de kosten van de gebruikte materialen en vervangingsstukken, alsook de kosten voor het vervoer, op de goedkoopste wijze, van die materialen en stukken;
b) na uitdrukkelijke overeenkomst, de extra kosten voor versneld vervoer, tot beloop van 50 % van het bedrag van de onder a) in aanmerking genomen vervoerkosten;
2. door aan het bedrag van de onder punt 1 verkregen kosten de desbetreffende rechten en taksen toe te voegen, met uit- zondering van de belasting op de toegevoegde waarde in zoverre die door de verzekerde gerecupereerd kan worden.
21.35.018/10 06/20
D. Worden niet in aanmerking genomen als “loonkosten” en “kosten voor materialen en vervangingsstukken”, en blijven dus ten laste van de verzekerde:
1. de kosten voor het opnieuw maken van tekeningen, modellen, vormen en matrijzen van de constructeur die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van een herstelling, de kosten voor het opsporen van de oorzaak en de gevolgen van een gebrek, de kosten voor het reproduceren van de informatie die op om het even welke informatiedrager (kaarten, schijven, banden, enz.) is opgeslagen;
2. de extra kosten die bij een herstelling gemaakt worden voor revisie, wijzigingen of verbeteringen;
3. de kosten betreffende noodherstellingen of voorlopige herstellingen.
E. Zodra een beschadigd voorwerp opnieuw wordt gebruikt, wordt het beschouwd als hersteld in zijn werkingstoestand van voor het schadegeval.
Op dat ogenblik houden de verplichtingen van de Maatschappij voor het schadegeval op.
F. De verzekerde heeft in geen geval het recht het beschadigde voorwerp aan de Maatschappij over te laten.
Artikel 13 Betaling van de vergoeding
De vergoeding betreffende de beschadigde voorwerpen wordt betaald binnen dertig dagen die volgen op:
— ofwel de ontvangst door de Maatschappij van het akkoord, zonder voorbehoud, van de verzekerde met de minnelijke raming van de vergoeding,
— ofwel de datum van afsluiting van het deskundig onderzoek (artikel 11 van de algemene voorwaarden),
op voorwaarde dat de verzekerde op die datum alle bij het contract bepaalde verplichtingen is nagekomen. In het tegengestelde geval gaat de voornoemde termijn pas in op de dag dat de verzekerde al zijn contractuele verplichtingen heeft vervuld.
Artikel 14 Subrogatie
Alleen al uit hoofde van het contract treedt de Maatschappij in alle rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde.
Artikel 15 Opzegging
A. De Maatschappij mag het contract geheel of gedeeltelijk opzeggen:
1. in geval van niet-betaling van de premie of overeenkomstig artikel 6 B.;
2. in de bij artikel 8 beoogde gevallen betreffende de beschrijving en wijziging van het risico, overeenkomstig de bepalingen van dat artikel;
3. na elk schadegeval dat betrekking heeft op het contract of ieder ander contract “machinebreuk” dat bij dezelfde Maat- schappij gesloten is, maar uiterlijk een maand na de betaling of weigering tot betaling van de vergoeding;
4. in geval van overlijden van de verzekerde, overeenkomstig artikel 5 C.
In de gevallen van punten 2 tot 4 treedt de opzegging in werking bij het verstrijken van de termijn van een maand vanaf de dag die volgt op de kennisgeving ervan. In de gevallen van punten 2 en 3, wanneer de verzekerde één van zijn verplichtin- gen niet is nagekomen met de bedoeling de Maatschappij te bedriegen, gaat de opzegging in bij de kennisgeving ervan.
B. De verzekerde kan het contract opzeggen:
1. in geval van vermindering van het risico, overeenkomstig artikel 8, B. punt 5.
2. in geval van gedeeltelijke opzegging van het contract door de Maatschappij, met ingang van de dag waarop deze gedeel- telijke opzegging in voege treedt.
Artikel 16 Kennisgevingen
A. De verblijfplaats van de partijen wordt van rechtswege gekozen, namelijk die van de Maatschappij op haar hoofdkantoor in België en die van de verzekerde op het in het contract vermelde adres of het adres dat later aan de Maatschappij meegedeeld wordt.
Voor de aanwijzing door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de deskundigen of scheidsrechters van wie sprake is in de artikelen 11 en 17, kiest de verzekerde die zijn verblijfplaats in het buitenland heeft, evenwel zijn verblijfplaats op de plaats van het risico over de verzekering waarvan de betwisting ontstaan is.
21.35.018/10 06/20
Iedere kennisgeving gebeurt rechtsgeldig op deze adressen, zelfs t.a.v. erfgenamen of rechtverkrijgenden van de verzekerde, zolang deze personen geen adresverandering aan de Maatschappij meegedeeld hebben.
In geval er meerdere verzekerden zijn, wordt iedere mededeling van de Maatschappij aan één van hen verondersteld aan al- len te zijn gebeurd.
B. Behalve in de bij de artikelen 5 B. en C. en 6 B. beoogde gevallen gebeurt iedere kennisgeving ofwel d.m.v. een aangetekende brief, ofwel door afgifte van een brief aan de geadresseerde tegen ontvangstbewijs, ofwel bij deurwaardersexploot.
De termijnen gaan in op de dag die volgt op de afgifte ter post van de aangetekende brief, of op de dag die volgt op de datum van het ontvangstbewijs of de betekening van het deurwaardersexploot.
Artikel 17 Scheidsrechterlijke uitspraak
A. Alle andere betwistingen tussen partijen dan die welke betrekking hebben op de invordering van de premies, belastingen en kosten worden aan drie scheidsrechters voorgelegd, van wie de eerste door de verzekerde, de tweede door de Maatschappij en de derde door de eerste twee gekozen worden.
B. De scheidsrechters vellen een gemeenschappelijk oordeel in de bewoordingen van het recht en mogen, op straffe van nietig- heid, niet afwijken van de bepalingen van het contract. Ze zijn vrijgesteld van de gerechtelijke formaliteiten.
C. Wanneer één van de partijen haar scheidsrechter niet benoemt of de scheidsrechters niet akkoord gaan over de keuze van de derde scheidsrechter, gebeurt die benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de verblijfplaats van de verzekerde, tenzij er na het ontstaan van het aan de scheidsrechter voorgelegde geschil een tegengesteld contract gesloten wordt; daarna wordt te werk gegaan zoals beschreven in paragraaf B. hierboven.
D. De kosten voor de scheidsrechterlijke uitspraak worden voor de ene helft door de verzekerde en voor de andere helft door de Maatschappij gedragen.
Artikel 18 Collectief contract
A. Wanneer verschillende maatschappijen partij zijn bij het contract, wordt een eerste verzekeraar aangewezen in de bijzondere voorwaarden; gebeurt dit niet, dan treedt de eerst vermelde Maatschappij op de lijst van de medeverzekeraars als eerste ver- zekeraar op.
B. 1. De verzekering wordt door elke Maatschappij voor haar aandeel en zonder hoofdelijkheid aangegaan, met dezelfde bedingen en voorwaarden als die welke van toepassing zijn tussen de eerste verzekeraar en de Verzekeringsnemer.
2. De buitenlandse medeverzekeraars kiezen hun verblijfplaats op het adres dat ze in het contract opgeven of, bij ontstente- nis, op hun hoofdkantoor in België; ze erkennen het bij artikel 17 bepaalde scheidsgerecht, alsook die van de Belgische rechtbanken.
C. 1. De eerste verzekeraar stelt het contract en de bijvoegsels op, die door alle betrokken partijen ondertekend worden. Het contract wordt in tweevoud opgesteld, waarvan het ene exemplaar bestemd is voor de Verzekeringsnemer en het andere voor de eerste verzekeraar, die het exemplaar voor rekening van de medeverzekeraars bijhoudt.
2. De eerste verzekeraar bezorgt een kopie van het contract aan iedere medeverzekeraar, die erkent het contract te hebben ontvangen door loutere ondertekening ervan.
3. De eerste verzekeraar wordt geacht de lasthebber van de medeverzekeraars te zijn voor het ontvangen van de bij het contract bepaalde mededelingen. De Verzekeringsnemer kan hem alle betekeningen en kennisgevingen doen, met uit- zondering van die welke betrekking hebben op rechtsvorderingen op de andere medeverzekeraars. De eerste verzekeraar brengt de medeverzekeraars op de hoogte.
4. De eerste verzekeraar ontvangt het schadebericht. Hij doet het nodige om de schadegevallen te regelen en kiest hiervoor de deskundige van de maatschappijen, onverminderd evenwel het recht van iedere medeverzekeraar om het deskundig onderzoek te laten opvolgen door een lasthebber van zijn keuze.
5. De leidende verzekeraar moet de medeverzekeraars onmiddellijk inlichten over elke opzegging of wijziging van zijn deel- name. De medeverzekeraars moeten op dezelfde wijze tegenover de leidende verzekeraar handelen.
6. Wanneer de leidende verzekeraar zijn aandeel opzegt of vermindert, beschikken de medeverzekeraars over een termijn van een maand na die opzegging of die vermindering om hun aandeel op te zeggen of te verminderen.
De opzegging of de wijziging door de medeverzekeraars treedt in werking op dezelfde datum als die waarop de leidende verzekeraar zijn opzegging of wijziging heeft meegedeeld.
7. Ingeval de leidende verzekeraar zijn aandeel opzegt, beschikt de Verzekeringsnemer over een termijn van een maand na de kennisgeving om zelf het hele contract op te zeggen.
21.35.018/10 06/20
VERZEKERING “ALLE RISICO’S” VOOR HEF- EN BOUWPLAATSTOESTELLEN
AANHANGSEL Nr. 21.35.018/20
Dit aanhangsel komt in de plaats van de artikelen 1., 2. en 3.A. en vult de artikelen 8., 9. en 10. van de algemene voorwaarden van het voormelde verzekeringscontract aan.
Artikel 1 Basisdekkingen
De Maatschappij verzekert de voorwerpen beschreven in de inventaris:
— in de aangeduide plaatsen terwijl ze in werking zijn of stilstaan;
— tijdens het demonteren, verplaatsen en opnieuw monteren.
De Maatschappij dekt de verzekerde voorwerpen tegen elk verlies en elke niet te voorziene en plotselinge schade te wijten aan om het even welke oorzaak, enkel onder voorbehoud van de uitsluitingen bepaald in artikel 3. B. van de algemene voorwaarden en in de artikelen 2. en 3. A. van dit aanhangsel.
Artikel 2 Facultatieve dekkingen
Van de verzekering zijn uitgesloten, maar kunnen gedekt worden mits uitdrukkelijk overeengekomen in de bijzondere voorwaar- den en tegen betaling van een bijkomende premie:
A. voor zover ze het gevolg zijn van een vergoedbaar schadegeval:
a) schade geleden door voetstukken en funderingen van de verzekerde voorwerpen;
b) de noodzakelijke afbraakkosten om de verzekerde voorwerpen te kunnen herstellen of vervangen alsook de herbouwkos- ten;
c) de kosten om de verzekerde voorwerpen uit het water te halen of vrij te maken;
d) de kosten voor werk geleverd buiten de normale arbeidsuren, beperkt zoals voorzien in artikel 12. B.;
e) de kosten die voortvloeien uit het beroep gedaan op technici in het buitenland, beperkt zoals bepaald in artikel 12. B.;
f) de kosten voor spoedtransport, beperkt zoals bepaald in artikel 12. C..
B. het verlies en/of schade te wijten aan arbeidsconflicten en oproer.
Onder arbeidsconflict verstaat men een collectieve betwisting in welke vorm die zich ook voordoet, in het kader van arbeids- verhoudingen, met inbegrip van staking en lock-out, hetzij:
— staking: door een vereniging van loontrekkenden, bedienden, ambtenaren of zelfstandigen beraamd stilleggen van het werk;
— lock-out: voorlopige sluiting waartoe door een onderneming besloten is om het personeel ervan tot een vergelijk te dwingen in een arbeidsconflict.
Onder oproer verstaat men iedere vorm van gewelddadige manifestatie, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep perso- nen die met opgehitste gemoederen plaatsvindt en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden, alsook door verzet tegen de diensten die met de handhaving van de openbare orde belast zijn, zonder dat een dergelijke beweging nood- zakelijk tot doel heeft gesteld openbare machten omver te werpen.
Artikel 3 Uitsluitingen
Ongeacht de aanvankelijke oorzaak:
A. is van de verzekering uitgesloten, alle verlies of schade:
a) te wijten aan:
1. gebrek aan normaal onderhoud (gebrek aan olie, smeer- of koelmiddel, antivries, enz.);
2. gebreken en fouten die reeds bestonden bij het afsluiten van de verzekering en die bij de verzekerde bekend waren of moesten zijn;
21.35.018/10 06/20
3. een gebruik waarvoor de voorwerpen niet bestemd zijn;
4. experimenten of proeven (het nazien van de goede werking wordt niet als een proef beschouwd);
5. het in bedrijf houden of het terug in bedrijf nemen van een beschadigd voorwerp vóór definitieve herstelling of vóór de regelmatige werking hersteld is;
b) veroorzaakt aan:
1. verwisselbare werktuigen, zoals boren, messen, slijpstenen, zaagbladen;
2. delen die door hun aard sneller verslijten en veelvuldig vervangen moeten worden, bij voorbeeld: kabels, kettingen, riemen, pakkingen, dichtingen, buigzame leidingen, lucht- en andere rubberbanden, transportbanden, pantser- en slijt- platen, graaf- en grijptanden, zeven, lampen, accumulatorenbatterijen;
3. brandstoffen, fluïde, smeermiddelen, harsen, katalysators en, in het algemeen, alle verbruiksstoffen, (deze uitsluiting is niet van toepassing op vloeibare diëlektrica);
4. vuurvaste bekleding en alle delen in glas of materialen van gelijkaardig gebruik;
c) waarvoor een leverancier, hersteller of monteur wettelijk of contractueel aansprakelijk is;
d) ontdekt naar aanleiding van een inventaris of een controle;
e) rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt door springstoffen, oorlogstoestellen of munitie;
f) die in rechtstreeks of onrechtstreeks verband staat met één van de volgende gevallen:
1. oorlog of gelijkaardige feiten en burgeroorlog;
2. iedere collectief (politiek, sociaal, economisch of ideologisch) geïnspireerde daad van geweld, al dan niet gepaard gaand met rebellie tegen autoriteiten, met inbegrip van aanslagen alsook collectief geïnspireerde daden van vandalis- me en kwaadwilligheid.
Onder aanslag verstaat men de begrippen “volksbeweging”, daden van terrorisme of van sabotage:
— volksbeweging: gewelddadige beweging, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen die, zonder dat er opstand is tegen de gevestigde orde, toch plaatsvindt met opgehitste gemoederen en gekenmerkt wordt door on- geregeldheden of onwettige daden;
— daden van terrorisme of van sabotage: clandestien georganiseerde actie met ideologische, politieke, economische of sociale bedoelingen, individueel of groepsgewijs uitgevoerd, waarbij geweld gepleegd wordt op personen of goe- deren vernield worden
- hetzij om indruk te maken op het publiek en een klimaat van onveiligheid te scheppen (terrorisme),
- hetzij om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te hinderen (sabotage);
3. opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de plaatsen waar de verzekerde goederen zich be- vinden door een leger- of politiemacht, of door geregelde of ongeregelde strijders;
4. instorten, verzakken of verschuiven van steen- of slakkenberg, lawine, aardbeving, vloedgolf, orkaan en over het alge- meen elke natuurramp;
5. die veroorzaakt wordt door (of de verzwaring van schade die veroorzaakt wordt door):
a) tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door wijziging van de atoomkernstructuur,
b) iedere nucleaire brandstof, ieder radioactief produkt of iedere radioactieve afvalstof of iedere andere bron van ioni- serende straling.
Artikel 8 Beschrijving en wijziging van het risico - mededeling door de verzekerde
Ter verduidelijking van paragraaf B punt 1, wordt o.a. als een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico beschouwd:
c) de aanwezigheid van het verzekerde voorwerp op of in de onmiddellijke nabijheid van drassige grond, zoals strand, duin, slak- kenhoop, een hoop onverpakte goederen, alsook op een vlottend toestel;
d) de verhuring van het verzekerde voorwerp aan derden, zonder de aanwezigheid van de bestuurder, aangestelde van de ver- zekerde;
21.35.018/10 06/20
e) een gebruiksduur of werkzaamheden met een groter aantal ploegen dan bepaald in de bijzondere voorwaarden. Indien geen gebruiksduur vermeld is zal worden aangenomen dat deze laatste 9 uur per werkdag niet overschrijdt.
Artikel 9 Verplichtingen met betrekking tot de verzekerde voorwerpen
De eerste alinea van paragraaf X., wordt als volgt verduidelijkt:
de verzekerde moet eveneens:
4. de normale onderhoudsschikkingen nemen om de goede werking van de verankerings- en/of blokkeringsuitrustingen van het verzekerd voorwerp te waarborgen;
5. alle nodige schikkingen te treffen opdat die uitrustingen in werking zouden gesteld worden op het ogenblik van het stilleggen van het verzekerde voorwerp, zodra de aangestelde, belast met de bediening van het toestel, voor om het even welke reden zijn post verlaat.
In aanvulling op de verplichtingen onder dezelfde alinea, moet de verzekerde ervoor zorgen dat de sporen nauwkeurig horizontaal en stevig verankerd zijn op hun grondvesten (dwars- en langsliggers, enz.).
Elk uiteinde van het spoor dient voorzien te zijn van een doeltreffend stootblok.
Artikel 10 Verplichtingen bij schadegeval
De paragraaf X. wordt als volgt aangevuld:
7. onmiddellijk aan de politieoverheid melding doen van elke diefstal of poging tot diefstal.
21.35.018/10 06/20
VERZEKERING “ALLE UITWENDIGE RISICO’S” VOOR HEF- EN BOUWPLAATSTOESTELLEN
AANHANGSEL Nr. 21.35.018/30
Dit aanhangsel komt in de plaats van de artikelen 1., 2. en 3.A. en vult de artikelen 8., 9. en 10. van de algemene voorwaarden van het voormelde verzekeringscontract aan.
Artikel 1 Basisdekkingen
De Maatschappij verzekert de voorwerpen beschreven in de inventaris:
— in de aangeduide plaatsen terwijl ze in werking zijn of stilstaan;
— tijdens het demonteren, verplaatsen en opnieuw monteren.
De Maatschappij dekt de verzekerde voorwerpen tegen alle schade veroorzaakt door “uitwendige risico’s”, van om het even wel- ke aard, enkel onder voorbehoud van de uitsluitingen bepaald in artikel 3. B. van de algemene voorwaarden en in de artikelen
2. en 3. A. van dit aanhangsel.
Onder “uitwendige risico’s” wordt verstaan, alle oorzaken van niet te voorziene en plotselinge schade die zich buiten de verze- kerde voorwerpen bevinden, zoals:
A. vallen, stoten, botsen, omvallen te wijten aan een uitwendige oorzaak, indringen van een vreemd uitwendig voorwerp in het verzekerde voorwerp;
B. instorten, verzakken of verschuiven van grond, inkalving, vallen van stenen of rotsen;
C. gehele of gedeeltelijke instorting van gebouwen die de verzekerde voorwerpen inhouden;
X. xxxx, storm, vorst, kruien van ijs;
E. overstroming, onder- of bovengronds waterwassen, onvoldoende afvoer door de riolen;
F. brand, ontploffing voor zover ontstaan door een oorzaak uitwendig aan het verzekerde voorwerp;
G. vallen van luchtvaartuigen alsook het rechtstreeks inslaan van bliksem op de verzekerde voorwerpen of op de gebouwen die de verzekerde voorwerpen inhouden;
H. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid of kwaadwilligheid van personeelsleden van de verzekerde of van der- den;
I. verlies of schade te wijten aan diefstal of poging tot diefstal;
J. verplaatsing van de verzekerde voorwerpen op openbare of private weg van en naar de aangeduide plaatsen, hetzij op eigen kracht, hetzij voortbewogen door of vervoerd op daartoe bestemde toestellen, alsook de operaties van laden en lossen, mon- tage, demontage en opnieuw monteren ter gelegenheid van die verplaatsingen of noodzakelijk voor hun onderhoud, inspec- tie, revisie of herstelling.
Artikel 2 Facultatieve dekkingen
Van de verzekering zijn uitgesloten, maar kunnen gedekt worden, mits uitdrukkelijk overeengekomen in de bijzondere voorwaar- den en tegen betaling van een bijkomende premie:
A. voor zover ze het gevolg zijn van een vergoedbaar schadegeval:
a) lschade geleden door voetstukken en funderingen van de verzekerde voorwerpen;
b) de noodzakelijke afbraakkosten om de verzekerde voorwerpen te kunnen herstellen of vervangen alsook de herbouwkos- ten;
c) kosten om de verzekerde voorwerpen uit het water te halen of vrij te maken;
d) kosten voor werk geleverd buiten de normale arbeidsuren, beperkt zoals bepaald in artikel 12. B.;
e) kosten die voortvloeien uit het beroep gedaan op technici in het buitenland, beperkt zoals bepaald in artikel 12. B.;
f) de kosten voor spoedtransport, beperkt zoals bepaald in artikel 12. C.;
B. het verlies en/of schade te wijten aan arbeidsconflicten en oproer.
Onder arbeidsconflict verstaat men een collectieve betwisting in welke vorm die zich ook voordoet, in het kader van arbeids- verhoudingen, met inbegrip van staking en lock-out, hetzij:
— staking: door een vereniging van loontrekkenden, bedienden, ambtenaren of zelfstandigen beraamd stilleggen van het werk;
21.35.018/10 06/20
— lock-out: voorlopige sluiting waartoe door een onderneming besloten is om het personeel ervan tot een vergelijk te dwin- gen in een arbeidsconflict.
Onder oproer verstaat men iedere vorm van gewelddadige manifestatie, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen die met opgehitste gemoederen plaatsvindt en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden, alsook door verzet tegen de diensten die met de handhaving van de openbare orde belast zijn, zonder dat een dergelijke beweging noodzakelijk tot doel heeft gesteld openbare machten omver te werpen.
Artikel 3 Uitsluitingen
Ongeacht de aanvankelijke oorzaak:
A. is van de verzekering uitgesloten, alle verlies of schade:
a) te wijten aan:
1. een inwendig risico.
Onder “inwendig risico” wordt verstaan alle oorzaken van schade van mechanische of elektrische aard, die zich in de verzekerde voorwerpen bevinden;
2. gebrek aan normaal onderhoud (gebrek aan olie, smeer- of koelmiddel, antivries, enz.);
3. gebreken en fouten die reeds bestonden bij het afsluiten van de verzekering en die bij de verzekerde bekend waren of moesten zijn;
4. een gebruik waarvoor de voorwerpen niet bestemd zijn;
5. experimenten of proeven (het nazien van de goede werking wordt niet als een proef beschouwd);
6. het in bedrijf houden of het terug in bedrijf nemen van een beschadigd voorwerp vóór definitieve herstelling of vóór de regelmatige werking hersteld is;
b) veroorzaakt aan:
1. verwisselbare werktuigen, zoals boren, messen, slijpstenen, zaagbladen;
2. delen die door hun aard sneller verslijten en veelvuldig vervangen moeten worden, bij voorbeeld: kabels, kettingen, riemen, pakkingen, dichtingen, buigzame leidingen, lucht- en andere rubberbanden, transportbanden, pantser- en slijt- platen, graaf- en grijptanden, zeven, lampen, accumulatorenbatterijen;
3. brandstoffen, fluïde, smeermiddelen, harsen, katalysators en, in het algemeen, alle verbruiksstoffen, (deze uitsluiting is niet van toepassing op vloeibare diëlektrica);
4. vuurvaste bekleding en alle delen in glas of materialen van gelijkaardig gebruik;
c) waarvoor een leverancier, hersteller of monteur wettelijk of contractueel aansprakelijk is;
d) ontdekt naar aanleiding van een inventaris of een controle;
e) rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt door springstoffen, oorlogstoestellen of munitie;
f) die in rechtstreeks of onrechtstreeks verband staat met één van de volgende gevallen:
1. oorlog of gelijkaardige feiten en burgeroorlog;
2. iedere collectief (politiek, sociaal, economisch of ideologisch) geïnspireerde daad van geweld, al dan niet gepaard gaand met rebellie tegen autoriteiten, met inbegrip van aanslagen alsook collectief geïnspireerde daden van vandalis- me en kwaadwilligheid.
Onder aanslag verstaat men de begrippen “volksbeweging”, daden van terrorisme of van sabotage:
— volksbeweging: gewelddadige beweging, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen die, zonder dat er opstand is tegen de gevestigde orde, toch plaatsvindt met opgehitste gemoederen en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden;
— daden van terrorisme of van sabotage : clandestien georganiseerde actie met ideologische, politieke, economi- sche of sociale bedoelingen, individueel of groepsgewijs uitgevoerd, waarbij geweld gepleegd wordt op personen of goederen vernield worden,
- hetzij om indruk te maken op het publiek en een klimaat van onveiligheid te scheppen (terrorisme),
- hetzij om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te hinderen (sabotage);
3. opeising in welke vorm ook, gehele of gedeeltelijke bezetting van de plaatsen waar de verzekerde goederen zich bevinden door een leger- of politiemacht, of door geregelde of ongeregelde strijders;
4. instorten, verzakken of verschuiven van steen- of slakkenberg, lawine, aardbeving, vloedgolf, orkaan en over het alge- meen elke natuurramp;
5. die veroorzaakt worden door (of de verzwaring van schade die veroorzaakt wordt door):
a) tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door wijziging van de atoomkernstructuur,
b) iedere nucleaire brandstof, ieder radioactief produkt of iedere radioactieve afvalstof of iedere andere bron van ioni- serende straling.
21.35.018/10 06/20
Artikel 8 Beschrijving en wijziging van het risico - mededeling door de verzekerde
De paragraaf B. punt 1 wordt als volgt verduidelijkt:
als een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico wordt o.a. beschouwd:
c) de aanwezigheid van het verzekerde voorwerp op of in de onmiddellijke nabijheid van drassige grond, zoals strand, duin, slakkenhoop, een hoop onverpakte goederen, alsook op een vlottend toestel;
d) de verhuring van het verzekerde voorwerp aan derden, zonder de aanwezigheid van de bestuurder, aangestelde van de ver- zekerde;
e) een gebruiksduur of werkzaamheden met een groter aantal ploegen dan bepaald in de bijzondere voorwaarden. Indien geen gebruiksduur vermeld is zal worden aangenomen dat deze laatste 9 uur per werkdag niet overschrijdt.
Artikel 9 Verplichtingen met betrekking tot de verzekerde voorwerpen
De eerste alinea van paragraaf X., wordt als volgt verduidelijkt:
de verzekerde moet eveneens:
4. de normale onderhoudsschikkingen nemen om de goede werking van de verankerings- en/of blokkeringsuitrustingen van het verzekerd voorwerp te waarborgen;
5. alle nodige schikkingen te treffen opdat die uitrustingen in werking zouden gesteld worden op het ogenblik van het stilleggen van het verzekerde voorwerp, zodra de aangestelde, belast met de bediening van het toestel, voor om het even welke reden zijn post verlaat.
In aanvulling op de verplichtingen onder dezelfde alinea, moet de verzekerde ervoor zorgen dat de sporen nauwkeurig horizon- taal en stevig verankerd zijn op hun grondvesten (dwars- en langsliggers, enz.).
Elk uiteinde van het spoor dient voorzien te zijn van een doeltreffend stootblok.
Artikel 10 Verplichtingen bij schadegeval
De paragraaf X. wordt als volgt aangevuld:
7. onmiddellijk aan de politieoverheid melding doen van elke diefstal of poging tot diefstal.
21.35.018/10 06/20
DIVERSE BEPALINGEN
A. Fraude
In het kader van de huidige bepalingen verstaat men onder “verzekeringsfraude” het misleiden van de Maatschappij of van een verzekeringsonderneming bij de sluiting of tijdens de looptijd van een verzekeringsovereenkomst of bij de aangifte dan wel afhandeling van een schadegeval met het oog op het verkrijgen van een verzekeringsdekking of een verzekeringsprestatie.
De aandacht van de Verzekeringsnemer wordt gevestigd op het feit dat iedere verzekeringsfraude of poging tot verzekerings- fraude gesanctioneerd wordt volgens de toepasselijke wetgeving en/of de bepalingen in de algemene of bijzondere voorwaar- den en in voorkomend geval kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.
B. Sancties
De in deze overeenkomst bepaalde dekkingen zullen als zonder uitwerking worden beschouwd als door de toekenning van deze dekkingen de Maatschappij blootgesteld wordt aan sancties, verbodsbepalingen of beperkingen in het kader van de Organisatie van de Verenigde naties of commerciële of economische sancties in het kader van Wetten en Reglementen van de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten van Amerika.
C. Bescherming van uw persoonsgegevens
Conform de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming verzoeken wij u kennis te nemen van de onderstaande informatie.
Doeleinden van de gegevensverwerking - Ontvangers van de gegevens - Rechtsgrond
De meegedeelde persoonsgegevens worden door Federale Verzekering, verwerkingsverantwoordelijke, verwerkt met het oog op: het evalueren van de risico’s, de uitgifte van het verzekeringscontract en de aanpassing ervan, de uitvoering van de prestaties waaronder het beheer van de schadegevallen volgende uit deze verzekering, het ontdekken en voorkomen van fraude, het voldoen aan wettelijke verplichtingen, het beheer van de commerciële relatie en het opvolgen van de portefeuille.
Voor deze doeleinden kunnen de gegevens gecommuniceerd worden aan ondernemingen die deel uitmaken van de groep Federale Verzekering, aan natuurlijke personen of ondernemingen die als dienstverlener of verwerker optreden voor rekening van Federale Verzekering, aan derden in het kader van de uitvoering van een wettelijke verplichting, aan herverzekeraars, en aan elke persoon of entiteit die een verhaal uitoefent of tegen wie een verhaal wordt uitgeoefend in verband met de verzeke- ring in kwestie.
De juridische basis van de gegevensverwerking wordt gevormd door het verzekeringscontract, net als de verplichting die uit dit contract en de eventuele bijakten volgt voor de verzekeraar - verwerkingsverantwoordelijke om desgevallend tot prestatie over te gaan. De verwerking baseert zich bovendien op het legitiem belang van de verzekeraar teneinde verzekeringsfraude te voorkomen, statistieken uit te werken en voor direct marketingdoeleinden.
In de hypothese dat deze documenten niet adequaat zouden worden ingevuld, zal Federale Verzekering zich in de onmogelijk- heid bevinden om haar verplichtingen voortvloeiend uit het verzekeringscontract na te komen en desgevallend een gevolg te verlenen aan de vraag tot tussenkomst.
Vertrouwelijkheid
Technische en organisatorische maatregelen werden genomen teneinde de vertrouwelijkheid en de veiligheid van uw gege- vens te garanderen. De toegang tot uw persoonlijke gegevens is beperkt tot de personen die deze in het kader van de uitoe- fening van hun beroepstaken nodig hebben.
Bewaring van de verwerkte gegevens
De verwerkte gegevens worden door Federale Verzekering bewaard gedurende minstens de waarborgperiode van de verze- kering of gedurende de looptijd van het schadegeval, die zal aangepast worden telkens dat de omstandigheden het vereisen. Deze duurtijd zal verlengd worden door de verjaringstermijn opdat de verzekeraar het hoofd kan bieden aan eventuele vorde- ringen na de sluiting van het schadedossier.
Recht op toegang, verbetering en verzet
De betrokken personen kunnen kennis nemen van de gegevens die aangaande hun persoon verwerkt worden, of desgewenst ze laten verbeteren door een verzoek hiertoe te sturen naar Federale Verzekering t.a.v. de Data Protection Officer – Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx of een email naar xxxxxxx@xxxxxxxx.xx, vergezeld door een recto verso kopie van de identiteitskaart. Deze personen kunnen eveneens, volgens dezelfde modaliteiten, en binnen de limieten voorzien door de Algemene Verordening
21.35.018/10 06/20
voor de gegevensbescherming, zich verzetten tegen de verwerking van de gegevens of een beperking ervan en tegen verwer- kingen voor direct marketingdoeleinden. Zij kunnen tevens de verwijdering of de gegevensoverdraagbaarheid ervan vragen. Wanneer u aan Federale Verzekering persoonsgegevens meedeelt van personen waarmee we niet rechtstreeks in contact staan, vragen wij u hen te informeren over deze gegevensoverdracht en hun daarmee verband houdende rechten.
Contactgegevens
Meer informatie kan u terugvinden op xxx.xxxxxxxx.xx of u kan zich richten tot xxxxxxx@xxxxxxxx.xx of Federale Verzekering
t.a.v. de Data Protection Officer – Stoofstraat 12 te 0000 Xxxxxxx.
Eventuele klachten kunnen gericht worden naar de Gegevensbeschermingsautoriteit.
21.35.018/10 06/20