AEDIFICA
AEDIFICA
Naamloze Vennootschap
Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht Zetel: Xxxxxxxxxxxxxx 00 (xxx 00), 0000 Xxxxxxx
Ondernemingsnummer: 0877.248.501 (RPR Brussel)
(“Aedifica” of de “Vennootschap”)
BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OPGEMAAKT IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 7:179,§1, EERSTE LID EN 7:197, §1, EERSTE LID VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN EN ARTIKEL 26, §2 XXX XX XXX XXX 00 XXX 0000 BETREFFENDE DE GEREGLEMENTEERDE VASTGOEDVENNOOTSCHAPPEN
De raad van bestuur legt hierbij zijn bijzonder verslag voor dat werd opgesteld overeenkomstig artikel 7:179, §1, eerste lid en 7:197, §1, eerste lid van het Wetboek van vennnootschappen en verenigingen (“WVV”) met betrekking tot de voorgestelde kapitaalverhoging ten bedrage van EUR 6.256.358,83 door middel van een inbreng in natura van de Schuldvordering (zoals hierna gedefinieerd) door de Zweedse vennootschap Elwalmar 5 AB (zoals hierna in meer detail omschreven), tegen een uitgifte van 237.093 nieuwe aandelen aan een uitgifteprijs van (afgerond) EUR 113,89 per aandeel.
Overeenkomstig artikel 7:197, §1, eerste lid WVV verantwoordt de raad van bestuur in dit verslag waarom de inbreng in het belang is van de Vennootschap, beschrijft hij elke inbreng in natura, motiveert hij de waardering van elke inbreng in natura en geeft hij in dit verslag aan welke vergoeding als tegenpresatie voor de inbreng wordt verstrekt. Overeenkomstig artikel 7:179, §1, eerste lid WVV verantwoordt de raad van bestuur eveneens de uitgifteprijs en beschrijft hij de gevolgen van de verrichting voor de vermogens- en lidmaatschapsrechten van de aandeelhouders.
Op grond van artikel 26, §2 van de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen (de “GVV-wet”) dient bij een kapitaalverhoging door inbreng in natura van een GVV het verslag bovendien de identiteit van de inbrenger te vermelden, evenals de weerslag van de voorgestelde inbreng op de vroegere aandeelhouders toe te lichten, in het bijzonder wat hun aandeel in de winst, in de netto-waarde per aandeel en in het kapitaal betreft, alsook de impact op het vlak van de stemrechten.
Overeenkomstig de artikelen 7:179, §1, tweede lid en 7:197, §1, tweede lid WVV heeft de raad van bestuur dit verslag in ontwerp voorgelegd aan de commissaris van de Vennootschap, ter beoordeling in een verslag of (i) de in dit verslag opgenomen financiële en boekhoudkundige gegevens in alle van materieel belang zijnde opzichten getrouw zijn en voldoende zijn en (ii) de waardebepalingen waartoe de door de raad van bestuur in dit verslag toegepaste waarderingsmethodes leiden, ten minste overeenkomen met het aantal en de fractiewaarde en, in voorkomend geval, met de uitgiftepremie van de tegen de inbreng uit te geven aandelen (zie verder in dit verslag onder titel 6 "Verslag van de commissaris"). Het verslag van de commisaris wordt als bijlage aan dit verslag gehecht.
1. BESCHRIJVING VAN DE VERRICHTING
1.1 Beschrijving van de inbreng
Krachtens overeenkomst van 7 september 2021 (de “Inbreng- en aandelenoverdrachtovereenkomst”) heeft Elwalmar 5 AB, met zetel te Xxxxxxxxxx 00, 000 00 Xxxx Xxxxx (Xxxxxx) en met ondernemingsnummer 559318-4384 (de “Inbrenger”) overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bepaald in de Inbreng- en aandelenoverdrachtovereenkomst, op diezelfde datum de Aandelen (zoals hierna omschreven) overgedragen aan Hoivatilat AB met ondernemingsnummer 559169-2461, en zetel te Xxxxxxxxxx 00, 00000 Xxxxxxxx (“Hoivatilat AB”), tegen een prijs van SEK 274.426.000 (de “Koopsom Aandelen”).
Hoivatilat AB is een 100% dochtervennootschap van Xxxxxxxxxx Oy (zelf 100% dochtervennootschap van Xxxxxxxx).
De Aandelen betreffen de aandelen in de vennootschap Elwalmar 5 A AB, met ondernemingsnummer 559318-8286, en zetel te Xxxxxxxxxx 00, 000 00 Xxxx Xxxxx (Xxxxxx). De voornaamste activa van Elwalmar 5 A AB betreffen de 100% deelnemingen in 13 vastgoedvennootschappen die gezamenlijk, op individuele basis (1 à 2 activa per vennootschap), eigenaar zijn van 14 gespecialiseerde gebouwen die specifiek werden ontworpen voor de zorg voor personen met een beperking, zoals nader omschreven in Bijlage 1 (de “Onroerende Goederen”). De Onroerende Goederen zullen worden uitgebaat op basis van reeds bestaande langetermijnhuurovereenkomsten tussen de vastgoedvennootschappen en de exploitanten.
In de Inbreng- en aandelenoverdrachtovereenkomst werd voorzien dat de betaling van de Koopsom Aandelen werd uitgesteld, waardoor een schuldvordering van de Inbrenger is ontstaan ten opzichte van Hoivatilat AB ten belope van de Koopsom Aandelen, te weten SEK 274.426.000 (de “Schuldvordering”).
De Inbrenger zal nu de Schuldvordering inbrengen in Aedifica middels een inbreng in natura in het kader van het toegestane kapitaal (de “Inbreng”).
De Schuldvordering bestaat uit de prijs die door Hoivatilat AB verschuldigd is ten gevolge van de overdracht van de Aandelen, en heeft betrekking op de Aandelen met een totale waarde van SEK 274.426.000. Hoivatilat AB is ten gevolge van de Inbreng- en aandelenovereenkomst betaling verschuldigd van de Koopsom Aandelen.
De Schuldvordering wordt vrij en onbelast ingebracht.
De Inbreng zal worden vergoed door de uitgifte door de raad van bestuur, in het kader van het toegestane kapitaal, van 237.093 nieuwe aandelen van de Vennootschap (de “Nieuwe Aandelen”) aan de Inbrenger, tegen een uitgifteprijs van (afgerond) EUR 113,89 per aandeel (zoals hierna nader toegelicht).
Er worden geen andere voordelen toegekend als tegenprestatie voor de Inbreng.
De Inbreng zal plaatsvinden op 8 september 2021, dit is de dag volgend op de overdracht van de Aandelen.
1.2 Inbrengwaarde
Het bedrag van de Schuldvordering bedraagt SEK 274.426.000 (zie 1.1 hierboven). De Schuldvordering wordt gewaardeerd aan nominale waarde. Deze waarderingsmethode wordt door de raad van bestuur
als adequaat beschouwd voor de inbreng van een schuldvordering op Hoivatilat AB, die zij solvabel en liquide acht. Omgerekend op basis van de wisselkoers SEK/EUR van 10,1626 per datum van de overdracht van de Aandelen (meer bepaald per de spotwisselkoers op 7 september 2021 – 17:40 uur (d.i. het tijdstip van afsluiting van de beursdag op Euronext Brussels en Euronext Amsterdam en de vaststelling van de slotkoers van het aandeel Aedifica) bedraagt de waarde van de Schuldvordering (en dus de inbrengwaarde) EUR 27.003.522,72 (de “Inbrengwaarde”).
Overeenkomstig artikel 49, §1 van de GVV-wet dient er een waarderingsverslag te worden opgesteld met betrekking tot het te verwerven vastgoed, vooraleer de verrichting plaatsvindt, voor zover de verrichting een som vertegenwoordigt die hoger is dan het laagste bedrag tussen enerzijds 1% van het geconsolideerd actief van de OGVV en anderzijds EUR 2.500.000. Aan deze verplichting werd voldaan door het opstellen van een waarderingsverslag per 17 juni 2021. Per 19 augustus 2021 bevestigde de waarderingsdeskundige dat er geen nieuwe waardering vereist is, gezien de algemene economische toestand en de staat van dit vastgoed. Uit het waarderingsverslag blijkt dat de waarde van de Onroerende Goederen die in acht werd genomen voor de berekening van de Koopsom Aandelen, in lijn wordt geschat met de reële waarde van de Onroerende Goederen.
Het verschil tussen enerzijds de Koopsom Aandelen en anderzijds de conventionele waarde van de Onroerende Goederen (met name circa 470 miljoen Zweedse kroon) kan worden verklaard doordat de Schuldvordering betrekking heeft op de Aandelen en niet beperkt is tot de Onroerende Goederen (en dus de overige activa en alle passiva van de vennootschap Elwalmar 5 A AB op datum van de Inbreng bevat).
De partijen hebben bij het bepalen van de conventionele waarde van de Aandelen bijgevolg rekening gehouden met alle activa en passiva van vennootschap Elwalmar 5 A AB en hebben de waarde van de Aandelen vervolgens bepaald op basis van de boekhoudkundige netto-actief waarde van vennootschap Elwalmar 5 A AB, zoals verminderd na het doen van enkele gebruikelijke correcties (onder meer wat betreft fiscale schulden en fiscale latenties en naar aanleiding van kosten en vergoedingen verbonden aan de vervroegde terugbetaling van kredieten).
1.3 Vergoeding van de Inbreng
De Inbreng zal uitsluitend worden vergoed door de toekenning aan de Inbrenger van nieuwe aandelen in Aedifica.
Het aantal Nieuwe Aandelen dat in het kader van de voorgenomen Inbreng aan de Inbrenger zal worden toegekend, wordt bekomen door de Inbrengwaarde van EUR 27.003.522,72 te delen door de Uitgifteprijs (zoals hieronder gedefinieerd), met dien verstande dat als de uitkomst van deze breuk geen geheel getal kent, deze wordt afgerond naar de lagere eenheid (op basis waarvan dan de exacte Uitgifteprijs kan worden vastgesteld). In het kader van de inbreng in natura van de Schuldvordering zullen dus 237.093 nieuwe Aedifica aandelen worden uitgegeven die aan de Inbrenger zullen worden toegekend, waardoor de finale en exacte Uitgifteprijs (afgerond) 113,89 EUR bedraagt.
Overeenkomstig artikel 26, §2, 2° van de GVV-wet mag de Uitgifteprijs niet minder bedragen dan de laagste waarde van (a) de netto-waarde per aandeel die dateert van ten hoogste vier maanden vóór de datum van de Inbreng- en aandelenovereenkomst of, naar keuze van de OGVV, vóór de datum van de akte van kapitaalverhoging, en (b) de gemiddelde slotkoers gedurende de dertig kalenderdagen voorafgaand aan diezelfde datum.
De "Uitgifteprijs" van de Nieuwe Aandelen wordt conventioneel vastgesteld op (afgerond) EUR 113,89. Deze Uitgifteprijs werd bepaald rekening houdende met (i) het gemiddelde van de slotkoersen op Euronext Brussels en Euronext Amsterdam van het Aedifica-aandeel gedurende vijf beursdagen onmiddellijk voorafgaand aan de datum van de akte van de kapitaalverhoging, verminderd met (ii) het pro rata dividend verbonden aan coupon 29 (en volgende) voor de periode die loopt vanaf 15 juni 2021 tot en met de datum van de inbreng in natura (te bepalen op basis van de dividendvooruitzichten die Aedifica heeft bekendgemaakt op 24 februari 2021 in haar persbericht over de jaarresultaten 2019/2020,
i.e. EUR 3,30 bruto per aandeel voor het lopende boekjaar 2021 eindigend op 31 december 2021); ten einde rekening te houden met het feit dat het verwachte (netto)dividend voor het lopende boekjaar met betrekking tot de periode van 15 juni 2021 tot en met datum van de Inbreng pro rata door de Inbrenger ten gunste van Aedifica ten laste wordt genomen (aangezien de inkomsten gegenereerd door de Onroerende Goederen slechts beperkt kunnen bijdragen aan de winsten van Aedifica voor het lopende boekjaar waarin de kapitaalverhoging plaatsvindt), en verminderd met (iii) een marktconforme discount van zes komma vijf procent (6,5) %.
De raad van bestuur stelt derhalve vast dat de conventioneel overeengekomen uitgifteprijs van (afgerond) EUR 113,89 niet lager is dan de laagste waarde van de netto-waarde per Aedifica-aandeel (in de zin van artikel 2, 23° van de GVV-wet) op 30 juni 2021 zijnde EUR 72,28 per aandeel, zoals gepubliceerd in het Halfjaarlijks Financieel Verslag per 30 juni 2021 van de Vennootschap van 11 augustus 2021 (d.i. niet meer dan vier maanden vóór de datum van de Inbreng- en aandelenovereenkomst) enerzijds en de gemiddelde slotkoers gedurende 30 kalenderdagen voorafgaand aan diezelfde datum (EUR 122,74) anderzijds. Zodoende wordt artikel 26 §2, 2° van de GVV-wet nageleefd.
In het kader van de geplande Inbreng worden dus 237.093 Nieuwe Aandelen uitgegeven aan de Inbrenger.
1.4 Waardering vastgoeddeskundigen
Overeenkomstig artikel 48 van de GVV-wet dienen de onroerende goederen van de Vennootschap en haar perimetervennootschappen door de vastgoeddeskundige te worden gewaardeerd, onder meer telkens wanneer de Vennootschap aandelen uitgeeft. Er is evenwel geen nieuwe waardering nodig wanneer aandelen worden uitgegeven binnen 4 maanden na de laatste waardering of actualisering van de waardering van de portefeuille en voorzover de deskundige bevestigt dat er geen nieuwe waardering vereist is, gezien de algemene economische toestand en de staat van dit vastgoed.
De onafhankelijke vastgoeddeskundigen van Aedifica hebben de reële waarde van het door Aedifica en haar perimetervennootschappen gehouden vastgoed gewaardeerd op 30 juni 2021. Gezien enerzijds de Inbreng plaatsvindt binnen de 4 maanden na deze waardering en gezien anderzijds de onafhankelijke vastgoeddeskundigen van Aedifica bevestigden op 31 augustus 2021 dat, gelet op de algemene economische toestand en de staat van het vastgoed van Aedifica, de waarde van het vastgoed van Aedifica per 30 juni 2021 niet significant afwijkt van de waardering op de datum van de kapitaalverhoging, is er geen nieuwe waardering vereist.
2. KAPITAALVERHOGING EN UITGIFTE NIEUWE AANDELEN
De raad van bestuur zal naar aanleiding van de Inbreng in het kader van het toegestane kapitaal op 8 september 2021 overgaan tot de uitgifte van 237.093 Nieuwe Aandelen aan de Inbrenger.
2.1 Beschrijving van de Nieuwe Aandelen
De nieuw uit te geven Aedifica-aandelen zullen gedematerialiseerd zijn en dezelfde rechten hebben als de bestaande genoteerde aandelen. Zij zullen volledig fungibel zijn met de bestaande genoteerde aandelen en delen in de resultaten vanaf 15 juni 2021 tot en met het einde van het boekjaar dat zal aflopen op 31 december 2021, en dus recht geven op een pro rata couponbetaling (verbonden aan coupon nummer 29 en volgende) die gebeurt op basis van de resultaten van het boekjaar dat zal aflopen op 31 december 2021 (onder voorbehoud van goedkeuring van de resultaatverwerking door de gewone algemene vergadering van 2022).
In de mate dat het dividend toegekend aan deze nieuw uit te geven Aedifica-aandelen voor de periode van 15 juni 2021 tot het ogenblik waarop deze nieuwe Aedifica-aandelen worden uitgegeven (zijnde een bedrag van (afgerond) 0,77 per aandeel uitgaande van een verwachte dividenduitkering van 2,805 euro netto per aandeel voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021) zou moeten worden beschouwd als een onderdeel van de Uitgifteprijs, dan moet nog steeds worden vastgesteld dat de bepaling van de Uitgifteprijs van de nieuwe aandelen in overeenstemming is met artikel 26, §2, 2° van de GVV-wet.
Aedifica zal een aanvraag richten aan Euronext Brussels en Euronext Amsterdam voor de toelating tot de verhandeling van de Nieuwe Aandelen die worden uitgegeven in het kader van de Inbreng.
In beginsel dient in het kader van de toelating van deze aandelen tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt een prospectus te worden gepubliceerd, met toepassing van de Wet van 11 juli 2018 op de aanbieding van beleggingsinstrumenten aan het publiek en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (de “Prospectuswet”). Op deze regel bestaat echter een uitzondering, met toepassing van artikel 1, 5 a) van de verordening (EU) 2017/1129, voor effecten die fungibel zijn met effecten die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten, mits deze effecten over een periode van twaalf maanden minder dan 20% vertegenwoordigen van het aantal effecten dat reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt is toegelaten, wat in casu het geval is.
2.2 Bedrag kapitaalverhoging
De raad van bestuur stelt voor het kapitaal te verhogen met een bedrag gelijk aan het aantal nieuw uit te geven aandelen, zijnde 237.093 Nieuwe Aandelen, vermenigvuldigd met de (exacte) fractiewaarde van de bestaande aandelen van de Vennootschap, zijnde (ongeveer) EUR 26,39 per aandeel, waarbij de uitkomst van deze berekening vervolgens naar boven wordt afgerond tot op de eurocent.
Het bedrag van de kapitaalverhoging bedraagt bijgevolg EUR 6.256.358,83. De kapitaalvertegenwoordigende waarde van alle (nieuwe en op dat ogenblik bestaande) aandelen van de Vennootschap zal vervolgens worden gelijkgesteld.
Het verschil tussen de fractiewaarde en de uitgifteprijs (zijnde in totaal EUR 20.747.163,89) zal worden vermeld als een beschikbare reserve op één of meer afzonderlijke rekeningen “Beschikbare Uitgiftepremies” onder het eigen vermogen op het passief van de balans. De raad van bestuur kan vrij beslissen om de eventuele uitgiftepremies, eventueel na aftrek van een bedrag maximaal gelijk aan de kosten van de kapitaalverhoging in de zin van de toepasselijke IFRS-regels, op een onbeschikbare rekening te plaatsen die op dezelfde voet als het kapitaal de waarborg van derden zal uitmaken en die in geen geval zal kunnen verminderd of afgeschaft worden dan met een beslissing van de algemene vergadering beslissend zoals inzake statutenwijziging, behoudens de omzetting in kapitaal.
3. WEERSLAG VAN DE INBRENG OP DE TOESTAND VAN DE VROEGERE AANDEELHOUDERS
Op datum van dit verslag bedraagt het kapitaal van de vennootschap EUR 951.835.438,38 en is het vertegenwoordigd door 36.071.064 aandelen zonder nominale waarde, die elk een gelijk deel van het kapitaal vertegenwoordigen.
Rekening houdende met de hierboven vermelde Uitgifteprijs van (afgerond) EUR 113,89, zullen er ten gevolge van de geplande kapitaalverhoging 237.093 Nieuwe Aandelen worden uitgegeven en zal het kapitaal worden verhoogd tot EUR 958.091.797,21, vertegenwoordigd door 36.308.157 aandelen.
De uitgifte van 237.093 Nieuwe Aandelen leidt tot een rekenkundige dilutie van de bestaande aandeelhouders ten belope van 0,653% op het vlak van deelname in de winst en stemrechten.
De kapitaalverhoging leidt tot een beperkte vermindering van de schuldgraad van de Vennootschap. Er is geen verwatering van het netto-courant resultaat per aandeel.
Uitgaande van de cijfers per 30 juni 2021 zal er geen financiële verwatering zijn van de bestaande aandeelhouders wat de netto-waarde per aandeel betreft, aangezien de Uitgifteprijs van de Nieuwe Aandelen in elk geval hoger zal zijn dan EUR 72,28, zijnde de netto-waarde per aandeel (IFRS) per 30 juni 2021.
4. TOEGESTANE KAPITAAL
De buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap heeft op 30 juli 2021 een machtiging verleend aan de raad van bestuur voor een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de publicatie in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de statutenwijziging beslist door deze buitengewone algemene vergadering van 30 juli 2021, om het kapitaal te verhogen overeenkomstig artikel 6.4 van de statuten.
De techniek van het toegestane kapitaal werd voorzien om een zekere mate van flexibiliteit, soepelheid en snelheid van uitvoering te bewerkstelligen.
De bijzondere omstandigheden waarin, en de doeleinden waartoe, de raad van bestuur het toegestane kapitaal kan aanwenden, werden niet-limitatief opgesomd bij de machtiging die werd verleend door de buitengewone algemene vergadering van de Vennootschap van 30 juli 2021. Deze machtiging voorziet dat de raad van bestuur gebruik kan maken van het toegestane kapitaal “telkens als het vennootschapsbelang het vraagt en in het bijzonder om alle opportuniteiten te baat te nemen die het vastgoedbezit van de vennootschap kunnen uitbreiden, en dit op een efficiënte en kostenvriendelijke manier. Het toegestane kapitaal kan eveneens gebruikt worden in alle omstandigheden waarin het op korte termijn aanbeveling verdient om zo adequaat mogelijk voordeel te halen uit de gunstige evolutie en voorwaarden van de markt, in te gaan op de uiting van interesse van beleggers en over het algemeen om alle opportuniteiten te benutten om het eigen vermogen van de vennootschap te versterken, de financiële structuur aan de ontwikkelingsbehoeften van de zaken en de wettelijke en reglementaire bepalingen aan te passen, de actiemiddelen te doen toenemen en de ontwikkeling van de activiteiten te bevorderen.”
De raad van bestuur is van oordeel dat het aanwenden van het toegestane kapitaal in de context van de Inbreng kadert in de bijzondere omstandigheden waarin, en doeleinden waartoe, de machtiging inzake het toegestane kapitaal werd verleend, en dat dit in het belang is van Aedifica.
De raad van bestuur heeft op datum van dit verslag nog geen gebruik gemaakt van deze machtiging. Bijgevolg bedraagt het beschikbare saldo van het toegestane kapitaal wat betreft de machtiging voorzien in artikel 6.4. sub 3) op heden EUR 95.183.543,83.
5. BELANG VAN DE INBRENG EN DE KAPITAALVERHOGING VOOR DE VENNOOTSCHAP
Aedifica is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap waarvan de investeringsstrategie gestoeld is op de demografische grondstroom van de vergrijzing en die zich in deze context toelegt op het investeren in zorgvastgoed, in het bijzonder in de huisvesting voor senioren.
De Onroerende Goederen die in het kader van de Inbreng door Hoivaitlat AB worden verworven betreffen 14 gebouwen specifiek ontworpen voor de zorg voor personen met een beperking.
De inbreng van de Onroerende Goederen en de kapitaalverhoging passen derhalve volledig in de investeringsstrategie van Aedifica: de vastgoedvennootschap versterkt haar portefeuille in het segment van de huisvesting voor personen met een beperking.
De kapitaalverhoging draagt bovendien bij tot de versteviging van het eigen vermogen van de Vennootschap. Dit biedt de Vennootschap de mogelijkheid om in de toekomst desgevallend bijkomende met schulden gefinancierde transacties te verrichten en zo haar groei-intenties verder te realiseren.
De raad van bestuur is bijgevolg van oordeel dat de verrichting verantwoord is en in het belang is van de Vennootschap.
6. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS
Overeenkomstig artikel 7:179, §1, tweede lid en 7:197, §1, tweede lid WVV heeft de commissaris van Aedifica, Xxxxx & Young Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door de heer Xxxxx Xxxxxxxx, een verslag opgesteld over de verrichting. Huidig verslag wijkt niet af van de conclusies zoals vermeld in het verslag van de commissaris.
Gedaan te Brussel op 8 september 2021,
In naam van de raad van bestuur van Aedifica,
Xxxx Xxxxxxxx Bestuurder | Xxxxxxx Xxxxxxx Gedelegeerd Bestuurder |
Xxxx Xxxxxxxx
Digitally signed by Xxxx Xxxxxxxx
Date: 2021.09.08
07:30:35 +02'00'
Xxxxxxx Xxxxxxx
Digitally signed by Xxxxxxx Xxxxxxx Date: 2021.09.08
07:39:09 +02'00'
Bijlagen:
Bijlage 1: omschrijving Onroerende Goederen
Bijlage 2: verslag van de commissaris overeenkomstig artikel 7:179, §1, tweede lid en 7:197, §1, tweede lid WVV
Bijlage 1: omschrijving Onroerende Goederen
1. MH Lövsta Löt AB owns the property Uppsala Bälinge Lövsta 10:140;
2. Valene 3 AB owns the property Uppsala Bälinge Lövsta 9:19;
3. SB Sunnersta AB owns the properties Uppsala Sunnersta 120:2 and 120:4;
4. Mitman 2 A AB owns the property Enköping Hässlinge 2:3;
5. Mitman 3 A AB owns the property Uppsala Almungeberg 1:22;
6. Mitman 3 C AB owns the property Nyköping Anderbäck 1:60;
7. Mitman 5 A AB owns the properties Xxxxx Xxxxxxxxxx 0 and Saga 2;
8. Mitmansahl 1 A AB owns the property Laholm Xxxx 3:68;
9. Mitmansahl 1 B AB owns the property Vallentuna Västlunda 2:12
10. Mitmansahl 1 C AB owns the property Örebro Hovsta Gryt 7:2;
11. Frehelsah AB owns the property Oskarshamn Emmekalv 4:325;
12. Mitman 2 Almunge AB owns the property Uppsala Almungeberg 1:21; and
13. Helsah i Oskarshamn AB owns the property Örebro Törsjö 3:204.