Contract
65 (1999) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2000 Nr. 8
A. TITEL
Protocol tot aanpassing van de institutionele aspecten van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tsjechië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het
Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, met Bijlagen; Brussel, 24 juni en 29 november 1999
B. TEKST1)
Protocol tot aanpassing van de institutionele aspecten van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tsjechie, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie
Het Koninkrijk België,
het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland,
de Italiaanse Republiek,
1) De Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Ita- liaanse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Tsjechische tekst zijn niet afgedrukt.
het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk,
de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen- schap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen- schap voor Atoomenergie,
hierna ,,de lidstaten’’ te noemen, en
de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna ,,de Gemeenschap’’ te noemen, enerzijds, en de Republiek Tsjechië, anderzijds,
Gelet op de Europa-overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tsjechië, anderzijds, die op 4 oktober 1993 te Brussel werd ondertekend en op 1 februari 1995 in werking is getre- den, hierna ,,de Europa-overeenkomst’’ te noemen,
Overwegende dat de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden op 1 januari 1995 lid zijn geworden van de Europese Unie,
Besloten hebbende om in onderling overleg de in de Europa- overeenkomst aan te brengen aanpassingen van de institutionele aspec- ten vast te stellen, in verband met de toetreding van de Republiek Oos- tenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden,
Hebben overeenstemming bereikt omtrent de volgende bepalingen: Artikel 1
De Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden worden overeenkomstsluitende partij bij de Europa- overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tsjechië, anderzijds.
Artikel 2
De tekst van de Europa-overeenkomst, met inbegrip van de bijlagen en protocollen die daarvan integrerend deel uitmaken, evenals de aan de slotakte gehechte verklaringen, gesteld in de Finse en de Zweedse taal,
zijn onder dezelfde voorwaarden rechtsgeldig als de oorspronkelijke tek- sten. De Finse en de Zweedse teksten1) van de genoemde Europa- overeenkomst zijn aan dit protocol gehecht.
Artikel 3
Dit protocol, dat een integrerend bestanddeel vormt van de overeen- komst, wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedge- keurd. De partijen nemen de nodige maatregelen voor de tenuitvoerleg- ging van dit protocol.
Artikel 4
Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar kennis geven van de voltooiing van de overeenkomstig artikel 3 vereiste procedures.
Artikel 5
Dit protocol wordt nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.
Artikel 6
Dit protocol werd opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Tsjechische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
GEDAAN te Brussel, de vierentwintigste juni en de negenentwintig- ste november negentienhonderd negenennegentig.
Het Protocol is voor de volgende staten en organisaties ondertekend: België1) 24 juni 1999
Denemarken 24 juni 1999
Duitsland 24 juni 1999
de Europese Gemeenschappen 24 juni 1999
Finland 24 juni 1999
Frankrijk 24 juni 1999
Ierland 24 juni 1999
Italië 24 juni 1999
het Koninkrijk der Nederlanden 24 juni 1999
1) Niet afgedrukt.
Luxemburg 24 juni 1999
Oostenrijk 24 juni 1999
Portugal 24 juni 1999
Spanje 24 juni 1999
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brit-
tannië en Noord-Ierland 24 juni 1999
Zweden 24 juni 1999
en
Tsjechië 29 november 1999
1) Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
D. PARLEMENT
Het Protocol behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel a, van de Rijks- wet goedkeuring en bekendmaking verdragen, juncto artikel 2 van de Rijkswet van 15 december 1994 (Stb. 881) niet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Protocol zullen ingevolge artikel 4 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar kennis geven van de voltooiing van de overeenkomstig artikel 3 vereiste procedures.
J. GEGEVENS
Van het op 18 april 1951 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, naar welk Verdrag in de preambule tot het onderhavige Protocol wordt ver- wezen, zijn de Franse tekst en de vertaling geplaatst in Trb. 1951, 82; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 77.
Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, naar welk Verdrag in de preambule tot het onderhavige Protocol wordt verwezen, is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1957, 75 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 92; zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 13.
Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, naar welk Verdrag in de preambule tot het onderhavige Protocol wordt verwezen, is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1957, 74 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 91; zie ook, laatstelijk, Trb. 1995, 76.
De drie Oprichtingsverdragen van de Europese Gemeenschappen en het hieronder genoemde Verdrag van 1992 zijn laatstelijk gewijzigd bij
het op 2 november 1997 tot stand gekomen Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende Akten, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Trb. 1998, 11.
Van het op 7 februari 1992 te Maastricht tot stand gekomen Verdrag betreffende de Europese Unie, naar welke Organisatie in artikel 5 van het onderhavige Protocol wordt verwezen, is de Nederlandse tekst ge- plaatst in Trb. 1992, 74 en de geconsolideerde versie in rubriek X xxx Xxx. 1998, 12.
Van de op 4 oktober 1993 te Luxemburg tot stand gekomen Europa- Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Slo- waakse Republiek, anderzijds, naar welke Overeenkomst in de pream- bule tot het onderhavige Protocol wordt verwezen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1994, 72; zie ook Trb. 1995, 134.
Uitgegeven de tweede januari 2000.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. XXX XXXXXXX
TRB2354
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2000