PROTOCOLAKKOORD
PROTOCOLAKKOORD
BETREFFENDE AUTEURSRECHTENVERGOEDING ZELFSTANDIGE JOURNALISTEN
Tussen:
1. Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ), een beroepsvereniging met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Xxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0880.359.528, vertegenwoordigd door Xxx Xxxxxxx, nationaal secretaris,
hierna genoemd de "VVJ";
En:
2. Het Agentschap Belga-Belgisch Perstelegraaf Agentschap ('Belgian News Agency'), een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Arduinkaai 28-29, ingeschreven in de kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0403.481.693, vertegenwoordigd door Xxxxxxx Xxxxxxx, CEO,
3. De Persgroep Publishing, een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te 0000 Xxxx/Xxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 000, ingeschreven in de kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0403.506.340, vertegenwoordigd door Xxxx Xxxxxx, CEO,
4. Mediafin, een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te 0000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxx 00x, ingeschreven in de kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0404.800.301, vertegenwoordigd door Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, CEO,
5. Mediahuis, een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te 2050 Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxx 0, ingeschreven in de kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0439.849.666, vertegenwoordigd door Xxxx Xxxxxxxx, CEO,
6. Roularta Media Group, een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te 0000 Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in de kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0434.278.896, vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxxxx, CEO,
hierna gezamenlijk genoemd "Uitgevers";
de VVJ en de Uitgevers worden hierna gezamenlijk de “Partijen” genoemd, of individueel een “Partij”;
Waarbij de Partijen voorafgaandelijk het volgende verklaren:
1. De VVJ vertegenwoordigt onder meer Zelfstandige Journalisten;
2. De wet van 16 juli 2008 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten (de "Wet"), bepaalt dat de vergoeding voor de overdracht van auteursrechten (bij wege van licentie of verkoop) als roerende inkomsten aan te merken, zonder dat deze, althans onder een bepaalde grens, als beroepsinkomsten kunnen worden geherkwalificeerd. De auteursvergoedingen zijn nu (tot een bepaalde grens) onderworpen aan een eigen fiscaal stelsel dat voorziet in een 15% roerende voorheffing, in te houden door de uitgevers-schuldenaren (na aftrek van forfaitair bepaalde kosten);
3. Tot op heden bestaat grote onduidelijkheid over de toepassing van de Wet op de inkomsten van Zelfstandige Journalisten die Werken leveren aan persuitgevers. Bij de fiscale administratie leeft immers de vrees dat misbruik zou worden gemaakt van de Wet om belastingen te vermijden op inkomsten die vanuit economisch perspectief als beroepsinkomsten kunnen worden gekwalificeerd. In dit kader heeft de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) grootschalige controles uitgevoerd op de inkomsten uit de cessie of concessie van auteursrechten aangegeven door Zelfstandige Journalisten en deze in meerdere gevallen geherkwalificeerd in beroepsinkomsten. Dit heeft aanleiding gegeven tot een aantal fiscale geschillen die nog steeds lopende zijn.
4. Tot op heden kon, ondanks meerdere pogingen van de Partijen, geen akkoord worden gevonden tussen de sector (waaronder de Partijen) en de fiscale administratie over een algemeen aanvaarde verhouding tussen inkomsten uit de cessie of concessie van auteursrechten en andere inkomsten die toegepast zou kunnen worden door Zelfstandige Journalisten.
5. In dit kader waren Partijen er tot op heden van overtuigd dat een vergoeding van de Zelfstandige Journalisten uitsluitend voor de cessie of concessie van auteursrechten zowel juridisch als economisch verantwoord is.
Immers, in het kader van de media-evolutie, en zeker de digitale mediarevolutie waarbij dezelfde content op meerdere platformen tegelijk wordt geëxploiteerd, is de overdracht van auteursrechten door de journalist aan zijn uitgever uit economisch oogpunt bekeken essentieel en dus niet ingegeven door fiscale motieven. In het licht van een groeiende concurrentiestrijd met nieuwe (digitale) internationale spelers wensen uitgevers voor hun nieuwe informatieplatformen maximaal (her)gebruik te kunnen maken van de Werken van hun Zelfstandige Journalisten. Gelijktijdige publicatie op de website, in het medium en op allerlei andere (mobiele) dragers, enz. is niet langer de uitzondering, maar de regel in het huidige uitgeefmodel. In deze context staat het verlenen van de licentie die wordt verkregen om het Werk – al dan niet gelijktijdig - in diverse Media te publiceren voorop en is de wijze waarop en de tijd die nodig is om het Werk tot stand te brengen irrelevant.
6. Niettegenstaande wat onder punt 5 wordt uiteengezet, zijn Partijen, in de geest van verzoening met de fiscale administratie, in dit Protocolakkoord een alternatieve verdeelsleutel overeengekomen om tegemoet te komen aan de positie van de fiscale administratie, met dien verstande dat de bepalingen van dit Protocolakkoord geen nadelige erkentenis inhouden met betrekking tot de toepassing in het verleden van de Wet en de geschreven en ondertekende overeenkomst tussen de uitgever en de journalist die voorziet in de cessie of concessie van de auteursrechten op de Werken.
7. In antwoord op een parlementaire vraag met nr. 9880 van de xxxx Xxxxxxx Xxxxx bevestigde de Minister van Financiën op 17 maart 2016 evenwel dat de fiscale administratie bereid is om een akkoord, gesloten voor een welbepaald beroep door middel van een collectieve overeenkomst
of op een andere wijze, met betrekking tot een bepaalde verhouding tussen inkomsten uit de overdracht van auteursrechten en andere inkomsten, te aanvaarden, voor zover dat akkoord overeenstemt met de werkelijkheid.
8. Partijen wensen in te gaan op de mogelijkheid geboden door de Minister van Financiën om een sectorale overeenkomst te sluiten met betrekking tot de verdeling van de vergoeding van de Zelfstandige Journalisten tussen inkomsten uit de cessie of concessie van auteursrechten en andere inkomsten.
Wordt tussen de Partijen het volgende overeengekomen:
Artikel 1 Toepassingsgebied
1.1 Dit Protocol is van toepassing op de vergoedingen die voor het leveren van een auteursrechtelijk beschermd werk worden betaald aan een Zelfstandige Journalist door de Uitgever.
1.2 Onder “Zelfstandige Journalist” wordt begrepen iedere persoon die, buiten enige verhouding geregeld door een arbeidsovereenkomst onderworpen aan de wet van 3 juli 1978 betreffende arbeidsovereenkomsten, al dan niet in bij- of hoofdberoep, geschreven teksten, foto’s, video, films, tekeningen of alle andere auteursrechtelijk beschermde werken (de “Werken”) levert aan de Uitgevers die de cessie of concessie van auteursrechten op voormelde werken verwerven met het oog op publicatie in hun media, waaronder (digitale) kranten, (digitale) magazines, (mobiele) websites, digitale nieuwsbrieven, sociale media, enz. (de “Media”).
1.3 Onder “Overdracht van Vermogensrechten” wordt begrepen de cessie of concessie van de aan de Werken verbonden auteursrechten, zoals bepaald in een geschreven en ondertekende overeenkomst tussen de Uitgever en de Zelfstandige Journalist die expliciet voorziet in de overdracht van de auteursrechten.
1.4 De vergoedingen voor de Overdracht van Vermogensrechten kunnen nooit enige vergoeding inhouden voor administratief werk, redactievergaderingen, coördinatieactiviteiten, transport, (forfaitaire) kostenvergoedingen, enz.
1.5 De rechten die voortvloeien uit de wettelijke licenties en uit verplicht collectief beheer (reprografierecht, leenrecht, de vergoeding voor thuiskopie), evenals de rechten die het voorwerp uitmaken van collectieve akkoorden tussen beheersvennootschappen van auteursrechten en uitgevers, vallen niet onder het toepassingsgebied van dit Protocolakkoord.
Artikel 2 Aandeel aan inkomsten uit de Overdracht van Vermogensrechten
2.1 De vergoeding voor de Overdracht Vermogensrechten van een Werk van de Zelfstandige Journalist wordt vastgesteld op 50% van de volledige financiële enveloppe toegekend door de Uitgever.
2.2 Onder “financiële enveloppe” wordt begrepen het globaal bedrag toegekend door de Uitgever aan de Zelfstandige Journalist voor het leveren van een Werk, met name de vergoeding voor de Overdracht van de Vermogensrechten en de vergoeding voor het onderliggende instrumentum (het Werk zelf).
2.3 Artikel 2.1 staat evenwel niet in de weg dat Zelfstandige Journalist persoonlijk geniet van een akkoord met de fiscale administratie dat niet formeel werd opgezegd, van een gerechtelijke beslissing die in kracht van gewijsde is getreden of van een voorafgaande beslissing waarvan de geldigheidsperiode niet is verstreken. In dergelijk geval zal de verdeelsleutel vastgesteld in het akkoord, de gerechtelijke beslissing of de voorafgaande beslissing van toepassing blijven in hoofde van de Zelfstandige Journalist (maar niet in hoofde van de Uitgever voor de doeleinden van de inhouding van de roerende voorheffing).
Artikel 3 Inwerkingtreding
3.1 Dit Protocolakkoord treedt in werking op datum van 1 juli 2017.
3.2 Dit protocol is jaarlijks opzegbaar op 1 januari mits opzeg per aangetekend schrijven van minstens 6 maanden, behoudens in geval van wijziging van de Wet waar elk van de partijen gerechtigd is het protocolakkoord op te zeggen zonder naleving van een opzegtermijn.
3.3 Dit Protocolakkoord houdt geen nadelige erkentenis in met betrekking tot de toepassing van de Wet vóór de inwerkingtreding van dit Protocolakkoord.
Artikel 4 Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank
4.1 Dit Protocolakkoord is onderworpen aan het Belgisch recht.
4.2 Alle geschillen met betrekking tot dit Protocol behoren uitsluitend tot de bevoegdheid van de Nederlandstalige Rechtbanken te Brussel.
Gedaan te Brussel, op ………………………, in zoveel exemplaren als er Partijen zijn, waarbij elke Partij verklaart één origineel exemplaar te hebben ontvangen.
VOOR DE VLAAMSE VERENIGING VAN JOURNALISTEN
Xxx XXXXXXX
Nationaal secretaris
VOOR DE UITGEVERS
Belgian News Agency
Xxxxxxx XXXXXXX CEO
De Persgroep Publishing
Xxxx XXXXXX CEO
Mediafin
Xxxxxxxx XXXXXXXXX CEO
Mediahuis
Xxxx XXXXXXXX CEO
Roularta Media Group
Xxxxxx XXXXXXXXX CEO