‘Samen kansen creëren’
‘Samen kansen creëren’
Functiebeschrijving: Begeleid(st)er
(contract bepaalde duur)
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Agentschap Jongerenwelzijn Afdeling: Gemeenschapsinstellingen Graad: Deskundige B111 | |
Deel 1: Contextinformatie | |
1. Context | |
De jeugdrechter kan een jongere die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd of in een heel moeilijke leefsituatie verkeert, plaatsen in een gemeenschapsinstelling. In een open campus is dat mogelijk vanaf 12 jaar, een plaatsing in een gesloten campus is mogelijk vanaf 14 jaar. Dat geldt zowel voor meisjes als jongens. Er zijn wel een aantal uitzonderingen. Op de website van jeugdrecht staat meer informatie over plaatsingsvoorwaarden en termijnen. De gemeenschapsinstellingen kenmerken zich door een vrijheidsbeperkende, gesloten infrastructuur, veiligheidsprocedures en strikte, eenvormige regels op het vlak van uitgaan en verlof. Het merendeel van de regels is te vinden in het huishoudelijk reglement. Een gemeenschapsinstelling kan een open of een gesloten karakter hebben. In de open setting is iets meer vrijheid dan in de gesloten afdeling, en is het toezicht iets minder strikt. Activiteiten buiten de instelling zullen sneller toegestaan worden voor jongeren in een open regime. Ongeacht het feit of een jongere in een open of gesloten afdeling verblijft, speelt het leven van de jongere zich vooral binnen de instelling af. De gemeenschapsinstelling De Zande bestaat uit drie campussen: Ruiselede, Wingene en Beernem. Campus Ruiselede heeft een capaciteit van 63 plaatsen en omvat 7 leefgroepen voor jongens tussen 12 – 18 jaar. Campus Wingene biedt plaats aan 35 jongeren in een gesloten regime. De campus omvat vier opvoedingsleefgroepen. Campus Beernem biedt plaats aan 53 meisjes van 12–18 jaar, verdeeld over zes leefgroepen. De functie van begeleiders wordt uitgeoefend in teamverband in continudienst: negen begeleiders staan in voor de begeleiding van een leefgroep van maximum 10 minderjarigen tussen 6u30 en 22 u, alle dagen in het jaar. Je teamverantwoordelijke is je eerste aanspreekpunt. |
Deel 2: Doel en resultaatsgebieden
2. Doel |
Conform de visie, rekening houdend met het groepsregime, en op basis van de omschreven pedagogische modellen: voorbereiding, uitvoering, evaluatie en eventuele bijsturing van de pedagogische opdracht . Samen met collega’s: - Bijdrage tot het realiseren van een maximale integratiekans van de jongeren - Verkenning en behandeling van problemen volgens het pedagogisch model met daarin als centrale elementen: ⇨ Opvoedkundige vaardigheden van Xxxxxxxxx ⇨ Ervaringsgericht leren ⇨ Contextgericht werken Realisatie van specifieke hulpverleningsdoelstellingen (handelingsplan) |
3. Resultaatgebieden |
3.1. Groepswerking: . Conform de visie, rekening houdend met het groepsregime en op basis van het omschreven pedagogische model, begeleiding van de jongeren van bij het wekken tot het slapengaan. Organisatie van de dagelijkse werking in de leefgroep en bewaking van een positief verblijfsklimaat. Verlening van een maximale kans aan de jongeren op zelfontplooiing en zelfredzaamheid binnen een groep. Verzekering van de veiligheid. |
Voorbeelden van activiteiten: - Wekken van de jongeren - Voortdurende aandacht voor de veiligheid, voorspelbaarheid en duidelijkheid - Optreden bij moeilijkheden, je bemiddelt en neemt beslissingen - Toezicht op de hygiëne - Begeleiding van de maaltijden - Begeleiding van interne verplaatsingen (naar werkplaats, naar leslokalen, …) - Toelichting van de huisregels |
3.2. Organisatie van activiteiten: Conform de visie, rekening houden met het groepsregime en op basis van het omschreven pedagogische model, begeleiding van de jongeren in hun tijdsbesteding, al dan niet in groepsverband. Aanbieding van een waaier van verschillende vrijetijdsbestedingen en een alternatief aan jongeren die niet deelnemen aan de lessen. Organisatie van instructieve of ervaringsgerichte activiteiten. . |
Voorbeelden van activiteiten: - Verdeling van huishoudelijke taken onder de jongeren en begeleidt hen bij de uitvoering ervan - Organisatie van sportieve, culturele of sociale activiteiten en participeert er in de mate van het mogelijke aan - Gezamenlijk tv kijken - Aanwezigheid bij, deelname aan en begeleiding van gezelschapsspellen. - Organisatie van en participatie aan meerdaagse ervaringsgerichte activiteiten, uitstappen met een recreatief karakter, … - Organisatie van creatieve activiteiten |
3.3. Individuele monitoring: Begeleiding van de jongere individueel om de persoonlijke evolutie van de jongere te bevorderen. Evaluatie en rapportering over de bereikte resultaten op een systematische wijze. Indien nodig: bijsturing van acties bij. Contactname en samenwerking met externe instanties om het verblijf van de jongere te ondersteunen en zijn opvang nadien te begeleiden. Informatie en coaching van zowel de ouders als de jongeren. Pogingen om zich een zo volledig mogelijk beeld te vormen van de jongeren en deze kennis te gebruiken om het pedagogische aanbod individueel af te stemmen. |
Voorbeelden van activiteiten: - Observatie van gedrag en noteert gegevens - Bepaling van individuele aandachtspunten in overleg met de jongere - Mondeling en/of schriftelijke rapportering in functie van het handelingsplan - Voorbereiding van de schriftelijke verslaggeving aan externen (Jeugdrechter, consulent, procureur, …) - Gesprekken met zowel de jongere als de ouders (bespreken van individueel gedrag, conflictsituaties, coaching, informatie uitwisselen, informatie verzamelen in functie van verslaggeving) - Verstrekking van medicatie - Verzorging van contacten met en begeleiding van de jongere naar de tandarts, het ziekenhuis, hobbyclubs,… . Een uitzondering hierop zijn de begeleidingen die exclusief toegewezen zijn aan de psychosociale dienst - Controle van de jongeren - Opzet van pedagogische activiteiten voor de jongere vanuit het individueel handelingsplan (b.v. in het kader van interpersoonlijke probleemoplossing, sociale vaardigheden, ervaringsleren) |
3.4. Lokalen, toestellen en materialen: Zorg voor het beheer van lokalen, toestellen en materialen in functie van de behoeften. Toezicht of de gebruikslokalen (leeflokalen, keuken, slaapkamers) hygiënisch en ordelijk zijn. Bijdrage tot een efficiënt gebruik van materialen, toestellen en lokalen en verzekert de veiligheid. |
Voorbeelden van activiteiten: - Beheer van de verbruiks- en gebruiksmaterialen van de leefgroep - Toezicht op het onderhoud van de lokalen - Toezicht op een hygiënisch gebruik en onderhoud van de keuken - Opmaak van bestellingen - Verrichting van kleine herstellingen -, melding van grotere mankementen aan de verantwoordelijke - Toezicht op het wassen van de kledij van de jongeren - Toezicht op het gebruik van het containerpark - Verlening van bijstand als er ergens in de instelling een melding van onveiligheid komt - Beheer van de leefgroepapotheek |
3.5. Werken binnen een gemeenschapsinstelling als campus Opneming van verantwoordelijkheden op die het leefgroepgebeuren overschrijden. Dus op een bewuste en planmatige manier verzorging van een goede communicatie en het nodige overleg met alle betrokken personen of instanties. Begeleiding van de jongeren tijdens hun verblijf in de instelling conform de afspraken in het handelingsplan. Bijdrage tot een goede, effectieve en efficiënte werking van de Gemeenschapsinstelling in zijn geheel en aanbieding van maximale kansen aan de jongeren dankzij een goede afstemming en |
samenwerking. Verhoging van de inzet, collegialiteit en het engagement van alle participanten. dankzij grote betrokkenheid. |
Voorbeelden van activiteiten: - Deelname aan de cliëntbesprekingen en de klassenraad - Garantie dat de jongeren tijdig in de lessen zijn - Bezorging van informatie aan leerkrachten, nachtwakers, chefs, ... en onderlinge uitwisseling van informatie - Deelname aan ad hoc vergaderingen, werkgroepen met leerkrachten, externen, … |
3.6. Zelfevaluatie en nascholing Systematische analyse en evaluatie van de eigen werkwijze en de teamwerking en gerichte aandacht voor eigen nascholing. Bijsturing en continue verbetering van eigen werkwijze. Blijvende kennis van de actualiteit en de recente ontwikkelingen over het werken met moeilijke jongeren. Bevordering van de organisatiecultuur en teamwerking. Bijschaving van vaardigheden en ontwikkeling van nieuwe vaardigheden. |
Voorbeelden van activiteiten: - Deelname aan leefgroepvergaderingen - Actieve deelname aan regelmatige functioneringsgesprekken - Deelname aan vormingen om het omschreven pedagogisch model vlot en met kennis van zaken te hanteren. - Blijvende kennisneming van recente ontwikkelingen d.m.v. vakliteratuur, bijscholing en aangeboden vorming, zodat een ruimer beeld van het eigen werkveld ontwikkeld kan worden. |
Deel 3: Competentieprofiel
4. Waardegebonden en gedragscompetenties |
4.1. Voortdurend verbeteren: Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de dienst/afdeling, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen. |
Niveau 2: ontwikkelt zich binnen de eigen functie, en werkt actief mee aan het verbeteren van de uitvoering van taken - Werkt zich in, in nieuwe materies die relevant zijn voor de eigen taak (bijvoorbeeld: nieuwe regelgeving, informaticatoepassingen, werkmethoden,…) - Informeert zich over nieuwe evoluties met betrekking tot de eigen functie (leest vakliteratuur, neemt deel aan congressen,…) - Past nieuwe richtlijnen, kennis, informatie en inzichten toe in de praktijk - Gaat na of / hoe nieuwe tendensen en ontwikkelingen in de eigen functie kunnen ingezet worden - Zoekt actief naar mogelijkheden om de uitvoering van het takenpakket te verbeteren en werkt dit verder uit tot concrete voorstellen |
4.2. Samenwerken: Een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op niveau van een team, de campus, de instelling of de organisatie, ook wanneer dit niet onmiddellijk van persoonlijk belang is. |
Niveau 2: helpt anderen en pleegt overleg - Steunt de voorstellen van anderen en bouwt daarop voort om tot een gezamenlijk resultaat te komen - Stemt de eigen inbreng / prioriteiten / aanpak af op de noden van de groep - Houdt rekening met de gevoeligheden en met de verscheidenheid in mensen - Biedt hulp aan bij problemen, ook al valt de taak niet onder de eigen opdracht - Vraagt spontaan en proactief naar de mening van anderen |
4.3. Klantgerichtheid: Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren. |
Niveau 2: onderneemt acties om voor de klant een geschikte oplossing te bieden voor specifieke vragen en problemen - Helpt klanten op een vriendelijke en adequate wijze verder - Onderneemt concrete acties om de problemen en klachten van klanten op te lossen - Past binnen de bestaande procedures de planning, dienstverlening of het product aan om de klant verder te helpen - Geeft de klant waar hij/zij recht op heeft op de best mogelijke wijze - Levert, rekening houdend met de bestaande procedures, sneller of meer dan is afgesproken met de klant - Gaat expliciet na of de klant tevreden is met de aangeboden oplossing en dienstverlening |
4.4. Betrouwbaarheid: Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen. Afspraken nakomen en zijn / haar verantwoordelijkheid opnemen. |
Niveau 2: brengt sociale en ethische normen in de praktijk - Neemt de verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen - Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau - Handelt consequent: neemt in gelijkaardige omstandigheden gelijkaardige standpunten in / houding aan - Kan inschatten of informatie al dan niet verspreid mag worden - Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken |
4.5. Omgaan met stressfactoren: Efficiënt gedrag vertonen in situaties met hoge complexiteit, tijds- of werkdruk of bij tegenslag, teleurstelling of kritiek |
Niveau 2: blijft kalm en rustig in situaties van langdurig verhoogde druk of in crisissituaties die eigen zijn aan de opdracht - Blijft rustig praten en geeft een ontspannen indruk, ook al maakt zijn gesprekspartner het hem moeilijk - Behoudt bij confrontaties een correcte en tactvolle houding: vermijdt woordenwisselingen, reageert respectvol - Blijft zich in crisismomenten open opstellen voor kritiek van anderen, en blijft bereid zijn eigen aanpak te toetsen - Kan voor zichzelf problemen, spanningen of tegenslagen verwerken en relativeren - Blijft doorzetten in geval van tegenslagen en teleurstellingen |
4.6. 360° inlevingsvermogen Het vermogen om uitgesproken en onuitgesproken informatie op te pikken en adequaat daarop te reageren, en dit zowel ten aanzien van medewerkers als collega’s, klanten, hiërarchie,… |
Niveau 2: reageert (via houding en handelen) adequaat op door anderen geuite gedachten, gevoelens, behoeften en verwachtingen - Communiceert begrip voor de gevoelens, de behoeften en de belangen van de andere - Toont begrip door het eigen non-verbale gedrag - Houdt rekening met de standpunten van relevante actoren - Toont begrip voor de reacties van anderen in een bepaalde situatie - Gaat adequaat in op persoonlijke of emotionele boodschappen |
4.7. Organiseren: De benodigde tijd, acties en middelen aangeven en deze elementen coördineren om de doelstellingen te bereiken conform de planning |
Niveau 1: organiseert het eigen werk - Werkt onder tijdsdruk alles correct en tijdig af - Kan op een bepaald ogenblik met oog voor de timing zijn / haar werk afronden - Pakt de zaken efficiënt aan - Kan inspelen op wijzigende omstandigheden - Ontwikkelt een aanpak die blijk geeft van doorzicht en overzicht |
4.8. Beslissen: Zich op onderbouwde wijze eenduidig uitspreken over welk standpunt wordt ingenomen of welke actie wordt ondernomen |
Niveau 1: neemt beslissingen met een beperkt risico na afweging van alle relevante aspecten - Houdt in zijn afweging rekening met alle relevante aspecten of kenmerken van de zaak - Steunt zijn beslissingen op grondige voorafgaande probleemanalyse - Durft een standpunt in te nemen of een knoop door te hakken - Neemt zelfstandig operationele beslissingen met een gering risico - Neemt beslissingen met beperkt risico in overleg, maar neemt hiervoor de eindverantwoordelijkheid op zich |
4.9 Organisatiesensitiviteit: Invloed en gevolgen onderkennen van (eigen) beslissingen, voorstellen en acties op andere onderdelen van de organisatie |
Niveau 1: Toetst eigen besluiten, voorstellen en acties aan de (verschillende) belangen van de eigen instelling/campus - Maakt gebruik van expertise binnen de eigen instelling/campus - Neemt geen beslissing zonder het effect op andere delen van de eigen instelling/campus te hebben ingeschat - Is op de hoogte van gebeurtenissen in de verschillende delen van de eigen instelling/campus en houdt daar op voorhand rekening mee - Betrekt andere diensten binnen de eigen instelling/campus bij overleg en besluitvorming - Onderkent de invloed en gevolgen van eigen beslissingen op andere entiteiten binnen de eigen instelling/campus |
5. Vaktechnische competenties |
5.1. Diploma |
- Bachelor in de orthopedagogie, maatschappelijk werk, toegepaste psychologie, criminologie, readaptatiewetenschappen of gezinswetenschappen; - Master in de psychologie, pedagogie, criminologie, en sociaal werk; - Graduaat in de orthopedagogie (opvoeder klasse 1) behaald aan de Vrije leergangen voor Sociaal en Pedagogisch Werk. |
5.2. Functie specifieke kennis |
🟏 Je beschikt over de nodige pedagogische bekwaamheden en hebt voeling met de doelgroep. 🟏 Je bezit volgende kennis of bent bereid deze snel aan te leren: 🟏 een ruime kennis van het pedagogisch proces in de gemeenschapsinstelling, dat je kan situeren binnen het werkveld van de Bijzondere Jeugdbijstand; de andere processen binnen de instelling kan je duiden; 🟏 Je bent op de hoogte van de regelgeving en haar toepassingen inzake de Bijzondere Jeugdbijstand en de werking van de gemeenschapsinstellingen in het bijzonder. 🟏 Je hebt een mature instelling en beschikt over voldoende fysieke weerbaarheid. Daarenboven heb je tevens voldoende creatieve en sportieve vaardigheden. 🟏 Je kan overweg met de gebruikelijke MS-office- en intranettoepassingen. |
5.3. Strekt tot aanbeveling |
Ervaring in werken met jongeren, bijvoorbeeld jeugdwerk |
6. Arbeidsvoorwaarden |
• Je komt terecht in een dynamische organisatie die oog heeft voor innovatie en die een permanente verbetering van de dienstverlening nastreeft. • Je krijgt ruime mogelijkheden wat vorming, bijscholing en ondersteuning met moderne ICT-middelen betreft. • Je werkdruk kan van tijd tot tijd hoog zijn, maar er worden ernstige inspanningen geleverd om het werk zo optimaal mogelijk te combineren met de privésituatie: zo bieden wij je 35 dagen vakantie per jaar en een systeem van glijdende werktijden. • Je woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en je hospitalisatieverzekering zijn gratis. • Alle personeelsleden ontvangen maaltijdcheques (van 7 euro per gewerkte dag) • Je wordt aangeworven met een contract bepaalde duur in de graad van deskundige (rang B1) met de bijbehorende salarisschaal. Er is een kans op verlenging. Sollicitaties zijn ook i.f.v. het aanleggen van een werfreserve. • Voor meer informatie omtrent de arbeidsvoorwaarden neem een kijkje op de website van de Vlaamse overheid xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx-xxxxxx |
7. Solliciteren |
Je kan je CV en motivatiebrief enkel via mail bezorgen aan xxx.xxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxxx.xx en dit ten laatste op….. |
8. Informatie |
Voor extra informatie over de inhoud van de functie kun je contact opnemen met …. Neem ook eens een kijkje op xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx |
9. Diversiteit |
De Vlaamse overheid wil de samenleving waarvoor zij zich inzet zo goed mogelijk weerspiegelen. Je wordt geselecteerd op basis van je kwaliteiten en vaardigheden, ongeacht je geslacht, afkomst, leeftijd of handicap. Als je een handicap hebt, laat ons dat vooraf weten. We zorgen ervoor dat je in de best mogelijke omstandigheden kunt deelnemen aan de selecties. Krijg je de baan? Dan passen we de werkplek zo goed mogelijk aan jouw handicap aan. |