Beobank NV/SA
ALGEMEEN REGLEMENT DER VERRICHTINGEN
Beobank NV/SA
Dit Reglement is van toepassing vanaf 1 september 2019.
BLZ.
2
4
HOOFDSTUK I : ALGEMENE BEPALINGEN
5
Artikel 1. Doel van dit Reglement 5
Artikel 2. Handtekening van de vertegenwoordigers van de Bank 5
Artikel 3. Informatieplicht van de Klant 5
Artikel 4. Verwerking van de gegevens betreffende de Klant 7
Artikel 6. Specimen van de handtekening 14
Artikel 8. Verzending van de briefwisseling 15
Artikel 9. Ontvangst en verzending van formulieren en waardepapieren 16
Artikel 10. Vorm van de opdrachten die aan de Bank worden gegeven 16
Artikel 11. Xxxxxxxxxx of wijziging van opdrachten die aan de Bank werden gegeven 17
Artikel 12. Uitvoering van de opdrachten door de Bank – Bestendige opdracht - Domiciliëring 17
Artikel 13. Bewijs van de uitvoering van opdrachten 18
Artikel 14. Aansprakelijkheid van de Bank 19
Artikel 15. Bewijs van de verplichtingen van de Klant 20
Artikel 16. Waarborgen ten voordele van de Bank 20
Artikel 17. Controle van het rekeninguittreksel - Betwistingen – Rechtzettingen - Klachten
Artikel 19. Stopzetting van een dienst – Beëindiging van de relatie 23
Artikel 20. Slapende rekeningen en safes 24
Artikel 21. Tarieven, kosten en vergoedingen 26
Artikel 23. Belangenconflicten 27
Artikel 24. Wijziging van het Reglement en/of de tarieven 27
Artikel 25. Toepasselijk recht, taalkeuze en verantwoordelijkheid van de Bank 28
Artikel 26. Keuze van woonplaats en bevoegde rechtbanken 28
HOOFDSTUK II: STORTEN VAN GELD
29
Artikel 27. Algemene bepalingen 29
Artikel 28. Zichtrekeningen 29
Artikel 29. De Beobank Money Market 30
Artikel 30. De basisbankdienst 30
Artikel 31. De spaarrekening 30
Artikel 32. Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 33. Rekeningen in buitenlandse munteenheden 31
Artikel 34. Rekeninguittreksels 31
Artikel 35. Rekeningen geopend of activa gestort op naam van meerdere personen 31
Artikel 36. Boeking van de interesten 32
HOOFDSTUK III: VERRICHTINGEN OP DE REKENING
33
Artikel 37. Bijzondere bepalingen in verband met cheques 33
Artikel 38. Bijzondere bepalingen in verband met betalingsopdrachten 34
Artikel 39. Aankoop en verkoop van buitenlandse deviezen 35
HOOFDSTUK IV : BESCHERMING VAN DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN
36
Artikel 40. Draagwijdte van de bescherming 36
HOOFDSTUK V: INCASSERING VAN HANDELSPAPIER
37
Artikel 41. Algemene bepalingen 37
Artikel 42. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de tegeldemaking van handelspapier
HOOFDSTUK VI : VERHURING VAN XXXXXXXXXXXX
38
HOOFDSTUK VII : TOEPASSELIJKE REGELS INZAKE BETAALINSTRUMENTEN
39
Artikel 44. Definitie en bijzondere voorwaarden 39
Artikel 45. Verantwoordelijkheden van de Klant inzake Betaalinstrumenten 39
Artikel 46. Verantwoordelijkheden van de Bank inzake Betaalinstrumenten 40
Artikel 47. Gebruikslimieten 40
Artikel 48. Blokkering van het Betaalinstrument 40
Artikel 49. Kosten van Betaalinstrumenten en de daaraan verbonden diensten 41
Artikel 50. Transacties in andere deviezen 41
Artikel 51. Beobank-kaarten 41
Artikel 52. Klachten- en buitengerechtelijke beroepsprocedure 42
Het Algemeen Reglement der Verrichtingen (hierna “dit Reglement” genoemd) bepaalt de respectieve rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de zakelijke relatie tussen Beobank NV/SA, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx, XXX XX 0401.517.147 (hierna "de Bank" genoemd) en haar klanten (hierna “de Klant(en)” genoemd).
Onder “de Klant” wordt verstaan iedere persoon die medecontractant is van de Bank, evenals zijn/haar volmachthouder(s), en die een dienst of product van de Bank gebruikt (of in een recent verleden heeft gebruikt). De Klant kan zowel een natuurlijke persoon zijn als een rechtspersoon, of een groepering zonder rechtspersoonlijkheid.
De Klant erkent kennis te hebben genomen van dit Reglement en zijn inhoud te aanvaarden, van zodra hij een zakelijke relatie aangaat met de Bank.
Dit Reglement is op elk ogenblik beschikbaar op xxx.xxxxxxx.xx en in de verkooppunten van de Bank. Op deze manier wordt dit Reglement geacht geldig te zijn meegedeeld aan de Klanten van de Bank en op adequate wijze beschikbaar te zijn voor derden.
Beobank onderschrijft de gedragscodes ontwikkeld in het kader van Xxxxxxxx (voor meer informatie, zie xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx).
HOOFDSTUK I : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Doel van dit Reglement
Dit Reglement regelt de verhoudingen tussen de Bank en haar Klanten, zonder afbreuk te doen aan wat bepaald is in briefwisseling, in bijzondere overeenkomsten (zoals kredietovereenkomsten) of in specifieke reglementen die bepaalde types van verrichtingen beheersen. Wanneer in dit Reglement en in de voornoemde bijzondere documenten geen bepalingen zijn voorzien, zullen de Klanten en de Bank zich houden aan de bankgebruiken.
Artikel 2. Handtekening van de vertegenwoordigers van de Bank
Elk document waarin een verbintenis van de Bank wordt vastgelegd, evenals elk ontvangstbewijs of kwitantie is slechts tegenstelbaar aan de Bank wanneer het ondertekend is door personen die bevoegd zijn om de Bank te verbinden, en in de mate dat zij optreden in deze hoedanigheid.
Artikel 3. Informatieplicht van de Klant
3.1. Het uitvoeren van bankverrichtingen met de Klant(en) is onderworpen aan het verstrekken van inlichtingen van allerlei aard. Deze inlichtingen kunnen onder meer betrekking hebben op hun identiteit, hun burgerlijke staat, hun woonplaats, hun statuut, hun juridische hoedanigheid, hun vertegenwoordigers, hun huwelijksstelsel, hun inkomsten, hun uitgaven, de herkomst van hun fondsen, hun activiteiten, hun fiscale toestand, en in voorkomend geval op hun statuten, hun volmachthouders, hun inschrijving bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen, hun ondernemingsnummer, hun NACE-code en elke andere inlichting die de Bank nuttig acht. De Klant bezorgt de Bank tevens alle documenten of bewijsstukken die de Bank nuttig acht.
3.2. De medetitularissen van een rekening moeten zich individueel identificeren overeenkomstig de bepalingen van dit artikel 3. Zij zijn ten overstaan van de Bank hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk voor elke verbintenis die betrekking heeft op deze rekening. Wanneer de Bank geconfronteerd wordt met een vordering van de andere medetitularissen met betrekking tot de tegoeden op deze rekening of hun fiscale behandeling, zal zij elke medetitularis mogen beschouwen als de titularis van een proportioneel deel van de tegoeden van de rekening.
3.3. Rechtspersonen moeten aan de Bank een afschrift voorleggen van hun gecoördineerde statuten en van de wijzigingen die eraan worden aangebracht, evenals van hun publicatie in het Belgisch Staatsblad. De organen van de rechtspersoon worden geacht over een algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid te beschikken. De beperkingen van deze bevoegdheid, evenals de interne regels die haar beheersen, kunnen (behoudens uitdrukkelijk afwijkende overeenkomst) niet worden tegengeworpen aan de Bank.
Om een precieze identificatie toe te laten van de personen die bevoegd zijn om de rechtspersoon te vertegenwoordigen, moet de rechtspersoon aan de Bank ook een lijst
bezorgen van al zijn bestuurders en hun respectieve bevoegdheden, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, en een recto-verso kopie van hun identiteitskaart. Daarnaast moet de rechtspersoon de Bank informeren over haar uiteindelijke begunstigden.
De Bank is geenszins verplicht om dergelijke opzoekingen spontaan uit te voeren.
3.4. De verenigingen, vennootschappen en groeperingen zonder rechtspersoonlijkheid moeten zich identificeren door het voorleggen van hun statuten (indien ze hierover beschikken), van de identificatiedocumenten van al hun leden of vertegenwoordigers. Bovendien moet aan de Bank de verenigings-, vennootschaps- of samenwerkingsovereenkomst worden overgemaakt, of ieder gelijkaardig document dat het bestaan van de vereniging, de vennootschap of de groepering aantoont. Elk lid en/of elke vennoot is hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk ten overstaan van de Bank.
3.5. Elke tussenpersoon van een economisch rechthebbende moet, indien de identificatie van deze rechthebbende onmogelijk blijkt te zijn, op zijn erewoord verklaren dat de fondsen en waardepapieren toevertrouwd aan de Bank geen onwettige of misdadige oorsprong hebben in de zin van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten.
3.6. Indien de in het kader van dit artikel 3 overgemaakte documenten uit het buitenland komen of in een vreemde taal zijn opgesteld, mag de Bank aan de Klant vragen om haar een beëdigde vertaling te bezorgen. De Bank voert een eenvoudig onderzoek van de authenticiteit en de interpretatie van deze documenten en kan verder niet aansprakelijk worden gesteld.
3.7. De Bank kan de rekeningen of lopende verrichtingen blokkeren totdat de in het kader van dit artikel 3 te verstrekken gegevens aan haar worden bezorgd, of tot hun juistheid aangetoond is.
3.8. Elke wijziging van één of meer van de in dit artikel 3 vernoemde gegevens moet onmiddellijk aan de Bank worden gemeld via een door de Klant ondertekend schrijven dat vergezeld is van de nodige bewijsstukken. De Bank erkent geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het niet of laattijdig meedelen van inlichtingen of van het meedelen van verkeerde, verouderde, onvolledige of niet-authentieke inlichtingen door de Klant.
3.9. De Bank kan bovendien op elk ogenblik de opening en de evolutie van de bankrelatie controleren om er de Belgische en buitenlandse regelgeving op toe te passen, evenals de circulaires van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), de circulaires van de Nationale Bank van België, de Level Playing Fields van Febelfin en de goede praktijken op het domein van de strijd tegen het witwassen, op het vlak van de integriteit, van de verplichtingen in het kader de Compliance politiek van de Bank, van internationale sancties en van het beleid dat binnen de Bank van kracht is.
Op grond van haar lidmaatschap van de groep Crédit Mutuel, behoudt de Bank zich het recht voor om op elke bankrelatie regelgeving toe te passen die uitgevaardigd werd in Frankrijk, in zoverre deze toepasselijk is.
De Klant blijft zelf verantwoordelijk voor de naleving van alle regelgeving die eventueel op hem van toepassing is met inbegrip van de fiscale regelgeving en de regelgeving betreffende
kapitaalcontroles van de buitenlandse landen waarvan de Klant resident en/of staatsburger is.
Artikel 4. Verwerking van de gegevens betreffende de Klant
De Bank gaat altijd discreet om met de gegevens die de Klant betreffen.
Indien het gaat om gegevens betreffende rechtspersonen, bv. een BVBA, beschouwt de Bank deze gegevens als vertrouwelijk, tenzij ze reeds publiek beschikbaar zijn.
Indien het gaat om “Persoonsgegevens” past de Bank een uitgebreide bescherming toe, zoals vereist door de Belgische wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Onder “Persoonsgegevens” wordt verstaan: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; dit kan onder meer inhouden: de naam van de Klant, zijn adres, zijn telefoonnummer, zijn rekeningnummer, de historiek van zijn verrichtingen. Deze bijkomende bescherming is eveneens van toepassing op de wettelijke vertegenwoordigers van rechtspersonen.
4.1. Bepalingen die enkel van toepassing zijn op Persoonsgegevens
4.1.1. Oorsprong van de Persoonsgegevens
De Persoonsgegevens kunnen onder meer afkomstig zijn van de Klant, en van publiek beschikbare informatie zoals opgenomen in het Belgisch Staatsblad of door de Klant zelf openbaar gemaakt.
In het kader van een wettelijk voorziene gegevensoverdracht kan de Bank welbepaalde Persoonsgegevens ook rechtstreeks van een derde partij ontvangen, bv. bij een bankoverstap.
Alleen wie dit nodig heeft voor het uitoefenen van zijn/haar taak, krijgt van de Bank toegang tot de Persoonsgegevens.
4.1.2. Rechtmatigheid van de verwerking van de Persoonsgegevens
De Bank verwerkt de Persoonsgegevens uitsluitend op basis van één van de volgende rechtmatigheidsgronden:
- de verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst tussen de Klant en de Bank, of om op verzoek van de Klant vóór de sluiting van een overeenkomst maatregelen te nemen (bv. een raadpleging van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren bij de Nationale Bank van België naar aanleiding van de aanvraag van een consumentenkrediet); of
- de verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke of reglementaire verplichting die op de Bank rust (bv. om te antwoorden op een verzoek van een procureur of onderzoeksrechter); of
- de Klant heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn Persoonsgegevens voor één of meer specifieke doeleinden (bv. de deelname aan een wedstrijd georganiseerd door de Bank of door één van haar commerciële partners); of
- de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de Bank (bv. het beveiligen van verkooppunten van de Bank; het verzenden van publiciteit op naam van de Klant) of van derden, op voorwaarde dat deze belangen minstens evenredig zijn met het recht op privacy van de Klant.
4.1.3. Doeleinden van de verwerking van de Persoonsgegevens
De Bank zal de Persoonsgegevens enkel verwerken voor het toestaan en het beheer van producten en diensten, om de kredietwaardigheid van de Klant te beoordelen, om hem producten en diensten van de Bank en van commerciële partners van de Bank voor te stellen, voor het voorkomen en bestrijden van bedrog door Klanten of aangestelden van de Bank, voor het opvolgen van klachten en geschillen, voor opleiding, voor het maken van statistieken en het uitvoeren van tests, in het kader van de wetgeving ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, of om te voldoen aan andere wettelijke verplichtingen, met inbegrip van deze waarnaar wordt verwezen elders in dit Reglement.
Tevens kan de Bank de Persoonsgegevens gebruiken voor het opstellen van een consumentenprofiel, bv. om gepaste producten en diensten aan de Klant voor te stellen. In dit kader kan de Bank ook individuele verrichtingen van de Klant analyseren, mits de Bank zichzelf of haar medewerkers geen onevenredige inzage in de persoonlijke levenssfeer van de Klant verschaft.
4.1.4. Mededeling van de Persoonsgegevens
4.1.4.1. Op grond van de toestemming van de Klant
De Bank kan de Persoonsgegevens meedelen aan derden die aantonen dat ze hiertoe de geldige toestemming hebben bekomen van de Klant. Het volstaat dat deze derde partij de toestemming heeft bekomen van één titularis van de desbetreffende rekening, tenzij de titularissen enkel met gezamenlijke handtekening kunnen optreden op de rekening.
Indien deze derde partij hiertoe op grond van de EU Richtlijn van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt gemachtigd is, dan is de Bank niet verplicht om de geldigheid van de aan deze derde partij verleende toestemming na te gaan.
De Bank neemt geen enkele verantwoordelijkheid op voor de gevolgen van een dergelijke mededeling, of voor de verrichtingen die plaatsvinden ingevolge de uitoefening van dit recht.
De Bank dringt er dan ook bij de Klant op aan om niet lichtvaardig zijn toestemming aan derden te verlenen met het oog op de toegang tot of de mededeling van zijn Persoonsgegevens, en vooraf grondig kennis te nemen van de toepasselijke contractvoorwaarden. In het bijzonder dient de Klant zich te vergewissen van het nut van deze toegang of mededeling, rekening houdend met het door hem gekozen doel.
De Bank behoudt zich het recht voor (maar is niet verplicht) om de toegang tot of de mededeling van de Persoonsgegevens vooraf te controleren met de Klant, of te weigeren, indien zij meent dat deze niet-evenredig is, dan wel een frauderisico meebrengt voor de Klant.
4.1.4.2. Op andere rechtmatigheidsgronden (in de zin van artikel 4.1.2 van dit Reglement)
In het kader van de in artikel 4.1.3. van dit Reglement vermelde doeleinden kan de Bank de Persoonsgegevens meedelen aan haar dienstverleners en aan vennootschappen die deel uitmaken van dezelfde groep; daarbij dwingt de Bank voldoende waarborgen af voor de bescherming van de Persoonsgegevens.
De Bank kan de Persoonsgegevens ook meedelen aan hiertoe gemachtigde overheden.
In het kader van de uitbetaling van kinderbijslag mag de Bank controleren of de begunstigde van de kinderbijslag inderdaad de titularis of medetitularis van de begunstigde rekening is. Deze controle gebeurt door tussenkomst van de bevoegde instelling en zal verlopen via een beveiligde en automatische gegevensuitwisseling.
Bij ernstige vermoedens van fraude of andere strafrechtelijke inbreuken kan de Bank de Persoonsgegevens ook aan andere financiële instellingen, aan politiediensten en aan het gerecht, verstrekken; dit zelfs preventief.
4.1.4.3. Doorgiften buiten de Europese Unie
De Bank kan de Persoonsgegevens ook laten verwerken buiten de Europese Unie. Dit doet de Bank uitsluitend voor de doelstellingen die hierboven worden beschreven.
Sommige landen buiten de Europese Unie garanderen volgens de Europese Commissie een passend beschermingsniveau voor Persoonsgegevens in hun wetgeving. Indien een land geen passend beschermingsniveau waarborgt, dan vergt de Bank bijkomende contractuele waarborgen vanwege de verwerker(s), bv. via EU standaardcontractbepalingen. Wanneer de verwerking geheel of gedeeltelijk door onderaannemers van de verwerker wordt uitgevoerd, zal de Bank vergen dat minstens evenwaardige verplichtingen op deze onderaannemers rusten.
4.1.5. Bewaartermijnen
De Bank bewaart de Persoonsgegevens voor een bepaalde termijn, die verschilt naargelang het doeleinde van de verwerking.
Voor alle Persoonsgegevens die verwerkt worden bij het aangaan of bij de uitvoering van een overeenkomst met de Klant, bedraagt de bewaartermijn in beginsel tien jaar, te rekenen vanaf de datum van de beëindiging van de overeenkomst. Deze termijn stemt overeen met de verjaringstermijn voor persoonlijke vorderingen voorzien in het Burgerlijk Wetboek en, in zoverre relevant, de verjaringstermijn van de strafvordering (bv. in het kader van het voorkomen van en opsporen van onregelmatigheden en fraude door cliënteel). Voor overeenkomsten stemt deze bewaartermijn bovendien overeen met de termijn voorzien in de wetgeving ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.
Voor individuele verrichtingen bedraagt de bewaartermijn tien jaar vanaf de transactiedatum (zoals eveneens vereist door de wetgeving ter bestrijding van het
xxxxxxxxx xxx xxxx en de financiering van terrorisme). Bij kredietovereenkomsten neemt deze termijn echter pas een aanvang wanneer het volledige krediet is terugbetaald.
De Bank behoudt zich het recht voor om de staat die wordt opgemaakt bij de afsluiting van een rekening te bewaren gedurende dertig jaar. Met deze mededeling geeft de Bank kennis van haar beleid voor de toekomst, maar erkent zij geen enkele verplichting of aansprakelijkheid voor wat het verleden betreft.
In het kader van het beheer van een lopend geschil of van een gerechtelijk onderzoek kan de Bank de Persoonsgegevens bewaren tot de definitieve beëindiging hiervan.
De Bank behoudt zich, op grond van haar gerechtvaardigd commercieel belang en tenzij de Klant zich hiertegen verzet, het recht voor om de Klant te benaderen voor marketing- doeleinden tot maximum drie jaar nadat hij een product of dienst bij de Bank had.
Voor opgenomen telefoongesprekken tussen de Klant en de Bank (zie artikel 13.2 van dit Reglement) is de bewaartermijn beperkt tot drie jaar.
Beeldopnamen van bewakingscamera’s die bij de verkooppunten van de Bank zijn geplaatst, worden maximum dertig dagen bewaard, tenzij de wet een langere bewaartermijn toelaat.
Na deze termijnen zal de Bank de betrokken Persoonsgegevens uit haar operationele systemen verwijderen.
4.1.6. Rechten van de Klant betreffende zijn Persoonsgegevens
De Klant kan op elk moment een overzicht opvragen van zijn Persoonsgegevens in het bestand van de Bank, en deze zo nodig laten verbeteren, wissen of in elektronische vorm overdragen. Hiertoe kan hij zich per brief richten tot Beobank NV/SA, Verantwoordelijke voor de verwerking, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx, of contact opnemen met de Klantendienst van de Bank op xxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx. Om te kunnen voldoen aan het verzoek, zal de Bank altijd vergen dat de Klant zich correct identificeert.
Het overzicht van de Persoonsgegevens dat de Bank aan de Klant bezorgt, zal geen individuele verrichtingen bevatten. Hiervoor dient de Klant een kopie op te vragen van zijn rekeninguittreksel, zoals voorzien in artikel 34 van dit Reglement en in de tarieven van de Bank.
De Klant kan zich op elk ogenblik uitschrijven van de verwerking van zijn Persoonsgegevens voor promotiedoeleinden. Dit kan hij onder meer doen in de kantoren en agentschappen van de Bank of via xxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx. In dit geval moet de Klant er rekening mee houden dat hij niet altijd (tijdig) geïnformeerd zal worden over gunstige aanbiedingen van de Bank.
4.1.7. Privacy online
In de teksten “Privacy online toepassingen” en “Beleid op het vlak van cookies” op xxx.xxxxxxx.xx, verschaft de Bank nadere inlichtingen over veilig online bankieren en over het gebruik van cookies.
4.1.8. Toezichthoudende overheid
De Bank valt voor alle verwerkingen van Persoonsgegevens betreffende de Klant onder het toezicht van de Gegevensbeschermingsautoriteit, Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx. Ingeval de Klant van de Bank geen afdoende antwoord op zijn verzoeken heeft verkregen, kan de Klant deze instantie contacteren om zijn rechten te laten gelden.
4.2. Bepalingen die van toepassing zijn op alle gegevens betreffende de Klant
4.2.1. Mededeling aan het Centraal Aanspreekpunt
Artikel 322, §3 van het Wetboek van Inkomstenbelasting verplicht de Bank om bepaalde gegevens betreffende de Klant en bepaalde van zijn rekeningen en contracten eenmaal per jaar mee te delen aan het Centraal Aanspreekpunt (CAP) bij de Nationale Bank van België, de Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx. Dit kan zowel gaan om Persoonsgegevens als (voor rechtspersonen) om andere gegevens.
De mededeling van deze gegevens gebeurt uiterlijk op 31 maart van elk jaar en heeft betrekking op het vorige kalenderjaar.
Het CAP laat aan specifiek daartoe gemachtigde ambtenaren belast met de vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen toe om in welomschreven gevallen na te gaan bij welke financiële instellingen een belastingplichtige rekeningen of contracten heeft. Vervolgens kan de betrokken ambtenaar aan deze instellingen bijkomende informatie vragen.
De bovengenoemde verplichting geldt sinds 1 januari 2014 voor de bestaande en nieuwe contracten en voor de nieuwe rekeningen. Ook de rekeningen die bestonden in de loop van 2010, 2011, 2012 of 2013 dienden te worden meegedeeld.
Deze mededeling gebeurt in de vorm van een lijst van rekeningen en contracten, waarvan de Klant op om het even welk moment in het desbetreffende kalenderjaar, titularis of medetitularis is geweest.
De Bank deelt de volgende gegevens betreffende de Klant aan het Centraal Aanspreekpunt mee:
1) voor natuurlijke personen: het rijksregisternummer en, indien dit niet voorhanden is, de naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats van de Klant,
2) voor rechtspersonen: (indien toepasselijk) het inschrijvingsnummer van de Klant bij de Kruispuntbank van Ondernemingen,
3) voor andere Klanten: de volledige naam van de Klant, en indien toepasselijk zijn rechtsvorm en land van vestiging.
De Klant heeft het recht om bij de Nationale Bank van België inzage te bekomen in de gegevens die de Bank op zijn naam bij het Centraal Aanspreekpunt heeft geregistreerd. Indien deze gegevens onjuist of ten onrechte werden geregistreerd, heeft de Klant het recht om ze door de Bank te laten verbeteren of verwijderen.
De gegevens worden in het Centraal Aanspreekpunt bewaard gedurende 8 jaar, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van het laatste kalenderjaar waarin gegevens over de Klant werden meegedeeld.
4.2.2. Raadpleging en mededeling in het kader van kredietovereenkomsten
In het kader van het toekennen van een krediet aan een Klant raadpleegt de Bank (al naargelang het voorliggende dossier) de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (CKP), de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen (CKO) en het Bestand van de Niet- gereglementeerde Registraties (ENR) bij de Nationale Bank van België om zich ervan te verzekeren dat het aangevraagde krediet in overeenstemming is met de financiële mogelijkheden en de terugbetalingscapaciteit van de Klant.
Indien de Bank het krediet toekent, en telkens de Klant zich in wanbetaling bevindt, meldt de Bank dit aan hetzelfde respectieve bestand, in overeenstemming met de wetgeving die terzake geldt.
4.2.3. Mededeling aan de FOD Financiën
De Bank kan verplicht zijn om bepaalde gegevens van de Klant mee te delen aan de FOD Financiën, met het oog op de verdere doorgifte door laatstgenoemde aan buitenlandse belastingdiensten in het kader van een uitwisselingsverdrag waarbij België aangesloten is. Deze verplichting betreft alle rekeningen die de Klant bij de Bank aanhoudt.
In zoverre het gaat om Persoonsgegevens heeft de Klant het recht om, op zijn verzoek, ingelicht te worden over de gegevens die meegedeeld zijn of zullen worden, en om ze te laten verbeteren indien ze niet (meer) correct zijn. Hiertoe dient de Klant een brief met een recto-verso kopie van zijn identiteitskaart te richten aan Beobank NV/SA, Verantwoordelijke voor de verwerking, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx.
4.2.4. Mededeling aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA)
In toepassing van artikel 26 van de MiFIR Verordening moet de Bank bepaalde Persoonsgegevens meedelen aan de FSMA om haar verplichting na te leven tot de melding van transacties in financiële instrumenten.
5.1. De Bank aanvaardt dat de Klant zich laat vertegenwoordigen door één of meer volmachthouders, of door meerdere volmachthouders die gezamenlijk moeten tekenen.
De Bank is niet verplicht om na te gaan of de volmachthouder de volmacht heeft aanvaard. De Klant is zelf verplicht om de volmachthouder te informeren over het bestaan en de draagwijdte van zijn volmacht.
5.2. Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, machtigt de op grond van dit artikel 5 verleende volmacht de volmachthouder om eender welke verrichting uit te voeren en eender welke handeling te stellen in naam van de Klant, op de rekening verbonden met de volmacht. De volmachthouder kan echter niet de titularis(sen) of andere volmachthouders van de rekening aanpassen of verwijderen, of hun handtekeningbevoegdheid wijzigen.
De Klant is als enige aansprakelijk voor het misbruik dat de volmachthouder zou maken van de rekening.
5.3. Onderhandse volmachten:
De Bank stelt haar Klanten standaarddocumenten voor onderhandse volmachten ter beschikking. Elke toekenning van een onderhandse volmacht vereist de handtekening van de Klant, en de identificatie van de volmachthouder door de Bank.
De Bank behoudt zich het recht voor om geen rekening te houden met standaarddocumenten voor onderhandse volmachten die onnauwkeurig of onvolledig zijn, en met volmachten die in een andere vorm zouden zijn verleend.
De Bank kan bovendien steeds vergen dat een notariële of gerechtelijke volmacht wordt verstrekt.
5.4. Notariële volmachten:
De Bank erkent elke volmacht die opgesteld is door een Belgische notaris, op voorlegging van een gedateerd, ondertekend en afgestempeld origineel.
In het geval van een zorgvolmacht, kan de Bank de volmacht activeren op loutere voorlegging van de notariële akte, en de bevestiging van de volmachthouder dat de beschermde persoon zich op dat ogenblik in de gezondheidstoestand bevindt die in de notariële akte omschreven is. De volmachthouder dient hiervoor geen medisch attest of enig ander bewijsstuk voor te leggen.
5.5. Gerechtelijke volmachten:
De Bank erkent elke volmacht die opgesteld is door een Belgische rechtbank, op voorlegging van een gedateerd en ondertekend afschrift van de beslissing.
5.6. Volmachten die door de Klant worden verleend, kunnen enkel worden herroepen bij aangetekende brief of in de door de Bank voorgeschreven, schriftelijke vorm. De Bank is geenszins aansprakelijk voor de gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit onjuiste of onvolledige berichten tot herroeping van de volmacht.
De aansprakelijkheid van de Bank kan evenwel slechts worden ingeroepen na het verstrijken van drie bankwerkdagen na de ontvangstdatum van de herroeping.
De stopzetting van de uitwerking van de volmacht door één van de oorzaken voorzien in artikel 2003 van het Burgerlijk Wetboek (overlijden, verbod, kennelijk onvermogen van de volmachtgever of volmachthouder) heeft slechts gevolg ten overstaan van de Bank vanaf de derde bankwerkdag nadat deze laatste kennis heeft genomen van de gebeurtenis die aanleiding geeft tot de toepassing van het genoemde artikel 2003, zonder dat zij zelf deze gebeurtenis dient op te sporen.
De lastgever moet zelf de volmachthouder en de eventuele andere partijen verwittigen van de herroeping. In geval van herroeping van de volmacht, moet hij er zelf voor zorgen dat de volmachthouder de cheques, kaarten, sleutels, overschrijvingsformulieren of ieder ander document of formulier in zijn bezit, teruggeeft aan de Bank. Bij gebreke van of bij laattijdige uitvoering door de volmachthouder, zal enkel de lastgever de gevolgen van het onrechtmatig gebruik dragen.
Artikel 6. Specimen van de handtekening
6.1. De Bank kan de titularissen van rekeningen, speciën, effecten of andere tegoeden bij de Bank en hun volmachthouders vragen om, in het kader van hun relatie met de Bank, een specimen van hun handtekening te deponeren.
6.2. Bij rechtspersonen zijn de specimens van de te deponeren handtekeningen deze van de personen die gemachtigd zijn om met de Bank te handelen, overeenkomstig de statuten van de rechtspersoon of de hen toegekende volmachten. De Bank is niet aansprakelijk wanneer zij een opdracht uitvoert van een persoon van wie de handtekening werd gedeponeerd, maar die niet meer over een geldige volmacht of over de gepaste juridische hoedanigheid beschikt, terwijl dit niet aan de Bank werd meegedeeld.
6.3. De Bank is enkel gehouden tot de eenvoudige vergelijking van de handtekening op de verkregen opdracht met het gedeponeerde specimen. De Bank voert de opdracht slechts uit indien deze vergelijking haar toelaat redelijkerwijs te geloven dat de opdracht uitgaat van de Klant. De Bank is hieromtrent slechts aansprakelijk voor de gevolgen van een door haar gemaakte zware fout.
7.1. Bij het uitvoeren van verrichtingen ten behoeve van minderjarige Klanten, streeft de Bank in de mate van het mogelijke steeds het belang van de minderjarige na. Daarom heeft de Bank te allen tijde het recht om toelichting en, in voorkomend geval, bewijsstukken te vergen vanwege de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige Klant.
7.2. Alle gelden en waarden van de minderjarige Klant behoren deze in eigendom toe. De wettelijke vertegenwoordigers verbinden zich ertoe deze te beheren, gebruiken en herbeleggen als een goede huisvader in het exclusieve belang van de minderjarige. Zij vrijwaren de Bank hoofdelijk en ondeelbaar tegen elke vordering hieromtrent. Indien de rekening wordt geopend door een derde in het kader van een schenking, stelt de Bank een overeenkomst op met een beding ten behoeve van de minderjarige. Deze overeenkomst moet door de schenker(s) worden ondertekend. Tijdens de minderjarigheid van de Klant kunnen de schenker(s) en de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de minderjarige Klant geen verrichtingen uitvoeren op de desbetreffende rekening(en).
7.3. Elke ouder wordt geacht op te treden met het akkoord van de andere ouder. Indien het vermogen van een minderjarige Klant enkel nog beheerd wordt door één van de ouders of een derde, dan moet deze laatste dit onmiddellijk aan de Bank meedelen via afgifte van een kopie van de akte of van een vonnis hieromtrent. Bij het achterblijven of verzwijgen van deze informatie, kan de Bank niet aansprakelijk worden gesteld voor de nadelige gevolgen
die hieruit zouden kunnen voortvloeien. Bij twijfel kan de Bank de toelating van de vrederechter vereisen.
7.4. Wanneer de minderjarige Klant meerderjarig wordt, zal de Bank de Klant uitnodigen in haar kantoren, teneinde hem alle relevante inlichtingen te verschaffen, en een specimen van zijn handtekening te bekomen zoals bedoeld in artikel 6 van dit Reglement.
7.5. De Bank past dezelfde regels toe voor verlengd minderjarige Klanten als voor Klanten onder de vijftien jaar.
Artikel 8. Verzending van de briefwisseling
8.1. De briefwisseling die voor de Klant bestemd is, wordt op zijn kosten naar zijn wettelijke verblijfplaats verstuurd, tenzij indien hij uitdrukkelijk een ander adres opgeeft. In de gevallen waarin de wet dit voorschrijft, verschaft de Bank de informatie aan de Klant kosteloos.
De Klant dient elke wijziging in het adres waarnaar de briefwisseling moet worden gestuurd, onmiddellijk aan de Bank mee te delen in een door hem ondertekend schrijven of via een telefonische mededeling aan Beobank Service Center indien de Klant toegang heeft tot deze service. Om veiligheidsredenen kan de Bank vergen dat de Klant een bijkomend bewijs van de wijziging van zijn adres meedeelt.
De Bank houdt slechts rekening met de wijzigingen die haar op die manier worden meegedeeld na het verstrijken van de derde bankwerkdag volgend op de ontvangst van het bericht.
Zonder afbreuk te doen aan wat hierboven werd gesteld, is elke mededeling geldig betekend aan de Klant van zodra deze mededeling geadresseerd is aan het laatste adres van de Klant dat bij de Bank bekend is.
De Klant heeft de verplichting op regelmatige tijdstippen kennis te nemen van zijn rekeninguittreksels en van de mededelingen van de Bank, en dit zo snel mogelijk na de ontvangst ervan.
8.2. De verzending van briefwisseling aan de Klant is ten opzichte van de Klant voldoende bewezen door het voorleggen van een kopie van deze briefwisseling. Deze kopie mag een andere vorm hebben dan het origineel indien het verschil in vorm het gevolg is van het gebruik van de ene of de andere informaticatechniek.
8.3. Alle briefwisseling die naar de Bank wordt gestuurd, moet duidelijk de naam en het volledige adres vermelden van de zetel, het agentschap of de dienst waaraan de betrokken briefwisseling is gericht. De Bank wijst elke aansprakelijkheid af voor gevallen waarin de Klant niet het juiste adres van de Bank zou gebruiken.
8.4. De briefwisseling in verband met bankverrichtingen voor rekening van meerdere personen wordt opgestuurd naar het adres dat deze personen hebben opgegeven.
Artikel 9. Ontvangst en verzending van formulieren en waardepapieren
De Bank laat de Klanten enkel toe om contanten, cheques, waardepapieren en overschrijvingsformulieren te deponeren in toe in de daartoe bestemde en beveiligde brievenbussen binnenin de (lobby van de) kantoren van de Bank. Het is de Klant uitdrukkelijk verboden om dergelijke documenten te deponeren in de gewone brievenbus van de Bank of af te geven aan het loket zonder zichzelf te identificeren conform de procedures van de Bank. De Bank zal dergelijke opdrachten als ongeldig beschouwen en daarom niet uitvoeren, zonder dat zij verplicht is de Klant hiervan op de hoogte te brengen.
Artikel 10. Vorm van de opdrachten die aan de Bank worden gegeven
10.1. De Bank stelt haar Klanten diverse formulieren ter beschikking voor het geven van opdrachten. De Klanten zijn gehouden deze met de grootste zorg te bewaren en zijn verantwoordelijk voor de gevolgen die kunnen voortvloeien uit diefstal of verlies, evenals voor het onrechtmatige gebruik dat ervan zou kunnen worden gemaakt.
10.2. De opdrachten dienen duidelijk, volledig en uitdrukkelijk het doel en de modaliteiten van de uit te voeren verrichting te vermelden. De Klant is verplicht de volgende vermeldingen op te nemen in zijn opdrachten:
• zijn voornaam en familienaam of maatschappelijke benaming
• een telefoonnummer waarop hij kan worden bereikt
• zijn woonplaats of maatschappelijke zetel
• zijn rekeningnummer bij de Bank
• het aantal verzonden bladzijden (voor de verzendingen per fax)
• of hij al dan niet een ontvangstbewijs met betrekking tot zijn instructies wenst. Deze instructies dienen ondertekend te zijn door de Klant of zijn volmachthouder(s).
De Klant draagt zelf de nadelige gevolgen van bedrog of vergissingen in verband met instructies die hij niet eigenhandig aan de Bank heeft overgemaakt, tenzij hij het bewijs levert van bedrog of zware nalatigheid in hoofde van de Bank of haar aangestelden.
10.3. De Bank behoudt zich het recht voor om opdrachten of instructies niet uit te voeren die onvolledig of onnauwkeurig zijn, waarvan de authenticiteit haar twijfelachtig lijkt (bv. omdat de Bank over redelijke aanwijzingen beschikt dat een verrichting frauduleus zou kunnen zijn) of die haar ongepast lijken met het oog op de geldende regelgeving of haar interne procedures. In dit geval zal zij de Klant op de wijze die zij het meest gepast acht in kennis stellen van haar weigering evenals, indien mogelijk en indien de wet dit toelaat, van de redenen van haar weigering en van de wijze waarop de Klant zijn opdracht kan corrigeren.
De Bank is slechts gehouden tot een snelle analyse om overduidelijke fouten en hiaten op te sporen. De Klant is aansprakelijk voor elke interpretatiefout vanwege de Bank, en voor elke vertraging die zou voortvloeien uit de onvolledigheid of onduidelijkheid van zijn opdrachten of instructies.
Indien zij dit nodig acht, kan de Bank een telefonische bevestiging vragen vooraleer zij tot de uitvoering van de ontvangen opdracht overgaat. Indien de Klant niet kan worden bereikt
op het door hem opgegeven nummer, hoeft de Bank de opdracht niet uit te voeren, maar behoudt zij het recht om dit toch te doen.
10.4. Opdrachten gegeven per telefoon worden enkel aanvaard in het kader van de procedure "Beobank Service Center". Het is niet mogelijk effecten te verhandelen per telefoon.
10.5. De Bank aanvaardt geen opdrachten ontvangen via de post of via telefax.
10.6. De Klanten kunnen hun opdrachten eveneens doorgeven via de elektronische terminals in de verkooppunten van de Bank (Beobank SelfBanking) of via “Beobank Online”.
10.7. Bijzondere bepalingen inzake betalingsopdrachten worden voorzien in artikel 38 van dit Reglement.
Artikel 11. Herroeping of wijziging van opdrachten die aan de Bank werden gegeven
11.1. Elke herroeping of wijziging van een opdracht die aan de Bank wordt gegeven, moet haar schriftelijk ter kennis worden gebracht, de handtekening dragen van de opdrachtgever en duidelijk vermelden welke opdracht herroepen of gewijzigd dient te worden.
De Bank spant zich in om rekening te houden met herroepingen of wijzigingen vanaf hun ontvangst.
11.2. Indien het een betalingsopdracht betreft in de zin van het Wetboek van economisch recht (d.i. een opdracht die betrekking heeft op verrichtingen op een betaalrekening, bv. een zichtrekening, maar niet: een spaar-, termijn- of effectenrekening), kan de Klant zijn opdracht slechts herroepen in de gevallen voorzien in artikel 38 van dit Reglement.
11.3. Voor orders inzake beleggingen gelden de bepalingen van artikel 48.4 van dit Reglement.
Artikel 12. Uitvoering van de opdrachten door de Bank – Bestendige opdracht - Domiciliëring
12.1. Zonder afbreuk te doen aan de rechten en bevoegdheden die haar worden toegekend door dit Reglement, behoudt de Bank zich het recht voor om, bij gebrek aan dwingende instructies, te bepalen wat de meest juiste wijze van uitvoering is van de haar toevertrouwde opdrachten.
12.2. Elke inschrijving op rekening van een verrichting waarvan de afloop niet is gekend op het moment van de inschrijving, wordt behoudens andersluidende overeenkomst uitgevoerd "op voorwaarde van goede afloop", ook wanneer deze clausule niet uitdrukkelijk is voorzien.
Bij gebrek aan goede afloop annuleert de Bank de inschrijving op de rekening ambtshalve en zonder voorafgaandelijk bericht.
12.3. Elke som die op een rekening wordt gecrediteerd, mag door de Bank willekeurig worden gebruikt voor de uitvoering van opdrachten zonder dat zij onderscheid dient te maken op basis van de prioriteit van de opdrachten.
Elke automatische debetverrichting (bestendige opdracht, overschrijving met memo- datum, automatische spaaropdracht, ...) waarvan de uitvoeringsdatum samenvalt met een weekend, een feestdag of een banksluitingsdag, zal uitgevoerd worden op de bankwerkdag die eraan voorafgaat (de volgende bankwerkdag voor wisselverrichtingen).
De Bank is niet verplicht om een bestendige opdracht uit te voeren wanneer er onvoldoende provisie is op de desbetreffende rekening; in dit geval kan zij een einde stellen aan de bestendige opdracht.
12.4. De Klant die titularis is van een zichtrekening kan aan zijn schuldeisers een volmacht verschaffen met het oog op de domiciliëring van zijn betalingen. Gedurende acht weken te rekenen van de datum van uitvoering van de betaling via domiciliëring, zal de Bank de betaling ongedaan maken op eenvoudig verzoek van de Klant en ongeacht diens motief. De Bank is niet verplicht om een betaling via domiciliëring uit te voeren als er onvoldoende provisie is op de desbetreffende rekening; ingeval zij zelf de gemandateerde is, kan zij vervolgens besluiten om een einde te stellen aan de domiciliëring, zonder dat de Klant zich hiertegen kan verzetten.
12.5. Ingeval van niet-uitvoering van de betaling via domiciliëring of bestendige opdracht wegens gebrek aan provisie, kan de Bank de rekening van de Klant debiteren voor het forfaitaire bedrag dat aangegeven wordt in de tarieven van de Bank, om de kosten te dekken die ze heeft gemaakt.
12.6. Als de betaling via domiciliëring wordt uitgevoerd ondanks het feit dat de provisie onvoldoende is, verbindt de Klant er zich toe om zijn rekening onverwijld aan te zuiveren.
12.7. Ingeval van een Europese domiciliëring kan de Klant de domiciliëring slechts geldig beëindigen bij zijn schuldeiser; indien de Bank zelf de gemandateerde is (klassieke domiciliëring), dient de Klant zich te wenden tot de Bank.
12.8. De valutadatum van een verrichting wordt bepaald in de tarieven van de Bank, en voor wat betalingsopdrachten in de zin van het Wetboek van economisch recht betreft, in de artikelen
38.8 en 38.9 van dit Reglement.
Artikel 13. Bewijs van de uitvoering van opdrachten
13.1. De uitvoering van een opdracht is voldoende bewezen door de registratie van de verrichting in de boeken van de Bank, of door de vermelding op het rekeninguittreksel van de Klant. Behoudens tegenbewijs, vormen deze stukken een afdoend bewijs dat de opdracht werd uitgevoerd conform de instructies van de Klant. Voor zover nodig en in afwijking van artikel 1341 van het Burgerlijk Wetboek kan de Bank het bewijs van dergelijke opdrachten leveren met alle rechtsmiddelen.
De Bank heeft het recht om haar documenten elektronisch te archiveren, hetzij digitaal hetzij op een andere wijze, zonder dat haar kan worden verweten dat zij de originelen niet heeft bewaard.
13.2. De Bank behoudt zich bovendien de mogelijkheid voor om een klankopname te maken van telefonisch gegeven opdrachten. Deze opname vormt een bewijs van de telefonisch gegeven opdracht of instructie.
Tevens kan de Bank deze opnamen aanwenden voor trainingsdoeleinden. De toegang tot de opgenomen gesprekken is aan strikte voorwaarden onderworpen, en voorbehouden aan personen die de opnamen nodig hebben voor de uitvoering van hun taak.
In sommige gevallen kan de Bank door de wet worden verplicht om opnamen vrij te geven, bijvoorbeeld in het kader van een gerechtelijk onderzoek.
De Bank bewaart de opnamen gedurende een periode van drie jaar.
Als de Klant bijkomende vragen heeft over de opname van gesprekken, kan hij zich schriftelijk wenden tot Beobank NV/SA, Verantwoordelijke voor de verwerking, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx.
Als hij niet wil dat zijn gesprek wordt opgenomen, kan de Klant zich voor zijn verrichtingen wenden tot één van de verkooppunten van de Bank.
13.3. De binnenkomende en uitgaande e-mails geregistreerd in de bestanden van de Bank, bewijzen dat de boodschappen werden verzonden of ontvangen en tonen hun datum en inhoud aan.
Artikel 14. Aansprakelijkheid van de Bank
14.1. Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, is de Bank aansprakelijk voor elke zware of opzettelijke fout, maar niet voor vergissingen of lichte fouten die zij, haar personeel of haar aangestelden plegen in het kader van hun beroepsactiviteit.
14.2. Tenzij bij een ernstige fout of bedrog, aanvaardt de Bank geen aansprakelijkheid ingeval haar computers om welke reden dan ook buiten dienst raken (zelfs indien tijdelijk), ingeval van vernieling of uitwissing van de daarin opgeslagen gegevens, of bij frauduleus gebruik door derden.
14.3. De aansprakelijkheid van de Bank jegens de Klant zal in geen geval aanleiding geven tot een vergoeding van de onrechtstreekse schade van financiële, commerciële of andere aard.
14.4. De Bank aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de schade die haar Klanten zouden ondervinden wegens gebeurtenissen die te wijten zijn aan overmacht. Worden onder andere beschouwd als gevallen van overmacht: natuurrampen, oorlog, oproer, terrorisme, staking (zelfs van haar eigen personeel), lock-out, gewapende overvallen en inbraak in de gebouwen of de kluizen, op het transport van waardepapieren of op het informaticanetwerk van de Bank; fouten of vertragingen die te wijten zijn aan andere financiële instellingen of derden; branden; onderbrekingen van de elektrische stroom, van telefonische verbindingen of andere telecommunicatie, evenals storingen of pannes in het informaticanetwerk; vergissingen of onderbrekingen van de activiteiten van de postdiensten; maatregelen genomen door een Belgische, Europese of enige andere overheid.
14.5. In geval van oorlog, onrusten, oproer, bezetting van het grondgebied door buitenlandse of illegale krachten, is de Bank niet verantwoordelijk voor de schade die voor haar Klanten kan ontstaan uit verrichtingen die worden opgedragen door personen die hiertoe feitelijk gemachtigd zijn.
Artikel 15. Bewijs van de verplichtingen van de Klant
Het bewijs van de algemene verplichtingen van de Klant tegenover de Bank is voldoende geleverd door de kennisgeving van dit Reglement en van de eventueel toepasselijke bijzondere voorwaarden aan de Klant. De Bank kan deze verplichtingen aan de Klant kenbaar maken op de wijze die zij het meest geschikt acht, met inbegrip van (al of niet aangetekende) brieven, vermeldingen op het rekeninguittreksel, telefax, e-mail, enz.. Het volstaat dat de Bank in deze berichten verwijst naar de beschikbaarheid van dit Reglement of van de bijzondere voorwaarden in haar verkooppunten en op xxx.xxxxxxx.xx.
Het bewijs van de bijzondere verplichtingen van de Klant kan door de Bank worden geleverd door middel van om het even welk document dat afkomstig is van de Klant, hetzij in originele vorm, hetzij in de vorm van een fotokopie, een kopie van een microfilm of elektronische communicatie, de opname van een telefonische mededeling, enz.
Artikel 16. Waarborgen ten voordele van de Bank
16.1. Alle documenten, tegoeden, vorderingen, roerende waarden, handelspapieren en edele metalen die werden of zullen worden toevertrouwd aan de Bank, door de Klant of voor zijn rekening (“Waarden”), vormen van rechtswege een ondeelbaar en bevoorrecht pand voor de Bank tot waarborg van de volledige uitvoering (in kapitaal, rente, commissies, hoofd- en bijkomende kosten) van alle huidige of toekomstige verbintenissen en verplichtingen van de Klant, met inbegrip van de voorwaardelijke of termijnschulden waartoe hij zich heeft verbonden of zal verbinden tegenover de Bank wegens welke oorzaak ook, alléén dan wel samen met derden, hoofdelijk of niet. Indien de Klant zijn verbintenissen jegens de Bank te laat nakomt, kan de Bank de voornoemde Waarden inhouden en overgaan tot het te gelde maken ervan binnen de door de wet voorziene termijnen. De opbrengst ervan wordt ambtshalve aangewend voor de aanzuivering van de verbintenissen, in hoofdsom, interesten, kosten en toebehoren tegenover de Bank.
16.2. Tenzij anders overeengekomen, vormen alle zichtrekeningen in euro die geopend zijn op naam van dezelfde titularis, slechts de elementen van één enkele en ondeelbare rekening courant. De Bank behoudt zich de mogelijkheid voor om op elk moment en op eenvoudig bericht debetsaldi over te boeken op creditrekeningen of omgekeerd.
16.3. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 16.2 van dit Reglement, bestaat er samenhang tussen alle verrichtingen die een Klant uitvoert met de Bank. De Bank kan op elk ogenblik, zelfs na het faillissement van de Klant of in geval van samenloop, het principe van de schuldvergelijking toepassen tussen alle opeisbare en niet-opeisbare vorderingen van haarzelf en van de Klant. Hierbij kan de Bank ook overgaan tot wisselverrichtingen en tot het uitvoeren van stortingen van rekening op rekening. De saldi van de op naam van de Klant geopende rekeningen kunnen zonder ingebrekestelling of andere formaliteit worden
overgedragen op rekeningen die hoofdelijk en/of ondeelbaar werden geopend op naam van de Klant en van derden.
16.4. Ter ondersteuning en ter aanzuivering van zijn verplichtingen tegenover de Bank en onder voorbehoud van gevallen van wettelijke onoverdraagbaarheid, draagt de Klant aan de Bank alle schuldvorderingen over die hij bezit of zal bezitten tegenover derden, en met name tegenover huurders, pachters of andere personen die over een zakelijk of persoonlijk recht op een hem toebehorend roerend of onroerend goed beschikken, tegenover verzekeringsmaatschappijen, banken en financiële instellingen, werkgevers en instellingen voor sociale zekerheid (binnen de wettelijke perken), tegenover schuldenaars van rente en, in het algemeen, van alle bedragen die hem om welke reden ook zouden toekomen. De Klant verbindt zich ertoe om, op aanvraag van de Bank, alle inlichtingen en documenten betreffende deze schuldvorderingen te verstrekken.
Artikel 17. Controle van het rekeninguittreksel - Betwistingen – Rechtzettingen - Klachten
17.1. Elke boeking op rekening wordt vastgesteld door een rekeninguittreksel. De Klant dient de rekeninguittreksels die hem worden verstuurd door de Bank zo spoedig mogelijk na ontvangst op hun juistheid te controleren.
17.2. Indien de Klant (een) vergissing(en) of onregelmatighe(i)d(en) vaststelt op zijn rekeninguittreksel(s) of op enige andere wijze kennis krijgt van (een) verrichting(en) op zijn rekening die zonder zijn toestemming is/zijn gebeurd, dan dient hij de Bank hier onverwijld van op de hoogte te stellen. Zo niet, dan doet de Klant onherroepelijk afstand van zijn aanspraken omtrent de verrichting tegenover de Bank, die deze verrichting derhalve als juist en goedgekeurd mag beschouwen.
Indien het een betalingstransactie betreft in de zin van het Wetboek van economisch recht, dan dient de Klant de Bank tevens onverwijld en uiterlijk dertien maanden na de valutadatum van de debitering op de hoogte te stellen van zijn betwisting.
Voor andere verrichtingen dient de Klant de Bank tevens onverwijld, maar uiterlijk één maand na de datum van zijn rekeninguittreksel op de hoogte te stellen van zijn betwisting.
17.3. De Bank heeft steeds het recht om rechtzettingen aan te brengen op verrichtingen die zij per vergissing zou hebben laten doorgaan. Zij meldt deze rechtzetting zo spoedig mogelijk aan de Klant, op de wijze die zij het meest gepast acht. Indien de rechtzetting door de Bank onmogelijk is en de Klant aan de Bank sommen verschuldigd is, zullen de verschuldigde bedragen vanaf de ingebrekestelling debetinteresten opleveren tegen de toepasbare rentevoet voor ongeoorloofde debetstanden op zichtrekeningen.
17.4. Voor eventuele klachten dient de Klant eerst contact op te nemen met de Bank, d.w.z. Beobank NV/SA, Klantendienst, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx (tel. 02/000.00.00
- fax 02/000.00.00 – e-mail: xxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx). De Bank stuurt de Klant binnen de vijf
(5) werkdagen een bericht van ontvangst. Op voorwaarde dat de klacht volledig en duidelijk is, spant de Bank zich in om op de klacht te antwoorden binnen de maand (of binnen de 15 kalenderdagen ingeval van betalingsdiensten) nadat zij ze heeft ontvangen. Als de Bank de klacht niet binnen die termijn kan beantwoorden, brengt zij de Klant hiervan op de hoogte, met vermelding van de termijn binnen dewelke een antwoord mag worden
verwacht. De Klant kan ook contact opnemen met de Ombudsman in financiële geschillen, North Gate II, Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 0, 0000 Xxxxxxx (tel. 02/000.00.00 - fax 02/000.00.00 - e- mail: xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx). De Bemiddelingsdienst brengt een niet-bindend advies uit. De procedure verloopt volledig schriftelijk. Het beroep op de Bemiddelingsdienst is kosteloos.
18.1. Bij het overlijden van een Klant of zijn/haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende, moet de Bank onmiddellijk verwittigd worden. Indien ze niet of laattijdig verwittigd wordt, aanvaardt de Bank geen enkele aansprakelijkheid voor verrichtingen die na het overlijden zouden worden uitgevoerd door de medetitularissen of volmachthouders van de overledene.
18.2. Na ontvangst van het bericht van overlijden worden de rekening(en), xxxxxx(s) en bezittingen van de overledene en die van zijn echtgen(o)t(e) of wettelijk samenwonende geblokkeerd en de eraan verbonden bestendige opdrachten, domiciliëringen en volmachten opgeheven. Een inventaris van de inhoud van de koffers wordt doorgegeven aan de Administratie der Registratie en Domeinen. Voor zover de geldende wetgeving (onder meer op het vlak van sociale en fiscale schulden) het toelaat, worden deze rekeningen en koffers vrijgemaakt wanneer de Bank in het bezit werd gesteld van de stukken waaruit de afwikkeling van de erfenis blijkt, en het schriftelijke akkoord van de rechthebbenden heeft gekregen.
Wat de documenten van buitenlandse oorsprong betreft, aanvaardt de Bank geen enkele aansprakelijkheid betreffende hun echtheid, geldigheid of de interpretatie ervan.
Bij het overlijden van een Klant, richt de Bank de briefwisseling inzake de erfopvolging, behoudens andersluidende overeenkomst, aan het laatst gekende adres van de Klant. Zij kan de betrokken correspondentie ook naar één van de rechthebbenden sturen of naar de notaris of gelijk welke andere persoon die de belangen van de rechthebbenden behartigt.
18.3. Tot het ogenblik waarop een akte of attest met de erfopvolging aan de Bank wordt voorgelegd, heeft de langstlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende (hierna “de langstlevende” genoemd) het recht aan de Bank een voorschot te vragen op de sommen van de nalatenschap, in de vorm van een betaling of cashafhaling van de zicht-, spaar- of termijnrekeningen die staan op naam van de overledene én de langstlevende samen, alsook
- indien zij met elkaar gehuwd waren - van de zicht-, spaar- of termijnrekeningen op naam van de overledene alleen of van de langstlevende alleen. Geen voorschot kan worden verstrekt van een rekening waarvan de overledene of langstlevende houder is samen met een derde.
Het voorschot kan maximaal de helft bedragen van het totaal der uitstaande saldi op het ogenblik van het overlijden van de Klant, met een maximum van 5.000 EUR, uitgezonderd begrafeniskosten, de kosten van laatste ziekte gedurende één jaar en andere kosten waarvoor de artikelen 19 en 20 van de Hypotheekwet een voorrecht voorzien en waarvoor een bewijs wordt voorgelegd. Voor de berekening van de uitstaande saldi wordt rekening gehouden met alle tegoeden op zicht-, spaar- en termijnrekeningen van de Klant bij alle banken, op het ogenblik van zijn overlijden.
De Bank kan niet aansprakelijk worden gesteld indien de langstlevende de Bank niet of onvoldoende in kennis stelt van al zijn tegoeden. De Bank behoudt zich derhalve het recht voor om elk uitbetaald of in cash afgehaald bedrag dat de genoemde limieten overschrijdt, van de langstlevende terug te vorderen. De Bank wijst erop dat de langstlevende bij overschrijding van deze limieten het recht verliest om de nalatenschap te verwerpen of te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving, en elk recht verliest in de nalatenschap ten belope van het bedrag dat de genoemde limieten overschrijdt.
Indien de langstlevende zelf geen Klant is bij de Bank, dient eerst te worden voldaan aan de identificatievereisten zoals voorzien in artikel 3 van dit Reglement.
18.4. De Bank behoudt zich het recht voor om gevolg te geven aan verzoeken tot inlichtingen, afkomstig van een mede-erfgenaam of van een legataris, en de eventuele kosten hiervan ten laste te leggen van de nalatenschap.
18.5. De Bank zal de vergoeding vermeld in haar tarieven eisen voor de taken die werden uitgevoerd in het kader van de nalatenschap van de Klant. De vergoeding wordt afgetrokken van het vermogen van de Klant. Alle erfgenamen zijn hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot deze vergoeding.
Artikel 19. Stopzetting van een dienst – Beëindiging van de relatie
19.1. De Bank kan op elk ogenblik en zonder dat zij hierover verantwoording hoeft af te leggen, besluiten om bepaalde diensten niet langer aan te bieden. De Bank stelt de Klant(en) hiervan tijdig op de hoogte, op de wijze die zij het meest gepast acht.
19.2. De Bank kan, behoudens andersluidende overeenkomst, op elk moment en zonder dat zij deze beslissing moet rechtvaardigen een einde maken aan de relaties die zij onderhoudt met de Klant.
Ook de Klant kan, behoudens andersluidende overeenkomst, op elk moment en zonder dat hij deze beslissing hoeft te verantwoorden een einde stellen aan de relaties die hij onderhoudt met de Bank
De beslissing tot beëindiging dient respectievelijk aan de Bank/de Klant te worden betekend door middel van een ter post aangetekend schrijven.
Behoudens de uitzonderingen hieronder of in bijzondere voorwaarden bepaald, wordt de beëindiging van kracht na verloop van een opzeggingstermijn van één maand. Voor betalingsdiensten in de zin van het Wetboek van economisch recht (bv. een lopende rekening), evenals voor spaarrekeningen zoals bedoeld in artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 (gereglementeerde spaarrekeningen) dient de Bank een opzeggingstermijn te respecteren van twee maanden en de Klant een opzeggingstermijn van één maand.
In geval van fout, nalatigheid, bedrog of niet-naleving van de overeenkomst met de Bank, door de Klant, zijn vertegenwoordiger, zijn bediende of volmachthouder, zal de Bank de
relatie met de Klant onmiddellijk kunnen beëindigen, zonder dat zij een opzegtermijn moet in acht nemen.
19.3. Van zodra de eventuele opzeggingstermijn is verstreken, worden alle eventuele verbintenissen van de Klant onmiddellijk van rechtswege en zonder ingebrekestelling opeisbaar, tenzij een andere termijn is overeengekomen (bv. bij een termijnrekening) of door de wet is bepaald (bv. bij een lening).
De tegoeden van de Klant bij de Bank brengen vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn geen interesten meer op.
In geval van vroegtijdige opzegging van een overeenkomst voor de levering van producten en/of diensten, betaalt de Bank enkel in de wettelijk verplichte gevallen pro rata temporis de kosten terug (bv. in het geval van een vooraf betaalde jaarlijkse bijdrage voor een betaalinstrument). In alle andere gevallen is de Bank niet tot enige terugbetaling van kosten of bijdragen verplicht.
Indien door de Klant sluitingskosten verschuldigd zijn, dan zal de Bank deze inhouden op het beschikbare bedrag dat aanwezig is op de rekeningen van de Klant. Wanneer de Klant na terugbetaling van alle verschuldigde sommen over een creditsaldo zou beschikken ten overstaan van de Bank, kan deze laatste dit saldo ter beschikking stellen van de Klant op de wijze die zij gepast acht.
19.4. Bij het afsluiten van een rekening behoudt de Bank zich het recht voor om een opzegtermijn te vergen van maximaal zeven werkdagen, die haar toelaat om de afrekening van mogelijke kosten, intresten en het eindsaldo vast te stellen. Dit saldo zal worden gestort op de door de Klant in het afsluitingsdocument aangeduide rekening.
Artikel 20. Slapende rekeningen en safes
20.1. Natuurlijke personen die houder zijn van (een) zicht-, spaar-, termijn- of effectenrekening(en), of hun rechthebbenden, dienen zich elke vijf jaar minstens één keer kenbaar maken aan de Bank, door middel van een verrichting uitgevoerd op één van hun rekeningen of door een contact (hetzij in persoon, hetzij via hun vertegenwoordiger) met de Bank.
Bij gebrek aan een dergelijke tussenkomst word(t)(en) deze rekening(en) beschouwd als (een) slapende rekening(en) in de zin van de Wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen.
Voor een goed begrip dient te worden vermeld dat rekeningen die geblokkeerd zijn om gerechtelijke, wettelijke of conventionele bepalingen, niet onder de wetgeving op de slapende rekeningen vallen en dit zolang deze blokkering duurt.
20.2. Indien de Bank de Klant (overeenkomstig artikel 20.1 van dit Reglement) beschouwt als houder van één of meer slapende rekeningen en het totale creditsaldo van deze rekening(en) 20 EUR of meer bedraagt, dan zal de Bank de Klant een brief sturen, om zo de door de wet vereiste tussenkomst tot stand te brengen.
Indien de Klant of zijn rechthebbende(n) geen gevolg geven aan dit schrijven binnen de termijn van één maand na verzending, dan spoort de Bank de Klant op, overeenkomstig de procedure bepaald in de wet. De Bank heeft het recht de Klant kosten aan te rekenen voor de opsporing.
Indien de opsporing voor de Bank nuttige informatie oplevert, stuurt zij een aangetekende brief aan de Klant of zijn rechthebbende(n) om de genoemde tussenkomst tot stand te brengen. Indien de Klant of zijn rechthebbende(n) geen gevolg ge(eft)(ven) aan dit schrijven binnen de termijn van één maand na verzending, dient de Bank alle tegoeden van de slapende rekeningen over te dragen aan de Deposito- en Consignatiekas en de desbetreffende rekening af te sluiten. De Bank is bijgevolg bevrijd van al haar verplichtingen ten overstaan van de Klant, die zich tot de Deposito- en Consignatiekas dient te wenden om zijn tegoeden terug te vorderen.
20.3. Voor tegoeden waarvan de waarde minder dan EUR 20 bedraagt, zal de Bank geen enkele opzoeking ondernemen. Zij worden zonder meer overgedragen aan de Deposito- en Consignatiekas. De Klant en zijn rechthebbende(n) verliest/verliezen elke mogelijkheid om deze tegoeden terug te vorderen.
20.4. Een slapende safe is een safe waarvoor de huurprijs sedert minstens 5 jaar niet betaald is en waarvan de huurovereenkomst door de Bank opgezegd is. De verzegelde omslagen die in bewaring zijn bij de Bank en die gedurende minstens 5 jaar niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een tussenkomst van de Klant, zijn rechthebbenden of zijn wettelijke vertegenwoordiger, worden gelijkgesteld met slapende safes.
20.5. Indien de Bank de Klant (overeenkomstig artikel 20.4 van dit Reglement) beschouwt als huurder van een slapende safe, dan zal de Bank de Klant een brief sturen.
Indien de Klant of zijn rechthebbende(n) geen gevolg geven aan dit schrijven binnen de termijn van één maand na verzending, dan spoort de Bank de Klant op, overeenkomstig de procedure bepaald in de wet. De Bank heeft het recht de Klant kosten aan te rekenen voor de opsporing; deze kosten mogen niet meer dan 100 EUR bedragen. Dit bedrag dekt niet de kosten voor het openbreken van de safe noch de deurwaarderskosten.
Indien de opsporing voor de Bank nuttige informatie oplevert, stuurt zij een aangetekende brief aan de Klant of zijn rechthebbende(n) om de genoemde tussenkomst tot stand te brengen. Indien de Klant of zijn rechthebbende(n) geen gevolg geven aan dit schrijven binnen de termijn van één jaar, opent de Bank de safe in aanwezigheid van een gerechtsdeurwaarder vóór het einde van het tweede jaar volgend op het ogenblik waarop de safe een slapende safe is geworden.
De gerechtsdeurwaarder stelt een inventaris op van de inhoud van de safe. De inhoud van de safe wordt in een verzegelde omslag bewaard met uitzondering van de speciën die op een zichtrekening op naam van de Klant worden ingeschreven.
De Bank mag aan de Klant kosten aanrekenen voor het openen van de safe en het opstellen van de inventaris.
De gegevens betreffende de verzegelde omslagen worden door de Bank aan de Deposito- en Consignatiekas overgedragen in de maand die volgt op de maand waarin de safe geopend werd.
De materiële levering van de verzegelde omslag en zijn inventaris aan de Deposito- en Consignatiekas gebeurt minstens een keer per jaar. De Bank is bijgevolg bevrijd van al haar verplichtingen ten overstaan van de Klant, die zich tot de Deposito- en Consignatiekas dient te wenden om zijn tegoeden terug te vorderen.
De verzegelde omslagen geleverd aan de Deposito- en Consignatiekas worden eigendom van de Staat na het verstrijken van een termijn van dertig jaar die ingaat op de datum waarop de safe een slapende safe is geworden.
Artikel 21. Tarieven, kosten en vergoedingen
21.1. Voor de diverse diensten die zij aanbiedt, rekent de Bank kosten aan die zijn opgenomen in een tarievenlijst die aan de Klant wordt meegedeeld of ter beschikking gesteld overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen. De Klant zorgt ervoor dat hij er kennis van neemt alvorens zijn verrichtingen uit te voeren of opdrachten over te maken.
21.2. Daarnaast draagt de Klant alle kosten, interesten, commissies, vorderingen, taksen en belastingen die op grond van regelgeving, overeenkomst of gebruik toepasselijk zijn op de diensten en producten aangeboden aan de Klant.
Voor betalingsdiensten in de zin van het Wetboek van economisch recht, betalen de betaler en de begunstigde in principe elk de kosten opgelegd door hun respectieve betalingsdienstaanbieder; enkel in het geval van een wisselverrichting kan een andere kostenregeling worden overeengekomen.
21.3. De Bank behoudt zich het recht voor om een vergoeding te innen voor prestaties die zij zou dienen te leveren bij geschillen tussen de Klant en derden, ongeacht of dit gebeurt met de uitdrukkelijke toestemming van de Klant, dan wel omdat hiertoe een verplichting bestaat. Hiertoe behoren onder meer de kosten als gevolg van inbeslagnemingen, verzet, klachten of andere gelijkaardige procedures met betrekking tot het vermogen van de Klant.
21.4. De Bank kan de kosten en vergoedingen bedoeld in dit artikel 21 aan de Klant aanrekenen en zijn rekening(en) debiteren, vanaf hun opeisbaarheid.
21.5. De belastingen op inkomsten die de Bank betaalt in haar hoedanigheid van schuldenaar of tussenpersoon blijven ten laste van de begunstigde van de inkomsten. De Bank is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg zou zijn van het niet-naleven van de fiscale wetgeving door de Klant.
De Bank heeft het recht om haar archieven bij te houden in de vorm die zij het meest geschikt acht.
Artikel 23. Belangenconflicten
De Bank heeft een beleid uitgewerkt inzake belangenconflicten en heeft passende organisatorische en administratieve maatregelen getroffen om te voorkomen dat belangenconflicten tussen de Bank en haar cliënten, of tussen haar cliënten onderling, de belangen van cliënten zouden schaden.
Het beleid inzake belangenconflicten omvat de maatregelen genomen door de Bank om potentiële belangenconflicten te identificeren, te beheren en te documenteren.
De Bank heeft verscheidene potentiële belangenconflicten geïdentificeerd en onderzocht die in haar Cartografie van Potentiële Belangenconflicten werden opgenomen. Deze Cartografie inventariseert onder meer de procedures en controlemaatregelen die zijn voorzien om deze conflicten te beheren. Deze omvatten in het bijzonder:
• duidelijke verkoopprocedures en opleidingsprogramma’s die erop zijn gericht een eerlijke, evenwichtige en professionele behandeling van de klanten te verzekeren;
• een procedure voor de goedkeuring en controle van nieuwe producten;
• een procedure voor gegevensbescherming;
• een procedure met betrekking tot de uitoefening van externe functies door de bestuurders;
• een gedragscode waarin de verbintenissen en de gedragsregels voor medewerkers worden vastgelegd (relevantie van het advies, activiteiten buiten de Bank, volmachten op rekeningen van Klanten, persoonlijke transacties, toekenning van leningen aan bestuurders …);
• een procedure over ‘Geschenken en voordelen’
• de oprichting van een Remuneratiecomité en de uitwerking van een vergoedingsbeleid.
Wanneer de organisatorische en administratieve maatregelen die de Bank heeft doorgevoerd om conflicten te vermijden of te beheren, niet volstaan om met redelijke zekerheid te waarborgen dat de belangen van de Klant niet worden geschaad, brengt zij de Klant op de hoogte van dit belangenconflict.
De Klant kan op eenvoudig verzoek meer informatie ontvangen over het beleid van de Bank inzake belangenconflicten, dat ook op xxx.xxxxxxx.xx is gepubliceerd.
Artikel 24. Wijziging van het Reglement en/of de tarieven
24.1. De Bank behoudt zich het recht voor om dit Reglement en haar tarieven zoals vermeld in artikel 21 van dit Reglement, op elk ogenblik te wijzigen. Deze wijziging wordt schriftelijk meegedeeld aan de Klant, hetzij in de vorm van een duurzaam medium dat aan de Klant wordt verstuurd, hetzij door middel van een bericht dat bij de rekeninguittreksels wordt gevoegd met vermelding van de wijze waarop de Klant van de gewijzigde tekst kennis kan nemen.
24.2. Indien de wijziging een betalingsdienst betreft en de Klant een consument is in de zin van het Wetboek van economisch recht, deelt de Bank de wijziging mee minstens twee maanden vóór ze van toepassing wordt, ofwel zo snel mogelijk bij een wijziging van rentevoeten of wisselkoersen die het rechtstreekse gevolg is van een wijziging van de referentierentevoet of -wisselkoers waarop de Bank zich baseert.
24.3. Indien de wijziging een betalingsdienst betreft en de Klant geen consument is in de zin van het Wetboek van economisch recht, deelt de Bank de wijziging mee minstens 30 kalenderdagen vóór ze van toepassing wordt, ofwel zo snel mogelijk bij een wijziging van rentevoeten of wisselkoersen die het rechtstreekse gevolg is van een wijziging van de referentierentevoet of -wisselkoers waarop de Bank zich baseert.
24.4. Gedurende de in artikel 24.2 of artikel 24.3 vermelde termijn kan de Klant de relatie met de Bank kosteloos beëindigen via een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, gericht aan de hoofdzetel van de Bank. Wanneer de Klant dit niet doet, wordt hij verondersteld de wijziging te hebben aanvaard.
Artikel 25. Toepasselijk recht, taalkeuze en verantwoordelijkheid van de Bank
Alle rechten en verplichtingen van Klant tegenover de Bank zijn, behoudens uitdrukkelijk andersluidende bepaling, onderworpen aan het Belgisch recht.
De door de Bank te leveren informatie is beschikbaar in het Nederlands of het Frans, naar keuze van de Klant. Het is mogelijk dat bepaalde informatie, met name informatie met betrekking tot financiële instrumenten, alleen in het Engels beschikbaar is. De Klant kan ook communiceren met de Bank, hetzij in het Nederlands, hetzij in het Frans, hetzij in het Engels, dit naar keuze van de Klant.
Artikel 26. Keuze van woonplaats en bevoegde rechtbanken
Elke betwisting tussen de Bank en de Klant kan enkel voor de rechtbank worden gebracht in het gebied waar de Bank haar maatschappelijke zetel heeft, of in het gebied waar de Klant zijn wettelijke verblijfplaats heeft, op voorwaarde dat dit in België ligt.
HOOFDSTUK II: STORTEN VAN GELD
Artikel 27. Algemene bepalingen
27.1. De Bank opent voor alle vooraf goedgekeurde natuurlijke en rechtspersonen zicht-, spaar- en termijnrekeningen in euro of in buitenlandse valuta.
27.2. Behoudens bijzondere overeenkomst, moet elke rekening op elk ogenblik een creditsaldo vertonen. De Bank behoudt zich dan ook het recht voor om de uitvoering van elke opdracht waarvoor er onvoldoende provisie is, geheel of gedeeltelijk te weigeren of uit te stellen.
27.3. Het feit dat de Bank een schuld op de rekening toestaat, kan nooit worden ingeroepen als zijnde een recht om die schuld te behouden of te herhalen.
De Bank kan op elk ogenblik de onmiddellijke terugbetaling eisen van de schuld.
27.4. Elke storting of betaling wordt geacht aan de Klant bevestigd te zijn door middel van een ontvangstbewijs dat hem wordt ter beschikking gesteld, of door eenvoudige inschrijving op zijn rekening.
27.5. De Bank stelt geautomatiseerde loketten uitgerust met een depositokluis ter beschikking van de Klant. Elke bankwerkdag worden de nummers van de aangetroffen deposito- enveloppes en eventuele bijzonderheden betreffende hun staat in een register genoteerd.
De inhoud van de enveloppe zal tegenover de Klant voldoende bewezen zijn door de schriftelijke stukken van de Bank, ongeacht tegenstrijdige vermeldingen op het transactieborderel.
Deze vermeldingen op de schriftelijke stukken van de Bank vormen het bewijs van storting en van het bedrag, behoudens tegenbewijs door de Klant.
27.6. De Bank behoudt zich het recht voor om afhalingen in cash voor een bedrag hoger dan 5.000 EUR te onderwerpen aan een wachttermijn van twee bankwerkdagen. Voor een cashafhaling in een andere munteenheid dan euro kan een langere wachttermijn van toepassing zijn.
28.1. De modaliteiten voor het gebruik van de zichtrekeningen van de Bank zijn bepaald in de documenten voor de opening van een rekening.
28.2. Bij de opzegging van een geoorloofde debetstand en de sluiting van een rekening, zullen de kosten (inclusief de interesten) die contractueel vastgelegd werden, dan wel in dit Reglement of in de tarievenlijst van de Bank worden bepaald, van rechtswege en zonder ingebrekestelling blijven aangerekend worden tot de volledige aanzuivering van het debetsaldo.
28.3. Als de rekening wordt geopend op naam van verscheidene personen of van een feitelijke vereniging, zijn de medetitularissen of vennoten hoofdelijk en ondeelbaar gehouden het eventuele debetsaldo terug te betalen. Ze kunnen niet het voorrecht van uitwinning of van schuldsplitsing inroepen, ongeacht of zij optreden als handelaar of niet.
Artikel 29. De Beobank Money Market
29.1. De interesten lopen vanaf de eerste dag dat het geld op de Beobank Money Market wordt gedeponeerd en worden dagelijks berekend.
29.2. De rentevoeten kunnen dagelijks worden aangepast. Zodra het kapitaal in een hogere of lagere schijf terechtkomt, krijgt de Klant een hogere of lagere rentevoet en die rentevoet wordt vanaf de eerste eurocent toegepast.
29.3. De verworven interesten worden maandelijks betaald op de eerste dag van de volgende maand.
Artikel 30. De basisbankdienst
Voor deze rekening gelden alle bepalingen die van toepassing zijn op de zichtrekening, tenzij deze strijdig zouden zijn met de bepalingen van hoofdstuk 8 van boek VII van het Wetboek van economisch recht. Wanneer het toegelaten aantal jaarlijkse verrichtingen overschreden wordt of wanneer de voorwaarden om te kunnen genieten van de basisbankdienst niet meer zijn vervuld, worden weer de normale kosten en werkingsregels toegepast.
De Bank behoudt zich de mogelijkheid voor om de opnamen te onderwerpen aan een termijn van vijf kalenderdagen wanneer zij 1.250 EUR overtreffen en om de afhalingen te beperken tot 2.500 EUR per halve kalendermaand.
32.1. De termijndeposito's zijn beschikbaar op de vervaldag, zonder voorafgaande kennisgeving. Wanneer de rekening vervalt op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, wordt de vervaldag vastgesteld op de daaropvolgende bankwerkdag.
32.2. De Bank kan toelaten dat de Klant zijn tegoeden opvraagt vóór de vervaldag; daar de Klant de overeenkomst hiermee verbreekt, zal de Bank in dat geval een boete toepassen.
Artikel 33. Rekeningen in buitenlandse munteenheden
De Bank is niet aansprakelijk voor het verlies, de schade of eventuele gevolgen van fiscale of andere bepalingen uitgevaardigd in het land dat overeenstemt met de munteenheid van de rekening of in het land waar de gelden werden geplaatst.
Artikel 34. Rekeninguittreksels
De Bank en de Klant kunnen overeenkomen met welke regelmaat de Bank aan de Klant een rekeninguittreksel verstrekt.
Voor wat betreft de betalingsdiensten in de zin van het Wetboek van economisch recht (d.w.z. alle diensten die betrekking hebben op verrichtingen op een betaalrekening, bv. een zichtrekening, maar geen spaar-, termijn- of effectenrekening) stelt de Bank maandelijks een rekeninguittreksel ter beschikking van de Klant, op voorwaarde dat in de loop van die maand verrichtingen werden uitgevoerd.
De Bank stelt het rekeninguittreksel ter beschikking van de Klant op papier of op een andere duurzame drager (bv. via Beobank Online).
Artikel 35. Rekeningen geopend of activa gestort op naam van meerdere personen
35.1. De Bank opent desgevraagd zicht- en depositorekeningen op naam van meerdere titularissen (hierna “de medetitularissen” genoemd). De medetitularissen kunnen ofwel samen ofwel afzonderlijk over de rekening beschikken, afhankelijk van wat werd overeengekomen met de Bank. Voor het overige is de werking van deze rekeningen onderworpen aan de regels die van toepassing zijn op het type van rekeningen waartoe zij behoren.
35.2. Als de medetitularissen afzonderlijk kunnen beschikken over de tegoeden op een rekening, dan kan elk van hen tevens één of meer mandatarissen aanstellen die alle verrichtingen op de betrokken rekening mag/mogen uitvoeren (met inbegrip van de afsluiting van de rekening).
35.3. Alle medetitularissen van een rekening zijn hoofdelijk verplicht tegenover de Bank tot terugbetaling van elk debetsaldo dat de rekening zou vertonen.
35.4. Alle instructies inzake een rekening die wordt geopend of activa die worden gestort op naam van een naakte eigenaar en een vruchtgebruiker moeten, behoudens tegenstrijdige overeenkomst en onder voorbehoud van eventuele volmachten, worden ondertekend door de naakte eigenaar én de vruchtgebruiker.
35.5. Zodra zij op de hoogte wordt gesteld van het overlijden van een medetitularis, gaat de Bank over tot de boekhoudkundige afsluiting van de rekening en blokkeert zij deze. Afgezien van wat bepaald is in artikel 18.3 van dit Reglement inzake het voorschot voor de langstlevende, zijn latere beschikkingen slechts toegelaten mits het akkoord van de erfgenamen van de overledene. Als de rekening op de datum van het overlijden een debetsaldo vertoont, zijn de erfgenamen hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot de betaling
van het debetsaldo overeenkomstig de voorwaarden die gelden voor rekeningen op naam van één enkele titularis.
35.6. Via aangetekend schrijven kan elke medetitularis de Bank verzoeken om de mogelijkheid om afzonderlijk over de rekening te beschikken te blokkeren. Na een termijn van zeven (7) bankwerkdagen vanaf de ontvangst van dit verzoek door de Bank, zal enkel over de rekening kunnen worden beschikt mits een gezamenlijk akkoord van alle medetitularissen. De Bank zal hen verwittigen op kosten van de aanvrager.
Artikel 36. Boeking van de interesten
36.1. Tenzij anders wordt overeengekomen sluit de Bank jaarlijks de klantenrekeningen af om de interesten te kunnen boeken. De Bank behoudt zich echter het recht voor om de klantenrekeningen ook op andere ogenblikken af te sluiten.
36.2. Tenzij hiervan uitdrukkelijk wordt afgeweken, brengt elk debetsaldo van een rekening, in kapitaal of in waarde, van rechtswege en zonder ingebrekestelling interesten op die evenredig met de verstreken periode worden berekend, op basis van de maximale door de wet toegelaten rentevoet.
HOOFDSTUK III: VERRICHTINGEN OP DE REKENING
Artikel 37. Bijzondere bepalingen in verband met cheques
37.1. De Bank kan chequeboekjes leveren aan Klanten of hun mandatarissen die haar daarom verzoeken. De Bank behoudt zich het recht voor om deze aanvraag te weigeren, het aantal aan de Klant ter beschikking gestelde cheques te beperken of de teruggave te eisen van ieder aan de Klant afgeleverde chequeboekje of –formulier, en dat zonder opgave van redenen.
37.2. Het krijgen van een chequeboekje impliceert voor de Klant dat hij zich ertoe verbindt het zeer zorgvuldig te bewaren. De Klant is verantwoordelijk voor alle gevolgen die kunnen voortvloeien uit het verlies, de diefstal of het misbruik van cheque-formulieren.
De Klant is ertoe gehouden de Bank onmiddellijk te verwittigen bij verlies, diefstal of misbruik van zijn chequeformulieren en dit schriftelijk te bevestigen indien de melding zelf niet schriftelijk is gebeurd. De Klant aanvaardt bovendien om elke door de Bank voorgeschreven formaliteit binnen de door haar voorziene termijn te vervullen.
37.3. De Bank behoudt zich het recht voor om de betaling van ongedekte cheques te weigeren. In elk geval behoudt de Bank zich het recht voor om de betaling te weigeren van:
• cheques die niet uit een boekje komen dat door haar werd afgeleverd of die uit een boekje komen dat ze heeft afgeleverd maar waarvoor de Klant geen ontvangstbewijs heeft getekend,
• cheques die niet worden aangeboden in het agentschap waar de Klant zijn rekening heeft,
• cheques die onvolledig of onjuist zijn ingevuld; de Bank is geenszins aansprakelijk voor de vertragingen die voortvloeien uit de rechtzetting hiervan.
37.4. De Bank behoudt zich het recht voor om onmiddellijk een einde te stellen aan het recht van de Klant of zijn mandataris om cheques uit te schrijven die hij in zijn bezit heeft, wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen. De uitgifte zonder voorafgaande toereikende provisie geeft de Bank het recht om de rekening af te sluiten zonder opzegtermijn, en om de commerciële relatie met de Klant te beëindigen.
In dat geval moet de Klant ongebruikte chequeformulieren onmiddellijk teruggeven. Indien de Bank haar relaties met de Klant tegelijk verbreekt, wordt het eventuele creditsaldo van de rekening hem slechts ter beschikking gesteld na teruggave van de ongebruikte chequeformulieren.
De Klant die zijn relaties met de Bank verbreekt, is er eveneens toe gehouden de chequeformulieren die hij in zijn bezit heeft, terug te bezorgen.
37.5. In verband met bankcheques voor een bedrag hoger dan 5.000 EUR, behoudt de Bank zich het recht voor om de overhandiging of de verzending aan de Klant te onderwerpen aan een wachttermijn van drie bankwerkdagen. Voor een bankcheque in een andere munteenheid dan euro kan een langere wachttermijn van toepassing zijn.
37.6. De Klant die een cheque wenst te herroepen dient de begunstigde hier vooraf via een aangetekend schrijven van in te lichten, en de schriftelijke aanvraag tot herroeping samen met een kopie van het bericht aan de begunstigde, aan de Bank over te maken. Rekening houdend met het voorrecht van de begunstigde van de cheque op de provisie, heeft de Bank het recht om de betrokken rekening te debiteren voor een som gelijk aan het bedrag van de cheque tot er een akkoord is gesloten tussen de Klant en de begunstigde of tot er een definitief vonnis is uitgesproken. Deze maatregel geldt eveneens indien de Klant zich tegen de betaling van een cheque verzet.
De Bank kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld indien zij optreedt zoals bedoeld in dit artikel 37.6. Alle kosten die uit deze handelwijze voortvloeien, met inbegrip van eventuele procedurekosten, zijn ten laste van de Klant.
Deze bepaling doet geen afbreuk aan de bepalingen van artikel 29 en 32 van de Eenvormige wet op de cheque, volgens dewelke de herroeping van een cheque slechts effect ressorteert na het verstrijken van de aanbiedingstermijn.
De Bank houdt geen rekening met herroepingen van cheques waarvan het bedrag 250 EUR niet overschrijdt.
De Bank is er niet toe gehouden gevolg te geven aan aanvragen tot verzet tegen of herroeping van een cheque na of tijdens de dag waarop de cheque ter betaling werd voorgelegd.
37.7. Alle kosten ingevolge het gebruik van cheques en onder andere inzake verzet, herroeping, certificatie of niet-betaling zijn ten laste van de Klant.
Artikel 38. Bijzondere bepalingen in verband met betalingsopdrachten
38.1. Onder “betalingsopdracht” wordt verstaan: elke opdracht aan de Bank om een betalingstransactie uit te voeren in de zin van het Wetboek van economisch recht. Dit zijn bij voorbeeld betalingen van of op een zichtrekening, maar niet betalingen van of op een spaarrekening.
38.2. Betalingsopdrachten moeten worden opgesteld in de daartoe geëigende vorm of op de daartoe geëigende informaticadrager. De Bank behoudt zich niettemin het recht voor om anders opgestelde betalingsopdrachten uit te voeren. Verrichtingen via Beobank Service Center, Beobank Online, Beobank Mobile of via automatische loketten (Beobank SelfBanking) worden uitgevoerd volgens eigen modaliteiten.
38.3. Zodra een betalingsopdracht door de Bank is ontvangen, kan ze niet meer worden herroepen, tenzij de (eventueel door de Klant aangegeven) uitvoeringsdatum nog niet verstreken is; in dat geval kan de Klant de betalingsopdracht herroepen tot aan het einde van de bankwerkdag die aan de uitvoeringsdatum voorafgaat.
38.4. De Bank is niet verplicht te controleren of er overeenstemming bestaat tussen de identiteit van de opdrachtgever of de begunstigde enerzijds, en de aangeduide rekeningnummers die gedebiteerd of gecrediteerd moeten worden anderzijds. Wanneer de Bank een valse of vervalste opdracht zou hebben uitgevoerd, is de toepassing van de artikelen 1239, 1240,
1241 en 1937 van het Burgerlijk Wetboek uitdrukkelijk uitgesloten; de Bank is dus niet gehouden om de Klant (als bewaargever of schuldeiser) terug te betalen.
38.5. Betalingsopdrachten worden slechts uitgevoerd wanneer het saldo van de rekening voldoende is voor de betaling. Betalingsopdrachten worden niet gedeeltelijk uitgevoerd. Voor de uitvoering van betalingsopdrachten wordt niet noodzakelijk rekening gehouden met de volgorde waarin zij op de Bank toekomen.
38.6. De Bank zorgt ervoor dat de rekening van de bank van de begunstigde wordt gecrediteerd voor het bedrag van de betalingstransactie uiterlijk aan het einde van de eerstvolgende bankwerkdag na het tijdstip waarop de Bank de betalingsopdracht ontvangt. Indien het tijdstip van ontvangst niet op een bankwerkdag valt, wordt de betalingsopdracht geacht te zijn ontvangen op de eerstvolgende bankwerkdag. De Bank kan een uiterste tijdstip aan het einde van een bankwerkdag vaststellen, waarna een ontvangen betalingsopdracht wordt geacht op de eerstvolgende bankwerkdag te zijn ontvangen. Indien het gaat om een betalingsopdracht met toekomstige uitvoeringsdatum, wordt het tijdstip van ontvangst geacht de overeengekomen dag te zijn.
38.7. Voor betalingstransacties die op papier worden geïnitieerd, worden de termijnen bedoeld in artikel 38.6 van dit Reglement verlengd met een bijkomende bankwerkdag. Indien de Klant gebruik maakt van de mogelijkheid om cash geld te deponeren in een speciaal daartoe beveiligde brievenbus, dan wordt het tijdstip van ontvangst van de gelden geacht te vallen op de eerstvolgende dag waarop het desbetreffende verkooppunt open is.
38.8. De valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de Klant valt op de bankwerkdag waarop het bedrag van de betalingstransactie op de rekening van de Bank wordt gecrediteerd. De Bank zorgt ervoor dat het bedrag van de betalingstransactie ter beschikking komt van de Klant onmiddellijk nadat het bedrag op de rekening van de Bank is gecrediteerd. De Bank kan niet aansprakelijk worden gesteld indien de gelden niet onmiddellijk kunnen worden afgehaald via automatische geldverdelers, andere dan deze gelegen in een Beobank Banking Center.
38.9. De valutadatum van de debitering van de betaalrekening van de Klant valt niet vroeger dan het tijdstip waarop het bedrag van de betalingstransactie van die rekening werd gedebiteerd.
Artikel 39. Aankoop en verkoop van buitenlandse deviezen
39.1. De Klant aanvaardt zich te schikken naar de bepalingen die worden voorgeschreven door de bevoegde wisseldiensten.
39.2. Indien de Klant zijn verplichtingen op de vervaldag niet nakomt, kan de Bank de aankoop- of verkoopovereenkomst opzeggen met onmiddellijke ingang. Elk verlies dat het gevolg zou zijn van de annulering van een verrichting op termijn, ongeacht de reden hiervoor, wordt ten laste gelegd van de Klant, desgevallend door debitering van zijn rekening.
HOOFDSTUK IV : BESCHERMING VAN DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Artikel 40. Draagwijdte van de bescherming
40.1. De Bank neemt deel aan het Garantiefonds voor financiële diensten opgericht bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 november 2008 (“het Garantiefonds”) en aan het Belgische beschermingssysteem voor deposito’s en financiële instrumenten zoals geregeld in de Wet van 17 december 1998 en in het Koninklijk Besluit van 14 november 2008.
40.2. Het Garantiefonds dekt, als de Bank in gebreke blijft of failliet gaat, ten belope van maximaal
100.000 EUR, het verlies van geld dat de Klant aanhoudt bij de Bank onder de vorm van:
- de volgende deposito’s ongeacht de munteenheid:
- zichtrekeningen,
- nominatieve rekeningen,
- spaarrekeningen,
- termijnrekeningen,
- beleggingstegoeden (tegoeden van gelden bestemd voor of voortkomend van beleggingsverrichtingen in financiële instrumenten),
- op naam gestelde kasbonnen en de gedematerialiseerde en op nominatieve rekeningen geregistreerde kasbonnen,
- obligaties en andere bancaire schuldvorderingsbewijzen die werden uitgegeven of gestort voor 2 juli 2014.
Sommige deposito’s genieten een bijkomende bescherming door het Garantiefonds in de gevallen bepaald in het Koninklijk Besluit van 22 december 2016 tot uitvoering van artikel 382, tweede en derde lid, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, bv. deposito's die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van een onroerendgoedtransactie die betrekking heeft op een particuliere woning.
De Bank stelt een informatiefiche over de depositobescherming ter beschikking van de Klant, waarin wordt bepaald welke deposito’s gewaarborgd zijn. Bijkomende inlichtingen over het Garantiefonds zijn beschikbaar op de website: xxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx.
40.3. Het beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten voorziet in een tussenkomst ten voordele van beleggers ingeval de Bank in gebreke blijft. Deze bescherming dekt, ten belope van maximaal 20.000 EUR, de financiële instrumenten (d.w.z. effecten zoals aandelen, obligaties, gemeenschappelijke beleggingsfondsen, beveks,... ) die de Klant bij de Bank in bewaring heeft gegeven, in het geval de Klant deze effecten niet meer zou kunnen recupereren, mocht de Bank in gebreke blijven.
40.4. De beschermingen van het Garantiefonds en het beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten zijn cumuleerbaar. Deze dubbele bescherming dient te worden begrepen per (natuurlijke of rechts-)persoon en per financiële instelling die is toegetreden tot het fonds.
HOOFDSTUK V: INCASSERING VAN HANDELSPAPIER
Artikel 41. Algemene bepalingen
De Bank kan instaan voor de incassering van handelspapier van diverse aard (effecten, cheques, kwijtingen, enz.) in België en het buitenland, alsook voor de documentaire incassering. Deze verrichtingen worden geregeld door de "Uniforme Reglementering betreffende de Incasseringen" (publicatie nr. 322) opgesteld door de Internationale Kamer van Koophandel te Parijs, in zoverre de bepalingen hiervan niet strijdig zijn met dit Reglement en de bijzondere voorwaarden die van kracht zijn tussen de Klant en de Bank. De Klant erkent de toepasselijkheid van de Uniforme Reglementering betreffende de Incasseringen. De desbetreffende verrichtingen zijn onderworpen aan het invorderingstarief dat beschikbaar is in alle agentschappen van de Bank.
De Bank is niet verplicht om de berichten die door de wet zijn voorzien in geval van niet- aanvaarding of niet-betaling, aan de Klant of aan andere ondertekenaars van de documenten op te sturen. De Bank zal deze berichten enkel versturen op uitdrukkelijk verzoek van de Klant en mits betaling van de kosten die deze met zich meebrengen.
Artikel 42. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de tegeldemaking van handelspapier
Wanneer de Bank effecten en documenten verzendt binnen België of naar haar buitenlandse correspondenten om deze te gelde te maken, dan doet zij dit voor rekening en op risico van de Klant.
De Bank is niet aansprakelijk voor de gevolgen van de foutieve uitvoering van de opdracht indien de instructies van de Klant onnauwkeurig, onvolledig of onjuist zijn. Zij is evenmin verantwoordelijk voor de gevolgen van de foutieve interpretatie die de correspondent zou geven aan de ontvangen instructies, of voor het feit dat deze zijn betalingen zou staken.
HOOFDSTUK VI : VERHURING VAN XXXXXXXXXXXX
De Bank kan brandkoffers ter beschikking stellen aan Klanten die over een zicht- of spaarrekening bij de Bank beschikken. De Bank aanvaardt in dit kader slechts een middelenverbintenis overeenkomstig de bepalingen van het huurcontract voor de brandkoffer. De huurtarieven voor de koffers worden gepubliceerd in de tarievenlijst van de Bank, die beschikbaar is in haar verkooppunten en op xxx.xxxxxxx.xx. Indien men de toegangscode kwijt is of heeft vergeten, zijn de boorkosten ten laste van de huurder.
HOOFDSTUK VII : TOEPASSELIJKE REGELS INZAKE BETAAL- INSTRUMENTEN
Artikel 44. Definitie en bijzondere voorwaarden
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op alle betaalinstrumenten in de zin van het Wetboek van economisch recht, met inbegrip van:
- debetkaarten (met of zonder kredietlijn),
- kredietkaarten, en
- alle toepassingen en instrumenten die de Klant toelaten om online informatie te bekomen over of bankverrichtingen uit te voeren op zijn Beobank rekeningen en andere producten, bv. de Digipass en de Beobank mobile app
(hierna genoemd de “Betaalinstrument(en)”).
Artikel 45. Verantwoordelijkheden van de Klant inzake Betaalinstrumenten
45.1. De Klant dient het Betaalinstrument te gebruiken in overeenstemming met dit Reglement en de bijzondere voorwaarden die desgevallend van toepassing zijn op de uitgifte en het gebruik van het Betaalinstrument. Zodra hij het Betaalinstrument ontvangt, dient de Klant alle redelijke maatregelen te nemen om de veiligheid van het Betaalinstrument en zijn gepersonaliseerde veiligheidskenmerken (bv. de geheime code) te waarborgen. Met name deelt de Klant nooit zijn geheime code mee, zelfs niet aan een (vermeende) vertegenwoordiger van de Bank. Bovendien vermijdt de Klant voor de hand liggende cijfercombinaties zoals zijn geboortedatum of de geboortedatum van een familielid, de postcode van zijn gemeente, een deel van zijn telefoonnummer, een reeks cijfers van het type 1111, 1234, enz.. De Klant vermijdt het gebruik van dezelfde geheime code voor verschillende betaalinstrumenten, al of niet uitgegeven door de Bank. De Klant mag het Betaalinstrument nooit onbewaakt laten op het werk, op een openbare plaats of op een voor het publiek toegankelijke plaats.
45.2. Van zodra de Klant kennis heeft van het verlies, de diefstal of het onrechtmatige of niet- toegestane gebruik van het Betaalinstrument, moet hij dit onmiddellijk melden aan de Bank door het Beobank Service Center te bellen op het nummer 02/626.50.50. Professionele Klanten kunnen terecht op het nummer 02/626.57.00.
45.3. Vóór de kennisgeving van de feiten is de Klant ten belope van maximaal 50 EUR aansprakelijk voor de gevolgen van het gebruik ingevolge het verlies of de diefstal van het Betaalinstrument, evenals voor het onrechtmatige gebruik van het Betaalinstrument. Deze beperking geldt niet indien de Klant bedrieglijk heeft gehandeld, dan wel opzettelijk of met grove nalatigheid één of meer van zijn verplichtingen niet is nagekomen. Tenzij hij bedrieglijk of opzettelijk heeft gehandeld, wordt de Klant niet aansprakelijk gesteld indien het Betaalinstrument werd gebruikt zonder fysieke voorlegging en zonder elektronische identificatie, of indien het werd nagemaakt door een derde of onrechtmatig werd gebruikt terwijl de Klant op het moment van de betwiste transactie in het bezit was van het Betaalinstrument.
Als grove nalatigheid worden onder meer beschouwd:
- de geheime code in een gemakkelijk herkenbare vorm noteren op het Betaalinstrument of op een voorwerp of document dat in de nabijheid van het Betaalinstrument wordt bewaard;
- de geheime code laten bestaan uit al te voor de hand liggende cijfercombinaties, zoals de eigen geboortedatum of opeenvolgende cijfers;
- diefstal of verlies niet onmiddellijk melden na vaststelling hiervan.
45.4. De gevolgen van elk gebruik na de melding zijn voor rekening van de Bank, tenzij de Klant bedrieglijk heeft gehandeld of opzettelijk of met grove nalatigheid één of meer van zijn verplichtingen niet is nagekomen.
45.5. De Klant blijft er niettemin altijd toe gehouden oprecht samen te werken met de Bank en/of de autoriteiten, in geval van bedrieglijk gebruik van het Betaalinstrument.
Artikel 46. Verantwoordelijkheden van de Bank inzake Betaalinstrumenten
46.1. De Bank is verantwoordelijk voor de directe schade die voortvloeit uit haar niet-uitvoering of onjuiste uitvoering van transacties met behulp van een Betaalinstrument. In dat geval zal de Bank de Klant onmiddellijk schadeloos stellen. De genoemde schadeloosstelling bevat, in zoverre toepasselijk, het bedrag van de niet-uitgevoerde of onjuist uitgevoerde transactie, het bedrag dat vereist is om de aanvankelijke situatie te herstellen, eventuele andere financiële compensaties en in voorkomend geval de rente op de voornoemde bedragen.
46.2. Aangezien de informatie-uitwisseling tussen de informaticasystemen van equensWorldline en de Bank niet geïntegreerd is, kan er een verschil bestaan tot maximum één bankwerkdag in de update van informatie tussen de beide systemen. De saldi die in elk van de twee systemen aangegeven worden, houden dus niet noodzakelijk rekening met verrichtingen die op dezelfde dag worden uitgevoerd op het andere systeem.
De uitvoering van verrichtingen is beperkt tot het beschikbare bedrag op de rekening en tot één of meer maximumbedragen per type verrichting en/of per periode vastgesteld door de Bank en meegedeeld aan de Klant op de wijze die de Bank gepast acht. Deze limieten kunnen variëren naargelang het gekozen Betaalinstrument en zijn veiligheidskenmerken. Binnen de limieten meegedeeld door de Bank, kan de Klant de gebruikslimieten van het Betaalinstrument wijzigen via een schriftelijk verzoek aan de Klantendienst.
Artikel 48. Blokkering van het Betaalinstrument
De Bank heeft het recht om het Betaalinstrument te blokkeren om objectief gerechtvaardigde redenen die verband houden met de veiligheid van het Betaalinstrument, het vermoeden van niet-toegestaan of bedrieglijk gebruik of, in het geval van een Betaalinstrument verbonden met een kredietovereenkomst, het aanzienlijk toegenomen risico dat de Klant niet in staat is zijn betalingsplicht na te komen. De Bank stelt de Klant van de blokkering op de hoogte, tenzij dit objectief gerechtvaardigde veiligheidsoverwegingen zou doorkruisen of verboden is krachtens andere toepasselijke wetgeving.
Artikel 49. Kosten van Betaalinstrumenten en de daaraan verbonden diensten
Artikel 50. Transacties in andere deviezen
Transacties in andere valuta dan de euro worden op het rekeninguittreksel zowel in euro als in de desbetreffende munteenheid weergegeven. De omrekening naar euro gebeurt op basis van de wisselkoers die geldt op de dag waarop de transacties door de Bank boekhoudkundig worden verwerkt.
51.1. De Beobank-kaart is persoonlijk en moet onmiddellijk na ontvangst worden gehandtekend op de rugzijde. De Klant mag de kaart aan niemand anders toevertrouwen. De kaart is bestemd voor de aanschaf van goederen en diensten zonder contante betaling in handelszaken die het logo van de kaart voeren, voor overdrachten naar een andere rekening (cash transfers) en voor cashafhaling aan geldautomaten of bij betalingsdienstaanbieders die het logo van de kaart afficheren.
51.2. Ten laatste tijdens de maand die volgt op de verzending van de kaart, ontvangt de Klant een geheime code in een gesloten omslag. Hij mag als enige deze code kennen. Ook de Bank is niet op de hoogte van deze code. De code vervangt de geschreven handtekening bij elektronisch betalingsverkeer en vormt behoudens betwisting het bewijs van het akkoord van de Klant. De Klant neemt alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen zodat derden de kaart niet kunnen gebruiken. De Klant deelt zijn code aan niemand mee, noteert ze nergens en vernietigt het document waarop de code wordt vermeld. Indien de Klant zijn geheime code is vergeten, dient hij de Klantendienst (02/626.50.50) te verwittigen. Er wordt dan een nieuwe code aangemaakt, die zal worden toegestuurd naar zijn thuisadres.
51.3. De Klant die beschikt over een debetkaart met het logo voor contactloos betalen, kan ook zonder het gebruik van zijn geheime code verrichtingen uitvoeren tot het maximumbedrag dat de Bank bepaalt in haar tarieven. Om veiligheidsoverwegingen zal de Klant na het overschrijden van dit maximumbedrag opnieuw zijn geheime code moeten invoeren, ook voor een lager bedrag.
51.4. Bij een kaartbetaling in een tankstation is het exacte bedrag van de betaling niet vooraf gekend en dus wordt er een vast bedrag gereserveerd tijdens de tankbeurt. Het exacte bedrag van de tankbeurt zal onmiddellijk na de tankbeurt worden afgetrokken van het bedrag dat beschikbaar is voor de betalingen met de kaart. Het saldo van het gereserveerde bedrag wordt uiteraard onmiddellijk vrijgegeven.
51.5. De kaart is geldig tot de laatste dag van de maand en het jaar die op de kaart worden vermeld. Wanneer de kaart vervalt, wordt automatisch een nieuwe kaart gestuurd naar de Klant, voor zover hij steeds aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan. De Bank is
verantwoordelijk voor de verzending van de kaart tot de ontvangst ervan door de Klant. Van zodra de Klant zijn nieuwe kaart ontvangt, dient hij de oude te vernietigen.
Artikel 52. Klachten- en buitengerechtelijke beroepsprocedure
Afgezien van de klachtenprocedure die voorzien is in artikel 17 van dit Reglement, kan de Klant zich voor klachten inzake betaalinstrumenten wenden tot de Algemene Directie Economische Inspectie bij de FOD Economie, K.M.O. en Middenstand, Centrale Diensten – Front Office, NG III, 3e verdieping, Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00, 0000 Xxxxxxx (tel.: 02/000.00.00).