Personenautoverzekering (DWPA1402)
Personenautoverzekering (DWPA1402)
De Algemene voorwaarden zijn van toepassing voorzover in de Bijzondere voorwaarden en eventuele clausules als vermeld op het polisblad voor de betreffende dekking niet anders is bepaald. Zij vormen met het polisblad de inhoud van de overeenkomst.
Inhoud
Algemeen
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
Artikel 2 Tijdelijk gebruik van een ander motorrijtuig Artikel 3 Beëindiging
Artikel 4 Bonus-/Malusregeling
Artikel 5 Verjaring
Artikel 6 Aanvullende uitsluitingen
Dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen
Artikel 7 Omvang van de dekking
Artikel 8 Kosten van rechtskundige bijstand Artikel 9 Zekerheidstelling
Artikel 10 Vervoer gewonden Artikel 11 Hulp door derden
Artikel 12 Schade aan andere gezinsauto/motorrijwiel Artikel 13 Vorderingen op verzekerde
Artikel 14 Aanvullende uitsluitingen
Dekking Automobilistenhulp
Artikel 15 Omvang van de dekking binnen Nederland Artikel 16 Omvang van de dekking buiten Nederland Artikel 17 Aanvullende uitsluitingen
Artikel 18 Aanvullende verplichtingen Artikel 19 Samenloop
Beperkte casco dekking voor motorrijtuigen Artikel 20 Omvang van de beperkte cascodekking Artikel 21 Eigen risico
Artikel 22 Vaststelling van de schadevergoeding Artikel 23 Aanmelden vermissing
Artikel 24 Uitsluitingen
Volledige casco dekking voor motorrijtuigen Artikel 25 Omvang van de volledige cascodekking Artikel 26 Eigen risico
Ongevallen inzittenden dekking
Artikel 27 Omvang van de dekking bij overlijden
Artikel 28 Omvang van de dekking bij blijvende invaliditeit Artikel 29 Cumulatieve schadevergoeding bij blijvende invaliditeit
Artikel 30 Verplichtingen bij het maken van een aanspraak op schadevergoeding
Artikel 31 Aanvullende uitsluitingen
Schade inzittenden dekking
Artikel 32 Omvang van de dekking
Artikel 33 Omvang van de schadevergoeding Artikel 34 Aanvullende uitsluitingen Rechtsbijstanddekking
Artikel 35 Aanvullende begripsomschrijvingen Artikel 36 Verzekerden
Artikel 37 Omvang van de dekking Artikel 38 Kosten van de rechtsbijstand Artikel 39 Wachttijd
Artikel 40 Franchise
Artikel 41 Verlening van de rechtsbijstand Artikel 42 Verplichtingen van de verzekerde Artikel 43 Onvermogen
Artikel 44 Waarborgsom
Artikel 45 Het rechtsbijstandgebied, de bevoegde rechter en het toepasselijke recht
Artikel 46 Belangenconflicten
Artikel 47 Geschillenregeling
Artikel 48 Uitsluitingen
Algemeen
Artikel 1 Aanvullende begrips- omschrijvingen
1. Aanhanger
Materieel dat door het motorrijtuig kan worden getrokken en nog niet buiten het verkeert tot stilstand is gekomen, bijvoorbeeld een aanhang-, bagage-, vouwwagen of caravan.
2. Aanschafwaarde
De op het tijdstip van de aanschaf geldende aanschafprijs is vastgelegd in de aankoopnota van de officiële merk(sub)dealer, een BOVAG-garage, een ANWB- keuringsrapport of expertiserapport. Extra kosten zoals kosten rijklaar maken of kenteken op naam zetten vallen hier niet onder.
3. Accessoires/meeruitvoering (niet standaard) Onder accessoires worden onderdelen begrepen die op eenvoudige wijze in of aan het motorrijtuig zijn gemonteerd, waarvoor bij montage geen onderdelen zijn
verwijderd en waarvoor geen bewerking of verandering van het motorrijtuig nodig is geweest. Onder meeruitvoering worden alle wijzigingen en aanvullingen begrepen, die zijn aangebracht aan de basisuitvoering van het motorrijtuig zoals een LPG-installatie. Onder extra voorzieningen en accessoires worden niet verstaan: - detectie- en mobiele
(tele-) communicatieapparatuur die in het motorrijtuig is bevestigd of wordt meegenomen en – zaken die los in of op het motorrijtuig worden meegenomen, zoals ondermeer losse beeld- geluids-, zend-, navigatie- en (hand) computer apparatuur, stratenboeken, foto- en filmapparatuur.
4. Begunstigden bij ongevallen inzittenden De schadevergoeding krachtens deze dekking zal geschieden aan de verzekerde die het ongeval is
overkomen of in het geval van overlijden aan zijn wettige erfgenamen.
5. Cataloguswaarde
De prijs die conform de prijslijst van fabrikant of importeur voor het motorrijtuig gold op de datum van afgifte van deel I van het kentekenbewijs in Nederland. Indien de eerste toelating op een eerdere datum in het buitenland plaatsvond kan een andere prijs gelden.
6. Gebied
De verzekeringsovereenkomst is van kracht voor gebeurtenissen uitsluitend in die landen waarvoor het afgegeven Internationaal motorrijtuig Verzekeringsbewijs (de groene kaart) geldig is.
7. Herstelbedrijf
De/het door ons geselecteerde dealer/herstelbedrijven, zoals genoemd op uw Internationaal Verzekeringsbewijs.
8. Hulpverlening
Organisatie van hulp wordt uitgevoerd door de op de polis of op het Internationaal Verzekeringsbewijs genoemde organisatie.
9. Internationaal Verzekeringsbewijs
Het door ons uitgereikte Internationaal Verzekeringsbewijs (de zogenaamde ‘groene kaart’). Dit bewijs moet op eerste verzoek aan ons worden teruggegeven. Bij verkoop of eigendomsoverdracht is het verzekerden niet toegestaan het Internationaal Verzekerings-bewijs aan de koper of nieuwe eigenaar ter hand te stellen.
10. Inzittenden
Alle inzittenden van het motorrijtuig met in begrip van de bestuurder die zich bevinden op een voor personenvervoer bestemde zitplaats dan wel in of uit het motorrijtuig stappen. Als inzittenden worden ook beschouwd zij die zich in de directe omgeving van het motorrijtuig op de openbare weg bevinden in verband met een gebeurtenis aan het motorrijtuig overkomen of tijdens het verrichten van een noodreparatie dan wel tijdens een oponthoud bij een tankstation brandstof bijvullen of ruiten schoonmaken, voorzover zij voordien in het motorrijtuig waren gezeten.
11. Invaliditeit bij ongevallen inzittenden
Onder invaliditeit wordt verstaan het geheel of gedeeltelijk verlies van enig deel of orgaan van het lichaam van verzekerde, dan wel het geheel of gedeeltelijk functieverlies van enig deel of orgaan van het lichaam van verzekerde.
12. Motorrijtuig
Het op de polis vermelde motorrijtuig. Inbegrepen zijn de volgende uitrustingstukken: gevarendriehoek, verbanddoos, pechlamp, sleepkabel, brandblusapparaat en kinderstoeltje(s). Ook is inbegrepen de anti- roestbehandeling. Een mobilofoon, semafoon, 27 mc- installatie en dergelijke apparatuur kunnen niet worden meeverzekerd. De door de fabrikant af-fabriek aangebrachte opties vallen onder de cataloguswaarde van het motorrijtuig. Eventueel direct bij aankoop of later aangebrachte accessoires (die niet af-fabriek zijn geleverd), zoals het hef- en/of schuifdak, airconditioning, LPG-installatie, spoiler, carkit, antiblokkeringssysteem (ABS) zijn alleen meeverzekerd als bij het vaststellen van de premie daarmee rekening is gehouden.
13. Nieuwwaarde
De op de schadedatum laatst bekende cataloguswaarde van een motorrijtuig van hetzelfde merk, type, model en uitvoering.
14. Ongeval bij schade- en ongevallen inzittenden Een plotseling, onverwacht, van buitenaf op het lichaam inwerkend geweld waaruit rechtstreeks medisch vast te stellen lichamelijk letsel of dood voortvloeit. Als ongeval wordt ook beschouwd:
a. verdrinking, verstikking, bliksemslag, acute vergiftiging door het binnen krijgen van gassen en dampen;
b. tyfus, paratyfus en ziekte van Weil als gevolg van in het water geraken;
c. verhongering, verdorsting en lichamelijke uitputting als gevolg van geïsoleerd raken;
d. wondinfectie, bloedvergiftiging en andere ziekten, ontstaan door binnendringen van ziekteverwekkers in een door een ongeval ontstaan letsel, mits aard en plaats van het letsel door een geneeskundige zijn vast te stellen;
e. lichamelijk functionele beperkingen als gevolg van een cervicaal acceleratie trauma (Whiplash).
15. (Meest) Regelmatige bestuurder
Degene die doorgaans het motorrijtuig bestuurt.
16. Schade bij schade inzittenden
Onder schade wordt verstaan:
a. schade ten gevolge van letsel of benadeling van de gezondheid van inzittenden, al dan niet de dood ten gevolge hebbend;
b. schade ten gevolge van beschadiging of vernietiging van zaken die behoren tot de particuliere huishouding van inzittenden, met uitzondering van schade aan motorrijtuigen.
17. Verkeersongeval
Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.
18. Verzekerd bedrag ongevallen inzittenden
De op de polis vermelde bedragen gelden per inzittende. Bevinden zich op het moment van het ongeval meer inzittenden inclusief de bestuurder in het motorrijtuig dan er verzekerde zitplaatsen zijn, dan worden de verzekerde bedragen per inzittende naar verhouding verlaagd.
19. Verzekerd bedrag motorrijtuig
Het motorrijtuig is verzekerd tot maximaal de cataloguswaarde, vermeerderd met € 1.500,- aan niet tot de standaarduitrusting behorende accessoires/meeruitvoering, met een maximum van
€ 500,- voor audiovisuele apparatuur. (radio, CD-, DVD-, MP3-speler, stereo installatie.) Motorprestatie verhogende onderdelen zijn nimmer begrepen onder enige dekking van deze verzekering.
20. Verzekerden
Als verzekerden worden aangemerkt:
a. U, als verzekeringnemer, eigenaar/bezitter, houder van het motorrijtuig;
b. de bestuurders en de passagiers van het motorrijtuig;
c. de werkgever van de hiervoor genoemde personen indien hij in genoemde hoedanigheid krachtens burgerlijk recht aansprakelijk is.
Artikel 2 Tijdelijk gebruik van een ander motorrijtuig
Wanneer het verzekerde motorrijtuig voor reparatie, revisie of een dergelijke behandeling voor u tijdelijk niet beschikbaar is, zijn voor de duur van deze behandeling de dekkingen ook van toepassing op een naar prijsklasse en ouderdom gelijkwaardig vervangend motorrijtuig. Aan deze bepaling kunnen geen rechten worden ontleend, indien de schade is gedekt door een andere verzekering, al dan niet van een oudere datum, of onder een andere verzekering zou zijn gedekt als deze verzekering niet bestond.
Artikel 3 Beëindiging
In aanvulling op het bepaalde in artikel 4 van de Algemene voorwaarden eindigt de overeenkomst van rechtswege zodra het motorrijtuig in de regel in het buitenland wordt gestald of een niet-Nederlands kenteken gaat voeren.
Artikel 4 Bonus-/Malusregeling
De bonus-/malusregeling is van toepassing op de dekkingen WA, Beperkt Casco en Volledig Casco.
1. Inschaling
Bij de ingang of wijziging van de verzekering worden de verschuldigde premies mede bepaald aan de hand van het premiepercentage uit onderstaande schaal, behorende bij de bonus-/malustrede, vermeld op de polis. Voor elk volgend verzekeringsjaar worden de verschuldigde premies berekend aan de hand van de schaal, afhankelijk van het aantal schadegevallen dat in het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden.
schade vrije jaren | B/M- trede | Kortings % | B/M-trede na één verzekeringsjaar | ||||
Aantal schaden | |||||||
Geen | 1 | 2 | 3 | 4 of meer | |||
21 | 26 | 85% | 27 | 15 | 10 | 5 | 1 |
20 | 25 | 85% | 26 | 15 | 10 | 5 | 1 |
19 | 24 | 85% | 25 | 15 | 10 | 5 | 1 |
18 | 23 | 85% | 24 | 15 | 10 | 5 | 1 |
17 | 22 | 85% | 23 | 15 | 10 | 5 | 1 |
16 | 21 | 85% | 22 | 15 | 10 | 5 | 1 |
15 | 20 | 85% | 21 | 15 | 10 | 5 | 1 |
14 | 19 | 85% | 20 | 14 | 9 | 4 | 1 |
13 | 18 | 85% | 19 | 13 | 8 | 3 | 1 |
12 | 17 | 85% | 18 | 12 | 7 | 2 | 1 |
11 | 16 | 85% | 17 | 11 | 6 | 1 | 1 |
10 | 15 | 85% | 16 | 10 | 5 | 1 | 1 |
9 | 14 | 82,5% | 15 | 9 | 4 | 1 | 1 |
8 | 13 | 80% | 14 | 8 | 3 | 1 | 1 |
7 | 12 | 77,5% | 13 | 7 | 2 | 1 | 1 |
6 | 11 | 75% | 12 | 6 | 1 | 1 | 1 |
5 | 10 | 72,5% | 11 | 5 | 1 | 1 | 1 |
4 | 9 | 70% | 10 | 4 | 1 | 1 | 1 |
3 | 8 | 65% | 9 | 3 | 1 | 1 | 1 |
2 | 7 | 60% | 8 | 2 | 1 | 1 | 1 |
1 | 6 | 55% | 7 | 1 | 1 | 1 | 1 |
0 | 5 | 50% | 6 | 1 | 1 | 1 | 1 |
-1 | 4 | 40% | 5 | 1 | 1 | 1 | 1 |
-2 | 3 | 30% | 4 | 1 | 1 | 1 | 1 |
-3 | 2 | 20% | 3 | 1 | 1 | 1 | 1 |
-4 | 1 | 0% | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 |
2. Bonus-/Malusregeling
* Basisinschaling is trede 5
3. Geen beïnvloeding no-claimkorting
Een schadegeval heeft geen invloed op no-claimkorting wanneer:
a. xxx geen schadevergoeding verschuldigd zijn;
b. uitsluitend kosten, gemaakt door de hulporganisatie, zijn vergoed;
c. wij de door ons betaalde schade volledig hebben verhaald;
d. u binnen drie maanden nadat u de omvang van de schade is meegedeeld, de uitgekeerde bedragen heeft terugbetaald;
e. wij, uitsluitend op grond van een schaderegelingakkoord tussen verzekeraars, een schade niet hebben kunnen verhalen of uitsluitend op grond van een dergelijk akkoord hebben moeten vergoeden;
f. de betaalde schade niet volledig kan worden verhaald uitsluitend als gevolg van de in de Bijzondere voorwaarden vermelde vaste afschrijvingsregeling;
g. de schade uitsluitend het gevolg is van oorzaken als omschreven in artikel 20 van de Bijzondere voorwaarden Beperkte cascodekking voor motorrijtuigen, en er geen uitkering wegens andere oorzaken, gekoppeld aan dezelfde gebeurtenis, plaatsgevonden heeft;
h. er sprake is van een aanrijding met een fietser of voetganger, waarbij ten aanzien van het ontstaan van die aanrijding de verzekerde geen enkel verwijt kan worden gemaakt;
i. wij de schade uitsluitend op grond van het bepaalde in artikel 7:962 lid 3 BW niet of niet volledig hebben kunnen verhalen.
4. No Claim garantie
Indien uit het polisblad blijkt dat de No Claim Garantie van toepassing is geldt het volgende. De No Claim Garantie biedt de verzekeringnemer de mogelijkheid eenmaal per verzekeringjaar een schade, die gevolgen heeft voor de premiekorting, te claimen met behoud van de B/M-trede. In dit geval blijft het opgebouwde kortingspercentage gedurende het eerstvolgende verzekeringsjaar ongewijzigd. Overigens zal de schade wel van invloed zijn op het reeds opgebouwde aantal schadevrije jaren. Dit aantal schadevrije jaren wordt, bij beëindiging van de verzekeringsovereenkomst, vermeld op de B/M-verklaring.
Artikel 5 Verjaring
Een rechtsvordering tegen ons tot het doen van een uitkering verjaart door het verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekerde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden.
De verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen op de dag, volgende op die waarop wij hetzij de aanspraak erkennen, hetzij bij aangetekende brief ondubbelzinnig heeft meegedeeld de aanspraak af te wijzen. In geval van afwijzing verjaart de rechtsvordering door verloop van zes maanden.
Artikel 6 Aanvullende uitsluitingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de Algemene voorwaarden is van deze verzekering uitgesloten:
1. Inbeslagneming
de verzekerde zaken in beslag zijn genomen of aangehouden krachtens besluit van de Nederlandse of vreemde overheid;
2. Deelneming wedstrijden, behendigheidsritten, e.d. de schade is ontstaan tijdens het oefenen voor of deelnemen aan wedstrijden, behendigheidsritten of snelheidsproeven. De schade ontstaan tijdens oriëntatie- of puzzelritten in Nederland is niet uitgesloten;
3. Rijden op een circuit
veroorzaakt tijdens het rijden op een circuit, op een hiervoor geschikt gemaakt tracé of op een slipbaan;
4. Verhuur
de schade is ontstaan terwijl het motorrijtuig is verhuurd, wordt gebruikt voor vervoer van personen tegen betaling dan wel voor andere doeleinden dan bij het aangaan van deze verzekerings-overeenkomst is opgegeven of door de wet is toegestaan;
5. Geen rijbevoegdheid
de schade is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder niet in het bezit is van een geldig, voor het motorrijtuig of de betreffende combinatie van het motorrijtuig met aanhanger wettelijk voorgeschreven rijbewijs, of terwijl hem de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk is ontzegd, of terwijl hij anderszins krachtens een wettelijke bepaling niet tot het besturen van een motorrijtuig bevoegd is.
Deze uitsluiting geldt echter niet:
a. als de geldigheid van het rijbewijs van de bestuurder niet langer dan twaalf maanden voor het ontstaan van de schade was geëindigd ten gevolge van het feit dat hij verzuimd heeft het rijbewijs tijdig te doen verlengen;
b. als de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voorgeschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen;
6. Geen kentekenhouder
uit het kentekenregister bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer blijkt dat u niet bent ingeschreven als eigenaar
x.x. xxxxxx, tenzij uit de polis blijkt dat xxx bekend waren met het afwijkende eigendom en dit hebben geaccepteerd. De uitsluitingen onder artikel 6.4 en 6.5 gelden niet wanneer u aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden of feiten zich buiten uw weten en tegen uw wil hebben voorgedaan en dat u in redelijkheid geen verwijt treft.
7. Opzet of goedvinden
Deze verzekering geeft geen dekking voor schade veroorzaakt met opzet of met goedvinden van verzekerden.
Dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Dekking aansprakelijkheid’ motorrijtuigen van kracht is, zijn de artikelen 7 tot en met 14 van toepassing.
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in de verzekerings- voorwaarden van deze polis mocht zijn bepaald, wordt deze verzekeringsovereenkomst geacht aan de door of krachtens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, hierna genoemd WAM, gestelde eisen te voldoen.
Artikel 7 Omvang van de dekking
1. Deze verzekeringsovereenkomst dekt de wettelijke aansprakelijkheid van verzekerden, tot ten hoogste het op de polis vermelde verzekerde bedrag per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen, voor schade aan personen en/of zaken die is veroorzaakt met of door:
a. het motorrijtuig;
b. een aanhanger, zolang deze is gekoppeld aan het motorrijtuig, alsmede wanneer de schade is ontstaan nadat deze is losgemaakt of losgeraakt en niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
c. de van het motorrijtuig of aanhanger gevallen of vallende lading, anders dan tijdens laden of lossen.
2. Schade aan personen
Onder schade aan personen wordt verstaan schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
3. Schade aan zaken
Onder schade aan zaken wordt verstaan schade door beschadiging, vernietiging of het verloren gaan van zaken van anderen dan de verzekerden, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
4. Indien de gebeurtenis plaatsvindt in een tot het verzekeringsgebied behorend land, waar krachtens een met de WAM overeenkomende wet een hoger maximum bedrag is voorgeschreven, verleent deze verzekeringsovereenkomst dekking tot dat hogere bedrag.
Artikel 8 Kosten van rechtskundige bijstand
Ook indien daardoor het maximaal verzekerde bedrag voor wettelijke aansprakelijkheid wordt overschreden, worden vergoedt:
1. de kosten van verweer in een door een benadeelde tegen ons aanhangig gemaakte civiele procedure;
2. kosten van verweer die onder leiding van ons wordt gevoerd in een door een benadeelde tegen een verzekerde aanhangig gemaakte civiele procedure, alsmede in de hierboven genoemde gevallen de hieruit voortvloeiende proceskosten tot betaling waarvan wij of de verzekerde worden veroordeeld;
3. de wettelijke rente over het door de verzekeringsovereenkomst gedekte gedeelte van de hoofdsom;
4. de kosten van rechtskundige bijstand in een tegen een verzekerde aanhangig gemaakt strafgeding indien wij dit ter behartiging van onze belangen noodzakelijk achten. Wij kunnen een verzekerde nimmer verplichten tegen een gewezen strafvonnis in hoger beroep te gaan. Boeten, transactiebedragen, afkoopsommen en met een strafprocedure samenhangende gerechtskosten worden niet vergoed.
Artikel 9 Zekerheidstelling
Indien een overheid, wegens een onder de verzekeringsovereenkomst gedekte schade, het stellen van een geldelijke zekerheid verlangt ter waarborging van de rechten van benadeelden, zullen wij deze zekerheid verstrekken tot ten hoogste € 45.000,- voor alle verzekerden tezamen. Verzekerden zijn verplicht ons te machtigen over de zekerheid te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en bovendien alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen. Uitlsuitend verzekeraar is gerechtigd over de verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven.
Artikel 10 Vervoer gewonden
Indien verzekerde betrokken is bij of getuige is van een ongeval waarbij personen zijn verwond en de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden en de
verwondingen van dien aard zijn dat vervoer van deze gewonden met het motorrijtuig noodzakelijk is, worden de door dit vervoer veroorzaakte kosten van reiniging, herstel of vernieuwing van het interieur van het motorrijtuig vergoed.
Artikel 11 Hulp door derden
Indien een verzekerde ten gevolge van een ongeval door een derde - al dan niet bij het ongeval betrokken - wordt geholpen om dood of letsel te voorkomen respectievelijk te beperken en degene die de hulp verleent lijdt door of tijdens de hulpverlening schade aan zaken, dan wordt deze schade vergoed tot ten hoogste € 500,- ook al zou het maximaal verzekerde bedrag door deze vergoeding worden overschreden.
Artikel 12 Schade aan andere gezinsauto/motorrijwiel
Indien met het verzekerde motorrijtuig schade wordt toegebracht aan een andere motorrijtuig, dan wel motorrijwiel, die eveneens toebehoort aan u of degene die met toestemming van u het verzekerde motorrijtuig permanent in gebruik heeft, wordt ten aanzien van de schade aan dat motorrijtuig gehandeld als zou de schade door een ander dan u, respectievelijk de houder/bezitter zijn geleden.
Artikel 13 Vorderingen op verzekerde
Indien een verzekerde geen rechten aan deze overeenkomst kan ontlenen en ons krachtens de WAM of een daarmee overeenkomende buitenlandse wet verplicht is schade te vergoeden, hebben wij het recht de schadevergoeding en de gemaakte kosten te verhalen op u en de verzekerde. Tegenover u wordt van dit recht geen gebruik gemaakt indien de schade is veroorzaakt na eigendomsoverdracht van het motorrijtuig, de verzekering is beëindigd en u heeft voldaan aan de plicht tot kennisgeving.
Artikel 14 Aanvullende uitsluitingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 6 is uitgesloten de aansprakelijkheid:
1. voor hen die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft alsmede voor hen die het motorrijtuig zonder toestemming van u en/of verzekerde gebruiken;
2. voor schade aan zaken die met het motorrijtuig worden vervoerd of aan roerende/onroerende zaken die de verzekerde onder zich heeft;
3. voor schade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt;
4. voor schade die uitsluitend voortvloeit uit contractuele verplichtingen.
Dekking automobilistenhulp
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Dekking automobilistenhulp’ van kracht is, zijn de artikelen 15 tot en met 19 van toepassing.
Artikel 15 Omvang van de dekking binnen Nederland
Het recht op hulp ontstaat wanneer het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhangwagen, door een
ongeval, brand of enig ander van buiten komend onheil (waaronder niet wordt verstaan een mechanisch of elektronisch defect) niet meer kan rijden en/of de bestuurder daardoor niet meer in staat is het
motorrijtuig te besturen, terwijl geen van de inzittenden bevoegd en in staat is het besturen over te
nemen.
De hulpverlening binnen Nederland omvat:
1. berging en vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of aanhangwagen naar één door de
verzekerde te bepalen adres in Nederland;
2. het vervoer van bestuurder en eventuele inzittenden met hun persoonlijke bezittingen per taxi naar
één door de bestuurder te bepalen adres in Nederland.
Artikel 16 Omvang van de dekking buiten Nederland
Het recht op hulp ontstaat wanneer het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhangwagen door een
ongeval, brand of enig ander van buiten komend onheil (waaronder niet wordt verstaan een mechanisch
of elektronisch defect) niet meer kan rijden en/of de bestuurder daardoor niet meer in staat is het
motorrijtuig te besturen, terwijl geen van de inzittenden bevoegd en in staat is het besturen over te
nemen.
De hulpverlening binnen het geldigheidsgebied in het buitenland omvat:
1. het vergoeden van de noodzakelijke kosten van berging en slepen van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
2. het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of de aanhangwagen naar één door verzekerde te
bepalen adres in Nederland, mits:
- dit object niet binnen 4 werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepareerd dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
- de kosten van dit vervoer lager zijn dan de dagwaarde van het gestrande object na de schadegebeurtenis; indien de vervoerskosten hoger zijn, worden de kosten vergoed van invoer of vernietiging ter plaatse van het gestrande object; in dat geval heeft de verzekerde recht op vervoer
van de reisbagage naar Nederland;
3. de terugreiskosten van de bestuurder en de eventuele inzittenden als op grond van het in dit artikel genoemde niet met het motorrijtuig wordt teruggereisd. Vergoed worden de kosten van vervoer per:
- taxi naar het dichtstbij gelegen spoorwegstation;
- trein (2e klas) naar het spoorwegstation in Nederland dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming;
- taxi van dat station naar de plaats van bestemming.
Voor motorrijtuigen met een Uitgebreide Cascoverzekering is de hulpverlening genoemd onder sub 1, 2 en 3 eveneens van toepassing wanneer:
4. het motorrijtuig buiten Nederland, maar nog wel binnen het verzekeringsgebied, tot stilstand komt - of niet meer verder kan rijden – als gevolg van mechanische storing;
5. de voortzetting van de reis buiten Nederland, maar nog wel binnen het verzekeringsgebied, onmogelijk is door diefstal van het motorrijtuig.
De hulpverlening voor motorrijtuigen met een Uitgebreide Cascoverzekering omvat tevens:
6. de vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp langs de weg, na het tot stilstand komen van het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhangwagen als gevolg van een mechanisch of elektronisch defect, tot een maximum van
€ 125,- per gebeurtenis; de kosten van onderdelen en reparatie komen niet voor vergoeding in aanmerking, evenmin worden de kosten vergoed indien de reparatie plaatsvindt bij een garage;
7. het namens de verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het object rijklaar te maken wanneer deze onderdelen ter plaatse niet of niet op korte termijn verkrijgbaar zijn; de kosten van de onderdelen zelf komen voor rekening van de verzekeringnemer en/of verzekerde.
Artikel 17 Aanvullende uitsluitingen
De uitsluitingen genoemd in artikel 6, 14, 24 zijn van toepassing.
Artikel 18 Aanvullende verplichtin- gen
1. De kosten van dienstverlening komen voor rekening van ons, indien daarvoor contact is opgenomen met en opdracht is gegeven door de hulporganisatie. Indien de verzekerde aannemelijk maakt dat hij redelijkerwijs niet in staat was de hulporganisatie te waarschuwen, worden de gemaakte kosten vergoed alsof de dienstverlening via de hulporganisatie had plaatsgevonden.
2. Verzekerden dienen er voor in te staan dat er vrijelijk over het motorrijtuig en de eventuele aanhanger kan worden beschikt. Indien en voorzover dat niet het geval is, komen de daardoor gemaakte extra kosten voor rekening van verzekerden.
Artikel 19 Samenloop
1. Indien bij schade aanspraak kan worden gemaakt op een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of zou kunnen worden gemaakt als deze verzekering niet zou hebben bestaan, geldt deze verzekering slechts voorzover de aanspraken het bedrag te boven gaan waarop de verzekerde elders recht heeft of zou hebben. Een eigen risico op de andere verzekering komt niet voor vergoeding in aanmerking.
2. De verzekerde dient een opgave te doen van alle hem bekende verzekeringen, al dan niet van oudere datum, die op het moment van de schade geheel of ten dele betrekking hebben op hetzelfde belang.
Beperkte cascodekking voor motorrijtuigen
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Beperkte cascodekking’ voor motorrijtuigen van kracht is, zijn de artikelen 20 tot en met 24 van toepassing.
Artikel 20 Omvang van de beperkte cascodekking
1. Deze verzekering dekt verlies van en de herstelkosten van schade aan het motorrijtuig uitsluitend door:
a. Brand, zelfontbranding, blikseminslag, kortsluiting ook als dit een gevolg is van een eigen gebrek, en explosie. Onder brand wordt in dit verband verstaan, een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Zo is onder andere geen brand:
- zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren.
- oververhitten, doorbranden.
b. Diefstal, inbraak, verduistering of joyriding waaronder begrepen schade die door de pleger van het misdrijf aan het motorrijtuig is toegebracht en schade ontstaan door poging tot diefstal, inbraak, verduistering of joyriding.
c. Breuk van één of meer ruiten van het motorrijtuig, inclusief de ruit van het zonnedak, niet gepaard gaande met andere schade aan het motorrijtuig behoudens door scherven van deze ruit(en). Onder ruiten worden niet begrepen koplampglazen en koplampruiten.
d. Botsing met loslopende dieren of vogels, uitsluitend voorzover de schade rechtstreeks door die botsing is toegebracht.
e. Overstroming, vloedgolf, aardbeving, vulkanische uitbarsting, lawine, vallend gesteente, aardverschuiving of soortgelijke natuurrampen. Onder overstroming wordt in dit verband verstaan het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door de verzekerings- overeenkomst gedekte gebeurtenis.
f. Storm
Uitsluitend gedekt is schade door ten gevolge van de storm vallende of rondvliegende voorwerpen, alsmede het ten gevolge van de storm opgenomen worden of omwaaien van het stilstaande motorrijtuig en schade doordat het portier tegen een ander voorwerp dan wel tegen het motorrijtuig zelf waait.
g. Hagel
Onder hagel wordt verstaan neerslag uit de dampkring in de vorm van ijskorrels.
h. Relletjes
Relletjes zijn volksoplopen waartegen door het openbaar gezag wordt opgetreden (dus geen baldadigheid of vandalisme).
i. Het buiten een vliegveld in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen daarvan of voorwerpen welke uit een luchtvaartuig vallen.
j. Van buiten komend onheil gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen, met uitzondering van schade, ontstaan tijdens takelen of slepen en van schade bestaande uit schrammen, krassen of lakschade.
k. Bijdrage in averij grosse.
2. Dagvergoeding diefstal
In geval van diefstal en verduistering wordt vanaf de datum van aangifte bij de politie voor iedere dag waarop u in verband met deze diefstal of verduistering niet over het motorrijtuig kan beschikken, een bedrag van € 12,- per dag gedurende maximaal één maand vergoed.
3. Diefstal van de motorrijtuigsleutels
Indien de motorrijtuigsleutels na diefstal met braak uit de eigen woning of na beroving met geweld in de eigen woning in het bezit van onbevoegden zijn geraakt, wordt tot maximaal € 500,- per gebeurtenis de noodzakelijke kosten voor wijziging, of - indien niet mogelijk - vervanging van de sloten van het verzekerde motorrijtuig vergoed. Dit ter voorkoming van diefstal van het verzekerde motorrijtuig. Onder motorrijtuigsleutels worden in dit verband verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart. De hiervoor bedoelde diefstal of beroving dient te blijken uit een proces-verbaal van aangifte.
4. Vergoeding hotelkosten
Indien verzekerde ten gevolge van een gedekte gebeurtenis buiten Nederland zijn bestemming niet meer kan bereiken en van een hotel gebruik moet maken, worden de kosten van één overnachting tot een maximum van € 30,- per verzekerde per gebeurtenis vergoed.
Artikel 21 Eigen risico
In geval van schade aan of verlies van het motorrijtuig zal per gedekte gebeurtenis een bedrag gelijk aan het op de polis genoemde eigen risico in mindering worden gebracht.
1. Wanneer recht bestaat op schadevergoeding en de schade wordt hersteld door een door ons geselecteerd herstelbedrijf, wordt het eigen risico verminderd met
€ 140,--. De vermindering van het eigen risico geldt niet voor ruitschaden.
2. Het op de polis genoemde eigen risico komt te vervallen indien een ruitschade door middel van een harsinjectie is gerepareerd door een door ons geselecteerd herstelbedrijf.
3. Indien de beschadigde ruit wordt vervangen door een door ons geselecteerd herstelbedrijf, zal het op de polis genoemde eigen risico worden verminderd met 50%.
4. Indien verzekerde in geval van inbraak door middel van overlegging van een geldig SCM certificaat kan aantonen dat het motorrijtuig ten tijde van de inbraak beveiligd was met een alarminstallatie, zal geen inhouding van het eigen risico plaatsvinden.
5. Indien in geval van diefstal van het gehele motorrijtuig door verzekerde kan worden aangetoond dat het motorrijtuig is beveiligd met een SCM gecertificeerd startonderbrekingssysteem, dan wel is voorzien van een zogenaamd af-fabriek beveiligingssysteem en/of dat het kenteken in de ruiten van het motorrijtuig is gegraveerd, zal geen inhouding van het eigen risico plaatsvinden.
Artikel 22 Vaststelling van de schadevergoeding
1. In geval van beschadiging van het motorrijtuig worden uitsluitend de reparatiekosten vergoed. De vergoeding bedraagt niet meer dan een bedrag gelijk aan de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade onder aftrek van de waarde der restanten.
Indien de reparatiekosten meer bedragen dan het verschil tussen de waarde van het motorrijtuig op het moment onmiddellijk vóór de schade onder aftrek van de waarde van de restanten, is er net als bij diefstal sprake van totaal verlies.
Bij verlies van het motorrijtuig wordt de waarde onmiddellijk vóór het ontstaan van de schade vergoed. Recht op schadevergoeding ingeval van verlies door diefstal, joyriding met of verduistering van het motorrijtuig door een ander dan de verzekerde bestaat, indien het motorrijtuig niet binnen één maand na aangifte bij de politie, kan worden terugverkregen.
Bij schadevergoeding in geval van totaal verlies (in technische en/of economische zin) van het motorrijtuig behouden wij ons het recht voor, het wrak over te dragen aan een door haar aan te wijzen derde. De schadevergoeding vindt niet eerder plaats dan na overhandiging van alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs door de verzekerde aan ons.
2. Reparatie
In geval van schade heeft u het recht om in spoedeisende gevallen onverminderd de verplichting tot onmiddellijke melding van de schade, deze door een herstelbedrijf tot maximaal € 500,- te laten repareren. In deze gevallen dient zo spoedig mogelijk aan ons een originele gespecificeerde herstelnota te worden overgelegd.
3. Vergoeding volgens nieuwwaarde
Deze bepaling geldt niet voor(Operational) lease-, les-, vracht- en bestelauto’s ook dan niet indien het motorvoertuig voor particuliere doeleinden wordt gebruikt. Deze bepaling geldt ook niet voor schade die ontstaat na een periode van drie jaar na afgifte van het eerste kentekenbewijs. Indien het een verzekerd motorrijtuig betreft, dat bij afgifte van het Nederlands kentekenbewijs fabrieksnieuw was, geldt het volgende:
a. indien de schade binnen een periode van twaalf maanden na afgifte van het kentekenbewijs ontstaat, wordt de waarde van het motorrijtuig vóór het ontstaan van de schade vastgesteld op de dan geldende
nieuwwaarde. Wanneer een motorrijtuig op het moment van de schade nog geen 20.000 km heeft gereden en een ouderdom heeft van minder dan één jaar, zullen boven de nieuwwaarde eveneens de in de handel gebruikelijke afleveringskosten, met uitzondering van een tectylbehandeling, worden vergoed;
b. ontstaat de schade na het verstrijken van deze periode van twaalf maanden, dan wordt vanaf de dertiende maand de nieuwwaarde op het moment van de schade per maand verminderd met 1,5% over de eerste € 12.500,- en met 2% over het meerdere. Gedeelten van een maand gelden als volle maand;
c. indien de reparatiekosten meer bedragen dan tweederde van de nieuwwaarde minus afschrijving van het motorrijtuig, kunt u aanspraak maken op vergoeding op basis van totaal verlies. De op deze wijze vastgestelde schadevergoeding wordt uitgekeerd, ook indien het verzekerd bedrag wordt overschreden;
d. verlengde nieuwwaarde regeling
Indien uit het polisblad blijkt dat de verlengde nieuwwaarde regeling van toepassing is, geldt, in tegenstelling tot hetgeen in de dit artikel eerder is bepaald, het volgende:
- er zal gedurende 36 maanden na afgifte van deel 1 van het kentekenbewijs geen afschrijving worden toegepast en bij totaal verlies zal de nieuwwaarde worden uitgekeerd;
- ontstaat de schade na het verstrijken van de drie jaar nieuwwaarde, dan zal vanaf de 13e t/m de 60e maand op het moment van schade de nieuwwaarde per maand worden verminderd 1% vanaf maand 13 t/m maand 36 en 1,5% vanaf maand 37 t/m maand
60. Gedeelten van een maand gelden als een volle maand.
- als het betreffende merk en type en dezelfde uitvoering van het motorrijtuig niet meer wordt geleverd, zal van een maximum van 110% van de laatst bekende catalogus- waarde worden uitgegaan.
4. Occasion waarderegeling
Deze regeling is uitsluitend van toepassing voor een occasion met een oorspronkelijke cataloguswaarde inclusief extra voorzieningen en accessoires tot maximaal € 75.000,- inclusief B.T.W. Het motorrijtuig is geregistreerd volgens een Nederlands kentekenbewijs. De vaststelling van de waarde van de occasion vóór de gebeurtenis geschiedt op de volgende wijze:
a. als na de datum van afgifte van deel 1B (voorheen deel 2) van het kentekenbewijs, niet meer dan twaalf maanden zijn verstreken wordt de aanschafwaarde vergoed (aankoopprijs excl. extra’s zoals kosten van bijvoorbeeld rijklaar maken en kenteken op naam
zetten), zonder dat daarop een afschrijving wordt toegepast;
b. als na de datum van afgifte van deel 1B van het kenteken-bewijs, twaalf maanden zijn verstreken wordt op de aanschafwaarde een afschrijving toegepast te rekenen vanaf een ouderdom van twaalf maanden. Voor iedere daarna geheel verstreken periode van een maand of gedeelte daarvan, bedraagt de afschrijving 1,5%;
c. de occasion waarderegeling wordt niet meer toegepast voor schade die ontstaat na een periode van 36 maanden na de datum van afgifte van deel 1B van het kentekenbewijs;
d. de occasion waarderegeling is niet van toepassing als u niet kunt aantonen dat herstel van reparabele schade ontstaan na aanschaf van het verzekerd motorrijtuig daadwerkelijk heeft plaatsgevonden bij een erkende reparatie-inrichting waar de schade is vastgesteld. Als de dagwaarde van het verzekerde motorrijtuig op de schadedatum hoger is dan de waarde berekend volgens de occasion waarderegeling, geldt de dagwaarde als maatstaf voor de uitkering;
e. indien de reparatiekosten meer bedragen dan tweederde van de aanschafwaarde minus afschrijving van het motorrijtuig, dan kunt u aanspraak maken op vergoeding op basis van totaal verlies;
f. bij schade moet desgewenst aan ons of onze deskundige de aankoopnota van een officiële merk(sub)dealer, een BOVAG- garage, een ANWB keuringsrapport of een expertiserapport worden overgelegd. Als u de aanschafwaarde niet deugdelijk kan aantonen is de occasion waarderegeling niet van toepassing.
5. Cabriolet
a. Schade aan de cabrioletkap als gevolg van vandalisme, (poging tot) braak, diefstal en joy-riding is gedekt. Hiervoor geldt een extra eigen risico van
€ 450,- per gebeurtenis. Tevens is niet gedekt diefstal van losse onderdelen (tevens audio/visuele en/of communicatieapparatuur).
b. Bovenstaande is niet van toepassing als het motorrijtuig ten tijde van de schade was voorzien van een hardop kap of een gesloten vario dak.
6. Diefstal geluidsapparatuur
Indien verzekerde in geval van inbraak en/of diefstal van het verzekerde motorrijtuig, het afneembaar frontje van de meeverzekerde geluidsapparatuur aan ons overdraagt en indien de apparatuur niet ouder is dan drie jaar op het moment van de inbraak, wordt de oorspronkelijke aanschafprijs of, indien deze lager is dan de oorspronkelijke aanschafprijs, de huidige nieuwprijs van de apparatuur vergoed. Het bezit, de waarde en de ouderdom van de
geluidsapparatuur dient te worden aangetoond door middel van overlegging van de originele gespecificeerde aanschafnota.
7. Vervangend vervoer na schade
Tijdens herstel na schade van het verzekerde motorrijtuig bij het aangewezen herstelbedrijf kan verzekerde, voor de periode van de technische reparatie, beschikken over een soortgelijk (doch maximaal middenklasse) vervangend standaard uitgevoerd motorrijtuig. Dit motorrijtuig wordt aan verzekerde ter beschikking gesteld door het herstelbedrijf. De brandstofkosten blijven voor rekening van verzekerde. Deze bepaling geldt niet voor schade die uitsluitend bestaat uit ruitschade.
8. Financiering
Zolang het verzekerde motorrijtuig eigendom is van een aan ons bekende financier zullen eventuele uitkeringen wegens schade aan of verlies van het verzekerde motorrijtuig aan deze financier worden gedaan. Bovendien geldt dat deze polis binnen haar grenzen dekt de wettelijke aansprakelijkheid van de betrokken financier in de hoedanigheid van (mede) eigenaar van het motorrijtuig.
9. Exclusief BTW
Indien uit het polisblad blijkt de verzekering van het motorrijtuig plaats vindt exclusief BTW, zal bij schade aan het motorrijtuig uitkering exclusief BTW plaats vinden.
Artikel 23 Aanmelden vermissing
U verklaart zich akkoord met het aanmelden door ons van de voertuiggegevens aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door ons kunnen worden ingeschakeld voor het terugvinden en terugbezorgen van het voertuig. U kunt ook zelf rechtstreeks de vermissing van het voertuig doorgeven aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, via telefoonnummer 071 364 17 77 (24 uur per dag bereikbaar).
Artikel 24 Aanvullende uitsluitingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 6 is van deze verzekering uitgesloten:
1. schade door slijtage of waardevermindering;
2. schade door bevriezing of andere geleidelijk inwerkende atmosferische invloeden tenzij als gevolg van één van de in artikel 20 genoemde gebeurtenissen;
3. schade die is veroorzaakt terwijl de bestuurder alcohol heeft genuttigd en het alcoholgehalte van zijn bloed meer bedraagt dan 0,5 milligram per milliliter bloed dan wel het alcoholgehalte van zijn adem meer bedraagt dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht of terwijl de bestuurder onder invloed verkeert van enig bedwelmend of
opwekkend middel. Ook wanneer de bestuurder geweigerd heeft zijn medewerking te verlenen aan een ademanalyse, een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 8 van de Wegenverkeerswet bedoelde gehalte of gebruik, wordt geen schadevergoeding verleend. Wij zullen geen beroep doen op deze uitsluiting indien u aantoont dat de daarin genoemde omstandigheden zich buiten uw voorkennis en tegen uw wil hebben voorgedaan en dat hem terzake van deze omstandigheden geen verwijt treft
4. Schade als gevolg van diefstal door het feit dat de verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen ter voorkoming daarvan. Hiervan is (onder andere) sprake als verzekerde het voertuig onbeheerd heeft achtergelaten terwijl: 1. Is nagelaten deze voldoende af te sluiten en of; 2. De sleutels daarin zijn achtergelaten en of;
3. De sleutels op een vrij toegankelijke plaats zijn achtergelaten.
Volledige cascodekking voor motorrijtuigen
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Volledige cascodekking’ voor motorrijtuigen van kracht is, zijn de artikelen 20 tot en met 26 van toepassing.
Artikel 25 Omvang van de volledige cascodekking
De omvang van de volledige cascodekking omvat die van de beperkte cascodekking. Daarnaast dekt deze verzekering het verlies van en de kosten van herstel van schade aan het motorrijtuig door:
1. botsing, vandalisme of enig ander van buitenkomend onheil;
2. omslaan, van de weg raken of in het water terechtkomen. De genoemde gebeurtenissen zijn eveneens gedekt indien deze het gevolg zijn van eigen gebrek, terwijl dan het eigen gebrek zelf eveneens gedekt is.
Artikel 26 Eigen risico
1. In geval van schade aan of verlies van het motorrijtuig zal per gedekte gebeurtenis een bedrag gelijk aan het op de polis genoemde eigen risico in mindering worden gebracht. Dit bedrag wordt vermeerderd met € 75,- indien de bestuurder ten tijde van de gebeurtenis 23 jaar of jonger is. Dit extra eigen risico is niet van toepassing bij schadegebeurtenissen als omschreven in artikel 20.
2. In geval van volledige cascodekking wordt het geldende eigen risico, indien het totale schadebedrag dit eigen risicobedrag te boven gaat, niet in mindering gebracht op het vastgestelde schadebedrag mits naar het oordeel van ons duidelijk is dat het uit te keren schadebedrag geheel kan worden verhaald.
3. Indien bij de behandeling van de schade blijkt dat de schadevergoeding niet, of niet volledig verhaald kan worden, bent u gehouden tot onmiddellijke terugbetaling van het uitgekeerde eigen risicobedrag.
4. Wanneer recht bestaat op schadevergoeding en de schade wordt hersteld door een door de Stichting Schadegarant erkend en als zodanig herkenbaar auto(herstel)bedrijf, conform de hiervoor geldende procedure, wordt het eigen risico verminderd met € 140,-. De vermindering van het eigen risico geldt niet voor ruitschaden.
Ongevallen inzittendendekking
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Ongevallen inzittendendekking’ van kracht is, zijn de artikelen 27 tot en met 31 van toepassing.
Artikel 27 Omvang van de dekking bij overlijden
Bij overlijden van een inzittende als enig en rechtstreeks gevolg van het ongeval, wordt het voor hem geldende verzekerde bedrag aan zijn wettige erfgenamen uitgekeerd. Een voorafgaande schadevergoeding wegens blijvende invaliditeit ten gevolge van hetzelfde ongeval wordt hierop in mindering gebracht. Voor een inzittende die ten tijde van het ongeval jonger is dan 18 jaar of ouder is dan 70 jaar bedraagt de schadevergoeding maximaal € 2.500,-.
Artikel 28 Omvang van de dekking bij blijvende invaliditeit
beide benen of voeten | 100% |
beide armen of handen | 100% |
een been of voet of een arm en hand tezamen | 100% |
een arm | 80% |
1. Bij blijvende invaliditeit van een inzittende als enig en rechtstreeks gevolg van het ongeval worden, bij algeheel verlies of functieverlies van de hierna genoemde lichaamsdelen of zintuiglijke vermogens, de hieronder vermelde percentages van het verzekerd bedrag uitgekeerd:
een onderarm | 75% |
een hand | 70% |
een duim | 25% |
een wijsvinger | 15% |
Een middelvinger | 12 % |
ieder andere vinger | 10% |
vijf vingers tezamen | 60% |
een been | 70% |
een voet | 70% |
een grote teen | 10% |
iedere andere teen | 5% |
het gezichtsvermogen van beide ogen | 100% |
het gezichtsvermogen van een oog | 50% |
het gehoor van beide oren | 60% |
het gehoor van een oor | 25% |
het reukvermogen | 5 % |
whiplash | 1 t/m 5% |
de smaak | 5% |
een nier | 20% |
De milt | 10 % |
een long | 30% |
2. Bij gedeeltelijk (functie)verlies van de onder artikel 28.1 genoemde lichaamsdelen of zintuiglijke vermogens een gedeelte van de daar genoemde percentages evenredig aan de mate van het verlies.
3. Voor de onder artikel 28.1 en 28.2 niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit een gedeelte van het verzekerde bedrag, evenredig aan de mate van blijvende invaliditeit.
4. De mate van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, echter in ieder geval binnen twee jaar na de ongevalsdatum. De hoogte van de schadevergoeding wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van invaliditeit.
5. Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd dan wordt schadevergoeding verleend op grond van het verschil tussen de mate van blijvende invaliditeit vóór en na het ongeval.
6. Voor blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval behoudens de uitbreiding onder artikel 29 wordt niet meer uit dan 100% van het verzekerde bedrag.
7. Indien de inzittende vóór de vaststelling van de invaliditeit als gevolg van het ongeval is overleden dan is geen schadevergoeding voor blijvende invaliditeit verschuldigd.
8. Indien reeds een schadevergoeding voor blijvende invaliditeit werd verstrekt, wordt deze op het voor overlijden uit te keren bedrag in mindering gebracht. Was de reeds gedane schadevergoeding hoger dan die waarop
aanspraak kan worden gemaakt dan vorderen wij het verschil niet terug.
9. Indien de inzittende vóór de vaststelling van de blijvende invaliditeit - anders dan door het ongeval - is overleden dan blijft het recht op schadevergoeding bestaan. De hoogte van de schadevergoeding wordt bepaald volgens de, op grond van medische rapporten, verwachte definitieve graad van invaliditeit indien de verzekerde niet zou zijn overleden.
10. Indien binnen één jaar na de ongevalsdatum nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, wordt een rente van 6% over de schadevergoeding verminderd met eventuele voorschot schadevergoedingen vergoed. Deze rente gaat in op de 366ste dag na de ongevalsdatum.
11. Indien een getroffen inzittende reeds voor het ongeval lijdende was aan kwalen, ziekten of gebreken wordt bij de vaststelling van de schadevergoeding uitsluitend rekening gehouden met de ongevalsgevolgen die er geweest zouden zijn indien zodanige kwalen, ziekten of gebreken niet aanwezig zouden zijn geweest.
12. Voor een inzittende die ten tijde van het ongeval ouder is dan 70 jaar wordt maximaal 50% van het per inzittende verzekerde bedrag uitgekeerd.
13. Voor een inzittende die ten tijde van het ongeval niet van de wel aanwezige veiligheidsgordel heeft gebruikgemaakt, geldt een korting van 30% op de uitkering.
Artikel 29 Cumulatieve schadevergoeding bij blijvende invaliditeit
1. Bij een blijvende invaliditeit tot en met 25% blijven de schadevergoedingspercentages ongewijzigd.
2. Bij een blijvende invaliditeit tot en met 50% wordt eerst het onder artikel 28.1 genoemde toegepast en daarna het deel dat de 25% overschrijdt, vertweevoudigd.
3. Bij een blijvende invaliditeit boven de 50% wordt eerst het onder artikel 28.1 en 28.2 genoemde toegepast en daarna het deel dat de 50% overschrijdt, verdrievoudigd.
Artikel 30 Verplichtingen bij het maken van een aanspraak op schadevergoeding
Onverminderd de verplichtingen in artikel 7 van de Algemene voorwaarden, is degene die aanspraak op een schadevergoeding maakt tevens verplicht ervoor te zorgen dat:
1. in geval van overlijden van een inzittende aanstonds ons op de hoogte te stellen, althans zo tijdig dat wij voor de ter
aarde bestelling of crematie een onderzoek kunnen instellen;
2. in geval van blijvende invaliditeit van een inzittende binnen drie maanden na de datum van het ongeval ons in kennis te stellen. Na verstrijken van deze termijn behoudt een inzittende het recht op schadevergoeding indien ten genoegen van ons wordt bewezen dat de invaliditeit uitsluitend een gevolg van het ongeval is. Alle rechten op een schadevergoeding vervallen indien de kennisgeving van het ongeval en de daaruit voortvloeiende blijvende invaliditeit later dan vijf jaren na het ongeval plaatsvindt;
3. onverwijld geneeskundige hulp wordt ingeroepen en dat de door of namens de geneeskundige(n) gegeven voorschriften worden opgevolgd;
4. desgevraagd aan ons en aan de daartoe door ons aangewezen deskundige(n) alles mee te delen respectievelijk te laten meedelen hetgeen met het ongeval verband houdt, aan bedoelde geneeskundige(n) gelegenheid te geven respectievelijk te laten geven tot onderzoek ter plaatse en ten tijde als door deze wordt bepaald en alle verlangde bewijsstukken over te leggen.
Artikel 31 Aanvullende uitsluitingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 6 bestaat geen recht op schadevergoeding voor een ongeval dat aan inzittenden is overkomen indien:
1. het motorrijtuig zonder toestemming van u werd gebruikt;
2. schade die is veroorzaakt terwijl de bestuurder alcohol heeft genuttigd en het alcoholgehalte van zijn bloed meer bedraagt dan 0,5 milligram per milliliter bloed dan wel het alcoholgehalte van zijn adem meer bedraagt dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht of terwijl de bestuurder onder invloed verkeert van enig bedwelmend of opwekkend middel. Ook wanneer de bestuurder geweigerd heeft zijn medewerking te verlenen aan een ademanalyse, een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 8 van de Wegenverkeerswet bedoelde gehalte of gebruik, wordt geen schadevergoeding verleend. Deze uitsluiting geldt niet voor een inzittende die aantoont dat de hierin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Schade inzittendendekking
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Schade inzittendendekking’ voor motorrijwielen van kracht is, zijn de artikelen 32 tot en met 34 van toepassing.
Artikel 32 Omvang van de dekking
Tot het verzekerde bedrag dekt de verzekering schade van inzittenden door (verkeers-)ongevallen.
Artikel 33 Omvang van de schadevergoeding
1. Wordt een inzittende gedood of gewond, dan zal bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding en van de rechthebbenden op vergoeding, het bepaalde in de artikelen 6:107 en 6:108 BW dienovereenkomstig van kracht zijn.
2. Indien een inzittende burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de onder deze dekking verzekerde schade, zal de betaling geschieden krachtens de dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen.
3. Op deze dekking kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de rechtstreeks bij het schadegeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nagelaten betrekkingen.
4. Geen aanspraak op vergoeding bestaat voorzover de inzittende recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of op schadevergoedingen of verstrekkingen uit andere hoofde.
5. Het niet dragen van in het motorrijtuig aanwezige autogordels kan eigen schuld aan de schade opleveren. Deze eigen schuld zal naar de maatstaven van het burgerlijk recht bij de vaststelling van de schade worden toegerekend.
6. Indien het totale bedrag van de door de inzittenden c.q. hun rechtverkrijgenden geleden schade hoger is dan het verzekerd bedrag, wordt dit bedrag naar evenredigheid van de door ieder van hen geleden schade uitgekeerd.
Artikel 34 Aanvullende uitsluitingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 6 is van deze verzekering uitgesloten:
1. schade die is veroorzaakt terwijl de bestuurder alcohol heeft genuttigd en het alcoholgehalte van zijn bloed meer bedraagt dan 0,5 milligram per milliliter bloed dan wel het alcoholgehalte van zijn adem meer bedraagt dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht of terwijl de bestuurder onder invloed verkeert van enig bedwelmend of opwekkend middel. Ook wanneer de bestuurder geweigerd heeft zijn medewerking te verlenen aan een ademanalyse, een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling
van het in artikel 8 van de Wegenverkeerswet bedoelde gehalte of gebruik, wordt geen schadevergoeding verleend.
2. Deze uitsluiting geldt niet voor een inzittende die aantoont dat de hierin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Rechtsbijstand dekking
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Rechtsbijstand dekking’ van kracht is, zijn de artikelen 35 tot en met 48 van toepassing.
Artikel 35 Aanvullende begrips- omschrijving
1. DAS
DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., Xxxxxxxxxxxx 00, Xxxxxxx 00000, 0000 DM
Amsterdam, telefoon (000) 000 00 00 welke door ons is aangewezen voor het verlenen van rechtsbijstand, het geven van adviezen en het vergoeden van kosten.
2. Gebeurtenis
Onder gebeurtenis wordt verstaan het moment waarop voor het eerst de belangentegenstelling met de wederpartij tot uiting is gebracht en daardoor redelijkerwijs kan worden beschouwd als de oorzaak van de behoefte aan rechtsbijstand.
3. Rechtsbijstand
a. Onder rechtsbijstand wordt verstaan:
- het verstrekken van juridisch advies ter voorkoming of oplossing van een (dreigend) geschil, de verzekerde betreffend;
- het behartigen van de juridische belangen van de verzekerde in een geschil waarin hij betrokken is geraakt,
door:
- het voeren van verweer, in of buiten rechte, tegen (strafrechtelijke) vorderingen;
- het geldend maken van vorderingen, in of buiten rechte, of namens hem indienen en verdedigen van verzoek- en bezwaarschriften;
- het ten uitvoer leggen van vonnissen, beschikkingen of arbitrale uitspraken;
- het vergoeden of voorschieten van kosten van rechtsbijstand, die voortvloeien uit de bovengenoemde activiteiten, zoals nader omschreven in artikel 43.
b. De toepasselijke bijzondere voorwaarden bepalen nader de omvang van de dekking.
c. Ingeval van twijfel over het bestaan van een geschil maakt de verzekerde op verzoek van DAS het geschil aannemelijk door een rapport van een deskundige, die benoemd is in overleg met DAS.
Artikel 36 Verzekerden
1. de verzekeringnemer;
2. de gemachtigde bestuurder of passagier, uitsluitend voor wat betreft de dekking zoals omschreven in artikel 37.2.a;
3. de nagelaten betrekkingen van een verzekerde als en voor zover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis waarvoor krachtens deze verzekering aanspraak op rechtsbijstand bestaat.
Artikel 37 Omvang van de dekking
1. Verzekerd is het risico dat een verzekerde in een geschil moet voorzien in een eigen behoefte aan rechtsbijstand door een gebeurtenis, op voorwaarde dat:
a. de gebeurtenis en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand zich voordoen gedurende de looptijd van de verzekering;
b. de behoefte aan rechtsbijstand bij de aanvang van de verzekeringsdekking redelijkerwijs niet voorzien kon worden.
2. Verzekerde heeft aanspraak op rechtsbijstand als verzekerde betrokken is geraakt in een geschil bij het uitoefenen van de hierna onder a. en b. genoemde activiteiten voor zover hij in dat geschil betrokken is in een op geld waardeerbaar belang. De verzekerde activiteiten zijn:
a. de deelname aan het wegverkeer met het verzekerde motorrijtuig;
b. het voorhanden hebben, onderhouden en vervangen van het verzekerde motorrijtuig. Onder motorrijtuig wordt mede begrepen de aan een personen- of bestelauto gekoppelde caravan of aanhanger.
Artikel 38 Kosten van de rechtsbijstand
1. Voor vergoeding komt in aanmerking:
a. de interne kosten: de kosten van de aan DAS in loondienst verbonden deskundigen;
b. de navolgende externe kosten:
- de honoraria en voorschotten, voor zover die in het algemeen als gebruikelijk worden beschouwd, van de externe deskundigen, die door DAS worden ingeschakeld;
- de kosten van getuigen voor zover door een rechter toegewezen;
- de proceskosten die ten laste van de verzekerde blijven of waartoe hij in een onherroepelijk vonnis is veroordeeld;
- de noodzakelijke, in overleg met DAS te maken, reis- en verblijfkosten als zijn persoonlijk verschijnen voor een buitenlandse rechter is bevolen of dringend gewenst wordt door de ingeschakelde advocaat;
- de kosten die verbonden zijn aan de ten uitvoerlegging van een vonnis.
2. Niet voor vergoeding komt in aanmerking:
a. de in artikel 38.1.b bedoelde externe kosten die een overeengekomen kosten maximum per aanspraak op rechtsbijstand te boven gaan en de kosten die beneden de grens van het eigen risico blijven; als uit één feit of feitencomplex meerdere aanspraken op rechtsbijstand voortkomen dan geldt het kosten maximum voor deze aanspraken samen;
b. de externe kosten die op grond van een contractuele of wettelijke bepaling (bijvoorbeeld artikel 591 en 591a Wetboek van Strafvordering) verhaald, verrekend (bijvoorbeeld bij de B.T.W.- afdracht) of door anderen vergoed kunnen worden (met uitzondering van aanspraken op grond van de Wet op de Rechtsbijstand); DAS schiet deze kosten voor.
Artikel 39 Wachttijd
1. DAS verleent geen rechtsbijstand als de aanspraak voortvloeit uit of verband houdt met een gebeurtenis, die zich heeft voorgedaan binnen drie maanden na de ingangsdatum van de verzekering. Ingeval van een geschil over onteigening is deze termijn twaalf maanden.
2. Op het bepaalde in artikel 39.1 doet DAS geen beroep:
a. als deze verzekering direct aansluit op een soortgelijke verzekering en verzekerde daaraan bij voortbestaan dezelfde rechten had kunnen ontlenen;
b. als de verzekerde het ontstaan van de gebeurtenis niet kon voorzien bij het sluiten van de verzekering.
Op verzoek van DAS moet de verzekerde dit aantonen
Artikel 40 Franchise
De verzekerde kan in contractuele geschillen alleen aanspraak maken op rechtsbijstand als het belang van zijn verzoek tenminste € 125,– beloopt.
Artikel 41 Verlening van de rechtsbijstand
1. De rechtsbijstand wordt door DAS verleend. DAS garandeert daarbij de inzet van alle in loondienst aan haar verbonden deskundigen. Met de verzekerde wordt overlegd over de wijze van behandeling en hij wordt geïnformeerd over de haalbaarheid van het gewenste resultaat.
2. Als er geen redelijke kans (meer) is het gewenste resultaat te bereiken, wordt de rechtsbijstand verlening gestaakt.
3. DAS is bevoegd geen (verdere) bijstand te verlenen als het belang van de zaak niet opweegt tegen de (verder) te maken kosten van rechtsbijstand. DAS stelt dan een bedrag beschikbaar dat gelijk is aan het belang van de zaak.
4. DAS behoeft geen rechtsbijstand te verlenen als naast de verzekerde ook andere belanghebbenden (actie) willen voeren. Als DAS geen rechtsbijstand verleent, vergoedt zij aan verzekerde naar evenredigheid de gezamenlijk gemaakte kosten van rechts bijstand.
5. Als de behandeling niet door DAS zelf kan worden voltooid in verband met het procesmonopolie, draagt DAS deze over aan een advocaat of rechtens bevoegde deskundige. In aanmerking komen advocaten of rechtens bevoegde deskundigen die in Nederland zijn ingeschreven of kantoor houden, als de zaak hier dient of die bij het buitenlandse gerecht staan ingeschreven als de zaak daar dient. Onder rechtens bevoegde deskundige wordt verstaan een ter zake kundige die krachtens toepasselijke regels van procesbevoegdheid in de (eventuele)gerechtelijke of administratieve procedure de noodzakelijke rechtsbijstand mag verlenen.
6. Alleen DAS is bevoegd, na overleg met de verzekerde, opdrachten te verstrekken aan advocaten, rechtens bevoegde deskundigen en andere externe deskundigen. De opdrachten worden steeds gegeven namens de verzekerde. De verzekerde machtigt DAS hiertoe onherroepelijk.
7. Bij een opdracht aan een advocaat of rechtens bevoegde deskundige, zoals vermeld in artikel 4:65 Wft, volgt DAS de keuze van de verzekerde. In andere gevallen of ingeval van een opdracht aan een andere externe deskundige bepaalt DAS de keuze.
8. DAS is niet aansprakelijk voor schade door of in verband met de behandeling door een externe deskundige.
Artikel 42 Verplichtingen van de verzekerde
1. Een verzekerde die een beroep op de verzekering wil doen, meldt zijn verzoek zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de gebeurtenis aan bij DAS.
2. Als de verzekerde zijn verzoek meer dan een jaar na het ontstaan van de gebeurtenis aanmeldt, is DAS niet meer verplicht rechtsbijstand te verlenen tenzij de verzekerde aantoont dat DAS door de late melding niet in haar belangen is geschaad.
3. De verzekerde die een beroep op zijn verzekering doet, verleent alle medewerking die gevraagd wordt door DAS of door deze ingeschakelde externe deskundigen. Dit houdt in ieder geval in dat hij:
a. alle gegevens en stukken verstrekt die op zijn verzoek betrekking hebben;
b. DAS machtigt inzage te nemen in de stukken die een externe deskundige over zijn zaak ter beschikking heeft;
c. zich desgevraagd civiele partij stelt in een strafzaak en meewerkt aan het verhalen van gemaakte kosten van rechtsbijstand op derden;
d. alles nalaat wat de belangen van DAS kan schaden.
4. De verzekerde is verplicht de door DAS voorgeschoten kosten, voor zover hij die ontvangt, te restitueren aan DAS. Daaronder worden mede verstaan de bij een onherroepelijk vonnis toegewezen proceskosten.
Artikel 43 Onvermogen
DAS vergoedt aan de verzekerde de schade aan het verzekerde motorrijtuig door de onrechtmatige daad van een ander, voor zover de schade een eigen risico van € 125,– te boven gaat tot ten hoogste € 1.250,–. Dit als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de wederpartij, tenzij de verzekerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen.
Artikel 44 Waarborgsom
1. DAS schiet aan de verzekerde een bedrag van ten hoogste
€ 25.000,– voor als door een buitenlandse overheid in verband met een gedekte strafzaak, de betaling van een waarborgsom wordt verlangd voor zijn vrijlating, de teruggave van zijn rijbewijs of de opheffing van een beslag, gelegd op het verzekerde motorrijtuig.
2. Door het aanvaarden van het voorschot machtigt de verzekerde de DAS onherroepelijk daarover te beschikken zodra het weer wordt vrijgegeven en aanvaardt hij de verplichting, zijn volle medewerking te verlenen aan het verkrijgen van onverwijlde restitutie aan DAS.
3. De verzekerde is verplicht het voorschot zo spoedig mogelijk terug te betalen, maar in ieder geval binnen één jaar nadat het is verstrekt.
Artikel 45 Het rechtsbijstandgebied, de bevoegde rechter en het toepasselijke recht
1. In de volgende gevallen wordt rechtsbijstand verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee, op voorwaarde dat de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is:
a. het verhalen van schade ontstaan door een beschadiging van lijf of goed;
b. strafzaken;
c. geschillen uit sleep- en reparatieovereenkomst.
2. In alle overige gevallen wordt rechtsbijstand alleen verleend in Nederland, op voorwaarde dat de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
Artikel 46 Belangenconflicten
Er is een belangenconflict als beide partijen in een geschil aanspraak hebben op rechtsbijstand door DAS.
Als dan geldt:
1. als er een geschil is tussen de verzekeringnemer en één van de medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechts bijstand aan de verzekeringnemer;
2. als er een geschil is tussen twee medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekerde die door de verzekeringnemer is aangewezen;
3. als er een geschil is tussen twee verzekerden op twee verschillende polissen zijn beide verzekerden bevoegd te verlangen dat aan hen bijstand wordt verleend door een advocaat of rechtens bevoegde deskundige naar eigen keuze op kosten van DAS.
Artikel 47 Geschillenregeling
1. Als de verzekerde het oneens blijft met het oordeel van DAS over de haalbaarheid of de wijze van behandeling, dan kan de verzekerde verzoeken dit verschil van mening voor te leggen aan een Nederlandse advocaat naar zijn keuze.
2. DAS legt dan dit verschil van mening, met alle relevante stukken, voor aan de aangewezen advocaat en verzoekt hem zijn oordeel te geven. Desgewenst verwoordt de verzekerde ook zijnerzijds nog eens het verschil van mening. Het oordeel van de advocaat is bindend voor DAS. De kosten zijn steeds voor rekening van DAS.
3. Als verzekerde zich niet met het oordeel van de advocaat kan verenigen, kan hij de zaaksbehandeling voor eigen rekening en risico voortzetten. Wordt hij daardoor alsnog geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld, dan betaalt DAS alsnog, tot ten hoogste het verzekerde kosten maximum, de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand.
4. Het recht om een verschil van mening over de uitleg of de toepassing van de polisvoorwaarden aan een rechter voor te leggen, vervalt na verloop van één jaar, nadat DAS haar standpunt schriftelijk heeft bekend gemaakt.
Artikel 48 Uitsluitingen
De DAS verleent geen rechtsbijstand (waaronder mede begrepen het verstrekken van advies):
1. als de verzekerde handelt in strijd met de verzekeringsvoorwaarden en daardoor de belangen van DAS schaadt. Daarvan is in ieder geval sprake als de zaak zó laat is aangemeld dat DAS alleen maar met meer inspanningen of meer kosten rechtsbijstand zou kunnen verlenen;
2 als het rechtsprobleem een gevolg is van molest, natuurrampen en atoomkernreacties;
3. als het rechtsprobleem verband houdt met het besturen van een motorrijtuig terwijl de bestuurder niet bevoegd was het motorrijtuig te besturen. Deze uitsluiting wordt niet ingeroepen als:
a. in een strafzaak de vervolging geen betrekking heeft op het onbevoegd besturen van een motorrijtuig;
b. de verzekerde die het verzoek om rechtsbijstand doet, niet wist of redelijkerwijs niet kon weten dat de bestuurder onbevoegd bestuurde;
4. in een geschil over de onderhavige verzekeringsovereenkomst (DAS vergoedt echter alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als de verzekerde in een onherroepelijk vonnis gelijk krijgt);
5. als de behoefte aan rechtsbijstand het beoogde of zekere gevolg is van handelen of nalaten van verzekerde of hij het ontstaan van deze behoefte willens en wetens heeft geaccepteerd om enig voordeel te behouden of te behalen. In een strafzaak doet DAS op het voorgaande een beroep als het strafbare feit waarvan verzekerde wordt verdacht een (voorwaardelijk) opzet delict is, of verzekerde het feit willens en wetens heeft gepleegd. DAS vergoedt achteraf alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als
bij het einde van de zaak deze omstandigheden afwezig blijken te zijn;
6. in geschillen over het instaan voor of overnemen van vorderingen van anderen door xxxxxx, schuldvernieuwing, subrogatie of borgtocht;
7. in fiscale of fiscaalrechtelijke geschillen, waaronder ook begrepen worden geschillen over heffingen en heffingvrije hoeveelheden (bijvoorbeeld mest-/melkquota), retributies, bijdragen, leges, invoerrechten en accijnzen.
8. in geschillen over de exploitatie van het verzekerde motorrijtuig (verhuur, vervoer, examens, les enzovoort);
9. in geschillen over de aanschaf van tweedehands motorrijtuigen, tenzij deze onder schriftelijke garantie zijn gekocht bij een officiële dealer;
10. bij het voeren van verweer tegen vorderingen op grond van onrechtmatige daad of daarvoor in de plaats komende regresacties.