Beheersovereenkomst Agentschap voor Onderwijscommunicatie
Beheersovereenkomst Agentschap voor Onderwijscommunicatie
1 januari 2011 – 31 december 2015
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Ondertekenende partijen
Artikel 2. Voorwerp van de overeenkomst
Artikel 3. Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst Artikel 4. Definities
Hoofdstuk 2. Engagementen van het agentschap Artikel 5. Relevante beleidsdoelstellingen / beleidskader Artikel 6. Strategische organisatiedoelstellingen
Artikel 7. Operationele organisatiedoelstellingen Artikel 8. Strategische projecten
Artikel 10. Coöperatief samenwerkingsverband Artikel 11. Aanvullende opdrachten
Artikel 12. Andere engagementen
Hoofdstuk 3. Engagementen van de Vlaamse regering
Artikel 13. Financiële bepalingen Artikel 14. Andere engagementen
Hoofdstuk 4. Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen
Artikel 15. Herkomst van de financiële middelen van het agentschap Artikel 16. Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen
Artikel 17. Algemene bepalingen inzake het beheer van de financiële middelen
Hoofdstuk 5. Opvolging, rapportering en evaluatie
Hoofdstuk 6. Geschillenregeling
Artikel 21. Geschillenregeling
Hoofdstuk 7. Aanpassingen beheersovereenkomst – opschortende voorwaarden
Artikel 22. Aanpassing van de beheersovereenkomst – opschortende voorwaarden
Hoofdstuk 8. Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen
Artikel 25. Overgangsbepalingen
Artikel 26. Verplichtingen van het agentschap inzake tarieven Artikel 27. Samenwerkingsovereenkomsten
Artikel 28. Bijzondere bepalingen ten gevolge van specifieke situaties, eigen aan het agentschap
HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen
Artikel 1. Ondertekenende partijen
Tussen de Vlaamse regering, hierna genoemd de regering, vertegenwoordigd door de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel, de xxxx Xxxxxx Xxxx, hierna genoemd de minister,
enerzijds en
de administrateur-generaal de heer Xx Xx Xx, leidend ambtenaar van het intern verzelfstandigd Agentschap voor Onderwijscommunicatie, hierna genoemd AOC, gevestigd te Xxxxxx Xxxxxx XX- xxxx 00, 0000 Xxxxxxx,
anderzijds
wordt volgende beheersovereenkomst afgesloten:
Artikel 2. Voorwerp van de overeenkomst
Deze beheersovereenkomst wordt tevens afgesloten overeenkomstig artikel 8 en artikel 10, §4 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, zoals het werd gewijzigd.
Deze beheersovereenkomst is een wederzijdse overeenkomst die handelt over de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het agentschap zijn taken vervult. Het is een stuur- en opvolgingsinstrument, in het bijzonder gericht op een doelmatige uitvoering of dienstverlening, opvolging en evaluatie. Deze beheersovereenkomst legt de wederzijdse rechten en verplichtingen vast van de Vlaamse regering en het agentschap bij alle activiteiten die het agentschap uitvoert ter realisatie van haar opdracht van publiek belang.
Artikel 3. Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
Onderhavige overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2011.
Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van de beheersovereenkomst, wordt zij afgesloten voor een periode die eindigt op 31 december 2015.
Als bij het verstrijken van een beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.
Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen een termijn van één jaar na de in het voorgaande lid bedoelde verlenging, of wanneer een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de Vlaamse regering na overleg met het hoofd van het intern verzelfstandigd agentschap voorlopige regels vaststellen in zake de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het agentschap zijn taken vervult. Deze voorlopige regels zullen als beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.
Om in te spelen op wijzigende omstandigheden kan jaarlijks, op verzoek van één van de partijen, en conform de modaliteiten zoals vastgesteld in artikel 22 hierna, een bijakte afgesloten worden om deze overeenkomst te wijzigen.
In geval van de eventuele rechtsopvolging van het agentschap, gebeurt de uitvoering van de bepalingen van de huidige beheersovereenkomst na overleg tussen de bevoegde partijen tot zolang geen nieuwe beheersovereenkomst wordt gesloten tussen de eventuele rechtsopvolger van het agentschap en de Vlaamse regering vertegenwoordigd door de minister bevoegd voor Onderwijs. Desgevallend kunnen na overleg tussen de bevoegde partijen voorlopige regels worden vastgesteld inzake de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het agentschap zijn taken vervult en dit tot dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
▪ De regering: de Vlaamse regering.
▪ De minister: de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel.
▪ O&V: beleidsdomein Onderwijs en Vorming.
▪ Het agentschap: het intern verzelfstandigd Agentschap voor Onderwijscommunicatie (AOC).
▪ Klasse: de organisatie in al haar aspecten, d.w.z. alle doelstellingen, producten, processen, mensen en middelen die vallen onder de noemer Klasse bij ingang van deze overeenkomst.
▪ CANON: de CANON cultuurcel van het ministerie van Onderwijs en Vorming in al haar aspecten, d.w.z. alle doelstellingen, producten, mensen en middelen die vallen onder de noemer CANON bij ingang van deze overeenkomst.
▪ AIC: Afdeling Informatie en Communicatie in al haar aspecten, d.w.z. alle doelstellingen, producten, mensen en middelen die vallen onder de noemer AIC bij ingang van deze overeenkomst.
▪ Doelgroepen: leerkrachten en docenten, leerlingen, directies, ouders, inrichtende machten, koepels, studenten, schoolsecretariaten, onderzoekers, journalisten…
▪ Communicatieraad: overlegorgaan over interne en externe communicatie van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, aangestuurd door AOC.
▪ DAR: Dienst Algemeen Regeringsbeleid.
HOOFDSTUK 2 – Engagementen van het agentschap
Artikel 5. Relevante beleidsdoelstellingen / beleidskader
Het beleid van de regering dat betrekking heeft op de activiteiten van het agentschap is ondermeer omschreven in:
Het Regeerakkoord:
II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 1. De lerende Vlaming: elk talent telt
4. Meer kleuterparticipatie, kleinere groepen
7. Kwaliteitsvolle culturele vorming en een modern deeltijds kunstonderwijs
8. Omgaan met gelijke kansen en diversiteit
Beleidsnota Onderwijs:
SD 1. Open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden vormen
O.D.1.1. Jongeren voorbereiden op actief burgerschap
O.D. 1.4. Meer en betere kunst- en cultuureducatie voor alle leerlingen uitwerken SD 2. Kansen geven aan elk talent
O.D. 2.2. De participatie aan het kleuteronderwijs maximaliseren
Beleidsnota cultuur
SD 4. Competentieverwerving en -waardering stimuleren
Beleidsnota Jeugd:
SD 2. Kinderen en jongeren ruimte geven om competenties te ontdekken en te ontwikkelen SD 4. Kinderen en jongeren culturele ruimte geven
Beleidsnota Algemeen regeringsbeleid:
‘Algemeen regeringsbeleid’, Beleidsnota 2009-2014, Hoofdstuk 7. Overheidscommunicatie.
VIA
Doorbraken 2020 - De lerende Vlaming:
- “Investeren in onderwijs. We moeten voldoende financiële middelen blijven vrijmaken voor ons onderwijssysteem zodat we het duurzaam uitbouwen tot Flanders Excellent Learning voor iedereen.
Gelijke kansen realiseren in het onderwijs is een prioriteit omdat het een basis vormt voor gelijke kansen op de arbeidsmarkt.”
- “Passie kunnen nastreven. We zetten ook bijzondere programma’s op die er op gericht zijn om gepassioneerde toptalenten te detecteren en gepast te begeleiden tot excellentie. We doen dat in uiteenlopende domeinen: exacte wetenschappen, muziek, sport…”
De leidend ambtenaar van AOC wil samen met zijn collega’s van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming de missie van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming realiseren.
De missie van Onderwijs en Vorming
Wij willen samenwerking met een verscheidenheid aan actoren kwaliteitsvol onderwijs en vorming voor allen faciliteren en waarborgen, dit om iedereen volwaardige kansen op een evenwichtige ontwikkeling aan te bieden maar evenzeer om duurzame maatschappelijke ontwikkelingen blijven mogelijk te maken.
Wij doen dit via:
▪ een billijke financiering van instellingen en personeel
▪ een billijke ondersteuning voor alle lerenden
▪ een transparante regelgeving
▪ een ambitieus en relevant curriculum
▪ de bevordering van intern kwaliteitsbeleid in de scholen en centra
▪ het faciliteren van pedagogische ondersteuning en effectieve controle
▪ mechanismen die de deelname aan levenslang leren bevorderen Wij geloven in:
▪ integriteit
▪ klantgerichtheid
▪ flexibiliteit
▪ professionaliteit
▪ objectiviteit
▪ partnership
Om deze missie te kunnen realiseren is het van groot belang dat alle entiteiten in het beleidsdomein goed samenwerken met respect voor de eigenheid en autonomie van alle entiteiten. De leidend ambtenaren nemen de verantwoordelijkheid op om de samenwerking in het beleidsdomein te stimuleren en in de dagelijkse werking te integreren.
De missie van het agentschap
Het Agentschap voor Onderwijscommunicatie heeft als missie het creëren van een breed maatschappelijk draagvlak door verschillende vormen van communicatie en actie waardoor alle betrokken doelgroepen (leerkrachten, leerlingen, ouders en derden) op verschillende niveaus kunnen participeren (meewillen, mee-weten, mee-doen en mee-denken). (Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd “Agentschap voor Onderwijscommunicatie”.)
Taken en bevoegdheden van het agentschap
De taken en bevoegdheden van het agentschap zijn expliciet opgenomen in het oprichtingsbesluit:
1. Het uitvoeren van het beleid in zake externe communicatie van het beleidsdomein.
2. Het verder uitbouwen van expertise in zake communicatie.
3. Het ondersteunen – door consulting – van de verschillende entiteiten binnen het beleidsdomein in hun communicatieprojecten.
4. Het leiden – voor wat betreft de operationele activiteiten – van het overlegplatform dat instaat voor de coördinatie van de interne en externe communicatie tussen het departement en de agentschappen van het beleidsdomein. (Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd “Agentschap voor Onderwijscommunicatie”.)
Visie van het agentschap
De visie van het agentschap gaat uit van de volgende doelstellingen:
▪ Het bevorderen van onderlinge communicatie over onderwijs, opvoeding en samenleving tussen overheid, onderwijspersoneel, ouders en leerlingen.
▪ Leerkrachten, ouders en leerlingen maximaal informeren en stimuleren opdat zij als ‘volwaardige’ spelers op het veld aanvaard en erkend worden en opdat zij zich met kennis van zaken kunnen engageren in onderwijs en samenleving.
▪ Het bevorderen van cultuurparticipatie en -educatie voor en door allen en het verbeteren van sociale, culturele en creatieve competenties van kinderen en jongeren door hen uit te dagen om kritisch, actief bewust en weerbaar om te gaan met alles wat hen aan kunst en cultuur omringt.
Artikel 6. Strategische doelstellingen
+ Artikel 7. Operationele doelstellingen
SD 1. Het ontwikkelen van een communicatiebeleid dat gebaseerd is op de onderwijsbeleidsprioriteiten en de behoeften van de doelgroepen. | ||
OD 1.1. Gelijke kansen zijn het uitgangspunt bij de werking van het agentschap | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
1.1.1. Communicatie afstemmen op noden en behoeften van doelgroepen. Streven om alle doelgroepen te bereiken, ook de moeilijker bereikbare. Zo zal het agentschap zich engageren om proactief mee te werken aan de acties die vervat zitten in het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding en die betrekking hebben op hun doelstellingen. Zo zal er waar nodig overleg gepland worden met het Vlaams Netwerk waar armen het woord nemen en andere relevante stakeholders zoals vormingsinstellingen. | Bij de ontwikkeling van alle communicatieacties zal er gekeken worden of en hoe er naar moeilijk bereikbare doelgroepen gecommuniceerd wordt. | In elke communicatiefiche |
1.1.2. Instrumenten inzetten en ontwikkelen die behoeften van de doelgroepen in kaart brengen met speciale aandacht voor moeilijk bereikbare doelgroepen. | Gebruikersgroepen | 2 keer per jaar |
1.1.3. Toegankelijkheid verhogen van onze communicatiekanalen. | Sterktetoets | Om de 2 jaar |
1.1.4. Toegankelijkheid verhogen van websites: - Een realistisch actieplan opstellen voor alle sites waar AOC inhoudelijk verantwoordelijk voor is en dit actieplan uitvoeren. - Advies en ondersteuning aan de redacteurs van de sites die hun ‘eigendom’ zijn. - Toegankelijkheid is een basiscriterium bij de ontwikkeling en uitbouw van de nieuwe portaalsite (zie ook 2.2.16). | Sites zijn meer toegankelijk Huisstijlregels en sjablonen die toegankelijk zijn Technische en inhoudelijke keuzes zijn gebaseerd op dit criterium | 60% van onze websites Huisstijlregels en sjablonen zijn ter beschikking |
1.1.5. Expertise ontwikkelen en tips geven aan scholen en intermediairs om beter te communiceren met moeilijk bereikbare groepen. Voorbeelden: 1.1.5.1. XTR Strong – elektronische nieuwsbrief voor scholen en intermediairs die werken rond kansengroepen en onderwijs + het onderhouden van de website xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxx 1.1.5.2. Instapbrieven in 9 talen 1.1.5.3. Uitwerken van starterspakket voor ouders van leerlingen die van basis naar secundair gaan | Aantal nieuwsbrieven Frequentie en aantal lezers Elke Klasse voor Ouders voorzien van instapbrief | 9x per jaar 6000 inschrijvingen 9x per jaar |
1.1.6. Ontwikkelen van de sterktetoets die telkens bij het opstarten van een nieuw communicatiekanaal kan worden gebruikt. | Sterktetoets ontwikkelen Gebruik van de sterktetoets | 01/06/2011 Telkens bij het opstarten van een nieuw communicatiekanaal |
OD 1.2. Het uitstippelen van een communicatiekader in samenspraak met het kabinet, departement en agentschappen binnen O&V, stoelend op de prioriteiten zoals die vastgelegd zijn in de beleidsnota en de jaarlijkse beleidsbrieven. | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
1.2.1. Het uitschrijven van een communicatieplan waarin de algemene principes worden toegelicht en waarin wordt omschreven over welke thema’s er gecommuniceerd zal worden. | Tijdstip waarop het wordt afgewerkt | Jaarlijks, uiterlijk 3 maanden na de goedkeuring van de beleidsbrief door het Vlaams parlement is dit plan klaar |
1.2.2. Het uitvoeren van een communicatie- uitvoeringstoets. | Tijdigheid | Bij iedere nieuwe beleidsmaatregel |
1.2.3. Het uitschrijven van communicatiefiches voor alle belangrijke beleidsthema’s, in samenspraak met de andere entiteiten binnen het beleidsdomein O&V. | Communicatiefiches | Voor elk beleidsthema, minimaal jaarlijks bijgewerkt |
1.2.4. Het agentschap laat om de drie jaar een onderzoek uitvoeren naar tevredenheid van haar producten op basis van de originele vragenset die in eerder klantentevredenheidsonderzoek (zie bijlage resultaten eerste onderzoek) werd opgemaakt. | Klantentevredenheidsonderzoek | Om de 3 jaar |
1.2.5. Interne en externe communicatie afstemmen. | Op basis van onderlinge afspraken met andere entiteiten binnen het beleidsdomein en binnen de Vlaamse overheid | Rapportering aan, afstemming met verantwoordelijke interne communicatie en binnen de communicatieraad |
OD 1.3. Het adviseren, ondersteunen en documenteren van de verschillende entiteiten van het beleidsdomein in hun communicatieprojecten. | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
1.3.1. Communicatievragen van andere agentschappen en het departement beantwoorden via advies en overleg. | Vragen die binnenkomen leiden tot een intakegesprek | De klant krijgt reactie op zijn vraag binnen de drie dagen en een intakegesprek wordt voorbereid |
1.3.2. Expertise en know-how in het agentschap voortdurend op peil houden door vorming en onderlinge ervaringsuitwisseling en door contacten met het onderwijsveld (schoolbezoeken, werkbezoeken). | Input in het jaarlijkse vormingsplan van het beleidsdomein. Ook voor AOC leidt dit tot input in de planning van het personeel - Investeren in groepsopleidingen - Investeren in intra-agentschap expertise en know-how uitwisseling - Ervaringsuitwisseling via de interne communicatiekanalen | Jaarlijks vormingsadvies betreffende communicatie door communicatieraad aan de vormingsdienst van het beleidsdomein. Planningsdocumenten van personeel worden actueel gehouden |
1.3.3. Tendensen en nieuwe inzichten in de communicatiewereld opsporen en nagaan hoe wij die kunnen toepassen en zelf trendsetter kunnen zijn. | Contacten met externen Werkbezoeken Deelname aan externe communicatienetwerken | Continu |
1.3.4. De centrale, actuele collectie onderwijsdocumentatie beheren, ontsluiten, doen gebruiken. | Actuele inhoud en gebruik van de database en onderhoud van de websites | 1000 nieuwe records in online database 1000 aanvragen: - Kopieaanvragen - Ontleningen - Reservaties |
1.3.5. Attenderen op onderwijsnieuws en onderwijsinformatie. | Frequentie | 240 overzichten Vlaamse pers + andere bronnen 40 x Signaal 40 x Vlareg 20 x leestips en aanwinstenlijsten 2 x per dag screening nieuws op radio en tv |
1.3.6. Overleg en afstemming van het documentatiebeleid binnen afdeling, domein en Vlaamse overheid. | Deelnemen aan overleg | Continu |
1.3.7. Infolijn Via terugkoppeling naar de diensten van de vraagbeantwoording bij 1700, hen meer inzicht bieden in de impact van bepaalde acties of in mogelijkheden om de dienstverlening te verbeteren. | Terugkoppeling op de cova’s van Agodi, Ahovos en Akov, Departement en Agion Regelmatige rapportering aan diezelfde diensten | 1 x per jaar 1 x per trimester |
OD 1.4. Het voorzien van een platform waarin onderwijspersoneel, ouders, leerlingen, kennis kunnen verwerven en attitudes kunnen ontwikkelen om met elkaar te communiceren en te reflecteren over onderwijs en vorming. | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
1.4.1. Horizontaal plan: in samenspraak met een breed netwerk van organisaties en specialisten (ook intern) elk jaar in een horizontaal plan minstens 5 thema’s vastleggen van algemeen belang (welzijn, preventie van probleemgedrag, burgerzin enz.) die binnen een afgebakende periode in de verschillende publicaties van AOC aan bod zullen komen met concrete informatie, achtergrond, tips, stappenplannen, mogelijke acties en engagement. | Jaarlijks | 5 thema’s |
1.4.2. Voor de verschillende doelgroepen elk jaar minstens 50 concrete tips ter beschikking stellen om kennis te verwerven en attitudes te ontwikkelen. | Jaarlijks | 100 tips voor onderwijspersoneel 50 voor ouders 50 voor leerlingen |
1.4.3. Gebruik maken van de sociale netwerksites en andere interactieve kanalen waardoor leden van de doelgroep hun mening kunnen geven en van elkaar kunnen leren. | Op de hoogte blijven en expertise hierover ontwikkelen | Deelname aan vormingsinitiatieven hierover |
OD 1.5. Een vlot en gecoördineerd communicatieproces organiseren waarbinnen actief burgerschap voor ouders, leerlingen en onderwijspersoneel via uitdaging, inzicht en sociale cohesie wordt gestimuleerd. | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
1.5.1. Een aangepast werkplan ontwikkelen waardoor in meer dan een derde van de gepubliceerde artikelen van Klasse elementen zijn terug te vinden die op een of andere manier verantwoordelijkheid en actief burgerschap stimuleren, via uitdaging, inzicht en sociale cohesie. | Aantal artikelen. | In één derde van de artikelen op jaarbasis. |
1.5.2. Door een gerichte samenwerking met verschillende andere media (radio, tv, kranten, tijdschriften, websites enz.) de communicatieboodschappen van AOC een plaats geven in de andere communicatiekanalen die op de verschillende doelgroepen gericht zijn. | Aantal keren impliciet of expliciet in de media aan bod komen | Minstens 20 x per jaar |
1.5.3. Journalisten en onderzoekers op weg helpen op zoek naar correcte gegevens, achtergronden, praktijkvoorbeelden enz. | Beantwoorden van adviesvraag | Zelfde dag indien mogelijk |
1.5.4. Prominent aanwezig zijn met boodschappen die aansluiten bij de missie. | In scholen, panels, op studiedagen, tijdens activiteiten en op andere plaatsen waar de doelgroepen samenkomen. | Voor elke doelgroep 10x per jaar |
1.5.5. Een dialoog opstarten met de jeugdzenders van VRT, VTM en VT4 met het oog op het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst in het kader van de beheersovereenkomst van de openbare omroep en in het kader van de overeenkomsten die er zijn tussen de tussen de minister van jeugd en de commerciële omroepen om de boodschappen van onderwijs nog beter aan bod te laten komen. | Dialoog | Regelmatig overleg tussen betrokken partners |
OD 1.6. Samenwerken met organisaties die maatschappelijke thema’s bespreekbaar willen maken in de wereld van onderwijs. | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
1.6.1. Uitbouwen en onderhouden van een netwerk van intermediairen die impact hebben op de verschillende doelgroepen en hen ook als communicatiekanaal gebruiken. | Minimum 2x per jaar samenkomen per thema. | Uiterlijk 1 maand na opstart thema |
1.6.2. Elk jaar met minstens 100 relevante organisaties, diensten of personen in de geest van de algemene missie overleg plegen, hun inbreng aan bod laten komen en/of in een gezonde wisselwerking de missie van het agentschap en het beleidsdomein O&V naar hen uitdragen. | Jaarlijks | Minstens 100 contacten. |
1.6.3. Een elektronische nieuwsbrief maken voor het netwerk rond Klasse om hen op de hoogte te houden van de voornaamste initiatieven, horizontale verbanden en achtergronden: Klasse.xtr. | Frequentie | 8 x per jaar 2000 inschrijvingen |
OD 1.7. De interne communicatie van het domein ondersteunen om onderling af te kunnen stemmen met externe communicatie. | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
1.7.1. Sponsorship waarnemen van het interne netwerk interne communicatie. | Overleg trekken | Permanent |
1.7.2. De intranetsite van het beleidsdomein uitbouwen voor alle entiteitsoverschrijdende maar niet-publieke informatie en diensten. | Effectiviteit procedures Effectiviteit huisstijl- en kwaliteitsbewaking en ondersteuning | Siteaanvragen binnen de 5 werkdagen tijdig en effectief evalueren en honoreren - Naleving huisstijl en kwaliteitscriteria - Ondersteuning van webbeheerders - Ondersteuning van opleiding |
OD 1.8. Technische ondersteuning van het internet en intranet. | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
1.8.1. - beheer servers (xxx.xxx.xxxxxxxxxx.xx en xxxxxxxx.xxx.xxxxxxxxxx.xx) - programmatie van webapplicaties - onderhoud en applicatiebeheer van websites - verlenen van advies en ondersteuning - deelname aan projecten bv. Xxxxxx, educatieve portaal - overleg met EDS - publicatie van websites: - auteur doet het zelf en publisht op de produktieserver via het door AIC aangeboden ontwikkelplatform - auteur levert informatie aan bij AIC en AIC zorgt voor de omzetting naar de website. | Op basis van interne afspraken binnen het beleidsdomein Toepassing huisstijl Aanvraag nieuwe sites via de cel Internet Beschikbaarheid | Binnen 2 tot 5 werkdagen na het aanleveren van de informatie Site is aangepast aan huisstijl Binnen de 5 werkdagen Continu |
1.8.2. Trekken van ICI domeinstuurgroep | ICI-overlegvergaderingen | Permanent |
1.8.3. Actieve participatie in het IMC | Overlegvergaderingen | Permanent |
OD 1.9. Inhoudelijke ondersteuning van het internet/intranet/extranet. | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
1.9.1. Het publicatiebeleid voor de site (xxx.xxx.xxxxxxxxxx.xx) definiëren en uitvoeren. | Effectiviteit procedures Effectiviteit huisstijl- en kwaliteitsbewaking en ondersteuning | Site-aanvragen tijdig en effectief evalueren en honoreren. Naleving huisstijl en kwaliteitscriteria. - Ondersteuning van webbeheerders - Ondersteuning van opleiding |
1.9.2. - Eindredactie van teksten - Redactie van teksten van websites waarvan we inhoud zelf onderhouden - Advies aan webredacteurs - Structurering van websites online: navigatie voor bezoekers - Centrale registratie, administratie, beheer van www-topdomeinen voor het ministerie - Overleg over www/extranet/intranet met DAR en andere beleidsdomeinen met interne communicator | Webteksten in heldere structuur, stijl, op maat van de doelgroep(en) Webteksten in heldere structuur, stijl, op maat van de doelgroep(en) Doordachte registratie Tijdige vernieuwing/opzegging, betaling facturen Regelmatig overleg | Feedback van klanten Feedback van klanten Criteria hanteren + overleg met opdrachtgever Gebeurt 100% voor de vervaldata 100% Afhankelijk van de planning van DAR en interne communicator |
SD 2. Vanuit de algemene doelstellingen, de visie en de missie zorgen voor optimale communicatie en stimuli voor onderwijspersoneel, ouders, leerlingen en samenleving via online communicatie, offline communicatie, acties en crossmediale aanpak. | ||
OD 2.1. Het onderwijspersoneel, de ouders en de leerlingen de instrumenten geven om op de 3 niveaus (voorbereiding, vaststelling en uitvoering) van het beleidsproces te participeren. | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
2.1.1. Het operationaliseren van het communicatieplan en het voortdurend bijsturen ervan op basis van gegevens van de minister, de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering. | Aanpassen van de communicatiefiches en het communicatieplan en opvolging binnen de communicatieraad. | Trimesterieel met de trekkers van de fiches samenkomen, rapporteren en verder opvolgen |
2.1.2. Acties per jaar organiseren of ondersteunen die kunnen bijdragen tot professionalisering, waardering, welbevinden of empowerment van de verschillende doelgroepen Voorbeeld: 2.1.2.1. Initiatieven nemen voor ‘De waardering van de leraar’: ‘De leraar van het jaar’, ‘Dag van de leraar’, ‘De wekelijkse bloemen-voor-de-leraar’. | Aantal acties per doelgroep. | 5 acties per doelgroep. |
2.1.3. Wordt onderzocht en indien haalbaar: geïntegreerde actie om ‘De startende leraar’ extra te ondersteunen (‘Start to teach’: campagne, materiaal, beleid…). | Bekendheid Tevredenheid | X X |
OD 2.2. Het voorzien van kwaliteitsvolle, gedifferentieerde en complementaire communicatiekanalen (on- en offline) en actievormen voor het onderwijspersoneel, de ouders en de leerlingen. | ||
2.2.1 Aanmaken en verspreiden van onderwijspublicaties - aanmaken van nieuwe onderwijspublicaties zoals voorzien in de communicatiefiches - aanmaken van recurrente onderwijspublicaties, desgewenst herdacht of aangepast aan de noden en behoeften van het onderwijsveld - verspreiden van onderwijspublicaties volgens een efficiënt verspreidingsplan op maat van de doelgroepen - communicatie over deze publicaties zowel intern als extern | Communicatiefiche Verspreidingsplan | Verspreiding is gebeurd 1 week na opdracht aan de verzending |
2.2.2. Catalogus | Tijdigheid | 1 werkdag na het beschikbaar zijn van de publicatie |
2.2.3. Bestelmodule - opvolging van de bestellingen, nabestelling en betaling van publicaties o.a. via de elektronische bestelmodule - het vernieuwen van de interface en de lay-out van de website ‘publicaties’ met het oog op een grotere gebruiksvriendelijkheid - aanpassen, ontwikkelen en technisch verbeteren van de bestelmodule | Besteltermijn In samenspraak met DAR | 10 werkdagen na de bestelling Eerste resultaten eind 2011 |
2.2.4. Concipiëren en uitwerken van campagnes die voorzien zijn in het communicatieplan. | Afspraken over inhoud en timing in de communicatiefiche | Timing uit de communicatiefiches wordt gehaald |
2.2.5. Edulex Om te allen tijde de meest recente onderwijsreglementering ter beschikking te stellen aan de doelgroepen: • codificatie van de onderwijswetgeving • coördinatie van de omzendbrieven • publicatie op internet en onderhoud van wetgeving en omzendbrieven • beheer en onderhoud van koppelingen tussen wetgeving, omzendbrieven en bijlagen (oa formulieren) • controle van standaarpublicatieformaat (xml) teneinde uitwisselbaarheid met andere media te garanderen • attenderen van wijzigingen (via e-mail). | Publicatietermijn Attendering | 1 werkdag na overdracht informatie 1 dag na publicatie omzendbrief Wekelijks voor wetgeving |
2.2.6. Wetwijs Lokaliseren, screenen, structureren, inhoudelijk ontsluiten, gebruikersgericht presenteren van informatie en tools t.b.v. schoolmanagement en schooladministratie. Onderhouden en optimaliseren van de website weTwijs als informatiedrager voor de ontsloten informatie: transparante structuur, heldere navigatie, gebruiksvriendelijke zoeksystemen, aantrekkelijke en ‘comfortabele’ lay-out Actief attent maken op weTwijs-informatie met een inherent hoge of tijdelijke verhoogde relevantie voor schoolmanagement en schooladministratie. | Tijdigheid (actualiteitswaarde info) - responsetijd 1. scan van informatiebronnen 2. verwerkingstijd informatie Verwerkingskwaliteit: kwaliteitsbewaking: a. check van de hyperlinks (website) b. monitoring onderhoud (in tabellen) Tevredenheid Recurrentie bezoeken (via google analytics) Tevredenheid Systematisch aanmaken van Blikvangers en die actief beschikbaar stellen aan de klant via bv. een rss feed. | 1 Dagelijks 2. Tussen 3 werkdagen en 1 maand a. wekelijks b. dagelijks (bij externe impuls) 75% ▪ 50% recurrentie ▪ 75% Gemiddeld één keer/week |
2.2.7. Infolijn Duidelijke en actuele informatie ten behoeve van de voorlichters. Duidelijke en actuele informatie over onderwijs op de portaalsite van Vlaanderen. Samenstellen van de Vlaamse productencatalogus over onderwijs. Onderhouden van de website ‘Onderwijsaanbod’. | Publicatiedatum Publicatiedatum Uitschrijven van de in 2010 opgelijste producten Bijhouden wijzigingen aan bestaande producten Verdere zoektocht naar producten, opvolging ontstaan van nieuwe producten De wijzigingen die ons worden doorgegeven, tijdig doorsturen naar de diensten | 90% gemiddeld binnen 2 werkdagen 90% gemiddeld binnen twee werkdagen 60% van de opgelijkste producten uitgeschreven eind 2011, 100% eind 2012 90% gemiddeld binnen 3 werkdagen Meteen oplijsten + uitschrijven binnen 1 maand Binnen 1 werkdag |
Onderhouden van website ‘Veelgestelde vragen’ en van de website ‘Gids voor leraren’. Beantwoorden van telefonische vragen en mails. | Publicatiedatum Doorlooptijd antwoorden | 90% gemiddeld binnen 2 werkdagen 1 werkdag |
2.2.8. Het zelf organiseren van SID-in’s. | Xxxxxx XXX-in’s Tevredenheid (e.g. niet alleen leerlingen, maar ook begeleiders/lkn/CLB’ers) | Gemiddeld 80% van de scholen over de verschillende provincies 75% is tevreden |
2.2.9. Opwaardering van TSO/BSO 2.2.9.1. Een concept uitwerken voor een evenement i.k.v. studie- en beroepskeuze met als doelstelling de opwaardering van TSO/BSO. 2.2.9.2. In samenwerking met VDAB en Departement een (deel)website ontwikkelen inzake onderwijs/werk met als doel een positieve(re) studie- en beroepskeuze. 2.2.9.3. Een meerjarentraject opzetten om in samenspraak met media- en marketingpartners technische en beroepskeuze aantrekkelijker te maken. | Overleg met interne en externe partners o.a. i.f.v. behoeftebepaling, afbakening doelgroep, concept e.d. Frequentie Tevredenheid | Minstens 2 keer per jaar: voorafgaand aan en na afloop van het evenement 1 event/jaar 75% van de deelnemers is tevreden |
2.2.10. Het organiseren van recurrente initiatieven zoals bvb de Rondes van Vlaanderen, ontmoetingsdagen op vraag van het beleidsdomein. | Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx door deelnemers Overleg met interne partners | Xxxxxx wordt vastgelegd in overleg met de opdrachtgever 75% tevredenheid Minstens 3 keer per event |
2.2.11. Het opstarten van een databank met locaties, cateraars en andere leveranciers in overleg met interne partners. | Afleveringsdatum 1ste versie Formeel overleg met interne partners Structureel inputkanaal Bekendheid en gebruik van de databank | 01/06/2012 Minstens 4 keer per jaar Continu operationeel Percentage bepalen 1 jaar na implementatie |
2.2.12. O. b.v. de resultaten van een effectiviteitsonderzoek, concept en/of communicatie SID-in’s bijsturen. | Uitvoeren onderzoek | Sid-in bijsturen waar nodig |
2.2.13. Het adviseren en ondersteunen bij éénmalige studiedagen. | Formeel overleg met interne partners Ondersteuning tijdens event | 10 x per jaar Minstens 10 keer per jaar |
2.2.14. Het uitwerken van een draaiboek voor de organisatie van evenementen + hierover communiceren binnen het beleidsdomein. | Afleveringsdatum Efficiënte interne communicatie (e.g. kiosk, muurkrant etc) | 1/01/2012 Bij aflevering en nadien telkens bij de start van het schooljaar |
2.2.15. Het onderhouden van de gebruikersgerichte, centrale en unieke portaalsite van het beleidsdomein O&V (xxx.xxx.xxxxxxxxxx.xx). | Continu Aantal bezoekers | Actueel/up to date zijn van de site 25000/dag |
2.2.16. Bouw nieuwe onderwijsportaal voor scholen, leerkrachten, ouders en leerlingen: In uitvoering van de voorstellen en resultaten van het project trajectbegeleiding. | Uitvoering van de voorstellen/resultaten van de trajectbegeleiding | Eind 2013 |
2.2.17. Schooldirect: - Elektronische nieuwsbrief voor alle schooldirecties. 35 x per jaar (wekelijks tijdens het schooljaar). - Verder uitbouwen en onderhouden van de website. | Leesbereik Tevredenheid | 100 procent 75 procent |
2.2.18. Lerarendirect: - Elektronische nieuwsbrief voor alle leraren. - Verder uitbouwen en onderhouden van de website. - Lezerspubliek verbreden i.s.m. AgoDI/Ahovos. Er zal gezocht worden om het lezersbereik verder te optimaliseren. | Leesbereik Tevredenheid Aantal gebruikers per jaar | 34.000 abonnees 90 procent 100.000 bezoekers |
2.2.19. Verder optimaliseren van de digitale communicatie met leraren: - Nieuw web-platform en integratie van de nieuwsbrieven: lerarendirect, schooldirect, Klasse xtr enz. |
2.2.20. Klasse voor Leerkrachten: - Tijdschrift voor het onderwijspersoneel en studenten in de lerarenopleiding. 10 x per jaar. - Het verder uitbouwen van de website. | Tevredenheid Leesbereik Aantal gebruikers per jaar | 90 procent 90 procent 500.000 gebruikers |
2.2.21. Klasse voor Ouders: - Tijdschrift voor de ouders 9 x per jaar. - Het verder uitbouwen en onderhouden van de website. - Instapbrief voor allochtone ouders bij Klasse voor Ouders. 9 x per jaar in 9 talen. - E-brief voor ouders die méér willen weten en doen. 20 x per jaar. | Aantal ingeschreven scholen Leesbereik Tevredenheid Aantal gebruikers per jaar Downloads van de brief Aantal inschrijvingen | 90% 75 procent 75 procent 350.000 gebruikers 500 downloads per maand 30.000 abonnees |
2.2.22. Uitbouwen digitale communicatie (website en nieuwsbrieven) voor 12-15-jarigen en 15-18-jarigen. | Starten met ontwikkeling | Tegen 01-09-2011 |
2.2.23. Yeti: - Tijdschrift voor leerlingen van de hoogste graad basisonderwijs. 9 x per jaar. - Uitbouwen van een website bij Yeti. - Bijlage voor leerkrachten voorzien bij Yeti 9 x per jaar (zowel gedrukt als elektronisch) - E-brief voor 10-12-jarigen bij het blad voor de leerlingen basisonderwijs voor hen die méér willen. 20 x per jaar. | Aantal ingeschreven scholen Leesbereik Tevredenheid Aantal unieke gebruikers per jaar Aantal leerkrachten die de bijlage gebruiken Aantal inschrijvingen | 85% 70 procent 75 procent 80.000 gebruikers 2000 abonnees 5000 inschrijvingen. |
2.2.24. Maks: - Tijdschrift voor de leerlingen van de tweede en derde graad secundair onderwijs 9 x per jaar - Uitbouwen van een professionele website voor de doelgroep van Maks. - Bijlage voor leerkrachten voor bij Maks. | Aantal ingeschreven scholen Leesbereik Tevredenheid Aantal bezoekers per jaar Aantal inschrijvingen | 75% 50 procent 90 procent 350.000 bezoekers 4000 abonnees |
2.2.25. Lerarenkaart: - Elk jaar een lerarenkaart verspreiden bij het actieve onderwijspersoneel. | Bereik Tevredenheid | 100% 90 procent |
Gebruik | Eén derde ministens 3x per jaar. Voor het eind van de maand januari. | |
Afleveringsdatum | ||
- Een sterk aanbod uitwerken van kortingen en acties verbonden aan de lerarenkaart. Een permanent aanbod van minstens 1500 voorstellen uitwerken en updaten en elk jaar minstens 50 tijdelijke educatieve initiatieven aanbieden. | Aantal aanbiedingen Aantal inschrijvingen Tevredenheid | 1500 35.000 90 procent |
- Ter ondersteuning van de lerarenkaart en stimulering van de doelgroep minstens elke maand een elektronische nieuwsbrief verspreiden naar de verschillende, specifieke categorieën leerkrachten die zich hiervoor inschrijven. | Aantal abonnees Tevredenheid | 30.000 abonnees 90 procent |
2.2.26. Europese lerarenkaart. I.s.m. partners binnen de EU-instellingen en andere lidstaten zal onderzocht worden hoe er een betere ontsluiting van aanbod voor leerkrachten in andere Europese landen kan bekomen worden. |
2.2.27. Leerlingenkaart: - Elk jaar een leerlingenkaart verspreiden bij de leerlingen van het secundair onderwijs. - Een sterk aanbod uitwerken van kortingen en acties verbonden aan de leerlingenkaart. Een permanent aanbod uitwerken en updaten en elk jaar minstens 20 tijdelijke inspirerende initiatieven aanbieden. - Voor de leerlingen secundair onderwijs 25 keer per jaar een elektronische nieuwsbrief voor de leerlingen die méér willen weten en doen. | Bereik Afleveringsdatum Aantal deelnemers aan de wedstrijden en aan de acties Aantal inschrijvingen | 75% Voor het einde van de maand september. 100.000 deelnemers 25.000 |
2.2.28. Ontwikkelen van Klasse voor Hoger Onderwijs. Er wordt i.s.m. afdeling Hoger Onderwijs van het Departement en Ahovos onderzocht hoe er een vorm van Klasse kan gemaakt en verspreid worden (inclusief lerarenkaart in het Hoger Onderwijs). | ||
2.2.29. Digitale televisie (TV-Klasse) - Uitbouw eigen website met oog voor betrokken doelgroepen Ter ondersteuning van de digitale televisie en ter stimulering van de betrokken doelgroepen 6x per jaar een elektronische nieuwsbrief voor gebruikers die meer willen weten en doen. - Het uitbouwen van een kijkpanel (“antennes”). | Operationeel vanaf 01-09-2010 Aantal gebruikers per jaar Aantal abonnees | 50.000 gebruikers 1000 abonnees |
SD 3 Meer en betere cultuureducatie voor alle kinderen en jongeren | ||
OD 3.1 Meer kunst- en cultuureducatie voor alle leerlingen uitwerken | ||
Proces/Activiteit | Indicator | Norm |
3.1.1. Canon verspreidt een visietekst over cultuureducatie. Deze tekst is gebaseerd op de uitgangspunten van de beleidsnota onderwijs en bouwt verder op het beleidstraject cultuur en onderwijs. | Bestaan van een visietekst | Bestaan in publiceerbare vorm op 1 september 2011 |
CANON communiceert deze tekst breed richting actoren in onderwijs en cultuur. | Communicatie aan alle scholen voor kleuter- en leerplichtonderwijs en deeltijds kunstonderwijs en aan alle instellingen voor lokaal cultuurbeleid | Toenemende bekendheid doorheen beleidsperiode vanaf 1 september 2011 |
Deze visie vormt een herkenbare rode draad in de werking van de Cultuurcel CANON stemt deze visietekst af met diverse partners in onderwijs en cultuur en stuurt die bij op basis van intern en extern overleg en op basis van de resultaten van het onderzoek Cultuur in de Spiegel. | Opname van thema’s in diverse acties Opname in overleg | Weerslag in verslaggeving, 2 jaarlijkse bespreking in team |
3.1.2. Xxxxxx0.xx: canon ondersteunt cultuur in elke klas CANON ondersteunt scholen met dynamoPLAN (een eigen visie rond cultuureducatie), dynamoOPWEG (gratis openbaar vervoer naar cultuurschakels via de LIJN) en dynamoPROJECT (projectsubsidies voor creatieve schoolprojecten). Het DKO wordt door xxxxxx0.xx zowel als participerende school als als cultuurschakel aangesproken. CANON ontwikkelt een draaiboek voor de dynamowerking. Dit bevat een duidelijke en consistente omschrijving van de dynamomogelijkheden en richtlijnen voor het invullen van de documenten en zoomt onder meer in op teamleren, persoonlijk meesterschap en het genereren van (lokale) persaandacht. | Aantal participerende scholen Klantgerichte dossierbehandeling Het bestaan van een draaiboek Bestaan van een databank met onderwijsvraaggestuurde informering van en over het cultuuraanbod. | Jaarlijkse stijging van het aantal scholen dat aan dynamo3 participeert Alle dossiers worden vlot afgehandeld binnen de gestelde termijnen Jaarlijkse stijging van het aantal academies van het DKO die aan dynamo3 participeren (nieuw) 1/09/2011 1/09/2011 |
CANON evalueert dynamoOPWEG en bekijkt welke uitbreidingen relevant en haalbaar zijn. CANON evalueert de haalbaarheid van uitbreidingen van dynamo3: o.m. de idee van een kunstenaar in de klas en van auteurslezingen (nieuw). CANON breidt xxx.xxxxxx0.xx uit met een klantgerichte databank met cultuur(educatief) aanbod voor scholen. CANON diept de rol van de cultuurschakels uit door in overleg met de steunpunten binnen de cultuursector een profiel voor cultuurschakels te ontwikkelen. | Doorheen heel de beleidsperiode, 1 keer per jaar Doorheen heel de beleidsperiode, 1 keer per jaar Xxxxxxxxx in het voorjaar 2014 Bestaan van een profiel op 1 september 2013 | |
3.1.3. CANON maakt van schoolbezoeken een belangrijke peiler in de werking CANON bezoekt jaarlijks 30 scholen, waarbij we in volgorde van belangrijkheid inzetten op: scholen met een ongeschikt dynamoPLAN, foutief dynamoPROJECT, uitnodigingen voor toonmomenten, prospectie en het verzamelen van schoolvoorbeelden. Voor deze schoolbezoeken maken we een stappenplan draaiboek en een stappenplan, dat focust op waardering en aanzet tot reflectie. | Aantal bezochte scholen. We engageren ons om alle afgekeurde dynamoPLANnen en dynamoPROJECTEN te bezoeken Bestaan van een stappenplan We integreren dit stappenplan tijdens de beleidsperiode in de interface xxx.xxxxxx0.xx | Minstens 30 per jaar 1 januari 2011 1 januari 2013 |
3.1.4. CANON maakt werk van doeltreffende communicatie Onze communicatie zet in op visieontwikkeling en op de eigen werking en mogelijkheden. Onze communicatie verspreidt goede praktijkvoorbeelden. We streven ernaar om met deze projectverhalen diverse partners in de media te inspireren. CANON zet jaarlijks in op een thesisprijs voor cultuureducatie i.s.m. de Vlaamse universiteiten en hogescholen (zie ook actie netwerk lerarenopleiding). CANON zet in op de dag van de leerkracht waar we waardering centraal zetten. | Bekendheid van CANON en dynamo bij leraren en directies Bekendheid van CANON binnen de cultuursector Jaarlijks aantal projecten dat we in de kijker via diverse eigen middelen Jaarlijks i.s.m. de Vlaamse universiteiten en hogescholen (zie ook actie netwerk lerarenopleidingen) | Toename bij leerkrachten (70%), bewaren bekendheid bij directies (95%) Gelijkblijvende bekendheid 10 goede projectverhalen per jaar. We streven ernaar met 1 ervan ook externe media te halen Jaarlijks vanaf schooljaar 2012-2013 Jaarlijks vanaf schooljaar 2012-2013 |
3.1.5. CANON zet in op actieve netwerking CANON zet in op een netwerk van dynamoPLANNERS, met per school aandacht voor een team van leerkrachten. CANON zet samen met Klasse in op een netwerk van ambassadeurs. CANON zet in op een netwerk van cultuurschakels waarvoor we een profiel ontwikkelen. CANON zet via haar studiedagen in op een netwerk van geïnteresseerde leraren en cultuurpartners. CANON zet in op een netwerk met actoren uit het beleid en het middenveld. | Aantal en intensiviteit van contacten Xxxxxx en intensiviteit van contacten Opname van deze netwerken in een geïntegreerde databank | Minstens 3 per jaar Aantal x Tegen 1/09/2012 Tegen 1/09/2012 |
3.1.6. CANON lanceert een online cultuureducatieve batabase Deze databank, die we samen met Klasse en Culuurnet Vlaanderen ontwikkelen, vormt een kruispunt tussen onderwijs en cultuur. CANON laat scholen het cultuureducatieve aanbod uit de database beoordelen. | Realisatie van deze databank | Voorjaar 2014 |
3.1.7. CANON zet in op xxxxxxxxxxxx.xx CANON onderhoudt en actualiseert een centrale infosite met informatie rond project- en educatieondersteuningen voor scholen. | Bekendheid en tevredenheid | 75 procent |
OD 3.2. Betere kunst- en cultuureducatie voor alle leerlingen uitwerken | ||
3.2.1. CANON organiseert 2 jaarlijks een dynamoDAG in 3 van de 5 Vlaamse provincies Deze dagen hebben laagdrempelige ontmoeting tussen actoren in onderwijs (leerkrachten en leerkrachtenteams) en cultuur (cultuurschakels en lokaleculturele partners) tot doel. We communiceren deze evenementen voor 1 mei van het voorgaande schooljaar en integreren de aspecten van onze missie in de programmatie. | Timing, aantal gebruikers / jaar en tevredenheid Timing | Vanaf schooljaar 2011 - 2012, 200 gebruikers per dynamoDAG, tevredenheid 75% Communicatie voor 1 mei 2011 |
3.2.2. CANON organiseert jaarlijks 2 dagen van de cultuureducatie (DCE) ism ACCE (CJSM) en Cultuurnetwerk Nederland Dit is een verdiepende dag rond cultuureducatie, waar visieontwikkeling op lange termijn, beleid en maatschappelijk draagvlak centraal staan. Aan de Vlaamse DCE verbinden we een jaarlijkse publicatie. CANON evalueert de samenwerking met ACCE en CNL jaarlijks | 2 dagen per jaar (1 in NL, 1 in Vlaanderen), aantal deelnemers en tevredenheid Aandacht in de pers Tevredenheid van afnemers publicatie | Minstens 200 deelnemers en 75% tevredenheid X aantal artikels/reportages/jaar 75% tevredenheid Jaarlijkse evaluatie |
3.2.3. CANON zet in op een netwerk rond cultuureducatie voor alle lerarenopleidingen in Vlaanderen CANON fungeert als spil binnen een netwerk rond cultuureducatie voor lerarenopleidingen in Vlaanderen. Binnen het netwerk ondersteunt CANON verdiepende projecten m.b.t. cultuureducatie. | Percentage participatie van hogescholen en universiteiten Participatie van hogescholen en universiteiten | Minstens 75% 10 projecten per jaar |
3.2.4. XXXXX organiseert jaarlijks een evenement voor de studenten van de lerarenopleiding CANON organiseert jaarlijks een evenement voor de studenten van de lerarenopleiding. Dit evenement komt tot stand in samenwerking met de lectoren uit het netwerk voor lerarenopleidingen. | Aantal deelnemers en tevredenheid | 500 deelnemers en 75% tevredenheid |
3.2.5. CANON investeert in onderzoek m.b.t. cultuureducatie CANON investeert jaarlijks in 1 onderzoekstraject. Voor periode van de huidige beheersovereenkomst investeert CANON in het onderzoek Cultuur in de Spiegel. CANON begeleidt thesissen en masterproeven m.b.t. cultuureducatie. CANON zet in op een thesisprijs voor cultuureducatie. | Tevredenheid begeleide studenten Xxxxxxxxx i.s.m. de Vlaamse universiteiten en hogescholen (zie ook actie netwerk lerarenopleidingen) | CANON scoort goed in evaluatie stageplaats Jaarlijks vanaf schooljaar 2012-2013 |
OD 3.3. CANON is het ankerpunt binnen O&V met betrekking tot cultuureducatie | ||
3.3.1. CANON is een structurele partner voor intern | ||
en extern overleg | ||
Positieve evaluatie | ||
CANON ondersteunt de leidend ambtenaar van AOC in | Tevredenheid leidend ambtenaar, maakt deel uit van | |
zijn trekkende rol voor het beleidsproject 3. | evaluatie directie CANON | |
CANON is de vaste samenwerkings- en | Aantal overlegmomenten per jaar met inspectie, | 2 |
aanspreekpartner rond cultuureducatie binnen het eigen | departement, AKOV, …. Jaarlijkse evaluatie van deze | |
ministerie. | samenwerking in team | |
CANON is de vaste samenwerkings- en | Aantal overlegmomenten per jaar. Jaarlijkse evaluatie | 2 |
aanspreekpartner voor ACCE (CJSM). | van deze samenwerking in team | |
CANON maakt werk van een structurele dialoog met de | Aantal overlegmomenten per jaar. Jaarlijkse evaluatie | 2 |
pedagogische begeleidingsdiensten. | van deze samenwerking in team | |
CANON structureert haar overleg met de belangrijkste | Aantal overlegmomenten per jaar. Jaarlijkse evaluatie | 1 |
steunpunten binnen de cultuursector (LOCUS, FARO, | van deze samenwerking in team | |
Cultuurnet, VTI, BAM, VAI, Muziekcentrum, VFL). | ||
CANON zet in op overleg met lokale besturen en lokale | Aantal overlegmomenten per jaar. Jaarlijkse evaluatie | 1 |
cultuurpartners (VVSG, LOCUS en (boven)lokale | van deze samenwerking in team | |
netwerkorganisaties cultuureducatie). |
CANON zet in op het formaliseren van haar netwerking, met aandacht voor aansturing, taakverdeling en terugkoppeling. CANON genereert via haar netwerk goede praktijkvoorbeelden uit diverse sectoren. | Evaluatie binnen team Incorporatie binnen de 10 goede voorbeelden | 2-jaarlijks Jaarlijkse evaluatie |
3.3.2. CANON zet in op internationale netwerking CANON neemt het voorzitterschap waar van de Europese collega-groep ACEnet. CANON speelt een actieve rol in de MOC groep cultuureducatie van de EU. CANON investeert samen met ACCE in comACE, een tool voor het verzamelen en ontsluiten op internationaal niveau van beleidsrelevante informatie over cultuureducatie. | Xxxxxxx waarnemen voorzitterschap Bijwonen van MOC-meetings in partnerschap met ACCE comACE | 2 jaar vanaf 1 januari 2011 Aanwezigheid op alle meetings in afspraak met ACCE Lopend onderzoekstraject blijven steunen |
Artikel 8. Strategische projecten
Het agentschap heeft momenteel geen projecten die niet onder de strategische doelstellingen kunnen worden ingebracht.
Artikel 9. Interne werking
§1 Iedere entiteit verhoogt verder de maturiteit van de eigen organisatie aan de hand van een verbetertraject.
Op basis van de resultaten uit de audit die door IAVA begin 2011 wordt aangeleverd, zal AOC een concreet stappenplan uitwerken ter verhoging van de maturiteit dat ter kennisgeving/goedkeuring aan de minister zal worden voorgelegd.
§ 2 Iedere entiteit definieert een verbetertraject om meetbare efficiëntiewinsten te realiseren
In het kader van het Meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid werkt AOC volgende projecten uit:
- Beleidsdomeinoverschrijdend: het uitbouwen van het Projectloket: een portaalsite die een overzicht biedt van financiële ondersteuningsvormen voor het opzetten van schoolprojecten.
- Entiteitsspecifiek: het bouwen van een nieuwe onderwijsportaal, op maat van de doelgroepen.
§ 3 De lijnmanagers zullen elke medewerker stimuleren om zijn taken en werkmethode en die van haar of zijn dienst, in vraag te stellen en verbetervoorstellen te doen. Het zichzelf en de eigen werking in vraag stellen, zeker ook op het vlak van taken die niet langer relevant zijn, moet ook elke entiteit zich stellen los van besparingen of andere externe druk.
§4 Met de management ondersteunende entiteiten binnen het beleidsdomein O&V worden schriftelijke afspraken gemaakt over welke dienstverlening zij voor het agentschap zullen uitvoeren en aan welke eisen deze dienstverlening zal beantwoorden.
§5 AOC engageert zich tegenover de bevoegde minister om het reëel aantal medewerkers, uitgedrukt in VTE, maximaal gelijk te houden en bij voorkeur te verlagen ten opzichte van het reëel aantal VTE in AOC op het moment van het ingaan van het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014.
Vanaf de aanvangsdatum van de beheersovereenkomst moet elke verhoging van het reëel aantal VTE in de entiteit voorafgaandelijk, bij voorkeur in het kader van het opstellen van het ondernemingsplan, worden gemotiveerd en ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering of een door haar gemandateerde. De motivatie tot een verhoging moet gepaard gaan met een structureel en haalbaar plan met het oog op een volledige en zo snel mogelijke afbouw van deze toename, in principe, ten laatste twee jaar voor het einde van de beheersovereenkomst.
Indien blijkt dat personeelsuitbreiding als gevolg van nieuw beleid niet kan worden ingevuld door middel van interne rekrutering of verschuivingen van personeel (binnen de eigen entiteit en in tweede orde binnen het beleidsdomein) moet de behoefte aan bijkomend personeel worden gemotiveerd en voorafgaand worden voorgelegd voor beslissing aan de Vlaamse Regering.
Met het gelijk houden of het afbouwen van het aantal medewerkers, worden ook overeenkomstige, niet aangewende begrotingsmiddelen (personeelskredieten en kosten gerelateerd aan de werkplaatsen en de werking) in de entiteit, waar mogelijk, gereduceerd.”
Artikel 10. Coöperatief samenwerkingsverband
De leidend ambtenaar engageert zich binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming om een aantal middelen samen te brengen en taken samen uit te voeren in een coöperatief samenwerkingsverband.
Het coöperatief samenwerkingsverband bestaat uit de entiteiten van het Ministerie:
▪ Het Departement van Onderwijs en Vorming
▪ Het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen
▪ Het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming
▪ Het Agentschap voor Onderwijscommunicatie
▪ Het Agentschap voor Onderwijsdiensten
Het Managementcomité van het Ministerie stuurt dit samenwerkingsverband aan. Het Managementcomité laat zich daarbij ondersteunen door thematische werkgroepen, waarin alle entiteiten vertegenwoordigd zijn.
Het coöperatief samenwerkingsverband steunt op volgende principes:
▪ efficiëntie: in een groter geheel wordt dubbel werk vermeden en wordt expertise gebundeld;
▪ verhoging financieel draagvlak (o.a. problemen zoals de endogene groei opvangen);
▪ verantwoordelijkheid: elke entiteit van de coöperatieve staat in voor de efficiënte aanwending van de beschikbare middelen;
▪ solidariteit: de participerende entiteiten kunnen op de steun van de overige entiteiten rekenen bij bijvoorbeeld piekperiodes, dringende en draagvlakondersteunende vragen;
▪ transparantie: via regelmatige rapportering op vlak van de gemeenschappelijke terreinen, voorbereid in werkgroepen en geagendeerd op het managementcomité, wordt er een volledige transparantie gegarandeerd;
▪ gelijkheid: de leidend ambtenaren zijn gelijk. Dit uit zich onder andere in het wisselende voorzitterschap van het Managementcomité.
De taken die in het samenwerkingsverband worden samengebracht zijn:
▪ personeels- en loonadministratie
▪ HRM en vorming
▪ ICT
▪ logistiek
▪ boekhouding
▪ interne communicatie
▪ gegevensbeheer en datawarehouse
▪ begroting
▪ reguleringsmanagement
▪ klachtenmanagement
▪ organisatiebeheersing
▪ veiligheid
De middelen die worden samengebracht zijn:
▪ de werkingsmiddelen
▪ de ICT-budgetten
▪ eventuele overschotten op de personeelsmiddelen van de entiteiten, mits instemming van de entiteit
Alle diensten die taken uitvoeren (zie supra), bouwen zich uit tot klant- en leveranciersorganisaties en zullen werken met hun klanten binnen het coöperatief samenwerkingsverband met SLA’s.
In het kader van een slagkrachtige overheid kunnen andere entiteiten van de Vlaamse Overheid zich aansluiten voor het volledige of gedeeltelijke takenpakket van het samenwerkingsverband.
Artikel 11. Aanvullende opdrachten
Voor de looptijd van onderhavige beheersovereenkomst worden er thans geen bijzondere aanvullende opdrachten overeengekomen tussen de Vlaamse regering en het agentschap.
In geval zich door omstandigheden of door de aard van de zaak aanvullende opdrachten aan het agentschap opdringen, engageert de Vlaamse regering zich om met het agentschap te overleggen over de middelen welke noodzakelijk zijn voor deze aanvullende opdrachten.
Artikel 12. Andere engagementen
§ 1. Protocol van samenwerking
§ 2. Beleidsrelevantie gegevens
Het meewerken aan het systematisch opvragen en ter beschikking stellen van beleidsrelevante gegevens (cijfergegevens en andere beleidsinformatie) met het oog op het ondersteunen van de beleidscyclus van het beleidsdomein. Dit alles conform de door het managementcomité goedgekeurde beslissingen.
§4. Samenwerking tussen het agentschap en de minister
1° Het agentschap leeft het charter politiek-ambtelijke samenwerking – zoals goedgekeurd op 9 december 2009 – na.
HOOFDSTUK 3 - Engagementen van de Vlaamse regering
Artikel 13. Financiële bepalingen
§1. De Vlaamse regering verleent aan het agentschap jaarlijks de nodige begrotingskredieten voor de uitvoering van haar doelstellingen of projecten – zoals geconcretiseerd in het jaarlijks ondernemingsplan – en voor de interne werking van het agentschap.
§2. De financiële engagementen van de Vlaamse regering dienen te passen binnen de contraintes van de meerjarenbegroting en de jaarlijks door het Vlaams Parlement gestemde begroting. Dit gebeurt met een maximale vrijwaring van de kwaliteit van de dienstverlening.
§3. Indien bij de jaarlijkse goedkeuring van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap door het Vlaams Parlement, de Vlaamse regering de in het eerste lid vermeld engagement niet kan waarmaken, of indien in het geval van budgettaire noodwendigheid de Vlaamse Regering genoodzaakt wordt tot dringende en onvoorziene maatregelen, geeft dit aanleiding tot het verminderd en gewijzigd uitvoeren van taken en opdrachten die in de beheersovereenkomst en/of het ondernemingsplan staan vermeld. Het ondernemingsplan wordt in voorkomend geval opgemaakt conform de gewijzigde budgettaire omstandigheden. Indien noodzakelijk kan de beheersovereenkomst worden aangepast volgens de voorwaarden, bepaald in artikel 22.
Artikel 14. Andere engagementen
§1. De Vlaamse regering verbindt zich ertoe om een sluitend juridisch kader aan te reiken waarbinnen het agentschap zijn activiteiten kan ontplooien en zijn engagementen kan realiseren.
§2. De Vlaamse regering verbindt zich ertoe om de gegevens die binnen haar invloedsfeer liggen en nuttig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van het agentschap ter beschikking te stellen van het agentschap.
§3. De Vlaamse regering verbindt zich ertoe om, op verzoek van het agentschap, de nodige initiatieven te nemen om:
- samenwerkingsakkoorden met andere beleidsdomeinen, gemeenschappen of gewesten, en de federale overheid te sluiten of te wijzigen;
- de belangen van het agentschap te behartigen in zijn relatie met andere overheden.
§4. De Vlaamse regering verbindt zich ertoe, wanneer in dwingende gevallen een uitbreiding van de bevoegdheden en taken van het agentschap zich opdringt, hierover tijdig in overleg te treden met het agentschap en hierbij onder meer volgende aspecten te bepalen of laten bepalen:
- de uitvoeringsmodaliteiten
- de mogelijke invoertermijn
- de vereiste middelen
HOOFDSTUK 4 – Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen
Artikel 15. Herkomst van de financiële middelen van het agentschap
De financiële middelen van het AOC, met name beleidskredieten en apparaatskredieten, worden opgenomen in het jaarlijkse uitgavendecreet en de aanpassing ervan.
Artikel 16. Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen
§2. Het agentschap engageert zich, bij het nastreven van de organisatiedoelstellingen, tot het realiseren van de in de begroting voorziene ESR-saldo.
§3. Wat betreft de uitvoering van de boekhoudkundige verrichtingen van het agentschap wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de Management Ondersteunende Dienst van Onderwijs en Vorming.
Artikel 17. Algemene bepalingen inzake het beheer van de financiële middelen
Jaarlijks dient het agentschap bij de Vlaamse regering een begrotingsontwerp in voor volgend dienstjaar.
Het agentschap zal dit doen conform de voorziene begrotingsrichtlijnen binnen de gestelde termijnen.
De procedure voor het indienen van de begroting wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst met de Stafdiensten O&V.
1 Als bijlage Afdeling 4, art. 47 van het Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995 – BS 31/12/1994.
HOOFDSTUK 5 – Opvolging, rapportering en evaluatie
§1. Conform artikel 33 van het kaderdecreet zal het agentschap instaan voor de uitbouw en de goede werking van de vereiste interne controlesystemen. Hieronder wordt een samenstel van maatregelen verstaan dat vervat moet zitten in de verschillende processen van de organisatie en dat ontworpen is om redelijke zekerheid te verschaffen over:
• het effectief nastreven van de opgelegde doelstellingen en de uitvoering en opvolging van beslissingen;
• de naleving van regelgeving en procedures;
• de nauwkeurigheid, juistheid, volledigheid, tijdigheid en bruikbaarheid van de financiële en beheersinformatie;
• de efficiëntie van de operaties en het effectief inzetten van de middelen;
• de bescherming van de activa en de voorkoming van fraude.
§2. Op verzoek van de Vlaamse regering of van de minister kan op elk moment bijkomende externe controle worden uitgevoerd, waarbij de activiteiten en systemen van het agentschap worden geaudit. Het agentschap engageert zich tot een loyale medewerking aan de externe controle en audit van zijn activiteiten en systemen, uitgevoerd door de daartoe gemachtigde instanties.
§3. De voornaamste bevindingen van een externe controle of audit, evenals de opvolging van de aanbevelingen zullen worden vermeld in het jaarrapport van het agentschap voor de minister.
§4. Teneinde op een systematische wijze opvolging te geven aan de goede uitvoering van de algemene en bijzondere opdrachten van het agentschap zal het agentschap een intern management- en prestatiemeetsysteem uitbouwen. Het systeem zal onder meer gericht zijn op het meten van en rapporteren over de prestatie-indicatoren met betrekking tot de opvolging van de doelstellingen en projecten van het agentschap zoals deze in artikelen 7, 8 en 9 zijn opgenomen.
Het agentschap evalueert op een systematische wijze het proces van beleidsuitvoering, de geleverde prestaties en de daartoe ingezette middelen en verzamelt indicaties over de effecten die het beleid beoogt, met het oog op de optimalisering van de interne processen en het leveren van input voor beleidsevaluatie en -ontwikkeling op niveau van het beleidsveld waarin het actief is.
§1. Het agentschap zal over de uitvoering van de beheersovereenkomst aan de minister rapporteren door middel van een jaarrapportering en een afsluitend eindrapport over de beheersovereenkomst.
De rapporten zullen een gestructureerd overzicht geven van de realisatie van de engagementen uit de beheersovereenkomst, namelijk:
- een beschrijving van de mate waarin aan de strategische organisatiedoelstellingen uit de beheersovereenkomst werd tegemoet gekomen gedurende de afgelopen periode;
- een overzicht van de resultaten van de indicatoren;
- uitvoering van de begroting.
De rapporten zullen duidelijk verwijzen naar de strategische organisatiedoelstellingen, normen en indicatoren die zijn bepaald in de beheersovereenkomst.
§2. Het jaarrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst zal volgende elementen bevatten:
- rapportering over de realisatie van de doelstellingen uit de beheersovereenkomst;
- toelichting bij de interne en externe factoren die van invloed kunnen zijn op de verdere realisatie van de doelstellingen uit de beheersovereenkomst;
- uitvoering van de begroting.
Het jaarrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst zal worden voorgelegd aan de minister vóór 31 maart van het jaar dat volgt op het betrokken jaar.
§3. Het eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst zal de volgende elementen bevatten
- rapportering over de realisatie van de doelstellingen uit de beheersovereenkomst;
- uitvoering van de begroting
Het eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst wordt bezorgd aan de minister zes maanden vóór het aflopen van de duurtijd van de beheersovereenkomst.
§4. De minister kan het agentschap vragen toelichting te geven bij de rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst.
De voortgang en de resultaten van de beheersovereenkomst worden jaarlijks in onderling overleg besproken en geëvalueerd door de minister en de leidend ambtenaar van het agentschap.
HOOFDSTUK 6 - Geschillenregeling
Artikel 21. Geschillenregeling
Aangezien een beheersovereenkomst een sturingsinstrument is, onder de vorm van een werkafspraak binnen de overheid en dus strikt genomen geen contractuele, juridisch bindende overeenkomst tussen overheid en derden, wordt er geen mogelijkheid ingebouwd om een burgerrechterlijke procedure in te stellen, ook niet nadat alle middelen tussen de beide ondertekenende partijen zijn uitgeput.
Indien er tussen de ondertekenende partijen enig geschil of betwisting zou ontstaan over de interpretatie en/of uitvoering van één of meerdere elementen van deze beheersovereenkomst wordt een bijeenkomst belegd tussen de minister en het management van het agentschap, waarbij in onderling overleg getracht wordt een minnelijke schikking uit te werken.
Indien beide partijen tot een minnelijke schikking komen, worden de modaliteiten van deze minnelijke schikking schriftelijk vastgelegd en ondertekend door beide partijen.
HOOFDSTUK 7 – Aanpassingen beheersovereenkomst – opschortende voorwaarden
Artikel 22. Aanpassing van de beheersovereenkomst – opschortende voorwaarden
Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin het agentschap actief is, hetzij in de beleidsopties, hetzij door een interventie door de Vlaamse minister voor financiën en begroting in overleg met de Vlaamse regering
t.g.v. een belangrijke wijziging van het financiële engagement van de Vlaamse regering tijdens de duur van de beheersovereenkomst, en deze wijzigingen de opdrachten van het agentschap dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de partijen, dan kan dat de beheersovereenkomst op vraag van één van de ondertekenende partijen (of van de minister bevoegd voor financiën en begroting) opnieuw onderhandeld en aangepast worden.
HOOFDSTUK 8 – Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen
Artikel 23. Bijzondere regelingen in verband met de pensioenlasten
Binnen AOC zijn inzake pensioenlasten geen bijzondere regelingen van toepassing.
Artikel 24. Aanvullende bepalingen
Niet van toepassing
Artikel 25. Overgangsbepalingen
Niet van toepassing
DEEL B. SPECIFIEK GEDEELTE
Artikel 26. Verplichtingen van het agentschap inzake tarieven
Niet van toepassing
Artikel 27. Samenwerkingsovereenkomsten
Niet van toepassing
Artikel 28. Bijzondere bepalingen ten gevolge van specifieke situaties, eigen aan het agentschap
Het statuut van Klasse ligt sinds de start in 1989 vast in een redactiestatuut. Dit statuut beschrijft de redactionele onafhankelijkheid van de redactie, haar werking en financiering binnen een overheidscontext. Dit statuut wordt als bijlage toegevoegd aan deze beheersovereenkomst en maakt er deel van uit.
De medewerkers van Klasse handelen tevens naar de afspraken en inzichten in de Code van de Raad voor de Journalistiek.
DEEL C. BIJLAGEN
- Samenvatting onderzoek Significant
- Statuut van Klasse
- Fonds Klasse
Xxxxxx Xxxx Jo De Ro
Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd Administrateur-generaal
Jeugd, Gelijke kansen en Brussel Agentschap voor Onderwijs- communicatie