METAALSECTOR
VDAB SECTORRAPPORT
METAALSECTOR
SECTORRAPPORT
METAAL
VOORJAAR 2012
SECTORRAPPORT METAAL
Inhoudstafel
3 - 4 VDAB Sectorrapporten: Inleiding
5 - 6 Binnenlandse werkgelegenheid: Situering van de sector 7 - 8 Loontrekkende werkgelegenheid: Subsector en regio
9 - 10 Loontrekkende werkgelegenheid: Geslacht
11 - 12 Loontrekkende werkgelegenheid: Xxxxxxxx
00 - 14 Loontrekkende werkgelegenheid: Arbeidsregime
15 - 16 Jobs: Statuut
17 - 18 Jobs: Jobcreatie en jobdestructie
19 - 20 Jobs: Loontrekkende jobs
21 - 22 Bedrijven: Vestigingsgrootte
23 - 26 Vacatures: Ontvangen door VDAB
27 - 28 Knelpuntberoepen: Knelpuntvacatures
29 - 30 Remediëring: Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO) 31 - 32 Bijlage: NACE-codes
- 2 -
Foto’s: Xxxxxx Xxxxxx, XxxxxxxxXxx.xx
VDAB Sectorrapporten Inleiding
Invalshoek
Deze sectorrapporten vertrekken van de vraagzijde van de arbeidsmarkt. We brengen de tewerkstelling in Vlaande- ren per sector in kaart en bekijken de kenmerken.
De sectorindeling is gebaseerd op de NACE-classificatie van 2008 die ondernemingen indeelt volgens economische activiteiten. Op die manier wijken we dus af van de indeling in paritaire comités die op werknemersniveau zijn gede- finieerd. Eén onderneming kan werknemers uit diverse paritaire comités tewerkstellen, terwijl de werknemers uit éénzelfde paritair comité in diverse economische activiteiten aan de slag kunnen zijn. Beide indelingen zijn zo ver- schillend dat ook de cijfers niet vergelijkbaar zijn.
Voor een sectorrapportering op basis van paritair comité verwijzen we naar de rapporten van het Departement Werk en Sociale Economie xxxx://xxx0xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxx/xxx/Xxxxx/0000-00-00-XXX.xxxx
In onze sectorindeling worden aanverwante activiteiten gegroepeerd. Op het eind van elk sectorrapport staan de opgenomen activiteiten opgelijst.
Databronnen
In dit rapport wordt gebruik gemaakt van cijfers die beschikbaar worden gesteld in de Vlaamse Arbeidsrekening van het Steunpunt Werk en Sociale Economie in samenwerking met het Departement WSE. Het gaat dus om ver- werkte cijfers van diverse sociale zekerheidsinstellingen (vb. RSZ, RSZPPO, RSVZ…). Daarnaast publiceren we ook cijfers van de VDAB zelf.
Er is de voorkeur gegeven aan administratieve data eerder dan cijfers die gebaseerd zijn op enquêtes zoals de En- quête naar de Arbeidskrachten.
Structuur van het sectorrapport
Figuur 1 toont hoe het rapport is opgebouwd. De tewerkstelling kan uitgedrukt worden in het aantal personen dat in Vlaanderen tewerkgesteld wordt nl. de binnenlandse werkgelegenheid, of het aantal arbeidsplaatsen dat er in Vlaanderen is nl. de jobs.
Deze jobs zijn de ingevulde arbeidsplaatsen in de Vlaamse vestigingen. We spreken hier bewust over vestigingen en niet over bedrijven of ondernemingen. Een onderneming met vestigingen in Vlaanderen kan haar hoofdzetel heb- ben in Brussel.
De openstaande arbeidsplaatsen worden uitgedrukt in vacatures. Eén van de remediëringsinstrumenten die VDAB hanteert om werkzoekenden aan het werk te krijgen is de Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO).
Figuur 1 Structuur van het sectorrapport
TEWERKSTELLING IN VLAANDEREN
Personen of VTE Arbeidsplaatsen
BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID
JOBS
Ingevulde arbeidsplaatsen
VESTIGINGEN
Openstaande arbeidsplaatsen
IBO
VACATURES
Remediëringsinstrument
Regionale verdeling
In het rapport zijn de cijfers ook beschikbaar gesteld op regionaal niveau. Resoc staat voor Regionaal Sociaalecono- misch Overlegcomité. Dit comité groepeert de sociale partners van de regionale SERR (Sociaal-Economische Raad van de Regio) samen met vertegenwoordigers van de lokale besturen (gemeenten en provincie). Voor Resoc Lim- burg is er gekozen om verder uit te splitsen naar streektafels omdat de regio anders te ruim is. Deze streektafels zijn er trouwens ook gekomen om de betrokkenheid van de lokale besturen te verhogen. Ze kunnen er werken aan streekgebonden knelpunten inzake sociale economie die door de provinciale RESOC-werking ondersteund worden.
Vlaams rapport
Naast de rapportering op sectorniveau is er ook een Vlaams rapport waarin de cijfers voor de gehele economie zijn opgenomen en de sectoren worden gebenchmarkt. Er is bewust gekozen om de Vlaamse cijfers niet telkens op te nemen in de sectorrapporten.
BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID
Situering van de sector
Wat betekent deze indicator?
De binnenlandse werkgelegenheid heeft betrekking op de arbeid die wordt ingezet in de Vlaamse vestigingen. De binnenlandse werkgelegenheid kan bijgevolg worden omschreven als het totale aantal personen (vanaf 15 jaar) dat een hoofdjob heeft in Vlaanderen. Ook studenten, PWA’ers behoren hiertoe.
Ter verduidelijking, de werkende bevolking is de som van de binnenlandse werkgelegenheid en het saldo grensarbeid.
Figuur 2 Werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar hoofdsector en aandeel sector (2009)
2%
17%
30%
45%
Xxxxxxxx xxxxxx 00.000
Xxxxxxxxxx xxxxxx
Xxxxxxxxx xxxxxx
Xxxxxxxxx sector
581.583
758.067
1.160.306
Metaal 6%
Figuur 3 Werkgelegenheid in de sector: Indeling naar statuut (2009)
Loontrekkend
Zelfstandig
Helper
1.430
114
146.697
1% 0%
99%
Met ruim 148.000 werknemers behoort de metaalsector tot de grotere sectoren van de Vlaamse economie op vlak van werkgelegenheid. De metaalsector neemt ook ongeveer één vierde van de werkgelegenheid van de secundaire sector in. In niet minder dan 99% gaat het om loontrekkende werkgelegenheid.
Door de crisis kende de werkgelegenheid in de sector in 2009 echter een belangrijke terugval (-6,6%) tegenover 2008.
Figuur 4 Werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar sector en evolutie (jaargemiddelde 2009 t.o.v. 2008)
211.644 210.033 205.498 | |
173.960 | |
154.027 149.428 148.241 140.342 | |
112.900 | |
95.449 | |
69.201 65.132 57.251 55.275 50.970 | |
Groot- en kleinhandel
Onderwijs Zakelijke dienstverlening
M aatschappelijke dienstverlening
Bouw Transport, logistiek en post
Openbare besturen
M etaal
434. 16
-6,6%
-0,4%
-1,6%
-0,8%
+0,1%
+2,6%
+2,4%
+5,3%
Gezondheidszorg Horeca en toerisme
Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling
Dranken, voeding en tabak Chemie, rubber en kunststof
Primaire sector
-9,7%
-3,3%
-0,7%
-0,0%
+2,1%
+0,0%
Financiële diensten Informatica, media en telecom Diensten aan personen Ontspanning, cultuur en sport Textiel, kleding en schoeisel Energie, water en afvalverwerking
Grafische nijverheid, papier en karton
Hout- en meubelindustrie Vervaardiging van bouwmaterialen
47.535
34.007
28.784
26.940
22.738
20.313
19.661
-12,5%
-1,5%
-3,6%
-4,9%
-0,7%
+0,1%
+2,6%
+2,6%
+6,2%
Overige dienstverlening
Overige industrie
17.147
6.613
-5,3%
+1,1%
Wat betekent deze indicator?
De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband wordt uitgevoerd.
Figuur 5 Loontrekkende werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar leeftijd en geslacht: 10 belangrijkste subsectoren binnen de sector (2009)
Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen
Vervaardiging van metalen constructiewerken
Vervaardiging van delen en toebehoren voor motorvoertuigen
Oppervlaktebehandeling van metalen; verspanend bewerken van metalen
11.894
11.863
15.642
20.167
24%
76%
89%
11%
9%
91%
12%
88%
Vervaardiging van andere machines en apparaten voor algemeen gebruik
Produc tie van edele metalen en van andere non- ferrometalen
Vervaardiging van machines en apparaten voor algemeen gebruik
Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen
Vervaardiging van andere machines, apparaten en werktuigen voor specifieke doeleinden
Vervaardiging van andere producten van metaal
9.098
6.907
6.727
6.702
4.922
4.664
84%
16%
9%
91%
11%
89%
6%
94%
13%
87%
25%
75%
< 25 jaar
25 - 49 jaar
>= 50 jaar
Mannen
Vrouwen
De grootste subsector betreft de vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen, een activiteit die vooral in Gent en rand en Midden-Limburg nog sterk aanwezig is. Vervaardiging van metalen constructiewerken komt op de tweede plaats. Daar zijn Antwerpen en Noord-Limburg de koplopers.
Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen
Vervaardiging van metalen constructiewerken
Vervaardiging van delen en toebehoren voor motorvoertuigen
Oppervlaktebehandeling van metalen; verspanend bewerken van metalen
Vervaardiging van andere machines en apparaten voor algemeen gebruik
Productie van edele metalen en van andere non- ferrometalen
Vervaardiging van machines en apparaten voor algemeen gebruik
Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen
Vervaardiging van andere machines, apparaten en werktuigen voor specifieke doeleinden
Vervaardiging van andere producten van metaal
Figuur 6 Loontrekkende werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar Resoc: 10 belangrijkste subsectoren binnen de sector (2009)
Antwerpen | 2.688 | 4.156 | 1.166 | 1.283 | 1.194 | 1.693 | 3.542 | 0 | 303 | 721 |
Mechelen | 3.993 | 393 | 623 | 601 | 562 | 1.252 | 154 | 0 | 273 | 319 |
Xxxxxxxx | 0 | 1.340 | 1.402 | 705 | 387 | 3.048 | 230 | 60 | 124 | 158 |
Prov. Antwerpen | 6.681 | 5.890 | 3.191 | 2.589 | 2.142 | 5.993 | 3.926 | 60 | 700 | 1.199 |
Halle-Vilvoorde | 22 | 836 | 325 | 203 | 1.102 | 42 | 173 | 0 | 400 | 393 |
Leuven | 0 | 469 | 1.593 | 347 | 212 | 0 | 0 | 91 | 42 | 79 |
Prov. Vlaams-Brabant | 22 | 1.306 | 1.918 | 549 | 1.314 | 43 | 173 | 91 | 442 | 472 |
Brugge | 12 | 200 | 6 | 568 | 516 | 0 | 839 | 0 | 120 | 14 |
Westhoek | 0 | 493 | 22 | 532 | 313 | 0 | 32 | 0 | 1.036 | 174 |
Zuid-West-Vlaanderen | 38 | 000 | 000 | 000 | 898 | 175 | 74 | 0 | 1.116 | 1.208 |
Oostende | 26 | 21 | 0 | 143 | 1.311 | 0 | 1 | 0 | 2 | 0 |
Midden-West-Vlaanderen | 735 | 686 | 516 | 1.111 | 355 | 372 | 69 | 0 | 520 | 298 |
Prov. West-Vlaanderen | 811 | 2.141 | 706 | 2.769 | 3.393 | 547 | 1.014 | 0 | 2.793 | 1.695 |
Zuid-Oost-Vlaanderen | 0 | 363 | 483 | 474 | 199 | 0 | 58 | 0 | 199 | 210 |
Xxxxxx-Xxxx | 0 | 1.276 | 264 | 876 | 313 | 0 | 26 | 1 | 290 | 334 |
Gent en rand | 6.957 | 352 | 1.000 | 000 | 000 | 0 | 303 | 5.128 | 141 | 131 |
Meetjesland-Leiestreek | 0 | 680 | 669 | 379 | 238 | 0 | 87 | 0 | 129 | 102 |
Prov. Oost-Vlaanderen | 6.965 | 2.671 | 2.686 | 2.083 | 1.019 | 0 | 474 | 5.129 | 760 | 777 |
Midden-Limburg | 5.299 | 1.260 | 1.015 | 1.101 | 224 | 0 | 70 | 1.407 | 86 | 134 |
West-Limburg | 6 | 115 | 503 | 730 | 354 | 94 | 0 | 0 | 94 | 49 |
Zuid-Limburg | 84 | 183 | 1.793 | 347 | 254 | 6 | 0 | 0 | 3 | 20 |
Noord-Limburg | 298 | 1.912 | 82 | 000 | 000 | 000 | 1.070 | 16 | 27 | 245 |
Maasland | 9 | 165 | 0 | 883 | 293 | 0 | 0 | 0 | 16 | 73 |
Prov. Limburg | 5.696 | 3.635 | 3.394 | 3.872 | 1.230 | 324 | 1.140 | 1.423 | 227 | 521 |
Vlaanderen | 20.176 | 15.642 | 11.894 | 11.863 | 9.098 | 6.907 | 6.727 | 6.702 | 4.922 | 4.664 |
Wat betekent deze indicator?
De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband wordt uitgevoerd. Hier wordt de loontrekkende werkgelegenheid onderverdeeld naar geslacht.
Figuur 7 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar geslacht (2009)
Mannen
Vrouwen
22.352
124.344
15,2%
84,8%
Figuur 8 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar geslacht en Resoc (2009)
Mannen Vrouwen
Antwerpen | 19.113 | 2.851 |
Mechelen | 8.982 | 1.412 |
Turnhout | 11.128 | 2.103 |
Prov. Antwerpen | 39.222 | 6.366 |
Halle-Vilvoorde | 6.011 | 1.292 |
Leuven | 3.902 | 1.458 |
Prov. Vlaams-Brabant | 9.913 | 2.750 |
Brugge | 6.566 920 | |
Xxxxxxxx | 0.000 000 | |
Xxxx-Xxxx-Xxxxxxxxxx | 8.039 | 1.854 |
Oostende | 1.109 724 | |
Midden-W est-Vlaanderen | 6.463 | 1.016 |
Prov. West-Vlaanderen | 25.525 | 5.253 |
Zuid-Oost-Vlaanderen | 3.483 740 | |
Dender-Waas | 4.579 | 1.074 |
Gent en rand | 14.219 | 1.996 |
Meetjesland-Leiestreek | 3.248 813 | |
Prov. Oost-Vlaanderen | 25.529 | 4.622 |
Midden-Limburg | 11.220 | 1.564 |
West-Limburg | 2.525 421 | |
Zuid-Limburg | 2.665 | 370 |
Noord-Limburg | 5.803 | 657 |
Maasland | 1.942 | 349 |
Prov. Limburg | 24.155 | 3.361 |
Vlaanderen | 124.344 | 22.352 |
Figuur 9 Evolutie loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar geslacht en jaar
23.910
133.007
2008
22.352
124.344
2009
Mannen Vrouwen
Figuur 10 Aandeel mannen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009)
De mannen maken bijna 85% van de tewerkstelling in de metaalsector uit. De regionale verschillen zijn aanzienlijk en hangen voor een deel samen met de aard van de activiteiten binnen de regio. Oostende valt op met een relatief laag aandeel man- nen.
Wat betekent deze indicator?
De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband wordt uitgevoerd. Hier wordt de loontrekkende werkgelegenheid onderverdeeld naar leeftijd.
Figuur 11 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie (2009)
< 25 jaar
11.647
7,9%
20,7%
25 - 49 jaar 104.735
>= 50 jaar
30.315
71,4%
Figuur 12 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie en Resoc (2009)
Maar liefst één vijfde van de werkne- mers is 50 jaar of ouder. Antwerpen en Vlaams-Brabant kennen een oude- re leeftijdsstructuur dan de andere provincies, terwijl in het noorden van Limburg en het oosten van West- Vlaanderen het grootste aandeel jon- geren in de sector aan het werk zijn.
< 25 jaar 25 - 49 jaar >= 50 jaar
Antwerpen | 1.545 | 14.894 | 5.524 |
Xxxxxxxx | 000 | 6.880 | 2.570 |
Xxxxxxxx | 000 | 0.000 | 0.000 |
Xxxx. Xxxxxxxxx | 3.475 | 31.145 | 10.968 |
Xxxxx-Xxxxxxxxx | 000 | 4.918 | 1.982 |
Xxxxxx | 000 | 0.000 | 0.000 |
Xxxx. Xxxxxx-Xxxxxxx | 706 | 8.856 | 3.101 |
Brugge | 661 | 5.101 | 1.724 |
Xxxxxxxx | 000 | 0.000 | 000 |
Xxxx-Xxxx-Xxxxxxxxxx | 728 | 7.387 | 1.778 |
Oostende | 222 | 1.374 | 238 |
Xxxxxx-Xxxx-Xxxxxxxxxx | 000 | 5.347 | 1.358 |
Prov. West-Vlaanderen | 2.801 | 22.228 | 5.749 |
Zuid-Oost-Vlaanderen | 358 | 3.091 | 773 |
Xxxxxx-Xxxx | 000 | 3.876 | 1.227 |
Gent en rand | 1.234 | 12.352 | 2.628 |
Xxxxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx | 000 | 0.000 | 000 |
Xxxx. Xxxx-Xxxxxxxxxx | 2.522 | 22.251 | 5.378 |
Midden-Limburg | 732 | 9.515 | 2.537 |
West-Limburg | 281 | 2.146 | 519 |
Zuid-Limburg | 172 | 2.253 | 610 |
Noord-Limburg | 704 | 4.696 | 1.059 |
Xxxxxxxx | 000 | 0.000 | 000 |
Xxxx. Xxxxxxx | 2.143 | 20.254 | 5.119 |
Vlaanderen | 11.647 | 104.735 | 30.315 |
Figuur 13 Evolutie totale loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie en jaar
2008
2009
14.96
0
11.647
111.415
104.735
< 25 jaar
30.315
30.542
25 - 49 jaar
>= 50 jaar
Figuur 14 Aandeel <25 jarigen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009)
Figuur 15 Aandeel >=50 jarigen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009)
Wat betekent deze indicator?
Op basis van het arbeidsregime van de loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid kan het aantal voltijdse equivalenten (VTE) afgeleid worden. Dit geeft het arbeidsvolume aan binnen de sector, waardoor deze indicator beter geschikt is als vergelij- kingsbasis tussen verschillende sectoren.
13,3%
86,7%
Figuur 16 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar arbeidsregime (2009)
Voltijds
Deeltijds
19.574
127.118
Figuur 17 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Personen en VTE (2009)
123.511
156.917 146.697
106.928
Personen VTE
2008 2009
Figuur 18 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar arbeidsregime, geslacht en leeftijd (2009) Mannen Vrouwen
100.000
90.000
80.000
70.000
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
<25 jaar 25-49 jaar >=50 jaar
20.000
18.000
16.000
14.000
12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0
<25 jaar 25-49 jaar >=50 jaar
Voltijds Deeltijds
Figuur 19 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar arbeidsregime en Resoc (2009)
Bijna 9 werknemers op 10 is voltijds aan de slag. Dit hangt ook samen met het grote aandeel mannen in de sector: vrouwen kie- zen vaker voor deeltijds werk. Uitzendar- beid is niet in deze grafiek opgenomen om- dat ze in de sociale zekerheidscijfers bij de uitzendsector gevoegd wordt.
Er zijn geen grote verschillen tussen de regio’s. In Leuven, Oostende en Zuid- Limburg - Haspengouw zijn er relatief min- der werknemers voltijds aan de slag.
Voltijds Deeltijds
Antwerpen Mechelen Turnhout | 19.404 8.853 11.394 | 2.560 1.541 1.837 |
Prov. Antwerpen | 39.651 | 5.938 |
Halle-Vilvoorde Leuven | 6.496 806 4.371 990 | |
Prov. Vlaams-Brabant | 10.867 | 1.796 |
Brugge | 6.473 1.013 | |
Xxxxxxxx | 0.000 000 | |
Xxxx-Xxxx-Xxxxxxxxxx | 8.778 1.115 | |
Oostende | 1.454 379 | |
Midden-W est-Vlaanderen | 6.760 719 | |
Prov. West-Vlaanderen | 26.857 | 3.920 |
Zuid-Oost-Vlaanderen | 3.572 651 | |
Dender-Waas | 4.817 000 | |
Xxxx en rand | 14.069 2.146 | |
Meetjesland-Leiestreek | 3.527 533 | |
Prov. Oost-Vlaanderen | 25.985 | 4.166 |
Midden-Limburg | 11.229 1.555 | |
West-Limburg | 2.469 473 | |
Zuid-Limburg | 2.395 640 | |
Noord-Limburg | 5.742 717 | |
Maasland | 1.924 367 | |
Prov. Limburg | 23.759 | 3.753 |
Totaal | 127.118 | 19.574 |
Figuur 20 Aandeel voltijds arbeidsregime in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009)
Wat betekent deze indicator?
Jobs zijn het aantal vervulde arbeidsplaatsen in de in Vlaanderen gevestigde productie-eenheden. Een job kan als loontrekken- de, zelfstandige of helper ingevuld worden en hoofd- of bijberoep zijn. Arbeidsplaatsen van werknemers die afwezig zijn we- gens ziekte, verlof of tijdelijke werkloosheid worden ook geteld als jobs. Arbeidsplaatsen van werknemers in voltijdse loopbaan- onderbreking of tijdskrediet worden niet geteld als jobs.
Figuur 21 Aantal jobs in de sector: Indeling naar statuut (2010)
98,9%
1,1% 0,1%
Loontrekkend
Zelfstandig
Helper
1.475
104
138.874
Figuur 22 Aandeel loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010)
Er zijn in de sector ongeveer 94 loontrek- kenden tegenover 1 zelfstandige. Dit wijst er op dat binnen de metaalsector erg gro- te bedrijven actief zijn. Er zijn wel kleine regionale verschillen merkbaar.
Wat betekent deze indicator?
Jobcreatie en -destructie worden gemeten als het verschil tussen het aantal jobs op 30 juni 2010 en 30 juni 2009 van een on- derneming. Op vestigingsniveau wordt er meer dynamiek waargenomen dan op het niveau van de onderneming maar hier wordt geen rekening mee gehouden. Als het aantal arbeidsplaatsen in een onderneming op het eind van de periode groter is dan in het begin, is er sprake van jobcreatie. Als het aantal jobs op het einde kleiner is dan in het begin, spreken we van jobde- structie.
Figuur 23 Jobcreatie en -destructie in de sector: Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009)
Figuur 24 Netto aangroei aantal jobs in de sector: Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009)
-3.723
-1.892
-2.026
-946
+817
+985
+361
+401
0-9 w n
00-00 x x
00-000 w n
> 199 w n
-6,5%
-6,4%
-3,7%
-1,8%
Figuur 25 Aantal bedrijven en aantal jobs in de sector: Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009)
Bedrijven Jobs
25.744
7.168
269
77
24.772
1.084
2.125
51.708
0-9 wn
10-49 wn
50-199 wn
> 199 wn
Bron: RSZ en Xxxxx-xxxxxxx.xxx
Cijfers juni 2010 t.o.v. juni 2009
Achter de netto-evolutie van jobs gaat een ruimere dynamiek van jobcreatie en -destructie schuil. De sterkste dynamiek vindt plaats bij de grote bedrijven waar veel jobs zijn verdwenen. De afname van werkgelegenheid is procentueel het grootst in de bedrijven met meer dan 50 werknemers. De impact op de totale sector is groot omdat bijna drie vierde van de werkge- legenheid door deze grotere bedrijven wordt gecreëerd.
Wat betekent deze indicator?
Dit zijn de jobs die in loondienst worden uitgeoefend. Werknemers kunnen een job uitoefenen bij meerdere werkgevers. Ar- beidsplaatsen ingevuld door uitzendkrachten worden geteld als jobs van het uitzendkantoor en niet van de onderneming waar ze effectief werken. Dit betekent dat het aantal jobs wordt onderschat indien veel gebruik gemaakt wordt van uitzendarbeid.
Het aantal loontrekkende jobs loopt het hoogst op in Gent en rand, Antwerpen, Turnhout en Midden-Limburg. Het relatieve belang van de sector is het hoogst in Noord- en Midden-Limburg.
De sector is er in de meeste regio’s op achteruitgegaan in 2010, al zijn er wel belangrijke regionale verschillen. In Halle- Vilvoorde en Maasland ondervond de metaalsector de grootste terugval.
Figuur 26 Aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010)
Figuur 27 Aandeel van de sector in het totaal aantal loontrekkende jobs: Indeling naar Resoc (2010)
Figuur 28 Evolutie van het aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (jaargemiddelde 2010 t.o.v. 2009)
BEDRIJVEN
Vestigingsgrootte
Wat betekent deze indicator?
Een onderneming kan op één enkele plaats gevestigd zijn of meerdere vestigingen met personeel hebben. De ondernemings- grootte wordt hier berekend op vestigingsniveau. Dit betekent dat grote bedrijven met meerdere vestigingen worden opge- splitst. Voor alle duidelijkheid spreken we dan ook over vestigingsgrootte. Dit betekent dat alle arbeidsplaatsen in Vlaanderen meegenomen worden, ook als de hoofdzetel van een onderneming buiten Vlaanderen gelegen is.
Figuur 29 Aantal vestigingen in de sector: Indeling naar vestigingsgrootte (2010)
0-9 wn
10-49 wn
50-199 wn
> 199 wn
313
107
1.137
2.027
31,7%
3,0%
8,7%
56,6%
Figuur 30 Aantal vestigingen in de sector: Indeling naar vestigingsgrootte en Resoc (2010)
0-9 wn 10-49 wn 50-199 wn > 199 wn
Antwerpen | 251 | 136 | 35 | 16 |
Mechelen | 101 | 60 | 14 | 5 |
Turnhout | 150 | 87 | 29 | 10 |
Prov. Antwerpen | 502 | 283 | 77 | 31 |
Halle-Vilvoorde | 109 | 60 | 25 | 4 |
Xxxxxx | 00 | 00 | 00 | 0 |
Xxxx. Xxxxxx-Xxxxxxx | 203 | 92 | 36 | 9 |
Brugge | 82 | 42 | 12 | 5 |
Xxxxxxxx | 00 | 00 | 00 | 0 |
Xxxx-Xxxx-Xxxxxxxxxx | 134 | 78 | 27 | 10 |
Xxxxxxxx | 00 | 0 | 0 | 0 |
Xxxxxx-Xxxx-Xxxxxxxxxx | 206 | 104 | 25 | 5 |
Prov. West-Vlaanderen | 537 | 285 | 82 | 24 |
Zuid-Oost-Vlaanderen | 107 | 48 | 19 | 2 |
Dender-Waas | 137 | 93 | 17 | 4 |
Gent en rand | 101 | 48 | 16 | 10 |
Xxxxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx | 00 | 00 | 00 | 0 |
Xxxx. Xxxx-Xxxxxxxxxx | 425 | 239 | 65 | 19 |
Midden-Limburg | 110 | 87 | 16 | 10 |
West-Limburg | 71 | 42 | 9 | 3 |
Zuid-Limburg | 50 | 28 | 6 | 2 |
Noord-Limburg | 84 | 51 | 19 | 7 |
Xxxxxxxx | 00 | 00 | 0 | 0 |
Xxxx. Xxxxxxx | 360 | 239 | 54 | 25 |
Vlaanderen | 2.027 | 1.137 | 313 | 107 |
Figuur 31 Aandeel vestigingen met minder dan 50 werknemers: Indeling naar Resoc (2010)
Figuur 32 Aandeel vestigingen met meer dan 199 werknemers: Indeling naar Resoc (2010)
In de metaalsector zijn de kleine vestigingen oververtegenwoordigd. Bijna 57% van de vestigingen stellen minder dan 10 werknemers te werk. In Brugge, Zuid-West-Vlaanderen, Gent en rand, Antwerpen, Turnhout, Leuven, Noord- en Midden- Limburg en Maasland zijn er relatief meer grote vestigingen dan in de andere regio’s.
* Noot bij Figuur 30: door het afronden van de cijfers op het niveau van de regio, is de som van de regio’s groter dan het to- taal.
Wat betekent deze indicator?
Vacatures zijn openstaande arbeidsplaatsen waarvoor de werkgever op zoek is naar een kandidaat-werknemer. Werkgevers kunnen deze vacatures melden aan de VDAB. In de cijfers wordt enkel rekening gehouden met vacatures uit het normaal eco- nomisch circuit zonder uitzendopdrachten (NECzU). Ook vacatures in het kader van tewerkstellingsmaatregelen worden buiten beschouwing gelaten. Tot slot zijn ook de vacatures in de sector uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling uit de cijfers gehaald.
De regionale verdeling is gebaseerd op de hoofdzetel van de onderneming. Over de plaats van tewerkstelling is er onvoldoende informatie beschikbaar. Vacatures ‘buiten Vlaanderen’ kunnen dus afkomstig zijn van ondernemingen met hoofdzetel in Brussel maar met vestigingen in Vlaanderen. Omgekeerd kunnen de ontvangen vacatures uit een regio eigenlijk tewerkstelling in een vestiging buiten deze regio betekenen.
Figuur 33 Aantal ontvangen vacatures in Vlaanderen: Aandeel van de sector (2010)
3,6%
Metaal
Andere
6.898
184.722
96,4%
Figuur 34 Vacaturegraad (openstaande vacatures t.o.v. loontrekkende jobs): Evolutie
1,7%
0,9%
0,7%
2008 2009 2010
Figuur 35 Aantal ontvangen vacatures van de sector: 10 belangrijkste beroepsgroepen (2010)
Metaalbew erker | |||
Andere bureaubedienden | 652 | ||
Technicus | 637 | ||
Handlanger algemeen | 457 | ||
Ingenieur | 410 | ||
Kader privé-sector | 300 | ||
Elektricien | 211 | ||
Houtbew erker | 175 | ||
Havenarbeider, magazijnier | 173 | ||
Vertegenw oordiger | 144 |
2.579
3,6% van alle ontvangen vacatures komt uit de metaalsector, wat laag is in verhouding tot het aandeel van de sector in de binnenlandse werkgelegenheid.
Bij de vacaturegraad zetten we het jaargemiddelde van de openstaande vacatures af tegenover de som van het aantal loon- trekkende jobs en de openstaande vacatures (volgens de definitie van het Steunpunt Werk en Sociale Economie). Deze indi- cator geeft dus het aandeel van de arbeidsplaatsen in de sector aan die niet ingevuld is. De vacaturegraad lag in het crisisjaar 2009 op 0,7%, wat een stuk lager dan de 1,7% van 2008. In 2010 steeg de vacaturegraad terug wat tot 1 ,9%.
Veruit de meeste vacatures betreffen metaalbewerkers maar ook andere bureaubedienden en technici worden geregeld gevraagd.
Figuur 36 Aantal ontvangen vacatures van de sector: Indeling naar Resoc (2010)
Antwerpen is op het vlak van ontvangen vacatures koploper. Gent en rand komt op de tweede plaats.
Het relatieve belang van de sector in het totaal aantal vacatures is het grootst in de Westhoek. In Antwer- pen en Vlaams-Brabant ligt het relatief belang dan weer eerder laag, ook andere sectoren zorgen er voor veel vacatures.
Aantal vacatures
Antwerpen | 911 |
Mechelen | 668 |
Xxxxxxxx | 000 |
Xxxx. Xxxxxxxxx | 1.943 |
Xxxxx-Xxxxxxxxx | 000 |
Xxxxxx | 292 |
Prov. Xxxxxx-Xxxxxxx | 000 |
Xxxxxx | 377 |
Xxxxxxxx | 000 |
Xxxx-Xxxx-Xxxxxxxxxx | 348 |
Oostende | 54 |
Xxxxxx-Xxxx-Xxxxxxxxxx | 000 |
Xxxx. Xxxx-Xxxxxxxxxx | 0.000 |
Xxxx-Xxxx-Xxxxxxxxxx | 263 |
Dender-Waas | 000 |
Xxxx en rand | 726 |
Xxxxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx | 000 |
Xxxx. Xxxx-Xxxxxxxxxx | 1.650 |
Xxxxxx-Xxxxxxx | 000 |
Xxxx-Xxxxxxx | 000 |
Xxxx-Xxxxxxx | 142 |
Xxxxx-Xxxxxxx | 000 |
Xxxxxxxx | 77 |
Prov. Xxxxxxx | 000 |
Xxxxxx Xxxxxxxxxx | 292 |
Eindtotaal | 6.898 |
Figuur 37 Aandeel ontvangen vacatures van de sector t.o.v. totaal aantal vacatures: Indeling naar Resoc (2010)
KNELPUNTBEROEPEN
Knelpuntvacatures
Wat betekent deze indicator?
Niet elke vacature voor een knelpuntberoep geraakt moeilijk ingevuld. Bij de vacatures voor knelpuntberoepen waar het meer dan 90 dagen (of 3 maand) duurde voor ze ingevuld raakten, spreken we van knelpuntvacatures.
Ook hier is voor de regionale verdeling rekening gehouden met de regionale knelpunten die kunnen afwijken van de Vlaamse lijst van knelpuntberoepen.
Figuur 38 Aandeel knelpuntvacatures in de sector (2010)
Figuur 39 Aandeel knelpuntvacatures in alle sectoren (2010)
31,4%
8,6%
22,5%
77,5%
Geen knelpuntvacatures Knelpuntvacatures
Bijna één derde van de ontvangen vacatures in de metaalsector zijn knelpuntvacatures, wat beduidend meer is dan het ge- middelde over alle sectoren.
De meeste knelpuntvacatures zijn te vinden bij de beroepen technicus, insteller-bediener van werktuigmachines en lasser. Het aandeel van de knelpuntvacatures in het totaal aantal vacatures in de sector loopt in het Meetjesland-Leiestreek en Leu- ven het hoogst op.
Figuur 40 Aantal knelpuntvacatures in de sector: 10 belangrijkste clusters van knelpuntberoepen (2010)
Technicus Insteller-bediener van w erktuigmachines
Lasser
Ingenieur Onderhoudsmecanicien van machines en industriële
installaties
Rigger-monteerder Arbeider in de metaalconstructie
Elektricien Buizenfitter
Schrijnw erker en meubelmaker
111
100
76
65
57
52
51
140
181
201
Figuur 41 Aandeel van de knelpuntvacatures in het totaal aantal vacatures van de sector: Indeling naar Resoc (2010)
REMEDIËRING
Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO)
Wat betekent deze indicator?
De individuele beroepsopleiding in de onderneming is een opleiding waarbij een cursist op de werkplek wordt getraind en be- geleid. Het bedrijf betaalt geen loon en RSZ, enkel een productiviteitspremie. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht om de cursist aan te werven met een contract voor onbepaalde duur.
Figuur 42 Aantal gestarte IBO’s in Vlaanderen: aandeel van de sector (2010)
8,1%
Metaal
Andere
952
10.849
91,9%
Figuur 43 Aantal gestarte IBO’s in de sector: Indeling naar kenmerk (2010)
824
128
Geslacht M V
Leeftijd
Scholingsniveau
<25 j.
440
26
486
61
536
355
Laag
25-49 j.
Midden
>=50 j.
Hoog
Knelpuntberoep
Origine
Knelpunt
807
145
475
477
EU
Geen knelpunt
Niet-EU
551
190
692
Werkloosheidsduur
5 <1 j.
1-2 j.
2-5 j.
>5 j.
De metaalsector is goed voor 8% van alle Individuele Beroepsopleidingen in de Onderneming (IBO). Tegenover het belang van de sector in de totale werkgelegenheid (6%) staan dus relatief veel IBO’s. Er worden vooral mannen via IBO tewerkge- steld. Qua leeftijd zijn de IBO’s relatief gelijk verdeeld behalve wat betreft de 50-plussers. Vooral veel middengeschoolden maar ook laaggeschoolden worden gevraagd. Allochtonen vinden moeilijker de weg naar een IBO. In verhouding tot andere sectoren zijn relatief meer langdurig werkzoekenden die via IBO in de metaal tewerkgesteld worden. Het gaat bij de helft van de IBO’s om knelpuntberoepen.
Figuur 44 Aantal gestarte IBO’s in de sector: Indeling naar Resoc (2010)
Figuur 45 Aandeel van de gestarte IBO’s t.o.v. aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010)
BIJLAGE
Nace-codes
Deze sector omvat:
NACE OMSCHRIJVING
24100 Vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen
27402 | Vervaardiging van verlichtingsapparaten | ||
00000 | Xxxxxxxxxx van bandstaal | 27510 | Vervaardiging van elektrische huishoudapparaten |
24330 | Koudvervormen of koudfelsen | 27520 | Vervaardiging van niet-elektrische huishoudapparaten |
24340 | Koudtrekken van draad | 27900 | Vervaardiging van andere elektrische apparatuur |
24410 | Productie van edelmetalen | 28110 | Vervaardiging van motoren en turbines, exclusief motoren voor |
24420 | Productie van aluminium | luchtvaartuigen, motorvoertuigen en bromfietsen | |
24430 | Productie van lood, zink en tin | 28120 | Vervaardiging van hydraulische apparatuur |
24200 Vervaardiging van buizen, pijpen, holle profielen en fittings daarvoor, van staal 24310 Koudtrekken van staven
NACE OMSCHRIJVING
27310 Vervaardiging van kabels van optische vezels
27320 | Vervaardiging van andere elektrische en elektronische kabels |
27330 | Vervaardiging van schakelaars, stekkers, stopcontacten e.d. |
27401 | Vervaardiging van lampen |
24440 | Productie van koper |
24450 | Productie van andere non-ferrometalen |
24460 | Bewerking van splijt- en kweekstoffen |
28130 | Vervaardiging van andere pompen en compressoren |
28140 | Vervaardiging van andere kranen en dergelijke artikelen |
28150 | Vervaardiging van tandwielen, lagers en andere drijfwerkelementen |
28210 | Vervaardiging van ovens en branders |
28220 | Vervaardiging van hijs-, hef- en transportwerktuigen | ||
24520 | Gieten van staal | 28230 | Vervaardiging van kantoormachines en -uitrusting (exclusief computers en |
24530 | Gieten van lichte metalen | randapparatuur) | |
24540 | Gieten van andere non-ferrometalen | 28240 | Vervaardiging van elektrisch handgereedschap |
25110 | Vervaardiging van metalen constructiewerken en delen daarvan | 28250 | Vervaardiging van machines en apparaten voor xx xxxxxxxxxxxx xx xx |
00000 Xxxxxx van ijzer
25120 Vervaardiging van metalen deuren en vensters
25210 Vervaardiging van radiatoren en ketels voor centrale verwarming
25290 Vervaardiging van andere tanks, reservoirs en bergingsmiddelen, van metaal
28295 | Vervaardiging van filtreertoestellen | ||
25400 | Vervaardiging van wapens en munitie | 28296 | Vervaardiging van hogedrukreinigers, zandstraalapparaten en dergelijk |
25501 | Smeden van metaal | reinigingsmateriaal | |
25502 | Persen, stampen en profielwalsen van metaal; poedermetallurgie | 28299 | Vervaardiging van andere machines en apparaten voor algemeen gebruik, |
25610 | Oppervlaktebehandeling van metalen | n.e.g. | |
25620 | Verspanend bewerken van metalen | 28300 | Vervaardiging van machines en werktuigen voor de landbouw en de bosbouw |
25710 | Vervaardiging van scharen, messen, bestekken, enz. |
25300 Vervaardiging van stoomketels, exclusief warmwaterketels voor centrale verwarming
klimaatregeling, voor niet-huishoudelijk gebruik 28291 Vervaardiging van verpakkingsmachines
28292 | Vervaardiging van weegtoestellen |
28293 | Vervaardiging van toestellen voor het spuiten van vloeistoffen of poeder |
28294 | Vervaardiging van verkoopautomaten |
25720 Vervaardiging van hang- en sluitwerk
25731 Vervaardiging van vormkasten en gietvormen
25739 Vervaardiging van gereedschap, m.u.v. vormkasten en gietvormen
25910 Vervaardiging van stalen vaten en dergelijke
25920 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van licht metaal
25930 Vervaardiging van artikelen van xxxxx en van kettingen en veren 25940 Vervaardiging van bouten, schroeven en moeren
25991 Vervaardiging van huishoudelijke en sanitaire artikelen van metaal 25999 Vervaardiging van overige artikelen van metaal, n.e.g.
26110 Vervaardiging van elektronische onderdelen
28410 | Vervaardiging van machines voor de metaalbewerking |
28490 | Vervaardiging van andere gereedschapswerktuigen |
28910 | Vervaardiging van machines voor de metallurgie |
28920 Vervaardiging van machines voor de winning van delfstoffen en voor de bouw 28930 Vervaardiging van machines voor de productie van voedings- en
genotmiddelen
28940 Vervaardiging van machines voor de productie van textiel, kleding en leer
28950 Vervaardiging van machines voor de productie van papier en karton 28960 Vervaardiging van machines voor de kunststof- en rubberindustrie
28990 Vervaardiging van andere machines, apparaten en werktuigen voor specifieke
26120 26200 | Vervaardiging van elektronische printplaten Vervaardiging van computers en randapparatuur | 29100 | doeleinden, n.e.g. Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen |
26300 | Vervaardiging van communicatieapparatuur | 29201 | Vervaardiging van carrosserieën voor motorvoertuigen |
26400 | Vervaardiging van consumentenelektronica | 29202 | Vervaardiging van aanhangwagens, caravans en opleggers |
26510 | Vervaardiging van meet-, controle- en navigatie-instrumenten en -apparatuur | 29310 | Vervaardiging van elektrische en elektronische benodigdheden voor |
motorvoertuigen | |||
26520 | Vervaardiging van uurwerken | 29320 | Vervaardiging van andere delen en toebehoren van motorvoertuigen |
26600 | Vervaardiging van bestralingsapparatuur en van elektromedische en elektrotherapeutische apparatuur | 30110 | Bouw van schepen en drijvend materieel |
30200 | Vervaardiging van rollend materieel voor spoorwegen | ||
26800 | Vervaardiging van magnetische en optische media | 30300 | Vervaardiging van lucht- en ruimtevaartuigen en van toestellen in verband daarmee |
27110 | Vervaardiging van elektromotoren en van elektrische generatoren en | 30400 | Vervaardiging van militaire gevechtsvoertuigen |
transformatoren | 30910 | Vervaardiging van motorfietsen | |
27120 | Vervaardiging van schakel- en verdeelinrichtingen | 30920 | Vervaardiging van fietsen en invalidenwagens |
27200 | Vervaardiging van batterijen en accumulatoren | 30990 | Vervaardiging van andere transportmiddelen, n.e.g. |
26700 Vervaardiging van optische instrumenten en van foto- en filmapparatuur
30120 Bouw van plezier- en sportvaartuigen