TOELICHTING OP DE ARTIKELEN IN HET CAPACITEITSBEPERKINGSCONTRACT
TOELICHTING OP DE ARTIKELEN IN HET CAPACITEITSBEPERKINGSCONTRACT
Dit document geeft een toelichting op de artikelen in het capaciteitsbeperkingscontract voor congestiemanagement. De tekst in het contract is leidend en deze toelichting is niet bindend.
Invoedings- en verbruikscongestie
Bij invoedingscongestie is er een tekort aan transportcapaciteit doordat aangeslotenen teveel elektriciteit gelijktijdig willen invoeden. Met de contractant kan voor die situatie worden afgesproken dat hij zijn invoeding beperkt of meer afneemt uit het net.
Bij verbruikscongestie is er een tekort aan transportcapaciteit doordat aangeslotenen teveel elektriciteit gelijktijdig willen afnemen. Voor deze situatie kan met de contractant worden overeengekomen dat hij zijn verbruik beperkt of meer invoedt op het net.
Vermelding van partijen
Bij een capaciteitsbeperkingscontract kan de aangeslotene ervoor kiezen om een CSP aan te wijzen. Indien de aangeslotene hiervoor kiest, dan vertegenwoordigt de CSP de aangeslotene onder andere bij de ondertekening van het capaciteitsbeperkingscontract inclusief eventuele wijzigingen hierop (de CSP tekent namens de aangeslotene). De contractant is en blijft in alle gevallen de aangeslotene, ongeacht of het capaciteitsbeperkingscontract wordt ondertekend door de aangeslotene zelf of door iemand van de CSP.
Tekent de aangeslotene zelf, dan moet uit het uittreksel van de KvK blijken dat de ondertekenaar tekenbevoegd is. Wijst de aangeslotene een CSP aan dan moet hiervoor een volmacht ingevuld worden. De volmacht wordt ondertekend door een tekenbevoegde van de aangeslotene. Het capaciteitsbeperkingscontract wordt vervolgens ondertekend door een tekenbevoegde van de CSP. Er is een model volmacht beschikbaar; zie bijlage 2.
Overwegingen
In de overwegingen staat relevante achtergrondinformatie die meer context geeft over het capaciteitsbeperkingscontract. Zoals opgenomen in overweging F vindt de netbeheerder het van belang dat de inhoud en gevolgen van het capaciteitsbeperkingscontract duidelijk zijn voor degene met wie het capaciteitsbeperkingscontract wordt aangegaan. Daarin vervult ook deze toelichting een rol. Indien er ook na lezing van deze toelichting nog vragen zouden zijn over het capaciteitsbeperkingscontract dan vernemen we dat als netbeheerder graag.
Artikel 2 (Overeengekomen capaciteitsbeperking)
In het capaciteitsbeperkingscontract wordt overeengekomen dat er een capaciteitsbeperking kan worden toegepast. In bijlage 1 wordt deze gespecificeerd.
Het aanpassen van de transportvraag zoals overeengekomen in het dit capaciteitsbeperkingscontract, kan consequenties hebben voor bijvoorbeeld de energieleverancier, BRP of meetverantwoordelijke van de aangeslotene. Het is de verantwoordelijkheid van de aangeslotene om deze partijen op de hoogte te brengen van het bestaan van het capaciteitsbeperkingscontract en waar nodig afspraken te maken over de consequenties.
Artikel 5 (Niet-nakoming en aansprakelijkheid)
In dit artikel worden de regels over het niet nakomen van de afspraken over de capaciteitsbeperking en aansprakelijkheid voor de eventuele schade ten gevolge van het niet nakomen van de afspraken vastgelegd.
• Geen vergoeding bij niet-nakoming
Onder niet-nakoming wordt het niet voldoen aan de overeengekomen capaciteitsbeperking verstaan. Bij niet-nakoming krijgt de aangeslotene of CSP in ieder geval geen vergoeding over de desbetreffende onbalansverrekeningsperiodes.
• Contractant aansprakelijk bij toerekenbare niet-nakoming
Wanneer er sprake is van niet-nakoming door de aangeslotene of CSP kan het ook zijn dat er schade ontstaat bij de netbeheerder of bij aangeslotenen. Wanneer dit het geval is, kan het zijn dat de contractant (bij een capaciteitsbeperkingscontract is dat altijd de aangeslotene) hiervoor aansprakelijk is, tenzij de niet-nakoming niet aan de aangeslotene kan worden toegerekend (bijvoorbeeld bij overmacht). Om te bepalen of er sprake is van schade waarvoor aangeslotene aansprakelijk is, dient een tweetal vragen (volgordelijk) te worden beantwoord:
1. Kan de niet-nakoming aan aangeslotene worden toegerekend?
Het systeem van artikel 5 is gelijk aan het wettelijke systeem van aansprakelijkheid met het verschil tussen toerekenbare en niet-toerekenbare tekortkoming. Bij een toerekenbare tekortkoming kan dit leiden leidt tot schadeplichtigheid tegenover de netbeheerder. Bij een niet-toerekenbare tekortkoming is sprake van overmacht en dan is er geen schadevergoedingsplicht. Of de niet-nakoming de aangeslotene kan worden toegerekend, hangt af van de concrete omstandigheden en de eventuele uiteindelijke beoordeling door een rechter. Bij opzet of grove schuld van de aangeslotene of de CSP is het duidelijk dat de niet-nakoming toegerekend kan worden aan de aangeslotene.
Als er echter sprake is van overmacht, kan de niet-nakoming niet toegerekend worden aan de aangeslotene en is eventuele schade ook niet te verhalen op de aangeslotene. Wat overmacht is, hangt ook weer af van de concrete omstandigheden en is ook uiteindelijk ter beoordeling aan de rechter.
2. Is er sprake van schade en zo ja, wat is deze schade?
Het niet nakomen van de afspraken uit het capaciteitsbeperkingscontract kan ertoe leiden dat er schade ontstaat (niet iedere niet-nakoming leidt tot schade). Schade kan zowel schade aan het elektriciteitsnet zijn als andere schade (ook indirecte of gevolgschade).
Andere schade van de netbeheerder kan bijvoorbeeld ook zijn de compensatievergoedingen die de netbeheerder op grond van de regelgeving moet betalen als door de niet-nakoming het transport voor andere aangeslotenen onderbroken moet worden en deze onderbrekingen een bepaalde tijd duren.
De netbeheerder zal indien mogelijk maatregelen nemen om schade te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.
De wet koppelt geen duidelijke limiet aan de aansprakelijkheid. Om de gevolgen voor de aangeslotene beheersbaar te houden hebben de netbeheerders wel expliciet een aansprakelijkheidslimiet ingebouwd. Op die limiet kan alleen geen beroep worden gedaan als sprake is van opzet of grove schuld. De hoogte van het bedrag waarvoor de aangeslotene per gebeurtenis aansprakelijk gesteld kan worden is, behalve in het geval van opzet of grove schuld en behalve indien lid 2b van toepassing is, beperkt tot de totale waarde van het contract over de voorafgaande 12 maanden. In lid 2 tot en met 5 van artikel 5 wordt toegelicht hoe dit bedrag berekend wordt.
In lid 7 van artikel 5 wordt beschreven dat de mogelijke consequentie van het herhaaldelijk niet nakomen van de overeengekomen capaciteitsbeperking, het beëindigen van het capaciteitsbeperkingscontract is. Dit zal de netbeheerder echter alleen in die gevallen doen waarin zij geen andere oplossing ziet. Indien het aangaan van het capaciteitsbeperkingscontract een voorwaarde was voor het verhogen of verkrijgen van transportvermogen, zal de netbeheerder tegelijk met het beëindigen van het capaciteitsbeperkingscontract ook het transportvermogen in de ATO terugbrengen naar de situatie van voor het aangaan van het capaciteitsbeperkingscontract. Hiermee voorkomt de netbeheerder dat de aangeslotene onbeperkt gebruik kan maken van het transportvermogen en daarmee de netveiligheid in gevaar kan brengen.
Artikel 7 (Algemene informatieplicht)
Hierbij dient met name gedacht te worden aan storingen, onderhoud of tijdelijke uitbedrijfname van assets die worden ingezet om aan de verplichtingen uit het capaciteitsbeperkingscontract te voldoen.
Artikel 8 (Vertrouwelijkheid)
Het capaciteitsbeperkingscontract is opgesteld voor marktgebaseerd congestiemanagement. De in een individueel contract overeengekomen vergoeding betreft daarom marktgevoelige informatie. De vergoeding en de berekening ervan mogen daarom niet met derden gedeeld worden, tenzij er een wettelijke verplichting is om die met derden te delen. Ingeval van de netbeheerder kan de ACM bijvoorbeeld de overeengekomen vergoedingen opvragen. De aangeslotene mag de vergoeding vertrouwelijk wel delen met een eventuele moedermaatschappij en met zijn bank indien dat laatste voor de financiering noodzakelijk is. In die gevallen wordt het delen beschouwd als zijnde ter uitvoering van het capaciteitsbeperkingscontract. Voor het delen van de vergoeding met andere derden heeft de aangeslotene vooraf schriftelijk toestemming van de netbeheerder nodig.
De overeengekomen vergoeding is afhankelijk van de situatie en kan per klant verschillen.
Artikel 9 (Aansluit- en transportovereenkomst)
De aansluit- en transportovereenkomst tussen de aangeslotene en de netbeheerder blijft gedurende de looptijd van het capaciteitsbeperkingscontract van toepassing.
De Netbeheerder werkt niet mee aan de overgang van rechten en verplichtingen uit de aansluit- en transportovereenkomst aan een derde, zonder dat ook de rechten en verplichtingen uit het capaciteitsbeperkingscontract mee overgaan naar die derde.
De aansluit- en transportovereenkomst en capaciteitsbeperkingscontract worden zo feitelijk aan elkaar gekoppeld.
Artikel 10 (Looptijd, wijzigingen en overdracht van rechten en verplichtingen)
Het capaciteitsbeperkingscontract loopt totdat congestie in het betreffende gebied is opgelost of tot de overeengekomen uiterste einde contractdatum. De Netbeheerder stelt de aangeslotene minimaal drie maanden voor de verwachte ingebruikname van de verzwaring waarmee de congestie wordt opgelost op de hoogte.
Capaciteitsbeperkingscontracten die zijn aangegaan voor invoedingscongestie zijn tussentijds opzegbaar, behalve als het capaciteitsbeperkingscontract een voorwaarde is geweest om transportvermogen te krijgen.
Bij invoedingscongestie hebben de netbeheerders meestal een alternatieve oplossing als het capaciteitsbeperkingscontract eindigt voordat de congestie is opgelost. Dergelijke alternatieven zijn echter niet wenselijk als het capaciteitsbeperkingscontract een voorwaarde is geweest voor het verkrijgen van transportcapaciteit. In dat geval zijn deze capaciteitsbeperkingscontracten voor invoedingscongestie niet tussentijds opzegbaar.
Bij verbruikscongestie is er vaak geen alternatieve oplossing en daarom zijn deze capaciteitsbeperkingscontracten niet tussentijds opzegbaar; ongeacht of de aangeslotene verbruik beperkt of extra invoedt om de congestie te voorkomen.
Als een aangeslotene zich door een (andere) CSP wil laten vertegenwoordigen, dan moet de netbeheerder hiervan op de hoogte worden gesteld. Er wordt vervolgens een datum overeengekomen waarop de wijziging ingaat waarna het ‘Mutatieformulier CSP wissel’ wordt ingevuld en ondertekend.
Artikel 11 (Bijlage 1)
Alle relevante variabelen en bijzondere afspraken worden opgenomen in bijlage 1, dat integraal onderdeel is van het capaciteitsbeperkingscontract. Voor invoedingscongestie en verbruikscongestie zijn er aparte bijlages.
Artikel 12 (Derdenbeding)
Deze bepaling maakt het mogelijk dat zowel de regionale netbeheerder als de landelijke netbeheerder tot afroep van de capaciteitsbeperking kunnen overgaan.
Artikel 14 (Wijziging van dit capaciteitsbeperkingscontract)
Aangezien de wet- en regelgeving rondom congestiemanagement, maar ook meer in het algemeen (Energiewet gaat Elektriciteitswet 1998 en Gaswet vervangen) in beweging is, is een bepaling opgenomen die regelt hoe hiermee om te gaan. Als bepalingen nietig worden verklaard, vernietigd worden of anderszins niet rechtsgeldig worden verklaard, dan blijven de overige bepalingen van kracht. Partijen hebben een inspanningsplicht om die vervallen bepalingen te vervangen. Tot die tijd wordt er indien mogelijk zoveel mogelijk conform de oorspronkelijke contractsbepalingen gehandeld.
Ondertekening
Het capaciteitsbeperkingscontract wordt ondertekend door rechtsgeldige vertegenwoordigers van de betreffende netbeheerder en de aangeslotene.
De aangeslotene is in alle gevallen de contractant, ook al wordt deze vertegenwoordigd door een CSP. Bij de ondertekening moet dus de bedrijfsnaam van de aangeslotene worden genoemd.
Bij vertegenwoordiging door de CSP zal een rechtsgeldige vertegenwoordiger van de CSP het capaciteitsbeperkingscontract namens de aangeslotene tekenen.