H2020-programma
H2020-programma
Modelsubsidieovereenkomst met één begunstigde
Xxxxx Xxxxxxxxxx-Xxxxx-Acties-forfaitaire financiering specifieke behoeften (H2020 MSO MSCA-SNLS — Mono)
Afwijzing van aansprakelijkheid
Versie 5.0
27 oktober 2017
Dit document dient ter ondersteuning voor aanvragers van financiering in het kader van Horizon 2020. Het bevat alle bepalingen die kunnen worden toegepast op dit type subsidieovereenkomst, en dient louter ter informatie. De juridisch bindende subsidieovereenkomst is de overeenkomst die voor elke actie door de partijen wordt ondertekend.
WIJZIGINGEN | ||
Versie | Publicatie- datum | Wijzigingen |
1.0 – 4.0 | ▪ n.v.t. | |
5.0 | dd.mm.2017 | ▪ Eerste versie |
EUROPESE COMMISSIE UITVOEREND AGENTSCHAP ONDERZOEK (REA) Directeur |
MODELSUBSIDIEOVEREENKOMST VOOR HET HORIZON 2020-PROGRAMMA1
XXXXX XXXXXXXXXX-XXXXX-ACTIES-FORFAITAIRE SUBSIDIES SPECIFIEKE BEHOEFTEN2
(H2020 MSO MSCA-SNLS — Mono)
Inleidende opmerking
H2020 MSO MSCA-SNLS — Mono verschilt van de algemene MSO — Mono als volgt:
• artikel 4 (geraamde uitsplitsing forfaitair bedrag)
• artikel 5 (maximaal subsidiebedrag en subsidievorm)
• artikel 6 (niet van toepassing)
• artikel 9 t/m 16 (niet van toepassing)
• artikel 18 (specifieke bepalingen inzake het bijhouden van gegevens)
• de artikelen 20 en 21 (specifieke bepalingen inzake verslaglegging en betalingen)
• de artikelen 23a t/m 34 (niet van toepassing)
• de artikelen 32, 33, 34 en 37 (niet van toepassing)
• artikel 42 (niet van toepassing)
• artikel 44 (specifieke bepalingen inzake de berekening van terugvorderingen)
• artikel 56 (niet van toepassing)
• artikel 56a (portabiliteit)
• bijlage 2 (geraamde uitsplitsing forfaitair bedrag)
• bijlage 4 (model voor de financiële staat)
• de bijlagen 5 en 6 (niet van toepassing)
⮚ Blauwe voetnoten worden niet weergegeven in de uiteindelijke tekst die door het IT -systeem wordt aangemaakt voor ondertekening (omdat zij alleen interne instructies betreffen).
⮚ In grijs weergegeven tekst in de H2020 Algemene MSO is niet van toepassing op deze subsidieovereenkomst.
⮚ Voor opties [schuingedrukt tussen vierkante haken]: de van toepassing zijnde optie moet in het IT- systeem worden gekozen. Niet-gekozen opties zullen automatisch niet worden weergegeven of worden weergegeven als "niet van toepassing". Gekozen opties worden schuingedrukt, zonder haken en zonder de titel "Optie" weergegeven (zodat begunstigden meteen zien dat een specifieke regel van toepassing is).
⮚ Voor grijze velden tussen vierkante haken ([...]) (zelfs als zij onderdeel uitmaken van een optie zoals omschreven in het voorgaande punt): voer de juiste gegevens in het IT-systeem in.
⮚ Het IT-systeem zal een informatieblad aanmaken waarin de gekozen opties worden bevestigd en de gegevens zijn ingevoerd.
1 Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) ("Verordening (EU) nr. 1291/2013 tot vaststelling van het kaderprogramma H2020") (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
2 Met MSCA-SNLS-subsidies worden de extra kosten gefinancierd die onderzoekers of personeelsleden met specifieke behoeften ondervinden bij deelname aan MSCA-ITN-, IF-, RISE- en COFUND-acties.
SUBSIDIEOVEREENKOMST
NUMMER [nummer invullen] — [acroniem invullen]
Deze overeenkomst ("de overeenkomst") wordt afgesloten tussen de volgende partijen:
enerzijds
het Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA) ("het Agentschap"), onder de bevoegdheid van de Europese Commissie ("de Commissie"), voor de ondertekening van deze overeenkomst vertegenwoordigd door [[functie, [directoraat-generaal, directoraat, eenheid] [afdeling]], [voornaam en achternaam]3,
en anderzijds
"de begunstigde":
[volledige officiële naam (korte naam)], gevestigd te [volledig officieel adres], [OPTIE voor begunstigden met btw: btw-nummer [nummer invoegen]], vertegenwoordigd voor de ondertekening van de overeenkomst door [functie, voornaam en achternaam].
De bovengenoemde partijen zijn overeengekomen de overeenkomst aan te gaan overeenkomstig de hieronder beschreven algemene voorwaarden.
Door de overeenkomst te ondertekenen, aanvaardt de begunstigde de subsidie en stemt hi j ermee in de actie onder zijn eigen verantwoordelijkheid en in overeenstemming met deze overeenkomst uit te voeren en aan alle verplichtingen en voorwaarden die in de overeenkomst staan beschreven, te voldoen.
De overeenkomst bestaat uit:
Algemene voorwaarden
Bijlage 1 Beschrijving van de actie
Bijlage 2 Geraamde uitsplitsing forfaitair bedrag Bijlage 3 Toetredingsformulier
Bijlage 4 Model voor de financiële staten Bijlage 5 (niet van toepassing)
3 De persoon die het Agentschap vertegenwoordigt, moet een ordonnateur (of een gedelegeerd of gesubdelegeerd ordonnateur) zijn, aangewezen overeenkomstig document 60008 van 22.2.2001 "Mise en place de la Charte des ordonnateurs".
Bijlage 6 (niet van toepassing)
ALGEMENE VOORWAARDEN
INHOUDSOPGAVE
ARTIKEL 1 — VOORWERP XXX XX XXXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 2 — UIT TE VOEREN ACTIE 11
ARTIKEL 3 — DUUR EN AANVANGSDATUM VAN DE ACTIE 11
ARTIKEL 4 — GERAAMDE UITSPLITSING VAN HET FORFAITAIRE BEDRAG EN OVERDRACHTEN VAN AANDELEN DAARVAN 11
4.1 Geraamde uitsplitsing forfaitair bedrag 11
4.2 Overdrachten van aandelen van het forfaitaire bedrag 12
ARTIKEL 5 — SUBSIDIEBEDRAG EN SUBSIDIEVORM 12
5.1 Maximaal subsidiebedrag 12
5.3 Definitief subsidiebedrag — Berekening 12
5.4 Herzien definitief subsidiebedrag — Berekening 13
ARTIKEL 6 — SUBSIDIABELE EN NIET-SUBSIDIABELE KOSTEN 13
HOOFDSTUK 4 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE PARTIJEN 13
AFDELING 1 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE ACTIE 13
ARTIKEL 7 — ALGEMENE VERPLICHTING OM DE ACTIE NAAR BEHOREN UIT TE VOEREN 13
7.1 Algemene verplichting om de actie naar behoren uit te voeren 13
7.2 Gevolgen van niet-nakoming 13
ARTIKEL 8 — MIDDELEN OM DE ACTIE UIT TE VOEREN — BIJ DE ACTIE BETROKKEN DERDEN 14
ARTIKEL 9 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR BEGUNSTIGDEN DIE GEEN
ARTIKEL 10 — INKOOP VAN GOEDEREN, WERKZAAMHEDEN OF DIENSTEN 14
ARTIKEL 11 — GEBRUIK VAN DOOR DERDEN TEGEN BETALING VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA 14
ARTIKEL 12 — GEBRUIK VAN KOSTELOOS DOOR DERDEN VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA 14
ARTIKEL 13 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR SUBCONTRACTANTEN 14
ARTIKEL 14 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR XXXXXXXXX DERDEN 14
ARTIKEL 14a — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR INTERNATIONALE PARTNERS 14
ARTIKEL 15 — FINANCIËLE STEUN AAN DERDEN 15
ARTIKEL 16 — VERLENING VAN TRANSNATIONALE OF VIRTUELE TOEGANG TOT ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR 15
AFDELING 2 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET DE SUBSIDIEADMINISTRATIE 15
ARTIKEL 17 — ALGEMENE INFORMATIEVERPLICHTING 15
17.1 Algemene verplichting om op verzoek informatie te verstrekken 15
17.2 Verplichting tot het actueel houden van gegevens en het verstrekken van inlichtingen over gebeurtenissen en omstandigheden die vermoedelijk van invloed zijn op de overeenkomst 15
17.3 Gevolgen van niet-nakoming 15
ARTIKEL 18 — SCHRIFTELIJKE GEGEVENS BIJHOUDEN — BEWIJSSTUKKEN BEWAREN 16
18.1 Verplichting tot het bijhouden van schriftelijke gegevens en bewaren van overige bewijsstukken 16
18.2 Gevolgen van niet-nakoming 16
ARTIKEL 19 — INDIENING VAN PRESTATIES 16
19.1 Verplichting tot indiening van prestaties 16
19.2 Gevolgen van niet-nakoming 17
ARTIKEL 20 — VERSLAGEN — BETALINGSVERZOEKEN 17
20.1 Verplichting tot indiening van verslagen 17
20.3 Periodieke verslagen — Verzoeken om tussentijdse betalingen 17
20.4 Eindverslag — Verzoek om betaling van het saldo 17
20.5 Informatie over cumulatieve verrichte uitgaven 18
20.6 Valuta voor financiële staten 18
20.8 Gevolgen van niet-nakoming 18
ARTIKEL 21 — BETALINGEN EN BETALINGSREGELINGEN 18
21.1 Te verrichten betalingen 18
21.2 Voorfinanciering — Bedrag — Ingehouden bedrag voor het garantiefonds 19
21.3 Tussentijdse betalingen — Bedrag — Berekening 19
21.4 Betaling van het saldo — Bedrag — Berekening — Vrijgave van het voor het garantiefonds ingehouden bedrag 19
21.5 Kennisgeving van de verschuldigde bedragen 20
21.6 Valuta voor betalingen 21
21.7 Te verrichten betalingen aan de begunstigde 21
21.8 Bankrekening voor betalingen 21
21.9 Kosten voor overmakingen 21
21.11 Gevolgen van niet-nakoming 21
ARTIKEL 22 — CONTROLES, BEOORDELINGEN, AUDITS EN ONDERZOEKEN — EXTRAPOLATIE VAN BEVINDINGEN 22
22.1 Controles, beoordelingen en audits door het Agentschap en de Commissie 22
22.2 Onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (XXXX) 24
22.3 Controles en audits door de Europese Rekenkamer 25
22.5 Gevolgen van bevindingen uit controles, beoordelingen, audits en onderzoeken — Extrapolatie van bevindingen 25
22.6 Gevolgen van niet-nakoming 27
ARTIKEL 23 — EVALUATIE VAN HET EFFECT VAN DE ACTIE 27
23.1 Recht om het effect van de actie te evalueren 27
23.2 Gevolgen van niet-nakoming 27
AFDELING 3 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BACKGROUND EN RESULTATEN 27
ARTIKEL 23a — BEHEER VAN INTELLECTUELE EIGENDOM 27
ONDERAFDELING 2 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BACKGROUND 27
ARTIKEL 24 — OVEREENKOMST BETREFFENDE BACKGROUND 27
ARTIKEL 25 — TOEGANGSRECHTEN VOOR BACKGROUND 27
ONDERAFDELING 3 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT RESULTATEN 28
ARTIKEL 26 — EIGENDOM VAN RESULTATEN 28
ARTIKEL 27 — BESCHERMING VAN RESULTATEN — ZICHTBAARHEID VAN EU- FINANCIERING 28
ARTIKEL 28 — EXPLOITATIE VAN RESULTATEN 28
ARTIKEL 29 — VERSPREIDING VAN RESULTATEN — OPEN TOEGANG — ZICHTBAARHEID VAN EU-FINANCIERING 28
ARTIKEL 30 — OVERDRACHT EN IN LICENTIE GEVEN VAN RESULTATEN 28
ARTIKEL 31 — TOEGANGSRECHTEN VOOR RESULTATEN 28
AFDELING 4 OVERIGE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN 28
ARTIKEL 32 — REKRUTERING EN ARBEIDSVOORWAARDEN VAN ONDERZOEKERS 28
ARTIKEL 33 — GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN 28
ARTIKEL 34 — ETHISCHE KWESTIES EN ONDERZOEKSINTEGRITEIT 28
ARTIKEL 35 — BELANGENCONFLICTEN 28
35.1 Verplichting tot het voorkomen van belangenconflicten 29
35.2 Gevolgen van niet-nakoming 29
36.1 Algemene verplichting tot geheimhouding 29
36.2 Gevolgen van niet-nakoming 30
ARTIKEL 37 — BEVEILIGINGSGERELATEERDE VERPLICHTINGEN 30
ARTIKEL 38 — PROMOTIE VAN DE ACTIE — ZICHTBAARHEID VAN EU- FINANCIERING 30
38.1 Communicatieactiviteiten door begunstigden 30
38.2 Communicatieactiviteiten van het Agentschap en de Commissie 31
38.3 Gevolgen van niet-nakoming 32
ARTIKEL 39 — VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS 32
39.1 Verwerking van persoonsgegevens door het Agentschap en de Commissie 32
39.2 Verwerking van persoonsgegevens door de begunstigden 33
39.3 Gevolgen van niet-nakoming 33
ARTIKEL 40 — CESSIES VAN VORDERINGEN OP HET AGENTSCHAP 33
ARTIKEL 41 FUNCTIES EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN BEGUNSTIGDEN — RELATIE MET AANVULLENDE BEGUNSTIGDEN — RELATIE MET PARTNERS VAN EEN GEZAMENLIJKE ACTIE 33
41.1 Functies en verantwoordelijkheden jegens het Agentschap 33
41.2 Interne verdeling van functies en verantwoordelijkheden 34
41.3 Interne regelingen tussen begunstigden — Consortiumovereenkomst 34
41.4 Relatie met aanvullende begunstigden — Samenwerkingsovereenkomst 34
41.5 Relatie met partners van een gezamenlijke actie — Coördinatieovereenkomst 34
HOOFDSTUK 6 AFWIJZING VAN KOSTEN — VERLAGING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG
— TERUGVORDERING — SANCTIES — SCHADE — OPSCHORTING — BEËINDIGING — OVERMACHT 34
AFDELING 1 AFWIJZING VAN KOSTEN — VERLAGING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG
— TERUGVORDERING — SANCTIES 34
ARTIKEL 42 — AFWIJZING VAN NIET-SUBSIDIABELE KOSTEN 34
ARTIKEL 43 – VERLAGING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG 34
43.2 In mindering te brengen bedrag –– Berekening –– Procedure 35
ARTIKEL 44 — TERUGVORDERING VAN ONVERSCHULDIGDE BEDRAGEN 36
44.1 Terug te vorderen bedrag –– Berekening –– Procedure 36
ARTIKEL 45 — ADMINISTRATIEVE SANCTIES 38
AFDELING 2 AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE 38
ARTIKEL 46 — AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE 38
46.1 Aansprakelijkheid van het Agentschap 38
46.2 Aansprakelijkheid van de begunstigde 39
AFDELING 3 OPSCHORTING EN BEËINDIGING 39
ARTIKEL 47 — OPSCHORTING VAN DE BETALINGSTERMIJN 39
ARTIKEL 48 — OPSCHORTING VAN BETALINGEN 40
ARTIKEL 49 — OPSCHORTING VAN DE UITVOERING VAN DE ACTIE 41
49.1 Opschorting van de uitvoering van de actie door de begunstigde 41
49.2 Opschorting van de uitvoering van de actie door het Agentschap 41
ARTIKEL 50 — BEËINDIGING XXX XX XXXXXXXXXXXX 00
50.1 Beëindiging van de overeenkomst door de begunstigde 43
50.2 Beëindiging van de deelname van één of meer begunstigden, door de begunstigden 44
50.3 Beëindiging van de overeenkomst door het Agentschap 44
ARTIKEL 52 — COMMUNICATIE TUSSEN DE PARTIJEN 47
52.1 Communicatie – Vorm en middelen 47
52.2 Datum van de communicatie 48
52.3 Adressen voor de communicatie 48
ARTIKEL 53 — INTERPRETATIE XXX XX XXXXXXXXXXXX 00
53.1 Voorrang van de voorwaarden op de bijlagen 48
53.2 Voorrechten en immuniteiten 49
ARTIKEL 54 — BEREKENING VAN TERMIJNEN, DATA EN TIJDSLIMIETEN 49
ARTIKEL 55 — WIJZIGING XXX XX XXXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 56 — TOETREDING TOT XX XXXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 56a — OVERDRACHT VAN DE OVEREENKOMST NAAR EEN NIEUWE BEGUNSTIGDE 50
ARTIKEL 57 — TOEPASSELIJK RECHT EN GESCHILLENBESLECHTING 51
ARTIKEL 58 — INWERKINGTREDING XXX XX XXXXXXXXXXXX 00
ARTIKEL 1 — VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
In deze overeenkomst staan de rechten en plichten en de algemene voorwaarden beschreven die van toepassing zijn op de subsidie die aan de begunstigde is toegekend om de in hoofdstuk 2 beschreven actie uit te voeren.
Deze subsidie is gelieerd aan een andere MSCA-subsidie (nr. [nummer invullen] — [acroniem invullen]).
ARTIKEL 2 — UIT TE VOEREN ACTIE
Deze subsidie wordt toegekend voor de aankoop van de in bijlage 1 beschreven speciale artikelen of diensten die de betrokken onderzoeker of het betrokken personeelslid met speciale behoefen nodig heeft om aan de gelieerde subsidie deel te kunnen nemen ("actie").
ARTIKEL 3 — DUUR EN AANVANGSDATUM VAN DE ACTIE
De duur van de actie bedraagt [aantal invullen] maanden vanaf [OPTIE 1 (standaardoptie): de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop deze overeenkomst in werking treedt (zie artikel 58)] [OPTIE 2, als dat voor de actie nodig is: [datum invullen]]4,5 ("aanvangsdatum van de actie").
ARTIKEL 4 — GERAAMDE UITSPLITSING VAN HET FORFAITAIRE BEDRAG EN OVERDRACHTEN VAN AANDELEN DAARVAN
4.1 Geraamde uitsplitsing forfaitair bedrag
De "geraamde uitsplitsing van het forfaitaire bedrag" voor de actie staat beschreven in bijlage 2.
Daarin staan de aandelen van het forfaitaire bedrag per werkpakket ( d.w.z. artikelen of diensten met betrekking tot specifieke behoeften).
In de geraamde uitsplitsing van het forfaitaire bedrag wordt niet bepaald hoe de bijdrage van de Europese Unie door de begunstigde moet worden gebruikt. Zij bevat een overzicht van de bedragen die het Agentschap toezegt te zullen betalen als de actie degelijk wordt uitgevoerd, ongeacht of de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.
4 Deze datum moet de eerste dag van de maand zijn en moet later zijn dan de datum waarop de overeenkomst in werking treedt, tenzij de ordonnateur anders beslist als de aanvrager de noodzaak kan aantonen om de actie vóór de inwerkingtreding van de subsidieovereenkomst te laten beginnen, of op een andere dag dan de eerste dag van de maand. De aanvangsdatum mag in elk geval niet eerder zijn dan de datum waarop de subsidieaanvraag is ingediend (artikel 130 van het Financieel Reglement).
5 De schuingedrukte tekst laat de opties van de modelsubsidieovereenkomst zien die van toepassing zijn op deze overeenkomst.
4.2 Overdrachten van aandelen van het forfaitaire bedrag
De in bijlage 2 aangegeven geraamde aandelen van het forfaitaire bedrag kunnen niet worden bijgesteld door overdracht van bedragen tussen werkpakketten (zelfs niet via een wijziging; zie artikel 55).
ARTIKEL 5 — SUBSIDIEBEDRAG EN SUBSIDIEVORM
5.1 Maximaal subsidiebedrag
Het "maximale subsidiebedrag" bedraagt [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR.
5.2 Subsidievorm
De subsidie neemt de vorm aan van een forfaitaire bijdrage aan de uitvoering van de actie.
5.3 Definitief subsidiebedrag — Berekening
Het "definitieve subsidiebedrag" hangt af van de mate waarin de actie daadwerkelijk wordt uitgevoerd in overeenstemming met de algemene voorwaarden van de overeenkomst.
5.3.1 Stap 1 — Berekening van de aandelen van het forfaitaire bedrag voor de goedgekeurde werkpakketten en verlaging wegens niet-goedgekeurde werkpakketten
De bedragen van de aandelen van het forfaitaire bedrag (zie bijlage 2) voor werkpakketten die door de begunstigde zijn opgegeven en die zijn goedgekeurd, worden opgeteld.
De subsidie wordt verlaagd (zie artikel 43) voor alle andere werkpakketten (d.w.z. alle werkpakketten die niet zijn afgeleverd of bij de betaling van het saldo niet goedgekeurd kunnen worden).
5.3.2 Stap 2 — Verlaging wegens wezenlijke fouten, onregelmatigheden, fraude of ernstige niet-nakoming van verplichtingen — Verlaagd subsidiebedrag — Berekening
artikel 43), zal het Agentschap het verlaagde subsidiebedrag berekenen door het bedrag van de verlaging berekend naar evenredigheid van de xxxxx xxx xx xxxxxx, onregelmatigheden, fraude of niet-nakoming van de verplichtingen in overeenstemming met artikel 43.2 af te trekken van het maximale subsidiebedrag van artikel 5.1.
Het definitieve subsidiebedrag is het laagste van de volgende twee bedragen:
− het bedrag dat is verkregen na toepassing van stap 1 of
− het verlaagde subsidiebedrag na stap 2.
5.4 Herzien definitief subsidiebedrag — Berekening
Als — na betaling van het saldo (in het bijzonder na controles, beoordelingen, audits of onderzoeken; zie artikel 22) — het Agentschap de subsidie verlaagt (wegens wezenlijke fouten, onregelmatigheden, fraude of ernstige niet-nakoming van verplichtingen met inbegrip van onjuiste uitvoering; zie artikel 43), dan zal het het herziene definitieve subsidiebedrag berekenen.
Dit bedrag wordt door het Agentschap berekend door het subsidiebedrag te verlagen naar evenredigheid van de ernst van de fouten, onregelmatigheden, fraude of niet-nakoming van de verplichtingen (zie artikel 43.2).
ARTIKEL 6 — SUBSIDIABELE EN NIET-SUBSIDIABELE KOSTEN
Niet van toepassing
HOOFDSTUK 4 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE PARTIJEN
AFDELING 1 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE ACTIE
ARTIKEL 7 — ALGEMENE VERPLICHTING OM DE ACTIE NAAR BEHOREN UIT TE VOEREN
7.1 Algemene verplichting om de actie naar behoren uit te voeren
De begunstigde moet de actie uitvoeren zoals staat beschreven in bijlage 1 en met inachtneming van de voorwaarden van de overeenkomst en van alle wettelijke plichten krachtens de van toepassing zijnde Europese, internationale en nationale wetgeving.
7.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde één of meer van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan de subsidie worden verlaagd (zie artikel 43).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van hoofdstuk 6.
ARTIKEL 8 — MIDDELEN OM DE ACTIE UIT TE VOEREN — BIJ DE ACTIE BETROKKEN DERDEN
De begunstigde moet over de juiste middelen beschikken om de actie te kunnen uitvoeren. Als dat nodig is om de actie te kunnen uitvoeren, mag de begunstigde:
- goederen, werkzaamheden en diensten inkopen;
- een beroep doen op subcontractanten om de actietaken zoals beschreven in bijlage 1 uit te voeren;
in overeenstemming met de specifieke voorschriften vastgelegd in de artikelen 10 tot en met 14a.
In deze gevallen blijft de begunstigde ten volle verantwoordelijk voor de uitvoering van de actie ten opzichte van het Agentschap.
ARTIKEL 9 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR BEGUNSTIGDEN DIE GEEN EU-FINANCIERING ONTVANGEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 10 — INKOOP VAN GOEDEREN, WERKZAAMHEDEN OF DIENSTEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 11 — GEBRUIK VAN DOOR DERDEN TEGEN BETALING VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA
Niet van toepassing.
ARTIKEL 12 — GEBRUIK VAN KOSTELOOS DOOR DERDEN VERSTREKTE BIJDRAGEN IN NATURA
Niet van toepassing.
ARTIKEL 13 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR SUBCONTRACTANTEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 14 — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR GELIEERDE DERDEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 14a — UITVOERING VAN ACTIETAKEN DOOR INTERNATIONALE PARTNERS
Niet van toepassing.
ARTIKEL 15 — FINANCIËLE STEUN AAN DERDEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 16 — VERLENING VAN TRANSNATIONALE OF VIRTUELE TOEGANG TOT ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR
Niet van toepassing.
AFDELING 2 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET DE SUBSIDIEADMINISTRATIE
ARTIKEL 17 — ALGEMENE INFORMATIEVERPLICHTING
17.1 Algemene verplichting om op verzoek informatie te verstrekken
De begunstigde moet (gedurende de uitvoering van de actie of achteraf) alle gevraagde informatie verstrekken, zodat kan worden beoordeeld of de actie op de juiste manier wordt of is uitgevoerd, en of aan de verplichtingen van de overeenkomst is voldaan.
17.2 Verplichting tot het actueel houden van gegevens en het verstrekken van inlichtingen over gebeurtenissen en omstandigheden die vermoedelijk van invloed zijn op de overeenkomst
De begunstigde moet ervoor zorgen (via het elektronische uitwisselingssysteem, zie artikel 52) dat de gegevens in het begunstigdenregister van het deelnemersportaal steeds actueel zijn. Dit geldt in het bijzonder voor de naam, het adres, de wettelijke vertegenwoordigers, de rechtsvorm en het type organisatie van de begunstigde.
De begunstigde moet het Agentschap onmiddellijk in kennis stellen van de volgende gebeurtenissen of omstandigheden:
a) gebeurtenissen die waarschijnlijk de uitvoering van de actie aanzienlijk beïnvloeden of vertragen, of die mogelijk invloed hebben op de financiële belangen van de Europese Unie, in het bijzonder wijzigingen in zijn juridische, financiële, technische, organisatorische of eigendomsomstandigheden;
b) omstandigheden die van invloed zijn op:
i) de beslissing al dan niet de subsidie toe te kennen, of
ii) de mate waarin wordt voldaan aan de verplichtingen van de overeenkomst.
17.3 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde één of meer van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan de subsidie worden verlaagd (zie artikel 43).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van hoofdstuk 6.
ARTIKEL 18 — SCHRIFTELIJKE GEGEVENS BIJHOUDEN — BEWIJSSTUKKEN BEWAREN
18.1 Verplichting tot het bijhouden van schriftelijke gegevens en bewaren van overige bewijsstukken
De begunstigde moet gedurende drie jaar na betaling van het saldo passende schriftelijke gegevens en ondersteunende bewijsstukken bewaren om de juiste uitvoering van de actie aan te tonen.
Hij moet de registers en bewijsstukken op verzoek (zie artikel 17) of in het kader van controles, beoordelingen, audits of onderzoeken (zie artikel 22) ter beschikking stellen.
Als er sprake is van nog lopende controles, beoordelingen, audits, onderzoeken, geschillen of andere vorderingen in verband met de overeenkomst (met inbegrip van afgeleide bevindingen, zie artikel 22), moet de begunstigde de schriftelijke gegevens en overige bewijsstukken bewaren tot deze procedures zijn afgerond.
De begunstigde moet de originele documenten bewaren. Digitale en gedigitaliseerde documenten worden als origineel beschouwd als zij volgens het toepasselijke nationale recht als zodanig worden aangemerkt. Het Agentschap kan niet-originele documenten aanvaarden als deze naar zijn mening een vergelijkbare mate van zekerheid bieden.
Schriftelijke gegevens en andere bewijsstukken betreffende de uitvoering van de actie moeten voldoen aan de binnen het desbetreffende gebied aanvaarde normen.
De begunstigde hoeft de werkelijk gemaakte kosten voor de uitvoering van de actie niet bij te houden.
18.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde één of meer van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan de subsidie worden verlaagd (zie artikel 43).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van hoofdstuk 6.
ARTIKEL 19 — INDIENING VAN PRESTATIES
19.1 Verplichting tot indiening van prestaties
De begunstigde moet de in bijlage 1 genoemde "prestaties" binnen de daarin gestelde termijn en overeenkomstig de gestelde voorwaarden indienen.
19.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde een van de uit dit artikel voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, kan het Agentschap één of meer van de maatregelen van hoofdstuk 6 toepassen.
ARTIKEL 20 — VERSLAGEN — BETALINGSVERZOEKEN
20.1 Verplichting tot indiening van verslagen
20.2 Verslagperiode
De actie heeft één verslagperiode:
- VP1: van maand 1 tot en met maand [X].
20.3 Periodieke verslagen — Verzoeken om tussentijdse betalingen
Niet van toepassing.
20.4 Eindverslag — Verzoek om betaling van het saldo
De begunstigde moet binnen zestig dagen na afloop van de verslagperiode een eindverslag indienen.
Het eindverslag moet ten minste bevatten:
a) een "technisch eindverslag", met daarin:
i) een overzicht van de resultaten;
ii) een samenvatting voor bekendmaking door het Agentschap: niet van toepassing;
iii) de antwoorden op de "vragenlijst": niet van toepassing;
b) een "financieel eindverslag" met daarin een "financiële staat" (zie bijlage 4), die het
verzoek om betaling van het saldo bevat.
De in bijlage 2 genoemde aandelen van het forfaitaire bedrag moeten in de financiële staat worden aangegeven, voor de afgeronde werkpakketten.
Indien het Agentschap hiermee akkoord gaat, mag de begunstigde bij wijze van uitzondering ook niet-afgeronde werkpakketten opgeven.
Aandelen van het forfaitaire bedrag die niet in de financiële staat worden gedeclareerd, worden niet door het Agentschap in aanmerking genomen.
De begunstigde moet verklaren dat:
- de verstrekte informatie volledig, juist en betrouwbaar is;
- de werkpakketten zijn afgerond en de actie in het algemeen volledig en naar behoren is uitgevoerd (zie artikel 7);
- de juiste uitvoering kan worden gestaafd door middel van passende schriftelijke gegevens en ondersteunende bewijsstukken (zie artikel 18) die op verzoek (zie artikel 17) of in het kader van controles, beoordelingen, audits of onderzoeken (zie artikel 22) zullen worden overgelegd.
20.5 Informatie over cumulatieve verrichte uitgaven
20.6 Valuta voor financiële staten
Financiële staten moeten worden opgesteld in euro's.
20.7 Taal van verslagen
Alle verslagen (zowel technische als financiële eindverslagen, met inbegrip van financiële staten) moeten worden ingediend in de taal van deze overeenkomst.
20.8 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de ingediende verslagen niet voldoen aan de in dit artikel gestelde voorwaarden, kan het Agentschap de betaling opschorten (zie artikel 47) en een van de in hoofdstuk 6 beschreven maatregelen toepassen.
Indien de begunstigde zijn verplichting om de verslagen in te dienen niet nakomt en hier ook niet binnen dertig dagen na een schriftelijke herinnering aan voldoet, mag het Agentschap de overeenkomst beëindigen (zie artikel 50) of een van de andere in hoofdstuk 6 beschreven maatregelen toepassen.
ARTIKEL 21 — BETALINGEN EN BETALINGSREGELINGEN
21.1 Te verrichten betalingen
De begunstigde ontvangt de volgende betalingen:
- één voorfinancieringstranche;
- één betaling van het saldo, gebaseerd op het verzoek om betaling van het saldo (zie artikel 20).
21.2 Voorfinanciering — Bedrag — Ingehouden bedrag voor het garantiefonds
[OPTIE 1 (standaardoptie): De voorfinanciering dient om de begunstigde kasmiddelen te verstrekken.
De voorfinanciering blijft tot de betaling van het saldo eigendom van de EU.
De voorfinanciering bedraagt [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR.
Een bedrag van [bedrag invullen (bedrag in letters invullen)] EUR, overeenkomend met 5 % van het maximale subsidiebedrag (zie artikel 5.1), wordt door het Agentschap ingehouden op de voorfinanciering en overgemaakt naar het "garantiefonds".
[OPTIE 2, indien het JRC de begunstigde is: Het Agentschap betaalt een voorfinanciering van [bedrag invullen EUR, inclusief de aan het garantiefonds te betalen 5 % (bedrag in letters invullen)] binnen dertig dagen na de indiening van een debetnota van het JRC na de ondertekening van de "Regeling".
Het JRC stemt ermee in dat het bedrag van [bedrag invullen] EUR inclusief de aan het garantiefonds te betalen 5 % van het subsidiebedrag (bedrag in letters invullen)], dat overeenstemt met zijn bijdrage aan het garantiefonds (zie artikel 21.2), namens hem door het Agentschap aan het garantiefonds wordt overgemaakt.]
21.3 Tussentijdse betalingen — Bedrag — Berekening
Niet van toepassing.
21.4 Betaling van het saldo — Bedrag — Berekening — Vrijgave van het voor het garantiefonds ingehouden bedrag
De overblijvende aandelen van het forfaitaire bedrag voor de uitvoering van de actie worden bij de betaling van het saldo vergoed.
Indien het totaalbedrag van de eerdere betalingen hoger is dan het definitieve subsidiebedrag (zie artikel 5.3), heeft de betaling van het saldo de vorm van een terugvordering (zie artikel 44).
Indien het totaalbedrag van de eerdere betalingen lager is dan het definitieve subsidiebedrag, betaalt het Agentschap het saldo binnen negentig dagen na ontvangst van het eindverslag (zie artikel 20.4), tenzij artikel 47 of artikel 48 van toepassing is.
De betaling hangt af van de goedkeuring van het eindverslag en de opgegeven aandelen van het forfaitaire bedrag en werkpakketten. Goedkeuring houdt niet noodzakelijkerwijs in dat de
inhoud ervan voldoet aan de eisen betreffende naleving en waarachtigheid, volledigheid en correctheid.
De subsidie wordt verlaagd (zie de artikelen 5 en 43) voor werkpakketten die niet op tijd zijn afgeleverd of die niet kunnen worden goedgekeurd.
Het verschuldigde saldobedrag wordt door het Agentschap berekend door het definitieve subsidiebedrag zoals bepaald overeenkomstig artikel 5.3 te verminderen met het totale bedrag van de reeds ontvangen voorfinanciering:
{definitief subsidiebedrag (zie artikel 5.3) min
reeds ontvangen voorfinanciering}.
Wanneer het saldo wordt betaald, wordt tevens het voor het garantiefonds ingehouden bedrag (zie hierboven) vrijgegeven, en:
- positief is, wordt dit betaald aan de begunstigde;
- negatief is, wordt dit ingevorderd.
21.5 Kennisgeving van de verschuldigde bedragen
Wanneer [de Commissie][het Agentschap] een betaling verricht, licht [zij][het] de begunstigde formeel in over het te ontvangen bedrag, waarbij [zij][het] vermeldt of het een tussentijdse betaling of de betaling van het saldo betreft.
In het geval van een verlaging van het subsidiebedrag of terugvordering van onterecht toegekende bedragen, wordt de kennisgeving voorafgegaan door de contradictoire procedure zoals die wordt beschreven in de artikelen 43 en 44.
21.6 Valuta voor betalingen
Alle betalingen door het Agentschap worden verricht in euro's.
21.7 Te verrichten betalingen aan de begunstigde
De begunstigde ontvangt de betalingen.
Betalingen aan de begunstigde ontheffen het Agentschap van zijn betalingsverplichting.
21.8 Bankrekening voor betalingen
[OPTIE 1 (standaardoptie): Alle betalingen worden overgemaakt naar de volgende bankrekening:
Naam van de bank: […]
Volledige naam van de rekeninghouder: […]
Volledig rekeningnummer (inclusief de bankcodes): […] [IBAN-code: […]]6
[OPTIE 2, indien het JRC de begunstigde is: Alle betalingen geschieden in overeenstemming met de boekhoudregels van de Commissie over interne facturatie, van het operationele begrotingsonderdeel van het Agentschap tot het nummer van het Formulier Juridische entiteit van het JRC en onder vermelding van het nummer van de invorderingsopdracht. Het JRC zal een debetnota indienen voor elke betaling (met inbegrip van de voorfinanciering).]
21.9 Kosten voor overmakingen
De kosten voor de overmakingen worden als volgt verdeeld:
- het Agentschap betaalt de overmakingskosten die door zijn bank in rekening worden gebracht;
- de begunstigde betaalt de overmakingskosten die door zijn bank in rekening worden gebracht;
- de partij die verantwoordelijk is voor een herhaalde overmaking, betaalt alle kosten van deze herhaalde overmaking.
21.10 Datum van betaling
21.11 Gevolgen van niet-nakoming
6 De BIC- of SWIFT-code is van toepassing bij landen waar de IBAN-code niet van toepassing is.
21.11.1 [OPTIE 1 standaardoptie): Indien het Agentschap niet binnen de betalingstermijn (zie hierboven) betaalt, kan de begunstigde aanspraak maken op vertragingsrente tegen de rentevoet die door de Europese Centrale Bank (ECB) wordt toegepast voor haar basisherfinancieringstransacties in euro's ("referentievoet"), vermeerderd met drieënhalve punt. De referentievoet is de rentevoet die geldt op de eerste dag van de maand waarin de betalingstermijn verstrijkt, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie.
Er is geen vertragingsrente verschuldigd indien de begunstigde een EU-lidstaat is (met inbegrip van lokale en regionale regeringsdiensten en andere overheidsinstanties die voor deze overeenkomst namens een lidstaat optreden).
Verlenging van de betalingstermijn en opschorting van betalingen (zie de artikelen 47 en 48) worden niet beschouwd als niet-tijdige betaling.
De vertragingsrente wordt berekend vanaf de dag nadat de betalingstermijn afloopt (zie hierboven) tot en met de dag waarop de betaling plaatsvindt.
Vertragingsrente wordt niet meegerekend bij de bepaling van het definitieve subsidiebedrag. ] [OPTIE 2, indien het JRC de begunstigde is: Niet van toepassing.]
21.11.2 Niet van toepassing.
ARTIKEL 22 — CONTROLES, BEOORDELINGEN, AUDITS EN ONDERZOEKEN
— EXTRAPOLATIE VAN BEVINDINGEN
22.1 Controles, beoordelingen en audits door het Agentschap en de Commissie
22.1.1 Recht op het uitvoeren van controles
Het Agentschap of de Commissie controleert gedurende de uitvoering of na afloop van de actie of deze op de juiste manier wordt of is uitgevoerd en of wordt voldaan aan de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Hiertoe behoort de beoordeling van prestaties en verslagen.
Het Agentschap of de Commissie kan hierin worden ondersteund door externe personen of instanties.
Het Agentschap of de Commissie kan tevens om aanvullende informatie verzoeken overeenkomstig artikel 17.
De inlichtingen moeten juist, duidelijk en volledig zijn en in de vereiste vorm, ook elektronisch, worden verstrekt.
22.1.2 Recht op het uitvoeren van beoordelingen
Het Agentschap of de Commissie kan gedurende de uitvoering van of na afloop van de actie beoordelingen uitvoeren aangaande een juiste uitvoering van de actie (waartoe behorend de beoordeling van prestaties en verslagen), de nakoming van de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen en de aanhoudende relevantie van de actie.
Er kunnen tot twee jaar na betaling van het saldo beoordelingen worden geïnitieerd. De begunstigde wordt formeel van een beoordeling in kennis gesteld. De datum van de formele kennisgeving wordt beschouwd als de begindatum van de beoordeling.
Als een beoordeling betrekking heeft op een derde (zie de artikelen 10 tot en met 16), moet de begunstigde deze derde in kennis stellen.
Het Agentschap of de Commissie kan beoordelingen direct (door eigen medewerkers) of indirect (door daartoe gemachtigde externe instanties of personen) laten uitvoeren. De begunstigde ontvangt van het Agentschap of de Commissie de gegevens van de externe personen of instanties. Het of zij heeft het recht om bezwaar te maken tegen de aanstelling om redenen van commerciële vertrouwelijkheid.
De begunstigde moet binnen de vereiste termijn alle gegevens overleggen in aanvulling op reeds eerder ingediende prestaties en verslagen.
De begunstigde kan worden verzocht deel te nemen aan bijeenkomsten, ook met externe deskundigen.
Voor beoordelingen ter plaatse moet de begunstigde toegang verlenen tot zijn werklocaties en panden, ook aan externe personen of instanties, en moeten hij ervoor zorgen dat de vereiste informatie onmiddellijk beschikbaar is.
De inlichtingen moeten juist, duidelijk en volledig zijn en in de vereiste vorm, ook elektronisch, worden verstrekt.
Op basis van de beoordelingsresultaten wordt een "beoordelingsverslag" opgesteld.
Het Agentschap of de Commissie stelt de begunstigde formeel in kennis van het beoordelingsverslag, waarna deze binnen dertig dagen formeel opmerkingen kan aantekenen ("contradictoire beoordelingsprocedure").
Beoordelingen (waaronder begrepen beoordelingsverslagen) worden opgesteld in de taal van deze overeenkomst.
22.1.3 Recht op het uitvoeren van audits
Het Agentschap of de Commissie kan gedurende de uitvoering van of na afloop van de actie audits uitvoeren aangaande een juiste uitvoering van de actie en de nakoming van de verplichtingen krachtens deze overeenkomst.
Er kunnen tot twee jaar na betaling van het saldo audits worden geïnitieerd. De begunstigde wordt formeel van een beoordeling in kennis gesteld. De datum van de formele kennisgeving wordt beschouwd als de begindatum van de beoordeling.
Als de audit betrekking heeft op een derde (zie de artikelen 10 tot en met 16), moet de begunstigde deze derde in kennis stellen.
Het Agentschap of de Commissie kan audits direct (door eigen medewerkers) of indirect (door daartoe gemachtigde externe instanties of personen) laten uitvoeren. De begunstigde ontvangt van het Agentschap of de Commissie de gegevens van de externe personen of instanties. Het of zij heeft het recht om bezwaar te maken tegen de aanstelling om redenen van commerciële vertrouwelijkheid.
De begunstigde moet binnen de vereiste termijn alle gegevens overleggen waarmee kan worden gecontroleerd of de overeenkomst wordt of is nagekomen.
Voor audits ter plaatse moet de begunstigde toegang verlenen tot zijn werklocaties en panden, ook aan externe personen of instanties, en moet hij ervoor zorgen dat de vereiste informatie onmiddellijk beschikbaar is.
De inlichtingen moeten juist, duidelijk en volledig zijn en in de vereiste vorm, ook elektronisch, worden verstrekt.
Op basis van de auditresultaten wordt een "ontwerpauditverslag" opgesteld.
Het Agentschap of de Commissie stelt de begunstigde formeel in kennis van het ontwerpauditverslag, waarna deze binnen dertig dagen formeel opmerkingen kan aantekenen ("contradictoire beoordelingsprocedure"). Deze termijn kan in gerechtvaardigde gevallen door het Agentschap of de Commissie worden verlengd.
In het "definitieve auditverslag" worden opmerkingen van de begunstigde in aanmerking genomen. De begunstigde wordt formeel in kennis gesteld van het verslag.
Audits (inclusief auditverslagen) worden opgesteld in de taal van de overeenkomst.
Het Agentschap of de Commissie heeft daarnaast toegang tot de wettelijke administratie van de begunstigde voor de periodieke beoordeling van het forfaitaire bedrag.
22.2 Onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (XXXX)
Overeenkomstig de Verordeningen nr. 883/20137 en nr. 2185/968 (en in overeenstemming met de daarin opgenomen bepalingen en procedures) kan het Europees Bureau voor
7 Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
8 Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/1996 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
fraudebestrijding (OLAF) op ieder moment gedurende de uitvoering en na afloop van de actie onderzoeken uitvoeren, met inbegrip van controles en inspecties ter plaatse, teneinde vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of enige andere onwettige activiteit die de financiële belangen van de EU schaadt.
22.3 Controles en audits door de Europese Rekenkamer
Overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 161 van het Financieel Reglement nr. 966/20129 mag de Europese Rekenkamer op ieder moment gedurende de uitvoering of na afloop van de actie audits uitvoeren.
De Europese Rekenkamer heeft recht op toegang voor het uitvoeren van controles en audits.
22.4 Controles, beoordelingen, audits en onderzoeken voor internationale organisaties
[OPTIE 1, voor internationale organisaties: Overeenkomstig haar financieel reglement kan de Europese Unie, waaronder begrepen het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en de Europese Rekenkamer al dan niet ter plaatse controles, beoordelingen, audits en onderzoeken uitvoeren.
Dit artikel wordt toegepast overeenkomstig specifieke overeenkomsten die de internationale organisatie en de Europese Unie dienaangaande hebben gesloten.]
[OPTIE 2: Niet van toepassing.]
22.5 Gevolgen van bevindingen uit controles, beoordelingen, audits en onderzoeken
— Extrapolatie van bevindingen
22.5.1 Bevindingen omtrent deze subsidie
Naar aanleiding van bevindingen van controles, beoordelingen, audits of onderzoeken die in de context van deze subsidie zijn uitgevoerd, kan worden besloten tot verlaging van de subsidie (zie artikel 43), terugvordering van onverschuldigde bedragen (zie artikel 44) of andere in hoofdstuk 6 beschreven maatregelen.
Verlaging van de subsidie nadat het saldo is betaald, heeft herziening van het definitieve subsidiebedrag tot gevolg (zie artikel 5.4).
Naar aanleiding van bevindingen van controles, beoordelingen, audits of onderzoeken kan om wijziging van bijlage 1 worden verzocht (zie artikel 55).
Controles, beoordelingen, audits of onderzoeken waarbij stelselmatige of terugkerende fouten, onregelmatigheden of niet-nakoming van verplichtingen zijn vastgesteld, kunnen ook gevolgen met zich meebrengen voor andere EU- of Euratomsubsidies die onder soortgelijke
9 Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële voorschriften van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
voorwaarden zijn verleend ("extrapolatie van bevindingen omtrent deze subsidie naar andere subsidies").
Voorts kunnen bevindingen van een OLAF-onderzoek leiden tot strafvervolging volgens nationaal recht.
22.5.2 Bevindingen omtrent andere subsidies
Het Agentschap of de Commissie kan bevindingen omtrent andere subsidies naar deze subsidie extrapoleren ("extrapolatie van bevindingen omtrent andere subsidies naar deze subsidie") wanneer:
a) de begunstigde zich in verband met andere EU- of Euratomsubsidies die onder soortgelijke voorwaarden zijn verleend, schuldig heeft gemaakt aan stelselmatige of terugkerende fouten, onregelmatigheden of fraude of verplichtingen niet is nagekomen die een belangrijke invloed hebben op deze subsidie, en
b) de begunstigde niet later dan twee jaar na betaling van het saldo van deze subsidie formeel van deze bevindingen in kennis wordt gesteld, alsook van de lijst van subsidies die door deze bevindingen worden getroffen.
De extrapolatie van bevindingen kan verlaging van de subsidie (zie artikel 43), terugvordering van onverschuldigde bedragen (zie artikel 44), opschorting van betalingen (zie artikel 48), opschorting van de actie (zie artikel 49) of beëindiging van de overeenkomst (zie artikel 50) tot gevolg hebben.
22.5.3 Procedure
Het Agentschap of de Commissie stelt de begunstigde formeel op de hoogte van stelselmatige of terugkerende fouten en van zijn of haar voornemen om de bevindingen van de audit te extrapoleren, samen met een lijst van de getroffen subsidies.
De formele kennisgeving omvat:
a) een uitnodiging tot indiening van opmerkingen over de lijst van subsidies die door de bevindingen worden getroffen en
b) het vaste percentage dat het Agentschap voornemens is toe te passen overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel.
Vanaf het moment dat de begunstigde de kennisgeving ontvangt, heeft hij negentig dagen de tijd voor het indienen van opmerkingen, herziene financiële staten of een voorstel voor een naar behoren gemotiveerd alternatief vast percentage.
Het Agentschap of de Commissie kan dan een verlagingsprocedure opstarten overeenkomstig artikel 43, op grond van:
- het voorgestelde alternatieve vaste percentage, indien goedgekeurd of
- het aanvankelijk gemelde vaste percentage, als geen opmerkingen worden ontvangen of de opmerkingen of het voorgestelde alternatieve vaste percentage niet worden aanvaard.
22.6 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde een van de uit dit artikel voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, kan het Agentschap de in hoofdstuk 6 beschreven maatregelen toepassen.
ARTIKEL 23 — EVALUATIE VAN HET EFFECT VAN DE ACTIE
23.1 Recht om het effect van de actie te evalueren
Het Agentschap of de Commissie kan op basis van de doelstelling van het EU-programma tussentijdse en eindeffectevaluaties uitvoeren.
Met deze evaluaties kan tijdens de uitvoering van de actie en tot uiterlijk drie jaar na betali ng van het saldo worden begonnen. De datum van de formele kennisgeving wordt beschouwd als de begindatum van de evaluatie.
Het Agentschap of de Commissie kan deze evaluaties direct (door eigen medewerkers) of indirect (door daartoe gemachtigde externe instanties of personen) laten uitvoeren.
De begunstigde verstrekt alle voor het evalueren van het effect van de actie noodzakelijke informatie, waaronder begrepen informatie in elektronische vorm.
23.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde een van de uit dit artikel voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, kan het Agentschap de in hoofdstuk 6 beschreven maatregelen toepassen.
AFDELING 3 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BACKGROUND EN RESULTATEN
ARTIKEL 23a — BEHEER VAN INTELLECTUELE EIGENDOM
Niet van toepassing.
ONDERAFDELING 2 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BACKGROUND
ARTIKEL 24 — OVEREENKOMST BETREFFENDE BACKGROUND
Niet van toepassing.
ARTIKEL 25 — TOEGANGSRECHTEN VOOR BACKGROUND
Niet van toepassing.
ONDERAFDELING 3 RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT RESULTATEN
ARTIKEL 26 — EIGENDOM VAN RESULTATEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 27 — BESCHERMING VAN RESULTATEN — ZICHTBAARHEID VAN EU-FINANCIERING
Niet van toepassing.
ARTIKEL 28 — EXPLOITATIE VAN RESULTATEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 29 — VERSPREIDING VAN RESULTATEN — OPEN TOEGANG — ZICHTBAARHEID VAN EU-FINANCIERING
Niet van toepassing.
ARTIKEL 30 — OVERDRACHT EN IN LICENTIE GEVEN VAN RESULTATEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 31 — TOEGANGSRECHTEN VOOR RESULTATEN
Niet van toepassing.
AFDELING 4 OVERIGE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
ARTIKEL 32 — REKRUTERING EN ARBEIDSVOORWAARDEN VAN ONDERZOEKERS
Niet van toepassing.
ARTIKEL 33 — GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 34 — ETHISCHE KWESTIES EN ONDERZOEKSINTEGRITEIT
ARTIKEL 35 — BELANGENCONFLICTEN
35.1 Verplichting tot het voorkomen van belangenconflicten
De begunstigde neemt alle noodzakelijke maatregelen om situaties te voorkomen waarin de onpartijdige en objectieve uitvoering van de actie in het gedrang komt als gevolg van een economisch belang, politieke of nationale binding, familiale of emotionele banden of andere gedeelde belangen ("belangenconflict").
Indien zich een situatie voordoet die een belangenconflict vormt of vermoedelijk tot een belangenconflict zal leiden, stelt hij het Agentschap daarvan onverwijld formeel in kennis en neemt hij onmiddellijk alle noodzakelijke stappen om deze situatie te corrigeren.
Het Agentschap kan controleren of de genomen maatregelen voldoende zijn en kan eisen dat binnen een bepaalde termijn aanvullende maatregelen worden genomen.
35.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde een van de uit dit artikel voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, kan de subsidie worden verlaagd (zie artikel 43) en deze overeenkomst worden beëindigd (zie artikel 50).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van hoofdstuk 6.
ARTIKEL 36 — GEHEIMHOUDING
36.1 Algemene verplichting tot geheimhouding
Gedurende de uitvoering van de actie en tot vier jaar na de termijn van artikel 3 behandelen de partijen alle gegevens, documenten en ander materiaal (in welke vorm ook) die bij bekendmaking als vertrouwelijk zijn aangemerkt, vertrouwelijk ("vertrouwelijke informatie").
Zij mogen vertrouwelijke informatie gebruiken voor de uitvoering van de overeenkomst. De geheimhoudingsverplichtingen zijn niet langer van toepassing indien:
a) de partij die de informatie bekendmaakt de andere partij ontheft van die verplichtingen;
b) de informatie reeds bij de ontvanger bekend was of hem zonder geheimhoudingsplicht is verstrekt door een derde die niet aan geheimhouding was gehouden;
c) de ontvanger bewijst dat de informatie zonder gebruik van vertrouwelijke informatie is ontwikkeld;
d) de informatie voor het publiek algemeen beschikbaar wordt, zonder schending van een geheimhoudingsplicht, of
e) de bekendmaking van de informatie bij EU- of nationale wetgeving is voorgeschreven.
36.2 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde één of meer van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan de subsidie worden verlaagd (zie artikel 43).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van hoofdstuk 6.
ARTIKEL 37 — BEVEILIGINGSGERELATEERDE VERPLICHTINGEN
Niet van toepassing.
ARTIKEL 38 — PROMOTIE VAN DE ACTIE — ZICHTBAARHEID VAN EU- FINANCIERING
38.1 Communicatieactiviteiten door begunstigden
38.1.1 Verplichting tot het promoten van de actie en de resultaten ervan
Niet van toepassing.
38.1.2 Informatie over EU-financiering — Verplichting tot en recht op gebruik van het EU-embleem
Tenzij het Agentschap anderszins verzoekt of anderszins overeenkomt, of het onmogelijk is, moet bij elke communicatieactiviteit in verband met de actie (waaronder begrepen communicatie in elektronische vorm, via sociale media enz.) en in elke infrastructuur of uitrusting die met de subsidie wordt gefinancierd, het volgende worden weergegeven:
a) het EU-embleem, en
b) de volgende tekst:
Voor communicatieactiviteiten: "Dit project heeft financiële middelen ontvangen uit hoofde van Horizon 2020 — het programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie in het kader van de Xxxxx Xxxxxxxxxx-Xxxxx-subsidieovereenkomst nr. [nummer]."
Voor infrastructuur en uitrusting: "Deze [infrastructuur][uitrusting] maakt deel uit van een project dat financiële middelen heeft ontvangen uit hoofde van Horizon 2020 — het programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie in het kader van de Xxxxx Xxxxxxxxxx-Xxxxx- subsidieovereenkomst nr. [nummer]."
Wanneer het EU-embleem samen met een ander logo wordt weergegeven, wordt het EU- embleem op een voldoende opvallende plaats gezet.
Voor het nakomen van de verplichtingen die voor hem uit dit artikel voortvloeien, kan de begunstigde het EU-embleem gebruiken zonder voorafgaande toestemming van het Agentschap.
Deze bepaling geeft hem echter geen exclusief recht op het gebruik ervan.
Bovendien mag hij zich het EU-embleem of een soortgelijk handelsmerk of logo niet toe- eigenen, noch door registratie noch op enigerlei andere wijze.
38.1.3 Verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid van het Agentschap en de Commissie
Bij elke communicatieactiviteit in verband met de actie wordt in de desbetreffende publicatie aangegeven dat daarin uitsluitend de mening van de auteur wordt weergegeven en dat het Agentschap en de Commissie niet aansprakelijk zijn voor het gebruik dat eventueel van de daarin opgenomen informatie wordt gemaakt.
38.2 Communicatieactiviteiten van het Agentschap en de Commissie
38.2.1 Recht op gebruik van de materialen, documenten en informatie van de begunstigden
Het Agentschap en de Commissie mogen van de begunstigde ontvangen informatie in verband met de actie, documenten — met name voor publicatie bestemde samenvattingen en openbare prestaties — alsook ander materiaal, zoals foto’s en audiovisueel materiaal (ook in elektronische vorm), voor hun eigen communicatie- en publicatieactiviteiten gebruiken.
Dit laat de verspreidingsverplichtingen van artikel 36 en de beveiligingsverplichtingen van artikel 37 onverlet.
Indien gebruik van deze materialen, documenten en informatie door het Agentschap of de Commissie echter het risico met zich meebrengt dat rechtmatige belangen van de begunstigde worden geschaad, dan kan laatstgenoemde het Agentschap of de Commissie verzoeken dat niet te doen (zie artikel 52).
Het recht om materialen, documenten en informatie van de begunstigde te gebruiken, omvat onder meer het volgende:
a) gebruik voor eigen doeleinden (in het bijzonder beschikbaarstelling aan personen die voor het Agentschap, de Commissie of andere instellingen, organen of instanties van de EU of in de lidstaten werken, en onbeperkte verveelvoudiging of reproductie, in zijn geheel of ten dele);
b) distributie aan het publiek (in het bijzonder publicatie op papier of in elektronische of digitale vorm, publicatie op het internet, als bestand dat wel of niet kan worden gedownload, uitzending via elk kanaal, openbare tentoonstelling of presentatie, communicatie via persinformatiediensten, of opname in breed toegankelijke databanken of indexen);
c) herschrijven of opnieuw redigeren voor communicatie- en publicatieactiviteiten (waaronder begrepen inkorten, samenvatten, invoegen van andere elementen (zoals metagegevens, legenda’s, andere grafische, visuele, audio- of tekstelementen), verwijderen van elementen (bv. audio- of videobestanden), in stukken verdelen, gebruiken in een compilatie);
d) vertalen;
e) individuele burgers op verzoek toegang geven, zonder recht van reproductie of exploitatie, op grond van Verordening (EG) nr. 1049/200110;
f) opslag in papieren, elektronische of andere vorm;
g) archivering conform de toepasselijke voorschriften inzake documentenbeheer, en
h) het recht om derden te machtigen om namens het Agentschap of de Commissie te handelen of om de onder b), c), d) en f) omschreven gebruikswijzen aan derden in sublicentie te geven indien dit nodig is voor het uitvoeren van zijn of haar communicatie- en publicatieactiviteiten.
38.3 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde één of meer van de verplichtingen van dit artikel niet nakomt, kan de subsidie worden verlaagd (zie artikel 43).
Daarnaast kunnen dergelijke gevallen van niet-nakoming leiden tot de toepassing van één of meer van de andere maatregelen van hoofdstuk 6.
ARTIKEL 39 — VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS
39.1 Verwerking van persoonsgegevens door het Agentschap en de Commissie
Alle persoonsgegevens die onder de werkingssfeer van deze overeenkomst vallen, worden door het Agentschap of de Commissie verwerkt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/200111 en de kennisgevingen van de verwerkingshandelingen aan de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap of de Commissie, welke kennisgevingen algemeen toegankelijk zijn in het register van de functionaris voor gegevensbescherming).
Bedoelde gegevens worden door de "verantwoordelijke voor de verwerking" van het Agentschap of de Commissie slechts verwerkt als dit nodig is voor de uitvoering en het beheer van de overeenkomst, voor de monitoring van de uitvoering ervan (waaronder begrepen controles, beoordelingen, audits en onderzoeken, zie artikel 22), of om de financiële belangen van de EU of Euratom te beschermen.
De personen van wie de persoonsgegevens worden verwerkt, hebben een recht van toegang tot de eigen persoonsgegevens en het recht om die gegevens te corrigeren. Voor de uitoefening van dat recht en voor vragen over de verwerking van hun persoonsgegevens dienen zij zich te richten tot de verantwoordelijke voor de verwerking. Dat moet gebeuren via
10 Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
11 Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
het contactpunt dat staat vermeld in de privacyverklaring(en) en die op de websites van het Agentschap en de Commissie worden bekendgemaakt.
Zij hebben tevens het recht om op ieder ogenblik een beroep te doen op de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
39.2 Verwerking van persoonsgegevens door de begunstigden
Persoonsgegevens die onder het werkingsgebied van deze overeenkomst vallen, worden door de begunstigde verwerkt overeenkomstig het toepasselijke nationale en EU-recht inzake gegevensbescherming (waaronder begrepen toestemmings- en kennisgevingsvereisten).
De begunstigde verleent zijn personeel slechts toegang tot gegevens voor zover dat strikt noodzakelijk is voor de uitvoering en het beheer van de overeenkomst en voor de monitoring van de uitvoering ervan.
De begunstigde moet de personeelsleden van wie persoonsgegevens door het Agentschap of de Commissie worden verzameld en verwerkt hiervan in kennis stellen. Te dien einde verstrekt hij deze personeelsleden de toepasselijke privacyverklaring(en) (zie boven) voordat hun gegevens naar het Agentschap of de Commissie worden gestuurd.
39.3 Gevolgen van niet-nakoming
Indien de begunstigde de uit artikel 39.2 voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, kan het Agentschap één of meer van de maatregelen van hoofdstuk 6 toepassen.
ARTIKEL 40 — CESSIES VAN VORDERINGEN OP HET AGENTSCHAP
De begunstigde kan geen vorderingen op het Agentschap aan een derde cederen, uitgezonderd met toestemming van het Agentschap op basis van een daartoe strekkend gemotiveerd, schriftelijk verzoek.
Indien het Agentschap de cessie niet heeft aanvaard of de voorwaarden van de cessie niet worden vervuld, kan de cessie niet aan het Agentschap worden tegengeworpen.
In geen geval bevrijdt een cessie de begunstigde van zijn verplichtingen jegens het Agentschap.
HOOFDSTUK 5 FUNCTIES EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN BEGUNSTIGDEN — RELATIE MET AANVULLENDE BEGUNSTIGDEN — RELATIE MET PARTNERS VAN EEN GEZAMENLIJKE ACTIE
ARTIKEL 41 FUNCTIES EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN BEGUNSTIGDEN — RELATIE MET AANVULLENDE BEGUNSTIGDEN — RELATIE MET PARTNERS VAN EEN GEZAMENLIJKE ACTIE
41.1 Functies en verantwoordelijkheden jegens het Agentschap
De begunstigde is volledig verantwoordelijk voor de uitvoering van de actie en nakoming van deze overeenkomst.
Het is de eigen verantwoordelijkheid van de begunstigde om:
a) erop toe te zien de actie naar behoren wordt uitgevoerd (zie artikel 7);
b)het Agentschap onmiddellijk in kennis te stellen van gebeurtenissen of omstandigheden die waarschijnlijk aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van de actie of de uitvoering van de actie vermoedelijk vertragen (zie artikel 17);
c)de prestaties en verslagen bij het Agentschap in te dienen (zie de artikelen 19 en 20);
d) alle door het Agentschap vereiste documenten of informatie tijdig bij het Agentschap in te dienen;
en hij mag deze taken niet aan een derde delegeren of uitbesteden.
41.2 Interne verdeling van functies en verantwoordelijkheden
Niet van toepassing
41.3 Interne regelingen tussen begunstigden — Consortiumovereenkomst
Niet van toepassing
41.4 Relatie met aanvullende begunstigden — Samenwerkingsovereenkomst
Niet van toepassing
41.5 Relatie met partners van een gezamenlijke actie — Coördinatieovereenkomst
Niet van toepassing
HOOFDSTUK 6 AFWIJZING VAN KOSTEN — VERLAGING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG — TERUGVORDERING — SANCTIES — SCHADE — OPSCHORTING — BEËINDIGING — OVERMACHT
AFDELING 1 AFWIJZING VAN KOSTEN — VERLAGING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG — TERUGVORDERING — SANCTIES
ARTIKEL 42 — AFWIJZING VAN NIET-SUBSIDIABELE KOSTEN
Niet van toepassing
ARTIKEL 43 – VERLAGING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG
43.1 Voorwaarden
Het Agentschap mag — op het moment waarop het saldo wordt betaald of daarna — het subsidiebedrag verlagen, als:
i) wezenlijke fouten, onregelmatigheden of fraude, of
b) de begunstigde (of een natuurlijke persoon die bevoegd is de begunstigde te vertegenwoordigen of namens de begunstigde besluiten te nemen) zich in verband met andere door de EU of Euratom tegen vergelijkbare voorwaarden toegekende subsidies schuldig heeft gemaakt aan stelselmatige of terugkerende fouten, onregelmatigheden, fraude of ernstige verzaking van verplichtingen die een belangrijk effect hebben op deze subsidie (extrapolatie van bevindingen met betrekking tot andere subsidies naar deze subsidie ; zie artikel 22.5.2).
43.2 In mindering te brengen bedrag –– Berekening –– Procedure
Het bedrag van de verlaging zal evenredig zijn aan de ernst van de fouten, onregelmatigheden, fraude of niet-nakoming van verplichtingen.
Alvorens het subsidiebedrag te verlagen, doet het Agentschap de betrokken begunstigde formeel een "vooraankondigingsbrief" toekomen, waarin het:
- hem in kennis stelt van zijn voornemen het subsidiebedrag te verlagen, het beoogde bedrag van de verlaging en de redenen ervan, en
- hem verzoekt binnen dertig dagen na de ontvangst van de kennisgeving zijn opmerkingen kenbaar te maken.
Indien het Agentschap geen opmerkingen ontvangt of besluit de verlaging ondanks de ontvangen opmerkingen door te zetten, doet het de betrokkene formeel een bevestiging van de verlaging toekomen (indien van toepassing samen met de kennisgeving van de verschuldigde bedragen; zie artikel 21).
43.3 Effecten
Indien het Agentschap het subsidiebedrag op het moment van de betaling van het saldo verlaagt, berekent het het verlaagde subsidiebedrag voor de actie en bepaalt het vervolgens het verschuldigde bedrag als betaling van het saldo (zie de artikelen 5.3 en 21.4).
Indien het Agentschap het subsidiebedrag verlaagt na betaling van het saldo, berekent het het herziene definitieve subsidiebedrag (zie artikel 5.4). Indien het herziene definitieve
subsidiebedrag lager is dan het definitieve subsidiebedrag, zal het Agentschap het verschil terugvorderen (zie artikel 44).
ARTIKEL 44 — TERUGVORDERING VAN ONVERSCHULDIGDE BEDRAGEN
44.1 Terug te vorderen bedrag –– Berekening –– Procedure
Het Agentschap vordert — na betaling van het saldo of nadien — elk bedrag dat is betaald maar op grond van de overeenkomst niet verschuldigd is, terug.
44.1.1 Terugvordering na beëindiging van de deelname van een begunstigde
Niet van toepassing
44.1.2 Terugvordering bij de betaling van het saldo
Indien de betaling van het saldo de vorm van een terugvordering aanneemt (zie artikel 21.4), doet het Agentschap de begunstigde formeel een "vooraankondigingsbrief" toekomen waarin het:
- hem in kennis stelt van zijn voornemen om het per saldo verschuldigde bedrag terug te vorderen en de redenen ervan;
- vermeldt dat het voornemens is het terug te vorderen bedrag af te trekken van het voor het garantiefonds ingehouden bedrag; en
- hem verzoekt binnen dertig dagen na de ontvangst van de kennisgeving zijn opmerkingen kenbaar te maken.
Indien geen opmerkingen worden ingediend of het Agentschap besluit de terugvordering ondanks de ontvangen opmerkingen door te zetten, doet het de begunstigde de bevestiging van de terugvordering toekomen (samen met de kennisgeving van de verschuldigde bedragen; zie artikel 21.5) en:
- betaalt het het verschil tussen het terug te vorderen bedrag en het voor het garantiefonds ingehouden bedrag, indien het verschil positief is, of
- doet het de begunstigde formeel een debetnota toekomen voor het verschil tussen het terug te vorderen bedrag en het voor het garantiefonds ingehouden bedrag, indien het verschil negatief is. In deze nota worden ook de voorwaarden en de betalingsdatum vermeld.
Indien het bedrag op de in de debetnota vermelde datum niet is betaald, zal het Agentschap of de Commissie het bedrag terugvorderen:
a) door het — zonder toestemming van de begunstigde — te verrekenen met bedragen die het Agentschap, de Commissie of een ander uitvoerend agentschap aan de begunstigde verschuldigd is (uit de EU- of Euratombegroting).
In uitzonderlijke omstandigheden kan het Agentschap of de Commissie het bedrag vóór de in de debetnota vermelde betalingsdatum verrekenen om de financiële belangen van de EU te beschermen;
b) door te putten uit het garantiefonds. Het Agentschap of de Commissie doet de betrokken begunstigde namens het garantiefonds formeel de debetnota toekomen en vordert het bedrag terug:
i) niet van toepassing;
ii) door juridische maatregelen te nemen (zie artikel 57) of door een executoriale beschikking te geven overeenkomstig artikel 299 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 79, lid 2, van het financieel reglement (Verordening nr. 966/2012).
Indien het bedrag op de in de debetnota vermelde datum niet is betaald, wordt het terug te vorderen bedrag (zie boven) vermeerderd met de vertragingsrente tegen het in artikel 21.11 vastgestelde tarief vanaf de dag die volgt op de in de debetnota vermelde betalingsdatum tot en met de dag waarop het Agentschap of de Commissie het volledige bedrag ontvangt.
Gedeeltelijke betalingen worden eerst gecrediteerd tegen onkosten, lasten en vertragingsrente en dan in mindering gebracht op de hoofdsom.
Bankkosten die uit de terugvorderingsprocedure voortvloeien, komen voor rekening van de begunstigde, tenzij Richtlijn 2007/64/EG12 van toepassing is.
44.1.3 Terugvordering van bedragen na de betaling van het saldo
Indien het herziene definitieve subsidiebedrag (zie artikel 5.4) lager is dan het definitieve subsidiebedrag, moet de begunstigde het verschil aan het Agentschap terugbetalen.
Het Agentschap doet de begunstigde formeel een vooraankondigingsbrief toekomen, waarin het:
- hem in kennis stelt van zijn voornemen tot terugvordering, het verschuldigde bedrag en de redenen ervan, en
- hem verzoekt binnen dertig dagen na de ontvangst van de kennisgeving zijn opmerkingen kenbaar te maken.
Indien geen opmerkingen worden ingediend of het Agentschap besluit de terugvordering ondanks de ontvangen opmerkingen door te zetten, bevestigt het het terug te vorderen bedrag en doet het de begunstigde formeel een debetnota toekomen. In deze nota worden ook de voorwaarden en de betalingsdatum vermeld.
12 Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Xxxxxxxxx 97/5/EG (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1).
Indien het bedrag op de in de debetnota vermelde datum niet is betaald, zal het Agentschap of de Commissie het bedrag terugvorderen:
a) door het — zonder toestemming van de begunstigde — te verrekenen met bedragen die het Agentschap, de Commissie of een ander uitvoerend agentschap aan de begunstigde verschuldigd is (uit de EU- of Euratombegroting).
In uitzonderlijke omstandigheden kan het Agentschap of de Commissie het bedrag vóór de in de debetnota vermelde betalingsdatum verrekenen om de financiële belangen van de EU te beschermen;
b) door te putten uit het garantiefonds. Het Agentschap of de Commissie doet de betrokken begunstigde namens het garantiefonds formeel de debetnota toekomen en vordert het bedrag terug:
(i) niet van toepassing;
(ii) door juridische maatregelen te nemen (zie artikel 57) of door een executoriale beschikking te geven overeenkomstig artikel 299 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 79, lid 2, van het financieel reglement (Verordening nr. 966/2012).
Indien het bedrag op de in de debetnota vermelde datum niet is betaald, wordt het terug te vorderen bedrag (zie boven) vermeerderd met de vertragingsrente tegen het in artikel 21.11 vastgestelde tarief vanaf de dag die volgt op de in de debetnota vermelde betalingsdatum tot en met de dag waarop het Agentschap of de Commissie het volledige bedrag ontvangt.
Gedeeltelijke betalingen worden eerst gecrediteerd tegen onkosten, lasten en vertragingsrente en dan in mindering gebracht op de hoofdsom.
Bankkosten die uit de terugvorderingsprocedure voortvloeien, komen voor rekening van de begunstigde, tenzij Richtlijn 2007/64/EG van toepassing is.
ARTIKEL 45 — ADMINISTRATIEVE SANCTIES
Naast contractuele maatregelen mag het Agentschap of de Commissie ook administratieve sancties opleggen overeenkomstig artikel 106 en artikel 131, lid 4, van het Financieel Reglement nr. 966/2012 (d.w.z. uitsluiting van toekomstige overeenkomsten tot uitvoering van overheidsopdrachten, subsidies, prijzen en deskundigencontracten en/of financiële sancties).
AFDELING 2 AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE
ARTIKEL 46 — AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE
46.1 Aansprakelijkheid van het Agentschap
Het Agentschap kan niet aansprakelijk worden gesteld voor door de begunstigden (of derden) als gevolg van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst geleden schade, en zelfs niet bij grove nalatigheid.
Het Agentschap kan niet aansprakelijk worden gesteld voor door de bij de actie betrokken begunstigden of derden als gevolg van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst veroorzaakte schade.
46.2 Aansprakelijkheid van de begunstigde
Behalve in geval van overmacht (zie artikel 51) moet de begunstigde alle schade die het Agentschap lijdt als gevolg van de uitvoering van de actie of omdat de actie niet volledig in overeenstemming met de overeenkomst is uitgevoerd, vergoeden.
AFDELING 3 OPSCHORTING EN BEËINDIGING
ARTIKEL 47 — OPSCHORTING VAN DE BETALINGSTERMIJN
47.1 Voorwaarden
Het Agentschap kan de betalingstermijn (zie de artikelen 21.2 tot en met 21.4) te allen tijde opschorten, indien een verzoek om betaling (zie artikel 20) niet kan worden goedgekeurd omdat:
a) het niet in overeenstemming is met de bepalingen van de overeenkomst (zie artikel 20);
b) het technisch of financieel verslag niet is ingediend of niet volledig is, of aanvullende informatie vereist is, of
c) er twijfel is over de hoogte van de gedeclareerde bedragen en er aanvullende controles, beoordelingen, audits of onderzoeken vereist zijn (met als mogelijk gevolg dat de subsidie verminderd zou worden).
47.2 Procedure
Het Agentschap stelt de begunstigde formeel in kennis van de opschorting en de redenen ervan.
De opschorting gaat in op de dag dat het Agentschap de kennisgeving verzendt (zie artikel 52).
Indien niet langer aan de voorwaarden voor de opschorting van de betalingstermijn wordt voldaan, wordt de opschorting opgeheven en gaat de resterende periode in.
Indien de opschorting langer duurt dan twee maanden, kan de begunstigde het Agentschap vragen of de opschorting zal voortduren.
Indien de betalingstermijn is opgeschort omdat het technisch of financieel verslag niet aan de eisen voldoet (zie artikel 20) en het herziene verslag of de herziene staten niet is/zijn ingediend of wel is/zijn ingediend maar eveneens is/zijn afgekeurd, kan het Agentschap ook deze overeenkomst beëindigen (zie artikel 50.3.1, onder l)).
ARTIKEL 48 — OPSCHORTING VAN BETALINGEN
48.1 Voorwaarden
Het Agentschap kan de betalingen te allen tijde geheel of gedeeltelijk opschorten, indien:
a) de begunstigde (of een natuurlijke persoon die bevoegd is de begunstigde te vertegenwoordigen of namens de begunstigde besluiten te nemen) zich schuldig heeft gemaakt aan, of wordt verdacht van:
i) wezenlijke fouten, onregelmatigheden of fraude, of
ii) ernstige niet-nakoming van verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst of tijdens de toekenningsprocedure, met inbegrip van een onjuiste uitvoering van de actie, het indienen van onjuiste informatie, het niet verstrekken van vereiste informatie, schending van ethische beginselen, of
b) de begunstigde (of een natuurlijke persoon die bevoegd is de begunstigde te vertegenwoordigen of namens de begunstigde besluiten te nemen) zich in verband met andere door de EU of Euratom tegen vergelijkbare voorwaarden toegekende subsidies schuldig heeft gemaakt aan stelselmatige of terugkerende fouten, onregelmatigheden, fraude of ernstige verzaking van verplichtingen die een belangrijk effect hebben op deze subsidie (extrapolatie van bevindingen met betrekking tot andere subsidies naar deze subsidie; zie artikel 22.5.2).
Als de opschorting de betaling van het saldo betreft, zal — na opheffing van de opschorting
— de betaling of terugvordering van het(de) betrokken bedrag(en) worden beschouwd als de betaling van het saldo waarmee de actie wordt afgerond.
48.2 Procedure
Alvorens de betalingen op te schorten, doet het Agentschap de begunstigde formeel een kennisgeving toekomen, waarin het:
- hem in kennis stelt van zijn voornemen om de betalingen op te schorten en de redenen ervan, en
- hem verzoekt binnen dertig dagen na de ontvangst van de kennisgeving zijn opmerkingen kenbaar te maken.
Indien het Agentschap geen opmerkingen ontvangt of besluit de procedure ondanks de ontvangen opmerkingen door te zetten, doet het de begunstigde formeel een bevestiging van de opschorting toekomen. In andere gevallen stelt het de begunstigde er formeel van in kennis dat de procedure niet wordt voortgezet.
De opschorting gaat in op de dag dat het Agentschap de bevestiging verzendt.
Indien aan de voorwaarden voor de hervatting van de betalingen wordt voldaan, wordt de opschorting opgeheven. Het Agentschap stelt de begunstigde formeel hiervan in kennis.
De begunstigde mag de uitvoering van de actie opschorten (zie artikel 49.1), of de overeenkomst beëindigen (zie de artikelen 50.1 en 50.2).
ARTIKEL 49 — OPSCHORTING VAN DE UITVOERING VAN DE ACTIE
49.1 Opschorting van de uitvoering van de actie door de begunstigde
49.1.1 Voorwaarden
De begunstigde mag de uitvoering van de actie of een deel ervan opschorten, indien uitzonderlijke omstandigheden — met name overmacht (zie artikel 51) — de uitvoering onmogelijk of buitengewoon moeilijk maken.
49.1.2 Procedure
De begunstigde moet het Agentschap onverwijld formeel van de opschorting in kennis stellen (zie artikel 52), en daarbij het volgende vermelden:
- de redenen ervan en
- de verwachte datum van hervatting.
De opschorting gaat in op de dag dat het Agentschap deze kennisgeving ontvangt.
Wanneer de omstandigheden de hervatting van de uitvoering mogelijk maken, moet de begunstigde het Agentschap onverwijld daarvan in kennis stellen en om een wijziging van deze overeenkomst verzoeken om de dag waarop de actie wordt hervat vast te stellen, de duur van de actie te verlengen en andere wijzigingen door te voeren die vereist zijn om de actie aan de nieuwe situatie aan te passen (zie artikel 55) — tenzij de overeenkomst is beëindigd (zie artikel 50).
De opschorting wordt opgeheven vanaf de in de wijziging vastgestelde hervattingsdatum. Deze datum kan eerder zijn dan de datum waarop de wijziging in werking treedt.
Tijdens de schorsingsperiode mag geen werk worden uitgevoerd. Lopende werkpakketten moeten worden onderbroken en er mogen geen nieuwe werkpakketten mogen worden opgestart.
49.2 Opschorting van de uitvoering van de actie door het Agentschap
49.2.1 Voorwaarden
Het Agentschap kan de uitvoering van de actie of een deel ervan opschorten indien:
a) de begunstigde (of een natuurlijke persoon die bevoegd is de begunstigde te vertegenwoordigen of namens de begunstigde besluiten te nemen) zich schuldig heeft gemaakt aan, of wordt verdacht van:
i) wezenlijke fouten, onregelmatigheden of fraude, of
ii) ernstige niet-nakoming van de verplichtingen van de overeenkomst of tijdens de toekenningsprocedure, met inbegrip van een onjuiste uitvoering van de actie, het indienen van onjuiste informatie, het niet verstrekken van vereiste informatie, schending van ethische beginselen;
b) de begunstigde (of een natuurlijke persoon die bevoegd is de begunstigde te vertegenwoordigen of namens de begunstigde besluiten te nemen) zich in verband met andere door de EU of Euratom tegen vergelijkbare voorwaarden toegekende subsidies schuldig heeft gemaakt aan stelselmatige of terugkerende fouten, onregelmatigheden, fraude of ernstige verzaking van verplichtingen die een belangrijk effect hebben op deze subsidie (extrapolatie van bevindingen met betrekking tot andere subsidies naar deze subsidie; zie artikel 22.5.2);
c) niet van toepassing;
d) de uitvoering van de actie van de gelieerde subsidie (zie artikel 1) is opgeschort.
49.2.2 Procedure
Alvorens de uitvoering van de actie op te schorten, doet het Agentschap de begunstigde formeel een kennisgeving toekomen, waarin het:
- hem in kennis stelt van zijn voornemen om de uitvoering op te schorten en de redenen ervan, en
- hem verzoekt binnen dertig dagen na de ontvangst van de kennisgeving zijn opmerkingen kenbaar te maken.
Indien het Agentschap geen opmerkingen ontvangt of besluit de procedure ondanks de ontvangen opmerkingen door te zetten, doet het de begunstigde formeel een bevestiging van de opschorting toekomen. In andere gevallen stelt het de begunstigde er formeel van in kennis dat de procedure niet wordt voortgezet.
De opschorting gaat in vijf dagen nadat de begunstigde de bevestiging heeft ontvangen (of op een in de kennisgeving vastgestelde latere datum).
De opschorting wordt opgeheven indien aan de voorwaarden voor hervatting van de uitvoering van de actie wordt voldaan.
De begunstigde wordt formeel van de opheffing in kennis gesteld en de overeenkomst wordt gewijzigd om de dag waarop de actie wordt hervat vast te stellen, de duur van de actie te verlengen en andere wijzigingen door te voeren die vereist zijn om de actie aan de nieuwe situatie aan te passen (zie artikel 55) — tenzij de overeenkomst reeds is beëindigd (zie artikel 50).
De opschorting wordt opgeheven vanaf de in de wijziging vastgestelde hervattingsdatum. Deze datum kan eerder zijn dan de datum waarop de wijziging in werking treedt.
Tijdens de schorsingsperiode mag geen werk worden uitgevoerd. Lopende werkpakketten moeten worden onderbroken en er mogen geen nieuwe werkpakketten mogen worden opgestart.
De begunstigde kan aan een opschorting door het Agentschap geen recht op schadeloosstelling ontlenen (zie artikel 46).
De opschorting van de uitvoering van de actie laat het recht van het Agentschap om de overeenkomst te beëindigen (zie artikel 50), het subsidiebedrag te verlagen of ten onrechte uitbetaalde bedragen terug te vorderen (zie de artikelen 43 en 44) onverlet.
ARTIKEL 50 — BEËINDIGING VAN DE OVEREENKOMST
50.1 Beëindiging van de overeenkomst door de begunstigde
50.1.1 Voorwaarden en procedure
De begunstigde kan de overeenkomst beëindigen.
De begunstigde moet het Agentschap formeel van de beëindiging in kennis stellen ( zie artikel 52), en daarbij het volgende vermelden:
- de redenen ervan en
- de datum waarop de beëindiging ingaat. Deze datum moet na de datum van de kennisgeving liggen.
Indien geen redenen worden opgegeven of het Agentschap oordeelt dat de redenen de beëindiging niet rechtvaardigen, wordt de overeenkomst geacht "onjuist te zijn beëindigd".
De beëindiging gaat in op de in de kennisgeving vermelde datum.
50.1.2 Effecten
De begunstigde moet — binnen zestig dagen nadat de beëindiging van kracht is geworden — het eindverslag indienen (zie artikel 20).
Indien het Agentschap het verslag niet binnen de vastgestelde termijn ontvangt (zie hierboven), worden geen aandelen van het forfaitaire bedrag in aanmerking genomen.
Het Agentschap berekent het definitieve subsidiebedrag (zie artikel 5.3) en het saldo (zie artikel 21) op basis van het ingediende verslag en de naleving van andere verplichtingen van de overeenkomst. Tenzij bij wijze van uitzondering anders met het Agentschap overeengekomen, worden alleen de aandelen van het forfaitaire bedrag voor werkpakketten die vóór beëindiging volledig zijn afgerond, aanvaard.
Onjuiste beëindiging kan een verlaging van het subsidiebedrag tot gevolg hebben (zie artikel 43).
Na de beëindiging blijven de verplichtingen van de begunstigde (zie met name de artikelen 20, 22, 23, 36, 38, 40, 43 en 44) van toepassing.
50.2 Beëindiging van de deelname van één of meer begunstigden, door de begunstigden
Niet van toepassing
50.3 Beëindiging van de overeenkomst door het Agentschap
50.3.1 Voorwaarden
Het Agentschap kan de overeenkomst beëindigen, indien:
a) niet van toepassing;
b) een verandering in de juridische, financiële, technische, organisatorische of eigendomssituatie van de begunstigde de uitvoering van de actie waarschijnlijk wezenlijk zal beïnvloeden of vertragen of leidt tot twijfel over het besluit om de subsidie toe te kennen;
c) niet van toepassing;
d) de uitvoering van de actie wordt verhinderd door overmacht (zie artikel 51) of door de begunstigde wordt opgeschort (zie artikel 49.1) en ofwel:
i) hervatting onmogelijk is, ofwel
ii) de noodzakelijke wijzigingen in de overeenkomst zouden leiden tot twijfel over het besluit om de subsidie toe te kennen of tot schending van het beginsel van gelijke behandeling van inschrijvers;
e) de begunstigde failliet is verklaard, zich in staat van liquidatie bevindt, in surseance van betaling verkeert, een regeling met zijn crediteuren heeft getroffen, zijn werkzaamheden heeft gestaakt dan wel in een procedure van soortgelijke aard krachtens de nationale wetgeving is verwikkeld;
f) de begunstigde (of een natuurlijke persoon die bevoegd is de begunstigde te vertegenwoordigen of namens de begunstigde besluiten te nemen) schuldig is bevonden aan een ernstige fout in de uitoefening van zijn beroep, vastgesteld op om het even welke grond;
g) de begunstigde niet voldoet aan de toepasselijke nationale belasting- en socialezekerheidswetgeving;
h) niet van toepassing;
i) niet van toepassing;
j) niet van toepassing;
k) de begunstigde (of een natuurlijke persoon die bevoegd is de begunstigde te vertegenwoordigen of namens de begunstigde besluiten te nemen) fraude heeft gepleegd, zich schuldig heeft gemaakt aan corruptie of betrokken is bij een criminele organisatie, witwassen of enige andere illegale activiteit;
l) de begunstigde (of een natuurlijke persoon die bevoegd is de begunstigde te vertegenwoordigen of namens de begunstigde besluiten te nemen) zich schuldig heeft gemaakt aan:
i) wezenlijke fouten, onregelmatigheden of fraude, of
ii) ernstige niet-nakoming van de verplichtingen van de overeenkomst of tijdens de toekenningsprocedure, met inbegrip van een onjuiste uitvoering van de actie, het indienen van onjuiste informatie, het niet verstrekken van vereiste informatie, schending van ethische beginselen;
m) de begunstigde (of de natuurlijke persoon die bevoegd is de begunstigde te vertegenwoordigen of namens de begunstigde besluiten te nemen) zich in verband met andere door de EU of Euratom tegen vergelijkbare voorwaarden toegekende subsidies schuldig heeft gemaakt aan stelselmatige of terugkerende fouten, onregelmatigheden, fraude of ernstige verzaking van verplichtingen die een belangrijk effect hebben op deze subsidie (extrapolatie van bevindingen met betrekking tot andere subsidies naar deze subsidie; zie artikel 22.5.2);
n) niet van toepassing;
o) de gelieerde subsidie (zie artikel 1) of de deelname van de betrokken onderzoeker of het betrokken personeelslid in die subsidie wordt beëindigd.
50.3.2 Procedure
Alvorens de overeenkomst te beëindigen, doet het Agentschap de begunstigde formeel een kennisgeving toekomen, waarin het:
- hem in kennis stelt van zijn voornemen om de overeenkomst te beëindigen en de redenen ervan, en
- hem verzoekt om binnen dertig dagen na ontvangst van deze kennisgeving opmerkingen in te dienen en — in geval van punt l.ii) hierboven — het Agentschap mee te delen welke maatregelen worden genomen om de naleving van de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen te waarborgen.
Indien het Agentschap geen opmerkingen ontvangt of besluit de procedure ondanks de ontvangen opmerkingen door te zetten, doet het de begunstigde formeel een bevestiging van de beëindiging en van de datum waarop deze van kracht wordt, toekomen. In andere gevallen stelt het de begunstigde er formeel van in kennis dat de procedure niet wordt voortgezet.
De beëindiging zal ingaan:
- voor beëindigingen krachtens de punten b), e), g), h), j), l.ii) en o) hierboven: op de in de kennisgeving van de bevestiging vermelde datum (zie hierboven);
- voor beëindigingen krachtens de punten d), f), i), k), l.i) en m) hierboven: op de datum waarop de begunstigde de kennisgeving van de bevestiging ontvangt.
50.3.3 Effecten
De begunstigde moet — binnen zestig dagen nadat de beëindiging van kracht is geworden — het eindverslag indienen (zie artikel 20).
Indien het Agentschap het verslag niet binnen de vastgestelde termijn ontvangt (zie hierboven), worden geen aandelen van het forfaitaire bedrag in aanmerking genomen.
Het Agentschap berekent het definitieve subsidiebedrag (zie artikel 5.3) en het saldo (zie artikel 21) op basis van het ingediende verslag en de naleving van andere verplichtingen van de overeenkomst. Tenzij bij wijze van uitzondering anders met het Agentschap overeengekomen, worden alleen de aandelen van het forfaitaire bedrag voor werkpakketten die vóór beëindiging volledig zijn afgerond, aanvaard.
Dit laat het recht van het Agentschap om de subsidie te verlagen (zie artikel 43) of om administratieve sancties op te leggen (artikel 45) onverlet.
De begunstigde kan aan een beëindiging door het Agentschap geen recht op schadeloosstelling ontlenen (zie artikel 46).
Na de beëindiging blijven de verplichtingen van de begunstigde (zie met name de artikelen 20, 22, 23, 36, 38, 40, 43 en 44) van toepassing.
ARTIKEL 51 — OVERMACHT
Onder "overmacht" wordt verstaan elke situatie of gebeurtenis die:
- een van de partijen verhindert om haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te vervullen,
- niet te voorzien was, uitzonderlijk is en waarover de partijen geen controle kunnen uitoefenen,
- niet te wijten is aan fouten of nalatigheid door een van de partijen (of een bij de actie betrokken derde), en
- onvermijdelijk blijkt te zijn ofschoon alle noodzakelijke maatregelen zijn genomen.
De volgende omstandigheden kunnen niet worden ingeroepen als overmacht:
- de niet-verrichting van een dienst, een defect in uitrusting of materiaal en een vertraging bij het beschikbaar komen van uitrusting of materiaal, tenzij dit rechtstreeks het gevolg is van een relevant geval van overmacht,
- arbeidsgeschillen of stakingen, of
- financiële moeilijkheden.
Elke situatie die overmacht vormt, moet onverwijld formeel worden meegedeeld aan de andere partij onder vermelding van de aard ervan, met inbegrip van de duur en de te voorziene gevolgen.
De partijen moeten onmiddellijk alle noodzakelijke maatregelen nemen om de schade als gevolg van de overmacht te beperken en al het mogelijke doen om de uitvoering van de actie zo spoedig mogelijk te hervatten.
De partij die door overmacht wordt verhinderd om haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te vervullen, kan niet worden geacht inbreuk op de overeenkomst te maken.
ARTIKEL 52 — COMMUNICATIE TUSSEN DE PARTIJEN
52.1 Communicatie – Vorm en middelen
De communicatie in het kader van de overeenkomst (informatie, verzoeken, ingediende documenten, "formele kennisgevingen" enz.) moet:
- schriftelijk geschieden, en
- een vermelding van het nummer van de overeenkomst omvatten.
Alle communicatie moet plaatsvinden via het elektronische uitwisselingssysteem van het deelnemersportaal onder gebruikmaking van de daartoe verstrekte formulieren en modellen.
Indien het Agentschap na de betaling van het saldo vaststelt dat een formele kennisgeving niet werd geraadpleegd, wordt een tweede formele kennisgeving verzonden per aangetekende post met bewijs van bezorging ("formele kennisgeving op papier"). Uiterste termijnen worden berekend op basis van het tijdstip van de tweede kennisgeving.
De communicatie via het elektronische uitwisselingssysteem moet worden uitgevoerd door gemachtigde personen als bedoeld in de "Voorwaarden voor het gebruik van het deelnemersportaal". Te dien einde moet de begunstigde vóór de ondertekening van deze overeenkomst een "aangewezen vertegenwoordiger van de juridische entiteit" aanwijzen. De rol en de taak van de aangewezen vertegenwoordiger van de juridische entiteit worden omschreven in zijn of haar aanstellingsbrief (zie de Voorwaarden voor het gebruik van het deelnemersportaal).
Indien het elektronische uitwisselingssysteem tijdelijk niet beschikbaar is, zullen instructies worden gegeven op de websites van het Agentschap en de Commissie.
52.2 Datum van de communicatie
Mededelingen worden geacht te zijn gedaan wanneer ze door de verzendende partij zijn verzonden (d.w.z. op de datum en het tijdstip dat ze via het elektronische uitwisselingssysteem worden verzonden).
Formele kennisgevingen via het elektronische uitwisselingssysteem worden geacht te zijn gedaan wanneer ze door de ontvangende partij zijn ontvangen (d.w.z. op de datum en het tijdstip dat ze door de ontvangende partij zijn ontvangen, zoals vermeld op het tijdstempel). Een formele kennisgeving die niet binnen tien dagen na de verzending is geaccepteerd, wordt geacht te zijn geaccepteerd.
Formele kennisgevingen op papier die per aangetekende post zijn verzonden, met bewijs van bezorging (enkel na de betaling van het saldo) worden geacht te zijn gedaan op ofwel:
- de door de postdienst geregistreerde datum van bezorging, of
- de tijdslimiet voor het ophalen van de kennisgeving op het postkantoor.
Indien het elektronische uitwisselingssysteem tijdelijk niet beschikbaar is, kan de verzendende partij niet worden geacht haar verplichting om binnen een gespecificeerde termijn een mededeling of formele kennisgeving te doen, niet te zijn nagekomen.
52.3 Adressen voor de communicatie
Het elektronische uitwisselingssysteem is toegankelijk via de volgende URL:
[URL invullen]
Het Agentschap zal de begunstigde voorafgaand aan elke wijziging van de URL formeel in kennis stellen van deze wijziging.
Aan het Agentschap geadresseerde formele kennisgevingen op papier (uitsluitend na de betaling van het saldo) moeten worden gezonden naar het officiële postadres dat vermeld staat op de website van het Agentschap.
Aan de begunstigde geadresseerde formele kennisgevingen op papier (uitsluitend na de betaling van het saldo) moeten worden gezonden naar zijn postadres als vermeld in het Register van begunstigden op het deelnemersportaal.
ARTIKEL 53 — INTERPRETATIE VAN DE OVEREENKOMST
53.1 Voorrang van de voorwaarden op de bijlagen
De bepalingen in de voorwaarden van de overeenkomst hebben voorrang op de bijlagen bij de overeenkomst.
Bijlage 2 heeft voorrang op bijlage 1.
53.2 Voorrechten en immuniteiten
[OPTIE 1, voor alle internationale organisaties: Niets in deze overeenkomst mag worden opgevat als zou de begunstigde afstand doen van de voorrechten of immuniteiten die hem bij zijn oprichtingsdocumenten of het internationaal recht zijn verleend.]
[OPTIE 2: Niet van toepassing.]
ARTIKEL 54 — BEREKENING VAN TERMIJNEN, DATA EN TIJDSLIMIETEN
In overeenstemming met Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/7113 worden in dagen, maanden of jaren uitgedrukte termijnen berekend vanaf het moment dat de voor de termijn bepalende gebeurtenis plaatsvindt.
De dag waarop die gebeurtenis plaatsvindt, wordt niet geacht binnen die termijn te vallen.
ARTIKEL 55 — WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST
55.1 Voorwaarden
De overeenkomst kan worden gewijzigd, tenzij de wijzigingen veranderingen in de overeenkomst met zich meebrengen die zouden kunnen leiden tot twijfel over het besluit om de subsidie toe te kennen of een inbreuk zouden vormen op het beginsel van gelijke behandeling van inschrijvers.
Elk van de partijen kan om een wijziging van de overeenkomst verzoeken.
55.2 Procedure
De partij die om een wijziging verzoekt, moet een ondertekend wijzigingsverzoek indienen via het elektronische uitwisselingssysteem (zie artikel 52).
Het wijzigingsverzoek moet de volgende elementen omvatten:
- de redenen ervoor;
- passende ondersteunende documenten, en
Het Agentschap kan om aanvullende informatie vragen.
Indien de partij die het verzoek ontvangt, instemt met het verzoek, moet zij de wijziging binnen 45 dagen na ontvangst van de kennisgeving (of de aanvullende informatie waarom het Agentschap heeft verzocht) ondertekenen in het elektronische uitwisselingssysteem. Indien zij niet instemt met het verzoek, moet zij dit binnen dezelfde termijn formeel meedelen. De
13 Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden (PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1).
termijn kan indien nodig worden verlengd in verband met de beoordeling van het verzoek. Indien binnen de vastgestelde termijn geen kennisgeving wordt ontvangen, wordt het verzoek geacht te zijn afgewezen.
Een wijziging wordt van kracht op de dag van de ondertekening door de ontvangende partij.
Een wijziging treedt in werking op de door de partijen overeengekomen datum of, bij ontstentenis daarvan, op de datum waarop de wijziging in werking treedt.
ARTIKEL 56 — TOETREDING TOT DE OVEREENKOMST
Niet van toepassing.
ARTIKEL 56a — OVERDRACHT VAN DE OVEREENKOMST NAAR EEN NIEUWE BEGUNSTIGDE
56a.1 Voorwaarden
Indien de gelieerde subsidie (zie artikel 1) naar een nieuwe begunstigde wordt overgedragen, mag de begunstigde ook om de overdracht van deze actie verzoeken.
56a.2 Procedure
De begunstigde moet het Agentschap formeel in kennis stellen van het wijzigingsverzoek
(zie artikel 55).
Het verzoek moet het volgende omvatten:
- de redenen ervoor;
- de datum waarop de wijziging van kracht wordt;
- het advies van de onderzoeker of het personeelslid;
- een voorstel met de nodige wijzigingen, met inbegrip van het toetredingsformulier voor de nieuwe begunstigde (zie bijlage 3).
De verandering wordt van kracht op de in de wijziging vermelde datum.
56a.3 Effecten
Als het wijzigingsverzoek door het Agentschap wordt ingewilligd, wordt de overeenkomst
gewijzigd om de nodige veranderingen door te voeren (zie artikel 55). In zulk geval moet de voormalige begunstigde:
- onmiddellijk de resterende bijdrage overmaken aan de nieuwe begunstigde en
- binnen dertig dagen na de verandering een overdrachtsverslag indienen, met daarin een overzicht van de voortgang van de werkzaamheden en de individuele financiële staat (zie artikel 20).
Het forfaitaire bedrag wordt verdeeld tussen de voormalige begunstigde en de nieuwe begunstigde, naar rato van het door de voormalige begunstigde verwezenlijkte aandeel en het nog door de nieuwe begunstigde te verwezenlijken aandeel. Indien het bedrag van de door de voormalige begunstigde ontvangen voorfinanciering (zie artikel 21) hoger is dan het voor de voormalige begunstigde herberekende forfaitaire bedrag, dan zal het Agentschap de voormalige begunstigde verzoeken om het teveel aan ontvangen voorfinanciering aan de nieuwe begunstigde over te maken.
Indien nodig moeten de voormalige en de nieuwe begunstigde een regeling overeenkomen betreffende de overdracht van alle uitrusting, materialen en/of diensten die voor de betrokken onderzoeker of het betrokken personeelslid zijn aangekocht en gebruikt. De voormalige begunstigde kan hiertegen enkel bezwaar indienen indien de overdracht technisch niet mogelijk is of niet mogelijk is op grond van nationaal recht.
Indien het Agentschap van mening is dat de aangevoerde redenen de overdracht niet rechtvaardigen, zal het het verzoek weigeren, met vermelding van de gronden voor de weigering.
ARTIKEL 57 — TOEPASSELIJK RECHT EN GESCHILLENBESLECHTING
57.1 Toepasselijk recht
[OPTIE 1 standaardoptie): Op de overeenkomst is het recht van de Unie van toepassing, indien nodig aangevuld door het Belgische recht.]
[OPTIE 2 voor internationale organisaties die geen bepalingen inzake toepasselijk recht aanvaarden: Niet van toepassing.]
[OPTIE 3 voor internationale organisaties die wel bepalingen inzake toepasselijk recht aanvaarden, maar niet de standaardbepalingen (EU + Belgisch recht): Op de overeenkomst [is][zijn] [het EU-recht][, voor zover nodig aangevuld met ][het recht van [België][naam van de andere EU- of EVA-lidstaat invullen]][en, voor zover passend, ][de algemene beginselen die ten grondslag liggen aan het recht van internationale organisaties en de voorschriften van het algemene internationaal recht] van toepassing.]
57.2 Geschillenbeslechting
[OPTIE 1 (standaardoptie): Indien een geschil over de interpretatie, toepassing of geldigheid van de overeenkomst niet minnelijk kan worden geschikt, is het Gerecht — of, in geval van beroep, het Hof van Justitie van de Europese Unie — exclusief bevoegd. Dergelijke vorderingen moeten aanhangig worden gemaakt krachtens artikel 272 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).]
[OPTIE 2 voor niet-EU-begunstigden (met uitzondering van begunstigden die zijn gevestigd in een geassocieerd land14 dat een associatieovereenkomst voor Horizon 2020 heeft gesloten waarin de exclusieve bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie is vastgelegd): indien een geschil met betrekking tot de interpretatie, toepassing of geldigheid van de overeenkomst niet minnelijk kan worden geschikt, zijn de Belgische rechtbanken exclusief bevoegd.]
[OPTIE 3, indien de begunstigde een internationale organisatie is: Geschillen betreffende de interpretatie, toepassing of geldigheid van de overeenkomst moeten – indien zij niet minnelijk kunnen worden geschikt – worden onderworpen aan arbitrage. Elke partij moet de andere partij formeel in kennis stellen van haar voornemen een beroep te doen op arbitrage en van de identiteit van de arbiter. Daarbij zullen de op het tijdstip van de ondertekening van deze overeenkomst van kracht zijnde optionele voorschriften van het Permanent Hof van arbitrage voor arbitrage waarbij internationale organisaties en staten zijn betrokken van toepassing zijn. De benoemende autoriteit zal de secretaris-generaal van het Permanent Hof van arbitrage zijn na een door een der partijen ingediend schriftelijk verzoek. De arbitrageprocedure moet plaatsvinden in Brussel en de in de arbitrage gebruikte taal zal het Engels zijn. De arbitrale uitspraak zal bindend zijn voor alle partijen en er kan geen beroep tegen de uitspraak worden ingesteld.]
Indien het geschil betrekking heeft op administratieve sancties, compensatie of een executoriale beschikking uit hoofde van artikel 299 VWEU (zie de artikelen 44, 45 en 46), moeten begunstigden hun zaak voorleggen aan het Gerecht – of, in geval van beroep, aan het Hof van Justitie van de Europese Unie – krachtens artikel 263 VWEU. Rechtszaken tegen compensatie, executoriale beschikkingen moeten tegen de Commissie (en niet het Agentschap) worden aangespannen.
ARTIKEL 58 — INWERKINGTREDING VAN DE OVEREENKOMST
De overeenkomst zal in werking treden op de dag van de ondertekening door het Agentschap of de begunstigde, afhankelijk van wie dit als laatste doet.
HANDTEKENINGEN
Voor de begunstigde | Voor het Agentschap |
[functie/voornaam/naam] | [voornaam/naam] |
[elektronische handtekening] | [elektronische handtekening] |
Gedaan in het [Nederlands] op [elektronisch tijdstempel] | Gedaan in het [Nederlands] op [elektronisch tijdstempel] |
14 Zie voor de definitie artikel 2, lid 1, punt 3), van Verordening (EU) nr. 1290/2013 inzake regels voor deelname: een "geassocieerd land" is een derde land dat partij is bij een internationale overeenkomst met de Unie, als bedoeld in artikel 7 van Verordening nr. 1291/2013 tot vaststelling van het kaderprogramma H2020. De voorwaarden voor de associatie van derde landen staan in artikel 7.
Nr. subsidieovereenkomst: [nummer invullen] [acroniem invullen] [oproepcode invullen]
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: H2020 MSO MSCA-SNLS — Mono: V.5.0 – 27.10.2017
🛈 afdrukformaat A4 liggend
MODEL BIJLAGE 2 VOOR H2020 MSO MSCA-SNLS — MONO
GERAAMDE UITSPLITSING FORFAITAIR BEDRAG
Aandelen forfaitair bedrag (per werkpakket/speciale behoeften) | Bijdrage van de EU | |||||
WP1 | WP2 | WP3 | WP4 | WP [XX] | Maximaal subsidie- bedra 1 g | |
[korte naam begunstigde] |
1 Het "maximale subsidiebedrag' is het maximale subsidiebedrag zoals in de subsidieovereenkomst is vastgelegd (op grond van de som van de aandelen van de begunstigde in de forfaitaire bedragen voor de werkpakketten).
Nr. subsidieovereenkomst: [nummer invullen] [acroniem invullen] [oproepcode invullen]
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: H2020 MSO MSCA-SNLS — Mono: V.5.0 – 27.10.2017
BIJLAGE 3
TOETREDINGSFORMULIER VOOR BEGUNSTIGDEN
[Volledige officiële naam van de nieuwe begunstigde (korte naam)], gevestigd te [volledig officieel adres], [OPTIE voor begunstigden met btw: btw-nummer [nummer invullen]], ("de begunstigde"), voor de ondertekening van dit toetredingsformulier vertegenwoordigd door [voor- en achternaam, functie],
stemt er hierbij mee in
om begunstigde nr. [nummer van de begunstigde invoegen] te worden
bij subsidieovereenkomst nr. overeenkomstnr. invullen] ("de overeenkomst"),
gesloten met het Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA) ("het Agentschap"), onder de bevoegdheid van de Europese Commissie ("de Commissie"),
voor de actie getiteld [titel van de actie invullen (acroniem invullen)].
Door dit toetredingsformulier te ondertekenen, aanvaardt de begunstigde de subsidie en stemt hij ermee in om deze overeenkomstig de overeenkomst uit te voeren, met alle daarin vastgestelde verplichtingen en voorwaarden [OPTIE voor nieuwe begunstigden:, per [datum invullen][de datum van ondertekening van het toetredingsformulier][de datum van inwerkingtreding van de wijziging] ("toetredingsdatum") [aanvullende OPTIE bij een wijziging van begunstigde vanwege gedeeltelijke overname:, en met hoofdelijke aansprakelijkheid voor niet verschuldigde bedragen die aan [korte naam van de vorige begunstigde invullen] zijn betaald (d.i. terugvorderingen)] — als [de Commissie][het Agentschap] akkoord gaat met het wijzigingsverzoek].
HANDTEKENING
Voor de nieuwe begunstigde: [functie/voornaam/naam] [elektronische handtekening]
Gedaan in het [Nederlands] op [elektronisch tijdstempel]
Nr. subsidieovereenkomst: [nummer invullen] [acroniem invullen] [oproepcode invullen]
🛈 afdrukformaat A4 liggend
H2020-modelsubsidieovereenkomsten: H2020 MSO MSCA-SNLS — Mono: V.5.0 – 27.10.2017
MODEL BIJLAGE 4 VOOR H2020 MSO MSCA-SNLS — MONO
FINANCIËLE STAAT VOOR BEGUNSTIGDE [naam]/VOOR VERSLAGPERIODE [verslagperiode]
Aandelen forfaitair bedrag (per werkpakket) | Bijdrage van de EU | |||||
WP1 | WP2 | WP3 | WP4 | WP [XX] | Gevraagde EU- bijdrage | |
[korte naam begunstigde] |
De begunstigde bevestigt hierbij dat:
de verstrekte informatie volledig, juist en betrouwbaar is;
de werkpakketten zijn afgerond en – samen met de actie in het algemeen – volledig en naar behoren zijn uitgevoerd (zie artikel 7);
de correcte uitvoering kan worden gestaafd door passende schriftelijke gegevens en ondersteunende bewijsstukken die op verzoek of in het kader van controles, beoordelingen, audits of onderzoeken zullen worden overgelegd (zie de artikelen 17, 18 en 22).