DOORLOPENDE TEKST STATUTEN PostcodeStroom Coöperatief U.A. PER 7 SEPTEMBER 2016
<<<
DOORLOPENDE TEKST STATUTEN
PostcodeStroom Coöperatief U.A.
PER 7 SEPTEMBER 2016
>>>Definities Artikel 1
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenissen:
- Aansluiting:
een aansluiting van een in Nederland gelegen onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken op een Nederlands distributienet waaruit elektriciteit aan de verbruiker wordt geleverd, met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 3 maal 80A;
- Algemene Vergadering:
het orgaan van de Coöperatie dat wordt gevormd door de Leden dan wel een bijeenkomst van Leden en andere personen met vergaderrechten;
- Artikel:
een artikel van de onderhavige Statuten;
- Bestuur:
het bestuur van de Coöperatie;
- Coöperatie:
betekent de Coöperatie: PostcodeStroom Coöperatief U.A.;
- Leden Rekening:
de door de Coöperatie voor een Lid in de administratie aangehouden rekening, waarop het Leden Kapitaal van het betreffende Lid wordt geadministreerd;
- Ledenkapitaal:
Het door elk van de leden te storten kapitaal als bedoeld in artikel 10 van deze statuten;
- Leden Overeenkomst:
een overeenkomst gesloten tussen de Coöperatie en een Lid, zoals in de wet bepaald, bevattende onder andere de verhouding tussen het Lid en de Coöperatie, als mede de rechten en verplichtingen van het betreffende Lid en de Coöperatie;
- Lid:
een lid van de Coöperatie;
- Lidmaatschap: alle rechten en verplichtingen van een Lid met de Coöperatie, die voortvloeien uit de Statuten en de Leden Overeenkomst;
- Productie-installatie: een productie-installatie als bedoeld in artikel 1 lid 1 onderdeel ah van de Elektriciteitswet 1998;
- Postcoderoos: een gebied dat wordt gevormd door een aantal Postcodegebieden die daartoe door de belastingdienst zijn aangewezen waarin de Coöperatie een Productie- installatie in eigendom heeft;
- Postcodegebied: een gebied waarbinnen de postcodes in het postcodesysteem beginnen met hetzelfde getal van vier cijfers;
- Postcodesysteem: het postcodesysteem als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j van de Postwet 2009 dat wordt gebruikt door de verlener van de universele postdienst, bedoeld in artikel 2, eerste lid onderdeel g van de Postwet 2009;
- Raad van Toezicht: de raad van commissarissen van de Coöperatie als bedoeld in artikel 2:57 van het Burgerlijk Wetboek;
- Schriftelijk:
bij brief, telefax, e-mail, of door een op andere wijze langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
- Statuten:
de statuten van de Coöperatie als van tijd tot tijd gewijzigd;
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze Statuten tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
Naam en Zetel Artikel 2
1. De naam van de Coöperatie is: PostcodeStroom Coöperatief U.A.
2. De Coöperatie heeft haar zetel in Amersfoort.
Doel Artikel 3
1. De Coöperatie heeft als doel te voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van haar Leden, krachtens met hen gesloten Leden Overeenkomsten, in het bedrijf dat zij te dien einde te hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen, met betrekking tot:
a. het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen;
b. het op duurzame wijze produceren, doen produceren leveren en doen leveren van energie, direct of indirect ten behoeve van de leden, alles in de ruimste zin;
c. de verwerving, oprichting en exploitatie van een of meerdere duurzame productie- installatie(s) binnen een postcodegebied,
zomede al hetgeen met bovenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
2. De Coöperatie is niet bevoegd om direct te laste van haar Leden komende verplichtingen aan te gaan.
De Coöperatie heeft niet de bevoegdheid om eenzijdig de rechten en verplichtingen uit hoofde van de Leden Overeenkomsten, welke zij is aangegaan in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van de Leden uitoefent, te wijzigen, te veranderen, te herroepen of over te dragen.
Lidmaatschap Artikel 4
1. Leden kunnen slecht zijn natuurlijke personen en indien en voorzover de wet dit toestaat zonder dat de Coöperatie haar aanwijzing als bedoeld in artikel 59a van de Wet belastingen op milieugrondslag verliest, rechtspersonen en ondernemingen, indien en voorzover:
i. het lid, natuurlijk persoon, woont in een onroerende zaak welke via een Aansluiting is aangesloten op het distributienet; of
ii. het lid, rechtspersoon of onderneming, een onroerende zaak gebruikt welk via een Aansluiting is aangesloten op het distributienet ten behoeve van haar onderneming en een operationele Productie-installatie die eigendom is van de Coöperatie op deze onroerende zaak heeft geïnstalleerd;
iii. de onder i. bedoelde onroerende zaak in hoofdzaak dient tot gebruik als woning en de onder ii. bedoelde onroerende zaak in hoofdzaak wordt gebruikt als kantoor en/of bedrijfsruimte; en
iv. de Aansluiting zich bevindt in een Postcoderoos waarin de Coöperatie eigenaar is van een operationele Productie-installatie.
2. Een lidmaatschapsrecht bestaat steeds uit één of meer eenheden opwekcapaciteit, waarbij elke eenheid is terug te herleiden naar een aan de Coöperatie in eigendom toebehorende Productie-installatie binnen de Postcoderoos van het betreffende lid.
3. Het lidmaatschap van de Coöperatie is niet voor overdracht vatbaar.
4. Het lidmaatschap eindigt niet bij het overlijden van dat Xxx en gaat over op de rechtsopvolgers onder algemene titel van het Lid.
5. De Coöperatie heeft, onverminderd het in lid 2 bepaalde, géén in aandelen verdeeld kapitaal. Voorts zal de Coöperatie géén fysieke lidmaatschapsbewijzen of enige andere soort van waardepapier uitgeven.
Toelating van Xxxxx, Ledenlijst Artikel 5
1. Steeds indien de Coöperatie een Productie-installatie in eigendom verwerft stelt het Bestuur het Lidmaatschap van de Coöperatie open ten behoeve van hen die voldoen aan de kwaliteitseisen als omschreven in Artikel 4 lid 1.
2. Een verzoek om toegelaten te worden als lid dient schriftelijk te geschieden aan het Bestuur, onder overlegging van zodanige informatie en bescheiden als het Bestuur zal vaststellen bij het openstellen van het Lidmaatschap als omschreven in lid 1.
3. Het Bestuur beslist omtrent de toelating van nieuwe Leden met dien verstande dat:
a. het Lidmaatschapsrecht van een Lid steeds dient te bestaan uit ten minste een eenheid opwekcapaciteit. welke terug herleid kan worden naar een de Productie-installatie binnen de relevante Postcoderoos;
b. aldus nooit meer leden kunnen worden toegelaten met betrekking tot een Lidmaatschap dat betrekking heeft op een bepaalde Productie-installatie dan het aantal eenheden opwekcapaciteit waaruit de Productie-installatie bestaat;
c. het Bestuur gerechtigd is het aantal eenheden opwekcapaciteit per Lid te maximeren;
d. behoudens bijzondere gevallen het Bestuur de aanmeldingen tot het Lidmaatschap in volgorde van binnenkomst zal behandelen;
e. indien een ondernemer als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de Omzetbelasting 1968 een aanvraag doet toegelaten te worden tot het Lidmaatschap het Bestuur dit zal weigeren indien een dergelijk Lid middellijk tot onmiddellijke voor meer dan twintig procent (20%) in de Coöperatie of een Productie-installatie deelneemt.
4. Het in lid 2 bepaalde laat onverlet het recht van het Bestuur om een verzoek toegelaten te worden tot het Lidmaatschap te weigeren.
Indien het Bestuur de toelating tot het Lidmaatschap weigert dan is de verzoeker gerechtigd de Raad van Toezicht te verzoeken om alsnog tot toelating tot het Lidmaatschap te besluiten. Dit beroep op de Raad van Toezicht kan niet worden gedaan indien een verzoeker niet voldoet aan de kwaliteitseisen als bedoeld in Artikel 4 lid 1 of de situatie als omschreven in lid 3 sub e. van dit Artikel.
5. Het Bestuur houdt een ledenlijst, waarin de volgende gegevens worden bijgehouden:
i. de namen en adressen van de Leden van de Coöperatie;
ii. de Postcoderoos en Productie-installatie waarop het Lidmaatschap van het Lid betrekking heeft;
iii. het aantal eenheden opwekcapaciteit waaruit het Lidmaatschapsrecht bestaat;
iv. de data van de aanvang en de beëindiging van het Lidmaatschap van elk Lid;
v. het bedrag van de Kapitaal Rekening van elk Lid;
vi. of het lid kwalificeert als ondernemer in de zin van artikel 7 Wet op de omzetbelasting 1968.
Het Bestuur legt het register ten kantore van de Coöperatie of op een
andere daartoe door het Bestuur te bepalen geschikte plaats ter inzage voor de Leden.
6. Ieder Lid is verplicht om onverwijld wijziging in de gegevens als bedoeld in lid 5 schriftelijk aan het Bestuur te melden.
Einde van het lidmaatschap Artikel 6
1. Het Lidmaatschap eindigt, met inachtneming van het bepaalde in Artikel 6 lid 2 en lid 3:
a. door opzegging door het Lid;
b. door opzegging door de Coöperatie. Zodanige opzegging kan geschieden wanneer:
i. een Lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten door deze statuten voor het Lidmaatschap gesteld;
ii. een Lid zijn verplichtingen overeenkomstig deze statuten of de Leden Overeenkomst niet of niet tijdig nakomt; of redelijkerwijs van de Coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
iii. indien op enig moment een of meer Leden die ondernemer zijn in de zin van artikel 7 Wet op de Omzetbelasting middellijk of onmiddellijk voor meer dan twintig procent
(20%) in de Coöperatie of een Productie-installatie deelneemt. In dat geval zal opzegging met onmiddellijke ingang plaatsvinden van een zodanig aantal Leden die kwalificeren als ondernemer in de zin van artikel 7 Wet op de Omzetbelasting 1968 dat het belang van de Leden die kwalificeren als ondernemer in de zin van artikel 7 Wet op de Omzetbelasting 1968 kleiner is dan twintig procent (20%).
Opzegging zal alsdan plaatsvinden als volgt:
- in een situatie dat het percentage van twintig procent (20%) de gehele Coöperatie betreft dan zal bij opzegging van de Leden die kwalificeren als ondernemer in de zin van artikel 7 Wet op de Omzetbelasting 1968 het last in first out systeem worden gehanteerd;
- in een situatie dat het percentage van twintig procent (20%) een Postcoderoos/Productie-installatie betreft dan zal het betreffende Lid dat kwalificeert als ondernemer in de zin van artikel 7 Wet op de Omzetbelasting 1968 worden opgezegd. Indien er binnen een Postcoderoos meer dan één Lid kwalificeert als ondernemer in de zin van artikel 7 Wet op de Omzetbelasting 1968 dan zal het last in first out systeem worden gehanteerd.
Opzegging van het onder b. iii. gemelde geval kan slechts plaatsvinden indien het niet mogelijk is om de grens van twintig procent (20%) te bereiken door de verkleining van het aantal participaties van de Leden die kwalificeren als ondernemer in de zin van artikel 7 Wet op de Omzetbelasting 1968. Ter uitvoering hiervan is het Bestuur gerechtigd een zodanig aantal participaties van de betreffende Leden in te trekken onder terugbetaling van het bedrag als hierna onder Artikel 10 lid 5 omschreven dat wel wordt voldaan aan de criteria als omschreven in artikel 59a lid 3 Wet belastingen op milieugrondslag;
c. door ontzetting. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een Lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Coöperatie handelt, of de Coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging door de Coöperatie of ontzetting geschiedt door het Bestuur, met dien verstande dat een dergelijk besluit de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeft.
3. Opzegging van het Lidmaatschap door de Coöperatie kan tenzij in deze statuten voor een specifieke situatie en andere termijn is voorgeschreven slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier (4) weken.
Opzegging van het Lidmaatschap door een Lid kan slechts schriftelijk geschieden tegen het eind van een maand en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier (4) weken.
Echter, het lidmaatschap kan onmiddellijk schriftelijk worden beëindigd, indien van de Coöperatie of van het Lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het Lidmaatschap te laten
voortduren. Het Bestuur zal met inachtneming van deze statuten elke beëindiging door een Lid schriftelijk bevestigen.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in Artikel 6 lid 3 eerste zin doet het Lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een Lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang schriftelijk opzeggen binnen één
(1) maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen jegens de Coöperatie zijn verzwaard, hem bekend is geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing.
Een Lid is niet bevoegd om zijn Lidmaatschap op voorgaande gronden te beëindigen, indien zulk besluit een wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen betreft.
6. Een Lid kan zijn Lidmaatschap ook met onmiddellijke ingang schriftelijk opzeggen binnen één maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de Coöperatie in een andere rechtsvorm of tot juridische fusie of splitsing als bedoeld in Titel 7 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Aanspraak bij het eindigen van het Lidmaatschap Artikel 7
1. Indien het Lidmaatschap van een Lid eindigt door opzegging door het Lid of de Coöperatie dan zal het Lid gerechtigd zijn tot het saldo van zijn Ledenrekening per de dag waarop het Lidmaatschap eindigt vastgesteld op de wijze als bepaald in Artikel 10 lid 5, mits een nieuw lid toetreedt tot de Coöperatie met betrekking tot de Productie-installatie waarin het uittredende lid deelnam en dit nieuwe lid voldoet aan de verplichting tot storting als bedoeld in artikel 10 lid 4.
2. Indien een terugbetaling van het saldo van de Ledenrekening ondanks het in lid 1 bepaalde de continuïteit van de Coöperatie in gevaar zou brengen, zulks ter beoordeling van het Bestuur, dan is het Bestuur gerechtigd het saldo van de Ledenrekening te voldoen in maximaal zeven (7) gelijke jaarlijkse termijnen.
3. Met inachtneming van het in lid 1 en lid 2 bepaalde zal bij opzegging door of van meer dan één Lid terugbetaling steeds plaatsvinden in volgorde van het eindigen van het Lidmaatschap. Indien lidmaatschappen eindigen op dezelfde dag dan zullen de betreffende leden steeds gelijk behandeld worden.
4. In geval van ontzetting uit het Lidmaatschap vervalt het saldo van de Ledenrekening van het betreffende Lid aan de Coöperatie.
Rechten en verplichtingen van Leden Artikel 8
1. De Leden hebben het recht:
a. om het ledenregister te raadplegen; en
b. om de opgestelde jaarrekening en andere door de wet vereiste aanvullende informatie met betrekking tot de jaarrekening in te zien en, indien gewenst, kosteloos een kopie van de voornoemde documenten te ontvangen.
2. Elk Lid is verplicht om met de Coöperatie een Leden Overeenkomst aan te gaan.
3. Elk Lid is een jaarlijkse contributie aan de Coöperatie verschuldigd welke zal worden vastgesteld door het Bestuur na verkregen goedkeuring van de Raad van Toezicht. De contributie kan per Productie-installatie verschillen gebaseerd op specifieke omstandigheden ten aanzien van de betreffende Productie-installatie. Ten aanzien van een Productie-installatie zullen de leden steeds naar rato van het aantal eenheden waaruit het lidmaatschap bestaat gelijkelijk worden behandeld.
4. Ieder Lid danwel de rechtsopvolger van ieder Lid heeft de verplichting de
Coöperatie kennis te geven van (i) overlijden van een Lid (ii) ieder wijziging in zijn adres en postcode, en andere relevante informatie als bedoeld in Artikel 5 lid 5.
5. Een Lid kan niet door opzegging de toepasselijkheid van een door de Coöperatie te zijnen laste aangegane verplichting uitsluiten.
Aansprakelijkheid Leden Artikel 9
Iedere verplichting van de Leden of oud-Leden van de Coöperatie om in een bij de ontbinding van de Coöperatie blijkend tekort bij te dragen, is uitgesloten.
Ledenrekening Artikel 10
1. In de administratie van de Coöperatie zal voor elk van de Leden een Ledenrekening worden aangehouden.
2. Een Lid wordt gecrediteerd op zijn Ledenrekening voor het door hem of haar gestorte Ledenkapitaal.
3. Elk Lid is bij aanvang van het Lidmaatschap verplicht tot het doen van een bijdragen aan het vermogen van de Coöperatie teneinde de Coöperatie in staat te stellen haar bedrijf uit te oefenen.
4. De omvang van het door elk Lid van de Coöperatie te storten bedrag kan per Lid verschillen met dien verstande dat Leden die behoren tot dezelfde Postcoderoos en Productie-installatie steeds pro rata gelijk zullen worden behandeld. Verschillen kunnen ondermeer ontstaan door specifieke kosten verbonden aan een specifieke Productie-installatie of het moment van toetreding tot het Lidmaatschap.
5. Op het door het Lid gestorte Ledenkapitaal zal jaarlijks op lineaire wijze afschrijving plaatsvinden zodanig dat het ledenkapitaal nihil zal bedragen nadat vijftien (15) jaren zijn verstreken sinds de aanwijzing van de desbetreffende Postcoderoos.
Leden die een identieke positie hebben zullen steeds op gelijke wijze worden behandeld.
6. Uitkering van de Ledenrekening kan alleen plaatsvinden bij beëindiging van het Lidmaatschap door opzegging zulks met inachtneming van het bepaalde in Artikel 7.
Bestuur, benoeming en ontslag. Beloning Artikel 11
1. Het Bestuur van de Coöperatie bestaat uit één of meer Leden en kan uit of buiten de Leden worden benoemd. Het aantal Leden van het Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen bestuurslid zijn.
2. Benoeming van de leden van het Bestuur anders dan het Bestuur dat bij de akte van oprichting is benoemd geschiedt door de Algemene Vergadering met inachtneming van het in lid 3 bepaalde.
3. Indien in het Bestuur een vacature ontstaat is de Raad van Toezicht gerechtigd een bindende voordracht op te stellen ten aanzien van de benoeming van een nieuw bestuurslid in die vacature.
De bindende voordracht dient te worden opgesteld binnen twee (2) maanden nadat het bestaan van de vacature ter kennis is gekomen van de Raad van Toezicht.
4. De Algemene Vergadering kan het bindend karakter aan de voordracht ontnemen bij een besluit genomen met ten minste twee/derde meerderheid vertegenwoordigende ten minste twee/derde van het aantal stemmen dat door de stemgerechtigde van de Coöperatie kan worden uitgebracht.
5. Indien de Raad van Toezicht van het recht tot het opmaken van de bindende voordracht niet of niet tijdig gebruik maakt alsmede wanneer het bindend karakter aan de voordracht is ontnomen dan is de Algemene Vergadering vrij in de benoeming van een Bestuurder in de betreffende vacature.
6. Bestuursleden worden benoemd voor onbepaalde tijd.
De Algemene Vergadering is steeds bevoegd een Bestuurder te schorsen of te ontslaan mits het besluit wordt genomen met twee/derde meerderheid in een vergadering waarin ten minste de helft van het aantal in de Algemene Vergadering uit te brengen stemmen aanwezig of vertegenwoordigd is.
7. Naast de Algemene Vergadering is de Raad van Toezicht steeds bevoegd een bestuurslid te schorsen.
8. Een schorsing kan maximaal worden uitgesproken voor een periode van drie (3) maanden. Indien de schorsing na drie (3) maanden niet is gevolgd door het ontslag van het Bestuur dan eindigt de schorsing.
9. Indien het Bestuur uit meer dan één Lid bestaat dan kan het Bestuur uit haar midden een voorzitter, secretaris en penningmeester benoemen waarbij de functie van secretaris en penningmeester door dezelfde persoon kan worden vervuld.
10. Aan het Bestuur kan een beloning worden toegekend door de Raad van Toezicht.
Bestuursvergaderingen Artikel 12
1. Het Bestuur vergadert zo dikwijls een lid van het Bestuur dat nodig acht, echter in ieder geval ten minste éénmaal per kalenderjaar. Besluiten mogen alleen worden genomen indien de meerderheid van de leden van het Bestuur in een vergadering aanwezig is. Indien het Bestuur bestaat uit meerdere leden worden de besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Indien de stemmen vóór en tegen een voorstel staken dan is het voorstel verworpen.
2. Het Bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het Bestuur worden benoemd.
3. Alle bestuursvergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de Coöperatie gevestigd is. Vergaderingen van het Bestuur kunnen worden bijgewoond en stemmen kunnen worden uitgebracht door middel van elektronische middelen van communicatie, op voorwaarde dat alle leden van het Bestuur die deelnemen aan een dergelijke vergadering in staat zijn met elkaar tegelijkertijd te communiceren.
4. Besluiten van het Bestuur kunnen ook buiten vergadering worden genomen, schriftelijk of op andere wijze, mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde bestuursleden is voorgelegd en geen van hen zich tegen de desbetreffende wijze van besluitvorming verzet. Van een besluit buiten vergadering dat niet schriftelijk is genomen wordt door de voorzitter van het Bestuur of een door hem aangewezen bestuurslid een verslag opgemaakt dat door de voorzitter, alsmede één van de overige bestuursleden wordt ondertekend. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle in functie zijnde bestuursleden.
Besluiten buiten vergadering kunnen alleen genomen worden in bijzondere gevallen indien en wanneer het niet mogelijk is een vergadering van het Bestuur te houden op de manier zoals beschreven in Artikel 12 lid 3.
5. De voorzitter zit de vergaderingen van het Bestuur voor. Xxxxxxx van zijn afwezigheid zal de vergadering haar voorzitter benoemen.
6. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten
waarbij de Coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de Coöperatie ter zake van deze handelingen.
Vertegenwoordiging van de Coöperatie Artikel 13
1. Het Bestuur vertegenwoordigt de Coöperatie. Voorts zijn, indien er meerdere bestuursleden in functie zijn twee bestuursleden gezamenlijk bevoegd de Coöperatie te vertegenwoordigen.
2. Het Bestuur kan besluiten om een of meer volmachten te verlenen aan een of meer personen die geen lid van het Bestuur zijn, zowel tezamen als ieder afzonderlijk, om de Coöperatie binnen de grenzen van die volmachten te vertegenwoordigen.
3. In geval van tegenstrijdig belang tussen de Coöperatie en een of meer bestuursleden zal het bepaalde in Artikel 13 lid 1 onverminderd van toepassing blijven, mits de betreffende vertegenwoordigingshandeling voorafgaand is goedgekeurd door de Raad van Toezicht en onverminderd het in de wet bepaalde.
4. De volgende besluiten van het Bestuur zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht:
a. het opstellen van een begroting, van een voortschrijdend meerjaren- en jaarbeleidsplan en een aansluitend financieel-economisch meerjarenplan voor de financiering van de Coöperatie, alsmede een herziening daarvan;
b. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet zijn begrepen het gebruikmaken van een aan de Coöperatie verleend bankkrediet of leningen aan of van groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 2:24h Burgerlijk Wetboek;
c. het stellen van zekerheid over goederen van de Coöperatie;
d. het aangaan van overeenkomsten waarin de Coöperatie zich borg stelt of waarbij zij hoofdelijk aansprakelijk wordt, dan wet zich op enig andere wijze verbindt voor schulden of andere verplichtingen van een Lid of van een groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 2:24h Burgerlijk Wetboek of van derden; en
e. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden en anders dan in de gebruikelijke uitoefening van de inning van schulden aan de Coöperatie en het aangaan van vaststellingsovereenkomsten.
5. De Raad van Toezicht is bevoegd ook andere besluiten van het Bestuur dan die in lid 2 van dit Artikel zijn vermeld, aan haar goedkeuring te onderwerpen, mits de Raad van Toezicht zodanige besluiten van het Bestuur nauwkeurig omschrijft en aan het Bestuur mededeelt.
6. De Raad van Toezicht kan bepalen dat een in Artikel 13, lid 2 bedoeld besluit niet aan haar goedkeuring is onderworpen, indien het daarmee gemoeide belang een door de algemene
vergadering te bepalen en schriftelijk aan de directie op te geven waarde niet te boven gaat. Voorts is een in Artikel 13, lid 2 hiervoor bedoeld besluit niet aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht onderworpen indien het betreffende besluit voortvloeit uit een reeds goedgekeurde begroting.
7. Het ontbreken van een ingevolge dit Artikel vereiste goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur of bestuursleden niet aan.
Benoeming, schorsing en ontslag leden van de Raad van Toezicht Artikel 14
1. De Coöperatie heeft een Raad van Toezicht indien de Algemene vergadering tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten bestaande uit minimaal drie (3) en maximaal vijf (5) natuurlijke personen.
Wordt het aantal leden van de Raad van Toezicht minder dan drie (3), dan behoudt de Raad van Toezicht zijn bevoegdheden maar is hij verplicht om onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental te nemen. Het aantal leden van de Raad van Toezicht wordt met inachtneming van het hiervoor bepaalde vastgesteld door de Raad van Toezicht.
2. De gewenste samenstelling wordt vastgelegd in de profielschets van de Raad van Toezicht en in de profielschets van elk lid, zoals deze door de Raad van Toezicht zal worden vastgesteld. Vaststelling of wijziging van de profielschets behoeft de goedkeuring van de Algemene Vergadering.
3. Lid van de Raad van Toezicht kan niet zijn een persoon:
a. die in dienst is van de Coöperatie, ten behoeve van de Coöperatie betaalde diensten verricht of een belangrijke zakelijke relatie met de Coöperatie heeft;
b. die in een periode van drie (3) jaar voorafgaand aan de benoeming in dienst van de Coöperatie is geweest, dan wel ten behoeve van de Coöperatie betaalde diensten heeft verricht, dan wel een belangrijke zakelijke relatie met de Coöperatie heeft gehad of deel heeft uitgemaakt van het Bestuur;
c. die lid is van het Bestuur van de Coöperatie;
d. die verwant, gehuwd of samenwonend is met een zittend lid van de Raad van Toezicht of van het Bestuur;
e. die een zodanige andere functie bekleedt dat het lidmaatschap van de Raad van Toezicht kan leiden tot strijdigheid met het belang van de Coöperatie, tot strijdigheid met deze functie, tot onverenigbaarheid, of tot ongewenste vermenging van belangen.
4. Benoeming van de leden van de Raad van Toezicht vindt plaats door de Algemene Vergadering, met dien verstande dat de benoeming voor de eerste maal bij deze akte zal plaatsvinden.
5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van vier (4) jaar. Aftredende leden van de Raad van Toezicht zijn drie (3) maal herbenoembaar.
6. Ontslag van de leden van de Raad van Toezicht vindt met inachtneming van het hierna bepaalde plaats door de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering is bevoegd ter zake advies in te winnen bij de Raad van Toezicht. In het geval de Algemene Vergadering ter zake geen advies verzoekt, zal de Raad van Toezicht bevoegd zijn de Algemene Vergadering ter zake ongevraagd advies te verstrekken.
7. De Algemene Vergadering kan een besluit tot ontslag van een lid van de Raad van Toezicht slechts nemen met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste een zodanig aantal leden aanwezig dan wel vertegenwoordigd is dat ten minste de helft van het totale aantal binnen de Coöperatie uit te brengen stemmen zou kunnen worden uitgebracht. Indien niet het op grond van de vorige volzin vereiste aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt ten minste twee (2) en ten hoogste vier (4) weken na de eerste vergadering een tweede vergadering gehouden, waarin het voorstel kan worden aangenomen met een twee/derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Leden.
8. De Algemene Vergadering is met inachtneming van het hierna bepaalde bevoegd een lid van de Raad van Toezicht te schorsen.
9. De Algemene Vergadering kan een besluit tot schorsing van een lid van de Raad van Toezicht slechts nemen met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste de helft van het totale aantal binnen de Coöperatie uit te brengen stemmen zou kunnen worden uitgebracht. Indien niet het op grond van de vorige zin vereiste aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt ten minste twee (2) en ten hoogste vier (4) weken daarna een tweede vergadering gehouden, waarin het voorstel kan worden aangenomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, mits met een twee/derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
De Algemene Vergadering is bevoegd ter zake van een schorsing advies in te winnen bij de Raad van Toezicht. In het geval de Algemene Vergadering ter zake geen advies verzoekt, zal de Raad van Toezicht bevoegd zijn het Bestuur ter zake ongevraagd advies te verstrekken.
10. Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx door de Algemene Vergadering van een lid van de Raad van Toezicht, dient de Algemene Vergadering binnen drie (3) maanden na ingang van die schorsing te besluiten hetzij tot ontslag, hetzij tot handhaving of opheffing van de schorsing, bij gebreke daarvan vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts één (1) maal worden genomen en de schorsing kan alsdan ten hoogste worden gehandhaafd voor drie
(3) maanden, ingaande op de dag, waarop de Algemene Vergadering het besluit tot handhaving heeft genomen. Indien de Algemene Vergadering niet binnen de in de vorige zin gestelde termijn tot ontslag of tot opheffing der schorsing heeft besloten, vervalt de schorsing. Een geschorst lid van de Raad van Toezicht wordt in de gelegenheid gesteld zich in de Algemene Vergadering te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan.
11. Leden van de Raad van Toezicht mogen geen enkel rechtstreeks of zijdelings persoonlijk voordeel genieten uit leveringen aan of overeenkomsten met de Coöperatie.
12. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht van een lid van de Raad van Toezicht eindigt:
a. door opzegging door het lid van de Raad van Toezicht op de dag waartegen is opgezegd;
b. door het verstrijken van de benoemingsperiode als bedoeld in lid 5;
c. door het onherroepelijk worden van een uitspraak strekkende tot faillissement of surseance van betaling van een lid van de Raad van Toezicht;
d. door het optreden ten aanzien van een lid van de Raad van Toezicht van een van de situaties als omschreven in lid 3 van dit artikel;
e. door ontslag door de Algemene Vergadering als bedoeld in lid 6 van dit artikel.
13. De Algemene Vergadering stelt de vorm en omvang van de (eventuele) beloning van de leden van de Raad van Toezicht vast en kan hen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten toekennen.
Taak van de Raad van Toezicht Artikel 15
1. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Coöperatie. Hij staat het Bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de Raad van Toezicht zich naar het belang van de Coöperatie en de met haar verbonden onderneming. De Raad van Toezicht als ook een lid van de Raad van Toezicht afzonderlijk krachtens een daartoe door de Raad van Toezicht genomen besluit, heeft te dien einde te allen tijde toegang tot de gebouwen en terreinen bij de Coöperatie in gebruik, recht op inzage van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers en tot controle van de voorraden en de kas. Hij is bevoegd zich voor rekening van de Coöperatie in de controle te doen bijstaan door een of meer deskundigen door hem daartoe te benoemen.
2. Het Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van de taak van de Raad van Toezicht noodzakelijke gegevens.
Het Bestuur stelt ten minste één (1) keer per jaar de Raad van Toezicht schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico's en het beheers- en controlesysteem van de Coöperatie.
Vergaderingen van de Raad van Toezicht Artikel 16
1. De Raad van Toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter en uit of buiten zijn midden een secretaris.
2. De Raad van Toezicht vergadert minimaal vier (4) keer per kalenderjaar en voorts telkenmale wanneer een lid van de Raad van Toezicht dan wel het Bestuur daartoe het verzoek doet.
3. Van het verhandelde in de vergadering van de Raad van Toezicht, worden notulen gehouden door de secretaris. De notulen worden in dezelfde vergadering of in een volgende vergadering van de Raad van Toezicht vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
4. Alle besluiten van de Raad van Toezicht worden genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij elders in deze statuten uitdrukkelijk anders wordt bepaald. Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter van de Raad van Toezicht de doorslag.
5. Een lid van de Raad van Toezicht kan zich door een mede-lid van de Raad van Toezicht bij schriftelijke volmacht doen vertegenwoordigen. Een lid van de Raad van Toezicht kan voor niet meer dan één (1) mede-lid van de Raad van Toezicht als gevolmachtigde optreden.
6. De Raad van Toezicht kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits het desbetreffende voorstel schriftelijk aan alle leden van de Raad van Toezicht is voorgelegd en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming schriftelijk heeft verzet.
Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt dat door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend. Van deze wijze van besluitvorming wordt in de notulen van de eerstvolgende vergadering van de Raad van Toezicht melding gemaakt.
7. De Raad van Toezicht vergadert tezamen met het Bestuur zo dikwijls de Raad van Toezicht of het Bestuur zulks verzoekt.
8. De Raad van Toezicht kan een reglement vaststellen, waarin onder meer de wijze van vergaderen en besluitvorming van de Raad van Toezicht worden opgenomen alsmede de profielschets voor de Raad van Toezicht.
Algemene Vergadering Artikel 17
1. Jaarlijks, uiterlijk binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar,
behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Vergadering, wordt een Algemene Vergadering - de Jaarvergadering - gehouden. In de Jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. indien van toepassing: het jaarverslag;
b. vaststelling van de jaarrekening;
c. verlening van décharge aan bestuursleden en de leden van de Raad van Toezicht;
d. voorziening in eventuele vacatures;
e. voorstellen van het Bestuur of de Leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
2. Bovendien zal het Bestuur een Algemene Vergadering bijeenroepen zo
vaak als het Bestuur dit nodig acht, indien verplicht op grond van de Statuten of op schriftelijk verzoek van een zodanig aantal Leden dat bevoegd is tot het uitbrengen van tien procent (10%) van de stemmen in de Algemene Vergadering.
3. Alle Algemene Vergaderingen worden gehouden in Nederland.
4. Voorzover niet anders bepaald bij de Statuten worden alle Algemene Vergaderingen ten minste veertien (14) dagen voorafgaand aan de dag van bijeenkomst bijeengeroepen door middel van een oproepingsbrief waarin de agendapunten zijn vermeld. Indien geen oproeping overeenkomstig dit Artikel geschiedt kan de Algemene Vergadering unaniem besluiten nemen mits alle Leden ter vergadering zijn vertegenwoordigd.
5. Onderwerpen die niet zijn vermeld in de oproepingsbrief tot de Algemene Vergadering kunnen niet worden behandeld tenzij alle Leden ter vergadering zijn vertegenwoordigd en in zodanig geval kunnen besluiten slechts unaniem worden genomen.
6. De Algemene Vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad van Toezicht en indien deze niet aanwezig is door één van de andere leden van de Raad van Toezicht. Is geen van de leden van de Raad van Toezicht aanwezig dan zal de voorzitter van de vergadering worden aangewezen door de Algemene Vergadering.
7. De voorzitter van de vergadering wijst een secretaris aan die notulen van de vergadering houdt.
8. Voorzover door de Statuten of de wet niet dwingend een andere meerderheid wordt voorgeschreven, worden alle besluiten van de Algemene Vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
9. Alle leden respectievelijk alle Afgevaardigden als bedoeld in Artikel 18 hebben toegang tot de Algemene Vergadering. Bestuursleden en leden van de Raad van Toezicht die geen Lid zijn hebben toegang tot de Algemene Vergadering.
Het Bestuur is bevoegd belanghebbende derden toe te laten tot de Algemene Vergadering.
9. Ieder Lid, dat niet geschorst is, zolang de Algemene Vergadering niet bestaat uit Afgevaardigden als omschreven in Artikel 18, is bevoegd tot het uitbrengen van één (1) stem in de Algemene Vergadering. Een Lid dat stemgerechtigd is kan zich laten vertegenwoordigen door een gevolmachtigde (die Lid dient te zijn), mits een schriftelijke volmacht wordt overgelegd aan de voorzitter van de Algemene Vergadering. Een bestuurslid en lid van de Raad van Toezicht dat geen Lid is heeft in de Algemene Vergadering een adviserende stem.
10. Leden zijn, zolang de Algemene Vergadering niet bestaat uit Afgevaardigden als omschreven in Artikel 18, bevoegd om in persoon of bij een schriftelijk gevolmachtigde, aan de Algemene Vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Een lid mag slechts volmacht aan een ander Lid verlenen. Een gevolmachtigde mag voor maximaal twee (2) leden als gevolmachtigde optreden.
11. Besluiten door de leden kunnen in plaats van in een Algemene Vergadering ook schriftelijk worden genomen, mits met algemene stemmen van alle leden. Zodanige besluiten kunnen
slechts geldig worden genomen met voorkennis van het Bestuur. Het Bestuur houdt aantekening van de door de leden genomen besluiten.
Afgevaardigden Artikel 18
1. Het Bestuur kan na verkregen goedkeuring van de Raad van Toezicht zodra het aantal leden van de Coöperatie groter is dan driehonderd en bestaat uit meer dan vijf (5) Postcoderozen besluiten dat de Algemene Vergadering bestaan uit Afgevaardigden zodanig dat elke Postcoderoos in de Algemene Vergadering wordt vertegenwoordigd door één (1) Afgevaardigde.
2. Afgevaardigden worden per Postcoderoos benoemd door de leden behorende tot de betreffende Postcoderoos voor een periode van drie (3) jaar. Herbenoeming is onbeperkt mogelijk. Het Bestuur van de Coöperatie is verplicht zo spoedig mogelijk nadat haar kenbaar is geworden dat een Afgevaardigde van een Postcoderoos moet worden benoemd een vergadering van leden van de betreffende Postcoderoos bijeen te roepen.
Op vergaderingen van leden van een Postcoderoos is voor zoveel mogelijk het bepaalde omtrent de Algemene Vergadering van toepassing, waaronder maar niet beperkt tot oproeping, agendering en besluitvorming.
3. Elke Afgevaardigde is gerechtigd tot het uitbrengen van een zodanig aantal stemmen in de Algemene Vergadering als het aantal leden dat behoort tot de betreffende Postcoderoos.
Boekjaar, Jaarstukken, Verliezen en Winsten Artikel 19
1. Het boekjaar van de Coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Jaarlijks, niet later dan zes (6) maanden na het einde van het boekjaar, tenzij deze termijn wordt verlengd door de Algemene Vergadering met niet meer dan vier (4) maanden op grond van bijzondere omstandigheden, zal het Bestuur de jaarrekening opstellen en voor de leden ter inzage beschikbaar stellen.
3. Binnen dezelfde termijn zal het Bestuur voorts het jaarverslag ter inzage voor de leden beschikbaar stellen, tenzij artikel 2:396 lid 6 of artikel 2:403 van het Burgerlijk Wetboek op de Coöperatie van toepassing is.
4. De jaarrekening bestaat uit een balans en een winst- en verliesrekening met toelichting.
5. De door het Bestuur opgestelde en aan de Algemene Vergadering over te leggen jaarrekening zal door alle leden van het Bestuur en de Raad van Toezicht worden getekend. Indien de handtekening van een of meer van hen ontbreekt, zal de reden daarvoor worden vermeld.
6. De Coöperatie kan en, indien wettelijk vereist, zal aan een accountant
opdracht geven tot controle van de jaarrekening, welke opdracht zal worden verleend door de Algemene Vergadering. Indien de Algemene Vergadering nalaat de opdracht te verlenen zal het Bestuur daartoe bevoegd zijn.
7. De accountant zal het onderzoek verrichten als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek en zal omtrent zijn onderzoek rapporteren aan het Bestuur. Hij zal het resultaat van zijn onderzoek weergeven in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening.
8. Indien geen Raad van Toezicht is ingesteld en geen accountantsverklaring als bedoeld in dit Artikel 19 lid 6 beschikbaar komt, zal de Algemene Vergadering jaarlijks een commissie benoemen van ten minste twee (2) personen die geen deel uitmaken van het Bestuur. Deze commissie zal de jaarrekening onderzoeken en verslag uitbrengen aan het Bestuur van haar bevindingen zoals bedoeld in artikel 2:48 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
9. Het Bestuur zal ervoor zorgen dat de jaarrekening, het jaarverslag en de overige aanvullende informatie die ingevolge artikel 2:392, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek zijn vereist, ter inzage zullen liggen ten kantore van de Coöperatie vanaf de dag van de oproep tot de Algemene Vergadering. leden kunnen aldaar de stukken inzien en kosteloos daarvan een afschrift ontvangen.
10. De jaarrekening zal worden vastgesteld door de Algemene Vergadering.
Bestemming batig saldo Artikel 20
1. Een eventueel batig saldo dat blijkt uit de jaarrekening van de Coöperatie komt toe aan de leden op de wijze als bepaald in dit artikel.
2. Een batig saldo wordt gesplitst in twee (2) componenten, te weten:
a. een batig saldo dat niet is toe te rekenen aan een specifieke Postcoderoos, aangeduid als Algemeen batig saldo;
b. een batig saldo dat is toe te rekenen aan een specifieke Postcoderoos, aangeduid als Specifiek batig saldo.
3. Een Algemeen batig saldo komt toe aan alle leden van de Coöperatie naar rato van het saldo van hun Ledenrekening per ultimo van het boekjaar waarop het Algemeen batig saldo betrekking heeft en wordt geboekt op de Ledenrekeningen.
4. Een Specifiek batig saldo komt toe aan de leden van de betreffende Postcoderoos naar rato van het saldo van hun Ledenrekening per ultimo van het boekjaar waarop het Specifiek batig saldo betrekking heeft en wordt geboekt op de Ledenrekeningen.
Statutenwijziging Artikel 21
1. In de Statuten kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit genomen in een Algemene Vergadering en de oproepingsbrief tot de vergadering moet vermelden dat in de
vergadering wijziging van de Statuten zal worden voorgesteld. De woordelijke tekst van het voorstel dient bij de oproepingsbrief te worden bijgesloten en zal ten kantore ter inzage worden gelegd voor de leden tenminste vijf (5) dagen vóór de vergadering tot en met de datum waarop de vergadering zal worden gehouden.
2. De oproepingstermijn tot een zodanige vergadering is ten minste veertien (14) dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
3. Een besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen in een vergadering waar ten minste twee derde van de stemgerechtigde Leden aanwezig of vertegenwoordigd is met een meerderheid van twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen. Is het in de vorige zin bedoelde aantal van de Leden in die vergadering niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt na die vergadering een tweede vergadering bijeengeroepen te houden binnen vier weken na de eerste vergadering, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
4. Het bepaalde in dit Artikel 21 lid 1, 2 en 3 is niet van toepassing indien alle Leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn in de Algemene
Vergadering en het voorstel tot statutenwijziging genomen wordt met algemene stemmen.
5. De vereiste notariële akte bevattende de wijziging van de statuten van de
Coöperatie kan worden verleden door elk lid van het Bestuur dan wel door een daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van het Bestuur of van de Algemene Vergadering.
Ontbinding en Vereffening Artikel 22
1. De Coöperatie wordt ontbonden:
a. door een besluit tot ontbinding, genomen met algemene stemmen door de Algemene Vergadering; of
b. bij het ontbreken van Leden.
2. De Coöperatie zal gedurende haar liquidatie blijven voortbestaan voor
zover vereist teneinde haar activa en passiva te vereffenen. In van haar uitgaande documenten en aankondigingen dienen de woorden "in liquidatie" aan haar naam te worden toegevoegd.
3. Op het besluit als bedoeld in lid 1 sub a. is het bepaalde in Artikel 21 lid 1 tot en met 4 van overeenkomstige toepassing.
4. Indien de Coöperatie wordt ontbonden bij besluit van de Algemene
Vergadering, zullen de leden van het Bestuur de vereffenaars worden van de ontbonden Coöperatie, tenzij de Algemene Vergadering andere vereffenaars heeft benoemd. De vereffenaars hebben dezelfde bevoegdheden, verplichtingen en aansprakelijkheden als de leden van het Bestuur voorzover deze stroken met hun taak als vereffenaar.
Bestemming van Overschot Artikel 23
Het saldo na voldoening van (i) de schulden van de ontbonden Coöperatie en (ii) het saldo van op alle Leden Rekeningen van alle leden, wordt onder de Leden verdeeld op dezelfde wijze als een batig saldo als omschreven in Artikel 20.