Toelichting bij de Modelovereenkomst Agile ARBIT-2022
Rijksoverheid
Toelichting bij de Modelovereenkomst Agile ARBIT-2022
1. Inleiding
De Agile Modelovereenkomst is primair bedoeld voor IT-opdrachten voor de Ontwikkeling van Maatwerkprogrammatuur die onder de ARBIT worden gecontracteerd en waarbij een Agile werkwijze is overeengekomen. De gewone Modelovereenkomst van de ARBIT is daarvoor minder geschikt.
De basis voor Agile werken ligt in het Agile Manifesto voor softwareontwikkeling uit 2001. Sindsdien zijn uiteenlopende uitgewerkte werkwijzen ontstaan en wordt Agile werken ook toegepast buiten het gebied van softwareontwikkeling.
Bij het opstellen van dit model is de Nederlandstalige versie van de Scrum Guide van Xxx Xxxxxxxx en Xxxx Xxxxxxxxxx als uitgangspunt genomen, zie bijlage Methode en werkwijze.
Voor een constructieve Agile werkwijze wordt, gelet op de bijbehorende methodieken en specifieke begrippen, kennis van Xxxxx werken verondersteld. Het verdient aanbeveling daarvoor binnen de organisatie van Opdrachtgever voldoende kennis beschikbaar te hebben zodat niet op de kennis van Wederpartij hoeft te worden geleund.
De Agile ontwikkeling van Maatwerkprogrammatuur is, zoals in de eerste alinea aangegeven, voor dit model als uitgangspunt genomen, maar het model kan ook toegepast worden bij andersoortige Agile opdrachten. Deze overeenkomst is evenwel alleen geschikt en bestemd voor Agile opdrachten. Als Opdrachtgever ook andersoortige Prestaties wenst af te nemen bij Wederpartij, bijvoorbeeld gebruiksrechten of levering van hardware, dan moet daarvoor ook een separate Modelovereenkomst worden afgesloten. Tussen beide overeenkomsten bestaat in dat geval samenhang als bedoeld in artikel 30 van de ARBIT, hetgeen expliciet kan worden gemaakt in het optionele artikel 2.4. Artikelen die zien op die andere Prestaties, staan met het oog op de leesbaarheid en het gebruik niet in deze Agile Modelovereenkomst.
Ook voor het contracteren van Agile opdrachten geldt dat in artikel 2.3 steeds de complete ARBIT van toepassing worden verklaard (vgl. paragraaf 1.1 Toelichting ARBIT).
Deze Agile Modelovereenkomst bevat net zoals de gewone Modelovereenkomst de zogenoemde kernbedingen (zoals de prijs en de hoeveelheid) van de Overeenkomst die (zie artikel 231 onder a van het Burgerlijk Wetboek) geen onderdeel van algemene voorwaarden mogen uitmaken. Het model bevat een aantal bepalingen die bij elke Overeenkomst van toepassing zijn en een aantal optionele bepalingen.
2. Ondertekening
Uitgangspunt van het model is dat namens de Staat der Nederlanden wordt gecontracteerd en de betrokken minister zelfstandig bevoegd is tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen. In andere gevallen moet de Overeenkomst op dit punt worden aangepast. Als de Overeenkomst niet door maar namens de betrokken minister wordt ondertekend, dient daartoe een volmacht aan de ondertekenaar te zijn verleend overeenkomstig artikel 32 Comptabiliteitswet en het daarop gebaseerde Besluit Privaatrechtelijke rechtshandelingen.
De bevoegdheid van Wederpartij dient door Opdrachtgever te worden geverifieerd aan de hand van een uittreksel uit het Handelsregister en, in voorkomend geval, door het laten overleggen van een (beperkte) volmacht.
3. Overwegingen
Voor een goed begrip van de in de Overeenkomst vervatte afspraken is het van groot belang om de beweegredenen van de Opdrachtgever daarin vast te leggen. Daarvoor dienen de overwegingen bij de Overeenkomst.
Een IT-opdracht begint met het formuleren van een functionele behoefte van Opdrachtgever in een Bestek (offerteaanvraag). Het verschil met een regulier contract is dat Opdrachtgever er in de
onderhavige situatie juist behoefte aan heeft dat de Prestatie op een Agile wijze ontwikkeld wordt. Agile ontwikkelen betekent echter niet dat Opdrachtgever geen eisen kan stellen aan het eindresultaat. De uitdaging is om een optimale mate van flexibiliteit te bieden ten aanzien van de eigenschappen van de Prestatie, maar niet zo veel dat dat ten koste gaat van de geschiktheid van het eindresultaat voor het daarmee door Opdrachtgever beoogde gebruik. Ook Agile projecten lopen anders het risico te resulteren in onvoldoende bruikbare oplossingen of te verzanden in eindeloze ontwikkelingen waardoor projecten een veelvoud van tijd en geld kosten.
Hoe beter Opdrachtgever er dus in slaagt het door hem beoogde gebruik van de Prestatie in het Bestek te verwoorden, hoe beter de markt kan offreren. Bij het verwoorden van het met de Prestatie beoogde gebruik is tevens van belang dat Wederpartij voldoende inzicht wordt gegeven in het organisatieonderdeel van Opdrachtgever waarbinnen de Prestatie moet worden verricht.
De ondernemer wordt op zijn beurt geacht zich in voldoende mate op de hoogte te hebben gesteld van de organisatie van Opdrachtgever en de doelstellingen in verband waarmee Opdrachtgever de Overeenkomst aangaat, om een oplossing te kunnen offreren waarmee optimaal wordt voldaan aan het met het eindresultaat door Opdrachtgever beoogde gebruik. Een oplossing dus die voldoet aan de daaraan door Opdrachtgever gestelde eisen en die optimaal tegemoet komt aan de door deze gestelde wensen.
In de formulering van de Overwegingen is aangesloten op de informatie- en onderzoekverplichtingen van Partijen van artikel 4 van de ARBIT. Hiermee is - in lijn met de Toelichting bij artikel 4 van de ARBIT - nog eens benadrukt dat een actieve precontractuele houding van beide Partijen van groot belang is voor het welslagen van de Prestatie.
In de huidige opzet van deze Agile Modelovereenkomst loopt de beschrijving van het beoogde gebruik van de Prestatie van Opdrachtgever (overwegingen) over in het Overeengekomen gebruik dat erop is gericht om Opdrachtgever een Prestatie te verschaffen die voldoet aan de in het Bestek daaraan gestelde eisen en zo veel mogelijk tegemoet komt aan de wensen van Opdrachtgever.
Een Agile project moet vanwege de aard en financiële omvang doorgaans Europees worden aanbesteed. Uitgangspunt is dan ook dat aan contracteren een Europese aanbesteding vooraf is gegaan. De Prestatie wordt bereikt via Agile-werken. Dat staat in dit model maar vereist wel dat Opdrachtgever daartoe de Opdracht zodanig omschrijft dat de ruimte daarvoor bestaat. Anders gezegd; een project wordt niet Agile doordat de Agile Modelovereenkomst wordt gebruikt.
Artikelsgewijze toelichting bij de Modelovereenkomst Artikel 1. Begrippen
In artikel 1 wordt een groot aantal, specifiek voor Agile ontwikkeling, begrippen gedefinieerd. Deze sluiten aan op de begrippen in de ARBIT.
1.3 Goedkeuring: De Prestatie wordt bereikt via verschillende Tussenresultaten. De Tussenresultaten vereisen Goedkeuring, terwijl de Prestatie gericht is op Acceptatie als bedoeld in de ARBIT.
1.4 Scrum Ontwikkelteam: Het Ontwikkelteam is vaak, maar niet altijd, te vereenzelvigen met Wederpartij. Opdrachtgever moet zich er bewust van zijn dat het aandragen van ontwikkelaars van invloed kan zijn op de verantwoordelijkheidsverdeling wanneer het Ontwikkelteam niet naar behoren presteert.
1.14 Sprint: Al het noodzakelijke werk wat nodig is om het Project Doel te bereiken, inclusief Sprint Planning vindt plaats binnen Sprints.
Artikel 2. Voorwerp van de Overeenkomst
Artikel 2.1
Het voorwerp van de Overeenkomst bestaat bij Agile ontwikkeling doorgaans uit softwareontwikkeling maar ook andere opdrachten kunnen op Xxxxx werkwijze worden gerealiseerd. Zoals ook in de toelichting bij 3. Overwegingen werd aangegeven, is het van belang het beoogde
eindresultaat zorgvuldig en specifiek te omschrijven met dien verstande dat een passende mate van flexibiliteit wordt geboden ten aanzien van de eigenschappen van het eindresultaat.
Artikel 2.2
Er wordt groot belang gehecht aan het Projectdocument (zie ook de rangordeplaats daarvan in artikel 2.3). Dit document wordt door Partijen na ondertekening van de overeenkomst maar voordat tot uitvoering van de (daadwerkelijke) Prestatie wordt overgegaan, opgesteld. Met het oog op voortvarendheid van de totstandkoming daarvan kan Opdrachtgever bepalen op welke datum het Projectdocument vastgesteld wordt.
Artikel 2.3
Bovenaan in de rangorde staat dit document (met inbegrip van eventuele wijzigingen daarop) waarmee concreet wordt gedoeld op de artikelen 1 tot en met 9 van deze Modelovereenkomst. De Verwerkersovereenkomst (als er Persoonsgegevens worden verwerkt) volgt daarna, vervolgens de ARBIT en daarna het Projectdocument, het Bestek en de daarop gebaseerde Bijlagen. Het Bestek komt in rangorde boven de offerte omdat aan de Overeenkomst veelal een Europese aanbesteding is voorafgegaan. Het Bestek bevat dan een opsomming van enerzijds eisen waarvan in de offerte niet kan worden afgeweken en anderzijds wensen waaraan in de offerte op een bepaalde wijze invulling is gegeven. De gekozen rangorde biedt daarmee een extra waarborg dat bij het verrichten van de Prestatie niet wordt afgeweken van de in het Bestek gestelde eisen. Daarbij zij nog opgemerkt dat de mogelijkheid tot wijziging van een als resultaat van een Europese aanbesteding tot stand gekomen overeenkomst om aanbestedingsrechtelijke redenen beperkt is (art. 2.163a t/m g Aanbestedingswet 2012). Indien desalniettemin in een Bijlage wordt afgeweken van het Bestek, dient artikel 2.3 daarop te worden aangepast.
Artikel 2.4
In dit lid is bepaald welke documenten onderdeel uitmaken van de Overeenkomst en is de onderlinge rangorde daarvan vastgelegd.
Onder omstandigheden kunnen twee Overeenkomsten tussen dezelfde Partijen zodanig met elkaar samenhangen dat het succes van de ene Overeenkomst een voorwaarde is voor de toegevoegde waarde voor Opdrachtgever van de andere Overeenkomst. Een voorbeeld is een Opdracht tot Agile software ontwikkeling die samenhangt met een andere Overeenkomst waardoor bij dezelfde Wederpartij de gebruiksrechten op bijvoorbeeld het ontwikkelplatform worden verkregen. De Agile ontwikkelovereenkomst kan zinledig worden wanneer de gebruiksrechtovereenkomst wordt ontbonden. In die gevallen kan expliciet worden vastgelegd dat er samenhang bestaat tussen beide Overeenkomsten zodanig dat een grond voor ontbinding van de ene Overeenkomst ook een ontbindingsgrond voor de andere Overeenkomst oplevert (artikel 30.5 ARBIT).
Artikel 3. Sprints
Door het aantal Sprints vast te leggen wordt de flexibiliteit, die in Agile werken besloten ligt, beteugeld en wordt een dam opgeworpen tegen het ongewenst uitdijen van het project.
De Prestatie wordt bereikt via verschillende Tussenresultaten. De Tussenresultaten vereisen Goedkeuring (zie artikel 3.4 (c) terwijl de Prestatie gericht is op Acceptatie als bedoeld in de ARBIT. De in artikel 3.5 bedoelde acceptatie is een noodzakelijke voorwaarde voor het betalen van het laatste deel van de Vergoeding als gebleken is dat het samenstel van alle (Goedgekeurde) Sprints heeft geleid tot de gevraagde Prestatie. (Zie ook de toelichting bij artikel 7.1.)
Het optionele artikel 3.6 biedt de mogelijkheid om een deel van de Vergoeding in te houden zolang Gebreken in het Tussenresultaat of de Prestatie niet zijn hersteld. Zijn de Gebreken hersteld dan wordt de Vergoeding alsnog volledig voldaan.
Artikel 4. Contactpersonen en rapportage
Artikel 41.
De aanwijzing van contactpersonen vloeit voort uit artikel 2 van de ARBIT.
Artikel 4.2
Lid 2 beschrijft de aard en omvang van de rapportageverplichting van Wederpartij.
Voor Opdrachten ligt in artikel 51 van de ARBIT de basis voor de rapportageverplichting van Wederpartij.
Artikel 5. Inwerkingtreding en duur van de Overeenkomst
Artikel 5.1
Wat betreft de duur van een overeenkomst kan worden onderscheiden in overeenkomsten voor onbepaalde tijd en overeenkomsten voor bepaalde tijd. De overeenkomst voor onbepaalde tijd komt bij IT-contractering weinig voor. Overeenkomsten voor bepaalde tijd vallen uiteen in overeenkomsten die eindigen op het moment waarop de Prestatie is verricht (artikel 5.1) en overeenkomsten die eindigen op een vaststaand moment (artikel 5.2).
De Overeenkomst treedt in werking zodra deze door beide Partijen is ondertekend en dus niet al gelijk na het bereiken van mondelinge overeenstemming. Het is daarom van belang dat beide Partijen bij ondertekening ook de datum invullen.
Artikel 5.2
Ten behoeve van het contractbeheer is gekozen voor expliciete vermelding van de einddatum van de Overeenkomst.
In artikel 5.2 is voorzien in een mogelijkheid om de Overeenkomst onder gelijkblijvende voorwaarden te verlengen. In de tekst behoeft in dat geval alleen de duur van de verlenging te worden vermeld en de uiterste datum waarop van die optie gebruik kan worden gemaakt.
Artikel 6. Vergoeding
In het contract kan gekozen worden om op basis van uurtarieven te betalen (artikel 6.1) indien er geen maximale Vergoeding is bepaald. Als er wel een maximum aan de Vergoeding is gesteld kan gebruik worden gemaakt van de tweede optie van artikel 6.1.
Artikel 6.2
De indexeringsclausule is optioneel als er geen vaste Vergoeding is afgesproken en verwijst naar het prijsindexcijfer dat ook in de ARVODI als basis is genomen voor jaarlijkse tariefswijzigingen. Het prijsindexcijfer is beschikbaar via de internetsite van het Centraal Bureau voor de Statistiek xxxxx://xxxxxxxx.xxx.xx/#/XXX/xx/xxxxxxx/00000XXX/xxxxx?xxx0X00X. De gehanteerde prijsindex heeft betrekking op CAO lonen per uur inclusief bijzondere beloningen voor specialistische zakelijke dienstverlening.
Artikel 6.3
Naast de mogelijkheid die artikel 3.6 biedt, geeft het optionele artikel 6.3 de mogelijkheid om een bedrag in mindering te brengen op de Vergoeding voor elke dag dat de Prestatie nog Gebreken vertoont. Opdrachtgever is in dat geval niet gehouden het bedrag dat in mindering is gebracht op de Vergoeding aan Wederpartij te betalen zodra de Gebreken zijn hersteld. Dat is anders als gebruik wordt gemaakt van artikel 3.6. Dan wordt de Vergoeding wel volledig voldaan als Gebreken zijn hersteld.
In de Agile Modelovereenkomst is geen boetebepaling opgenomen in verband met te late Oplevering omdat een dergelijke boete minder past bij Agile werken.
Artikel 7. Facturering, verschuldigdheid en betaling
Artikel 7.1
Conform de comptabele regelgeving voor het Rijk betaalt Opdrachtgever Wederpartij in beginsel niet dan nadat de Prestatie is geaccepteerd. Dit komt tot uitdrukking in artikel 15.1 van de ARBIT waarin is bepaald dat een betalingstermijn pas na Acceptatie gaat lopen, zelfs als Wederpartij al veel eerder een factuur heeft verzonden.
In een Agile ontwikkeltraject worden Tussenresultaten opgeleverd (aan het einde van een Sprint). Deze Tussenresultaten kunnen door Opdrachtgever worden Goedgekeurd (of afgekeurd).
Goedkeuring houdt geen Acceptatie in maar is een verklaring van geen bezwaar van Opdrachtgever. Wederpartij blijft dus verantwoordelijk voor de (uiteindelijke werking van de)
Prestatie. Omdat het niet proportioneel is pas te betalen bij Acceptatie kunnen Partijen bijvoorbeeld overeenkomen dat betaling (van delen van de totale Vergoeding) plaatsvindt bij Goedkeuring van de Tussenresultaten. Een laatste deel van de totale Vergoeding kan bij de uiteindelijke Acceptatie van de Prestatie worden betaald.
Artikel 7.2
In lid 2 kan worden aangegeven welke gegevens op de factuur moeten worden vermeld.
Indien Partijen gebruik maken van elektronisch bestellen of factureren dienen de daartoe benodigde gegevens te worden opgenomen in artikel 7.2 of dient daar te worden verwezen naar een Bijlage Elektronisch bestellen en factureren.
Artikel 7.4 en 7.5
Indien Opdrachtgever reeds voorafgaand aan de Acceptatie van de Prestatie betalingen wenst te doen aan Wederpartij dient dit uitdrukkelijk te worden overeengekomen. Op grond van de Regeling financieel beheer van het Rijk dient Opdrachtgever onder omstandigheden een kredietinstellingsgarantie te vragen van Wederpartij (zie ook Toelichting bij artikel 16 van de ARBIT). Een model kredietinstellingsgarantie is bijgesloten bij de Modelovereenkomst. Een afschrift van de kredietinstellingsgarantie dient als Bijlage bij de Overeenkomst te worden opgenomen. Het originele exemplaar van de garantie is een waardepapier en dient na afloop van de garantieperiode te worden teruggegeven. Het is daarom van belang de bewaring van een afgegeven garantie met de nodige veiligheidswaarborgen te omgeven.
Artikel 8. Algemene en bijzondere voorwaarden
Artikel 8.1
Van de Overeenkomst maken in beginsel uitsluitend de Voorwaarden, de tekst van dit document, het Projectdocument, het Bestek, de Offerte en de Bijlagen onderdeel uit. De toepasselijkheid van andere algemene voorwaarden is uitdrukkelijk uitgesloten.
Artikel 8.2
Een Wederpartij moet door Opdrachtgever in de gelegenheid worden gesteld om voor of bij het sluiten van de Overeenkomst kennis te nemen van de Voorwaarden. Als Wederpartij die mogelijkheid niet is geboden dan kan zij zich onder omstandigheden met succes verzetten tegen de (volledige) werking van de Voorwaarden. Het is dan ook belangrijk dat de Voorwaarden als bijlage bij de Overeenkomst worden gevoegd.
In dit lid is bepaald dat de Voorwaarden bij de Overeenkomst zijn gevoegd teneinde daarmee te borgen dat Partijen niet tot ondertekening overgaan voordat de Voorwaarden ook daadwerkelijk bij de Overeenkomst zijn gevoegd.
Indien de Overeenkomst langs elektronische weg tot stand komt ligt het in de rede dat ook de Voorwaarden langs elektronische weg ter beschikking worden gesteld. Deze terbeschikkingstelling moet op een zodanige wijze plaatsvinden dat de Voorwaarden door Wederpartij kunnen worden opgeslagen en toegankelijk zijn voor latere kennisneming. In uitzonderingsgevallen kan worden volstaan met bekendmaking van de locatie waar van de Voorwaarden langs elektronische weg kennis kan worden genomen alsmede dat de Voorwaarden op verzoek worden toegezonden (artikel 6:234 lid 1 BW).
Artikel 9 overige bepalingen
Artikel 9.1
Het Rijks ICT-dashboard (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) komt voort uit de ‘commissie Xxxxx’. Over de uitkomsten van dit dashboard wordt regelmatig gerapporteerd aan de Tweede Kamer. In dit dashboard staat informatie over de voortgang, gerealiseerde projectonderdelen, kosten, planning en eventuele uitloop daarvan. Dit kan gevoelige informatie betreffen. Om die reden is in de Modelovereenkomst opgenomen dat informatie over (de voortgang van) de Opdracht die Opdrachtgever dient aan te leveren voor het Rijks ICT-dashboard niet valt onder geheimhouding als bepaald in artikel 17 van de ARBIT.
Artikelen 9.2 en 9.3
Indien deze Modelovereenkomst wordt gebruikt voor de inhuur van een zzp’er rust op
Opdrachtgever de verplichting om vast te stellen of de contractuele relatie die Partijen aangaan
kwalificeert als een dienstbetrekking. Is dat het geval dan moet Opdrachtgever loonheffingen
inhouden op het loon van de zzp’er en deze afdragen aan de Belastingdienst, zoals dat ook gebeurt
met personeel dat werkt op basis van een vaste of tijdelijke aanstelling.
De vraag of in een concreet geval sprake is van een dienstbetrekking moet volgens de website van de Belastingdienst worden beoordeeld aan de hand van de volgende vragen: 1) Heeft uw opdrachtnemer een verplichting tot persoonlijke arbeid?, 2) Is er een gezagsverhouding tussen u en uw opdrachtnemer?, en 3) Krijgt uw opdrachtnemer loon? Is het antwoord op al deze vragen 'Ja'? Xxx is uw opdrachtnemer in loondienst. Is het antwoord op 1 of meer van deze vragen 'Nee'? Xxx is uw opdrachtnemer niet in loondienst. (Let op! Controleer nog wel of uw opdrachtnemer misschien een fictieve dienstbetrekking heeft)
In verband met de eerste vraag heeft de Belastingdienst toegelicht dat zij snel aanneemt dat sprake is van een verplichting tot persoonlijke arbeid als voorwaarden worden gesteld aan vervangend personeel. De optionele artikelen 9.2 en 9.3 in deze Agile Modelovereenkomst bieden daarom de mogelijkheid om af te wijken van de ARBIT onder meer in die zin dat het Wederpartij vrij staat personen die belast zijn met de uitvoering van de Overeenkomst te vervangen en dat Opdrachtgever deze vervanger niet kan weigeren. De tekst van de Modelovereenkomst wekt daardoor niet langer de indruk dat er sprake is van een verplichting tot persoonlijke arbeid (criterium 1).
Als Opdrachtgever voorafgaand aan contractering van een zzp’er oordeelt dat de te sluiten
Overeenkomst niet kwalificeert als een dienstbetrekking, dan moeten de optionele artikelen 9.2 en
9.3 worden opgenomen in de Overeenkomst. Als de artikelen niet worden opgenomen dan bestaat het risico dat een arbeidsrelatie die feitelijk geen dienstbetrekking is door de Belastingdienst later wel als zodanig wordt aangemerkt. De Belastingdienst kan dan naheffingen en boetes opleggen.
Artikelen 9.4 en 9.5
Indien er bij de uitvoering van de Overeenkomst gegevens worden verwerkt, kunnen de optionele bepalingen in leden 4 en 5 worden gebruikt. Deze artikelleden zien niet op Persoonsgegevens, want als die verwerkt worden is er een aparte Verwerkersovereenkomst gesloten waarin al vergelijkbare bepalingen staan.
Door opname van lid 4 kan geregeld worden binnen welke termijn Wederpartij de gegevens dient te wissen of terug te bezorgen. Voorts bepaalt het artikel dat Wederpartij aan Opdrachtgever een boete verschuldigd is per dag dat hij in gebreke is. De hoogte van de boete en het maximale bedrag dienen te worden ingevuld. Het ingevulde bedrag dient proportioneel te zijn.
Onder ‘terugbezorgen’ wordt mede verstaan; het bezorgen van de gegevens bij een door Opdrachtgever aangewezen derde.
Het vijfde lid geeft twee alternatieve mogelijkheden indien de gegevens moeten worden terugbezorgd aan Opdrachtgever. In het eerste alternatief wordt geregeld dat de vorm waarin de gegevens moeten worden terugbezorgd, te zijner tijd door Opdrachtgever wordt aangegeven. In het tweede alternatief wordt de wijze van terug bezorging opgenomen in de Overeenkomst.
Artikel 9.6
De algemene exitregeling van artikel 32 van de ARBIT kan in een Bijlage Exitregeling waarnaar in dit artikellid wordt verwezen, nader worden uitgewerkt. Een exitregeling is belangrijker naarmate de afhankelijkheid van de Wederpartij groter is of de transitie naar een opvolgende Wederpartij een actieve bijdrage van Wederpartij verlangt. Specifiek ten aanzien van clouddiensten geldt dat het Rijks cloudbeleid voorschrijft dat in de overeenkomst altijd een ‘exit strategie’ moet zijn opgenomen.
Artikel 9.7
Indien de Prestatie mede de levering omvat van een AI-systeem met een hoog risico voor de gezondheid en veiligheid of de grondrechten van personen dan vereist Europese wetgeving dat aan de inzet daarvan nadere regels worden gesteld. Een AI-impactanalyse zal in voorkomend geval uitwijzen dat aanvullende contractuele afspraken moeten worden gemaakt met Wederpartij. Het gaat dan om eisen ten aanzien van de werking van het AI-systeem en de verantwoording die daarover moet kunnen worden afgelegd. Deze aanvullende voorwaarden kunnen in de naar de daarin verwezen Bijlage AI, worden opgenomen.
Op het moment van schrijven van deze toelichting is een werkgroep van de CBA betrokken bij het opstellen van Europese modelvoorwaarden voor hoog risico AI-systemen door de Europese
Commissie. Naar het zich laat aanzien maken de AI-modelbepalingen van de Gemeente Amsterdam een goede kans om als vertrekpunt te dienen voor Europese modelvoorwaarden. De Amsterdamse voorwaarden moeten daartoe onder meer in overeenstemming worden gebracht met het wettelijk kader van de aanstaande AI-verordening.
Een toekomstig Europees model zal geschikt gemaakt worden voor gebruik in een ARBIT-context en als AI-module bij de modelovereenkomsten via het Rijksportaal beschikbaar worden gesteld. Vooruitlopend daarop kan via het op het Rijksportaal genoemde mailadres informatie worden opgevraagd over de ontwikkeling en de inhoud van de (Europese) modelvoorwaarden.
Artikel 9.8
Elektronische communicatie via mail is steeds gebruikelijker geworden in de uitvoeringspraktijk en de mogelijkheden om veilig te communiceren zijn toegenomen. In dit optionele artikel kan de drempel voor elektronische communicatie daarom lager worden gelegd dan de daaraan door artikel 6:227a BW gestelde vereisten. De modeltekst laat ruimte om onderscheid te maken naar het doel van de communicatie door de artikelen van de ARBIT te benoemen waarvoor een lagere drempel geldt.
Het woord schriftelijk komt ook voor in de artikelen 18.2, 30.1, 30.3 en 30.6 van de ARBIT, maar afwijking wordt daar afgeraden omdat dat afbreuk doet aan de (helderheid van de) rechtspositie van Partijen.
Artikel 9.9
Artikel 9 biedt ruimte voor het opnemen van eventuele afwijkingen en/of aanvullingen van de ARBIT en/of de Overeenkomst. In geval van afwijkingen dienen bepalingen met de volgende formulering te worden opgenomen: "In afwijking van het bepaalde in artikel <artikel> van de Voorwaarden, geldt dat <afwijking>". Het moge duidelijk zijn dat het formuleren van afwijkingen niet de voorkeur heeft en dat het correct formuleren van een afwijkende bepaling juridische toetsing behoeft. Een afwijkende bepaling kan namelijk ook gevolgen hebben voor andere onderdelen van de ARBIT of de Overeenkomst.
Als er sprake is van meerdere aanvullende en/of afwijkende bepalingen kan het beste doorgenummerd worden (9.9, 9.10 e.v.).
Colofon
Deze instructie is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Commissie Bedrijfsjuridisch Advies (CBA) van de Rijksoverheid. Nadere inlichtingen kunnen ingewonnen worden bij het secretariaat van de CBA (contactgegevens op Rijksportaal).
Uitgegeven september 2022