ECHTSCHEIDINGSCONVENANT mei 2021 DE ONDERGETEKENDEN: De man hierna te noemen “de man” en De vrouw hierna te noemen "de vrouw"; samen te noemen “partijen”; NEMEN IN AANMERKING: Partijen zijn op # te # met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen.
mei 2021
DE ONDERGETEKENDEN:
De man
hierna te noemen “de man”
en
De vrouw
hierna te noemen "de vrouw";
samen te noemen “partijen”;
NEMEN IN AANMERKING:
Partijen zijn op # te # met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen.
Partijen hebben de Nederlandse nationaliteit. Het Nederlandse recht is op het huwelijksvermogensregime van toepassing.
Uit hun huwelijk is het volgende kind geboren:
- #
Die nog minderjarig is.
Het huwelijk van partijen is duurzaam ontwricht. Partijen wensen daarom dat hun huwelijk door echtscheiding wordt ontbonden.
Partijen hebben zich daartoe gewend tot mr. #, met het verzoek hen beiden te informeren, te begeleiden en voor hen # te verzoeken tussen hen de echtscheiding uit te spreken.
Voor het geval de echtscheiding tussen partijen wordt uitgesproken en de beschikking wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, hebben partijen de gevolgen van deze echtscheiding op de hieronder omschreven wijze met elkaar geregeld.
PARTIJEN VERKLAREN HET VOLGENDE MET ELKAAR TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1.Het kind
Partijen hebben als ouders van hun kind afspraken vastgelegd in een ouderschapsplan, dat als bijlage 1 aan dit convenant wordt gehecht en daarvan onlosmakelijk deel uit maakt.
Met betrekking tot de kosten van Het kind is daarin het volgende overeengekomen:
Partijen hebben in onderling overleg de kosten van Het kind vastgesteld op € # per maand.
De man voldoet aan de vrouw een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van Het kind ten bedrage van € # per maand.
1.1Deze alimentatie is te beginnen m.i.v. 01 januari 2022 onderworpen aan de wettelijke indexering als bedoeld in art. 1:402a BW.
Alimentatie jongmeerderjarige
1.2Vanaf het tijdstip waarop Het kind meerderjarig wordt, betaalt de de vader de alimentatie aan Het kind zelf ex artikel 1:395a BW op een door Het kind aan te wijzen bankrekening, tenzij Het kind op dat moment nog bij de de moeder woont. In dat geval wordt door de ouders en Het kind in onderling overleg bepaald op welke wijze wordt betaald, zolang die situatie voortduurt.
1.3De wettelijke indexeringsregeling blijft van
toepassing totdat Het kind de 21-jarige leeftijd heeft bereikt.
Studiekosten
1.4De ouders hebben afgesproken dat het saldo van de rekening # zal worden aangewend voor de studiekosten van Het kind zolang hij met redelijke resultaten en in overleg met hen met een beroepsopleiding bezig is of studeert. Ouders komen nadrukkelijk overeen dat zij zich niet verplichten tot een andere bijdrage.
Artikel 2.PARTNERALIMENTATIE
Tijdelijke partneralimentatie
2.0 De door de man betaalde hypotheekrente ten behoeve van de vrouw wordt aangemerkt als tijdelijke partneralimentatie.
Behoefte en inkomen
2.1Partijen stellen de huwelijksgerelateerde behoefte van ieder van partijen hierbij vast op € # netto per maand, uitgaande van een netto gezinsinkomen van € # per maand en kosten van het kind van € # per maand.
2.2De vrouw kan gedeeltelijk in haar eigen levensbehoefte voorzien. Haar gemiddelde bruto inkomen uit arbeid en/of vermogen bedraagt ten tijde van ondertekening van dit convenant € # per maand. Dit resulteert in een netto inkomen ten behoeve van de behoefte, rekening houdend met de bijdrage in de kinderkosten, van € #.
2.3De resterende netto behoefte aan partneralimentatie bedraagt derhalve € #per maand. Dit resulteert in een partneralimentatie conform behoefte van € # bruto per maand.
2.4Het inkomen van de man zal bij het bereiken van de 65 jarige leeftijd dalen en verder dalen bij het bereiken van de 67 jarige leeftijd.
De vrouw heeft aangegeven zich in te spannen een hoger inkomen te genereren.
Afkoop
2.5Ter beëindiging en/of voorkoming omtrent wat rechtens tussen partijen zal gelden, hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten in de vorm van een afkoopsom, mede om de vrouw in de gelegenheid te stellen de echtelijke woning te verkrijgen.
2.6Om tot een financiële afwikkeling van de gemeenschap te komen en de echtscheiding te kunnen afronden, wordt voor de te hanteren waarde voor de eigen woning uitgegaan van de waarde per 1 januari 2020 die door partijen onderling is vastgesteld op € #. De vrouw heeft in het kader van de echtscheiding recht op alimentatie van de man.
2.7Partijen zijn met betrekking tot de alimentatieverplichting overeengekomen dat de man een bedrag van bruto #, hetgeen neerkomt op een netto afkoopsom van € # zal betalen ter afkoop van de alimentatieverplichting. Partijen zijn een nettobedrag overeen gekomen ten aanzien van de partneralimentatie waarbij de belaste partneralimentatie zal worden afgezet tegen de corresponderende aftrek van de partneralimentatie aangezien partijen ervoor kiezen om in het jaar van afwikkeling voor het gehele jaar als fiscaal partner te worden aangemerkt.
2.8Partijen hebben niet de wil hebben elkaar te bevoordelen. Met deze verdeling en afkoop van de alimentatieverplichting zijn partijen van mening tot een evenwichtige verdeling van de gemeenschappelijke boedel te zijn gekomen en hebben partijen na de echtscheiding over en weer niets meer van elkaar te vorderen.”
Niet wijzigingsbeding afkoop
2.9In gevolge het bepaalde in artikel 2.7 wordt de alimentatieverplichting jegens de vrouw definitief en onvoorwaardelijk afgekocht. De man zal niet gehouden zijn verder nog op enigerlei wijze bij te dragen in het levensonderhoud van de vrouw, die door acceptatie van deze regeling onvoorwaardelijk afstand doet van alle verdere alimentatierechten. Deze afspraak is voor beide partijen bindend en zal niet door rechterlijke uitspraak of anderszins kunnen worden gewijzigd, behoudens in het geval van een zo ingrijpende wijziging van omstandigheden dat de alimentatiegerechtigde naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer aan het niet-wijzigingsbeding mag worden gehouden, zoals in artikel 1:159 lid 3 BW is bepaald.
Artikel 0.XX ECHTELIJKE WONING EN DAARMEE VERBAND HOUDENDE RECHTEN EN LASTEN
Eigen woning toegedeeld
3.1Tot de huwelijkse gemeenschap van partijen behoort de onroerende zaak staande en gelegen aan de #. Partijen hebben deze onroerende zaak in eigendom verkregen door inschrijving in de kadastrale registers van de notariële akte die op # verleden is voor notaris mr #
3.2De genoemde onroerende zaak wordt voor de
waarde van € #, gebaseerd op de waarde in het economisch verkeer en
de WOZ-waarde in 2020 toegedeeld aan de vrouw, onder de opschortende
voorwaarde zoals hierna vermeld.
De waarde is door partijen in
onderling overleg, zonder taxatie van een makelaar tot stand gekomen.
3.3Op de in artikel 3.1 genoemde onroerende zaak rust een schuld uit hoofde van hypothecaire geldlening, afgesloten bij Rabobank. De akte van geldlening met hypotheekstelling ter grootte van is op # verleden voor notaris #.
3.4De restanthoofdsom van de in artikel 3.3 genoemde hypothecaire geldlening bedraagt per 31 december 2019 € #. Vanaf de datum waarop de hierna te noemen akte van verdeling wordt verleden neemt de vrouw op zich om bij uitsluiting van de man alle uit deze hypothecaire geldlening voortvloeiende verplichtingen als eigen schuld te voldoen.
3.5Er is een levensverzekering afgesloten bij Interpolis op naam van # onder polisnummer # waarvan de afkoopwaarde thans circa € # bedraagt en die verpand is aan Rabobank. De rechten uit deze polis worden voor deze afkoopwaarde eveneens onder de hierna genoemde opschortende voorwaarden toegedeeld aan de vrouw onder de verplichting de daarvoor verschuldigde premies vanaf het moment van ondertekening van deze overeenkomst te voldoen onder vrijwaring van de man. De levering van deze polis aan de vrouw geschiedt door middel van dit convenant en mededeling daarvan aan de verzekeraar. Partijen verplichten zich alle door de verzekeringsmaatschappij in verband met deze levering verlangde stukken te ondertekenen.
3.6Toedeling van de in artikel 3.1 genoemde woning en (eventueel) de rechten voortvloeiende uit de in artikel 3.5 genoemde polis aan de de vrouw geschiedt onder de opschortende voorwaarde dat de in artikel 3.3 genoemde hypotheeknemer de man ontslaat uit de hoofdelijke verplichtingen met betrekking tot de genoemde hypotheekschuld.
3.7Voor het geval de bank niet bereid zou zijn om de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te ontslaan, zullen partijen de woning binnen 12 weken na de weigering van de bank te koop zetten.
3.8Partijen geven hierbij opdracht aan notaris mr #of diens plaatsvervanger om, zo mogelijk binnen één maand na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, een notariële akte te verlijden waarbij de in artikel 3.1 genoemde onroerende zaak goederenrechtelijk aan de vrouw geleverd worden. De kosten van deze akte en de verdere kosten verbonden aan de inschrijving zullen komen voor rekening van voor rekening van de vrouw.
3.9Ieder der partijen verklaart hierbij onherroepelijk volmacht te verlenen aan genoemde notaris en aan ieder van de medewerkers, ten tijde van de gebruikmaking van de volmacht werkzaam op het kantoor van , zowel aan hen tezamen als aan ieder van hen afzonderlijk, om namens ieder der partijen de akte waarin de onroerende zaak wordt toegedeeld aan de vrouw te ondertekenen, de hiervoor benodigde stukken te doen opmaken en te tekenen, woonplaats te kiezen en verder al datgene te verrichten dat de gevolmachtigde raadzaam zal oordelen, een en ander met de macht van de in-de-plaats-stelling om te bewerkstelligen dat voormelde onroerende zaak goederenrechtelijk wordt geleverd aan de vrouw, hetgeen eerst zal geschieden nadat de man uit de hoofdelijkheid van de hypothecaire verplichtingen zal zijn ontslagen.
3.10De eigenaarslasten van de echtelijke woning komen vanaf de datum van levering van de woning voor rekening van degene aan wie de woning geleverd wordt. Tot de datum van levering zijn partijen overeengekomen dat:
de hypotheekrente voor rekening komt van de man, die ook de hypotheekrenteaftrek zal ontvangen, zonder nadere verrekening met de vrouw.
de aanslag WOZ, opstalverzekering en onderhoudslasten voor rekening komen van partijen, ieder voor de helft.
Artikel 4.VERDELING OVERIGE VERMOGENSBESTANDDELEN VAN DE HUWELIJKS GEMEENSCHAP
Peildatum
4.1Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van
goederen. Zij nemen als peildatum voor de samenstelling van de
gemeenschap #; zij nemen voor de waardering van de gemeenschap #.
De
waardestijgingen en/of –dalingen komen vanaf de in dit artikel
genoemde peildatum volledig ten goede aan / ten laste van degene aan
wie de vermogensbestanddelen worden toegedeeld ingevolge het in dit
convenant bepaalde.
Al hetgeen door erfenis, legaat, schenking
of anderszins vanaf deze peildatum verkregen mocht worden op
persoonlijke titel, wordt zonder nadere verrekening toegedeeld aan
die partij die begunstigde van het te ontvangen actief is.
Omvang gemeenschap
4.2Partijen verklaren dat zij geen van beiden gerechtigd zijn tot een onverdeelde boedel noch anderszins privévermogen hebben op grond van een uitsluitingsclausule en/of verknochtheid, zodat alle vermogensbestanddelen behoren tot de te verdelen gemeenschap.
Verdeling, toedeling en levering
4.3De huwelijksgemeenschap was op de peildatum samengesteld als hierna vermeld en zoals vermeld in de aan dit convenant gehechte en door beide partijen ondertekende vermogensverdeelstaat (bijlage 2).
4.4De bijlage van de vermogensopstelling maakt onlosmakelijk deel uit van dit convenant.
4.5Het saldo van de gemeenschap bedraagt € #, zodat elk van partijen recht heeft op € #.
4.6Aan de vrouw worden toegedeeld:
4.7Aan de man worden toegedeeld:
Artikel 5.Levering
5.1Bankrekeningen:
Levering van genoemde
saldi aan de man respectievelijk de vrouw geschiedt door
ondertekening van dit convenant en de mededeling daarvan aan de
bancaire instellingen. De mededeling wordt gedaan door degene aan wie
de saldi zijn toegedeeld.
Partijen zullen meewerken aan de
wijziging van de tenaamstelling dan wel de opheffing van de
rekeningen.
5.2Levensverzekeringen:
5.3Levering van de rechten voortvloeiende uit genoemde polissen aan degene aan wie de polis is toebedeeld vindt plaats door de ondertekening van dit convenant en de mededeling daarvan aan de verzekeringsmaatschappij(en). De mededeling wordt gedaan door degene aan wie de rechten zijn toegedeeld. De man>vrouw machtigt de vrouw hierbij onherroepelijk om de begunstiging van de polis te wijzen. Partijen verplichten zich alle in verband met deze levering door de levensverzekeringsmaatschappij verlangde stukken te ondertekenen. Degene die de rechten van een polis aldus geleverd krijgt is gehouden alle aan deze polis verbonden kosten en verplichtingen voor zijn of haar rekening te nemen en te voldoen.
5.4Inboedelgoederen & sierraden:
Levering vindt plaats door feitelijke bezitsverschaffing die wordt geacht plaats te hebben gevonden per datum inschrijving echtscheidingsbeschikking.
5.5Auto’s:
Levering vindt plaats door feitelijke bezitsverschaffing die wordt geacht plaats te hebben gevonden per datum inschrijving echtscheidingsbeschikking, alsmede voor zover nodig wijziging tenaamstelling.
5.6Vorderingen:
Levering van de rechten voortvloeiende uit voornoemde vordering aan degene aan wie de vordering is toegedeeld vindt plaats door de ondertekening van dit convenant en de mededeling daarvan aan de debiteur. De mededeling wordt gedaan door degene aan wie de vordering is toegedeeld.
Artikel 6
Nagekomen baten en/of lasten
Partijen verklaren dat behoudens de in dit artikel vermelde vermogensbestanddelen aan hen geen overige tot de gemeenschap behorende vermogensbestanddelen bekend zijn. Onbekende baten zullen terstond na het bekend worden aan de andere partij worden gemeld ter nadere verdeling, zulks op straffe van de sanctie die de wet stelt in art. 3:194 lid 2 BW op verzwijging, zoekmaken of verborgen houden van gemeenschapsgoederen, zijnde dat zijn/haar aandeel in dat goed aan de ander wordt verbeurd.
Aan
de vrouw worden toegedeeld de baten die sedert de peildatum van haar
zijde in de gemeenschap zijn gevallen en nog zullen vallen, zulks
onder de verplichting om voor haar rekening te nemen de schulden die
sedert de peildatum op haar naam en/of door haar toedoen zijn
ontstaan en nog zullen ontstaan. Aan de man worden toegedeeld de
baten die sedert de peildatum van zijn zijde in de gemeenschap zijn
gevallen en nog zullen vallen, zulks onder de verplichting om voor
zijn rekening te nemen de schulden die sedert de peildatum op zijn
naam en/of door zijn toedoen zijn ontstaan en nog zullen ontstaan.
Partijen verklaren voorts uitdrukkelijk dat er aan hen geen schulden bekend zijn die zijn opgekomen vóór de peildatum, anders dan de in dit convenant genoemde.
Voor het geval desondanks een schuld bekend zal worden die niet in het convenant is genoemd, zal deze voor rekening blijven van die partij op wiens/wier naam de schuld staat, tenzij aangetoond wordt dat de partij op wiens/wier naam de schuld staat van het bestaan niet heeft kunnen weten. In dat geval zal de schuld alsnog voor rekening van beide partijen komen.
Partijen verklaren dat zij de in dit convenant vermelde waarde van de te verdelen, vermogensbestanddelen naar beste weten hebben vastgesteld / doen vaststellen. Waardestijgingen en –dalingen komen ten goede aan, respectievelijk ten laste van degene die aan wie een vermogensbestanddeel is toegedeeld.
De man vrijwaart de vrouw en de vrouw vrijwaart de man voor aanspraken ter zake van schulden die hij, respectievelijk zij krachtens dit convenant voor zijn, respectievelijk haar rekening neemt.
Partijen verklaren hierbij de tussen hen bestaande huwelijksgemeenschap met inachtneming van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid te hebben verdeeld en zij verklaren tevens, behoudens met betrekking tot de rechten en verplichtingen genoemd in dit convenant, niets meer van elkaar te vorderen te hebben en elkaar algehele en finale kwijting te verlenen.
Artikel 7 - FISCALE REGELING
7.1 Fiscale toetsing
De in dit artikel opgenomen regeling is geen vervanging voor fiscaal advies. Partijen verklaren door ondertekening van dit convenant dat zij zich hebben laten informeren over de fiscale gevolgen van de regeling.
7.2 Fiscaal partnerschap en afstemming aangiftes
Einde fiscaal partnerschap
Partijen stellen vast dat zij fiscaal partners blijven tot het moment dat het verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank is ingediend én de gemeenschappelijke inschrijving in de Basisregistratie Personen is beëindigd. Partijen zijn zich bewust van het feit dat in het kader van de fiscale behandeling van de eigen woning een andere einddatum kan gelden dan voor het fiscaal partnerschap.
7.3 Fiscale aangiften
Partijen komen overeen dat zij voor het kalenderjaar waarin het fiscaal partnerschap eindigt in principe gezamenlijk zullen opteren voor het verlengd fiscaal partnerschap ex artikel 2.17 lid 7 Wet inkomstenbelasting 2001 en ook in dat jaar in overleg met elkaar de aangiftes inkomstenbelasting (laten) doen, tenzij zij gezamenlijk anders besluiten naar aanleiding van daartoe ingewonnen advies.
Partijen zijn zich er van bewust dat zij op een gelijke wijze aangifte zullen moeten doen. Indien partijen opteren voor het verlengd fiscaal partnerschap, zullen zij in hun gezamenlijke aangifte optimaal gebruik maken van artikel 2.17 Wet inkomstenbelasting (toerekenen inkomsten en aftrekposten).
Met ingang van het kalenderjaar na verbreking van het fiscaal partnerschap verzorgt ieder de eigen aangifte inkomstenbelasting / premies volksverzekeringen. Partijen verplichten zich om hun aangiften op relevante onderdelen met elkaar af te stemmen.
7.4 Afkoop alimentatie
In de gezamenlijke aangifte zullen partijen, met gebruikmaking van artikel 2.17 lid 7 Wet inkomstenbelasting 2001, voor zover nodig de belastingheffing neutraliseren ten aanzien van de afkoopsom partneralimentatie, als genoemd in artikel 2.4 van dit convenant. Hiertoe zal de persoonsgebonden aftrekpost ex artikel 6.3 lid 1 sub b/d Wet inkomstenbelasting, welke de man toekomt, volledig worden toegerekend aan de vrouw.
Vanwege de afbouw van het tarief waartegen aftrekposten kunnen worden afgetrokken in de inkomstenbelasting, zal de vrouw over een klein deel van de afkoopsom inkomstenbelasting verschuldigd zijn, naast ZVW premies.
7.5 Overige bepalingen
Optimalisatie aangiften
Partijen laten de mogelijkheid open om, binnen de grenzen van wet- en regelgeving, de aangiften Inkomstenbelasting/Premies Volksverzekeringen afwijkend van het bepaalde in de leden 2 en 3 van dit artikel in te dienen indien dit per saldo leidt tot een lagere heffing. Het voordeel van deze optimalisatie komt toe aan de man. Partijen gaan hierbij uit van de uitgangspunten en rekenmethodes zoals vastgelegd in de “notitie fiscale optimalisatie aangiften bij scheiding”.
Onvoorziene omstandigheden
7.6 Indien en voor zover de financiële regeling zoals omschreven in deze overeenkomst leidt tot onvoorziene gevolgen voor de heffingen, kan de partij die geconfronteerd wordt met deze onvoorziene gevolgen de andere partij verzoeken om opnieuw in overleg te treden teneinde de overeenkomst op zodanige wijze aan te passen dan wel aan te vullen, dat de onvoorziene gevolgen tot een minimum worden beperkt. De andere partij is gehouden om hieraan mee te werken voor zover deze hier geen financieel nadeel van ondervindt dan wel voor dit financiële nadeel wordt gecompenseerd.
Discussie met de belastingdienst
Indien over aanslagen inkomstenbelasting over de jaren dat partijen fiscaal partner waren een geschil met de belastingdienst ontstaat, zullen partijen dit geschil in overleg, eventueel met behulp van een fiscaal adviseur, behandelen.
Indien op enig moment onherroepelijk blijkt, dat enige bepaling, dan wel een daarin opgenomen waarde, van de onderhavige overeenkomst naar het oordeel van de belastingrechter en/of de Belastingdienst voor de toepassing van de fiscale regelgeving niet aanvaardbaar is, wordt, in overleg tussen partijen, de betreffende bepaling, dan wel waarde, met terugwerkende kracht, vervangen door een naar het oordeel van de Belastingrechter c.q. de Belastingdienst binnen de geldende fiscale wetgeving wel als zodanig aanvaardbare bepaling dan wel waarde. Partijen verbinden zich in die situatie tot het verrichten van al hetgeen te dien aanzien nodig is, waaronder een onderlinge verrekening en medewerking tot aanpassing van onderhavige overeenkomst, waarbij beiden het fiscale risico dragen.
Geen bevoordelingsbedoeling
7.7 Partijen stellen vast dat zij, voor zover in dit echtscheidingsconvenant niet anders is bepaald, over en weer niet de bedoeling hebben om elkaar in het kader van de afwikkeling van hun huwelijk en de regeling omtrent de gevolgen van de scheiding te bevoordelen. Partijen zijn van mening dat de regeling zoals omschreven in deze overeenkomst in lijn is met de onderlinge wettelijke rechten en plichten. Indien en voor zover de regeling zoals beschreven in deze overeenkomst desondanks naar objectieve maatstaven als een bevoordeling van één der partijen wordt aangemerkt, is sprake van de voldoening van een natuurlijke verbintenis. Mocht de belastingdienst desondanks een belaste schenking constateren en tegen dit oordeel zijn alle rechtsmiddelen uitgeput, dan beroepen partijen zich op toepassing van het echtgenotentarief dat volgt uit onderdeel 2 het besluit van de staatsecretaris van Financiën, de dato 5 juli 2010 (nummer DGB2010/872).
Artikel 8 DE PENSIOENEN EN DE VEREVENING DAARVAN
De man heeft vóór xxxxxxx tijdens het huwelijk van partijen aanspraken opgebouwd op ouderdoms- en partnerpensioen opgebouwd bij
#.
De vrouw heeft vóór xxxxxxx tijdens het huwelijk van partijen aanspraken op ouderdoms- en partnerpensioen opgebouwd bij
#
Uitsluiting verevening
8.2 Partijen sluiten bij dezen de werking van de Wet Verevening Pensioenrechten na echtscheiding (Wet VPS) met betrekking tot de door ieder van hen opgebouwde rechten op ouderdomspensioen uitdrukkelijk uit. Er zal derhalve geen pensioenverevening plaatsvinden.
Tevens sluiten partijen pensioenverrekening conform het arrest van de Hoge Raad van 27 november 1981 uit.
Partijen zullen binnen twee jaar na de totstandkoming van de echtscheiding aan de voormelde pensioenuitvoerder(s) mededeling te doen van de echtscheiding en van het tijdstip daarvan, alsmede van de overeenkomst van partijen inhoudende dat zij de toepasselijkheid van de Wet VPS hebben uitgesloten, zulks onder toezending van een door hem / haar gewaarmerkt afschrift (desgewenst: uittreksel) van dit convenant.
(Bijzonder) partnerpensioen:
8.3 Partijen doen afstand van het voor hen opgebouwde (bijzonder) partnerpensioen. Partijen zullen de pensioenuitvoerder(s) hiervan op de hoogte stellen en een (eigen) verklaring daartoe desgewenst ondertekenen.
Partijen hebben
bij het niet verevenen van de pensioenrechten niet de bedoeling
elkaar op welke wijze dan ook te bevoordelen.”
Artikel 9 KOSTEN
De kosten van de advocaat scheidingsmediator, mr # (eventueel inclusief de door deze ingeschakelde fiscaal adviseur,), worden door partijen bij helfte gedragen.
Artikel 10 GESCHILLEN
Indien partijen in de
toekomst van mening verschillen omtrent de interpretatie van dit
convenant en/of wijziging van de inhoud daarvan, zullen zij trachten
door middel van onderling overleg tot een regeling te komen.
Indien
een partij evenwel niet voldoet aan een in dit convenant omschreven
betalingsverplichting is de ander zonder meer gerechtigd een sommatie
uit te (laten) brengen en vervolgens, zo nodig, tot invordering over
te gaan.
Indien zij hier niet in slagen zullen zij zich wenden tot mr #, of een andere vFAS advocaat scheidingsmediator, met het verzoek hen te begeleiden bij het zoeken naar een oplossing voor de gerezen geschilpunten.
Pas indien en nadat deze
mediation niet tot het gewenste resultaat zal hebben geleid zullen
partijen zich elk tot een eigen advocaat wenden, die dan het
geschilpunt eventueel aan de rechter kan voorleggen.
Artikel 11 SLOTBEPALING
Voor zover de beschikking van de rechtbank mocht afwijken van het geen in dit convenant is overeengekomen, zullen de bepalingen van het convenant gelden boven hetgeen in de beschikking is bepaald, voor zover het niet om dwingend recht gaat.
Partijen verbinden zich deze overeenkomst noch geheel, noch gedeeltelijk te zullen (laten) ontbinden op grond van enigerlei tekortkoming in de nakoming daarvan. Nakoming zal steeds gevorderd kunnen worden, al dan niet met schadevergoeding.
Aldus overeengekomen en ondertekend in viervoud,
#, #, ,
op _________________ 2021 op _________________ 2021
De man, De vrouw,
De ondergetekende, mr# scheidingsmediator, verklaart dat dit convenant de afspraken behelst die door de bovenstaande partijen met het oog op de voorgenomen echtscheiding zijn gemaakt.
te #op > 2021
……………………………………
mr #
Paraaf de man |
Paraaf de vrouw |
Pagina 12 Convenant # vFAS, vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators, juni 2013
|