Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Xxxxxxxxxxx 0 Xxx Xxxx Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxx Xxxx
Ons kenmerk
ANVS-PP-2023/0098389-04
Datum 17 november 2023
Betreft Kernenergiewet vergunning
Besluit:
KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN NOURYON SPECIALTY CHEMICALS B.V. VOOR HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET RADIOACTIEVE STOFFEN EN TOESTELLEN
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING
Pagina 1 van 17
Inhoudsopgave
1.1 Vergunning
Aan Nouryon Specialty Chemicals B.V. statutair gevestigd te Amsterdam wordt, krachtens de artikelen 29 en 34 van de Kernenergiewet (Kew) en de artikelen 3.4, vierde lid, 3.5 en 3.8, eerste lid van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) voor onbepaalde tijd conform de aanvraag vergunning verleend voor:
A. RADIOACTIEVE STOFFEN
Het verrichten van handelingen ten behoeve van gaschromatografie en materiaalonderzoek binnen de locatie van Nouryon Specialty Chemicals B.V., gelegen aan de Xxxxxxxxxxxx 00 xx Xxxxxxxx met radioactieve stoffen binnen de volgende omvang:
1. twee ingekapselde bronnen nikkel-63 met een activiteit van maximaal 600 megaBequerel (MBq) per bron;
2. één ingekapselde bron tritium met een activiteit van maximaal 300 MBq per bron.
B. URANIUMOPLOSSINGEN (RADIOACTIEVE STOFFEN)
Het verrichten van handelingen ten behoeve van opslag en elementanalyse binnen de locatie van Nouryon Specialty Chemicals B.V., gelegen aan de Xxxxxxxxxxxx 00 xx Xxxxxxxx met open bronnen binnen de volgende omvang:
1. maximaal twee oplossingen in water met een maximaal volume van 200 milliliter (ml) met 10 parts-per-million (ppm) uranium-238 en 10 ppm thorium- 232;
2. maximaal twee oplossingen in water met een maximaal volume van 200 ml met 10 ppm uranium-238.
Het verrichten van handelingen ten behoeve van opslag en materiaalonderzoek, binnen de locatie van Nouryon Specialty Chemicals B.V. gelegen aan de Zutphenseweg 10 te Deventer, met open bronnen, binnen de volgende omvang:
3. één oplossing van 99,9% uranium-238 en 0,1% uranium-235, in de vorm van 1% uranylacetaat oplossingen, waarbij het maximale volume van de oplossingen niet meer bedraagt dan 100 ml.
C. TOESTELLEN, VASTE LOCATIE
Het verrichten van handelingen ten behoeve van analyse van monsters en materiaalonderzoek binnen de locatie van Nouryon Specialty Chemicals B.V., gelegen aan de Zutphenseweg 10 te Deventer, met ioniserende straling uitzendende toestellen binnen de volgende omvang:
1. één inherent veilig toestel met een hoogspanning van maximaal 60 kilovolt (kV);
2. twee inherent veilig toestellen gebruik makend van röntgenfluorescentie- spectrometrie (XRF) of röntgendiffractie (XRD) toestellen met een hoogspanning van maximaal 60 kV;
1.2 Intrekking
De eerder verleende vergunningen worden conform de aanvraag ingetrokken:
– de op 4 februari 2010 aan Akzo Nobel Chemicals B.V. verleende vergunning met nummer 2009/2691-05;
– de op 19 april 2012 aan Akzo Nobel Chemicals B.V verleende vergunning met nummer 2013/0172-07;
– de op 18 juli 2014 aan Akzo Nobel Chemicals B.V. verleende vergunning met nummer 2014/0641-07;
– de op 11 maart 2015 aan Akzo Nobel Chemicals B.V. verleende vergunning met nummer 2015/0200-05;
– de op 23 maart 2016 aan Akzo Nobel Chemicals B.V. verleende vergunning met nummer 2016/0277-07;
– de op 23 november 2018 aan Akzo Nobel Chemicals B.V. verleende vergunning met nummer ANVS-PP-2018/0047736-06;
– de op 17 april 2019 aan Akzo Nobel Chemicals B.V. verleende vergunning met nummer ANVS-PP-2019/0049105-07;
– de op 11 december 2019 aan Nouryon Chemicals B.V. verleende vergunning met nummer ANVS-PP-2019/0051270-04;
– de op 13 augustus 2021 aan Nouryon Chemicals B.V. verleende vergunning met kenmerk ANVS-PP-2021/0084840-04;
– de op 3 november 2021 aan Nouryon Specialty Chemical B.V. verleende vergunning met kenmerk ANVS-PP-2021/0085770-04;
Deze revisievergunning vervangt met ingang van haar inwerkingtreding de eerder aan Nouryon Specialty Chemicals B.V. verleende vergunningen. Deze vervallen op het tijdstip waarop de revisievergunning onherroepelijk wordt.
1.3 Voorschriften
Het Bbs en onderliggende ministeriële regelingen en de ANVS-verordening basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Vbs) bevatten rechtstreeks geldende bepalingen. De in deze vergunning opgenomen voorschriften betreffen aspecten die niet (volledig) zijn geregeld in de genoemde regelgeving. Naast de in deze vergunning opgenomen voorschriften dient de vergunninghouder te voldoen aan de van toepassing zijnde bepalingen uit het Bbs en onderliggende ministeriële regelingen en de Vbs.
Aan deze vergunning worden de volgende voorschriften verbonden:
I. Algemeen
1. Voor zover in de vergunning inclusief de voorschriften niet anders is bepaald worden de handelingen verricht overeenkomstig en op de locatie zoals beschreven in de in paragraaf 1.4 genoemde documenten.
2. De ondernemer zorgt voor een procedure voor intern transport. Deze procedure is goedgekeurd door de stralingsbeschermingsdeskundige.
II. Organisatie
1. In het geval dat de stralingsbeschermingsdeskundige niet in dienst is van de vergunninghouder, maar wordt ingehuurd, zijn de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de omvang van de tijdsbesteding vastgelegd in een contract.
2. De ondernemer zorgt ervoor dat degenen die specifieke handelingen of taken uitvoeren met ingekapselde bronnen beschikken over de volgende deskundigheid:
a. voor handelingen waarbij de bron in een vrij stralende positie komt: een diploma stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige of coördinerend deskundige, of een diploma toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor de desbetreffende toepassing als vereist krachtens artikel 5.22 van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Rbs);
b. voor het verwijderen uit, dan wel het plaatsen van de bronhouder met daarin de ingekapselde bron in het apparaat of de installatie: een diploma stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige, of coördinerend deskundige, of een diploma toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor de desbetreffende toepassing als vereist krachtens artikel 5.22 van de Rbs;
c. voor het aanbrengen of verwijderen van de ingekapselde bron uit de bronhouder of vaste meetopstelling anders dan door een leverancier: een diploma stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige of coördinerend deskundige, of een diploma toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor de desbetreffende toepassing als vereist krachtens artikel 5.22 van de Rbs;
d. voor het verrichten van een lektest, besmettingscontrole, of de periodieke controle zoals beschreven in artikel 4.11 van de Vbs: een diploma stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige of coördinerend deskundige, of een diploma toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor verspreidbare radioactieve stoffen (niveau C) of toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor versnellers (niveau C);
e. verantwoordelijkheid voor de beoordeling van de lektest, besmettingscontrole, of de periodieke controle zoals beschreven in art. 4.11 van de Vbs: registratie als stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige of coördinerend deskundige.
3. De ondernemer zorgt ervoor dat degenen die specifieke handelingen of taken uitvoeren met open radioactieve stoffen (uraniumoplossingen) beschikken over de volgende deskundigheid:
a. voor het verrichten van handelingen met uraniumoplossingen: voldoende instructie.
III. Voorschriften met betrekking tot bronnen
A. Uraniumoplossingen
1. Een binnenkomende zending met een uraniumoplossing wordt op een door de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming aangewezen plaats uitgepakt en gecontroleerd. Indien de verpakking beschadigd is of wanneer tijdens het transport een incident heeft plaatsgevonden wordt de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming geïnformeerd die nadere instructies geeft. Wanneer de zending met een uraniumoplossing buiten werktijd wordt afgeleverd wordt de bron direct opgeslagen in een bergplaats en wordt de toezichthoudend deskundige hierover geïnformeerd.
2. Handelingen met uraniumoplossingen, vinden uitsluitend plaats na toestemming van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming. De hoeveelheid open radioactieve stoffen waarmee op enig moment wordt gewerkt is kleiner dan 0,002 Reinh.
3. Artikel 4.9, leden a tot en met d, van de Vbs zijn van overeenkomstige toepassing op open bronnen.
4. De ruimte waarin handelingen met open bronnen plaatsvinden is niet of althans niet zonder nadere waarschuwing toegankelijk voor algemeen publiek of voor werknemers die niet direct bij de handelingen betrokken zijn. Voor een gecontroleerde zone waarin met open bronnen wordt gewerkt, geldt daarbij dat de ruimte is voorzien van toegangsbeveiliging die ervoor zorgt dat alleen geautoriseerde personen de ruimte kunnen betreden.
5. In of bij de ruimte waarin handelingen met open bronnen plaatsvinden, zijn persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals werkkleding, laboratoriumjassen en handschoenen, aanwezig zodat voorkomen kan worden dat werknemers besmet raken met radioactieve stoffen. Ter controle van mogelijk aanwezige radioactieve besmetting is apparatuur voor meting van radioactieve besmetting aanwezig.
6. De ruimten waarin handelingen met open bronnen plaatsvinden, worden regelmatig, volgens een vastgelegde procedure, gecontroleerd op radioactieve besmetting. Wanneer sprake is van radioactieve besmetting wordt deze door of onder toezicht van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming opgeruimd.
7. De schoonmaak van een ruimte waarin handelingen met open bronnen plaatsvinden, wordt uitgevoerd door een werknemer die daarvoor voldoende instructie heeft ontvangen, onder toezicht van de toezichthoudend medewerker
stralingsbescherming, en nadat de ruimte is gecontroleerd op radioactieve besmetting.
8. Materialen die in de ruimte zijn geweest waarin handelingen met open bronnen plaatsvinden, verlaten deze ruimte slechts nadat zij gecontroleerd zijn op radioactieve besmetting. Wanneer sprake is van radioactieve besmetting wordt deze door of onder toezicht van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming opgeruimd.
B. Ingekapselde bronnen
1. In geval van tijdelijke stillegging van het productieproces, behoeft de bronhouder met de ingekapselde bron, conform artikel 4.10 onder f van de Vbs, niet verwijderd te worden uit de vaste meetopstelling, mits in die periode de bronhouder met de ingekapselde bron vergrendeld is en mits toestemming is verleend en instructie is gegeven door de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.
2. Handelingen aan de bronhouder geschieden uitsluitend na toestemming en volgens instructies van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.
IV. Voorschriften met betrekking tot radioactieve afvalstoffen
1. Voor zover redelijkerwijs mogelijk worden radioactieve afvalstoffen gescheiden opgeslagen naar activiteitsgehalte en naar halveringstijd.
2. De radioactieve afvalstoffen en/of splijtstoffen, worden als zodanig herkenbaar op een deugdelijke wijze opgeslagen in een daarvoor bestemde ruimte die voldoet aan de eisen gesteld aan een bergplaats.
V. Milieubelasting
1. De door de vergunde handelingen veroorzaakte bijdrage aan de effectieve dosis voor personen buiten elke locatie is zo laag als redelijkerwijs mogelijk is. De multifunctionele individuele dosis overschrijdt in geen geval de waarde van 10 microsievert per jaar.
VI. Controle, registratie, meldingen en rapportages
A. Rapportage
1. De rapportage bedoeld in artikel 5.27 van de Rbs bevat, naast de in dit artikel bedoelde gegevens, tevens:
– een overzicht van alle toestellen die aan het einde van het verslagjaar aanwezig zijn, gespecificeerd naar maximale hoogspanning en toepassing;
– een overzicht van alle ingekapselde bronnen die aan het einde van het verslagjaar aanwezig zijn, gespecificeerd naar nuclide, activiteit en toepassing;
– een overzicht van de in dat jaar gebruikte open bronnen (uraniumoplossingen), kwalitatief en kwantitatief, gespecificeerd naar nuclide, activiteit en toepassing;
– een overzicht van relevante wijzigingen van de situatie, binnen het kader van de vergunning;
– een overzicht van controlewerkzaamheden die door of namens de stralingsbeschermingsdeskundige zijn uitgevoerd en de resultaten daarvan;
– een actuele opgave van de totale stralingsbelasting voor het milieu ten gevolge van alle bronnen binnen de locatie tezamen. De stralingsniveaus buiten de locatie worden in kaart gebracht met behulp van een plattegrond van de locatie.
VII. Stralingsincident, ongeval of radiologische noodsituatie
1.4 Documenten
De plattegrond zoals aangeduid in bijlage 2 “030711_11_M locatie röntgen toestellen Rev.1 update na ANVS-PP-2023_0098389_03” d.d. 5 oktober 2023 maakt onderdeel uit van de vergunning.
1.5 Openbaarmaking en publicatie
De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming maakt dit besluit openbaar op xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/xxxx/. Van het verlenen van dit besluit wordt ook kennisgegeven in de Staatscourant.
1.6 Het in werking treden van de vergunning
Deze beschikking treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer, met ingang van de dag na de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Indien gedurende deze termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
2 De aanvraag, het toetsingskader en de beoordeling
2.1 De aanvraag
De aanvraag heb ik op 4 juli 2023 ontvangen en heeft betrekking op een aanvraag voor handelingen met radioactieve stoffen, splijtstoffen en ioniserende straling uitzendende toestellen.
Tevens heeft de aanvrager een verzoek om intrekking van de onder paragraaf 1.2 genoemde vergunningen gedaan.
In het bijzonder betreft het de volgende toepassingen:
– het uitvoeren van handelingen ten behoeve van gaschromatografie met ingekapselde bronnen;
– het uitvoeren van handelingen ten behoeve van elementenanalyse met open bronnen in de vorm van uraniumoplossingen;
– het uitvoeren van handelingen ten behoeve van materiaalonderzoek met twee elektronenmicroscopen met als hulpmiddel open bronnen in de vorm van uraniumoplossingen;
– het uitvoeren van handelingen ten behoeve van analyse van materialen en monsters met vijf inherent veilige toestellen, waaronder twee toestellen gebruik makend van XRF en/of XRD en twee elektronenmicroscopen.
Bij de aanvraag zijn de volgende documenten gevoegd:
– vergunningaanvraag 2023 Nouryon Specialty Chemicals B.V. Deventer;
– bijlage 1 – Extract Dutch chamber of commerce Nouryon Specialty chemicals BV-22-11-2022;
– bijlage 2 – 30711_11_M locatie bronnen;
– bijlage 3a - Bron 155 Bruker normen waaraan de S4 XRF voldoet;
– bijlage 3b - Bron 155 Bruker S4 PIONEER Radiation Safety Certificate.
– bijlage 3c - Bron 155 XRF stralingsdata fabrikant.
– bijlage 3d - Bron 163 Bruker Advance D8 radiation protection test;
– bijlage 3e -Bron 163 Bruker XRD acceptance form;
– bijlage 3f - Bron 163 testrapport XRD;
– bijlage 3g - Bron 167 Add0114 01 - Radiation Safety Check AddSpex CG144;
– bijlage 3h - Bron 167 Rigaku_NEX_CG_Brochure_Rev6sm;
– bijlage 3i - Bron 169 Talos xray check;
– bijlage 4a - Bron 201 Broncertificaat Nikkel 63 bron ACS20;
– bijlage 4b - Bron 139 Broncertificaat Nikkel 63 bron ACS139;
– bijlage 4d - Bron 202 20140505, bijlage 2, Certificaat van de tritium bron van GAS Dortmund;
– bijlage 4e - Bron 202 Broncertificaat Tritium;
– bijlage 5 - Overeenkomst 2023 SBD Nouryon Specialty Chemicals Deventer 2023_Signed Nouryon;
– bijlage 6a - 2021 Refresher TMS Meet en regeltoepassingen TMS 1;
– bijlage 6b - 2021 Refresher TMS Meet en regeltoepassingen TMS 3;
– bijlage 6c - Bewijs van deskundigheid TMS 1;
– bijlage 6d - Bewijs van deskundigheid TMS 2;
– bijlage 6e - Bewijs van deskundigheid TMS 3;
– bijlage 0x - XXX-XXX M2021123 Aanstelling Toezichthoudend Medewerker Stralingsbescherming - Nouryon Specialty Chemicals BV – TMS 1 signed all;
– bijlage 6g - ECG-MAS M2021125 Aanstelling Toezichthoudend Medewerker Stralingsbescherming - Nouryon Specialty Chemicals BV – TMS 3 - signed all;
– bijlage 6h - Toezichthoudend Medewerker Stralingsbescherming Nouryon Deventer – TMS 2 signed all;
– bijlage 7a - 2022 Nouryon Procedure for handling radioactive materials and ordering apparatus containing radioactive materials;
– bijlage 7b - 2022 RDI Radioactieve bronnen en rontgentoestellen (HSE instructie nr 15);
– bijlage 7c - Bron 139 Bron 201 Handleiding Omgaan met ECD met Nikkel-63 bronnen;
– bijlage 7d - Bron 139 Bron 201 Use of Gas Chromatography _ Ion Mobility Spectrometry Instrument;
– bijlage 8a - Excel RIenE Nouryon Deventer vergunningaanvraag;
– bijlage 8b - 2023 Conclusies RIE en TER_Nouryon Specialty Chemicals.
Op 24 augustus 2023 is verzocht om aanvullende informatie. Op 5 oktober 2023 heb ik de volgende aanvullende gegevens ontvangen:
– Aanvullende informatie vergunningaanvraag 2023 Nouryon Specialty Chemicals
B.V. Deventer na ANVS-PP-2023_0098389_03;
– bijlage 2 030711_11_M locatie röntgen toestellen Rev.1 update na ANVS-PP- 2023_0098389_03;
– Bijlage 8a - Excel RI&E Nouryon Deventer vergunningaanvraag - update na ANVS-PP-2023_0098389_0.
Op 16 oktober 2023 heb ik de volgende aanvullende informatie ontvangen:
- Kennisgeving Nouryon Specialty Chemicals - RD L2023037 - ODRN - Bergplaats radioactieve stoffen;
- Ontvangstbevestiging Kennisgeving - Nouryon Specialty Chemicals - RD L2023037 - ODRN - Bergplaats radioactieve stoffen.
Op 6 oktober 2023 is mededeling gedaan van uitstel beslistermijn.
De aanvraag en de aanvullende informatie heb ik getoetst aan artikel 3.6, derde lid van het Bbs en paragraaf 3.2 van de Vbs en in behandeling genomen.
2.2 De gevolgde procedure
Dit besluit is ingevolge de artikelen 29a en 34 van de Kew en de artikelen 11.1 en
11.2 van het Bbs, niet tot stand gekomen overeenkomstig de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Er is al eerder een overeenkomstige vergunning voor handelingen met radioactieve stoffen met betrekking tot dezelfde plaats aan de aanvrager verleend. Het is niet te verwachten dat door gebruikmaking van de gevraagde vergunning nadeliger gevolgen voor mensen, dieren, planten en goederen kunnen worden veroorzaakt dan bij de eerder verleende vergunning in aanmerking zijn genomen.
2.3 Het toetsingskader
Algemeen
Aan het wettelijk kader van de stralingsbescherming, zoals vastgelegd in de Kew en de onderliggende besluiten, liggen onder meer de drie principes van het stralingsbeschermingsbeleid ten grondslag, te weten: rechtvaardiging, optimalisatie en dosislimieten. Indien aan deze uitgangspunten niet wordt voldaan of indien sprake is van een weigeringsgrond zoals genoemd in artikel 3.7 van het Bbs wordt de vergunning niet verleend.
De volgende in artikel 3.7 van het Bbs genoemde voorwaarde maakt, voor onderhavige vergunning, ook deel uit van het toetsingskader: deskundigheid op het gebied van stralingsbescherming.
Rechtvaardiging
Rechtvaardiging wil zeggen dat een handeling die blootstelling aan ioniserende straling met zich mee brengt, slechts is toegestaan indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling opwegen tegen de gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht. Het rechtvaardigingprincipe is in de wetgeving vastgelegd in paragraaf 2.2 van het Bbs en artikel 19 van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen.
In deze artikelen is bepaald dat een handeling slechts is toegestaan, indien deze door de ANVS is gerechtvaardigd, dan wel behoort tot een categorie van handelingen die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Medische Zorg is gerechtvaardigd. In de Rbs is in bijlage 2.1 een positieve en negatieve lijst opgenomen van respectievelijk gerechtvaardigde en niet-gerechtvaardigde categorieën handelingen. Naast deze categorale rechtvaardiging is in het kader van de vergunningverlening nog een specifieke rechtvaardiging aan de orde voor wat betreft de aangevraagde activiteit.
Optimalisatie
Onder optimalisatie wordt verstaan dat de bescherming van personen, die beroepsmatig of als lid van de bevolking in een geplande situatie aan straling worden blootgesteld, wordt geoptimaliseerd. Optimalisatie leidt ertoe dat de omvang van de individuele doses, de kans op het optreden van blootstelling en het aantal blootgestelde personen ten gevolge van een handeling zo beperkt als redelijkerwijs mogelijk worden gehouden. Daarbij wordt rekening gehouden met de huidige stand der techniek en met economische en sociale factoren en het omvat zowel
milieuhygiënische als arbeidshygiënische aspecten.
Optimalisatie is vastgelegd in artikel 15c, derde lid, van de Kew en artikel 2.6 van het Bbs. In de praktijk van de stralingsbescherming wordt vaak de term ALARA (As Low As Reasonably Achievable) gebruikt in de plaats van optimalisatie.
Optimalisatie vindt plaats zowel in de voorbereidings- en planningsfase, voordat de activiteit is begonnen, als in de fase nadat de activiteit is toegestaan en tot uitvoering wordt gebracht. Optimalisatie heeft geen betrekking op de afweging tussen verschillende alternatieve activiteiten, maar ziet op de vraag in hoeverre de nadelige gevolgen van een bepaalde activiteit in redelijkheid moeten worden beperkt.
Dosislimieten
Dosislimieten zijn de absolute grenswaarden die in acht genomen moeten worden om een minimaal beschermingsniveau voor individuele werknemers en leden van de bevolking te garanderen. De blootstelling als gevolg van een combinatie van alle relevante handelingen mag niet hoger zijn dan de gestelde dosislimieten. Doel is dat geen enkel individu wordt blootgesteld aan onaanvaardbare stralingsrisico’s. Dit algemene beginsel van stralingsbescherming wordt gezien als vangnet na de toepassing van rechtvaardiging en optimalisatie.
Het principe van dosislimitering is vastgelegd in artikel 2.9 van het Bbs. De van toepassing zijnde dosislimieten zijn in de artikelen 7.3, 7.4, 7.34, 7.35, 7.36, 9.1 en
9.2 van het Bbs neergelegd.
Deskundigheid
2.4 Bevindingen en overwegingen
Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg.
Registratieplichtige handelingen
Artikel 3.4, vierde lid, van het Bbs bepaalt dat indien binnen een locatie, onder verantwoordelijkheid van een ondernemer, meerdere handelingen plaatsvinden die tot verschillende in artikel 3.8 of 3.10 van het Bbs genoemde categorieën van handelingen behoren, een vergunning voor het geheel van die handelingen is vereist, waarbij de zwaarste bron bepalend is voor de op de aanvraag van toepassing zijnde procedure. Dit betekent dat het totaal van de handelingen en genomen stralingshygiënische maatregelen in samenhang moet worden beoordeeld. Bij deze integrale beoordeling is gekeken naar de risico’s voor mens en milieu ten gevolge van alle handelingen op deze locatie tezamen. De door de handelingen veroorzaakte bijdrage aan de terreingrens is lager dan het Secundair Niveau van 10
microsievert per jaar, waaruit blijkt dat de gevolgen voor leden van de bevolking zoveel mogelijk worden beperkt.
Rechtvaardiging
De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om de categorieën I.A.3, Gaschromatografie, I.C.1 Analyse en onderzoek d.m.v. ioniserende straling, I.C.4. Onderzoek met versnellers (elektronenmicroscopen) en I.D.7, Onderzoek en experimenten. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen
Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn de handelingen gerechtvaardigd. De aanvrager voert handelingen uit in het kader van:
- Gaschromatografie
Voor het verrichten van handelingen met ingekapselde bronnen ten behoeve van gaschromatografie zijn geen alternatieve beschikbaar met eenzelfde of beter resultaat.
- Elementanalyse en materiaalonderzoek
Voor het verrichten van handelingen ten behoeve van elementanalyse worden door de aanvrager uraniumoplossingen (radioactieve stoffen) gebruikt.
Daarnaast voert de aanvrager handelingen uit met open bronnen in de vorm van uraniumoplossingen als hulpmiddel bij elektronenmicroscopie.
Voor deze uraniumoplossingen zijn geen alternatieven beschikbaar met eenzelfde of beter resultaat.
- Experimenten, analyse en onderzoek d.m.v. ioniserende straling en onderzoek met versnellers (elektronenmicroscopen).
Aanvrager verricht handelingen ten behoeve van kalibratie en het analyseren van monsters, met ioniserende straling uitzendende toestellen en elektronenmicroscopen. Hiervoor zijn geen alternatieven beschikbaar met eenzelfde of beter resultaat
De rechtvaardiging van de handelingen is in het kader van de eerdere vergunningprocedures al beoordeeld en positief bevonden. Er is geen reden in het kader van onderhavige vergunningprocedure anders te oordelen over de rechtvaardiging. In de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn de handelingen gerechtvaardigd.
Uraniumoplossingen
De gebruikte oplossingen voor elementanalyse bevatten maximaal 10 milligram per liter (mg/l) uranium-238 en 10 mg/l thorium-232, wat overeenkomt met een activiteitsconcentratie van respectievelijk 0,12 Becquerel per milliliter (Bq/ml) en 0,04 Bq/ml.
De oplossingen bevatten mogelijk meer dan een bij algemene maatregel van bestuur (artikel 1a van het besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (Bkse)) bepaald percentage uranium-238 en/of thorium-232 en worden daardoor mogelijk aangemerkt als splijtstof in de vorm van natuurlijk uranium-238 en/of thorium-232. Dit percentage is naar gewicht gerekend voor uranium-238 een tiende procent
overeenkomend met een activiteitsconcentratie van 12,4 Becquerel per gram (Bq/g) en voor thorium-232 drie procent overeenkomend met een activiteitsconcentratie van 122 Bq/g. Hierdoor worden de monsters aangemerkt als “van nature voorkomend radionucliden” bij een activiteitsconcentratie lager dan 12,4 Bq/g voor uranium-232 en 122 Bq/g voor thorium-232 en als “splijtstoffen” bij een activiteitsconcentratie gelijk aan of hoger dan 12,4 Bq/g voor uranium-238 en 122 Bq/g voor thorium-232.
In de situatie die is beschreven in de aanvraag, betreft het een uraniumoplossing waardoor een activiteitsconcentratie van 12,4 Bq/ml voor uranium-238 en 122 Bq/ml voor thorium-232 geldt om aangemerkt te worden als splijtstof. De daadwerkelijk gebruikte activiteitsconcentraties van uranium-238 en thorium-232 liggen beiden ruim onder de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde grenswaarden om als splijtstof te worden aangemeld. Hierdoor worden de oplossingen voor elementenanalyse aangemerkt als “open bronnen, niet zijnde splijtstoffen”.
Opslag uraniumoplossingen
De oplossingen worden opgeslagen in een geschikte bergplaats die voldoet aan artikel 4.8 Vbs.
Optimalisatie
Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld.
Dosislimieten
Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is.
Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden.
Deskundigheid
Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en toezichthoudend medewerkers stralingsbescherming. Er is een contract afgesloten voor ondersteuning door een
externe toezichthoudend medewerker stalingsbescherming - open stoffen, geldend voor de overgangsperiode wanneer een interne medewerker hiervoor wordt opgeleid.
2.5 Conclusie
Op grond van het bovenstaande heb ik besloten om tot verlening van de vergunning over te gaan.
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING,
namens deze,
xx. X. Xxxxxxx, teamleider
Belanghebbenden kunnen binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, o.v.v. bezwaar, Xxxxxxx 00000, 0000 XX, Xxx Xxxx.
Dit besluit is verzonden op de in de aanhef van dit besluit genoemde datum.
Het bezwaarschrift moet van een handtekening, datum, naam en adres van de indiener zijn voorzien. De indiener dient duidelijk aan te geven waarom hij tegen dit besluit bezwaar aantekent.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop de termijn afloopt voor het indienen van een bezwaarschrift. Indien gedurende die termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
Voorlopige voorziening
Indien een bezwaarschrift is ingediend, kunnen belanghebbenden aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500EA te ’s-Gravenhage verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dit vereist. Bij het verzoek dient een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Als burger kunt u uw verzoek tot voorlopige voorziening ook via het digitale loket van de Raad van State indienen (xxxxx://xxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxx/). Hiervoor dient u te beschikken over DigiD. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Inlichtingen over de procedure en de hoogte van het griffierecht kunnen worden verkregen bij de Raad van State, telefoon 070 426 4426.
Voor nadere informatie over dit besluit kunt u tijdens kantooruren terecht bij het Informatiepunt Kernenergiewetvergunningen, telefoon 088-4890500. Ook is het mogelijk om uw vraag te stellen via xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx onder vermelding van het kenmerk van dit besluit.
Bijlage A Verklarende begrippenlijst
In deze vergunning gelden de onderstaande definities. Voor de overige termen en definities wordt naar de Kew, het Bbs en de onderliggende ministeriële regelingen en de Vbs verwezen.
− intern transport:
het verplaatsen van radioactieve stoffen, splijtstoffen of ertsen binnen een inrichting of een locatie, of tussen twee locaties binnen een inrichting, indien het vervoer onderworpen is aan regelgeving die op de inrichting van toepassing is en het vervoer niet via de openbare weg plaatsvindt;
− terreingrens:
de begrenzing van de locatie, zoals aangeduid op bijlage 2 “030711_11_M locatie röntgentoestellen Rev.1 update na ANVS-PP-2023_0098389_03” d.d. 5 oktober 2023.