HET BESTEK
HET BESTEK
volgens welke men aanneemt te leveren en te plaatsen in de Kerk der Hervormden te Arum het navolgende omschreven Kerkorgel.
Dit orgel zal gemaakt worden met 2 Klavieren, vrij Pedaal en bestaan uit de volgende registers"
A. Hoofd-Manuaal
1. Prestant 8'
Dit register hetwelk in het front staat, moet deugdzaam en van degelijke zwaarte zijn teneinde den vereischten toon te kunnen voortbrengen, en de frontpijpen van fijn gepolijst Engelsch tin gemaakt worden; zoomede de labiums gedreven of opgezet ,
teneinde het uiterlijke des orgels eene waardige werking daardoor oplevert. (54 tin)
2. Bourdon 16'
De twee diepste Octaven van dit register worden van deugdzaam grenenhout gemaakt, de dekstukken der monden worden met houtschroeven bevestigd en het vervolg van dit register wordt van metaal gemaakt. (30 metaal, 24 hout)
3.Holpijp Een octaaf van dit register wordt van best grenenhout gemaakt en overings bewerkt als die van Bourdon 16 voet. (42 metaal, 12 hout)
4.Viola di Gamba 8
Een octaaf van dit register wordt van grenenhout gemaakt, het overige van metaal. (42 metaal, 12 hout)
5. Octaaf 4 Metaal (54 metaal) 6.Quint 3 Metaal (54 metaal) 7.Octaaf 2 Metaal (54 metaal) 8.Fluit 4 Metaal (54 metaal)
9.Cornet 8 (4 sterk) Metaal (140 metaal)
10.Mixtuur 2 (4 sterk) Metaal (216 metaal)
11.Trompet 8 discant en Bas De lichamen van metaal, de mondstukken, krukken, tongen en veeren van koper. (54 metaal)
B Boven-Manuaal
12. Prestant 4 Dit register moet bewerkt worden als de Prestant no.1. (54 tin)
13. Lieflijk Gedekt 8 Een octaaf van dit register moet van grenenhout, het overige moet van metaal vervaardigd worden. (42 metaal, 12 hout)
14. Salicionaal 8 Dit register moet gemaakt worden als Viola di Gamba in 't Manuaal (42 metaal, 12 hout)
15.Flauto traverso 8 Dit register moet worden gemaakt van grenen en ahornhout. (54 hout)
16. Rohrfluit 4 Metaal (54 metaal)
17. Clarinette 8 Dit register moet met doorslaande tongen en overigens als de Trompet in't Manuaal
gemaakt worden. (54 metaal)
C Vrij Pedaal
18. Prestant Bas 16 Open. Het moet van grenenhout gemaakt worden. (27 hout)
19. SubBas 16 Evenals voorgaande van grenenhout. (27 hout)
20. Octaaf Bas 8 Als no18 van grenenhout. (27 hout)
21. Violoncelle 8 Als no18, van grenenhout. (27 hout)
22. Bazuin 16 Met doorslaande tongen. De lichamen van zwaar zink, de mondstukken, krukken, tongen en veeren van koper. (27 hout)
Beschrijving van het overige werk en voorwaarden Art.1
Al het bovenstaande pijpwerk zal een iegelijk naar zijn aard en behoefte van wijde mensuur gemaakt worden. van degelijke zwaarte, zuiver en netjes gesoldeerd en gepolijst zijn, geheel naar eisch van een bevoegd deskundige.
Art.2
Het voorgenoemde orgelmetaal zal uit eene vermenging van 3 deelen tin en 1 deel zoet bloklood bestaan, terwijl het Engelsch tin der frontpijpen zal worden vermengd met 10% zoet bloklood.
Art.3
Voorgenoemde registers zullen gemaakt worden de noodige bekwame windladen van best droog spintvrij eikenhout, voor welks bijzondere deelen het hout naar vereischte voor zoodanig belangrijk werkstuk gekozen moet worden. Voorts zullen zij zoodanig geplaatst zijn, dat het pijpwerk daarop in behoorlijke orde en ruim geplaatst kan worden.
Art.4
Voor het Hoofd Manuaal zal gemaakt worden een verdeelde windlade naar vereischt. Die voor het boven Manuaal zal evenals voor het Hoofd Xxxxxxx bewerkt, doch niet verdeeld zijn. Als voor 't Hoofd Manuaal moet er voor 't Vrij Pedaal een verdeelde, gelijke windlade gemaakt worden.
Art.5
Onder de slepen worden de windladen met fijn wit schaapsleder bezet, alsmede de ventielen derzelve. De pijpstokken worden van eikenhout gemaakt en met daartoe geschikte schroeven opgeschroefd; in de windladen wordt het fondamentsbord met een koperen lijst voorzien, en over de gaten voor de hefpunten de ventielen met kalfsleder gevoerd. De ventielveren worden van geel koperdraad gemaakt, evenzoo het aanhangende draad.
Art.6
Twee handklavieren van goed rechtdradig droog klavierhout, (reçonnanshout) bestaande ieder klavier uit 54 toetsen, gaande van Groot C tot Drie-Gestreept F. De ondertoetsen worden met witte hertebeenen
platen, de verheven toetsen met zwart ebbenhout, en de klavierramen van eikenhout, sierlijk opgelegd met mahoniehout en gepolijst en voorzien van eene koppeling.
Art.7
Een pedaal of voetklavier gemaakt van goed droog ahornhout, bestaande uit 27 toetsen, hetwelk goed gevoerd zal worden om zooveel mogelijk het klapperen voor te komen.
Art.8
Een maschinen blaasbalg van 9 voet lang en 5 voet breed met dubbele vouwen en schepbalken (nieuwste constructie) van grenenhout met een windkracht van 36%.
Art.9
Alle noodige hoofd en vervoerkanalen om de wind der blaasbalg naar de windladen te leiden van goed droog grenenhout en tevens zuiver dicht in elkander gewerkt en gelijmd. Alle kanalen moeten een ieder naar zijne behoefte van een genoegzamen en berekenden inhoud zijn, om den vereischten wind te kunnen leveren.
Art.10
Al de noodige walsborden of ramen zoo voor de klavieren als voor het pedaal benevens al het abstractuur om de windladen aan de klavieren te koppelen van fijn rechtdradig grenenhout. Dit gedeelte van het mechaniek, hetwelk in koper moet werken, wordt zoodanig bewerkt en geconstrueerd dat de klavieren en het pedaal zich vlug en gemakkelijk doen behandelen en het bespelen zooveel immer mogelijk bevrijd is voor hinderlijke indrukken voor 't gehoor.
Art.11
Al het registratuur benoodigd om de slepen op de windladen af en aan te zetten, te maken van eiken- of ahornhout. De registerknoppen van droog ebbenhout zwart gepolijst, verder voorzien met porseleinen plaatjes voor de registernamen.
Art.12
Al de noodige vervoerplanken van doelmatig hout, de conducten of windgeleiders naar de Prestant en het afgevoerd binnenpijpwerk van zoet bloklood,; alle windstokken, aanhangplanken voor de frontpijpen benevens alle registerramen, stijlen van grenen- en eikenhout.
Art.13
Alle veren, stangen, stiften, schroeven, aanhangdraden, loopers, voorstekers, enz. te maken van koper en ijzer.
Art.14
Alle registers of stemmen moeten een ieder naar zijn aard of karakter, krachtig, doch tevens lieflijk geintoneerd worden en naar gelijkzwevende temperaturen en goede harmonie of kamertoon gestemd worden, geheel naar de beoordeling van bovengenoemd deskundige.
Art.15
De kast om de pijpen van het vrije pedaal af te sluiten moet gemaakt zijn van vurenhout, achter de bestaande orgelkast aan te brengen, met vrije doorloop er onder door. De bestaande orgelkast zal tevens een halve voet dieper moeten worden gemaakt.
Art.16
Gedurende twintig achtereenvolgende jaren moet de leverancier en vervaardiger van bovengenoemd orgel instaan voor de deugdzaamheid er van, en moet hij alle in dien tijd daaraan komende gebreken op zijne kosten herstellen, doch buiten de jaarlijksche stemming en door buitengewone ongelukken veroorzaakte schade, als die van brand, lekkage en geweldige braak.
Art.17
Na de voltooiing zal het werk door den deskundige van wege Heeren Kerkvoogden nauwkeurig worden beproefd, of het zoowel in den geheelen omvang als in de verschillende onderdelen aan den inhoud van dit bestek en deze conditien beantwoordt en zal genoemde deskundige daarvan schriftelijk bewijs aan beide partijen geven.
Art.18
De aannemer is verplicht het oude orgel over te nemen, (de kast echter uitgezonderd)*** en de door hem geschatte waarde er van te verminderen op zijn inschrijvingsom
Art19
Mocht het zijn, dat het front door de beide Prestanten 8 en 4 voet niet geheel gevuld is, dan is de aannemer verplicht zulks door blinde pijpen aan te vullen; van gelijke tin, als de beide prestanten.
*** Wat tussen haakjes staat, is later toegevoegd. Xxxxxxx nam inderdaad de Ypma-kas over, hij verbreedde het onderste gedeelte daarvan.
Art.20
Twaalf maanden na de sluiting en teekening van het Contract zal het orgel afgewerkt moeten zijn, hebbende heeren Kerkvoogden het recht voor elke maand welke over dien tijd tot de vervaardiging benoodigt mocht zijn, 125 gulden, zegge: een honderd vijf en twintig Gulden, te korten op de aannemingssom; uitgezonderd echter als de aannemers door wettige redenen tot de voltooiing verhinderd mochten worden.
Art.21
Bij verschil over de uitlegging en het bedoelde in deze voorwaarden, zoowel wat de constructie, de bewerking, de grondstof enz. zal de aannemer zich geheel hebben te gedragen naar den aanwijs van den door H. H. Kerkvoogden aan te wijzen bevoegd deskundige, en al het mogelijke moeten doen om het werk te maken, dat het den vervaardiger alle eer aan doet.
Art.22
Voor de in Art.16 bedoelde jaarlijksche stemming wordt bepaald de som van dertig Gulden per jaar, welke stemming de aannemer van bovengenoemd werk aanneemt, gedurende de twintig jaren van
garantie voor bovengenoemde som voldoende te zullen uitvoeren.
Aldus opgemaakt en door onder ondertekening bekrachtigd te Arum den 6en Mei 1800 vier en tachtig.
Ondertekening door drie kerkvoogden en de Aannemers: X Xxxxxxx u Söhne