Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Servië
Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Servië
(Inwerkingtreding 01-09-2014, gepubliceerd in BS van 22-08-2014)
Het Koninkrijk België en de Republiek Servië, hierna "de overeenkomstsluitende Staten" genoemd, bezield met het verlangen de wederzijdse betrekkingen tussen de beide Staten op het gebied van de sociale zekerheid te regelen, zijn de hierna volgende bepalingen overeengekomen.
TITEL I
Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst verstaat men onder de term:
(1) "België": het Koninkrijk België; "Servië": de Republiek Servië.
(2) "Onderdaan":
Voor België: een persoon van Belgische nationaliteit; Voor Servië: een persoon van Servische nationaliteit.
(3) "Wetgeving": de wetten en verordeningen betreffende de sociale zekerheid bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst.
(4) "Bevoegde autoriteit":
Voor België: de Ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst;
Voor Servië: de Ministeries die bevoegd zijn voor de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst.
(5) "Orgaan": de instelling, de organisatie of de autoriteit die ermee belast is de in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen.
(6) "Bevoegd orgaan": de instelling, de organisatie of de autoriteit die ermee belast is de in artikel 2, paragraaf 1, van deze Overeenkomst bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen en die bevoegd is voor de toekenning van de prestaties.
(7) "Verzekeringstijdvak": elke periode van bijdragebetaling evenals elke periode die als verzekeringstijdvak wordt erkend bij de wetgeving onder dewelke deze periode werd vervuld, alsook elke periode die bij deze wetgeving als gelijkgesteld aan een verzekeringstijdvak wordt erkend.
(8) "Prestatie": gelijk welke verstrekking of uitkering waarin is voorzien bij de wetgeving van elk van de overeenkomstsluitende Staten, met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst.
(9) "Gezinsbijslag": de periodieke uitkeringen toegekend overeenkomstig de wetgeving die van toepassing is en
vastgesteld op grond van het aantal kinderen en hun leeftijd, met uitsluiting van alle andere aanvullingen of verhogingen.
(10) "Gezinslid": een gezinslid overeenkomstig de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat ten laste van dewelke de prestaties zijn, of, in het geval bedoeld in artikel 14, paragraaf 2 van deze Overeenkomst, ingevolge de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de persoon woont.
(11) "Woonplaats": de normale verblijfplaats.
(12) "Verblijfplaats": de tijdelijke verblijfplaats.
2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel heeft de betekenis die daaraan in de toepasselijke wetgeving wordt gegeven.
Artikel 2 Materiële werkingssfeer
1. Deze Overeenkomst is van toepassing:
- voor België, op de wetgevingen betreffende:
(1) de ziekte- en moederschapsverzekering van werknemers en zelfstandigen;
(2) de arbeidsongevallen en beroepsziekten;
(3) de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen;
(4) de invaliditeitsverzekering van werknemers, zeelieden ter koopvaardij en mijnwerkers alsook van zelfstandigen;
(5) de gezinsbijslag van werknemers en zelfstandigen;
(6) de werkloosheidsverzekering.
- voor Servië, op de wetgevingen betreffende:
(1) de verzekering voor gezondheid, geneeskundige verzorging en moederschap;
(2) de verzekering voor pensioenen en invaliditeit;
(3) de verzekering in geval van arbeidsongevallen en beroepsziekten;
(4) de uitkeringen in geval van werkloosheid;
(5) de gezinsbijslag.
2. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op de wetgevingen die de in paragraaf 1 van dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen of aanvullen.
3. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op de wetgevingen waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden uitgebreid zullen worden, indien de overeenkomstsluitende Staat die zijn wetgeving heeft gewijzigd zich daartegen niet verzet; in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekendmaking van bedoelde wetgevingen aan de andere overeenkomstsluitende Staat betekend worden.
4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevingen tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten een akkoord wordt getroffen.
Artikel 3 Persoonlijke werkingssfeer
Behoudens andersluidende bepalingen, is deze Overeenkomst van toepassing op de personen op wie de wetgeving van een van beide of van beide overeenkomstsluitende Staten van toepassing is of geweest is, alsmede op alle andere personen die afgeleide rechten ontlenen aan de voormelde personen.
Artikel 4 Gelijke behandeling
Tenzij er in deze Overeenkomst anders bepaald is, hebben de in artikel 3 van deze Overeenkomst bedoelde personen de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze Staat.
Artikel 5 Uitvoer van prestaties
1. Tenzij er in deze Overeenkomst anders bepaald is, mogen de prestaties wegens invaliditeit, arbeidsongevallen en beroepsziekten, evenals die inzake rust en overleving, verworven ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, niet geschorst worden noch verminderd of gewijzigd worden op grond van het feit dat de gerechtigde verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.
2. De uitvoer van de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde prestaties is voor de personen bedoeld in artikel 3 van deze Overeenkomst enkel mogelijk wanneer ze wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.
3. De rust- en overlevingsprestaties en de prestaties wegens arbeidsongevallen en beroepsziekten die krachtens de wetgeving
van een van de overeenkomstsluitende Staten verschuldigd zijn, worden aan de onderdanen van de andere overeenkomstsluitende Staat die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het onderdanen van de eerste overeenkomstsluitende Staat die wonen op het grondgebied van deze derde Staat.
4. Wat Servië betreft, zijn paragrafen 1 en 2 van dit artikel niet van toepassing op het minimumbedrag van een pensioen.
Artikel 6 Verminderings- of schorsingsclausules
De verminderings- of schorsingsclausules waarin de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten voorziet ingeval van samenloop van een prestatie met andere prestaties van sociale zekerheid of met andere inkomsten of door het feit van de uitoefening van beroepsarbeid, zijn op de rechthebbenden van toepassing zelfs indien het gaat om prestaties die krachtens een regeling van de andere overeenkomstsluitende Staat zijn verkregen of om inkomsten verworven of om beroepsarbeid uitgeoefend op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.
Deze regel is evenwel niet van toepassing op de samenloop van gelijkaardige prestaties.
TITEL II
BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEPASSELIJKE WETGEVING
Artikel 7 Algemene regels
1. Onder voorbehoud van artikelen 8 tot 11, wordt de toepasselijke wetgeving bepaald overeenkomstig de hierna volgende bepalingen:
(1) op de persoon die als loontrekkende een beroepsactiviteit uitoefent op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing, zelfs indien de werkgever of de onderneming die deze persoon tewerkstelt, woont of gevestigd is op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat;
(2) op de persoon die als zelfstandige een beroepsactiviteit uitoefent op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing;
(3) op de persoon die deel uitmaakt van het reizend, varend of vliegend personeel van een onderneming die voor rekening van een derde of voor eigen rekening internationaal vervoer van passagiers of goederen per spoor, over de weg, via de lucht of per binnenscheepvaart verricht en wier zetel gevestigd is op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing;
2. In geval van gelijktijdige uitoefening van een zelfstandige beroepsbezigheid in België en loonarbeid in Servië, wordt de activiteit uitgeoefend in Servië, voor de vaststelling van de verplichtingen voortvloeiend uit de Belgische wetgeving betreffende het sociaal statuut van de zelfstandigen, gelijkgesteld met loonarbeid uitgeoefend in België.
Artikel 8 Bijzondere regels
1. De werknemer die, in dienst zijnde van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten een vestiging heeft waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming gedetacheerd wordt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een werk voor haar rekening uit te voeren, blijft, samen met de hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing vallen van de wetgeving van de eerste Staat, alsof hij werkzaam bleef op diens grondgebied, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere persoon wiens detacheringsperiode is afgelopen.
2. Wanneer de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde detachering langer duurt dan 24 maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde organen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de werknemer. Dit akkoord mag evenwel slechts worden toegekend voor een bijkomende periode van ten hoogste zesendertig maanden en moet worden aangevraagd vóór het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden.
3. Xxxxxxxxx 0 van dit artikel is van toepassing wanneer een persoon, nadat hij door zijn werkgever van het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat naar het grondgebied van een derde land is gestuurd, door deze werkgever van het grondgebied van het derde land naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt gestuurd.
4. Wanneer een persoon op wie de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat van toepassing is en die gewoonlijk een zelfstandige activiteit uitoefent op het
grondgebied van deze overeenkomstsluitende Staat, deze activiteit stopzet en tijdelijk deze activiteit of een gelijkaardige zelfstandige activiteit uitoefent op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, blijft op deze persoon enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing, alsof deze persoon werkzaam bleef op het grondgebied van de eerste overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat de te verwachten duur van de zelfstandige activiteit op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat geen vierentwintig maanden overschrijdt.
5. Wanneer de in paragraaf 4 van dit artikel bedoelde zelfstandige activiteit op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat langer duurt dan de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde organen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de zelfstandige. Deze verlenging mag evenwel niet worden toegekend voor een periode van meer dan zesendertig maanden en moet worden aangevraagd vóór het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden.
6. De werknemer van een vervoeronderneming met zetel op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten, die naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat gedetacheerd wordt of er in tijdelijk dan wel ambulant verband werkzaam is, valt, samen met de hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de onderneming haar zetel heeft.
Heeft echter de onderneming op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat een filiaal of een permanente vertegenwoordiging, dan valt de aldaar tewerkgestelde werknemer onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar het filiaal of de vertegenwoordiging zich bevindt, met uitzondering van degene die daarheen niet blijvend wordt gezonden.
Artikel 9 Ambtenaren
Op ambtenaren en het gelijkgesteld personeel van een overeenkomstsluitende Staat die worden gedetacheerd naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er hun activiteit uit te oefenen, alsook op hun gezinsleden, is de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat van toepassing.
Artikel 10
Leden van diplomatieke missies en consulaire posten
1. De onderdanen van de zendstaat die als leden van een diplomatieke missie of een consulaire post door deze Staat worden gezonden naar het grondgebeid van de ontvangende Staat zijn onderworpen aan de wetgeving van eerstgenoemde Staat.
2. De personen die ter plaatse als leden van het administratief of technisch personeel, als consulaire bedienden of als leden van het dienstpersoneel in dienst zijn genomen door een diplomatieke missie of een consulaire post van de zendstaat en die op het grondgebied van de ontvangende Staat wonen zijn onderworpen aan de wetgeving van laatstgenoemde Staat.
3. Wanneer de diplomatieke missie of de consulaire post van de zendstaat personen tewerkstelt die overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel onderworpen zijn aan de wetgeving van de ontvangende Staat, houdt de missie of de post rekening met de verplichtingen die de wetgeving van laatstgenoemde Staat de werkgevers oplegt.
4. De bepalingen van paragrafen 2 en 3 van dit artikel zijn naar analogie toepasselijk op de personen die tewerkgesteld zijn in private dienst van een persoon bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel.
5. De bepalingen van paragrafen 1 tot 4 van dit artikel zijn niet van toepassing op de ereleden van een consulaire post noch op de personen tewerkgesteld in private dienst van deze personen.
6. De bepalingen van dit artikel zijn ook toepasselijk op de gezinsleden van de personen bedoeld in paragrafen 1 tot 4, die bij hen inwonen, tenzij ze zelf een beroepsbezigheid uitoefenen.
Artikel 11 Afwijkingen
In het belang van bepaalde personen of categorieën van personen kunnen de bevoegde autoriteiten, na gemeen overleg, voorzien in afwijkingen op de bepalingen van artikelen 7 tot 10.
TITEL III
Bijzondere bepalingen betreffende de prestaties
Hoofdstuk 1 Ziekte en moederschap
Artikel 12
Samentelling van de verzekeringstijdvakken
Voor het bepalen van het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties en voor het bepalen van de duur van de toekenning ervan worden de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van elk van de overeenkomstsluitende Staten samengeteld voor zover ze elkaar niet overlappen.
Artikel 13
Verstrekkingen in geval van verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat
1. Een persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die, gelet op zijn toestand, onmiddellijk geneeskundige verzorging nodig heeft tijdens een verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.
2. De verstrekkingen worden ten laste van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de verblijfplaats volgens de bepalingen die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld wordt bij de wetgeving die het bevoegd orgaan toepast.
3. Xxxxxxxxx 0 van dit artikel is niet van toepassing:
(1) wanneer een persoon zich zonder de toelating van het bevoegde orgaan begeeft naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een medische behandeling te krijgen;
(2) behoudens in onmiskenbare spoedgevallen, op de prothesen, op de hulpmiddelen van grotere omvang of op andere belangrijke verstrekkingen waarvan de lijst na gemeen overleg door de bevoegde autoriteiten wordt opgemaakt.
4. Het orgaan van de verblijfplaats moet de onmiddellijke noodzaak aan verzorging bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel en de onmiskenbare spoedgevallen bedoeld in paragraaf 3, punt (2), van dit artikel vaststellen.
Artikel 14
Verstrekkingen voor de rechthebbenden en de gezinsleden die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat
1. Een persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, evenals zijn gezinsleden die er eveneens wonen, genieten de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.
2. De gezinsleden van een persoon die onderworpen is aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, die recht hebben op verstrekkingen ingevolge de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, genieten de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.
3. De verstrekkingen worden verleend ten laste van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de wetgeving die het toepast.
4. Paragrafen 1, 2 en 3 van dit artikel zijn niet toepasselijk op de gezinsleden indien zij recht hebben op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan zij wonen.
Artikel 15
Verstrekkingen voor gedetacheerde personen en hun gezinsleden
1. De persoon die krachtens artikelen 8 tot 11 van deze overeenkomst onderworpen is aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat alsook de hem vergezellende gezinsleden, genieten de verstrekkingen tijdens de hele duur dat ze wonen of verblijven op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.
2. De verstrekkingen worden verleend ten laste van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woon- of verblijfplaats volgens de wetgeving die het toepast.
Artikel 16
Verstrekkingen voor de gerechtigden op invaliditeits-, ouderdoms- of overlevingspensioenen en de gezinsleden
1. De gerechtigde op invaliditeits-, ouderdoms- of overlevingspensioenen of op een rente, verschuldigd ingevolge de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten, geniet voor zichzelf en voor zijn gezinsleden verstrekkingen overeenkomstig de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont en ten laste van het bevoegde orgaan van deze Staat.
2. De gerechtigde op een invaliditeits-, ouderdoms- of overlevingsuitkering of een rente uitsluitend verschuldigd ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen voor zichzelf en voor zijn gezinsleden. De verstrekkingen worden verleend ten laste van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de wetgeving die het toepast.
Artikel 17
Verstrekkingen in geval van verblijf op het grondgebied van de bevoegde Staat
1. De personen bedoeld in paragrafen 1 en 2 van artikel 14 en in paragraaf 2 van artikel 16 van deze overeenkomst, die verblijven op het grondgebied van België, genieten verstrekkingen op het grondgebied van België, ten laste van het Belgische bevoegde orgaan en volgens de bepalingen die het Belgische orgaan van de verblijfplaats toepast.
2. De personen bedoeld in paragrafen 1 en 2 van artikel 14 en in paragraaf 2 van artikel 16 van deze overeenkomst, die verblijven op het grondgebied van Servië en die, gelet op hun toestand, onmiddellijk geneeskundige verzorging nodig hebben, genieten verstrekkingen op het grondgebied van Servië, ten laste van het Servische bevoegde orgaan en volgens de bepalingen die het Servische orgaan van de verblijfplaats toepast.
Artikel 18 Terugbetaling van de verstrekkingen
1. Het daadwerkelijke bedrag van de krachtens de bepalingen van artikelen 13, 14, 15 en 16, xxxxxxxxx 0 xxxxxxxxx verstrekkingen wordt door het bevoegde orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.
2. De Belgische bevoegde autoriteit en het Servische verbindingsorgaan kunnen onderling overeenkomen om af te wijken van de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel.
Artikel 19 Tenlasteneming van verstrekkingen
Wanneer een persoon of een lid van zijn gezin aanspraak kan maken op verstrekkingen krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten, zijn de volgende regels van toepassing:
(1) deze verstrekkingen zijn uitsluitend ten laste van het bevoegde orgaan van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan ze verleend zijn;
(2) de verstrekkingen verleend op het grondgebied van een andere Staat dan een van beide overeenkomstsluitende Staten zijn uitsluitend ten laste van het bevoegde orgaan van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de persoon of het lid van zijn gezin woont.
Artikel 20 Uitkeringen in geval van ziekte
1. Een persoon die voldoet aan de voorwaarden die bij de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten gesteld zijn om recht te hebben op uitkeringen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van artikel 12 van deze overeenkomst, heeft recht op deze uitkeringen ook al bevindt hij zich op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat. De uitkeringen worden rechtstreeks verstrekt door het bevoegde orgaan waaronder de rechthebbende ressorteert. De rechthebbende op uitkeringen van de ziekte- en moederschapsverzekering mag verblijven op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat mits het bevoegde orgaan zijn voorafgaande toestemming heeft gegeven.
2. De rechthebbende op uitkeringen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat kan verder genieten van deze uitkeringen wanneer hij zijn woonplaats overbrengt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat. Voor de verandering van woonplaats kan een voorafgaande toelating door het bevoegde orgaan worden geëist. Deze toelating kan evenwel enkel geweigerd worden indien de verplaatsing af te raden is op grond van behoorlijk vastgestelde medische redenen.
Hoofdstuk 2 Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Artikel 21
Verstrekkingen verleend op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat
1. De persoon die ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat geniet verstrekkingen, indien hij verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.
2. De verstrekkingen worden ten laste van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de verblijf- of woonplaats volgens de wetgeving die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld is bij de wetgeving die het bevoegd orgaan toepast.
Artikel 22 Terugbetaling van de verstrekkingen
1. Het daadwerkelijke bedrag van de krachtens de bepalingen van artikel 21 van deze overeenkomst verleende verstrekkingen wordt door het bevoegde orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.
2. De Belgische bevoegde autoriteit en het Servische verbindingsorgaan kunnen onderling overeenkomen om af te wijken van de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel.
Artikel 23
In aanmerking nemen van vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten
Indien de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat bepaalt dat de vroeger overkomen arbeidsongevallen of beroepsziekten in aanmerking worden genomen om de graad van arbeidsongeschiktheid te bepalen, worden de vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat beschouwd als zijnde overkomen onder de wetgeving van eerstgenoemde Staat.
Artikel 24 Vaststelling van de beroepsziekte
1. Wanneer de door een beroepsziekte getroffen persoon onder de wetgeving van beide overeenkomstsluitende Staten een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen, worden de prestaties waarop de getroffene of zijn nagelaten betrekkingen aanspraak kunnen maken uitsluitend toegekend krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan deze bezigheid laatstelijk werd uitgeoefend en onder voorbehoud dat belanghebbende voldoet aan de bij deze wetgeving gestelde eisen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van paragraaf 2 van dit artikel.
2. Indien de toekenning van prestaties wegens een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de bewuste ziekte medisch voor het eerst op zijn grondgebied werd vastgesteld, wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan wanneer deze ziekte voor het eerst werd vastgesteld op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.
Artikel 25 Verergering van de beroepsziekte
Wanneer, bij verergering van een beroepsziekte, de persoon die schadeloosstelling voor een beroepsziekte geniet of genoten heeft krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten, voor een gelijkaardige beroepsziekte rechten op prestaties doet gelden krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, zijn de volgende regels van toepassing:
(1) Indien de persoon op het grondgebied van deze andere Staat geen beroep heeft uitgeoefend waardoor de beroepsziekte kon worden veroorzaakt of verergeren, is het bevoegd orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, rekening houdend met de verergering, overeenkomstig de wetgeving die het toepast;
(2) Indien de persoon op het grondgebied van deze andere Staat dergelijk beroep heeft uitgeoefend, is het bevoegde orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, zonder rekening te houden met de verergering, overeenkomstig de wetgeving die het toepast. Het bevoegde orgaan van de tweede Staat kent de persoon een prestatie toe, waarvan het bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van deze Staat en dat gelijk is aan het verschil tussen het bedrag van de na de verergering verschuldigde prestatie en het bedrag van de prestatie die vóór de verergering verschuldigd zou zijn geweest.
Hoofdstuk 3
Xxxxxxxx, overlijden en invaliditeit
AFDELING 1
Bijzondere bepalingen betreffende de Belgische prestaties
A – Verzekering ouderdom en nagelaten betrekkingen
Artikel 26
Samentelling van verzekeringstijdvakken
1. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 worden, voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties, de verzekeringstijdvakken en de gelijkgestelde tijdvakken vervuld overeenkomstig de Servische wetgeving betreffende de pensioensverzekering in de nodige mate samengeteld, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen, met de onder de Belgische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken.
2. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze prestaties, slechts de verzekeringstijdvakken samengeteld die in hetzelfde beroep in Servië werden vervuld of als gelijkwaardig erkend zijn.
3. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld en wanneer deze tijdvakken geen recht op deze prestaties hebben kunnen geven, worden deze tijdvakken beschouwd als geldig voor de vaststelling van de prestaties waarin is voorzien bij de algemene regeling voor werknemers.
4. Wanneer, ondanks de toepassing van paragraaf 1, de persoon de voorwaarden om het recht op prestaties te doen ontstaan niet vervult, worden de verzekeringstijdvakken samengeteld die vervuld zijn onder de wetgeving van een derde Staat waarmee de beide overeenkomstsluitende Staten elk een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid hebben gesloten, die in de samentelling van verzekeringstijdvakken voorziet. Indien enkel België een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid heeft gesloten met een derde Staat die op deze persoon van toepassing is, worden de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving van deze derde Staat samengeteld.
Artikel 27
Berekening van de rust- en overlevingsprestaties
1. Wanneer de persoon voldoet aan de voorwaarden die bij de Belgische wetgeving zijn vereist om recht te hebben op de prestaties zonder te moeten overgaan tot de samentelling, berekent het Belgische orgaan het recht op de prestatie rechtstreeks op basis van de in België vervulde verzekeringstijdvakken en enkel ingevolge de Belgische wetgeving. Dit orgaan berekent ook het bedrag van de prestatie dat zou bekomen worden na toepassing van de regels voorzien in paragraaf 2, punt (1) en (2) van dit artikel. Enkel het hoogste bedrag wordt weerhouden.
2. Indien een persoon aanspraak kan maken op een prestatie krachtens de Belgische wetgeving, waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 26 van deze Overeenkomst, zijn de volgende regels van toepassing:
(1) Het Belgische orgaan berekent het theoretische bedrag van de prestatie die verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten enkel zouden vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast;
(2) het Belgische orgaan berekent vervolgens het verschuldigd bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in punt (1), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig zijn wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken samengeteld krachtens punt (1).
B - Invaliditeitsverzekering
Artikel 28
Samentelling van verzekeringstijdvakken
Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op invaliditeitsprestaties zijn de bepalingen van artikel 26 van deze Overeenkomst naar analogie van toepassing.
Artikel 29
Berekening van de invaliditeitsprestaties
1. Indien het recht op Belgische invaliditeitsprestaties enkel ontstaat door samentelling van de Servische en de Belgische verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 28 van deze Overeenkomst, wordt het bedrag van de verschuldigde prestatie vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald bij artikel 27, paragraaf 2, van deze Overeenkomst.
2. Wanneer het recht op de Belgische invaliditeitsprestaties ontstaat zonder dat een beroep moet worden gedaan op de bepalingen van artikel 28 van deze Overeenkomst, en het bedrag voortkomend uit de samentelling van de Servische prestatie met de Belgische prestatie berekend volgens paragraaf 1 van dit artikel kleiner is dan het bedrag van de prestatie verschuldigd op basis van enkel de Belgische wetgeving, kent het Belgische orgaan een supplement toe, dat gelijk is aan het verschil tussen de som van beide voormelde prestaties en het bedrag verschuldigd krachtens enkel de Belgische wetgeving.
Artikel 30 Invaliditeitsprestaties tijdens een verblijf
De rechthebbende op een invaliditeitsprestatie van de Belgische wetgeving blijft verder genieten van deze prestatie tijdens een verblijf in de andere overeenkomstsluitende Staat wanneer dit verblijf vooraf werd toegestaan door het Belgisch bevoegd orgaan. Deze toelating kan evenwel enkel worden geweigerd wanneer het verblijf plaatsheeft in de periode tijdens dewelke het Belgisch bevoegd orgaan krachtens de Belgische wetgeving de invaliditeitstoestand moet evalueren of herzien.
C – Gemeenschappelijke bepalingen voor de Belgische prestaties inzake ouderdom, overleving en invaliditeit
Artikel 31
Eventuele nieuwe berekening van de prestaties
1. Indien wegens de verhoging van de kosten voor levensonderhoud, van de variatie van het loonpeil of om andere aanpassingsredenen de Servische ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties worden gewijzigd met een bepaald percentage of bedrag, moet België niet overgaan tot een nieuwe berekening van de ouderdoms-
, overlevings- of invaliditeitsprestaties.
2. In geval van verandering van de wijze van vaststelling of van de berekeningsregels van de Servische ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties, worden de Belgische prestaties opnieuw berekend overeenkomstig artikel 27 of 29 van deze Overeenkomst.
AFDELING 2
Bijzondere bepalingen betreffende de Servische prestaties
Artikel 32
Samentelling van de verzekeringstijdvakken
1. Wanneer de Servische wetgeving het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties, afhankelijk stelt van de vervulling van verzekeringstijdvakken, houdt het Servische orgaan in voorkomend geval ook rekening met de onder de Belgische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken, alsof deze werden vervuld onder de wetgeving die het toepast, op voorwaarde dat de tijdvakken elkaar niet overlappen.
2. Wanneer, ondanks de toepassing van paragraaf 1, de persoon de voorwaarden niet vervult om prestaties te kunnen genieten, houdt het Servische bevoegde orgaan ook rekening met de verzekeringstijdvakken die vervuld zijn in een derde Staat waarmee Servië een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid hebben gesloten.
3. Wanneer de Servische wetgeving de aanspraak op een bepaalde prestatie afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken werden vervuld in een bepaald beroep of in een betrekking die of een beroep dat onderworpen is aan een bijzondere regeling, houdt het Servische orgaan ook rekening met de verzekeringstijdvakken die krachtens de Belgische wetgeving werden vervuld in hetzelfde beroep, in dezelfde betrekking of overeenstemmende regeling.
Artikel 33
Vaststelling van een onafhankelijke prestatie
Wanneer de Servische wetgeving recht op een prestatie verleent, zelfs zonder toepassing van artikel 32 van deze overeenkomst, stelt het Servische bevoegde orgaan deze prestatie slechts vast op basis van het verzekeringstijdvak dat in aanmerking wordt genomen krachtens de wetgeving die het toepast.
Artikel 34
Berekening van het overeenstemmende deel van de prestatie
1. Wanneer de Servische wetgeving de aanspraak op prestaties enkel afhankelijk stelt van de toepassing van de bepalingen van artikel 32 van deze overeenkomst:
(1) berekent het bevoegde orgaan het theoretische bedrag van de prestatie dat verschuldigd zou zijn indien het totale verzekeringstijdvak dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de prestaties vervuld zou zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast. Het bedrag van de prestatie dat niet afhankelijk is van het verzekeringstijdvak wordt beschouwd als een theoretisch bedrag;
(2) stelt het bevoegde orgaan, op basis van het aldus berekende bedrag, het bedrag vast van de prestatie, naar verhouding van de duur van het verzekeringstijdvak enkel vervuld overeenkomstig de wetgeving die het toepast tot de duur van het totale verzekeringstijdvak dat in aanmerking wordt genomen bij de berekening van de prestatie;
(3) stelt het bevoegde orgaan, wanneer het totale verzekeringstijdvak dat in aanmerking wordt genomen met toepassing van de bepalingen van artikel 32 van deze overeenkomst langer is dan de duur van het langste verzekeringstijdvak ten aanzien van de wetgeving die het
toepast, het bedrag van de prestatie vast naar verhouding van de duur van het ten aanzien van deze wetgeving vervulde verzekeringstijdvak tot de duur van de verzekeringstijdvakken op basis waarvan het bedrag van de volledige prestatie wordt berekend.
2. Wanneer het bedrag van de prestatie wordt berekend op basis van het loon, de bijdragegrondslag of de in een bepaald tijdvak betaalde bijdrage, houdt het Servische bevoegde orgaan enkel rekening met het loon, de bijdragegrondslag of de bijdrage betaald tijdens het verzekeringstijdvak vervuld ten aanzien van de wetgeving die het toepast.
AFDELING 3
Gemeenschappelijke bepaling voor de Servische en de Belgische prestaties
Artikel 35 Verzekeringstijdvakken van minder dan 12 maanden
1. Wanneer het totale verzekeringstijdvak voor de berekening van de prestatie overeenkomstig de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat minder dan 12 maanden bedraagt, wordt de prestatie niet toegekend, tenzij er overeenkomstig deze regelgevingen uitsluitend op basis van dit verzekeringstijdvak een recht op de prestatie bestaat.
2. Het in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde verzekeringstijdvak op basis waarvan het orgaan van een van de overeenkomstsluitende Staten geen prestaties toekent, wordt in aanmerking genomen door het orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat met het oog op de opening, het behoud of het herstel van het recht op de prestatie, evenals voor de vaststelling van het bedrag ervan, als zou dit verzekeringstijdvak vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast.
Hoofdstuk 4 Gezinsbijslag
Artikel 36 Vaststelling van het recht
1. Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat het verkrijgen van het recht op gezinsbijslag afhankelijk stelt van de vervulling van verzekeringstijdvakken, houdt het orgaan dat deze wetgeving toepast te dien einde, voor zover als nodig, voor de samentelling rekening met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat alsof het verzekeringstijdvakken betrof die vervuld zijn onder de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.
2. Personen op wie de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten van toepassing is, hebben, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, recht op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.
3. De gerechtigde op een prestatie of rente inzake ouderdom, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.
4. De gerechtigde op een prestatie of rente inzake ouderdom, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte verschuldigd krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar deze gerechtigde woont, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar de gerechtigde op prestaties of renten woont.
5. Wanneer een werknemer of zelfstandige overlijdt terwijl hij onderworpen is aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, heeft diens wees die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat recht op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat.
6. Wanneer een recht op gezinsbijslag bestaat ingevolge de wetgeving van de beide overeenkomstsluitende Staten, is, niettegenstaande paragrafen 2 tot 5 van dit artikel de wetgeving van de Staat waar het kind woont van toepassing.
Hoofdstuk 5 Werkloosheid
Artikel 37
Samentelling van verzekeringstijdvakken
Om de duur van het recht op de prestaties en het bedrag van deze prestaties overeenkomstig de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat vast te stellen, wordt rekening gehouden met de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, voor zover deze tijdvakken niet overlappen met de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat.
Artikel 38
In aanmerking nemen van een verzekeringstijdvak in de andere Staat
In geval van toepassing van artikel 37 van deze overeenkomst houdt het bevoegde orgaan van een overeenkomstsluitende Staat rekening met het tijdvak gedurende hetwelk prestaties werden uitgekeerd door het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat, tot een maximumduur van twaalf maanden en binnen de grenzen van de wetgeving die het bevoegde orgaan van de eerste overeenkomstsluitende Staat toepast.
TITEL IV
Diverse bepalingen
Artikel 39 Verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten
De bevoegde autoriteiten:
(1) bepalen, bij administratieve schikking, de nodige maatregelen voor de toepassing van deze Overeenkomst en duiden de verbindingsorganen, de bevoegde organen en de organen van de woonplaats en van de verblijfplaats aan;
(2) leggen de procedures van administratieve samenwerking vast evenals de betalingsmodaliteiten voor de kosten voor geneeskundige, administratieve en andere getuigschriften die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst;
(3) verstrekken elkaar rechtstreeks alle inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van deze Overeenkomst getroffen maatregelen;
(4) verstrekken elkaar rechtstreeks en zo spoedig mogelijk alle wijzigingen van hun wetgeving die van aard zijn invloed te hebben op de toepassing van deze Overeenkomst.
Artikel 40 Administratieve samenwerking
1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst bieden de bevoegde autoriteiten, de verbindingsorganen en de bevoegde organen van elk van beide overeenkomstsluitende Staten elkaar hun bemiddeling aan, als gold het de toepassing van hun eigen wetgeving. Deze onderlinge bemiddeling is in principe kosteloos. De bevoegde autoriteiten kunnen evenwel overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden.
2. De medische onderzoeken van personen die op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende staat wonen of verblijven, worden uitgevoerd door de instelling van de verblijf- of woonplaats, op verzoek en ten laste van de bevoegde instelling. De kosten van deze medische onderzoeken worden niet vergoed indien de onderzoeken werden uitgevoerd in het belang van beide overeenkomstsluitende staten.
3. Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn de bevoegde autoriteiten, de verbindingsorganen en de bevoegde organen van de overeenkomstsluitende Staten ertoe gemachtigd rechtstreeks met elkaar alsmede met enig welke persoon te corresponderen, welke ook diens woonplaats is. Het corresponderen mag geschieden in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende Staten.
Artikel 41 Uitwisseling van persoonlijke gegevens
1. De organen van de beide overeenkomstsluitende Staten zijn gemachtigd om voor de toepassing van deze overeenkomst persoonlijke gegevens uit te wisselen, met inbegrip van gegevens met betrekking tot het inkomen van de personen die het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat nodig heeft voor de toepassing van een socialezekerheidswetgeving.
2. Bij het meedelen van persoonlijke gegevens door het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat, dient de wetgeving inzake bescherming van gegevens van deze overeenkomstsluitende staat te worden nageleefd.
3. Op de bewaring, de verwerking of de verspreiding van persoonlijke gegevens door het orgaan van de overeenkomstsluitende staat waaraan ze worden meegedeeld, is de wetgeving inzake de bescherming van gegevens van deze overeenkomstsluitende Staat van toepassing.
4. De gegevens bedoeld in dit artikel mogen voor geen andere doelen worden gebruikt dan voor de uitvoering van de socialezekerheidswetgevingen.
Artikel 42
Taksen en vrijstelling van geldigverklaring
1. Het voordeel van de vrijstellingen of verminderingen van taksen, zegel-, griffie- of registratierechten, bepaald bij de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten voor de stukken of documenten die bij toepassing van de wetgeving van deze Staat moeten overgelegd worden, wordt verruimd tot gelijkaardige voor de toepassing van de wetgeving van de andere Staat over te leggen stukken en documenten.
2. Alle voor de toepassing van deze Overeenkomst over te leggen akten en documenten worden vrijgesteld van het geldigverklaringsvisum van de diplomatieke of consulaire overheden.
Artikel 43
Aanvragen, verklaringen en rechtsmiddelen
1. Aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen die, krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, binnen een bepaalde termijn hadden moeten ingediend worden bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van deze Staat, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn worden ingediend bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat. In dit geval laat de/het aldus aangezochte autoriteit, orgaan of rechtscollege deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen onverwijld geworden aan de autoriteit, het orgaan of het rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Staat, ofwel rechtstreeks ofwel door
toedoen van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten. De datum waarop deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen werden ingediend bij een autoriteit, een orgaan of een rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt beschouwd als datum van indiening bij de/het ten deze bevoegde autoriteit, orgaan of rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Staat.
2. De aanvraag van prestaties ingediend bij het bevoegde orgaan van een overeenkomstsluitende Staat wordt, voor overeenstemmende prestaties, beschouwd als zijnde ingediend bij het bevoegde orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat.
4. Een aanvraag of een document mag niet van de hand gewezen worden omdat het opgesteld is in een officiële taal van de andere overeenkomstsluitende Staat.
Artikel 44 Uitbetaling van de prestaties
1. De uitbetalingsorganen van prestaties ingevolge deze Overeenkomst kunnen er zich geldig van kwijten in de munt van hun Staat.
2. Financiële overdrachten ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst worden verricht overeenkomstig de tussen beide overeenkomstsluitende Staten ter zake van kracht zijnde akkoorden.
3. De wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat inzake controle op de wisseloperaties mag geen belemmering zijn voor de vrije overdracht van geldbedragen ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst.
Artikel 45 Bijleggen van geschillen
Geschillen over de interpretatie en de toepassing van deze Overeenkomst zullen geregeld worden door onderhandeling tussen de bevoegde autoriteiten.
Artikel 46 Uitvoeringsprocedures
1. De uitvoerbare vonnissen van een rechtbank van een van de overeenkomstsluitende Staten, evenals de uitvoerende akten van een autoriteit of een orgaan van een van de overeenkomstsluitende Staten, met betrekking tot socialezekerheidsbijdragen en andere vorderingen, inzonderheid met betrekking tot de terugvordering van onverschuldigd uitbetaalde prestaties, worden erkend op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.
2. De erkenning kan slechts worden geweigerd wanneer ze ingaat tegen de wettelijke principes of de openbare orde van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan het vonnis of de handeling dient te worden uitgevoerd.
3. De procedure voor de uitvoering van vonnissen en handelingen waartegen niet meer in beroep kan worden gegaan, moet in overeenstemming zijn met de wetgeving die de uitvoering van dergelijke vonnissen en aten regelt van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan het vonnis of de akte moet worden uitgevoerd.
4. De verschuldigde bijdragen hebben in het kader van een procedure inzake uitvoering, faillissement of gedwongen vereffening op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, dezelfde
voorrang als vorderingen van dezelfde aard op het grondgebied van die overeenkomstsluitende Staat.
5. De vorderingen die het voorwerp moeten zijn van een terugvordering of een gedwongen terugvordering worden op dezelfde manier behandeld als vorderingen van dezelfde aard van een orgaan dat zich bevindt op het grondgebied van de overeenkomstsluitende Staat waarop de terugvordering of de gedwongen terugvordering wordt uitgevoerd.
Artikel 47
Niet-verschuldigde bedragen
1. Indien bij de uitbetaling of de herziening van prestaties bij toepassing van de Overeenkomst het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat de prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd die hoger is dan de som die hem verschuldigd is, kan dit orgaan het orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat, dat een overeenstemmende prestatie ten gunste van deze gerechtigde uitkeert, vragen het te veel betaalde in te houden op de nabetaling van achterstallen die deze gerechtigde verschuldigd zijn.
De modaliteiten voor de toepassing van deze bepaling zullen vastgelegd worden na gemeen overleg tussen de bevoegde organen van de overeenkomstsluitende Staten, mits akkoord van de respectieve bevoegde autoriteiten.
2. Indien het te veel betaalde niet kan worden ingehouden op de nabetaling van achterstallen, kan het bevoegde orgaan van een overeenkomstsluitende Staat die aan een prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd waarop hij geen recht heeft, binnen de voorwaarden en grenzen als bepaald bij de door hem toegepaste wetgeving, het orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat dat de prestaties ten gunste van deze gerechtigde uitkeert, erom verzoeken deze som in te houden op de bedragen die het deze
gerechtigde stort. Het orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat verricht de inhouding binnen de voorwaarden en grenzen waarin een dergelijke schuldvergelijking toegelaten is bij de wetgeving die het toepast, als gold het sommen die het zelf had uitgekeerd, en maakt het aldus ingehouden bedrag over aan het orgaan van de eerste overeenkomstsluitende Staat dat de vordering heeft.
Artikel 48 Samenwerking inzake fraudebestrijding
Naast de toepassing van de algemene principes inzake administratieve samenwerking, zullen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten in een administratieve schikking regels overeenkomen volgens dewelke ze hun medewerking verlenen aan de bestrijding van grensoverschrijdende fraude inzake socialezekerheidsbijdragen en –prestaties, in het bijzonder wat de werkelijke woonplaats van de personen, de raming van het inkomen, de berekening van de bijdragen en het cumuleren van prestaties betreft.
TITEL V
Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 49
Gebeurtenissen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Overeenkomst
1. Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan vóór zij van kracht werd.
2. Deze Overeenkomst doet geen enkel recht ontstaan op prestaties voor een tijdvak dat aan haar inwerkingtreding voorafgaat.
3. Ieder verzekeringstijdvak dat onder de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten werd vervuld vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van het recht op een prestatie overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst.
4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op rechten die werden vastgesteld door de uitbetaling van een forfaitaire uitkering of door terugbetaling van bijdragen.
Artikel 50 Herziening, verjaring, verval
1. Elke prestatie die niet werd vereffend of die werd geschorst wegens de nationaliteit van de belanghebbende of wegens diens woonplaats op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar de uitbetalingsinstelling zich bevindt, wordt, op verzoek van belanghebbende, vereffend of hervat met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst.
2. De rechten van de belanghebbenden die vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de vaststelling van een prestatie of een rente hebben verkregen, worden op hun verzoek herzien, rekening houdend met de bepalingen van deze Overeenkomst. In geen geval mag dergelijke herziening als gevolg hebben dat de vroegere rechten van de betrokkenen verminderd worden.
3. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, zijn de overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen rechten verworven met ingang van deze datum, zonder dat de wetgeving van de ene of van de andere overeenkomstsluitende Staat betreffende het verval of de verjaring van rechten, tegen de belanghebbenden mag worden ingeroepen.
4. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend na het verstrijken van een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, worden de rechten verkregen vanaf de datum van het verzoek, onder voorbehoud van gunstigere bepalingen in de wetgeving van de betrokken overeenkomstsluitende Staat.
Artikel 51 Duur en opzegging
Deze Overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door een van de overeenkomstsluitende Staten door middel van een schriftelijke kennisgeving via diplomatieke weg aan de andere Staat, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden.
Artikel 52
Vrijwaring van verworven rechten of rechten in wording
In geval van opzegging van deze Overeenkomst worden de rechten op en de uitkeringen van prestaties verworven krachtens de Overeenkomst gehandhaafd. Bovendien blijven de bepalingen van deze Overeenkomst van toepassing op de aanvragen inzake prestaties die zijn ingediend vóór de datum van de opzegging ervan.
Artikel 53 Inwerkingtreding
1. Deze Overeenkomst moet worden bekrachtigd en treedt in werking de eerste dag van de derde maand na de datum waarop de Overeenkomstsluitende Partijen de akten van bekrachtiging hebben uitgewisseld.
2. Op de dag van inwerkingtreding van deze Overeenkomst zal, wat betreft de betrekkingen tussen de beide overeenkomstsluitende Staten, het Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen de
F.V.R. Joegoslavië en het Koninkrijk België, ondertekend op 1 november 1954, ophouden te bestaan.
Ten blijke waarvan de behoorlijk daartoe gemachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Opgemaakt te Brussel, op 15 juli 2010
in tweevoud, in de Franse, Nederlandse en Servische taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.
Voor het Koninkrijk België, Voor de Republiek Servië,