VEILIGHEIDSAFSPRAKEN VOOR WERKEN MET DERDEN
VEILIGHEIDSAFSPRAKEN VOOR WERKEN MET DERDEN
V E R K L A R I N G V A N W E G E D E A A N N E M E R
Ik ondergetekende (1)
gevolmachtigde van de firma (2)
verklaar verkregen en kennis genomen te hebben van de noodzakelijke informatie en instructies van het KBIN inzake het welzijn van de werknemers tijdens de uitoefening van hun werk, welke eigen zijn aan de inrichting waar mijn werknemers werken komen uitvoeren. Ik heb deze informatie en passende instructies overgemaakt aan mijn werknemers welke de werken zullen uitvoeren. Ik heb deze informatie eveneens alsook de passende instructies overgemaakt aan mijn onderaannemer(s). Opsomming van de informatie (risicoanalyses, attesten, werkmethode, ):
1. WERKVERGUNNING VAN HET KBIN, INGEVULD EN ONDERTEKEND (Bijlage 1)
2. BROCHURE WERKEN MET DERDEN VAN HET KBIN (Bijlage 2) 3..................................................................................................................................................
4..................................................................................................................................................
5..................................................................................................................................................
6..................................................................................................................................................
7.................................................................................................................................................
Ik bevestig dat ik over de noodzakelijke arbeidsmiddelen beschik voor de uitvoering van de werken en dat het personeel welke wordt ingezet de passende vorming heeft gekregen overeenkomstig de geldende wetgeving.
Ik verbind mij ertoe alle verplichtingen, inzake het welzijn van de werknemers, bij de uitoefening van hun werk, eigen aan de inrichting waar mijn werknemers werken komen uitvoeren na te leven. Wanneer ik in gebrek wordt gesteld zal op mijn kosten de nodige correctieve maatregelen worden genomen. Wanneer ik werk met onderaannemers sluit ik een gelijkaardige overeenkomst.
De verantwoordelijke(n) inzake deze werken is :
……………………………………………………………………………………………….………(4) die kan bereikt worden op tel nr. . …. / ………… of fax nr. …./…………….
e-mail : ................................................................................................................................................
Ik verbind mij ertoe elke wijziging van deze informatie onmiddellijk te melden aan het KBIN De Aannemer,
Handtekening(3)
(1) te vervolledigen met de NAAM en VOORNAAM
(2) in het geval van een juridisch persoon: vervolledigen met de NAAM van de ONDERNEMING het adres van de ondernemingszetel
(3) de handtekening laten voorafgaan door "gelezen en goedgekeurd"
(4) NAAM van de coördinator inzake de werken
Eindbestemming van dit document: Preventieadviseur KBIN
1 Procedure op het KBIN te volgen bij noodsituaties
2 Model van risicoanalyse KBIN
FICHE F4681 WERKEN MET DERDEN | F4681 | |
Rev 01 | ||
P 5 van 22 |
3 Flowchart
4 Algemene bepalingen
4.1 Doel van de bepalingen
Het doel van dit reglement is het naleven van de regels opgelegd door de wet van 4 augustus 1996 betreffende “het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk” en deze opgelegd bij K.B. 27/03/98 betreffende “het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk”. Het ondertekenen van dit reglement vormt één van de voorwaarden waaronder de opdracht / het contract uitgevoerd wordt. De veiligheid van het personeel, de bezoekers, de collectie en infrastructuur van het KBIN mag nooit in het gedrang komen. Bij werkzaamheden aan het KBIN moet rekening gehouden worden met een aantal specifieke risico’s:
- explosie veilig werken in de aangeduide zones, de 9 hoogste verdiepingen van het Devestel bewaarplaats toren zijn de C-kant zone 1 ingedeeld;
- aanwezigheid van asbest in de gebouwen, raadpleeg de asbest inventaris;
- werken in publiek toegankelijke zones, vermijden van lawaai en stof, informeer u voor geschikte arbeidstijden bij de facility manager van het KBIN;
- op het KBIN wordt gewerkt met chemische agentia, hoofdzakelijk formol. Stel u op de hoogte van de risico's;
- op het KBIN zijn een twintig tal labo, hou rekening met de specifieke risico's van de labo's, hou ook rekening met de contaminatie van onderzoeks stalen;
- traiteurs moeten zich houden aan het 'Huishoudelijk reglement in het kader van de organisatie van evenementen in het Museum voor Natuurwetenschappen';
- voor elektriciteitswerken: elektrocutie, brandwonden bij werken met vlamboog of kortsluiting, inductie HS- lijnen, bliksem), het KBIN heeft een intern hoogspanning netwerk met 3 HS posten;
- voor gas: ontploffing, brand, brandwonden, intoxicatie, projectie van puin of materiaal, in diverse labo's wordt met gas gewerkt;
- voor werken in de hoogte: val van personen, val van verschillende voorwerpen, hou rekening met publiek;
- voor werken met open vuur, met naakte vlam of hitte punten: brandwonden, ontploffing, brand, intoxicatie. Een werkvergunning en vuurvergunning is noodzakelijk;
- voor afbraakwerken: val van verschillende voorwerpen, hou bijkomend rekening met stofontwikkeling voor het museum en zijn collectie;
- voor het werk met behulp van arbeidsmiddelen (machines,...): elektrocutie, trillingen, projecties, brandwonden, snijwonden;
- voor alle soorten van werken: accidenteel opstarten van machines, lawaai, brandwonden, risico van kanker, warmte, val van personen, val van verschillende voorwerpen, elektrocutie, vergiftiging, verstuikingen, evacuatie, koude en slechte weersomstandigheden, gas, stoom, uitwasemingen, stof of rook, brand, infecties, letsels, beroepsziekten, radioactieve elementen, hinder, snijdende stukken, hinderlijke stralingen.
De specifieke risico’s eigen aan bepaalde werken evenals de te nemen beschermings- en preventiemaatregelen zijn vervat in deze bepalingen van bescherming en preventie zoals opgesomd in het punt 14.
Meerdere aannemers kunnen tegelijkertijd werken uitvoeren in het KBIN of gelijktijdig en elkaar opvolgend werken uitvoeren in de onmiddellijke nabijheid van het personeel van het KBIN of samen met dit personeel.
Dit document heeft tot doel de aannemer op de hoogte te brengen van de maatregelen voor de bescherming en preventie op het werk van toepassing op het KBIN en hem toe te laten zijn werknemers en eventuele onderaannemers te informeren over de risico’s en de maatregelen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. De aannemer dient deze informatie aan zijn werknemers en eventuele onderaannemers te geven zodat alle werkzaamheden aan het KBIN door aannemers, onderaannemers en hun respectievelijke werknemers, in veilige omstandigheden kunnen uitgevoerd worden.
4.2 Voorschriften betreffende de preventie en bescherming op het werk
De aannemer is er toe gehouden de volgende bepalingen en voorschriften strikt na te leven:
4.2.1 alle wettelijke bepalingen betreffende de preventie en bescherming op het werk en, in het bijzonder:
- de wet van 4 augustus 1996 1 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
- het K.B. d.d. 27/03/98 (B.S. 31/03/98) betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
- de wet van 24 december 1993 2: en zijn uitvoeringsbesluiten: betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken (artikels 12.§1.1° - 12.§2. - 12.§3.).
- het K.B. d.d. 12/08/93 (B.S. 28/09/93) betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen
- het K.B. d.d. 04/05/99 (B.S.04/06/99) tot wijziging van het KB dd.12/08/93 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen
- het K.B. d.d. 04/05/99 (B.S. 04/06/99) betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddel
- het K.B. d.d. 7/08/95 (B.S. 15/09/95) betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
- het K.B. d.d. 04/05/99 (B.S. 04/06/99) betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten
- het A.R.E.I.3.
4.2.2. de algemene voorschriften van preventie en bescherming op het werk vervat in dit document.
4.2.3. de specifieke voorschriften van preventie en bescherming op het werk van toepassing naar aanleiding van de uitvoering door een aannemer van bepaalde werken of het gebruik van specifieke arbeidsmiddelen. Bijvoorbeeld: deze naar dewelke verwezen wordt in het algemeen lastenboek, zoals de “veiligheidsmaatregelen te nemen ter voorkoming van ongevallen”.
4.2.4. De wetgeving in verband met het milieu.
4.2.5. De gewestelijke stedenbouwkundige reglementen.
4.2.6. De meldingsplicht aan het N.A.V.B. (Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in de Bouwnijverheid) van werken bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 1984, omwille van hun duur of de aard (K.B. 29/05/84 - B.S. 14/07/97).
Vooraleer de werken aan te vatten, wordt de aannemer geacht aan zijn werknemers de informatie en passende instructies ter kennis te brengen welke hem werden meegedeeld door het KBIN betreffende de risico’s voor de veiligheid en de gezondheid, de beschermings- en preventiemaatregelen, de eerste hulp maatregelen, de brandbestrijding en het evacueren van de werknemers, in voorkomend geval, na onderzoek ter plaatse van de werkvoorwaarden en risico’s - en de bijgevoegde verklaring volledig ingevuld en ondertekend terug te sturen aan de instelling.
1 B.S. dd. 18/09/96
2 B.S. dd. 22/01/94
3 A.R.E.I. = Algemeen Reglement voor de Elektrische installaties
4.3 Verantwoordelijkheid van de aannemer
4.3.1. De aannemer is verantwoordelijk voor de preventie en bescherming op het werk van de hem toevertrouwde werken. Hij moet daartoe alle maatregelen nemen. De voorschriften voor de preventie en bescherming op het werk opgenomen in dit document moeten door de aannemer aan zijn personeel en onderaannemers opgelegd worden. De aannemer staat er voor in dat deze de voorschriften naleven, alsook dat hun onderaannemers deze voorschriften op hun beurt opleggen aan hun personeel.
De aannemer verbindt er zich toe alle verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, die eigen zijn aan de inrichting waarin zijn werknemers de werkzaamheden komen uitvoeren, na te leven.
De aannemer zorgt er voor dat zijn werknemers voor de door hen uit te voeren taken voldoende opgeleid zijn, dat zij beschikken over de aangepaste arbeidsmiddelen (AM4) en collectieve (CBM5) en persoonlijke (PBM6) beschermingsmiddelen en deze ook gebruiken.
De aannemer is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door zijn personeel en zijn onderaannemers. Hij zal de instelling vrijwaren voor vorderingen van derden.
4.3.2. De aannemer zal het KBIN onmiddellijk op de hoogte stellen van elke uitwendige omstandigheid die hem in de onmogelijkheid zou stellen om zijn werkzaamheden uit te voeren in overeenstemming met de betreffende voorschriften. Deze informatie zal schriftelijk worden bevestigd binnen de 24u.
4.3.3. het KBIN heeft, in het belang van de veiligheid, van haar eigen werknemers, steeds het recht de werkzaamheden te controleren, het gebruik van onveilig materieel, arbeidsmiddelen en / of werkmethodes te verbieden. Zij kan de werken stoppen totdat de oorzaak daarvan is weggenomen, indien naar haar mening de uitvoering van het werk dat gedaan wordt of de uitvoeringswijze, ongezond of milieu-onvriendelijk is. Voor deze reden hebben de aannemer, zijn aangestelde of de onderaannemers geen enkel recht op vergoeding, in die mate, dat zij voor het ontstaan van de onveilige toestand verantwoordelijk zijn.
4.3.4. De personen die zich niet houden aan al deze bepalingen kunnen van de werf verwijderd worden. De aannemer is ertoe gehouden onmiddellijk ieder personeelslid te vervangen waarvan de opdrachtgever getuigt dat deze de goede uitvoering van de werken in het gedrang brengt door ofwel zijn ongeschiktheid, ofwel zijn slechte wil ofwel zijn kennelijk wangedrag.
4.3.5. De algemene bepalingen voor preventie en bescherming op het werk, het recht op controles erin voorzien, het recht om de werkzaamheden te onderbreken, doen geen afbreuk aan de specifieke verantwoordelijkheid van de aannemer.
4.4 Ambtshalve maatregelen.
5 Instructies van preventie en bescherming op het werk en organisatie van werken
5.1 Informatieplicht
De aannemer dient, vooraleer de werkzaamheden aan te vatten, zich in het algemeen voldoende op de hoogte te stellen van de specifieke werkomstandigheden en risico’s eigen aan de uit te voeren werken, evenals de bescherming - en preventiemaatregelen.
In het bijzonder zal hij zich informeren wat betreft het onderwerp aangaande:
4 AM = arbeidsmiddelen: machines, toestellen, gereedschap, installaties (vb.:= hefwerktuig, elektrische toestellen, ladders, stelling. )
5 CBM = collectieve beschermingsmiddelen: leuning,....
6 PBM = persoonlijke beschermingsmiddelen: handschoenen, helm,...
- de risico's en / of de gevaren eigen aan de werkplaats;
- de van toepassing zijnde instructies;
- de gebruikte verwittigingmiddelen of verbodstekens;
- de signalen of informatieborden;
- de evacuatiemogelijkheden in geval van noodzaak;
- de voorhanden zijnde blusmiddelen;
- de communicatiemiddelen
- de informatie en de verplichtingen eigen aan het gebouw van de bouwheer die door de onderaannemer moeten nageleefd worden;
- de wijze waarop de onderaannemer deze verplichtingen dient na te komen;
- de informatie die door de onderaannemer moet gegeven worden;
- de wijze, volgens xxxxxxx de controle op de verplichtingen van de onderaannemer zal geschieden;
- de gevolgen van het niet naleven van deze bepalingen (sancties, herstellingen van schade, ...);
- de wijze waarop de ingebrekestelling wordt gedaan en aan wie ze wordt betekend;
- de verplichtingen van de bouwheer ten aanzien van de onderaannemer, o.a. voor wat betreft de meldingsplicht en coördinatie.
Hiertoe zal de aannemer zich voorafgaandelijk ter plaatse begeven om de plaatsen, waar de werken moeten uitgevoerd worden, te onderzoeken, teneinde zich te vergewissen van de werkvoorwaarden en alle preventie - en beschermingsmaatregelen op het werk te kunnen treffen.
Bijkomende noodzakelijke inlichtingen vóór de aanvang van de uit te voeren werken kunnen steeds bekomen worden bij de instelling.
De aannemer zal deze bijzondere inlichtingen samen met de voorschriften betreffende de preventie en bescherming op het werk zoals beoogd in 1.2, aan zijn personeel en onderaannemers mededelen.
In geval de aard van de activiteiten van de aannemer specifieke risico’s inhouden, moet de aannemer deze aan de instelling meedelen, zodat de nodige maatregelen ter bescherming van haar personeelsleden kunnen getroffen worden. Dit geldt ook in het geval dat specifieke risico’s verbonden zijn aan de door de aannemer gebruikte materialen.
Een werfdagboek met genummerde bladzijden, bijgehouden door de aannemer of zijn aangestelde, moet bestendig ter beschikking zijn op de werf als dit in het bijzonder lastenboek vermeld wordt.
5.2 Coördinatie van de werkzaamheden
5.2.1. De aannemer en het KBIN moeten samenwerken bij het opstellen van bepalingen betreffende preventie en bescherming op het werk. Zij moeten in dit opzicht hun optreden coördineren.
5.2.2. De aannemer wordt belast met de veiligheidsorganisatie van zijn werken en die van zijn aangestelden en onderaannemers inzake de preventie en bescherming op het werk. Hij zal daarom zorgen voor een degelijke coördinatie en het toezicht uitoefenen op alle personen die voor zijn rekening meewerken aan de uitvoering van de aannemingsopdracht. Hiertoe zal de aannemer een verantwoordelijke aanstellen, die de nodige bevoegdheid bezit voor de specifieke gevaren, die zich zouden kunnen voordoen.
5.2.3. In functie van de noodzaak moeten coördinatievergaderingen georganiseerd worden op initiatief van het KBIN of van de aannemer, teneinde een goede coördinatie te waarborgen inzake de preventie- en beschermingsmaatregelen op het werk
Aan deze vergadering zullen deelnemen:
vanwege het KBIN: de facility manager van het KBIN, deze kan zich in geval dit nodig is laten bijstaan door de preventieadviseur van het KBIN. Hij kan, indien nodig, nog andere personen uitnodigen.
vanwege de AANNEMER: een vertegenwoordiger van de aannemer voor de werf of werven in kwestie. Deze kan zich in geval dit noodzakelijk is, laten bijstaan door de preventieadviseur van de aannemer.
6 Door de aannemer te volgen voorschriften voor uitrustingen en producten/arbeidsmiddelen (AM), collectieve beschermingsmiddelen (CBM), persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), gevaarlijke produkten en preparaten.
6.1 AM, CBM, en PBM van de aannemer op de werf gebruikt door hemzelf of zijn personeel
6.1.1. De aannemer en zijn personeel kunnen slechts gebruik maken van de AM, CBM en PBM's die, rekening houdend met de omstandigheden en risico’s verbonden aan de omgeving waar de werken worden uitgevoerd (zoals bijvoorbeeld gebonden aan specifieke moeilijkheden van kortsluiting, water, trillingen, warmte, koude, stof, ontplofbare atmosfeer,...) beantwoorden aan de veiligheidsvereisten. Deze arbeidsmiddelen zullen aan de gebruikers aangepast zijn, goed onderhouden en in goede staat van werking verkeren.
Aan de facility manager van het KBIN worden, op vraag, de laatste keuringsattesten of de bewijsstukken van controle voorgelegd. De afgeleverde keuringsattesten of bewijsstukken van controle dienen zich steeds bij het gekeurde materiaal te bevinden zodat zij ter beschikking zijn van de preventieadviseur van het KBIN.
De machines, gemechaniseerde arbeidsmiddelen en toestellen die een keuringsattest vereisen, zijn onder meer (niet beperkende lijst): kranen, takels, aanslagmaterieel, hefwerktuigen, posten voor elektrisch booglassen, installaties voor autogeenlassen, noodgroepen, gasontspanners, stellingen, ladders en hijswerktuigen met een mobiel platform enz...).
6.1.2. Alle toestellen en gereedschappen, behorend aan de aannemer, moeten duidelijk gemerkt worden met zijn firmanaam.
6.1.3. Alle personen onderworpen aan een veiligheidsfunctie (bestuurders en bedieners van kranen, van voertuigen, van hefwerktuigen, enz..) zoals beschreven in het A.R.A.B. (art. 124 §1.2°) moeten in het bezit zijn van een geldige medische geschiktheidsverklaring, afgeleverd door een arbeidsgeneesheer. De machines, toestellen (o.a. hijswerktuigen met een mobiel platform) en voertuigen mogen enkel bediend worden door deze bevoegde personen. Personen mogen enkel vervoerd worden d.m.v. hefwerktuigen in de mate dat deze conform zijn aan de bepalingen van het A.R.A.B. terzake (artikel 268 e.v.).
6.1.4. Het opstellen van de arbeidsmiddelen zoals stellingen, ladders, machines, e.d., moet zodanig gebeuren dat de arbeidsmiddelen en het materieel van de instelling steeds bereikbaar zijn. De kranen en stellingen die de aannemer opstelt, moeten overeenkomstig de voorschriften van het A.R.A.B. gebouwd worden. De stellingen moeten gekeurd worden door een bevoegd persoon, overeenkomstig artikel 456 van het A.R.A.B. De hefwerktuigen moeten opgesteld, gebruikt en gecontroleerd worden overeenkomstig het artikel 267 en volgende van het A.R.A.B.
6.1.5. Het stapelen van materiaal mag enkel op die plaatsen, aangewezen door de instelling. De werf en zijn omgeving zijn afgebakend in functie van de risico's (vallende voorwerpen of personen, toegang tot gevaarlijk materieel, beklimmen van stellingen,...) en de aanwezige personen (kinderen, personeel, ...) teneinde op een doeltreffende wijze de toegang tot gevaarlijke zones te verbieden.
6.1.6. Onafhankelijk van de wettelijk voorziene inspecties, kan de instelling steeds een nazicht bevelen van het materieel, dat van weinig betrouwbare kwaliteit of onvoldoende veilig is, of deze zelf controleren. Na inspectie zal het eventueel afgekeurde materieel van de bouwplaats moeten verwijderd worden.
6.1.7. Enkel de strikt noodzakelijke voertuigen voor de uitvoering der werken of voor het aan- en / of wegvoeren van materialen of uitrustingen, worden toegelaten tot het KBIN en dit alleen gedurende de periode die voor het werk of voor het aan- en / of wegvoeren strikt noodzakelijk is.
De aannemer is gehouden alle nuttige schikkingen te treffen om te voorkomen dat zijn voertuigen of de voertuigen door hem gebruikt, de bestaande infrastructuur zouden beschadigen.
De toegangswegen tot de terreinen van de instelling moeten steeds vrij blijven, zowel voor het in- en uitrijdend personeel als de bezoekers en de hulpdiensten (vb. brandweer, ambulance, enz.).
6.2 Gebruik van gevaarlijke stoffen en preparaten
Ingeval de werken het gebruik van gevaarlijke stoffen en / of preparaten vereisen, moeten de bepalingen van het K.B. d.d. 13/11/97 (M.B. 26/03/98) tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 mei 1982, houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu, strikt nageleefd worden.
Hierbij dient in het bijzonder gelet op de keuze van degelijke en geschikte recipiënten, op de duidelijke etikettering ervan en de wijze waarop deze opgeslagen worden. Een reglementaire etikettering moet aan elk personeelslid van de instelling of van de aanwezige aannemer, op zeer snelle wijze toelaten, het product te identificeren, de risico’s te kennen en de nodige voorkomingsmaatregelen te nemen.
6.3 Gebruik van het materieel van de aannemer door het personeel van de instelling of van een derde (bv. werken op hoogwerkers om gevels te inspecteren, stellingen, enz...).
In de mate dat door de aannemer arbeidsmiddelen of beschermingsmiddelen worden binnengebracht die een keuringsattest vereisen (zie punt 3.1.1.) en dit materieel ook door het personeel van de instelling of door een derde kan worden gebruikt, moeten deze:
- vergezeld zijn van een keuringsattest en aangepaste voorschriften inzake gebruik;
- in goede staat van werking zijn.
De preventieadviseur kan steeds deze documenten onderzoeken en / of dit materieel zelf keuren of laten keuren. In de mate dat de arbeidsmiddelen onvoldoende veilig zijn, kan het KBIN de verwijdering ervan bevelen.
7 Materieel van het KBIN gebruikt door de aannemers
7.1. De arbeidsmiddelen evenals beschermingsmiddelen van het KBIN, mogen slechts met toestemming van de facility manager worden gebruikt en na ontvangst van de passende gebruiksinstructies (mondeling of schriftelijk). De gebruiker is ertoe gehouden zich vooraf te vergewissen van de goede staat - ook wat de werking betreft - en de geschiktheid ervan.
8 Persoonlijke beschermingsmiddelen (P.B.M.)
8.1. De persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moeten beantwoorden aan de bepalingen van het K.B.
d.d. 5/5/95 (B.S. 31/05/98) tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen.
8.2. Op plaatsen waar werknemers kunnen blootgesteld worden aan sommige risico's zoals vallende voorwerpen of indien er werken op verschillende niveaus uitgevoerd worden, is het dragen van een veiligheidshelm en van veiligheidsschoenen, aangepast aan het aanwezige risico verplicht (risico van kortsluiting, sleuven langsheen de openbare weg waar het verkeer blijft doorgaan, verbouwingswerken en ruwbouw, opgravingen, enz...).
8.3. De aannemer geeft aan zijn personeel de werkkledij, aangepast aan de risico's en de beschermingsmiddelen (zoals onder meer veiligheidshelm en -schoenen, brillen handschoenen, gelaatschermen en lasschermen) om de aanneming uit te voeren. Hij zorgt ervoor dat de uitvoerders de verstrekte werk- en beschermingskledij dragen en van het gebruik op de hoogte zijn.
8.4. De specifieke of bijzondere voorschriften gelden evenzeer voor de aannemers als voor hun personeel. Zo moet de aannemer, indien noodzakelijk en in overeenstemming met de risico's, zorgen voor oog- en gehoorbescherming alsook voor een stofmasker.
8.5. Hat KBIN zal geen PBM geven of uitlenen aan de aannemers tenzij anders overeengekomen (bv. in het bestek).
9 Collectieve beschermingsmiddelen (CBM)
9.1. De aannemer moet gebruik maken van collectieve beschermingsmiddelen (CBM), zoals leuningen, veiligheidsnetten, afbakeningsmiddelen voor putten en vloeropeningen, afscherming van werktuigmachines, daar waar het noodzakelijk is voor de veiligheid van de op de werf aanwezige personen.
Indien het technisch onmogelijk is om CBM te gebruiken moet hij de passende PBM's, zoals veiligheidsgordels (val >1m), valharnas en toebehoren voorzien.
9.2. Wanneer werken worden uitgevoerd die voor andere personen een gevaar kunnen inhouden of hinderlijk zijn zoals o.a. uitgravingen, werken boven doorgangswegen, uitvoeren van laswerken, het opwerpen van hindernissen, moet de aannemer de nodige signalisatie en afsluitingen xxxxxxxxxx.Xx aannemer moet elke gevaarlijke hindernis op de werf melden aan de instelling.
10 Hygiëne
10.1. Het is verboden de sanitaire installatie van de instelling te gebruiken, tenzij ze deze uitdrukkelijk ter beschikking heeft gesteld. In dit laatste geval zullen de elementaire regels van de hygiëne worden gerespecteerd.
De aannemers die toelating hebben een werfwagen en / of loods op de terreinen van de instelling te plaatsen, zijn verplicht de nodige sanitaire installaties voor hun personeel te voorzien. Deze moeten zindelijk worden gehouden.
10.2. De aannemer verzekert op de werf een blijvende en grondige zindelijkheid.
10.3. Het is verboden in de gebouwen van de instelling maaltijden te gebruiken, tenzij op plaatsen daarvoor specifiek bestemd, en mits voorafgaand akkoord.
10.4. Het is door de aannemer of zijn personeel verboden, om alcoholische dranken, drugs of andere verdovende middelen binnen de instelling te brengen. De toegang tot deze terreinen is verboden voor iedere persoon die kennelijk onder invloed is van deze middelen.
10.5. Het rookverbod in gebouwen zoals deze opgesomd zijn in het K.B. van 15 mei 1990 moet strikt worden nageleefd. Ook het eventueel intern reglement dient nageleefd te worden.
10.6. De toegang tot lokalen, werkplaatsen en elke andere zone, die geen deel uitmaken van de aanneming is verboden voor de aannemer en zijn personeel.
11 Instructies in verband met de milieubescherming
11.1. De aannemer zal er over waken dat de werf en zijn omgeving doorlopend in perfecte staat van orde en netheid gehouden worden. In de mate dat de aannemer in gebreke blijft, kan de instelling dit werk op kosten van de aannemer laten uitvoeren. Olievlekken of andere producten die de kans op glijden of vallen vergroten dienen met zand of een ander olieopslorpend product verwijderd te worden.
11.2. Alle reglementeringen inzake milieuwetgeving dienen strikt nageleefd te worden. De aannemer zorgt voor afvoer van de eigen afvalstoffen afkomstig van materialen en producten die hem toebehoren, of geproduceerd werden tijdens de uitvoering van de werken (vb. afvaloliën). Hij doet daartoe, indien nodig, beroep op erkende vervoerders.
- Al het vuilnis, afval of afbraakmateriaal dient hij onmiddellijk van de terreinen af te voeren of naar de daartoe bestemde plaatsen te brengen. Zo niet zal de instelling voor rekening van de aannemer het afval laten verwijderen.
- De aannemer staat ook in voor de ontruiming en het vervoer van materialen en overtollige grond voortkomend van zijn werken.
11.3. Na de dagtaak zullen alle machines en toestellen van de aannemers tegen misbruik worden afgeschermd.
12 Xxxxxxx xxx xxxxxxxxxx en / of incidenten – praktische richtlijnen bij een arbeidsongeval
12.1. Elk arbeidsongeval dat de aannemer of zijn werknemer of onderaannemer overkomt, dient onmiddellijk aan de instelling gemeld te worden.
12.2. In overeenstemming met de wettelijke voorschriften beschikt de aannemer over de personen, installaties en uitrustingen teneinde bij ongeval de eerste hulp aan gekwetsten toe te dienen.
Het KBIN zal aan de aannemers die werken uitvoeren de nodige informatie verschaffen betreffende de te nemen maatregelen inzake brandbestrijding en evacuatie van werknemers. De aannemer zal zijn werknemers hierover inlichten.
12.3. Bij ongeval is elke aannemer verantwoordelijk voor de evacuatie van zijn gekwetsten.
13 Noodsituaties in het KBIN
13.1. Iedere brand, ongeval of elke andere noodtoestand moet onmiddellijk gemeld worden. De te volgen procedure zal door het KBIN aan de aannemer medegedeeld worden.
13.2. Toegebrachte beschadigingen aan de bestaande inrichtingen moeten onmiddellijk aan de instelling gemeld worden.
13.3. Bij brandalarm moeten de aannemer, zijn personeel en de uitvoerders onmiddellijk de werf verlaten en zich schikken naar de onderrichtingen die werden verstrekt voor de aanvang van de werf.
13.4. Bij om het even welk alarm, aangekondigd door middel van sirenes, is het personeel van de aannemer verplicht alle werken te stoppen en de noodzakelijke preventie- en beschermingsmaatregelen te treffen (stoppen van machines, …).
13.5. Het KBIN zal de aannemer de maatregelen met betrekking tot de brandbestrijding ingeval van brand in haar inrichtingen mededelen. De aannemer dient zich op de hoogte te stellen i.v.m. de plaatsen waar de diverse blusapparaten gesitueerd zijn. Hij dient deze informatie aan zijn werknemers door te geven.
14 Specifieke maatregelen
Het KBIN is een internationaal befaamd centrum waar men aan wetenschappelijk onderzoek doet. Aan het instituut werken ongeveer 450 medewerkers en er is een museum aan verbonden met uitgebreide collecties. Het ontvangt jaarlijks ongeveer 350.000 bezoekers, waarmee het één van de drukst bezochte musea van België is.
De museumzalen tonen maar een fractie van de rijkdom. Het KBIN heeft in totaal naar schatting 37 miljoen specimens in zijn bewaarplaatsen, waarvan meer dan 15 miljoen insecten, 10.000 schelpen en 100.000 type- specimens. Daarmee behoort het KBIN tot de tien belangrijkste natuurhistorische verzamelingen ter wereld, de
grootste van Europa na die van Parijs en Londen. Schatten als de iguanodons van Bernissart, de Spy neanderthalers, de Dautzenberg-schelpencollectie, de vier maansteentjes, de Tasmaanse buidelwolf of de insectencollectie van baron Xx Xxxxx Xxxxxxxxxx ... zijn uniek in de wereld.
14.1 Asbest
De voorschriften van het art. 148 decies 2.5 van A.R.A.B. betreffende de strijd tegen de hinder van asbest moeten nageleefd worden.
De inventaris asbest van het betreffende gebouw wordt aan de aannemer, belast met de werken, die een blootstelling van de werknemers aan asbestvezels kunnen teweegbrengen, afgeleverd.
Wanneer tijdens de werken de aanwezigheid van asbest wordt vastgesteld en deze niet in de inventaris voorkomt, wordt dit onmiddellijk aan de instelling gemeld. Vanaf het ogenblik dat verantwoorde twijfel of reële vaststelling van risico van blootstelling aan asbest bestaat, worden de werken onmiddellijk stopgezet. De preventieadviseur zal onmiddellijk verwittigd worden.
Het verwijderen van asbest maakt het onderwerp uit van een milieuvergunning waarvan de voorschriften nauwgezet opgevolgd dienen te worden.
In het kader van de toepassing van de Wet op het Welzijn van de werknemers bij het uitoefenen van hun werk en vooraleer de milieuvergunning wordt afgeleverd worden de werkmethoden bepaald in akkoord met de preventieadviseur het KBIN.
Vooraleer de milieuvergunning afgeleverd wordt, wordt een coördinatievergadering gehouden. Nemen deel aan deze vergadering: de afgevaardigden van de Overheid die de vergunning aflevert, de facility manager en de preventieadviseur van het KBIN.
14.2 Alcoholbewaarplaatsen
De 9 hoogste verdiepingen van de C kolom van de bewaarplaatsen toren Devestel gebouw zijn uitgerust als natte bewaarplaats en ingedeeld als zone 1 voor explosie gevaar. Hou rekening met de ATEX richtlijnen wanneer u moet werken in de omgeving van deze zone's. Informeer u bij de preventiedienst en de collectie beheerders van het KBIN.
14.3 Labo's op het KBIN
Het KBIN telt een twintig tal labo's voor wetenschappelijk onderzoek waaronder labo's voor ioniserende straling, chemische labo's, mechanische labo's, ...
Vooraleer een labo te betreden dient u toestemming te hebben van de verantwoordelijke van het labo. Werkzaamheden moeten steeds in nauw overleg met de verantwoordelijke van het labo gebeuren.
14.4 Museum voor natuurwetenschappen
Het museum voor natuurwetenschappen telt een tiental expositie zalen over biodiversiteit, een dinogallerij, evolutie en het ontstaan van het leven, 250 jaar natuurwetenschappen...
Alle werken die een hinder (stof, vuil, lawaai, elektrische snijding, ...) kunnen betekenen voor de uitbating van het museum moeten vooraf worden aangevraagd en goedgekeurd door de Technische Dienst van het KBIN.
14.5 Hoogspanningsnetwerk op KBIN
Het hoogspanningsnetwerk op het KBIN bestaat uit 3 HS Kabines. De hoofdkabine bevind zich aan het Klooster, Kabine 2 in de Geologische Dienst en Kabine 3 bevindt zich in het Devestel Gebouw.
Werken aan het Elektrische netwerk dient steeds te gebeuren in coördinatie met de Technische Dienst van het KBIN.
14.6 Vuurvergunning
De vuurvergunning wordt gebruikt om brand – of ontploffingsgevaar te voorkomen die zich voordoet bij werken met open vuur, blanke vlam of hittepunt (lassen, snijbranden, solderen, afbranden van verf of vernis, ontdooien, enz.).
Deze vergunning wordt afgeleverd door het ondernemingshoofd, de Front office van de STTD / Bewakingsdienst of door de preventieadviseur, voor elk dergelijk werk dat in de onderneming wordt uitgevoerd hetzij door haar eigen personeel, hetzij door vreemd personeel.
De geldigheid ervan wordt beperkt tot maximum 1 dag.
Ze dient niet voor de bestendige werkposten waar alle voorzorgsmaatregelen zijn getroffen
15 Risicoanalyse
Wanneer het door een van de partijen nuttig wordt geacht moet een gedetailleerde risico analyse worden opgemaakt waarbij:
- Chronologische inventarisatie van de werken, risicohoudende + beschrijving.
- Inschatting van de risico’s, bij voorkeur door de Kinney- methode.
- Preventiemaatregelen.
Een modelformulier van risicoanalyse wordt door het KBIN ter beschikking gesteld, zie punt 2.
Bijlage 1 Werkvergunning
Bijlage 2 Brochure werken met derden