EURO-MEDITERRANE OVEREENKOMST WAARBIJ EEN ASSOCIATIE TOT STAND WORDT GEBRACHT
EURO-MEDITERRANE OVEREENKOMST WAARBIJ EEN ASSOCIATIE TOT STAND WORDT GEBRACHT
TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
EN HUN LID-STATEN, ENERZIJDS, EN DE STAAT ISRAËL, ANDERZIJDS
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE,
DE FRANSE REPUBLIEK,
IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,
DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK FINLAND,
HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,
hierna “Lid-Staten” te noemen, en
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL,
hierna “de Gemeenschap” te noemen, enerzijds, en
DE STAAT ISRAËL,
hierna “Israël” te noemen, anderzijds,
GELET OP het belang van de traditionele banden tussen de Gemeenschap, haar Lid-Staten en Israël en hun gemeenschappelijke waarden,
OVERWEGENDE dat de Gemeenschap, de Lid-Staten en Israël deze banden wensen te versterken en duurzame betrekkingen op basis van wederkerigheid en partnerschap en de verdere integratie van de Israëlische economie in de Europese economie tot stand wensen te brengen,
GELET OP het belang dat de Partijen hechten aan de eerbiediging van het beginsel van economische vrijheid en de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, en in het bijzonder aan de eerbiediging van de mensenrechten en de democratie waarop de Associatie is gegrondvest,
ZICH BEWUST VAN de behoefte om gezamenlijk te streven naar de versterking van de politieke stabiliteit en de economische ontwikkeling door de bevordering van de regionale samenwerking,
VERLANGENDE een regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale kwesties van wederzijds belang in te stellen en te ontwikkelen,
VERLANGENDE de dialoog over economische, wetenschappelijke, technologische, culturele, audiovisuele en sociale vraagstukken in het belang van de Partijen voort te zetten en te verdiepen,
GELET OP de toezeggingen van zowel de Gemeenschap als Israël met betrekking tot vrijhandel, met name in overeenstemming met de rechten en verplichtingen op grond van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) die voortvloeit uit de onderhandelingen in het kader van de Uruguay-Ronde,
OVERTUIGD dat deze associatieovereenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor hun economische betrekkingen, met name voor de ontwikkeling van handel, investeringen en technologische samenwerking,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN
ARTIKEL 1
1. Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en Israël anderzijds.
2. Deze associatie heeft ten doel :
- een passend kader tot stand te brengen voor de politieke dialoog met het oog op de bevordering van nauwe politieke betrekkingen tussen de Partijen ;
- uitbreiding van, onder andere, de handel in goederen en diensten, de wederzijdse liberalisering van het recht van vestiging, de verdere geleidelijke liberalisering van de overheidsopdrachten, het vrij verkeer van kapitaal en de uitbreiding van de wetenschappelijke en technologische samenwerking en aldus streven naar de bevordering van de harmonieuze ontwikkeling van de economische betrekkingen tussen de Gemeenschap en Israël en de stimulering, zowel in de Gemeenschap, als in Israël, van de
bloei van de economische activiteit, de verbetering van de levens- en arbeids- omstandigheden en de groei van de produktiviteit en de financiële stabiliteit ;
- de regionale samenwerking te bevorderen met het oog op de consolidatie van het vreedzaam samenleven en de economische en politieke stabiliteit ;
- de samenwerking op alle gebieden van wederzijds belang te bevorderen.
ARTIKEL 2
De betrekkingen tussen de Partijen en alle bepalingen van deze Overeenkomst berusten op de eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen die ten grondslag ligt aan het interne en externe beleid van de Partijen en die een essentieel onderdeel van deze Overeenkomst vormt.
TITEL I
POLITIEKE DIALOOG
ARTIKEL 3
1. Er wordt een regelmatige politieke dialoog tussen de Partijen tot stand gebracht. Deze dialoog versterkt de betrekkingen tussen de Partijen en vormt een bijdrage tot de verdere ontwikkeling van duurzaam partnerschap en de verbetering van het wederzijds begrip en de solidariteit.
2. De politieke dialoog en samenwerking
- zullen leiden tot beter onderling begrip en meer convergentie van standpunten over internationale vraagstukken, met name over aangelegenheden die belangrijke gevolgen voor één van de Partijen kunnen hebben ;
- zullen elke Partij in staat stellen het standpunt en de belangen van de andere Partij in overweging te nemen :
- zullen bijdragen tot de bevordering van de regionale veiligheid en stabiliteit.
ARTIKEL 4
De politieke dialoog heeft betrekking op alle onderwerpen van wederzijds belang en beoogt de weg te openen voor nieuwe samenwerkingsvormen, gericht op gemeenschappelijke doelstellingen, met name vrede, veiligheid en democratie.
ARTIKEL 5
1. De politieke dialoog is gericht op gezamenlijke initiatieven en vindt met name plaats :
a) op ministerieel niveau ;
b) op het niveau van hoge functionarissen (politieke directeuren) die Israël vertegenwoordigen, enerzijds, en het Voorzitterschap van de Raad en de Commissie, anderzijds ;
c) met optimale gebruikmaking van de diplomatieke kanalen, in het bijzonder door middel van regelmatige briefings door functionarissen, overleg ter gelegenheid van internationale vergaderingen en contacten tussen diplomatieke vertegenwoordigers in derde landen :
dj het regelmatig verstrekken van informatie aan Israël over het gemeenschappelijk buiten- lands en veiligheidsbeleid en soortgelijke informatie in omgekeerde richting ;
e ) alle andere middelen die kunnen bijdragen tot de consolidatie, verdere ontwikkeling en intensivering van deze dialoog.
2. Op parlementair niveau vindt de politieke dialoog plaats tussen het Europees Parlement en de Knesset.
TITEL II
VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN
HOOFDSTUK 1
BASISBEGINSELEN
ARTIKEL 6
1. De vrijhandelszone tussen de Gemeenschap en Israël wordt tot stand gebracht overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst en in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel van 1994 en andere multilaterale overeenkomsten inzake de handel in goederen die opgenomen zijn in de bijlagen bij de overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), hierna “de GATT” te noemen.
2. In het handelsverkeer tussen de Partijen worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur en de Israëlische douanetarieven.
HOOFDSTUK 2
INDUSTRIEPRODUKTEN
ARTIKEL 7
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en Israël, met uitzondering van de in bijlage II van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap genoemde produkten en in het geval van produkten van oorsprong uit Israël, met uitzondering van de in bijlage I van deze Overeenkomst genoemde produkten.
ARTIKEL 8
in- of uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Israël zijn niet toegestaan. Dit is ook van toepassing op douanerechten van fiscale aard.
ARTIKEL 9
1. a) De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor de handhaving door de Gemeenschap van een landbouwelement voor produkten van oorsprong uit Israël en genoemd in bijlage II van deze Overeenkomst, met uitzondering van de in bijlage III genoemde produkten.
b) Dit landbouwelement wordt berekend op basis van de verschillen in prijs op de markt van de Gemeenschap van de landbouwprodukten die geacht worden in deze goederen te zijn verwerkt en de prijs van uit derde landen ingevoerde produkten, wanneer de totale kosten van genoemde basisprodukten hoger is in de Gemeenschap. Het landbouwelement kan de vorm van een vast bedrag of een ad valorem recht aannemen, Indien ten aanzien van dit landbouwelement tarificatie heeft plaatsgevonden, wordt het vervangen door het respectieve specifieke recht.
2. a) De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor de handhaving door Israël van een landbouwelement voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en genoemd in bijlage IV, met uitzondering van de in bijlage V genoemde produkten.
b) Dit landbouwelement wordt mutatis mutandis berekend op basis van de in punt 1, onder b), genoemde criteria. Het kan de vorm van een vast bedrag of een ad valorem recht aannemen.
c) Israël kan de lijst van produkten waarop dit landbouwelement van toepassing is, uitbreiden, op voorwaarde dat de produkten niet worden genoemd in bijlage V en zijn opgeno- men in bijlage II van deze Overeenkomst. Voorafgaande aan de goedkeuring wordt het Associatiecomite in kennis gesteld van dit landbouwelement. Het Associatiecomité bestudeert het en neemt dienaangaande een besluit.
3. In afwijking van artikel 8, mogen de Gemeenschap en Israël op de in respectievelijk bijlage III en V genoemde produkten de voor elk daarvan genoemde rechten toepassen.
4. De overeenkomstig de leden 1 en 2 toegepaste landbouwelementen kunnen worden verminderd wanneer in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Israël de heffing die van toepassing is op een basislandbouwprodukt is verlaagd of wanneer deze verminderingen het gevolg zijn van wederzijdse concessies voor verwerkte landbouwprodukten.
5. De in lid 4 bedoelde vermindering, de lijst van betrokken produkten en, in voorkomend geval, de tariefcontingenten, waarvoor de verlagingen gelden, worden door de Associatieraad vastgesteld.
6. De lijst van produkten waarvoor een concessie wordt gedaan in de vorm van een verlaagd landbouwelement in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Israël, alsmede de omvang van deze concessies worden vastgesteld in bijlage Vl.
HOOFDSTUK 3
LANDBOUWPRODUKTEN
ARTIKEL 10
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de in bijlage II bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bedoelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en Israël.
ARTIKEL 11
De Gemeenschap en Israël stellen geleidelijk een grotere liberalisering in van het onderlinge handelsverkeer in landbouwprodukten. Met ingang van 1 januari 2000 onderzoeken de Gemeenschap en Israël de situatie met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Israël met ingang van 1 januari 2001 toe te passen maatregelen in overeenstemming met deze doelstelling.
ARTIKEL 12
Op de in Protocol 1 en 3 genoemde landbouwprodukten van oorsprong uit Israël zijn bij invoer in de Gemeenschap de bepalingen van genoemde Protocollen van toepassing.
ARTIKEL 13
Op de in Protocol 2 en 3 genoemde landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap zijn bij invoer in Israël de bepalingen van genoemde Protocollen van toepassing.
ARTIKEL 14
Onverminderd de bepalingen van artikel 11 en rekening houdend met het volume van de handel in landbouwprodukten tussen de Partijen en de bijzondere gevoeligheid van deze produkten, onderzoeken de Gemeenschap en Israël binnen de Associatieraad, produkt per produkt en op basis van wederkerigheid, de mogelijkheid om elkaar verdere concessies toe te staan.
ARTIKEL 15
De Gemeenschap en Israël komen overeen, uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst, de mogelijkheid te onderzoeken om elkaar op basis van reciprociteit en wederzijds belang concessies toe te staan voor visserijprodukten.
HOOFDSTUK 4
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
ARTIKEL 16
Kwantitatieve beperkingen op de invoer en alle maatregelen van gelijke werking tussen de Gemeenschap en Israël zijn verboden.
ARTIKEL 17
Kwantitatieve beperkingen op de uitvoer en alle maatregelen van gelijke werking tussen de Gemeenschap en Israël zijn verboden.
ARTIKEL 16
1. Voor produkten van oorsprong uit Israël geldt bij invoer in de Gemeenschap geen gunstiger regeling dan die welke tussen de Lid-Staten onderling geldt.
2. De bepalingen van deze Overeenkomst zijn van toepassing onverminderd het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1911191 van de Raad van 26 juni 1991 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden.
ARTIKEL 19
1. Beide Partijen onthouden zich van alle binnenlandse maatregelen of praktijken van fiscale aard die, rechtstreeks of onrechtstreeks, discrimineren tussen de produkten van de ene Partij en soortgelijke produkten van oorsprong uit de andere Partij.
2. Voor produkten die naar één der Partijen worden uitgevoerd mogen de terugbetaalde bedragen aan binnenlandse belastingen niet hoger zijn dan de bedragen van de op deze produkten rustend8 directe of indirecte belastingen.
ARTIKEL 20
1. Indien ten gevolge van de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid van één der Partijen een specifieke regeling wordt ingesteld of indien de bestaande regelingen worden gewijzigd of in geval van wijziging of uitbreiding van de bepalingen betreffende de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid van één der Partijen, kan deze Partij voor de betrokken produkten de in deze Overeenkomst vervatte regelingen wijzigen.
2. In deze gevallen houdt de Partij die tot een dergelijke wijziging overgaat, terdege rekening met de belangen van de andere Partij. Te dien einde plegen de Partijen overleg binnen de Associatieraad.
ARTIKEL 21
1. Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de oprichting van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, mits de in deze Overeenkomst neergelegde handelsregelingen daardoor niet worden gewijzigd.
2. De Gemeenschap en Israël plegen binnen de Associatieraad overleg over de overeenkomsten tot oprichting van douane-unies of vrijhandelszones en desgewenst over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun handelsbeleid ten aanzien van derde landen. Dergelijk overleg vindt met name plaats bij de toetreding van een derde land tot de Europese Unie, ten einde rekening te kunnen houden met de onderlinge belangen van de Gemeenschap en Israël.
ARTIKEL 22
Indien één der Partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere Partij dumping in de zin van artikel Vl van de GATT plaatsvindt, kan zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk overeenkomstig de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel Vl ven de GATT en haar nationale wettelijke regeling ter zake, en volgens de voorwaarden en procedures van artikel 25.
ARTIKEL 23
Indien een produkt wordt ingevoerd in hoeveelheden en onder omstandigheden die :
- ernstige schade veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende produkten op het grondgebied van één der Partijen, of
- ernstige verstoringen veroorzaken of dreigen te veroorzaken in enige sector van de economie, of
- aanleiding geven of dreigen te geven tot moeilijkheden die ernstige gevolgen kunnen hebben voor de economische situatie in een bepaald gebied,
kan de Gemeenschap of Israël, naar gelang van het geval, passende maatregelen nemen volgens de voorwaarden en procedures van artikel 25.
ARTIKEL 24
Wanneer de naleving van artikel 17 :
i) ertoe leidt dat goederen wederuitgevoerd worden naar een derde land ten aanzien waarvan de exporterende Partij kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen van gelijke werking toepast, of
ii) een ernstig tekort veroorzaakt of dreigt te veroorzaken van een produkt dat van wezenlijk belang is voor de exporterende Partij,
en de bovenbedoelde situaties aanleiding geven of vermoedelijk zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende Partij, kan deze Partij passende maatregelen nemen volgens de voorwaarden en procedures van artikel 25. Deze maatregelen mogen geen discriminerend karakter hebben en dienen te worden ingetrokken zodra zij niet langer gerechtvaardigd zijn.
ARTIKEL 25
1. Indien de Gemeenschap of Israël de invoer van produkten die de in artikel 23 bedoelde moeilijkheden zouden kunnen geven, aan een administratieve procedure onderwerpt die ten doel heeft snel informatie te verschaffen over de ontwikkeling van de handelsstromen, dient de andere Partij hiervan in kennis te worden gesteld.
2. In de in artikel 22, 23 en 24 bedoelde gevallen doet de betrokken Partij het Associatiecomité, alvorens de in genoemde artikelen bedoelde maatregelen worden genomen of, in de gevallen waarop lid 3, onder dl, van toepassing is, zo spoedig mogelijk, alle ter zake dienende informatie toekomen, ten einde een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te
vinden. Bij voorrang moeten die passende maatregelen worden gekozen die de werking van de
Overeenkomst het minst verstoren.
De vrijwaringsmaatregelen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het Associatiecomité, dat hierover periodiek overleg pleegt, meer bepaald met het oog op de afschaffing van deze maatregelen zodra de omstandigheden dit toelaten.
3. Voor de toepassing van lid 2 geldt het hierna volgende :
a) het Associatiecomite wordt van de in artikel 22 bedoelde dumping in kennis gesteld zodra de autoriteiten van de importerende Partij een onderzoek hebben geopend. Indien geen einde is gemaakt aan de dumping of geen andere bevredigende oplossing is gevonden binnen dertig dagen na kennisgeving van deze zaak, kan de importerende Partij passende maatregelen nemen ;
de moeilijkheden welke voortvloeien uit de omstandigheden bedoeld in artikel 23 worden voorgelegd aan het Associatiecomite dat alle noodzakelijke beslissingen kan nemen om een einde te maken aan deze moeilijkheden.
Indien het Associatiecomite of de exporterende Partij geen beslissing heeft genomen die een einde maakt aan de moeilijkheden of geen andere bevredigende oplossing wordt gevonden binnen dertig dagen na kennisgeving van deze zaak, kan de invoerende Partij passende maatregelen nemen om het probleem op te lossen. Deze maatregelen mogen niet verder strekken dan hetgeen noodzakelijk is om een oplossing te vinden voor de
gerezen moeilijkheden ;
de moeilijkheden die voortvloeien uit de in artikel 24 bedoelde omstandigheden worden aan het Associatiecomite voorgelegd.
Het Associatiecomité kan elke beslissing nemen die nodig is om een einde te maken aan de moeilijkheden. Indien het geen beslissing heeft genomen binnen dertig dagen nadat de zaak hem is voorgelegd, kan de exporterende Partij passende maatregelen nemen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken produkt ;
wanneer uitzonderlijke omstandigheden die tot onmiddellijk optreden nopen, voorafgaande kennisgeving of onderzoek, al naar gelang van het geval, onmogelijk maken, kan de betrokken Partij in de in artikel 22, 23 en 24 bedoelde omstandigheden onverwijld de voorzorgsmaatregelen treffen die strikt noodzakelijk zijn om het probleem op te lossen. De andere Partij wordt hiervan onmiddellijk in kennis gesteld.
ARTIKEL 26
indien zich met betrekking tot de betalingsbalans van één of meer Lid-Staten van de Gemeenschap of Israël ernstige moeilijkheden voordoen of hiervoor onmiddellijk gevaar bestaat, kan de Gemeenschap of Israël, al naar gelang van het geval, in overeenstemming met de in de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel bepaalde voorwaarden en overeenkomstig de artikelen Vlll en XIV van de statuten van het Internationaal Monetair Fonds beperkende maatregelen treffen die van beperkte duur zijn en niet verder strekken dan
hetgeen noodzakelijk is om een oplossing te vinden voor de moeilijkheden met betrekking tot de betalingsbalans. Zij worden door de Gemeenschap of Israël, al naar gelang van het geval, onverwijld ter kennis van de andere Partij gebracht. Voorts wordt de andere Partij zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld van een tijdschema voor de afschaffing van deze maatregelen.
ARTIKEL 27
De bepalingen van deze Overeenkomst vormen geenszins een beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid ; de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten ; de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en architectonisch erfgoed, of uit hoofde van de bescherming van de
intellectuele, industriële en commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen de Partijen vormen.
ARTIKEL 28
Het begrip “produkten van oorsprong” voor de toepassing van de bepalingen van deze titel en
de desbetreffende methoden van Protocol nr. 4.
administratieve samenwerking worden gedefinieerd in
TITEL II I
RECHT VAN VESTIGING EN DIENSTVERLENING
ARTIKEL 29
1. De Partijen komen overeen de toepassingssfeer van de Overeenkomst uit te breiden tot het recht van vestiging van vennootschappen van de ene Partij op het grondgebied van de andere Partij en de liberalisering van de dienstverlening door vennootschappen van de ene Partij aan ontvangers van diensten in de andere Partij.
2. De Associatieraad doet de nodige aanbevelingen voor de uitvoering van de in lid 1 vermelde doelstelling.
Bij het opstellen van deze aanbevelingen houdt de Associatieraad rekening met de opgedane ervaring bij de wederzijdse toekenning van de meestbegunstigingsbehandeling en met de verplichtingen van elk der Partijen overeenkomstig de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten, hierna “GATS” te noemen, met name artikel V daarvan.
3. De Associatieraad verricht op zijn laatst drie jaar na de inwerkingtreding van deze Overeen- komst een eerste onderzoek naar de verwezenlijking van deze doelstelling.
ARTIKEL 30
1. In een eerste fase bevestigen de Partijen opnieuw hun verplichtingen krachtens de GATS, met name de wederzijdse toekenning van de meestbegunstigingsbehandeling voor de dienstensector waarvoor deze verplichting geldt.
2. Overeenkomstig de GATS is deze behandeling niet van toepassing op :
door één der Partijen toegekende voordelen overeenkomstig de bepalingen van een overeenkomst, zoals gedefinieerd in artikel V van de GATS. of maatregelen die genomen zijn op grond van een dergelijke overeenkomst ;
andere voordelen, toegekend overeenkomstig de lijst van uitzonderingen op de
meestbegunstigingsclausule die door elk der Partijen aan de GATS-overeenkomst is gehecht.
TITEL IV
KAPITAALVERKEER, BETALINGSVERKEER, OVERHEIDSOPDRACHTEN, MEDEDINGING EN INTELLECTUELE EIGENDOM
HOOFDSTUK 1
KAPITAALVERKEER EN BETALINGSVERKEER
ARTIKEL 31
Behoudens het bepaalde in de artikelen 33 en 34 legt deze Overeenkomst geen beperkingen op aan het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap, enerzijds, en Israël anderzijds, en vindt geen discriminatie plaats op grond van de nationaliteit of de woonplaats van de ingezetenen van de Gemeenschap en Israël, noch op grond van de plaats waar het kapitaal geïnvesteerd wordt.
ARTIKEL 32
Lopende betalingen in verband met het verkeer van goederen, personen, diensten of kapitaal in het kader van deze overeenkomst zijn aan geen enkele beperking onderworpen.
ARTIKEL 33
Onverminderd andere bepalingen van deze Overeenkomst en andere internationale verplichtingen van de Gemeenschap en Israël, vormen de artikelen 31 en 32 geen beletsel voor de toepassing van eventuele beperkingen die op de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Israël van kracht zijn ten aanzien van het kapitaalverkeer tussen deze partijen in verband met directe investeringen, met inbegrip van investeringen in onroerend goed, de vestiging van ondernemingen, de financiële dienst- verlening of de toelating van effecten tot de kapitaalmarkten.
Er zijn evenwel geen beperkingen op de overdracht van kapitaal dat door ingezetenen van de Gemeenschap in Israël of door ingezetenen van Israël in de Gemeenschap werd geïnvesteerd, noch op de overdracht van alle daaruit voortvloeiende winsten.
ARTIKEL 34
Wanneer, in uitzonderlijke omstandigheden, het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Israël ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor het wisselkoersbeleid of het monetair beleid in de Gemeenschap of in Israël, dan kunnen de Gemeenschap of Israël, overeenkomstig het bepaalde in de GATS en in de artikelen VIII en XIV van de statuten van het internationaal Monetair Fonds, het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Israël gedurende een periode van ten hoogste zes maanden aan vrijwaringsmaatregelen onderwerpen indien dergelijke maatregelen absoluut noodzakelijk zijn.
HOOFDSTUK 2
OVERHEIDSOPDRACHTEN
ARTIKEL 35
De Partijen nemen de nodige maatregelen om hun respectieve markten voor overheids- opdrachten en voor opdrachten van nutsbedrijven voor de levering van goederen en diensten en het uitvoeren van werkzaamheden verder open te stellen dan zij uit hoofde van de in het kader van de WTO gesloten overeenkomst inzake overheidsopdrachten ten opzichte van elkaar op basis van wederkerigheid verplicht zijn.
HOOFDSTUK 3
MEDEDINGING
ARTIKEL 36
1. Onverenigbaar met de goede werking van deze overeenkomst, voor zover van invloed op de handel tussen de Gemeenschap en Israël :
alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen welke ertoe strekken of die ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst ;
het misbruik maken van een machtspositie door een of meer ondernemingen op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Israël of op een wezenlijk deel daarvan ;
alle staatssteun die door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde produkties de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen.
2. De Associatieraad stelt bij besluit genomen binnen een termijn van drie jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst de nodige voorschriften vast voor de tenuitvoerlegging van lid 1,
In afwachting van de vaststelling van deze voorschriften worden de bepalingen van de Overeenkomst inzake de interpretatie en toepassing van de artikelen Vl, XVI en XXIII van de GATT toegepast als regels voor de tenuitvoerlegging van lid 1, onder c).
3. Elke Partij garandeert doorzichtigheid ten aanzien van de staatssteun, met name door ieder jaar aan de andere Partij mededeling te doen van het totale bedrag en de verdeling van de verstrekte steun en door op verzoek informatie over steunprogramma ’s te verstrekken. Op verzoek van de ene Partij verstrekt de andere Partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.
4. Met betrekking tot de landbouwprodukten vermeld in Titel II is het bepaalde in Hoofdstuk 3, lid 1, onder c), niet van toepassing.
5. Indien de Gemeenschap of Israël van mening is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met lid 1 en :
- deze met de in lid 2 bedoelde uitvoeringsmaatregelen niet afdoende kan worden tegen- gegaan, of dat
- bij ontstentenis van dergelijke voorschriften, de praktijk de belangen van de andere Partij ernstig schaadt of dreigt te schaden of haar nationale industrie, met inbegrip van de dienstverlenende sector, aanmerkelijke schade toebrengt of dreigt toe te brengen,
kunnen zij na overleg binnen het Associatiecomité passende maatregelen nemen of na een termijn van dertig werkdagen volgende op het verzoek om dergelijk overleg.
Met betrekking tot praktijken die onverenigbaar zijn met lid 1, onder c, kunnen, indien de GATT erop van toepassing is, deze passende maatregelen alleen worden vastgesteld overeenkomstig de procedures en onder de voorwaarden bepaald in de GATT of in een ander in het kader daarvan tot stand gekomen instrument dat op beide Partijen van toepassing is.
6. Niettegenstaande eventueel daarmee strijdige bepalingen die overeenkomstig lid 2 zijn vastgesteld, wisselen de Partijen informatie uit met inachtneming van de beperkingen welke voortvloeien uit het beroeps- of zakengeheim.
ARTIKEL 37
1. De Lid-Staten en Israël passen alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, in dier voege dat aan het einde van het vijfde jaar volgende op de inwerkingtreding van deze overeenkomst geen discriminatie meer bestaat tussen onderdanen van de Lid-Staten en van Israël wat de voorwaarden voor de levering en afzet van goederen betreft.
2. Het Associatiecomité wordt in kennis gesteld van de maatregelen welke te dien einde worden genomen.
ARTIKEL 38
Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclu- sieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst geen maatregelen worden vastgesteld of gehandhaafd die het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Israël verstoren of strijdig zijn met de belangen van de Partijen. Deze bepaling vormt geen beletsel voor de uitvoering, de jure of de facto, van bijzondere taken die aan deze ondernemingen zijn opgedragen.
HOOFDSTUK 4
INTELLECTUELE, INDUSTRIËLE EN COMMERCIËLE EIGENDOM
ARTIKEL 39
1. Overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en van bijlage VII, waarborgen de Partijen een adequate en effectieve bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten volgens de hoogste internationale maatstaven, met inbegrip van effectieve middelen om deze rechten te doen gelden.
2. De tenuitvoerlegging van dit artikel en van bijlage VII wordt regelmatig door de Partijen bezien. In geval van problemen op het gebied van Intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten die van invloed zijn op het handelsverkeer, wordt op verzoek van één der Partijen binnen het Associatiecomite dringend overleg gepleegd, ten einde tot een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te komen.
TITEL V
WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE SAMENWERKING
ARTIKEL 40
De Partijen wensen de wetenschappelijke en technologische samenwerking verder uit te breiden. Gedetailleerde regelingen om deze doelstelling te bereiken komen aan bod in afzonderlijke, speciaal daartoe gesloten overeenkomsten.
TITEL Vl ECONOMISCHE SAMENWERKING
ARTIKEL 41
Doelstellingen
De Gemeenschap en Israël wensen de economische samenwerking verder uit te breiden, zulks ten voordele van beide Partijen en op basis van wederkerigheid, overeenkomstig de algemene doelstellingen van de Overeenkomst.
ARTIKEL 42
Toepassingsbereik
1. De samenwerking zal voornamelijk worden gericht op sectoren die van belang zijn voor de harmonisatie van de economieën van de Gemeenschap en Israël of die de groei en de werkgelegenheid stimuleren. De belangrijkste sectoren van de samenwerking worden genoemd in de artikelen 44 tot en met 57, maar indien daarvoor belangstelling bestaat kunnen de Partijen ook in andere sectoren samenwerken.
2. Bij de tenuitvoerlegging van de economische samenwerking in de verschillende sectoren dient terdege rekening te worden gehouden met het behoud van het milieu en het ecologisch evenwicht, voor zover van toepassing.
ARTIKEL 43
Methoden en bepalingen
De economische samenwerking wordt met name ten uitvoer gelegd door :
a) een regelmatige, economische dialoog tussen de Partijen, waarbij alle sectoren van het economisch beleid worden bestreken, meer bepaald het fiscaal beleid, het beleid ten aanzien van de betalingsbalans en het monetair beleid en die de hechte samenwerking tussen de bij het economisch beleid betrokken overheden zal stimuleren, elk op de gebieden waarvoor zij bevoegd zijn, binnen de Associatieraad of enig ander forum dat is
aangewezen door de Associatieraad ;
b) de regelmatige uitwisseling van informatie en ideeën in elke sector waarin wordt samengewerkt, inclusief vergaderingen van ambtenaren en deskundigen :
c) de overdracht van advies, know-how en opleiding ;
d) de tenuitvoerlegging van gezamenlijke acties, zoals seminars en workshops ;
e) technische, administratieve en regelgevende bijstand ;
f) de verspreiding van informatie over samenwerking.
ARTIKEL 44
Regionale samenwerking
De Partijen stimuleren activiteiten die gericht zijn op de bevordering van regionale samenwerking.
ARTIKEL 45
Industriële samenwerking
De Partijen stimuleren de samenwerking op de volgende gebieden :
industriële samenwerking tussen de economische operatoren in de Gemeenschap en Israël, met inbegrip van de toegang van Israël tot de communautaire netwerken voor samenwerking tussen bedrijven en tot gedecentraliseerde samenwerkingsnetwerken
de diversifiëring van de industriële output in Israël ;
de samenwerking tussen het midden- en kleinbedrijf in de Gemeenschap en Israël ;
de bevordering van de toegang tot investeringskapitaal :
informatie- en ondersteunende diensten ;
de stimulering van innovatie.
ARTIKEL 46
Landbouw
De samenwerking van de Partijen concentreert zich voornamelijk op :
de ondersteuning van hun op diversifiëring van de produktie gerichte beleidslijnen ;
de bevordering van milieuvriendelijke landbouwtechnieken ;
nauwere banden tussen bedrijven, groepen en organisaties die op vrijwillige basis de belangen behartigen van bepaalde bedrijfstakken en beroepen in Israël en in de Gemeenschap ;
technische bijstand en opleiding ;
de harmonisatie van de fytosanitaire en veterinaire normen
de geïntegreerde plattelandsontwikkeling, inclusief de verbetering van de basisdiensten en de ontwikkeling van geassocieerde economische activiteiten ;
de samenwerking tussen plattelandsgebieden, de uitwisseling van ervaring en know-how inzake plattelandsontwikkeling.
ARTIKEL 47
Normen
De Partijen streven ernaar de verschillen op het gebied van harmonisatie en conformiteits- beoordeling verder te beperken. Daartoe sluiten zij specifieke overeenkomsten met betrekking tot de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling.
ARTIKEL 48
Financiële diensten
De Partijen werken samen, zo nodig door middel van de sluiting van overeenkomsten met betrekking tot de goedkeuring van gemeenschappelijke voorschriften en normen op boekhoudkundig gebied en met betrekking tot controle- en regelgevingsstelsels in de banksector, de verzekeringsbranche en andere financiële sectoren
ARTIKEL 49
Douane
1. De Partijen verbinden zich tot de ontwikkeling van de samenwerking op douanegebied, ten einde ervoor te zorgen dat de handelsbepalingen worden nageleefd. Daartoe brengen zij een dialoog tot stand in douanezaken.
2. De samenwerking concentreert zich op de vereenvoudiging en de automatisering van de douaneprocedures en omvat, met name, de uitwisseling van informatie door deskundigen en de beroepsopleiding.
3. Onverminderd andere in deze overeenkomst vervatte vormen van samenwerking, met name op het gebied van de bestrijding van drugs en het witwassen van geld, verlenen de administratieve autoriteiten van de Partijen elkaar wederzijdse bijstand overeenkomstig de bepalingen van Protocol nr. 5.
ARTIKEL 50
Milieu
1. De Partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van voorkoming van milieubederf, beperking van verontreiniging en verzekering van het rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen met het oog op een duurzame ontwikkeling en bevordering van regionale milieuprojecten.
2. De samenwerking wordt met name toegespitst op ;
het tegengaan van woestijnvorming ;
de kwaliteit van het water van de Middellandse Zee en de controle op en preventie van verontreiniging van de zee ;
het beheer van afvalstoffen ;
het tegengaan van verzilting ;
milieubeheer van gevoelige kustgebieden ;
milieu-educatie en milieubewustheid ;
- het gebruik van geavanceerde milieubeheerinstrumenten, milieucontrolemethoden en milieutoezicht, inclusief het gebruik van milieu-informatiesystemen (EIS) en milieu- effectrapportage ;
- het effect van de industriële ontwikkeling op het milieu in het algemeen en de veiligheid van industriële installaties in het bijzonder ;
- het effect van de landbouw op de bodem en de kwaliteit van het water.
ARTIKEL 51
Energie
1. De Partijen zijn van mening dat de opwarming van de aarde en de uitputting van de voorraad fossiele brandstoffen een ernstige bedreiging voor de mensheid vormen. Zij dienen derhalve samen te werken met het oog op de ontwikkeling van duurzame energiebronnen zodat bij het gebruik van brandstoffen verontreiniging van het milieu wordt beperkt en energiebesparing in de hand wordt gewerkt.
2. De Partijen zullen pogen acties ter bevordering van regionale samenwerking op het gebied van bijvoorbeeld de doorvoer van gas, olie en elektriciteit aan te moedigen.
ARTIKEL 52
Informatie-infrastructuur en telecommunicatie
De Partijen bevorderen in hun wederzijds voordeel de samenwerking op het gebied van de ontwikkeling van informatie-infrastructuur en telecommunicatie. De samenwerking wordt met name toegespitst op acties verband houdende met onderzoek en technologische ontwikkeling, de harmonisatie van normen en de modernisering van de technologie.
ARTIKEL 53
Vervoer
1. De Partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van het vervoer en de vervoersinfrastructuur ten einde de doeltreffendheid van het verkeer van reizigers en goederen zowel op bilateraal als op regionaal niveau te verbeteren.
2. De samenwerking wordt met name toegespitst op :
_. de verwezenlijking van hoge veiligheidsnormen in het zee- en het luchtvervoer ; daartoe zullen de Partijen overleg op deskundigenniveau tot stand brengen om informatie uit te wisselen ;
- de normalisatie van de technische installaties, met name voor wat betreft het gecombineerd vervoer, het multimodaal vervoer en de overslag ;
- de bevordering van gezamenlijke technologische en onderzoeksprogramma ’s.
ARTIKEL 54
Toerisme
De Partijen wisselen informatie uit over een planmatige ontwikkeling van het toerisme en marketingprojecten, tentoonstellingen, conferenties en publikatie op toeristisch gebied.
ARTIKEL 55
De onderlinge aanpassing van de wetgevingen
De Partijen doen het nodige met het oog op de onderlinge aanpassing van hun respectieve wetgevingen ten einde de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst te vergemakkelijken.
ARTIKEL 56
Drugs en het witwassen van geld
1. De Partijen werken samen met het oog op met name :
- verbetering van de doelmatigheid van het beleid en de maatregelen om het aanbod van en de illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen tegen te gaan, en de terugdringing van het misbruik van deze produkten ;
- aanmoediging van een gezamenlijke aanpak ter terugdringing van de vraag naar deze produkten ;
- voorkoming van het gebruik van de financiële systemen van Partijen voor het witwassen van kapitaal afkomstig van criminele activiteiten in het algemeen en de handel in drugs in het bijzonder.
2. De samenwerking neemt de vorm aan van uitwisseling van informatie en, waar nodig, gezamenlijke activiteiten op het gebied van :
de uitwerking en tenuitvoerlegging van nationale wetgeving ;
controle op de handel in precursoren ;
de totstandbrenging van instellingen voor sociale en gezondheidszorg en voorlichtings- systemen en de tenuitvoerlegging van projecten in die geest, inclusief opleidings- en onderzoeksprojecten ;
de toepassing van de hoogst mogelijke internationale normen op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld en het misbruik van chemische precursoren, met name de door de Financial Action Task Force (FATF) en de Chemical Action Task Force (CATF) gebruikte.
3. De Partijen stellen te zamen, in overeenstemming met hun respectieve wetgevingen, het beleid en de samenwerkingsmethoden vast om deze doelstellingen te verwezenlijken. Wanneer hun activiteiten geen gezamenlijke activiteiten zijn, vormen zij het voorwerp van overleg en nauwe coördinatie.
De ter zake bevoegde instanties uit de openbare en de particuliere sector kunnen in overeenstemming met hun bevoegdheden, in samenwerking met de bevoegde instanties van Israël, de Gemeenschap en haar Lid-Staten, aan deze activiteiten deelnemen.
ARTIKEL 57
Migratie
De Partijen werken samen met het oog op met name :
- de vaststelling van terreinen van wederzijds belang op het gebied van het immigratiebeleid :
- verhoging van de doelmatigheid van maatregelen ter voorkoming of beperking van illegale migratiestromen.
TITEL VII
SAMENWERKING OP AUDIOVISUEEL EN CULTUREEL GEBIED EN OP HET GEBIED VAN INFORMATIE EN COMMUNICATIE
ARTIKEL 58
1. De Partijen verplichten zich tot bevordering van samenwerking in de audiovisuele sector in hun wederzijds voordeel.
2. De Partijen streven naar het betrekken van Israël bij communautaire initiatieven in deze sector waardoor samenwerking op terreinen zoals coproduktie, opleiding, ontwikkeling en
distributie mogelijk wordt.
ARTIKEL 59
De Partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en de uitwisseling van jongeren. De samenwerkingsterreinen kunnen met name omvatten : de uitwisseling van jongeren, samenwerking tussen universiteiten en andere onderwijs-/ opleidingsinstellingen, taalonderwijs, vertalingen en andere wijzen van bevordering van een beter wederzijds begrip voor de respectieve culturen.
ARTIKEL 60
De Partijen bevorderen culturele samenwerking. De samenwerkingsterreinen kunnen met
name omvatten vertalingen, de uitwisseling van kunstwerken en kunstenaars, het conserveren en restaureren van historische en culturele monumenten en plaatsen, de opleiding van op cultureel gebied werkzame personen, de organisatie van culturele manifestaties met een Europees karakter, de verhoging van het wederzijds begrip en het leveren van een bijdrage
aan de verspreiding van informatie over bijzondere culturele evenementen.
ARTIKEL 61
De Partijen bevorderen activiteiten van wederzijds belang op het gebied van informatie en communicatie.
ARTIKEL 62
De samenwerking wordt met name verwezenlijkt via :
a) een regelmatige dialoog tussen de partijen ;
b) een regelmatige uitwisseling van informatie en ideeën in iedere sector van de samenwerking, bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten van ambtenaren en deskundigen
c) adviesverlening, de overdracht van deskundigheid en het verstrekken van opleidingen ;
d) de tenuitvoerlegging van gezamenlijke acties, zoals seminaria :
e) technische en administratieve bijstand en bijstand op regelgevend gebied ;
f) de verspreiding van informatie over samenwerkingsinitiatieven.
TITEL VIII
SOCIALE SAMENWERKING
ARTIKEL 63
1. De Partijen voeren een dialoog over alle onderwerpen van wederzijds belang. De dialoog heeft met name betrekkmg op vraagstukken verband houdende met de sociale problemen van postindustriële samenlevingen, zoals werkloosheid, de revalidatie van gehandicapten, gelijke behandeling van mannen en vrouwen, arbeidsverhoudingen, beroepsopleiding, veiligheid en hygiëne op de arbeidsplaats, enz.
2. De samenwerking vindt plaats via bijeenkomsten van deskundigen en seminaria.
ARTIKEL 64
1. Met het oog op de coördinatie van de sociale-zekerheidsstelsels van op het grondgebted van een Lid-Staat wettig te werk gestelde Israëlische werknemers en hun wettig aldaar verblijvende gezinsleden en met inachtneming van de in elke Lid-Staat geldende voorwaarden en modaliteiten :
- worden alle door deze werknemers in de verschillende Lid-Staten vervulde tijdvakken van verzekering, arbeid of wonen bijeengeteld voor de vaststelling van het recht op ouderdoms-, ivaliditeits- en overlevingspensioenen en -uitkeringen en voor de medische verzorging van deze werknemers en hun gezinsleden ;
- komen alle pensioenen en uitkeringen uit hoofde van ouderdom, overleving, een arbeidsongeval, een beroepsziekte of invaliditeit, met uitzondering van uitkeringen waarvoor geen premie is betaald, in aanmerking voor vrije overmaking naar Israël tegen de krachtens de wetgeving van de aansprakelijke Lid-Staat of Lid-Staten geldende koers :
- ontvangen de betrokken werknemers gezinsbijslag voor hun voornoemde gezinsleden.
2. Xxxxxx xxxx aan wettig op zijn grondgebied te werk gestelde werknemers die onderdaan van een Lid-Staat zijn en aan hun wettig aldaar verblijvende gezinsleden een soortgelijke behandeling toe ais die welke in het tweede en derde streepje van lid 1 zijn bepaald, met inachtneming van de in Israël geldende voorwaarden en modaliteiten.
ARTIKEL 65
1. De Associatieraad stelt de bepalingen voor de tenuitvoerlegging van de in artikel 64 vermelde doelstellingen vast.
2. De Associatieraad stelt de modaliteiten voor administratieve samenwerking vast om het beheer en de controle te garanderen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de in lid 1 vervatte bepalingen.
ARTIKEL 66
De door de Associatieraad overeenkomstig artikel 65 vastgestelde regelingen doen geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit bilaterale overeenkomsten tussen Israël en de Lid-Staten, wanneer deze overeenkomsten in een gunstiger behandeling van Israëlische onderdanen of onderdanen van de Lid-Staten voorzien.
TITEL IX
INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
ARTIKEL 67
Hierbij wordt een Associatieraad opgericht die eens per jaar en telkens wanneer de omstandigheden zulks vereisen op ministerniveau bijeenkomt, op initiatief van zijn voorzitter en overeenkomstig zijn reglement van orde. De Associatieraad behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van deze overeenkomst voordoen en alle andere bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang.
ARTIKEL 68
1. De Associatieraad bestaat uit leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit leden van de regering van de Staat Israël, anderzijds.
2. De Associatieraad stelt zijn reglement van orde vast.
3. De leden van de Associatieraad mogen regelingen treffen om zich te doen vertegen- woordigen, overeenkomstig de bepalingen in zijn reglement van orde.
4. De Associatieraad wordt beurtelings voorgezeten door een lid van de Raad van de Europese Unie en door een lid van de regering van de Staat Israël, zulks overeenkomstig de bepalingen in zijn reglement van orde.
ARTIKEL 69
1. De Associatieraad heeft, voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst, in de daarin genoemde gevallen de bevoegdheidsbesluiten te nemen.
Deze besluiten zijn bindend voor de Partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. De Associatieraad kan desbetreffend ook de nodige aanbevelingen doen.
2. De besluiten en aanbevelingen van de Associatieraad worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen.
ARTIKEL 70
1. Hierbij wordt een Associatiecomité opgericht, dat verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst, onder voorbehoud van de aan de Associatieraad toegekende bevoegdheden.
2. De Associatieraad kan alle of een deel van zijn bevoegdheden aan het Associatiecomité delegeren.
ARTIKEL 71
1. Het Associatiecomité, dat op het niveau van ambtenaren vergadert, is samengesteld uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit vertegenwoordigers van de regering van de Staat Israël, anderzijds.
2. Het Associatiecomité stelt zijn reglement van orde vast.
3. Het Associatiecomrté wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van het Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en door een vertegenwoordiger van de regering van de Staat Israël.
ARTIKEL 72
1. Het Associatiecomité heeft beslissingsbevoegdheid ten aanzien van het beheer van de Overeenkomst en op de terreinen waarop de Raad bepaalde bevoegdheden heeft gedelegeerd aan het Associatiecomité.
Deze besluiten zijn bindend voor de Partijen die gehouden zijn de maatregelen te nemen die voor de uitvoering ervan nodig zijn.
2. De besluiten worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen.
ARTIKEL 73
De Associatieraad kan besluiten werkgroepen of lichamen in te stellen die voor de uitvoering van de overeenkomst nodig zijn.
ARTIKEL 74
De Associatieraad neemt de nodige maatregelen ter bevordering van de samenwerking en de contacten tussen het Europees Parlement en de Knesset van de Staat Israël en tussen het Economisch en Sociaal Comité van de Gemeenschap en de Economische en Sociale Raad van Israël.
ARTIKEL 75
1. Iedere Partij mag geschillen die verband houden met de toepassing of de interpretatie van deze Overeenkomst aan de Associatieraad voorleggen.
2. De Associatieraad kan het geschil bij besluit beslechten.
3. Iedere Partij is verplicht de maatregelen te treffen die nodig zijn in verband met de uitvoering van het in lid 2 bedoelde besluit.
4. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, kan iedere Partij de andere ervan in kennis stellen dat zij een scheidsrechter heeft aangewezen, waarop de andere Partij binnen twee maanden een tweede scheidsrechter moet aanwijzen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de Lid-Staten geacht één Partij bij het geschil te zijn.
De Associatieraad wijst een derde scheidsrechter aan.
De scheidsrechters beslissen bij meerderheid van stemmen.
Iedere partij bij het geschil moet het nodige doen om de beslissing van de scheidsrechters ten uitvoer te leggen.
ARTIKEL 76
Niets in de Overeenkomst belet een Partij maatregelen te nemen :
die zij nodig acht om de onthulling van informatie te voorkomen die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist ;
die verband houden met de produktie van of de handel in wapens, munitie of oorlogs- materiaal of met onderzoek, ontwikkeling of produktie die absoluut vereist zijn voor defensiedoeleinden, mits deze maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentie- voorwaarden voor produkten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn ;
die zij van vitaal belang voor haar eigen veiligheid acht, in geval van ernstige binnenlandse problemen die de openbare orde bedreigen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden of om verplichtingen na te komen die zij voor de handhaving van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.
ARTIKEL 77
Op de door deze Overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd daarin neergelegde bijzondere bepalingen, geldt het volgende :
- de regelingen die de Staat Israël ten opzichte van de Gemeenschap toepast mogen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen de Lid-Staten, hun onderdanen dan wel hun vennootschappen ;
- de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van de Staat Israël toepast mogen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen Israëlische onderdanen of vennootschappen.
ARTIKEL -78
Wat de directe belastingen betreft, mag geen enkele bepaling van de Overeenkomst leiden tot :
de uitbreiding van de door een Partij toegekende voordelen op fiscaal gebied in enige internationale overeenkomst of regeling waardoor deze Partij gebonden is ;
het verhinderen van de vaststelling of toepassing door een Partij van enige maatregel die gericht is op het voorkomen van fraude of belastingontduiking ;
dat er afbreuk wordt gedaan aan het recht van een Partij de ter zake doende bepalingen van haar fiscale wetgeving toe te passen op belastingplichtigen die zich niet in dezelfde situatie bevinden ten aanzien van hun woonplaats.
ARTIKEL 79
1. De Partijen treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de Overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in de Overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.
2. Indien een van de Partijen van mening is dat de andere Partij een verplichting van de Overeenkomst niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in bijzonder dringende gevallen, verstrekt zij de Associatieraad alle ter zake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, ten einde een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Sij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen die de goede werking van de Overeen- komst het minst verstoren.
Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Associatieraad gebracht ; op verzoek van de andere partij wordt daaromtrent in de Associatieraad overleg gepleegd.
ARTIKEL 80
De Protocollen 1 tot en met 5 en de bijlagen I tot en met VII vormen een Integrerend onderdeel van de Overeenkomst. De verklaringen en briefwisselingen worden opgenomen in de Slotakte, die een integrerend onderdeel van de Overeenkomst zal vormen.
ARTIKEL 81
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt met de term “partijen” bedoeld, enerzijds de Gemeenschap, of de Lid-Staten, of de Gemeenschap en haar Lid-Staten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden, en Israël anderzijds.
ARTIKEL 82
Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
Elk der Partijen kan deze Overeenkomst door kennisgeving aan de andere Partij opzeggen. De Overeenkomst verstrijkt zes maanden na de datum van genoemde kennisgeving.
ARTIKEL 83
Deze Overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing zijn, overeenkomstig de bepalingen van genoemde verdragen, enerzijds, en op het grondgebied van de Staat Israël, anderzijds.
ARTIKEL 84
Deze Overeenkomst, die is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Hebreeuwse taai, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, wordt neergelegd bij het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Unie.
ARTIKEL 85
Deze Overeenkomst wordt door de Partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de Partijen elkaar kennisgeving doen van het feit dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.
Bij haar inwerkingtreding vervangt deze Overeenkomst de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël, en de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds, die op 11 mei 1975 te Brussel werden ondertekend.
Hecho en Bruselas, el veinte de noviembre de mil novecientos noventa y cinco. Udfazrdiget i Bruxelles den tyvende november nitten hundrede og fem og halvfems. Geschehen zu Brussel am zwanzigsten November neunzehnhundertfünfundneunzig.
Done at Brussels on the twentieth day of November in the year one thousand nine hundred and ninety-five.
Fait à Bruxelles, le vingt novembre mil neuf cent quatre-vingt-quinze. Fatto a Bruxelles, addi’ venti novembre millenovecentonovantacinque.
Gedaan te Brussel, de twintigste november negentienhonderd vijfennegentig. Feito em Bruxelas, em vinte de Novembro de mil novecentos e noventa e cinco.
Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenä päivänä marraskuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäviisi.
Som skedde i Bryssel den tjugonde november nittonhundranittiofem.
2
Pour le Royaume de Belgique Voor het Koninkrijk België
Für das Königreich Belgien
Cette signature engage également la Communeut française, le communauté flamande, la Communauté garmanophone, le Région Wallonne, le Région flemende et le Région de Bruxelles-Capitale
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap de Franse Gemeenschep. de Duitstalige Gemeenrchep. het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
Diese Unterschrift verbindet zugleich die Deutachsprachige Gemeinschaft, die Flamische Gemeinschaft, die Franzosische Gemeinschaft, die Wallonische Region. die Flamische Region und die Region Brussel-Hauptstadt.
Kongeriget
Für die Bundesrepublik Deutschland
Por el Xxxxx xx Xxxxxx
Pour la République française
Thar ceann na hÉireann For Ireland
Per la Repubblica italiana
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
Pela República Portuguesa
Suomen tasavallan puolesta
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland
Por las Comunidades Europeas For De
Für die Europäischen Gemeinschaften
For the European Communities
Pour les Communautés européennes Per le europee
Voor de Europese Gemeenschappen Pelas Comunidades Europeias Euroopan yhteisöjen puolesta
Europeiska gemenskapernas vägnar
LIJST VAN BIJLAGEN
Bijlage I Lijst van produkten waarnaar in artikel 7 wordt verwezen Bijlage II Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
Bijlage II I Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
Bijlage IV Lijst van produkten waarnaar in artikel 9, lid 2, wordt verwezen
Bijlage V Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
Bijlage Vl Lijst van produkten waarvoor een concessie als bedoeld in artikel 9, lid 6. wordt gedaan
Bijlage VII Intellectuele. industriële en commerciële eigendomsrechten waarnaar in artikel 39 wordt verwezen
1
BIJLAGE I
Lijst van produkten waarnaar in artikel 7 wordt verwezen
GN-CODE | OMSCHRIJVING | |
ex | 3502 | Albuminen, albuminaten en andere derivaten van albuminen : |
ex | 3502 10 | - Ovoalbumine : |
- andere : | ||
350 2 10 91 | -- gedroogd (in de vorm van bladen, schilfers, kristallen, poeder, enz.) | |
350 2 10 99 | --- andere | |
ex | 3502 9 0 | - andere : albuminen, andere dan ovoalbumine : lactoalbumine : |
3502 9 0 51 | ---- gedroogd (in de vorm van bladen, schilfers, kristallen, | |
poeder, enz.) | ||
3502 90 59 | andere |
BIJLAGE II
Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
GN-CODE OMSCHRIJVING 1
0403
040 3 10 51
tot en met 040 3 10 99
040 3 9 0 71
tot en met
040 3 9 0 9 9
0711 9030
ex 1517
1517 10 10
1517901 0
ex 1704
1806
ex 1901
ex 1902
Karnemelk, gestremde melk en room, Yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten, noten of cacao :
- Yoghurt, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten, noten of cacao
andere, gearomatiseerd of bevattende toegevoegde vruchten, noten of cacao
Suikermaïs, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren
Suikermaïs, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxyde of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie
Xxxxxxxxx ; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 15 16
- Margarine, andere dan vloeibare margarine, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten
- andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten
Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen), andere dan zoethoutextract (drop), bevattende meer dan
10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen, bedoeld bii GN-code 1704 90 10
Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten
Moutextract ; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan
50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen ; bereidingen voor menselijke consumptie van produkten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van bereidingen voor menselijke consumptie, bedoeld bij
GN-code 1901 9 0 91
Deegwaren, andere dan gevulde deegwaren, bedoeld bij de GN- codes 1902 20 10 en 1902 20 30 ; koeskoes, ook indien bereid
GN-CODE | OMSCHRIJVING |
1903 | Tapioca en soortgelijke produkten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke |
1904 | Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes) ; granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels, voorgekookt of op andere wijze bereid |
1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten : ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel |
2001 90 30 | Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur |
2001 90 40 | Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van5 of meer gewichts- percenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur |
2004 10 91 | Aardappelen, in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in aziin of aziintuur, bevroren |
2004 90 10 | Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren |
2005 20 10 | Aardappelen, in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
2005 80 00 | Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
2008 92 45 Bereidingen van de soort “muesli”, op basis van niet-geroosterde | |
graanvlokken | |
2008 99 85 Maïs, andere dan suikermaïs mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde suiker en zonder toegevoegde alcohol | |
2008 99 91 Broodwortelen. bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantedelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichts- percenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder | |
toegevoegde suiker en zonder toegevoegde alcohol | |
2101 10 98 | Preparaten op basis van koffie |
2101 2 0 9 8 | Preparaten obpasis van thee of van maté |
2101 3 0 19 | Gebrande koffiesurrogaten, andere dan gebrande cichorei |
2101 3 0 9 9 | Extracten, essences en concentraten van gebrande koffiesurrogaten, andere dan die van gebrande cichorei |
210 2 10 31 tot en met 2102 10 3 9 | Bakkersgist |
2
GN-CODE OMSCHRIJVING | |
ex 2103 | Sausen en preparaten voor sausen : Mayonaise |
2105 | Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend |
ex 2106 |
Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch
toegevoegde kleurstoffen | |
2202 90 91 220 2 9 0 9 5 2202 9 0 9 9 | Alcoholvrije dranken, andere dan vruchte- en groentesappen bedoeld bij GN-code 2009, produkten bedoeld bij de GN-codes 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkomstig van produkten bedoeld bij de GN- codes 0401 tot en met 0404 bevattend |
2905 4 3 0 0 | Mannitol |
290 5 4 4 | D-glucitol (sorbitol) |
ex 3505 10 | Dextrine en ander gewijzigd zetmeel, ander dan door ethervorming of veresterino gewijzigd zetmeel bedoeld bii GN-code 3505 10 50 |
onder begrepen, andere dan die bedoeld bij de GN-codes 2 106 10 20 en 2106 90 92 en andere dan suikerstroop, eearomatiseerd of met
3505 20 Lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel
3809 10 | Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere produkten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen |
3823 60 | Sorbitol, andere dan die bedoeld bij GN-code 2905 44 |
BIJLAGE II I
Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
voor menselijke consumptie of van
Ingeval de rechten in deze kolom meer bedragen dan de aan de GATT medegedeelde rechten, zijn de laatstgenoemde rechten van toepassing.
Indeling onder deze post is afhankelijk van de voorwaarden van de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.
BIJLAGE IV
Lijst van produkten waarnaar in artikel 9, lid 2, wordt verwezen
GN-CODE OMSCHRIJVING | ||
1902 1 Deeawaren en koeskoes : | ||
A | - van durumtarwe | |
B - | andere | |
1905 10 | Bros gebakken brood, zogenaamd "knäckebröd" | |
1905 20 90 | Ontbijtkoek, niet in het bijzonder voor diabetici : | |
A | - bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem, meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe : | |
B - andere | ||
ex 3000 A - Wafels en wafeltjes : | ||
A l niet gevuld, al dan niet van een deklaag voorzien : | ||
Al a | --- bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem, meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe | |
Alb andere | ||
A2 andere : | ||
A2a | --- bevattende niet minder dan 1.5% melkvet of niet minder dan 2.5% melkeiwit ; | |
A2b andere | ||
1905 40 10 | Beschuit, bevattende toegevoegde suiker, honing, andere zoetstoffen, eieren, vet, kaas, vruchten, cacao of dergelijke : | |
A | - bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem, meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe ; | |
B | - andere | |
1905 | ||
ex 3000) B + 9019) | - andere bakkerswaren, bevattende toegevoegde suiker, honing, andere zoetstoffen, eieren, vet, kaas, vruchten, cacao of dergelijke : | |
Bl | -- bevattende niet minder dan 10 gewichtspercenten toegevoegde eieren ; | |
B2 | -- bevattende toegevoegde gedroogde vruchten of noten : | |
B2a | --- bevattende niet minder dan 1.5% melkvet of niet minder dan 2.5% melkeiwit : zie bijlage V : | |
B2b | andere : | |
B3 | -- bevattende minder dan 10 gewichtspercent toegevoegde suiker doch niet bevattende toegevoegde eieren ; gedroogde vruchten of noten : |
GN-CODE | OMSCHRIJVING | |
r - -- bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem, meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe | ||
andere | ||
B3b | andere : | |
B3b(i) | ---- bevattende, in verhouding tot het totaal gehalte aan bloem meer dan 15 gewichtspercenten bloem van andere granen dan tarwe | |
B3b(ii) ---- | ander e | |
B4 | andere : | |
B4a | --- bevattende niet minder dan 1,5 % melkvet of niet minder dan 2.5 % melkeiwit ; zie bijlage V | |
B4b | --- | andere |
2105 | Consumptie-iis, ook indien cacao bevattend | |
A | - geen melkvet bevattende of minder dan 3 gewichtspercenten van dergelijke vetten bevattende | |
B | - bevattende 3 of meer doch minder dan 7 gewichtspercenten melkvet bevattende | |
c | - 7 of meer gewichtspercenten melkvet bevattende | |
ex 2207 10 50 | Alcohol van druiven of van wijn van druiven, met een alcohol- volumegehalte van 80 % vol of meer, gebruikt bij de vervaardiging van alcoholische dranken | |
ex 1099 | Alcohol van druiven of van wijn van druiven, met een alcohol- volumegehalte van 80 % vol of meer, andere | |
ex 2208 20 | Dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer, met een prijs van niet hoger dan USS 0.05 per cl en minder dan 17 % vol alcohol bevattend | |
3502 10 | 00 | Ovoalbumine : |
A | gedroogd | |
B | andere |
-
BIJLAGE V
Lijst van produkten waarnaar in artikel 9 wordt verwezen
ISRAËLISCHE DOUANECODE | OMSCHRIJVING | TOEPASSELIJK RECHT |
1704 | Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen : | |
1704 10 | - Kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker : met een saccharosegehalte (het gehalte aan | |
invertsuiker, berekend als saccharose, daaronder | ||
begrepen) van 60 of meer gewichtspercenten | 0.075 | |
1704 90 | - Andere - Andere Andere | |
1606 | Chocdade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten | 0% |
ex 1901 | Xxxxxxxxxxx xxx xxxx, xxxxxxxxx. zetmeel of | |
ex 2004 | moutextract, van de soort die gebruikt wordt als | |
ex 2005 | babyvoeding of voor dieet- of culinaire doeleinden, | |
ex 2103 | minder dan 50 gewichtspercenten cacao bevattende, | |
ex 2104 | met uitzondering van dieetbereidingen van meel van | |
sojabonen, bevattende olie van sojabonen en andere | ||
plantaardige oliën, koolhydraten en zout, alsmede | ||
dieetbereidingen op basis van meel zonder gluten : | ||
1901 10 20 | - van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract | 8 % |
1901 20 20 | - van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract | 8 % |
1901 90 30 | - van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract | 8 % |
2004 10 10 2004 90 10 | - produkten van meel, gries of griesmeel - produkten van meel. gries of griesmeel | 8 % 8 % |
2005 20 10 2005 40 10 2005 59 10 | - produkten van meel, gries of griesmeel _ produkten van meel, gries of griesmeel - produkten van meel, gries of griesmeel | 8 % 8 % 8 % |
2005 90 10 | - produkten van meel, gries of griesmeel | 8 % |
2103 90 20 | - van meel. gries, griesmeel, zetmeel of moutextract | 8 % |
2104101 0 | - van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract | 8 % |
Ingeval de rechten in deze kolom meer bedragen dan de aan de GATT medegedeelde rechten, zijn de laatstgenoemde rechten van toepassing.
Dit recht wordt binnen een jaarlijks contingent van 5.000 ton verlaagd tot 0,0375
ISRAËLISCH DOUANETARIEF | OMSCHRIJVING | TOEPASSELIJK RECHT | ||
1904 | 10 | - Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren | 9 % | |
3505 | Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel) ; lijm op basis van | |||
zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel met | ||||
uitzondering van zetmeel : | ||||
3505 | 10 | - Dextrine en ander gewijzigd zetmeel : | ||
3505 | 10 | 30 | door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel | 9 % |
3505 | 10 | 90 | Ander gewijzigd zetmeel en dextrine | 6 % |
3505 | 20 | 00 | -- Lijm | 9 % |
Ingeval de in deze kolom vermelde rechten meer bedragen dan de aan de GATT medegedeelde rechten, zijn de laatstgenoemde rechten van toepassing.
BIJLAGE Vl
Lijst van produkten waarvoor een concessie als bedoeld in artikel 9, lid 6, wordt gedaan
Tabel 1 : Voor de invoer in de Gemeenschap van de navolgende goederen van oorsprong uit Israël gelden de hieronder vermelde concessies
GN-CODE | OMSCHRIJVING | JAARLIJKS CONTINGENT 1 .OOO kg | CONCESSIE BINNEN DE CONTINGENTSMAXIMA |
0710 10 40 2004 90 10 | Suikermaïs, bevroren | 10.600 | 30 % verlaging van de landbouwcomponent |
071 1 90 30 2001 90 30 2005 90 00 | Suikermaïs, niet bevroren | 5.400 | 30 % verlaging van de landbouwcomponent |
1704 90 30 | Witte chocolade | 100 | 30 % verlaging van de landbouwcomponent |
1806 | Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevanen | 2.500 | 15 % verlaging van de landbouwcomponent |
ex 1901 ex 2106 | Voeding voor zuigelingen, melk of melkprodukten bevattende | 100 | 30 % verlaging van de landbouwcomponent |
1904 | Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes) ; granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels, voorgekookt of op andere wijze bereid | 200 | 30 % verlaging van de landbouwcomponent |
1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevatten ; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel | 3.200 | 30 % verlaging van de landbouwcomponent |
Dit contingent wordt verlaagd tot 9.275 ton voor het eerste jaar van tenuitvoerlegging van deze concessie en tot 9.940 ton voor het tweede jaar.
Dit contingent wordt verlaagd tot 4.725 ton voor het eerste jaar van tenuitvoerlegging
van deze concessie en tot 5.060 ton voor het tweede jaar.
Tabel 2 : Voor de invoer in Israël van de navolgende goederen van oorsprong uit de Gemeenschap gelden de hieronder vermelde concessies
GN-CODE | OMSCHRIJVING | JAARLIJKS CONTINGENT 1 .OOO kg | CONCESSIE BINNEN DE CONTINGENTSMAXIM A |
1902 | Deegwaren | onbeperkt | consolidatie van de landbouwcomponent op 0,25 |
ex 1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevanen ; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel : - geen zuivelprodukten bevattend | onbeperkt | consolidatie op 0.10 |
ex 1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze produkten cacao bevanen : ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten van meel of van zetmeel : - zuivelprodukten bevanend | onbeperkt | consolidatie op 0.25 |
2105 | Consumptre-ijs | 500 | 30 % verlaging van de landbouwcomponent |
ex 2207 10 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, van druiven of van wijn van druiven, met een alcohol- volumegehalte van 80 % vol of meer, al dan niet bij de vervaardiging van alcoholische dranken gebruikt | onbeperkt | consolidatie op 2.75 alcohol |
ex 2208 20 | Dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer met een alcohol- volumegehalte van 17% vol of meer tegen een prijs die niet hoger ligt dan 0,05 | onbeperkt | consolidatie op 2,75 alcohol |
Dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer met een alcohol- volumegehalte van 17 % vol of meer, tegen een prijs die hoger ligt dan USS 0.05 oer cl
320D5 10v o a l b u m i n e
50
onbeperkt
vrijstelling van de landbouwcomponent
consolidatie op 2
hectoliter zuivere alcohol.
BIJLAGE VII
Intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten waarnaar in artikel 39 wordt verwezen
1. Tegen het einde van het derde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst zal Israël toetreden tot de volgende multilaterale overeenkomsten betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten, waarbij de Lid-Staten partij zijn of welke de facto door de Lid-Staten worden toegepast :
- Berner-Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst in de Akte van Parijs van 24 juli 1971 ;
- Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken in de Akte van Stockholm van 1967 (gewijzigd 1979) ;
- Protocol van Madrid inzake de internationale inschrijving van merken (Madrid, 1989) :
- Verdrag van Boedapest inzake de Internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, in 1977 in Boedapest ondertekend en in 1980 gewijzigd ;
- Verdrag Inzake samenwerking bij octrooien, in 1970 in Washington ondertekend (geamendeerd 1979 en gewijzigd 1984).
De Associatieraad kan besluiten dat dit lid nog op andere multilaterale verdragen van toepassing is.
2. Tegen het einde van het tweede jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst zal Israël het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome, 1961) ratificeren.
3. De Partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die uit de volgende multilaterale verdragen voortvloeren :
- Overeenkomst van Parijs voor de bescherming van de industriële eigendom in de Akte van Stockholm van 1967 (gewijzigd 1979) ;
- Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de weren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (Geneve, 1977, gewijzigd 1979) ;
- Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten (UPOV) (Akte van Genève, 199 1).
LIJST VAN PROTOCOLLEN
PROTOCOL 1
PROTOCOL 2
betreffende de regeling die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwprodukten uit Israël van toepassing is
betreffende de regelingen die van toepassing zijn bij de invoer in Israël van landbouwprodukten van oorsprong uit de Gemeenschap
PROTOCOL 3 betreffende gewasbescherming
PROTOCOL 4 betreffende de definitie van het begrip “produkten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
PROTOCOL 5
betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken
PROTOCOL 1
BETREFFENDE DE REGELING DIE BIJ DE INVOER IN DE GEMEENSCHAP VAN LANDBOUWPRODUKTEN UIT ISRAEL VAN TOEPASSING IS
ENIG ARTIKEL
1. De in bijlage genoemde produkten van oorsprong uit Israël mogen in de Gemeenschap worden ingevoerd onder de voorwaarden die hierna en in de bijlage zijn vermeld.
2. a) De douanerechten worden afgeschaft of verlaagd, zoals in kolom “A’ vermeld.
b) Voor bepaalde produkten waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een “ad valorem”-douanerecht en in een specifiek douanerecht voorziet, zijn de in de kolommen ‘A” en “C” vermelde verlagingspercentages uitsluitend op de “ad valorem”-douanerechten van toepassing. Voor de produkten die overeenstemmen met de codes 0207 22, 0207 42 en 2204 21, worden de verlagingen van de rechten toegepast, zoals in kolom “E” vermeld.
3. Voor bepaalde produkten worden de douanerechten afgeschaft binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor elk van deze produkten in kolom “B” zijn vermeld.
Voor de ingevoerde hoeveelheden die de contingenten overschrijden, worden de douanerechten, naargelang het produkt, hetzij volledig toegepast, hetzij volgens het in kolom “C” vermelde percentage verlaagd
4. Voor bepaalde van douanerechten vrijgestelde produkten zijn referentiehoeveelheden. vermeld in kolom “D”. vastgesteld.
Indien de invoer van een bepaald produkt de referentrehoeveelheid overschrijdt, kan de Gemeenschap, op basis van een balans van het handelsverkeer die zij jaarlijks opstelt, voor het betrokken produkt een communautair tariefcontingent openen voor een hoeveelheid die gelijk is aan deze referentiehoeveelheid. In dergelijk geval wordt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief naargelang het produkt, hetzij volledig toegepast, hetzij volgens het in kolom “C” vermelde percentage verlaagd voor de ingevoerde hoeveelheden die het contingent overschrijden.
5. Voor bepaalde van de in lid 3 bedoelde. in kolom “E” vermelde produkten worden de tariefcontingenten vanaf 1 januari 1997 tot en mat 1 januari 2000 jaarlijks verhoogd in vier gelijke tranches waarvan de omvang 3 % van deze contingenten bedraagt.
6. Voor bepaalde andere dan de in de leden 3 en 4 bedoelde, in kolom “E” vermelde produkten kan de Gemeenschap een referentiehoeveelheid in de zin van het bepaalde in lid 4 vaststellen indien uit de balans van het handelsverkeer die zij jaarlijks opstelt, blijkt dat de invoer van een produkt of van produkten moeilijkheden dreigen te veroorzaken op de markt van de Gemeenschap. Indien vervolgens voor dit produkt, onder de in lid 4 vermelde voorwaarden, een tariefcontingent wordt geopend, wordt het douanerecht. naargelang het produkt, hetzij volledig toegepast, hetzij volgens de in kolom “C” vermelde percentages verlaagd voor de hoeveelheid die het contingent overschrijdt.
c | ||||||||
Omschrijving | het douane- recht | Tarief- contingent Volume | het douanerecht buiten ha, huidige of mogelijke tarief- contingent | Referentie- hoeveelheid | ||||
ex | 0703 | 10 | van 15 februari tot en met 16 mei Wilde uien van 15 februari tot en me, 16 mei | 100 | 13.400 | |||
0704 | Chinese kool. van , november tot en met 31 maart | 100 | 1.000 | 0 | ||||
ex | 0706 | 11 | IJssla. van 1 november tot en ma, 3, maart | 100 | 300 | 0 | ||
| Wortelen, van 1 januari tot en met 30 *pril | 100 | 40 | |||||
0709 | 30 | Aubergines, van 1 december tot en ma, 30 april | 100 | 1440 | ||||
ex | 0706 | 40 00 | Bladselderij, van 1 januari tot ⚫ n me, 30 april | 100 | 13.000 | 60 | ||
0706 | 60 10 | Niet-scherpsmakende pepers | 100 | 8.900 | 40 | |||
0708 0810 | 66 | Andere vruchtenen groenten | 100 | 2.000 | 0 | Onderworpen aan de bepalingen van Protocol 1. enig ⚫ rtlksl. punt 1 t/m 6 | ||
0706 0708 0706 | 73 76 | Courgettes, van , december tot en met eind februari | 100 | 60 |
De verlaging van het recht is alleen van toepassing op behalve voor de produkten van ds volgende codes : 0207 22 0207 42 en 2204 overeenkomende me, Verordening nr. nr. 142 van 26 juni
Onverminderd de regele van de interpretatie van ds gecombineerde heeft de omschrijving van de produkten slechts indicatieve daar de GN-code. in het kader van deze bijlage. determinerend in voor het preferentieschema. Voor GN-codes zijn do en da omschrijving te determinerend voor het preferentieschema.
A B c D E
Omschrijving
Verlaging van het
downs-
recht
Tarief- contingent
van het douanerecht buiten het huidige
of mogelijke tarief- contingent
Referentie- hoeveelheid
Bijzondere bepalingen
ex 0710 69
vruchten van het geslacht van 30
16 november tot en mat 30 april
0712
0712 90
0712 90 90
0804 to 00
Gedroogde tomaten Gedroogde wortelen Gedroogde groenten, andere
Dadels
0
100 0
100 37200
100
100
4 0
20
20 23
20 25
20 27
20 29
30
40
Sinaasappelen, vers
Mandarijnen en daaronder begrepen) : clemenetines, wilings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, vers
Mandarijnen en ⚫ .tsum. ‘. daaronder begrepen) : xxxxxxxxxxx,
en dergelijke kruisingen van
citrusvruchten, vers van 16 maart tot en met 30 september
Citroenen, vers Lammetjes, vers
Pompelmoezen en van
100 2,000
100
100 7700
100 1000
100
0
40
0
Onderworpen aan ds bepalingan van Protocol artikel. t/m
Ds verlaging van hal recht is alleen van toepassing op ad behalve voor ds produkten van de volgende codes 0207 22 0207 42 en 2204 overeenkomende met Verordening nr. PB nr. 142 van
Onverminderd de regels van ds Interpretatie van de gecombineerde heeft ds omschrijving van ds produkten slechts indicatieve waarde daar de In het kader van deze bijlage, determinerend is voor het preferentieschema. Voor GN-codes zijn de en de omschrijving te determinerend voor het preferentieschema.
0807 10 10 1 100
16
0807 10 go 100 60
60
0610
Kaki ’s. van 1 november to t en met 31 juli
100
0 de bepalingen van Protocol 1. enig artikel,
punt 1 t/m 6
1 go 39
OEI 1 66
ex 1 90
ex 0612 90 20
van pompelmoezen en Dadels, bevroren
van pompelmoezen en bevroren
Sinaasappelen, in heel kleine stukjes. voorlopig verduurzaamd
60
100
100
100
.
1.320
Onderworpen aande bepalingen van Protocol 1. enig artikel,
Ds verlaging van het recht is alleen van toepassing op ad behalve voor ds produkten van de volgende codes 0207 22 0207 42 en 2204 21. overeenkomende met Verordening nr. 26 juni
Omschrijving | Verlaging van het | Verlaging van het douanerecht buiten het huidige | Referentie- hoeveelheid | Bijzondere bepalingen | ||||||||
of | ||||||||||||
mogelijke tarief- | ||||||||||||
contingent II I | ||||||||||||
12 | 00 | Onderworpen aan ds b.p.lin9.n van Protocol punt t/m | enig artikel, | |||||||||
20 | 10 | Niet scherpsmakende pepers, niet fijngemaakt en niet 9.m.l.n | 100 | 0 | Onderworpen aan ds bepalingen van Protocol 1, enig artikel, punt 1 t/m | |||||||
0904 | 20 | 39 | niet fijngemaakt en niet 9sm.l.n. van 15 november tot en met 30 ⚫ | 100 | Onderworpen aan ds b.p.lin9.n va n Protocol punt 1 t/m B | enig artikel, | ||||||
0904 | 20 | 90 | fijgemaakt of gemalen | 100 | 30 | Onderworpen aan d. b.p.tin9.n van Protocol punt | enig artikel, | |||||
20 | en | 100 | 2 | 6 | Onderworpen aan ds bepalingen van Protocol punt | enig artikel, | ||||||
31 | BEreidingen en conserven van vlees van kalkoenen | E | 300 | 0 | voor een tariefcontingent van 300 ton | |||||||
2001 | 20 90 | 00 95 | Uitjes, mat sen van minder 30 mm en okt. ‘.. bereid of verduurzaamd nut zaijn of azijnzuur | 100 | Onderworpen aande b.p.lin9.n van Protocol punt | enig | ❑ rtlkal. | |||||
200, | 90 | 20 | Scherpsmakende vruchten van het geslacht van 15 november tot en mat 30 april | 100 | 30 | Onderworpen aan de b.p.lin9.n van Protocol enig artikel, punt | ||||||
10 | 10 | Gepelde tomaten | 100 | 30 | ||||||||
90 | 99 | Knolselderij, andere dan in mengsels | 100 | Onderworpen aan ds bep.lin9.n van Protocol enig artikel, punt | ||||||||
90 | 99 | Anderer 9m.nt.n. bevroren | 100 | |||||||||
. . | . . | 2006 | 90 | Knolselderij, kool met uitzondering van bloemkool), andere dan in mengsels | 100 | Onderworpen aan ds b.p.lin9.n van Protocol | enig artikel, | |||||
90 | 10 | Sherpsmakende vruchten van hst geslacht van 15 november tot en met 30 april | 100 | Onderworpen aan d. bepalingen, van Protocol | enig artikel, |
Da verlaging van het recht i. alleen van toepassing op behalve voor de produkten van de volgende soda. 0207 22 0201 42 2204
overeenkomende mat Verordening nr. 1369185. nr. 142 van juni 1995,
Onverminderd de regels van de interpretatie van ds gecombineerde heeft de omschrijving van de produkten slechts indicatieve waarde daar ds in het ka er van deze bijlage, determinerend is voor het preferentieschema. Voor GN-coda. zijn ds en d. omschrijving t. determinerend voor het preerentieschema.
GNXods
Onderworpen aan ds bepalingen van
punt 1 t/m
100
en
Mandarijnen
ONderworpen aan de bepalingen van
daaronder begrepen clementines, wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten, in heel klein. stukjes
punt 1 t/m
xxxxx xxx
Pompelmoezen en
in
Sinaasappelen en citroenen in heel kleine stukjes
100
2008
Onderworpen aan de bepalingen van
punt 1 t/m
100
daaronder begrepen), clementines, wilkings en andere dergelijke kruisingen
van citrusvruchten, in heel kleine stukjes
en
Mandarijnen
76
Onderworpen aan do bepalingen van punt 1 t/m
Pompelmoezen en
andere dan
100
.
2400
79
Sinaasappelen en citroenen, in heel kleine stukjes
100
0. verlaging van het recht i. alleen van toepassing op .d behalve voor d. produkt.” van ds volgende codes 0207 22 0207 42 en 2204 21. overeenkomende met Verordening nr. 142 van 26 juni
GN-code
30
ex 30 91
2008 91
ox 30 81
30 99
30 99
Omschrijving
Partjes van pompelmoezen en van
Pompelmoezen en andere don partjes
Pulp van citrusvruchten
Citrusvruchten in heel kleine stukjes
100
100
100
100
buiten huidig. 111
40
40 71
60 71
70 71
92 74
79
99
60 99
60 92
. . 60 94
60 92
2008 94
92
92 69
92 72
92 74
92 76
92 79
Schijfjes peer, in olie gebakken schijfjes ⚫ btikoo.. in olie gebakken Schijfjes perzik, in olie gebakken
in
Mengsels van schijfjes fruit, in olie gebakken Mengsels “on ⚫ chiltj.0 fruit, In oli. gebakken Schijfjes olie gebakken
Abrikozen Andere
Gehalveerde abrikozen Abrikozenpulp
Vruchtenmengsels
100
100
100
100
100
260
20 Onderworpen aa n de bepalingen van Protocol enig artikel, punt 1 t / m
20 Onderworpen aa n de bepalingenvan Protocol 1. enig artikel, punt t /m
20 Onderworpen aan d. bepalingen van Protocol1t , enig artikel, punt 1 t /m
0
0
0. verlaging “on het recht is alleeen van toepassing op behalve voor ds produkten van de volgende codes 0207 22 0207 42 en 2204 21.
(2) overeenkomende met Verordening IEGI nr. 1359195. PB nr. L 142 van juni 1996.
Onverminderd ds regels “on ds interpretatie van de gecombineerde heeft de omschrijving “on do produkten slechts indicatieve waarde door de GN-code, in het kader von dat. bijlage, determinerend is voor het preferentieschema. Voor GN-code. zijn do on do omschrijving te determinerend voor het preferentieschema.
2009
2008
2009
19
waarvan in
pakken van 2 of minder, niet meer dan 22.400
20
20
2009 20
2009 20
2000
6 0
2204 21