OPRICHTING
1
dossiernummer WA/WA/85143.01
OPRICHTING
Stichting De GKB
CONCEPT
d.d. 13 juni 2024
Heden, [*], verscheen voor mij, xx. Xxxxx Xxxxxx Xxxx, notaris te 's-Gravenhage: [*], ten dezen handelend als [*schriftelijk gevolmachtigde] van:
[*], hierna te noemen: de "oprichter".
[VOLMACHT
./. Van voormelde volmacht blijkt uit onderhandse akte die aan deze akte wordt gehecht (bijlage).]
De comparant, handelend als vermeld, heeft verklaard dat:
− de oprichter een stichting wenst op te richten;
− [ *eventueel de beschrijving van gemeentelijke goedkeuringstrajecten in het kader van artikel 160 Gemeentewet ].
ter uitvoering van de hiervoor vermelde overwegingen de comparant, handelend als vermeld, hierbij een stichting op te richten met de volgende statuten:
STATUTEN
Naam en zetel. Artikel 1.
1.1. De stichting draagt de naam: Stichting De GKB.
1.2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Assen. Doel.
2.1. De stichting heeft ten doel:
a. het uitvoeren van diensten in relatie tot schuldhulpverlening voor gemeenten met wie de stichting een overeenkomst heeft gesloten ter zake de levering van schuldhulpverlening aan de inwoners van die gemeenten ("Gemeenten") en waarvoor die Gemeenten (wettelijke) verantwoordelijkheid dragen ("deelnemersovereenkomst");
2
b. het herstellen van een balans in financiën;
d. het verstrekken van informatie en advies op terrein van financiën;
f. het opzetten en uitvoeren schuldenregeling;
g. financiële begeleiding – budgetbeheer;
i. het (doen) verzorgen van beschermingsbewinden;
k. het leveren van schuldhulp aan ondernemers;
l. het leveren van flankerende hulp in het verlengde van bovenstaande punten.
2.4. De stichting zal er bij de uitoefening van haar werkzaamheden te allen tijde voor zorg dragen dat zij voldoet aan de voorwaarden die in het aanbestedingsrecht aan haar worden gesteld om opdrachten van de Gemeenten verleend te kunnen krijgen met gebruikmaking van de uitzondering op de plicht tot aanbesteding. Tot voormelde voorwaarden behoort in ieder geval de voorwaarde dat elk jaar meer dan tachtig procent (80%) van de omzet van de stichting wordt gegenereerd door middel van het uitvoeren van opdrachten die zijn verstrekt door leden van de Raad voor Publiek Belang, zoals bedoeld in artikel 2.24a Aanbestedingswet 2012.
2.5. Ingezetenen van andere gemeenten dan de Gemeenten, kunnen in de gelegenheid worden gesteld gebruik te maken van de diensten van de stichting, maar slechts indien de stichting met die gemeente schriftelijke overeenstemming heeft bereikt over voorwaarden daarvoor, inclusief de dekking van financiële risico’s, en zulks past binnen het vorige lid.
2.7. De stichting beoogt niet het maken van winst met het totaal van haar activiteiten die erop gericht zijn om haar doelstelling te verwezenlijken of te bevorderen.
Vermogen.
3
3.1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door:
a. inkomsten uit hoofde van de verlening van diensten aan de Gemeenten;
b. inkomsten uit andere activiteiten van de stichting;
3.2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.4 en 2.7 mag de stichting werkzaamheden verrichten en diensten verlenen tegen commerciële tarieven met het oogmerk hiermee een positief, niet bovenmatig, resultaat te behalen, ten behoeve van de langjarige verwezenlijking van haar doelstelling.
Bestuur: samenstelling, benoeming en defungeren. Artikel 4.
4.2. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
4.3. De Raad van Toezicht stelt een profielschets op voor de directeur/bestuurder, rekening houdend met de aard van de stichting, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid van de directeur/bestuurder. De Raad voor Publiek Belang stelt de profielschets vast. De profielschets wordt opgenomen in het jaarverslag van de stichting. Deze profielschets wordt periodiek geëvalueerd door de Raad van Toezicht, maar in ieder geval voorafgaand wanneer een vacature vervuld dient te worden.
4.6. De directeur/bestuurder defungeert voorts:
d. door zijn vrijwillig aftreden;
e. door het aanvaarden van een benoeming tot lid van de Raad van Toezicht;
4
f. door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet voorzien;
4.7. Een besluit tot schorsing dan wel ontslag als in artikel 4.5 en 4.6 onder letter g bedoeld, behoeft ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering van de Raad van Toezicht waarin ten minste twee derde van de stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is én kan pas worden genomen nadat de Raad voor Publiek Belang over het desbetreffende besluit gehoord is. Is in een vergadering van de Raad van Toezicht niet tenminste twee derde van de stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering, in welke tweede vergadering rechtsgeldig omtrent deze schorsing dan wel dit ontslag kan worden besloten met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen, mits in deze vergadering ten minste de helft van de stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit tot deze schorsing dan wel dit ontslag kan worden genomen in een vergadering waarin slechts de helft van de stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd behoeft te zijn.
4.8. In geval van ontstentenis of belet van de directeur/bestuurder, berust het bestuur van de stichting tijdelijk bij een of meer door de Raad van Toezicht - al dan niet uit zijn midden - aan te wijzen personen.
Bestuur: bezoldiging en bezoldigingsbeleid. Artikel 5.
5.1. De Raad van Toezicht stelt de bezoldiging en de verdere arbeidsvoorwaarden van de directeur/bestuurder vast. De vast te stellen bezoldiging en arbeidsvoorwaarden dienen (i) in een redelijke verhouding te staan tot de omvang van de organisatie van de stichting en de aard van haar werkzaamheden en (ii) te passen binnen de kaders van de Wet normering topinkomens en opvolgende regelingen, ook als deze wet en regelingen niet op de stichting van toepassing zijn alsmede (iii) te passen binnen de kaders voor de bezoldiging en arbeidsvoorwaarden die de Raad voor Publiek Belang daartoe heeft vastgesteld. De vergoedingen worden in de jaarrekening zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
5
directeur/bestuurder draagt er zorg voor dat er binnen de stichting een passende klokkenluidersregeling van toepassing is.
a. de beloningsstructuur;
b. de hoogte van de vaste bezoldiging;
c. de toe te kennen andere variabele beloningscomponenten;
d. eventuele pensioenrechten;
e. eventuele afvloeiingsregelingen;
f. de prestatiecriteria die als toetssteen worden toegepast.
Bestuur: taak en bevoegdheden. Artikel 6.
6
aanmerking komende belangen van de bij de stichting betrokken belanghebbenden af.
6.3. De directeur/bestuurder is verantwoordelijk voor het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de stichting en voor de financiering van de stichting. De directeur/bestuurder rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht kan ter zake de inhoud van de interne risicobeheersings- en controlesystemen zowel algemene als concrete aanwijzingen verstrekken. Die aanwijzingen kunnen zich uitstrekken over alle gebieden die voor de stichting van belang zijn. De directeur/bestuurder is gehouden de aanwijzingen van de Raad van Toezicht op te volgen, tenzij deze in strijd zijn met het belang van de stichting, in welk geval de directeur/bestuurder de Raad van Toezicht schriftelijk zulks mededeelt met daarbij een feitelijke en concrete onderbouwing van dat belang. De directeur/bestuurder en de Raad van Toezicht bespreken de risico's voorts jaarlijks met de Raad voor Publiek Belang.
6.4. De directeur/bestuurder is niet – dan na voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht – bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
6.5. Aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht in aanvulling op het bepaalde in artikel 6.4 ook onderworpen de besluiten van de directeur/bestuurder omtrent:
a. het aangaan, wijzigen of beëindigen van een deelnemersovereenkomst met een gemeente ter zake de levering van schuldhulpverlening aan de inwoners van die gemeente;
b. het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking van de stichting met andere rechtspersonen of vennootschappen indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de stichting;
c. gelijktijdige beëindiging of beëindiging binnen een kort tijdsbestek van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers, of van het verbreken van een overeenkomst met een aanmerkelijk aantal personen dat als zelfstandigen of als samenwerkingsverband werkzaam is voor de stichting;
d. het doen van aanmerkelijke uitgaven, die niet of niet volledig in de begroting als bedoeld in artikel 20.1 zijn opgenomen en een van tijd tot tijd daartoe door de Raad van Toezicht vast te stellen bedrag te boven gaan;
e. het aanstellen en ontslaan van personen met een salaris of andere beloning, waarvan het bruto bedrag - met inbegrip van de werkgeverslasten en alle emolumenten meer bedraagt dan een door de Raad van Toezicht vastgesteld en aan de directie meegedeeld bedrag;
f. het wijzigen van bankrelaties van de stichting en het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, anders dan bedoeld in de doelstelling van de stichting en waaronder niet is begrepen
7
het doen van opnamen ten laste van een aan de stichting verleend krediet dat door de Raad van Toezicht is goedgekeurd;
g. aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling.
6.6. Aan de goedkeuring van de Raad voor Publiek Belang zijn in ieder geval onderworpen de besluiten van de directeur/bestuurder omtrent:
a. tot inschrijving op een aanbesteding van een partij die geen lid is van de Raad voor Publiek Belang met een waarde die een daartoe door de Raad voor Publiek Belang van tijd tot tijd vast te stellen bedrag overstijgt;
b. tot het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 2.5 [ indien deze een waarde te boven gaat die daartoe van tijd tot tijd door de Raad voor Publiek Belang wordt vastgesteld en schriftelijk aan de directeur/bestuurder is medegedeeld ];
c. de vaststelling van het jaarplan als bedoeld in artikel 20.1;
d. de vaststelling van de strategie als bedoeld in artikel 20.5;
e. aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling.
6.7. Zowel de Raad van Toezicht als de Raad voor Publiek Belang zijn bevoegd andere besluiten van de directeur/bestuurder aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht respectievelijk de Raad voor Publiek Belang te onderwerpen. Deze besluiten dienen duidelijk te worden omschreven en schriftelijk aan de directeur/bestuurder te worden medegedeeld.
6.8. Het ontbreken van een goedkeuring als bedoeld in artikel 6.4 tot en met artikel 6.7 tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de directeur/bestuurder niet aan.
Bestuur: besluitvorming. Artikel 7.
7.2. De directeur/bestuurder neemt geen besluit indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting.
7.3. Wanneer op grond van het bepaalde in artikel 7.2 de directeur/bestuurder geen besluit kan nemen, wordt het besluit genomen door de Raad van Toezicht.
7.4. Bij reglement als bedoeld in artikel 22.1 kan het bepaalde in dit artikel 7 nader worden uitgewerkt.
Bestuur: vertegenwoordiging. Artikel 8.
8
Raad van Toezicht: samenstelling, benoeming en defungeren. Artikel 9.
9.2. De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Raad voor Publiek Belang met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.3. De Raad voor Publiek Belang stelt voor de Raad van Toezicht als geheel, en eventueel ook voor individuele posities binnen de Raad van Toezicht, een of meer profielschetsen op.
9.3. Elk college van burgemeester en wethouders van een gemeente die zitting heeft in de Raad voor Publiek Belang kan zelfstandig of tezamen met een of meer andere colleges van burgemeester en wethouders van gemeenten die zitting hebben in de Raad voor Publiek Belang een voordracht opstellen voor de benoeming van een lid van de Raad van Toezicht, welke voordracht moet passen binnen de in artikel
9.2 bedoelde profielschets(en).
9.5. Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor de tijd van ten hoogste vier (4) jaren en treden af volgens een door de Raad voor Publiek Belang vast te stellen rooster van aftreden; een volgens het rooster aftredend lid van de Raad van Toezicht is onmiddellijk doch ten hoogste eenmaal herbenoembaar.
9.6. De bezoldiging van leden van de Raad van Toezicht wordt vastgesteld door de Raad voor Publiek Belang op welke bezoldiging het bepaalde in artikel 5.1 van overeenkomstige toepassing is.
9
9.7. Een lid van de Raad van Toezicht kan door de Raad voor Publiek Belang worden geschorst of ontslagen. Een schorsing die niet binnen drie (3) maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. Een geschorst lid van de Raad van Toezicht telt niet mee voor het bepalen van enig quorum.
9.8. Een lid van de Raad van Toezicht defungeert voorts:
d. door zijn vrijwillig aftreden, al dan niet volgens het in artikel 9.5 bedoelde rooster;
e. door het aanvaarden van een benoeming tot directeur/bestuurder van de stichting of het aanvaarden van de benoeming als bedoeld in artikel 4.8 in geval van ontstentenis of belet van de directeur/bestuurder.
Raad van Toezicht: taakuitoefening. Artikel 10.
a. het toezicht houden op de uitvoering van de besluiten van het bestuur;
b. het toetsen van het functioneren van de stichting;
c. het goedkeuren van de besluiten als vermeld in artikel 6.5.
10
aanwijzing ontbreekt, is de Raad voor Publiek Belang gehouden tot een dergelijke aanwijzing.
Raad van Toezicht: vergaderingen, besluitvorming en tegenstrijdig belang. Artikel 11.
11.2. De oproeping voor de vergaderingen van de Raad van Toezicht geschiedt door de voorzitter van de Raad van Toezicht, dan wel namens deze door de secretaris op een termijn van tenminste zeven (7) dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Een lid van de Raad van Toezicht wordt opgeroepen door een langs elektronische weg toegezonden en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel bekend is gemaakt (daaronder in elk geval begrepen: per
e-mail), tenzij hij nadrukkelijk aan de Raad van Toezicht te kennen heeft gegeven oproepingen per post te willen ontvangen.
11.3. De vergaderingen van de Raad van Toezicht worden gehouden in Nederland, te bepalen door degene die de vergadering bijeenriep dan wel deed bijeenroepen.
11.4. Indien is gehandeld in strijd met het in artikel 11.2 en/ of artikel 11.3 bepaalde, kan de Raad van Toezicht niettemin rechtsgeldige besluiten nemen in het geval de vergadering voltallig is en geen van de stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht zich alsdan tegen besluitvorming verzet of –wanneer de vergadering niet voltallig is- indien de ter vergadering afwezige stemgerechtigde lid van de Raad van Toezicht voor het tijdstip van de vergadering schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten en ten minste de helft van de stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is.
11.5. Toegang tot de vergaderingen van de Raad van Toezicht hebben de leden van de Raad van Toezicht en degenen die daartoe door de voorzitter dan wel door een lid van de Raad van Toezicht, na raadpleging van de voorzitter, zijn uitgenodigd. Tenzij in deze statuten anders wordt bepaald, hebben geschorste leden van de Raad van Toezicht geen toegang tot de vergadering.
11
11.7. Ieder lid van de Raad van Toezicht alsmede ieder ander persoon als bedoeld in artikel 11.5 is bevoegd door middel van een elektronisch communicatiemiddel – daaronder begrepen doch niet beperkt tot telefoon- of videoconferentie- aan een vergadering deel te nemen, mits deze persoon via het elektronische communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en - indien van toepassing - kan deelnemen aan de beraadslaging en stemming. Deze persoon wordt alsdan geacht in deze vergadering aanwezig te zijn.
Raad van Toezicht: tegenstrijdig belang Artikel 12.
12.1. Een lid van de Raad van Toezicht neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting.
12.2. Wanneer op grond van artikel 12.1 geen enkel lid van de Raad van Toezicht aan de besluitvorming kan deelnemen, wordt het besluit genomen door de Raad voor Publiek Belang.
Raad van Toezicht: leiding van de vergaderingen Artikel 13.
Raad van Toezicht: besluitvorming in vergadering Artikel 14.
12
vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee (2) en niet later dan vier (4) weken na de eerste vergadering, in welke tweede vergadering ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht rechtsgeldig kan worden besloten omtrent de onderwerpen welke in de eerste vergadering op de agenda geplaatst doch waarover in die vergadering bij ontbreken van het quorum niet kon worden besloten.
Raad van Toezicht: notulen van de vergaderingen en besluitvorming buiten vergadering. Artikel 15.
15.1. Van het verhandelde in de vergaderingen van de Raad van Toezicht worden door de secretaris of door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon notulen opgesteld. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en worden ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering ondertekend.
15.2. Alle besluiten van de Raad van Toezicht kunnen ook op andere wijze dan in vergadering worden genomen, mits alle stemgerechtigde bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en zij allen schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen deze wijze van besluitvorming te verzetten. Een besluit is alsdan genomen zodra de vereiste meerderheid van alle stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht zich schriftelijk vóór het voorstel heeft verklaard. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt door de secretaris van de Raad van Toezicht een verslag opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering wordt ondertekend. Het aldus vastgestelde verslag wordt tezamen met de stukken als bedoeld in de eerste zin van dit lid bij de notulen van de vergaderingen van de Raad van Toezicht gevoegd.
15.3. Een kopie van de in artikel 15.1 en 15.2 bedoelde stukken worden aan ieder lid van de Raad van Toezicht en desgevraagd aan de Raad voor Publiek Belang ter beschikking gesteld.
Raad van Toezicht: reglement. Artikel 16.
Raad voor Publiek Belang: samenstelling, benoeming en defungeren.
13
17.2. Een lid van de Raad voor Publiek Belang wordt ter zake de rechten en verplichtingen die zijn verbonden aan het zijn van lid van de Raad voor Publiek Belang vertegenwoordigd door een door dat lid van tijd tot tijd aangewezen vertegenwoordiger.
17.3. Een lid van de Raad voor Publiek Belang houdt op lid van de Raad voor Publiek Belang te zijn:
a. per het moment dat deze geen partij meer is bij een deelnemersovereenkomst met de stichting;
c. doordat dat lid ophoudt te bestaan.
17.4. De directeur/bestuurder houdt een register waarin de namen en de adressen van alle leden van de Raad voor Publiek Belang zijn opgenomen, alsmede van de vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 17.2. Indien tevens een elektronisch adres bekend wordt gemaakt met als doel opneming in het register van leden van de Raad voor Publiek Belang, houdt deze bekendmaking tevens de instemming in om alle kennisgevingen en mededelingen alsmede oproepingen voor een vergadering langs elektronische weg toegezonden te krijgen.
17.6. Aan de Raad voor Publiek Belang komt onder meer het recht toe om:
a. de profielschets voor de directeur/bestuurder vast te stellen, als bedoeld in artikel 4.3;
c. voorafgaande goedkeuring te verlenen voor de besluiten van de directeur/bestuurder als bedoeld in artikel 6.6 en 6.7;
d. de profielschets voor (leden van) de Raad van Toezicht vast te stellen, als bedoeld in artikel 9.2;
e. een lid van de Raad van Toezicht te benoemen, te schorsen of te ontslaan als bedoeld in artikel 9.7;
f. het bijeenroepen van een gemeenschappelijke vergadering, zoals bedoeld in artikel 18.2;
h. voorafgaande goedkeuring te verlenen voor een besluit tot statutenwijziging, zoals bedoeld in artikel 23.1, alsmede het recht om zelf daartoe te besluiten;
14
i. voorafgaande goedkeuring te verlenen voor een besluit tot ontbinding, zoals bedoeld in artikel 24.1, alsmede het recht om zelf daartoe te besluiten.
17.8. De Raad voor Publiek Belang streeft ernaar om besluiten met consensus van alle leden te nemen. Indien geen consensus bereikt wordt, kan de Raad van Publiek Belang ook besluiten nemen met twee derde meerderheid van stemmen (behoudens het in artikel 17.9 bepaalde). Besluiten kunnen zowel worden genomen in vergadering, mits tenminste twee derde van de leden van de Raad voor Publiek Belang aanwezig of vertegenwoordigd is, als buiten vergadering door middel van een schriftelijk besluit van alle leden van de Raad voor Publiek Belang. Is in een vergadering minder dan twee derde van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee (2) en niet later dan vier (4) weken na de eerste vergadering, in welke tweede vergadering ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden rechtsgeldig kan worden besloten omtrent de onderwerpen welke in de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst doch waarover in die vergadering bij ontbreken van het quorum niet kon worden besloten. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen onafhankelijk van het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden.
17.9. Het besluit van de Raad voor Publiek Belang tot (i) statutenwijziging dan wel (ii) het verlenen van goedkeuring aan een voorgenomen besluit tot statutenwijziging van de Raad van Toezicht of de directeur/bestuurder, vereist een besluit van de Raad voor Publiek Belang dat binnen of buiten vergadering is genomen met unanimiteit van alle leden van de Raad voor Publiek Belang. Indien een voorstel tot (i) statutenwijziging dan wel (ii) het verlenen van goedkeuring aan een voorgenomen besluit tot statutenwijziging van de Raad van Toezicht of de directeur/bestuurder niet met unanimiteit van stemmen van alle leden van de Raad voor Publiek Belang wordt aangenomen omdat één lid / * leden van de Raad voor Publiek Belang niet voor dat voorstel heeft / hebben gestemd, kunnen de wel voor het desbetreffende voorstel stemmende leden van de Raad voor Publiek Belang gezamenlijk een tweede vergadering bijeen roepen, te houden niet eerder dan drie (3) en niet later dan zes (6) weken na de eerste vergadering. In die tweede vergadering kan een besluit als in de eerste volzin bedoeld worden genomen door de Raad voor Publiek Belang met een meerderheid van stemmen dat gelijk is aan het aantal leden van de Raad voor Publiek Belang minus één stem / * stemmen mits de Raad van Toezicht positief schriftelijk en met redenen omkleed heeft
15
geadviseerd om, na kennisname van de argumenten van de leden van de Raad voor Publieke Belang die zijn gewisseld in de eerste vergadering, in deze tweede vergadering het desbetreffende besluit alsnog te nemen.
Gemeenschappelijke vergadering van het bestuur en de Raad van Toezicht en de Raad voor Publiek Belang.
18.2. Tot de bijeenroeping van een gemeenschappelijke vergadering zijn de directeur/bestuurder, de Raad van Toezicht en de Raad voor Publiek Belang gelijkelijk bevoegd.
Commissies en werkgroepen. Artikel 19.
19.3. Al hetgeen commissies of werkgroepen betreft wordt bij reglement, op welk reglement het bepaalde in artikel 22 van toepassing is.
Jaarplan, meerjarenbeleidsplan en strategie. Artikel 20.
20.1. Jaarlijks stelt de directeur/bestuurder een ontwerp jaarplan voor het komende boekjaar op, na consultatie van de Raad van Toezicht.
Dit ontwerp jaarplan bevat tenminste:
c. een productencatalogus met tarieven alsmede
d. de strategie van de stichting.
Elk jaar wordt het ontwerp voor het jaarplan van het daaropvolgende jaar uiterlijk op een mei voorgelegd aan de Raad voor Publiek Belang. Binnen twee (2) maanden na ontvangst van het ontwerp jaarplan, bespreekt de Raad voor Publiek belang het ontwerp jaarplan met de directeur/ bestuurder en de Raad van Toezicht en zal tevens de uitvoering van het jaarplan voor het lopende boekjaar worden geëvalueerd alsmede de wijze waarop aan het bepaalde in artikel 2.4 wordt voldaan. Na deze vergadering zal de directeur/bestuurder het jaarplan vaststellen
16
overeenkomstig het al dan niet naar aanleiding van het overleg met de Raad voor Publiek belang en de raad van Toezicht door de directeur/ bestuurder aangepaste ontwerp, mits de directeur/bestuurder daarvoor de voorafgaande goedkeuring van de Raad voor Publiek Belang heeft verkregen. Het jaarplan wordt onverwijld na de vaststelling daarvan gezonden aan de Raad voor Publiek Belang.
20.3. De directeur/bestuurder zal zoveel mogelijk overeenkomstig het vigerende jaarplan handelen.
20.4. In aanvulling op het in artikel 20.1 bepaalde, zal de directeur/bestuurder een meerjarenbeleidsplan en bijbehorende begroting opstellen indien de Raad van Toezicht en/of de Raad voor Publiek Belang dat wenselijk acht, waarop het bepaalde in de een na laatste volzin van artikel 20.1 van overeenkomstige toepassing is.
20.5. De Raad van Toezicht draagt er met de directeur/bestuurder zorg voor dat de strategie van de stichting, ten behoeve van het in artikel 2 bepaalde, van tijd tot tijd zal worden geactualiseerd. Elke actualisatie van de strategie vereist de voorafgaande goedkeuring van de Raad voor Publiek Belang.
Boekjaar en jaarstukken. Artikel 21.
21.1. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
Uit de administratie dient tevens duidelijk te blijken:
c. de aard en omvang van de inkomsten van de stichting, en
d. de aard en omvang van het vermogen van de stichting.
17
onderzoeken door een door de Raad van Toezicht aangewezen registeraccountant of een accountant-administratieconsulent in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de Raad van Toezicht en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de in de vorige volzin bedoelde stukken. Hij brengt zijn verslag ter kennis van de directeur/bestuurder. De Raad van Toezicht zendt bedoelde stukken tevens ter informatie aan de Raad voor Publiek Belang.
Reglementen. Artikel 22.
22.1. De directeur/bestuurder is bevoegd reglementen, waarin nadere regels worden gegeven over het functioneren van de stichting, alsmede haar bestuur en organisatie, vast te stellen, te wijzigen of op te heffen, eventueel na door deze statuten voorgeschreven goedkeuring daartoe van een ander orgaan, voor zover ter zake een specifiek reglement die bevoegdheid in deze statuten niet aan een ander orgaan is toegekend.
22.2. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van reglementen is het bepaalde in artikel 23.2 en artikel 26.3 van overeenkomstige toepassing.
Statutenwijziging. Artikel 23.
23.1. De Raad van Toezicht, de directeur/bestuurder en de Raad voor Publiek Belang zijn, elk afzonderlijk, bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit van de directeur/bestuurder tot statutenwijziging is onderworpen aan de schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht en de Raad voor Publiek Belang. Het besluit van de Raad van Toezicht tot statutenwijziging is onderworpen aan de schriftelijke goedkeuring van de Raad voor Publiek Belang.
23.2. Een besluit tot statutenwijziging van de Raad van Toezicht behoeft een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee derde van de stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is. Is in een vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is voormeld quorum niet aanwezig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee (2) en niet later dan vier (4) weken na de eerste vergadering, in welke tweede vergadering rechtsgeldig kan worden besloten met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen, mits in deze vergadering ten minste de helft van de stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden
18
vermeld dat en waarom een besluit tot statutenwijziging kan worden genomen in een vergadering waarin slechts de helft van de stemgerechtigde leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd behoeft te zijn. Het bepaalde in artikel 16.4, tweede volzin van deze statuten is op een besluit tot statutenwijziging niet van toepassing.
23.3. Het in artikel 23.2 bepaalde geldt in gelijke zin ten aanzien van een besluit tot statutenwijziging dat wordt genomen door de Raad voor Publiek Belang.
Ontbinding en vereffening. Artikel 24.
24.1. De Raad van Toezicht, de directeur/bestuurder en de Raad voor Publiek Belang zijn, elk afzonderlijk, bevoegd de stichting te ontbinden. Het besluit van de directeur/bestuurder tot ontbinding is onderworpen aan de schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht en de Raad voor Publiek Belang. Het besluit van de Raad van Toezicht tot ontbinding is onderworpen aan de schriftelijke goedkeuring van de Raad voor Publiek Belang.
24.2. Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in artikel 23.2 en artikel 23.3 van overeenkomstige toepassing.
19
stichting heeft opgehouden te bestaan onder berusting van de in het ontbindingsbesluit aangewezen bewaarder. Deze persoon is gehouden binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht zijn aanwijzing alsook zijn naam en adres ter inschrijving op te geven aan het handelsregister.
Schriftelijke communicatiemiddelen. Artikel 25.
Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan: per post, per e-mail of via enig ander gangbaar communicatiemiddel waarmee het mogelijk is tekst over te brengen.
Slotbepaling. Artikel 26.
26.3. Dit artikel 26 inclusief het opschrift vervalt na afloop van het eerste boekjaar. EINDE STATUTEN.
Slotverklaringen.
Ten slotte heeft de comparant, handelend als vermeld, verklaard dat:
a. bij deze oprichting wordt benoemd tot directeur/bestuurder van de stichting: [*]], wonende te [*], geboren te [*] op [*];
b. het aantal leden van de Raad van Toezicht wordt vastgesteld op [*] en dat bij deze oprichting worden benoemd tot lid van de Raad van Toezicht van de stichting:
i. [*], wonende te [*], geboren te [*] op [*];
ii. [ *enzovoorts ];
c. het eerste adres van de stichting is: [*].
Bijlagen
Aan deze akte zijn [*] bijlagen gehecht.
Slot akte
Deze akte is in minuut opgemaakt en verleden te 's-Gravenhage op de datum vermeld in de aanhef van de akte.
De inhoud van deze akte is door mij, notaris, zakelijk aan de verschenen persoon meegedeeld en toegelicht. Vervolgens heb ik, notaris, de verschenen persoon gewezen op de gevolgen die uit de inhoud van de akte voortvloeien. De verschenen persoon heeft ten slotte verklaard tijdig van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen, met de inhoud van deze akte in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
Deze akte is na beperkte voorlezing onmiddellijk door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.