HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE
HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE
HAAGSE BOND VAN AMATEURTUINDERSVERENIGINGEN
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.
1. Als lid van de Haagse Bond van Amateurtuindersverenigingen, hierna te noemen de Haagse Bond, kan worden toegelaten iedere tuindersvereniging, die voldoet aan het gestelde in artikel 3 lid 1 van de statuten.
2. De aanmelding voor het lidmaatschap dient te geschieden bij het secretariaat van de Haagse Bond. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden conform artikel 4 van de statuten.
1. Het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld, aangevuld en/of gewijzigd door de Algemene Vergadering.
2. Aanvullingen en/of wijzigingen treden niet in werking, alvorens zij aan alle leden zijn toegezonden.
3. Ieder lid, erelid, lid van verdienste of kandidaat-lid wordt geacht de bepalingen van de statuten, reglementen, besluiten van de Algemene Vergadering en openbaar bekend gemaakte bestuursbesluiten te kennen en na te leven.
4. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de statuten, noch met wettelijke bepalingen.
5. In alle gevallen, waarin niet is voorzien in statuten en huishoudelijk reglement neemt het bestuur, de nodige besluiten. Deze besluiten zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Algemene Vergadering.
Artikel 3.
1. Het bestuur verlangt van de toetredende vereniging de volgende gegevens:
a. Goedgekeurde notulen of een goedgekeurd uittreksel van de notulen van de Algemene Vergadering, waarin werd besloten tot de Haagse Bond toe te treden en waarin is opgenomen de uitslag van de stemming over het voorstel tot toetreding;
b. een exemplaar van de statuten en het huishoudelijk reglement;
c. volledige naam en plaats van vestiging;
d. oprichtingsdatum;
e. rechtsvorm;
f. aantal geregistreerde leden;
g. oppervlakte tuincomplex, netto en bruto;
h. aantal tuinen;
i. grondhuur per vierkante meter;
j. is er sprake van een permanent of een tijdelijk complex;
k. is de grond in huur, in erfpacht, in eigendom of anderszins;
l. de grond eigendom van de gemeente, particulier of anderszins;
m. de samenstelling van het bestuur onder opgave van volledige personalia;
n. is het complex al of niet toegankelijk voor het publiek;
o een uittreksel waaruit blijkt dat de vereniging is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van de Koophandel en Fabrieken te Den Haag.
2. Het toetredend lid is met ingang van het jaar, volgend op het jaar van toetreding, de jaarcontributie verschuldigd.
ERELEDEN EN LEDEN VAN VERDIENSTE.
Artikel 4.
Ereleden en leden van verdienste hebben toegang tot de jaarlijkse Algemene Vergadering. Deze leden hebben geen stemrecht.
Beroepsprocedure bij het niet toelaten van het lid. Artikel 5.
1. Het bestuur is verplicht de Algemene Vergadering te informeren omtrent de gevallen van weigering tot aanvaarding als lid.
2. Het bestuur is voorts verplicht de vereniging waarvan het lidmaatschap niet is aanvaard, overeenkomstig artikel 4 lid 2 van de statuten, daarvan vóór de Algemene Vergadering schriftelijk met redenen omkleed in kennis te stellen, onder vermelding dat de genomen beslissing op de eerstvolgende Algemene Vergadering ter discussie zal worden gesteld.
3. Het bestuur van de betrokken vereniging zal in de geledenheid worden gesteld op deze vergadering haar standpunt uiteen te zetten en te bepleiten.
4. De Algemene Vergadering beslist of de betrokken vereniging als lid alsnog zal worden aanvaard.
Opzegging lidmaatschap door het lid.
Artikel 6.
De aangesloten vereniging die haar lidmaatschap wenst te beëindigen, dient in de convocatie als bedoeld in artikel 6 lid 2 van de statuten de redenen van de opzegging te vermelden.
Procedure opzegging door de Haagse Bond. Artikel 7.
1. De opzegging door het bestuur volgens artikel 6 lid 3 van de statuten geschiedt per aangetekende brief – met ontvangstbevestiging - en dient met redenen omkleed te worden.
2. Op de eerstvolgende Algemene Vergadering van de bond dient de opzegging dient te worden bekrachtigd.
Ontzetting uit het lidmaatschap. Artikel 8.
1. Ingeval van ontzetting van een aangesloten vereniging zal de procedure worden gevolgd conform het gestelde
in artikel 6 lid 6 en 7 van de statuten.
2. Het betrokken lid zal in de gelegenheid worden gesteld op de Algemene Vergadering, waarin de betreffende ontzetting op de agenda staat, haar standpunt uiteen te zetten en te bepleiten.
3. Indien de Algemene Vergadering besluit tot verwerping van de ontzetting wordt hierdoor tevens de schorsing onmiddellijk opgeheven en wordt het lid volledig in zijn rechten hersteld.
Het desbetreffende besluit behoeft een volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
4. Het besluit van de Algemene Vergadering tot verwerping van het beroep of het ongedaan maken van de ontzetting uit het lidmaatschap moet binnen tien dagen per aangetekende brief met ontvangstbevestiging ter kennis van het betrokken lid worden gebracht.
Beëindiging lidmaatschap. Artikel 9.
Indien het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft de contributie voor het gehele lopende boekjaar
verschuldigd.
VERENIGINGSLEDEN.
Artikel 10.
1. De statuten en huishoudelijke reglementen van de aangesloten leden (verenigingen) behoeven overeenkomstig het gestelde in artikel 4, lid 4a van de statuten, de instemming van het bestuur.
2. In deze statuten en huishoudelijke reglementen dient bepaald te zijn dat:
a. een verenigingslid diegene is, die een tuin in gebruik heeft bij een aangesloten tuindersvereniging;
b. een verenigingskandidaat-lid diegene is, die op de Centrale Wachtlijst staat in afwachting van het lidmaatschap;
c. de rechten en plichten van de leden geregeld dienen te zijn, zoals het openbaar maken van een lijst van verenigingskandidaat-leden, de verkiezing van het bestuur uit en door de verenigingsleden. Tevens dient de organisatorische- en financiële verhouding met de Haagse Bond te zijn geregeld;
d. bepaald dient te zijn, dat de overdracht van een tuin en de eventuele opstallen, geschiedt door het bestuur van de tuindersvereniging aan een door het bestuur aan te wijzen gegadigde.
Artikel 11.
1. De aangesloten tuindersverenigingen zenden voor één februari van elk kalenderjaar, naar de toestand van één januari van dat jaar aan het secretariaat van de Haagse Bond een alfabetische lijst van hun leden met de benodigde personalia;
2. Van alle mutaties dienen de aangesloten verenigingen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen veertien dagen, een opgave aan het secretariaat van de Haagse Bond en zonodig aan de Algemene Vereniging van Volkstuinders in Nederland (AVVN) te zenden.
3. Jaarverslagen, begrotingen en financiële verslagen dienen, na goedkeuring van de Algemene Vergaderingen van de diverse verenigingen, naar de Haagse Bond te worden toegezonden.
Artikel 12.
De besturen van de aangesloten tuindersverenigingen zullen zich in alle aangelegenheden, waarbij tevens de belangen van de Haagse Bond betrokken zijn, tijdig in verbinding te stellen met het bestuur van de Haagse Bond.
Artikel 13.
1. De Haagse Bond kan als huurder van grond deze slechts in gebruik geven aan zijn leden onder dezelfde voorwaarden als de Haagse Bond deze grond zelf in huur heeft verkregen.
2. Met het betrokken lid kan een huurovereenkomst worden afgesloten. In deze overeenkomst zullen dan de rechten en plichten worden geregeld, zoals duur van de huurovereenkomst, de betalingen, de huurpenningen en inrichting complex.
3. In deze overeenkomst dient tevens een ontbindende voorwaarde te worden opgenomen, dat bij beëindiging van het lidmaatschap de huurovereenkomst vervalt.
GELDMIDDELEN.
Artikel 14.
1. De contributie wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering. De leden dragen er zorg voor dat de betaling van de contributie in twee termijnen wordt overgemaakt, welke termijnen vervallen vóór of op vijftien februari en vijftien juli van elk kalenderjaar.
2. Bij beëindiging van het lidmaatschap in de loop van een boekjaar blijft de contributie voor het gehele lopende boekjaar verschuldigd.
COMMISSIE VAN ONDERZOEK.
Artikel 15.
1. De leden van de Commissie van Onderzoek worden gekozen voor de tijd van één jaar en zijn onmiddellijk herkiesbaar.
2. De commissie heeft het recht te allen tijde inzage te verlangen van de boeken en bescheiden van de penningmeester en inlichtingen in te winnen omtrent het financiële- en economische beheer en beleid van de Haagse Bond.
3. Na overleg met het bestuur kan de commissie zich door een deskundige laten bijstaan.
HET BESTUUR.
Taken en bevoegdheden van het bestuur. Artikel 16.
1. Overeenkomstig artikel 10 lid 1 van de statuten is het bestuur belast met de uitwerking van het door de Algemene Vergadering vastgestelde beleid en de uitvoering daarvan.
2. Het bestuur draagt zorg voor de handhaving van de statuten en het huishoudelijk reglement en de uitvoering van genomen besluiten. Het bestuur kan, op grond van artikel 10 lid 7 van de statuten, de door haar nodig geachte commissies instellen. Het bestuur benoemt en ontslaat de leden van de door haar ingestelde commissies. Het bestuur oefent, behoudens ten aanzien van de Commissie van Onderzoek, controle uit op alle aangestelde commissies en kan na overleg, hun besluiten wijzigen, schorsen of teniet doen.
3. Het bestuur organiseert de specifieke activiteiten van de Haagse Bond, voert het beheer over alle eigendommen en draagt zorg voor de instandhouding en het onderhoud ervan.
4. Alle uitgaven en aan te gane verplichtingen dienen gedekt te zijn door hetzij afzonderlijke besluiten van de Algemene Vergadering, hetzij door de in de Algemene Vergadering aangenomen begroting en/of reservering, zoals vastgelegd in artikel 10 lid 8 van de statuten.
5. Behoudens de in artikel 10 lid 8, 2e alinea van de statuten bedoelde gevallen worden alle voor de vereniging bindende bescheiden, na goedkeuring door het bestuur, door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
6. De bescheiden voor het aangaan van de in artikel 10 lid 8, 2e alinea van de statuten bedoelde verplichtingen dienen ondertekend te worden door alle bestuursleden.
7. Het aangaan van alle verplichtingen dient te geschieden door de voorzitter tezamen met de secretaris en/of de penningmeester, na verkregen goedkeuring van het bestuur.
Verkiezingsprocedure bestuursleden. Artikel 17.
1. Elke aangesloten vereniging, alsmede het bestuur heeft het recht voor elke vacature een kandidaat te stellen, welke kandidaatstelling uiterlijk twee weken voor de Algemene Vergadering, waarin de verkiezing zal plaatsvinden, bij het secretariaat van de Haagse Bond schriftelijk dient te zijn ingediend.
2. De kandidaatstelling dient te bevatten de benodigde personalia van de kandidaat, alsmede de motivatie waarom. De kandidaatstelling behoort ondertekend te zijn door de voorsteller(s).
3. De kandidaatstelling dient vergezeld te gaan van een schriftelijke verklaring van de desbetreffende kandidaat dat hij/zij:
a. de kandidatuur en eventuele benoeming aanvaardt;
b. voldoet aan de eisen omtrent de verkiesbaarheid, zoals die in de statuten gesteld zijn.
4. Bestuurders worden benoemd voor de duur van drie jaar. Elk jaar treedt een bepaald gedeelte af volgens een door het bestuur op te stellen rooster, zoals geregeld in artikel 10 lid 11 van de statuten. Bij periodiek aftreden zijn de bestuurders direct herkiesbaar.
5. Bij tussentijdse vacatures kan het bestuur tot de eerstvolgende Algemene Vergadering een waarnemer aanwijzen.
6. De definitieve benoeming van de aspirant bestuurders geschiedt in de eerstvolgende Algemene Vergadering op voorstel van het bestuur.
7. Om tot lid van het bestuur verkiesbaar te zijn, moet men wettelijk meerderjarig zijn en volledige handelingsbevoegdheid bezitten.
8. Het bestuur benoemt uit haar midden plaatsvervangers voor de in functie gekozen bestuursleden.
Bestuursvergaderingen. Artikel 18.
1. De bestuursvergaderingen worden geleid door de voorzitter of bij diens afwezigheid door de 2e voorzitter.
2. De oproep voor een vergadering dient tenminste vier dagen vóór de datum van de vergadering in het bezit van de bestuursleden te zijn.
3. De bestuursleden zijn te allen tijde verplicht de voorzitter alle inlichtingen omtrent de met hun functie in verband staande zaken te verstrekken en inzage van hun bescheiden te geven.
4. Bestuursvergaderingen worden belegd door de voorzitter, zo dikwijls hij dat nodig acht, met inachtneming van artikel 10 lid 3 van de statuten. De bestuursleden zijn verplicht in iedere bestuursvergadering alle inlichtingen omtrent de met hun functie verband houdende zaken te verstrekken.
5. Op voorstel van tenminste twee bestuurders wordt onder opgave van één of meer te behandelen punten binnen een redelijke termijn doch uiterlijk binnen 21 dagen een bestuursvergadering uitgeschreven.
6. Besluiten van het bestuur worden conform het gestelde in artikel 10 lid 2 van de statuten, bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staken van stemmen wordt het voorstel in een volgende vergadering nogmaals behandeld. Staken de stemmen in deze vergadering wederom. dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
7. Er wordt mondeling gestemd, tenzij een bestuurslid een andere methode wenselijk acht.
8. Van alle vergaderingen worden door een daartoe aangewezen bestuurslid notulen gehouden.
De voorzitter. Artikel 19.
1. De voorzitter is belast met de algemene leiding van de Haagse Bond van Amateurtuindersverenigingen en het voorbereiden van het beleid. Hij/zij leidt alle vergaderingen en is woordvoerder namens de Haagse Bond en representeert de Haagse Bond naar buiten.
2. Hij/zij houdt toezicht op de naleving van de statuten en het huishoudelijk reglement en geeft leiding aan het bestuur.
3. Hij/zij draagt zorg voor de uitvoering van de besluiten, die door de diverse organen zijn genomen.
4. Alle voor de Haagse Xxxx bindende stukken worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
5. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze in eerste instantie vervangen door de 2e voorzitter.
De 2e voorzitter.
Artikel 20.
De 2e voorzitter assisteert de voorzitter met de uitoefening van de in artikel 19 van het huishoudelijk reglement genoemde taken en vervangt hem in voorkomende gevallen.
De secretaris. Artikel 21.
1. De secretaris is verantwoordelijk voor:
a. de correspondentie van de bond en de archivering daarvan;
b. het informeren van het bestuur omtrent de correspondentie;
c. het beheer van het archief;
d. de zorg voor de centrale ledenadministratie;
e. de schriftelijke voorbereiding van de bestuurs- en Algemene Vergaderingen en/of overlegstructuren (convocaties, presentielijsten en dergelijke) en de verslaglegging daarvan;
f. het opstellen van het jaarverslag van de Haagse Bond;
g. het tijdig op de hoogte stellen van en inzage verschaffen aan het bestuur omtrent alle ingekomen informatie.
2. Hij voert de algemene leiding over het kantoor.
De penningmeester. Artikel 22.
1. De penningmeester is verantwoordelijk voor:
a. het beheer en de bewaking van de geldmiddelen en verdere eigendommen van de Haagse Bond;
b. het voorbereiden van de jaarlijkse begroting, alsmede de toelichting daarop;
c. het opstellen van nota’s inzake de jaarlijkse bijdragen en andere te vorderen bedragen, alsmede het tijdig innen daarvan;
d. het zorgdragen voor de tijdige betaling van ingekomen rekeningen en declaraties, nadat hij/zij heeft vastgesteld dat:
- de uitgaaf/verplichting is opgenomen in de door de Algemene Vergadering vastgestelde begroting.
- niet op de begroting/reservering voorkomende uitgaven hoger dan € 2.000,-- moeten vooraf door de Algemene Vergadering worden goedgekeurd;
- de voorzitter of bij diens afwezigheid de 2e voorzitter, de betreffende verplichting/aankoop met zijn/haar paraaf op de bestelbon/rekening heeft gefiatteerd;
- diegene, die de goederen in ontvangst heeft genomen, voor de goede ontvangst heeft getekend;
- de in rekening gebrachte prijzen en de berekening van het totaalbedrag juist zijn;
e. het voeren van een overzichtelijke boekhouding, die qua indeling aansluit bij de begroting en de jaarrekening en die wekelijks wordt bijgewerkt;
f. het opstellen van de jaarlijkse rekening van baten en lasten en de balans, alsmede een toelichting daarop;
g. het verschaffen van xxxxxx in de boekhouding en alle daarop betrekking hebbende bescheiden aan het bestuur en de Commissie van Onderzoek;
h. het adviseren inzake financiële aspecten van het bestuursbeleid en het beheer van de vereniging.
2. In overleg met de overige bestuurders draagt de penningmeester zorg voor een risicomijdende belegging van alle geldmiddelen. Aan geldmiddelen en andere activa mag geen andere bestemming worden gegeven dan ter bevordering van de doelstelling.
3. Voor de opneming van belegde gelden door de penningmeester is de medewerking van de voorzitter of secretaris vereist.
Overige bestuurders. Artikel 23.
1. De secretaris en de penningmeester kunnen met instemming van de overige bestuurders een deel van hun werkzaamheden overdragen aan een andere bestuurder.
2. Conform het gestelde in artikel 17 lid 8 van dit reglement staat dit bestuurslid de in functie benoemde bestuurder bij zo dikwijls als dat nodig is, stellen zich regelmatig op de hoogte van de lopende gang van zaken, zodat bij ontstentenis van een benoemde functionaris deze terstond kan worden vervangen.
3. Eén van de bestuursleden kan worden belast met “public relations”-aangelegenheden.
Procedure schorsen en ontslag bestuurder. Artikel 24.
1. Een bestuurder kan worden geschorst overeenkomstig artikel 10 lid 12 van de statuten. Alvorens de schorsing van een bestuurder door het bestuur kan worden uitgesproken, dient de desbetreffende bestuurder schriftelijk met redenen omkleed in gebreke te worden gesteld. De bestuurder heeft tot drie weken na de ingebrekestelling de gelegenheid om de onregelmatigheden, indien mogelijk, te herstellen.
2. Indien de onregelmatigheden onherstelbaar zijn of na deze termijn niet zijn hersteld, dient de desbetreffende bestuurder zowel aangetekend met ontvangstbevestiging als per gewone post te worden medegedeeld, dat hij/zij op de eerstvolgende bestuursvergadering voor schorsing zal worden voorgedragen. Deze vergadering zal worden gehouden uiterlijk in de maand volgend op die, waarin voornoemde mededeling werd verzonden. Tevens zal hem/haar worden medegedeeld, dat hij/zij bij de behandeling van het desbetreffende agendapunt in de gelegenheid zal worden gesteld zich te verweren.
3. Schorsing kan slechts worden uitgesproken door het bestuur indien aan alle voorwaarden is voldaan en mits de schorsing wordt uitgesproken met een meerderheid van tenminste twee/derde deel van de uitgebrachte stemmen.
4. Wordt door het bestuur de schorsing uitgesproken dan wordt tevens het besluit genomen het geschorste bestuurslid op de eerstvolgende Algemene Vergadering voor te dragen voor ontslag.
5. Het geschorste bestuurslid is verplicht de in zijn/haar bezit zijnde administratieve bescheiden en verdere eigendommen van de Haagse Bond binnen veertien dagen over te dragen aan een door het bestuur aangewezen bestuurslid, welk bestuurslid zorg draagt voor de uitvoering van deze verplichtingen.
VERGADERINGEN.
Artikel 25.
De vergaderingen worden onderscheiden in:
a. Algemene Vergadering;
b. Buitengewone Algemene Vergadering;
c. bestuursvergadering;
d. commissievergadering.
Algemene Vergadering. Artikel 26.
De voorbereiding van een Algemene Vergadering geschiedt aan de hand van het volgende schema:
a. Tenminste acht weken vóór de Algemene Vergadering indienen van voorstellen van het bestuur en/of aangesloten verenigingen. De voorstellen worden dan, zonodig met pré advies van het bestuur, opgenomen in de beschrijvingsbrief;
b. tenminste vier weken vóór de vergaderdatum, toezending van de beschrijvingsbrief aan de secretariaten van de aangesloten verenigingen;
c. tenminste twee weken voor de vergaderdatum, indienen van amendementen;
x. xxxxxxxxx tien dagen vóór de vergaderdatum, doorzenden van amendementen naar de secretariaten van de aangesloten verenigingen.
Artikel 27.
1. De voorzitter schorst of verdaagt zonodig de vergadering.
2. In een Algemene Vergadering voert een afgevaardigde van een lid alleen het woord wanneer de voorzitter het hem/haar heeft verleend.
3. Indien een lid het woord is verleend dient hij/zij zich te houden aan het onderwerp van beraadslaging. Wijkt hij/zij hiervan af dan kan de voorzitter hem het woord ontnemen.
4. De voorzitter verleent in beginsel aan niemand meer dan tweemaal het woord over eenzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter anders besluit.
5. De voorzitter kan een maximale spreektijd per spreker vaststellen.
6. Maakt een lid zich bij herhaling schuldig aan verstoring van de orde tijdens een Algemene Vergadering, dan kan het bestuur bij monde van de voorzitter besluiten hem de verdere aanwezigheid op de Algemene Vergadering te ontzeggen.
7. Tijdens de beraadslaging kan via een namens een lid ingediende motie van orde worden besloten het desbetreffend onderwerp zonder verdere bespreking in stemming te brengen. Moties van orde worden tijdens de discussies ingediend. Een motie van orde wordt onmiddellijk in stemming gebracht.
8. De schriftelijke stemming heeft plaats door middel van gewaarmerkte en te sluiten briefjes. Ondertekende, onjuist of onleesbaar ingevulde stembriefjes zijn ongeldig.
9. Bij een schriftelijke stemming wijst de voorzitter met goedkeuring van de Algemene Vergadering drie afgevaardigde aan – dit mogen geen bestuurders zijn – die gezamenlijk als stemcommissie optreden.
10. De voorzitter benoemt één van de leden van de stemcommissie tot voorzitter van de stemcommissie. De stemcommissie onderzoekt of het aantal stembriefjes gelijk is aan dat van de aanwezige stemgerechtigde leden. De voorzitter van de stemcommissie maakt na het tellen der stemmen de uitslag bekend aan de secretaris.
11. Bij de rondvraag wordt de afgevaardigden van de leden, kandidaat-leden, ereleden en/of andere belangstellenden de gelegenheid geboden vragen te stellen over onderwerpen die niet als afzonderlijk punt van bespreking op de agenda voorkomen.
Artikel 28.
Door de secretaris wordt bij de aanvang van de vergadering appèl gehouden. Hij/zij meldt daarbij tevens het door het lid uit te brengen totaal aantal stemmen.
Artikel 29.
Alle stemmingen geschieden volgens artikel 15 van de statuten. Commissievergaderingen.
Artikel 30.
1. Commissievergaderingen worden gehouden zo dikwijls als nodig wordt geacht voor een goed functioneren van de commissie. In eerste instantie schrijft de secretaris van de commissie de vergaderingen uit.
2. Er wordt mondeling gestemd.
3. Ieder lid heeft één stem.
4. Alle besluiten dienen te worden genomen bij meerderheid van stemmen.
COMMISSIES
Algemeen.
Artikel 31.
1. Het bestuur kan vaste commissies instellen ter behartiging van bijzondere belangen. De werkzaamheden van de vaste commissies worden geregeld in overleg met en onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
2. De vaste commissies brengen direct na afloop van het verenigingsjaar aan het bestuur verslag uit van haar werkzaamheden.
3. Door het bestuur en door de Algemene Vergadering kunnen tijdelijk commissies worden ingesteld. Zij krijgen een duidelijk omschreven opdracht.
4. De tijdelijke commissies brengen op de daarvoor vastgestelde tijd verslag uit aan hun opdrachtgever.
5. De penningmeester heeft het financiële beheer over alle ingestelde commissies.
Soorten commissies. Artikel 32.
1. Het bestuur dient conform artikel 10 lid 7 van de statuten de volgende commissies in te stellen:
a. Bonds-taxatiecommissie;
b. commissie van onderzoek;
c. commissie van advies.
2. De Haagse Bond kan naast de in lid 1 genoemde commissies onder andere de volgende commissies hebben:
a. commissie zelfwerkzaamheid;
b. ;
c. ;
Taken commissies.
Artikel 33.
1. Bondstaxatie Commissie (BTC):
a. de BTC bestaat uit minimaal drie leden waarvan één lid deel uit maakt van het bestuur van de Haagse Bond. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter;
b. de commissie is belast met:
- het uitbrengen van een bindend advies bij geschillen over de waardebepaling van over te dragen tuinen tussen het bestuur van een aangesloten vereniging en de verkoper van de desbetreffende tuin dan wel de aspirant koper;
- het uitbrengen van niet-bindende adviezen aan het bestuur van de Haagse Bond en/of de besturen van de aangesloten verenigingen over zaken welke verband houden met de waardebepaling van opstallen en andere roerende zaken.
c. de commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend;
d. de commissie komt zo dikwijls bijeen als wenselijk wordt geacht. Dit gebeurt op verzoek van een commissielid en/of de voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor de bijeenroeping;
e. de commissieleden worden voor drie jaar gekozen, doch zijn terstond herkiesbaar;
2. Commissie van Onderzoek:
De bevoegdheden en de wijze van samenstelling van de Commissie van Onderzoek is geregeld in artikel 17 van de statuten.
3. Commissie van Advies:
a. de Commissie van Advies bestaat uit minimaal drie leden waarvan één lid deel uitmaakt van het bestuur van de Haagse Bond. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter;
b. de commissie is belast met:
- de concipiëring van statuten en reglementen;
- de concipiëring van juridische contracten en/of overeenkomsten;
- het verstrekken van vrijblijvende adviezen bij problemen en/of geschillen;
c. de commissie verleent haar diensten aan het bestuur van de Haagse Bond, alsmede aan de besturen en leden van alle aangesloten verenigingen;
d. de door de commissie verstrekte adviezen zijn vrijblijvend, tenzij door alle partijen het advies van de commissie als bindend wordt geaccepteerd;
e. de commissie beslist bij meerderheid van stemmen;
f. de commissie komt zo dikwijls bijeen als wenselijk wordt geacht; dit gebeurt op verzoek van een commissielid en/of de voorzitter. De voorzitter zorgt voor de bijeenroeping;
g. de commissieleden wordt voor drie jaar gekozen, doch zijn terstond herkiesbaar;
h. conform het gestelde in artikel 31 lid 2 van dit huishoudelijk reglement brengt de commissie jaarlijks verslag uit van haar werkzaamheden.
KOSTENVERGOEDINGEN.
Algemeen
Artikel 34.
1. Alle bestuurs- en commissieleden, alsmede personen die incidenteel taken voor de Haagse Bond verrichten, hebben het recht onder bepaalde voorwaarden een onkostendeclaratie in te dienen, voor onkosten welke ten behoeve van de Haagse Bond zijn gemaakt. De declaranten dienen zich kostenbewust op te stellen en er voor te zorgen, dat bijvoorbeeld ingeval van reiskosten deze ten opzichte van tijd en afstand zo voordelig mogelijk worden gedeclareerd.
2. Onkosten kunnen onder andere bestaan uit het voor de Haagse Bond gebruiken van eigen vervoer (kilometers), noodzakelijke uitgaven (kantoorbenodigdheden en dergelijke) enzovoorts.
3. Indien ten behoeve van de Haagse Bond van eigen vervoer gebruik wordt gemaakt kan men door middel van het voorgeschreven declaratieformulier een vergoeding krijgen op basis van het aantal verreden kilometers.
4. Noodzakelijke uitgaven, zoals kantoorbehoeften, parkeergeld en dergelijke dienen eveneens te worden verantwoord op een declaratieformulier.
5. Declaraties, vergezeld van de vereiste kassabon(nen) en ondertekend door de voorzitter, moeten bij voorkeur binnen drie maanden bij de penningmeester worden ingediend en zo spoedig mogelijk daarop door hem/haar worden betaald aan de declarant.
6. Alle bestuursleden hebben recht op een jaarlijkse vergoeding als tegemoetkoming in de niet te declareren en/of gedeclareerde onkosten. De hoogte van deze vergoeding wordt jaarlijks door de Algemene Vergadering vastgesteld.
SAMENWERKING MET ANDERE ORGANISATIES.
Algemeen. Artikel 35.
1. De Haagse Bond kan met toestemming van de Algemene Vergadering toetreden tot een
plaatselijke en/of regionale organisatie, welke de recreatie in de ruimste zin ten doel heeft. Voorts kan de Haagse Bond toetreden tot een landelijke organisatie van (volks)tuindersverenigingen.
2. Het bestuur is gehouden aan de Algemene Vergadering verslag te doen van de handelingen van de betreffende organisaties.
NIEUWE VERENIGINGSLEDEN EN KANDIDAATLEDEN
Artikel 36.
1. Meerderjarige natuurlijke personen, die te kennen hebben gegeven een tuin bij één van de aangesloten verenigingen van de Haagse Bond te willen betrekken, dienen zich te allen tijde eerst in te laten schrijven bij de Haagse Bond en daarvoor een bedrag als inschrijfgeld te voldoen, welk bedrag elk jaar opnieuw wordt vastgesteld.
2. De personen waarvoor nog geen tuin beschikbaar is, zullen worden geplaatst op een centrale wachtlijst.
Aldus vastgesteld in de Algemene Vergadering van de Haagse Bond van Amateurtuindersverenigingen, welke gehouden is te ´s-Gravenhage op 16 april 2007.