ARTIKEL 1 – DEFINITIES
Zeilschool het Molenhuis – ALGEMENE VOORWAARDEN
ARTIKEL 1 – DEFINITIES
In deze voorwaarden gelden de volgende definities:
a. Ondernemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die bedrijfsmatig overeenkomsten sluit voor het geven van lessen of andere vormen van instructie, al of niet aan boord van een vaartuig.
b. Consument: een natuurlijke persoon die een overeenkomst sluit met een ondernemer. Het gaat hier om een overeenkomst voor het ontvangen van lessen of andere vormen van instructie, al dan niet aan boord van een vaartuig. Deze consument sluit de overeenkomst niet uit naam van zijn beroep of bedrijf, maar op persoonlijke titel.
c. Cursist: een natuurlijke persoon die, al of niet aan boord van een vaartuig, lessen of andere vormen van instructie ontvangt. Deze persoon ontvangt de lessen niet in het kader van zijn beroep of bedrijf, maar als privépersoon.
d. Groep: een groep die tegen betaling, al of niet aan boord van een vaartuig, lessen of andere vormen van instructie ontvangt. Deze groep bestaat uit natuurlijke personen en wordt vertegenwoordigd door de consument die de overeenkomst heeft gesloten. De leden van de groep ontvangen de lessen niet in het kader van hun beroep of bedrijf, maar als privépersonen.
e. Vaartuig: een voorwerp dat is gemaakt om op het water te verblijven en zich daarop te bewegen, en dat is bestemd voor sportbeoefening en vrijetijdsbesteding. Onder het vaartuig vallen ook de uitrusting en inventaris die erbij horen.
f. Overeenkomst: een overeenkomst tussen de ondernemer en de consument, waarbij de ondernemer zich verplicht om tegen betaling lessen of andere vormen van instructie te geven aan de consument of aan een of meer andere personen waarvoor dit is afgesproken. Deze lessen kunnen al dan niet plaatsvinden aan boord van een vaartuig.
g. Elektronisch: per e-mail of website.
h. Molest: Schade die is ontstaan in of door een conflictsituatie
Alle bedragen die in deze algemene voorwaarden staan, zijn inclusief btw.
ARTIKEL 2 – TOEPASSELIJKHEID VAN DEZE VOORWAARDEN
Deze voorwaarden zijn van toepassing op elke opdrachtovereenkomst die gesloten wordt tussen de consument en de ondernemer.
ARTIKEL 3 - AANBOD/OFFERTE
1. De ondernemer brengt zijn aanbod of offerte mondeling, schriftelijk of elektronisch uit.
2. Een mondeling aanbod vervalt als het niet onmiddellijk wordt geaccepteerd, behalve als de ondernemer direct een termijn heeft gegeven om het aanbod te accepteren.
3. Op een schriftelijk of elektronisch aanbod moet een dagtekening staan. Wordt er in het aanbod een geldigheidstermijn genoemd, dan mag de ondernemer zijn aanbod binnen die termijn niet veranderen of intrekken. Wordt er geen termijn genoemd, dan mag de ondernemer zijn aanbod niet veranderen of intrekken tot en met 10 werkdagen na de dagtekening.
4. De ondernemer vermeldt in zijn aanbod in ieder geval:
- de aard, inhoud en omvang van de diensten die hij gaat verrichten;
- de hoogte van het cursusgeld en de eventuele aanvullende kosten;
- de datum en het tijdstip waarop de instructie begint en eindigt.
5. Bij elk aanbod moet de ondernemer een exemplaar van deze algemene voorwaarden afgeven.
ARTIKEL 4 – OVEREENKOMST
1. Er is sprake van een overeenkomst zodra de consument het aanbod van de ondernemer accepteert. Accepteert hij dit aanbod elektronisch, dan stuurt de ondernemer elektronisch een
bevestiging naar de consument.
2. Elke overeenkomst wordt bij voorkeur schriftelijk of elektronisch vastgelegd.
3. Bij een schriftelijke overeenkomst moet de ondernemer altijd een afschrift aan de consument geven.
ARTIKEL 5 - PRIJS EN PRIJSWIJZIGINGEN
1. De ondernemer en de consument spreken vooraf af:
- hoeveel de consument moet betalen aan cursusgeld en eventuele extra kosten;
- of de ondernemer de prijzen tussentijds mag wijzigen en zo ja, onder welke voorwaarden.
2. Als de ondernemer binnen 3 maanden na het sluiten van de overeenkomst een prijswijziging doorvoert, blijft de afgesproken prijs gelijk.
3. Als de ondernemer meer dan 3 maanden na het sluiten van de overeenkomst de prijs verhoogt, mag de consument de overeenkomst opzeggen. Dit mag hij niet doen als in de overeenkomst is vastgelegd dat de instructie meer dan 3 maanden na het sluiten van de overeenkomst zal beginnen.
4. De ondernemer kan wijzigingen in belastingen, accijnzen en andere soortgelijke heffingen van de overheid altijd doorberekenen aan de consument.
ARTIKEL 6 – BETALINGSVOORWAARDEN
1. De consument moet het cursusgeld binnen 14 dagen na ontvangst van de factuur betalen, maar in ieder geval op de aanvangsdatum van de cursus. Hij kan het cursusgeld betalen op het kantoor van de ondernemer of door het bedrag over te maken naar een bankrekening die door de ondernemer wordt bepaald.
2. Als de consument niet op tijd betaalt, is hij in verzuim zonder dat de ondernemer hem in gebreke hoeft te stellen. Toch stuurt de ondernemer na het verstrijken van de betalingsdatum nog één kosteloze betalingsherinnering naar de consument. Daarin wijst hij de consument op zijn verzuim en geeft hij hem alsnog de gelegenheid om de rekening binnen 14 dagen te betalen. In de betalingsherinnering maakt de ondernemer ook melding van de buitengerechtelijke incassokosten die de consument bij niet tijdige betaling verschuldigd is.
3. Is de 14-dagentermijn die in lid 2 genoemd is, verlopen en heeft de consument nog niet betaald, dan is de ondernemer bevoegd om betaling van het verschuldigde bedrag te eisen, zonder dat hij de consument verder in gebreke hoeft te stellen. De buitengerechtelijke incassokosten die daaraan verbonden zijn, mag hij naar redelijkheid in rekening brengen bij de consument. Hiervoor gelden maximumbedragen die staan in het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten. Onder voorbehoud van wettelijke wijzigingen zijn deze maximumbedragen vastgesteld op:
- 15% over de eerste € 2.500,-, met een minimum van € 40,-;
- 10% over de volgende € 2.500,-;
- 5% over de volgende € 5.000,-;
- 1% over de volgende € 190.000,-;
- 0,5% over het meerdere, met een maximum van € 6.775,-.
ARTIKEL 7 – ANNULERING
1. Voor een annulering in het geval van een calamiteit zie artikel 8. Voor overige annuleringen zie onderstaand artikel:
2. Als de consument de overeenkomst wil annuleren, moet hij dit zo spoedig mogelijk schriftelijk of elektronisch aan de ondernemer laten weten.
3. Als de consument annuleert, heeft de ondernemer het recht om een gefixeerde (vaste) schadeloosstelling van de consument te eisen. Deze schadeloosstelling bedraagt:
- 15% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 3 maanden vóór aanvang van
de cursusperiode;
- 50% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 2 maanden vóór aanvang van de cursusperiode;
- 75% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 1 maand vóór aanvang van de cursusperiode;
- 100% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering binnen 1 maand vóór aanvang van de cursusperiode of op de ingangsdatum van de cursus.
Voor alle genoemde schadeloosstellingsbedragen geldt een minimum van € 75,-.
4. Als een groep van 10 of meer cursisten annuleert, gelden andere schadeloosstellingsbedragen dan genoemd in lid 2. In dat geval heeft de ondernemer het recht om een gefixeerde (vaste) schadeloosstelling van de consument te eisen van:
- 25% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 6 maanden vóór aanvang van de cursusperiode;
- 50% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 4 maanden vóór aanvang van de cursusperiode;
- 75% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering tot 2 maanden vóór aanvang van de cursusperiode;
- 100% van het overeengekomen cursusgeld bij annulering binnen 1 maand vóór aanvang van de cursusperiode.
5. Als de consument de overeenkomst annuleert, moet hij de annuleringskosten betalen volgens de bepalingen in lid 2 en 3. Kan de consument of de ondernemer aantonen dat de werkelijke schade aanmerkelijk hoger of lager is dan de annuleringskosten volgens lid 2 of 3? Dan moet de consument de werkelijke schade vergoeden. Onder schade verstaan we het geleden verlies of de gederfde winst van de ondernemer.
6. Als de consument de overeenkomst annuleert, kan hij de ondernemer vragen of een andere persoon de overeenkomst mag overnemen via een ‘indeplaatsstelling’. Als de ondernemer daarmee akkoord gaat, heeft hij het recht om hiervoor administratiekosten in rekening te brengen.
ARTIKEL 8 – ANNULERING IN HET GEVAL VAN EEN CALAMITEIT
1. Als zich op de plaats van bestemming of in de onmiddellijke omgeving onvermijdbare en buitengewone omstandigheden voordoen die aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van de reis spreekt men van een calamiteit, en is de reis nog niet aangevangen, dan kun je de overeenkomst kosteloos opzeggen en betaalt de organisator alle door jou vooruitbetaalde gelden terug. Je hebt in dit geval geen recht op schadevergoeding.
2. Een calamiteit is een “door molest of een natuurramp veroorzaakte abnormale gebeurtenis”. Een bijzondere situatie dus die veroorzaakt is door molest of een natuurramp en die zeer ongewoon is in het bezochte land in een bepaalde periode. Voorbeeld: in de Alpenlanden is sneeuw in de winter gewoon, maar het ontbreken van sneeuw is geen natuurramp en dat is dus geen calamiteit.
3. Om vast te stellen of er sprake is van een calamiteit zal de organisator de uitgaan van het oordeel van de calamiteitencommissie van het Calamiteitenfonds.
4. Geen annulering bij ziektes en epidemieën
Is er vanuit het calamiteitenfonds kans op een calamiteit door ziekte of epidemie? Het antwoord is: nee, voor ziektes bestaat geen dekking.
Bij het opstellen van de regeling van het fonds in 1999 is er bewust voor gekozen om objectieve criteria vast te stellen op basis waarvan uitkeringen kunnen worden gedaan. Gekozen is voor molestsituaties of natuurrampen met als gevolg hetzij gevaar voor persoon en goed van de consument hetzij aangetaste infrastructuur. Bij de oprichting van het fonds is wel bekeken of het mogelijk was om mens- en dierziektes onder de garantie te brengen. Dat bleek niet mogelijk, o.a.
door het volgende:
De door de (lokale) overheid genomen maatregelen om verspreiding van de ziekte te voorkomen kunnen een belemmering zijn. Het aanpassen van een reis is hierdoor niet (zonder meer) mogelijk. Alleen dekking bieden op reisbeperkende maatregelen van overheden wekt verwarring op.
Klanten die in het gebied zijn kunnen al besmet zijn. Het Calamiteitenfonds is niet de organisatie die kan beslissen over repatriëring van mogelijk zieke klanten. Dat is een taak van de overheid. De overheid ter plaatse kan repatriëring tegenhouden, het kan immers de verspreiding van een ziekte bevorderen.
5. Reizigers die onverhoopt tijdens de vakantie ziek worden vallen onder het regime van hun reisverzekering of ziektekostenverzekering.
ARTIKEL 9 - RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE ONDERNEMER
1. De ondernemer zal de instructie op een professionele manier aan de cursist(en) geven of laten geven.
2. De ondernemer staat ervoor in dat de aangeboden accommodatie veilig is en aan alle eisen voldoet.
3. Als er bij de instructie zaken van de ondernemer worden gebruikt, staat de ondernemer ervoor in dat deze zaken:
- in goede staat verkeren; en
- kunnen worden gebruikt waarvoor zij bestemd zijn; en
- voldoen aan de veiligheidseisen die voor het overeengekomen gebruik gelden.
4. Als de ondernemer voor de instructie eigen zaken gebruikt, is hij verplicht om die zaken te verzekeren tegen wettelijke aansprakelijkheid, cascoschade en diefstal. De dekking van de verzekering moet gelden in het gebied waar de instructie wordt gegeven.
5. Als de ondernemer op basis van de overeenkomst verplicht is om accommodatie ter beschikking te stellen, doet hij dat voor de overeengekomen periode.
6. De kosten die direct verband houden met het normale gebruik van het vaartuig, zijn voor rekening van de ondernemer. Hieronder vallen onder meer haven-, brug-, kade-, sluis- en liggelden en brandstofkosten.
7. Als de consument bepaalt op welke locatie de instructie plaatsvindt, zijn de kosten die verband houden met de locatie voor rekening van de consument. Hieronder vallen onder meer huur- en legeskosten.
8. De ondernemer adviseert de consument met klem om geen waardevolle zaken mee te nemen. Hij wijst de consument daarbij op de beperking van de aansprakelijkheid die beschreven staat in artikel 10 lid 2 van deze voorwaarden.
9. De ondernemer heeft het recht om de instructie op of in het water te vervangen door een instructie op de wal, als de weersomstandigheden in combinatie met het kennisniveau van de cursisten dit noodzakelijk maken.
00.Xx ondernemer wijst de consument op de verplichtingen in artikel 9 lid 5 en 6.
ARTIKEL 10 - RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE CONSUMENT
1. Als de ondernemer voor de instructie een zaak van de consument gebruikt, moet de consument ervoor zorgen dat die zaak verzekerd is tegen wettelijke aansprakelijkheid, cascoschade en diefstal. De dekking van de verzekering moet gelden in het gebied waar de instructie wordt gegeven. Deze bepaling geldt niet als de ondernemer en de consument iets anders zijn overeengekomen.
2. Als er sprake is van een groep cursisten, moet de consument uiterlijk op de aankomstdag een lijst van alle cursisten aan de ondernemer geven.
3. Xxxxx een zaak die de ondernemer ter beschikking heeft gesteld. op verzoek van de
consument voor iets anders gebruikt dan overeengekomen was? Dan zijn de extra kosten die daaraan verbonden zijn, voor rekening van de consument. Dit geldt alleen als de ondernemer dit tijdig aan de consument heeft gemeld.
4. Als de consument voor de instructie eigen zaken wil gebruiken, moet hij ervoor zorgen dat deze zaken voor dit doel geschikt zijn en veilig zijn.
5. De consument moet ervoor zorgen dat de cursist(en) een aansprakelijkheidsverzekering hebben, die voldoende dekking biedt voor de overeengekomen activiteiten.
6. De consument is verplicht om zijn eigen medische verklaring naar waarheid in te vullen en eventuele aanvullende medische keuringen te laten uitvoeren voordat de instructie begint.
7. Als de ondernemer het vanwege een slechte voorbereiding door de consument niet verantwoord vindt om verder te gaan met de instructie, kan hij de consument bevelen om te stoppen. In dat geval moet de consument hier onmiddellijk gehoor aan geven.
8. De consument wijst de groep op de bepalingen uit deze voorwaarden die voor hen van toepassing zijn.
ARTIKEL 11 – AANSPRAKELIJKHEID
1. De ondernemer is aansprakelijk voor schade die rechtstreeks het gevolg is van een tekortkoming die is toe te rekenen:
- aan hemzelf; en/of
- aan personen die bij hem in zijn dienst zijn; en/of
- aan personen die hij heeft aangesteld voor de uitvoering van de werkzaamheden die hij met de consument heeft afgesproken.
2. De aansprakelijkheid van de ondernemer voor schade en/of verlies van bagage is beperkt tot een bedrag van € 1.000,- per cursist. De ondernemer is niet aansprakelijk voor gevolgschade die voortvloeit uit het verlies of de beschadiging van bagage.
3. De consument is volledig aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door een tekortkoming die is toe te rekenen:
- aan hemzelf; en/of
- aan zijn minderjarige kinderen; en/of
- aan de groep die hij vertegenwoordigt.
ARTIKEL 12 – KLACHTEN
1. Als de consument klachten heeft over de uitvoering van de overeenkomst, dan moet hij deze binnen bekwame (gepaste) tijd per brief of elektronisch aan de ondernemer melden. Hij moet de klachten voldoende omschrijven en toelichten.
2. Als de consument klachten heeft over een factuur, moet hij die bij voorkeur per brief aan de ondernemer melden. Dit moet hij doen binnen bekwame (gepaste) tijd nadat hij de betreffende factuur heeft ontvangen. Hij moet de klachten in zijn brief voldoende omschrijven en toelichten.
3. Als de consument zijn klacht niet tijdig indient, kan dat ertoe leiden dat hij zijn recht op herstel of schadevergoeding verliest. Kan het feit dat hij niet tijdig heeft geklaagd niet in redelijkheid aan de consument worden toegerekend, dan behoudt hij zijn rechten.
4. Als duidelijk is geworden dat de klacht niet in onderling overleg kan worden opgelost, is er sprake van een geschil.
ARTIKEL 13 - ONTBINDING OVEREENKOMST
1. Als een van de partijen haar verplichtingen uit deze overeenkomst niet nakomt en er daarbij sprake is van een wezenlijke wanprestatie of toerekenbare tekortkoming, is de andere partij bevoegd om de overeenkomst onmiddellijk te ontbinden, zonder dat hij daarvoor naar de rechter hoeft te gaan. Hij kan er ook voor kiezen om nakoming van de verplichtingen te
vorderen, maar in dat geval kan hij de overeenkomst niet ontbinden.
2. Bij ontbinding van de overeenkomst wegens een wezenlijke wanprestatie of een toerekenbare tekortkoming, kan de benadeelde partij aanspraak maken op een vergoeding van eventuele schade en op betaling van alle vorderingen, inclusief de vorderingen die niet direct opeisbaar zijn.
ARTIKEL 14 – GARANTIE BIJ FINANCIEEL ONVERMOGEN/ FAILLISSEMENT
1. Als Zeilschool het Molenhuis wegens financieel onvermogen niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen, zal zorggedragen worden voor de uitvoering van een reis door een ander, of voor terugbetaling van de reissom, of als de reis reeds ten dele is genoten, een evenredig deel daarvan.
2. De organisator voorziet in deze garantie door zich aan te hebben gesloten bij de Stichting Garantiefonds Reisgelden, hierna te noemen: SGR. De SGR kan in geval van financieel onvermogen bij de organisator worden aangesproken voor eventuele vergoedingen of uitkeringen aan de consument. De consument neemt hiervoor direct contact op met de SGR. Meer informatie over de garantieregeling van de SGR vindt u hier: xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx/
ARTIKEL 15 - RECHTSKEUZE
Op alle geschillen met betrekking tot deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing, tenzij op grond van dwingende regels ander nationaal recht van toepassing is.
ARTIKEL 16 - AFWIJKINGEN VAN DE VOORWAARDEN
Aanvullingen of afwijkingen van deze voorwaarden zijn alleen mogelijk als deze niet in het nadeel zijn van de consument en als deze schriftelijk of elektronisch zodanig zijn vastgelegd dat de consument ze eenvoudig kan opslaan.