STATUTENWIJZIGING VERENIGING
Dossiernummer: 2020.0272.01 Ref: KH - 050820.V4
STATUTENWIJZIGING VERENIGING
Heden, acht oktober tweeduizend twintig, verschijnt voor mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht:
xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxx, geboren te Vinkeveen en Waverveen op
twaalf juni negentienhonderdvierenzeventig, die inzake deze akte haar adres heeft te 0000 XX Xxxxxxx, Maliebaan 6, te dezen handelend als hierna vermeld. _
De verschenen persoon verklaart:
- dat de ledenraad van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: De Jonge Specialist, statutair gevestigd te Utrecht, kantoorhoudende te 0000 XX Xxxxxxx, Mercatorlaan 1200, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 59640405, heeft besloten tot de onderhavige statutenwijziging;
- dat de ledenraad voorts heeft besloten de verschenen persoon aan te wijzen om deze akte te verlijden;
- dat van gemelde besluiten van de ledenraad blijkt uit een aan deze akte gehecht geschrift (Bijlage).
De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart voorts, ter uitvoering _
van xxxxxxxx besluit, de statuten van de vereniging algeheel te wijzigen zodat deze komen te luiden als volgt:
STATUTEN
HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepalingen.
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenis:
AIOS betekent arts in opleiding tot medisch specialist alsmede personen in _
opleiding tot klinisch fysicus, klinisch chemicus, ziekenhuisapotheker of spoedeisende hulparts.
ANIOS betekent arts (nog) niet in opleiding tot medisch specialist.
arts betekent hij die in het bezit is van een getuigschrift, of een verklaring als bedoeld in artikel 41 lid 1 sub b Wet BIG, welke recht geeft of heeft gegeven op inschrijving in het register van artsen als bedoeld in artikel 3 Wet BIG. arts-onderzoeker betekent een arts die zich richt op onderzoek en die
voldoet aan de nadere eisen die zijn gesteld in het huishoudelijk reglement. _
bestuur betekent het bestuur van de vereniging.
bestuurder betekent een bestuurder van de vereniging. bestuursperiode betekent de periode die aanvangt op de eerste van de navolgende data volgend op de ledenraadvergadering waarin een bestuurder is benoemd, te weten, één januari, één april, één juli of één oktober.
dagen betekent alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd
algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene termijnenwet gelijkgestelde dagen.
huishoudelijk reglement betekent het huishoudelijk reglement van de vereniging.
juniorwetenschappelijke vereniging betekent een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid van een (medisch) specialisme waarvan de leden in dat betreffende (medisch) specialisme worden opgeleid.
leden betekent zowel de gewone leden als de bijzondere leden van de vereniging, tenzij anders vermeld.
ledenraad betekent het orgaan van de vereniging dat in Titel 2 van Boek 2 _
_ Burgerlijk Wetboek wordt aangeduid als algemene vergadering, tenzij uit de
context blijkt dat het een vergadering van de ledenraad betreft.
lidmaatschap betekent het lidmaatschap van de vereniging.
medisch specialisme betekent een deelgebied van de geneeskunde als omschreven onder A.5 en A.6 in het Kaderbesluit CCMS met in werking treding één januari tweeduizend negentien.
specialisme betekent een medisch specialisme, klinische fysica, klinische chemie, klinische farmacie en spoedeisende geneeskunde.
schriftelijk betekent een bericht dat is overgebracht bij brief, e-mail of enig _
ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is.
sectie betekent een onderdeel van de vereniging in de vorm van een sectie waarvan de leden deel uit maken die worden opgeleid in een zelfde medisch specialisme en een ander voor zover de vereniging een samenwerkingsovereenkomst is aangegaan met de wetenschappelijke vereniging dan wel de juniorwetenschappelijke vereniging van het betreffende medisch specialisme.
sectie basisarts betekent een onderdeel van de vereniging in de vorm van _
een sectie basisarts waarvan alle leden deel uit maken die kwalificeren als _
arts en bij het aangaan van het lidmaatschap minder dan zes jaar geleden de geneeskundestudie hebben afgerond en/of werkzaam zijn als ANIOS en/of als arts-onderzoeker en nog geen specialisme-opleiding zijn begonnen.
sectie pluriform betekent een onderdeel van de vereniging in de vorm van _
een sectie pluriform waarvan alle leden deel uit maken die worden opgeleid_
in een medisch specialisme waarbij geen samenwerkingsovereenkomst bestaat tussen de wetenschappelijke vereniging dan wel de juniorwetenschappelijke vereniging van het betreffende medisch specialisme.
statuten betekent de statuten van de vereniging.
vereniging betekent de vereniging waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten, te weten de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: De Jonge Specialist, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 59640405.
Wet BIG betekent Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. _
wetenschappelijke vereniging betekent een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid van een specialisme.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze
statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘zijn’ (anders dan als werkwoord) of ‘hem’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘haar’.
HOOFDSTUK II. NAAM EN ZETEL. DOEL
Artikel 2. Naam en zetel.
1. De vereniging draagt de naam: De Jonge Specialist.
2. De verkorte naam van de vereniging luidt: DJS.
3. De vereniging is gevestigd te Utrecht.
4. De vereniging is opgericht op een januari tweeduizend veertien.
Artikel 3. Doel.
1. De vereniging heeft ten doel:
a. het medewerken aan en het bevorderen van zowel de kwaliteit van de _ opleiding tot een specialisme als de kwaliteit van de gezondheidszorg; _
b. het behartigen van de maatschappelijke, rechtspositionele en
economische belangen van haar leden;
c. het (doen) bevorderen van een gezond en veilig werk- en opleidingsklimaat voor alle leden,
en voorts al hetgeen met één of ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.
2. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. op te komen voor de belangen van haar leden tijdens overlegbijeenkomsten en andere samenkomsten;
b. het onderhandelen over zaken op het gebied van honorering en inspraak;
c. het overleggen en samenwerken met andere rechtspersonen die een _
oplossing kunnen bieden voor actuele problemen tussen medisch specialisten en artsen in opleiding werkzaam in een ziekenhuis;
d. het (doen) aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten ingevolge _
de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst voor de leden,
en voorts al hetgeen met één of ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.
HOOFDSTUK III. LEDEN EN LIDMAATSCHAP. ERETITEL
Artikel 4. Leden.
1. De vereniging kent:
a. gewone leden;
b. bijzondere leden.
Uitsluitend gewone leden zijn leden in de zin van de wet.
2. Gewone leden zijn personen die voldoen aan de volgende vereisten:
x. xxxxxxxxxxxx als AIOS, ANIOS, arts-onderzoeker of arts;
b. een getuigschrift, of een verklaring als bedoeld in artikel 41 lid 1 sub b _
Wet BIG, welke recht geeft of heeft gegeven op inschrijving in het register van artsen als bedoeld in artikel 3 Wet BIG, bij het aangaan van het lidmaatschap minder dan zes jaar geleden hebben verkregen;
c. werkzaam zijn in een ziekenhuis of soortgelijke zorginstelling;
d. zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld;
e. door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten.
3. Bijzondere leden zijn natuurlijke personen die vooralsnog niet kwalificeren als gewoon lid en door het bestuur als zodanig zijn toegelaten. Een overzicht van soorten leden waarvan wordt geacht dat er beroepsmatig dan wel op grond van opleiding voldoende binding is, wordt vastgelegd bij huishoudelijk reglement.
4. Ieder gewoon lid wordt door het bestuur ingedeeld in de sectie die aansluit _
bij het (medisch) specialisme waarin hij wordt opgeleid ofwel in de sectie basisarts ofwel in de sectie pluriform
5. Het bestuur houdt een ledenregister, waarin de namen en (e-mail)adressen_
van alle leden zijn opgenomen en waarvan een nadere specificatie kan worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement een en ander met in achtneming van de geldende privacywetgeving. De leden zijn verplicht (adres)wijzigingen onverwijld aan het bestuur mede te delen door middel van een schriftelijk bericht aan het adres van de vereniging. Uit het ledenregister blijkt tevens bij welke sectie een lid is ingedeeld ofwel van indeling bij de sectie basisarts ofwel de sectie pluriform.
6. De ledenraad kan - op voorstel van het bestuur - de titel “erelid” toekennen _
aan gewone leden of bijzondere leden op grond van hun buitengewone verdiensten voor de vereniging.
7. Personen aan wie een eretitel is toegekend, hebben de rechten en verplichtingen, zoals in het huishoudelijk reglement omschreven.
Artikel 5. Einde lidmaatschap.
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. met ingang van een januari van het jaar volgend op het jaar waarin het _
gewone lid niet meer voldoet aan de vereisten voor het gewone lidmaatschap;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting;
e. door de dood van het lid.
Het lidmaatschap van een arts die niet kwalificeert als AIOS, ANIOS of arts- onderzoeker, eindigt bovendien op een januari van het jaar volgend op het _
jaar waarin het betreffende lid zes volledige verenigingsjaren lid van de
vereniging is geweest.
2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid geschiedt door schriftelijke opzegging door het lid bij het bestuur van de vereniging en wel voor één december van het jaar en op de wijze als bepaald bij lidmaatschapsreglement. Het lidmaatschap eindigt dan per het einde van hetzelfde jaar. Indien het lid opzegt na één december van het jaar, eindigt het lidmaatschap per het einde van het volgend jaar.
Niettemin is onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging mogelijk:
a. indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten_
voortduren;
b. binnen een maand nadat een besluit waarbij de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard, aan een lid bekend is_
geworden of medegedeeld (tenzij het betreft een wijziging van de geldelijke rechten en verplichtingen);
c. binnen een maand nadat een lid een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of- tot fusie. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar.
3. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt door schriftelijke opzegging door het bestuur. Dit kan geschieden wanneer het lid opgehouden heeft aan de vereisten voor het lidmaatschap te voldoen - waaronder uitdrukkelijk begrepen een doorhaling vanwege een bevoegdheidsbeperking, uit het opleidingsregister als omschreven in het Kaderbesluit CCMS, een doorhaling uit het BIG-register-, wanneer hij zijn
verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap _
te laten voortduren.
4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging _
handelt, zoals onder meer in het geval dat, ondanks betalingsherinnering, de
jaarlijkse bijdrage niet of niet tijdig wordt betaald of wanneer het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
5. Opzegging door de vereniging alsmede ontzetting geschiedt door het bestuur per aangetekend schrijven. De opzegging van het lidmaatschap
door de vereniging alsmede de ontzetting van het lidmaatschap door de vereniging is van kracht per de datum als vermeld in het daartoe strekkend _
besluit. Er is geen opzegtermijn van toepassing.
6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de ledenraad. Hij wordt daartoe ten spoedigste per aangetekend schrijven van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het betreffende lid geschorst.
7. Het lid dat is geschorst, behoudt gedurende zijn schorsing zijn verplichtingen ten opzichte van de vereniging, doch heeft geen enkel recht en wordt niet toegelaten in vergaderingen, behoudens ingeval en voor zover de schorsing en/of het ontslag van het betreffende lid in die ledenraad aan de orde is.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft _
desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd.
Artikel 6. Geldmiddelen en contributie.
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de jaarlijkse bijdragen van de leden, giften, legaten, erfstellingen, alsmede andere baten. Erfstellingen _
mogen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van
boedelbeschrijving.
2. De ledenraad kan - op voorstel van het bestuur - besluiten tot betaling van contributie door de leden. Zij kunnen in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen.
3. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke
ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen.
HOOFDSTUK IV. HET BESTUUR
Artikel 7. Bestuur.
1. Het bestuur bestaat uit een door de ledenraad vast te stellen aantal van ten_
minste vier en ten hoogste vijftien personen.
2. De benoeming van bestuurders geschiedt door de ledenraad uit de gewone_
leden met in achtneming van de volgende bepalingen:
a. Bij de samenstelling van het bestuur is vereist dat recht wordt gedaan aan diverse facetten die de aandacht van het bestuur vragen waarbij
het bestuur als geheel in ieder geval wordt samengesteld op basis van _
algemene bestuurlijke kwaliteiten, affiniteit met de doelstelling van de vereniging en met een spreiding van deskundigheden en achtergronden, zodanig dat:
i. er per sectie ten hoogste twee leden als bestuurder kunnen worden benoemd;
ii. uit de sectie basisarts ten hoogste twee leden als bestuurder kunnen worden benoemd, met dien verstande dat de betreffende personen niet in de functie van voorzitter kunnen worden benoemd;
iii. uit de sectie pluriform ten hoogste één lid als bestuurder kan worden benoemd.
b. Vacatures in het bestuur worden - zo mogelijk - ten minste drie maanden van tevoren kenbaar gemaakt aan de leden. Ieder gewoon lid
wordt daarbij in de gelegenheid gesteld diens interesse voor een vacature in het bestuur kenbaar te maken aan het bestuur op de wijze _
als bij de aankondiging zal worden vermeld.
c. Uitsluitend aan het bestuur komt - behoudens het bepaalde onder d. en
e. van dit artikellid - het recht toe tot het doen van een voordracht voor _
iedere bestuurder, een en ander met in achtneming van het bepaalde onder a. van dit artikellid. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere
bepalingen worden vastgelegd omtrent de voordracht van bestuurders _
door het bestuur.
d. De vereniging kent een benoemingscommissie, belast met de voorselectie van de voorzitter van de vereniging. De benoemingscommissie bestaat uit drie of vijf personen.
Indien de benoemingscommissie uit drie personen bestaat, is de samenstelling van de commissie als volgt:
i. één persoon maakt deel uit van het bestuur;
ii. één persoon maakt deel uit van de ledenraad;
iii. de derde persoon wordt aan gewezen door de hiervoor sub d. onder i. en ii. omschreven leden van de benoemingscommissie.
Indien de benoemingscommissie uit vijf personen bestaat, is de samenstelling van de commissie als volgt:
iv. twee personen maken deel uit van het bestuur;
v. twee personen maken deel uit van de ledenraad;
vi. de vijfde persoon wordt aan gewezen door de hiervoor sub d. onder iv. en v. omschreven leden van de benoemingscommissie.
e. Aan de benoemingscommissie komt het recht toe tot het doen van een_
bindende voordracht voor de voorzitter. De bindende voordracht komt
tot stand met in achtneming van het bepaalde in lid 2 sub a van dit artikel.
De werkwijze van de benoemingscommissie wordt nader vastgelegd bij huishoudelijk reglement.
f. Aan een bindende voordracht van de benoemingscommissie kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen genomen besluit van de ledenraad, indien in de ledenraad ten minste twee derde van het aantal leden van de ledenraad aanwezig dan wel vertegenwoordigd is.
g. Indien de ledenraad besluit aan de opgemaakte bindende voordracht het bindend karakter te ontnemen, wordt de benoemingscommissie opnieuw in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht op te maken.
h. Is geen bindende voordracht als bedoeld onder e. van dit artikellid opgemaakt, dan is de ledenraad vrij in haar keuze.
3. Uitsluitend de voorzitter wordt als zodanig in functie benoemd. De bestuurders verdelen in onderling overleg gezamenlijk de taken binnen het _
bestuur.
4. Iedere bestuurder vervult diens taak zonder last en ruggespraak. Artikel 8. Duur en einde lidmaatschap bestuur. Ontslag, schorsing en aftreden.
1. Elke bestuurder wordt benoemd voor een bestuursperiode van drie jaar. Een aftredende bestuurder is terstond eenmaal herbenoembaar.
2. Een bestuurder defungeert door:
a. het einde van het lidmaatschap;
b. zijn vrijwillig ontslag (bedanken);
c. zijn ontslag door de ledenraad;
d. het verlies van het vrije beheer over zijn eigen vermogen;
e. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd;
x. door diens onherroepelijke veroordeling voor een misdrijf als bedoeld in artikel 67 lid 1 Wetboek van strafvordering.
3. Bij belet of ontstentenis van een bestuurder zijn de overige bestuurders met het bestuur belast. Indien één of meer bestuurders ontbreken, vormen de overgebleven bestuurders of de overgebleven bestuurder een bevoegd bestuur. In vacatures dient zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is, te worden voorzien. Indien alle bestuurders ontbreken, zal de ledenraad onverwijld nieuwe bestuurders benoemen.
4. Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat door aftreden
of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd of door overlijden van _
een bestuurder.
Van belet is in elk geval sprake indien een bestuurder wegens:
x. xxxxxxxxx;
b. ziekte langer dan een maand; of
c. onbereikbaarheid, langer dan een maand,
tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan hem bij of krachtens de wet, deze _
statuten of reglementen van de vereniging toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
5. Elke bestuurder kan door de ledenraad worden geschorst of ontslagen. Een
schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag eindigt door het verloop van die termijn. Een besluit als bedoeld in dit lid kan uitsluitend worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van het totaal aantal uitgebrachte stemmen in een ledenraadsvergadering waarin ten minste twee derde van het aantal leden van de ledenraad aanwezig dan wel vertegenwoordigd is.
Artikel 9. Besluitvorming bestuur. Tegenstrijdig belang.
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls als dit ingevolge de statuten nodig is of de _
voorzitter of een andere bestuurder xxxxx xxxxx.
2. Bestuursvergaderingen kunnen ook worden gehouden door middel van
telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke deelnemende bestuurder door alle anderen _
gelijktijdig kan worden gehoord.
3. In vergadering kunnen slechts besluiten worden genomen indien ten minste de helft van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurder kan zich ter vergadering, mits schriftelijk, door een medebestuurder laten vertegenwoordigen.
4. Het bestuur streeft er naar dat besluiten in consensus worden genomen. Indien er geen consensus kan worden bereikt ten aanzien van een voorstel,
wordt het betreffende voorstel in stemming gebracht. Iedere bestuurder heeft één stem. Het bestuur besluit met gewone meerderheid van de geldig_
uitgebrachte stemmen. Xxxxxx stemmen worden geacht niet te zijn
uitgebracht. Bij het staken van stemmen is het voorstel verworpen.
5. Van het verhandelde in elke vergadering wordt door een door de voorzitter _
van de vergadering aan te wijzen persoon een actiepunten- en een besluitenlijst opgesteld.
6. Het bestuur kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, mits alle bestuurders zich omtrent het desbetreffende voorstel schriftelijk hebben
uitgesproken en uitsluitend voor zover geen van de bestuurders zich tegen _
deze wijze van besluitvorming verzet.
7. Een bestuurder waakt tegen een tegenstrijdig belang tussen zichzelf en de _
vereniging.
8. In het geval dat een bestuurder van een meerhoofdig bestuur een direct of _
indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging dient hij dit te melden aan de overige bestuurders.
9. Een bestuurder dient zich alsdan van de beraadslagingen en besluitvorming omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang speelt te onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt.
10. Het bestuur draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstijdig belang als bedoeld in lid 8 van dit artikel.
Artikel 10. Bestuurstaak en bestuursbevoegdheid.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Het bestuur kan als zodanig een of meer van zijn bevoegdheden, mits duidelijk omschreven, aan anderen verlenen. Degene die aldus bevoegdheden uitoefent, handelt in naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
Iedere bestuurder richt zich bij de vervulling van diens taak naar het belang _
van de vereniging en de daaraan verbonden organisatie.
2. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de ledenraad, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen alsook tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.
3. Het bestuur stelt jaarlijks - vóór een door de ledenraad te bepalen tijdstip - een beleidsplan met bijbehorende begroting, op en legt deze stukken ter goedkeuring aan de ledenraad voor.
4. Het bestuur behoeft de voorafgaande goedkeuring van de ledenraad voor het aangaan van verplichtingen en/of het doen van uitgaven indien een zodanige verplichting en/of uitgave: _
a. niet is opgenomen in een door de ledenraad goedgekeurde begroting;
én
b. het bedrag van twintigduizend euro (€ 20.000,00) te boven gaat. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
5. Het bestuur besluit welke bestuurders worden aangewezen om de
vereniging als afgevaardigde te vertegenwoordigen in enig orgaan, commissie of welk gremium dan ook van een andere rechtspersoon, met
_ dien verstande dat bestuurders die deel uitmaken van de sectie basisarts of
sectiepluriform een dergelijke rol als afgevaardigde niet kunnen vervullen.
HOOFDSTUK V. VERTEGENWOORDIGING
Artikel 11. Vertegenwoordiging.
1. De vereniging wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Voorts kan de vereniging worden vertegenwoordigd door twee tezamen handelende bestuurders.
2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuurders alsook aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Het bestuur kan voorts besluiten aan gevolmachtigden een titel te verlenen.
3. Het bestuur zal van het toekennen van doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave doen bij het handelsregister van _
de Kamer van Koophandel.
4. In geval van een tegenstrijdig belang tussen één of meer bestuurders en de
vereniging, wordt de vereniging vertegenwoordigd door het voltallig bestuur, dan wel door de persoon of personen die daartoe door de ledenraad is/zijn _
aangewezen.
HOOFDSTUK VI. JAARVERSLAG. REKENING EN VERANTWOORDING.
Artikel 12. Boekjaar. Administratie. Jaarverslag.
1. Het boekjaar en het verenigingsjaar vallen samen met het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van
alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie _
te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt in een ledenraadvergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de ledenraad, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een
toelichting ter goedkeuring voor aan de ledenraad. Deze stukken worden ondertekend door alle bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of _
meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding
gemaakt.
4. De ledenraad kan aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek, de opdracht verlenen om de door het bestuur opgemaakte balans en de staat van baten en lasten te onderzoeken. De betreffende accountant geeft alsdan de uitslag van zijn onderzoek weer in
een verklaring waarvan het karakter in onderling overleg tussen het bestuur_
en de betreffende accountant wordt vastgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met eventueel op de vereniging van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Deze verklaring wordt aan de stukken toegevoegd zoals die aan de ledenraad ter goedkeuring worden voorgelegd.
Wordt die opdracht niet verleend, dan benoemt de ledenraad, jaarlijks, een _
commissie van ten minste twee leden die geen deel van het bestuur mogen_
uitmaken.
5. Het bestuur doet de in lid 3 bedoelde stukken ten minste één maand voor de dag waarop de ledenraadvergadering zal worden gehouden waarin deze zullen worden behandeld, toekomen aan de commissie. De commissie onderzoekt deze stukken en brengt aan de ledenraad verslag van haar bevindingen uit.
6. Het bestuur is verplicht aan de commissie ten behoeve van haar onderzoek_
alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen, en inzage in de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
7. Vergt dit onderzoek naar het oordeel van de commissie bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan zij zich op kosten van de vereniging door een deskundige doen bijstaan.
8. Het bestuur is verplicht de in lid 2, lid 3 en lid 4 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende de wettelijk voorgeschreven termijn te bewaren.
HOOFDSTUK VII. LEDENRAAD EN LEDENRAADVERGADERINGEN
Artikel 13. Ledenraad.
1. De algemene vergadering van de vereniging wordt gevormd door de ledenraad bestaande uit een afgevaardigde van iedere sectie, een afgevaardigde van de sectie basisarts alsmede een afgevaardigde van de sectie pluriform.
2. Iedere sectie wijst uit haar midden zowel een afgevaardigde als twee plaatsvervangend afgevaardigden aan, met dien verstande dat aan een (plaatsvervangend) afgevaardigde de kwaliteitseis wordt gesteld dat deze:
i. kwalificeert als gewoon lid van de vereniging en bestuurder is van de juniorwetenschappelijke vereniging van het (medisch) specialisme waarin de leden van de betreffende sectie worden opgeleid; of
ii. kwalificeert als gewoon lid van de vereniging en deel uitmaakt van een _
afdelingsbestuur, sectiebestuur of vergelijkbaar orgaan binnen de wetenschappelijke vereniging van het (medisch) specialisme waarin de leden van de betreffende sectie worden opgeleid.
3. De sectie pluriform wijst uit haar midden zowel een afgevaardigde als twee _
plaatsvervangend afgevaardigden aan, met dien verstande dat aan een (plaatsvervangend) afgevaardigde de kwaliteitseis wordt gesteld dat deze:
i. kwalificeert als gewoon lid van de vereniging en bestuurder is van de
juniorwetenschappelijke vereniging van een van de (medisch) specialismen waarin de leden van de sectie pluriform worden opgeleid;_
of
ii. kwalificeert als gewoon lid van de vereniging en deel uitmaakt van een _
afdelingsbestuur, sectiebestuur of vergelijkbaar orgaan binnen een wetenschappelijke vereniging van een van de (medisch) specialismen _
waarin de leden van de sectie pluriform worden opgeleid.
4. Aan ieder afzonderlijk bestuur van de (junior) wetenschappelijke verenigingen als bedoeld in lid 2 van dit artikel komt het recht toe tot het doen van een bindende voordracht voor een (plaatsvervangend) afgevaardigde namens de sectie die correspondeert met het (medisch) specialisme van de betreffende (junior) wetenschappelijke vereniging. De
bindende voordracht komt tot stand met in achtneming van het bepaalde in _
lid 2 sub i. of ii. van dit artikel.
Aan de besturen van de (junior) wetenschappelijke verenigingen als bedoeld in lid 3 van dit artikel komt gezamenlijk het recht toe tot het doen van een bindende voordracht voor de (plaatsvervangend) afgevaardigde van de
sectie pluriform. De bindende voordracht komt tot stand met in achtneming _
van het bepaalde in lid 3 sub i. of ii. van dit artikel.
5. Aan een bindende voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen genomen besluit van de leden van de betreffende sectie respectievelijk de leden van de sectie pluriform.
6. Indien de sectieleden als bedoeld in lid 5 van dit artikel besluiten aan de opgemaakte bindende voordracht het bindend karakter te ontnemen, wordt _
het betreffende bestuur respectievelijk worden de betreffende besturen
opnieuw in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht op te maken.
7. Is geen bindende voordracht opgemaakt dan zijn de leden van de betreffende sectie respectievelijk de leden van de sectie pluriform vrij in hun keuze.
8. De sectie basisarts wijst uit haar midden zowel een afgevaardigde als een plaatsvervangend afgevaardigde aan.
9. Iedere (plaatsvervangend) afgevaardigde wordt als zodanig benoemd voor _
een periode van twee jaar en is ten hoogste eenmaal herbenoembaar. Een _
(plaatsvervangend) afgevaardigde defungeert:
a. indien en zodra diens lidmaatschap van de vereniging is beëindigd;
b. door zijn vrijwillig ontslag (bedanken);
c. na het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd;
d. indien en zodra hij niet langer voldoet aan de kwaliteitseis als bedoeld _
in lid 2 of lid 3 of lid 8 van dit artikel.
10. Ten aanzien van een (plaatsvervangend) afgevaardigde van de sectie
pluriform geldt bovendien dat hij als zodanig defungeert, indien ten behoeve van het (medisch) specialisme waarin de betreffende (plaatsvervangend)
afgevaardigde wordt opgeleid een eigen sectie binnen de vereniging wordt _
ingesteld. Indien de betreffende (plaatsvervangend) afgevaardigde vervolgens als (plaatsvervangend) afgevaardigde van de nieuwe sectie wordt benoemd, geldt een nieuwe benoemingstermijn van twee jaar en is ook herbenoeming eenmaal mogelijk.
11. Indien de ledenraad uit minder leden bestaat dan zou voortvloeien uit lid 1 van dit artikel, behoudt hij niettemin zijn bevoegdheden.
Artikel 14. Aantal vergaderingen. Agenda.
1. De ledenraad komt ten minste vier keer per jaar in vergadering bijeen. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een ledenraadvergadering - de jaarvergadering - gehouden.
In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. bespreking van het jaarverslag van het bestuur;
b. goedkeuring van de balans en de staat van baten en lasten, met het verslag van de externe accountant dan wel de kascommissie;
c. goedkeuring van het door het bestuur gevoerde beleid in de periode waarop het jaarverslag en de balans en de staat van baten en lasten betrekking heeft, voor zover dat beleid uit die stukken blijkt of het resultaat daarvan in die stukken is verwerkt;
d. voorziening in eventuele vacatures in het bestuur;
e. voorstellen van het bestuur of leden van de ledenraad, aangekondigd bij de oproeping voor de ledenraad.
2. Een besluit tot benoeming of ontslag van een bestuurder kan niet worden genomen indien dit niet specifiek is omschreven in de agenda voor de ledenraadvergadering, waarin een dergelijk besluit in stemming wordt gebracht.
3. Andere ledenraadvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van _
de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een ledenraad op een
termijn van niet langer dan achtentwintig dagen na indiening van het verzoek.
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, _
kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig artikel 15.
Artikel 15. Wijze bijeenroepen. Toegang. Elektronische besluitvorming.
1. De ledenraadvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden van de
ledenraad (de afgevaardigden) en hun plaatsvervangers, volgens het ledenregister. De termijn van oproeping bedraagt ten minste zeven dagen, _
de dag van de oproeping en die van de ledenraadvergadering niet
meegerekend.
2. De oproeping aan iedere (plaatsvervangend) afgevaardigde, die daarmee instemt, kan ook geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit
doel aan de vereniging bekend is gemaakt.
3. Bij de oproeping worden de op de ledenraadvergadering te behandelen onderwerpen vermeld.
4. Toegang tot de ledenraadvergadering hebben alle niet geschorste (plaatsvervangend) afgevaardigden en de bestuurders. Over toelating van andere dan de hiervoor bedoelde personen beslist het bestuur.
5. Het bestuur kan besluiten dat een afgevaardigde bevoegd is om in persoon, of bij schriftelijk gevolmachtigde, door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de ledenraadvergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Het gebruik van het elektronische communicatiemiddel komt voor risico van de afgevaardigde.
6. Voor de toepassing van lid 5 is vereist dat de afgevaardigde via het _ elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks _ kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het stemrecht _ kan uitoefenen. Door het bestuur kunnen voorwaarden worden gesteld aan
het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Indien het bestuur _
besluit voorwaarden te stellen, worden deze voorwaarden bij de oproeping
bekend gemaakt.
7. Het bestuur kan besluiten dat een afgevaardigde bevoegd is zijn stem reeds voorafgaand aan de ledenraadvergadering via een elektronisch communicatiemiddel uit te brengen. _
Tot het op deze wijze stem uitbrengen zijn slechts gerechtigd zij die op een
bij de bijeenroeping van de ledenraadvergadering te vermelden tijdstip als afgevaardigde in het ledenregister van de vereniging staan vermeld. Op deze wijze stemmen is slechts toegestaan nadat de ledenraadvergadering is bijeengeroepen, doch nooit eerder dan op de veertiende dag voor die van de vergadering en nooit later dan op de dag voor die van de vergadering.
Het bestuur draagt zorg voor de registratie van deze stemmen en deelt de stemmen mede aan de voorzitter van de ledenraadvergadering.
Een afgevaardigde die op deze wijze stem heeft uitgebracht, kan zijn stem _
niet herroepen. Evenmin kan hij op de ledenraadvergadering opnieuw stem _ uitbrengen. Indien het lid dat op deze wijze stem heeft uitgebracht ten tijde
van de ledenraadvergadering niet langer lid van de vereniging is, wordt de door zijn afgevaardigde uitgebrachte stem niet geacht te zijn uitgebracht.
Artikel 16. Stemrecht. Besluitvorming.
1. In ledenraadvergaderingen hebben alle afgevaardigden stemrecht. Een afgevaardigde brengt zijn stem in principe zelf uit. Indien hij daartoe niet in de gelegenheid is wordt zijn stem uitgebracht door diens plaatsvervanger. In het geval zij daartoe beiden zelf niet in de gelegenheid zijn, kan een
(plaatsvervangend) afgevaardigde zich ter vergadering, mits schriftelijk, door een andere stemgerechtigde afgevaardigde laten vertegenwoordigen. Een _
afgevaardigde kan slechts voor één andere afgevaardigde als
gevolmachtigde optreden.
2. Het aantal stemmen dat door een (plaatsvervangend) afgevaardigde in de ledenraad kan worden uitgebracht, wordt bepaald op basis van het aantal leden van:
a. de sectie die door de betreffende (plaatsvervangend) afgevaardigde wordt vertegenwoordigt; respectievelijk
b. de sectie basisarts; respectievelijk
c. de sectie pluriform,
op één januari van het jaar waarin de ledenraad plaatsvindt, met dien verstande dat:
i. een zodanig ledenaantal van een tot en met honderdvijftig recht geeft op het uitbrengen van een stem;
ii. een zodanig ledenaantal van honderd eenenvijftig tot en met driehonderd recht geeft op het uitbrengen van twee stemmen;
ii. een zodanig ledenaantal van driehonderd een tot en met vierhonderdvijftig recht geeft op het uitbrengen van drie stemmen;
iv. een zodanig ledenaantal van vierhonderdeenenvijftig en meer recht geeft op het uitbrengen van vier stemmen.
3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten_
genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als _
niet te zijn uitgebracht.
4. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan wordt er opnieuw gestemd. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
5. De voor de ledenraadvergadering via een elektronisch communicatiemiddel_
uitgebrachte stemmen worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de ledenraadvergadering worden uitgebracht.
6. Zolang in een ledenraadvergadering alle leden van de ledenraad aanwezig _
zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent vermelding van de te behandelen onderwerpen en/of het oproepen en houden van ledenraadvergaderingen niet in acht genomen.
7. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de ledenraadvergadering, dat door de ledenraad een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
8. Een eenstemmig besluit van alle ledenraadsleden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits genomen met voorkennis van het bestuur dezelfde kracht als een besluit van de ledenraad.
8. Ieder lid van de ledenraad vervult diens taak zonder last en ruggespraak.
Artikel 17. Voorzitterschap. Notulen.
1. De ledenraad wordt geleid door de voorzitter van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. Van het verhandelde in elke ledenraad worden door of namens een door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt. Een eventueel ter vergadering te tekenen presentielijst maakt geen deel uit van de notulen.
3. Indien een ledenraadvergadering met inachtneming van het bepaalde in artikel 14 lid 3 van deze statuten op verzoek van leden wordt
bijeengeroepen, kunnen degenen die die vergadering hebben verzocht andere personen dan bestuurders belasten met de leiding van die ledenraad en het opstellen van de notulen.
HOOFDSTUK VIII COMMISSIES EN WERKGROEPEN
Artikel 18. Commissies en werkgroepen.
1. Het bestuur kan één of meerdere commissies en werkgroepen instellen en _
opheffen.
2. Het bestuur stelt de taak en de bevoegdheden van commissies en werkgroepen vast.
3. De leden van commissies en werkgroepen worden benoemd en ontslagen door het bestuur, al dan niet uit zijn midden.
4. De taken en de bevoegdheden van commissies en werkgroepen, alsmede bepalingen omtrent functioneren daarvan, kunnen nader worden vastgelegd bij huishoudelijk reglement.
HOOFDSTUK IX. HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Artikel 19. Huishoudelijk reglement.
1. Bij huishoudelijk reglement kan al datgene geregeld worden, waarvan een nadere regeling gewenst wordt geacht. Een huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten, die in strijd zijn met de wet of de statuten.
2. Het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door de ledenraad.
Het in het volgende artikel bepaalde omtrent statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op het vaststellen en wijzigen van het huishoudelijk reglement.
HOOFDSTUK X. STATUTENWIJZIGING, JURIDISCHE FUSIE EN JURIDISCHE SPLITSING. ONTBINDING
Artikel 20. Statutenwijziging. Fusie en splitsing.
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van de ledenraad, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Ten minste vijf dagen voor de ledenraad dient een afschrift van het voorstel_
waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe _
geschikte plaats (waaronder begrepen de website van de vereniging) voor de leden ter inzage te liggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden.
De oproepingstermijn voor de ledenraad bedraagt hier - in afwijking van artikel 15 lid 1 - ten minste veertien dagen.
3. Het besluit tot wijziging van de statuten kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen. In de vergadering moet ten minste twee derde van het aantal leden van de ledenraad aanwezig dan wel vertegenwoordigd zijn.
4. Indien in een vergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de orde is, niet ten minste de helft van het aantal leden van de ledenraad aanwezig dan wel vertegenwoordigd is, wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen, te houden ten minste veertien dagen later, doch uiterlijk binnen zestig dagen na de eerste. In deze vergadering kan een besluit tot statutenwijziging rechtsgeldig worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen ongeacht het
aantal aanwezige dan wel vertegenwoordigde gewone leden.
5. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij een besluit tot fusie of splitsing.
6. Het in dit artikel bepaalde is niet van toepassing indien in een ledenraad alle leden van de ledenraad aanwezig dan wel vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
Artikel 21. Ontbinding en vereffening.
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de ledenraad vergadering. Het bepaalde in artikel 20 is van overeenkomstige toepassing. _
2. De vereniging blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening
van haar vermogen nodig is.
In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop aan de vereffenaars geen baten meer bekend zijn.
3. De bestuurders zijn de vereffenaars van het vermogen van de vereniging. Op hen blijven de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing, het ontslag en het toezicht van bestuurders van toepassing. De overige statutaire bepalingen blijven eveneens voor zo veel mogelijk van kracht tijdens de vereffening.
4. Het batig saldo na vereffening wordt aangewend voor door de ledenraad te _
bepalen zodanige doeleinden als het meest met het doel van deze vereniging overeenstemmen.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende zeven jaar onder berusting van de door de ledenraad daartoe aangewezen rechtspersoon of natuurlijke persoon.
HOOFDSTUK XI. SLOTBEPALING
Artikel 22. Slotbepaling.
Aan de ledenraad komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
Slot
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. Verder heb ik, notaris, de zakelijke inhoud van de akte meegedeeld aan de verschenen persoon en daarop een toelichting gegeven, inclusief de uit de inhoud van de akte voortvloeiende gevolgen. De verschenen persoon verklaart van de inhoud van de akte te
hebben kennis genomen en daarmee in te stemmen. Tevens verklaart de verschenen persoon uitdrukkelijk in te stemmen met de beperkte voorlezing van _ de akte. Dadelijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon _
en door mij, notaris, ondertekend. De akte is verleden te Utrecht op de datum
aan het begin van deze akte vermeld. Volgt ondertekening.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
door mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht op 8 oktober 2020